De Britten en het vasteland. DAMRUBRIEK m m S m m W:- Jê, Wi cricket a. v. o. s.—c. v. h. VOETBAL. SCHAAKRUBRIEK W' a m A m JL 'M m mm rm k.J Wi m m 'M A n m m m m IS&I •MM MM m m m '1 Ai fe m A M m Wh gymnastiek korfbal HAARLEM'S DAG! LAD VI ERDE WOENSDAG BLAD 27 MEI 1931 SPORT EN SPEL Onze probleemliefhebbers kunnen ditmaal eens smullen aan een bijzonder fraaie com positie van denb ekenden Apeldoornschen problemist J. Visser Jr. Dit vraagstuk werd door den auteur speciaal voor onze rubriek samengesteld. PROBLEEM No. 1663. Auteur: J. VISSER Jr., Apeldoorn. Eerste publicatie. ZWART 1§ m Si? P Af f§ PIP' Bi' m 11 IS IÉ m fel S IP B JU JU m n KI li in 81 Mm vim B in Hl 81 WIT Motief Isidore Weiss. Stand in cijfers: Zwart 10 schijven op: 7 8 9 12 14 16 26 31 36 en 37. Wit: 10 schijven op 155 18 22 23 27 28 29 34 43 en 47 Wit speelt en wint. Oplossingen van dit vraagstuk worden gaarne ingewacht tot uiterlijk Maandag I Juni a.s. bij den redacteur dezer rubriek. OPLOSSINGEN. De auteursoplossing van probleem No. 1658 (A. de Weerd, Apeldoorn) luidt: Wit: 27—21, 17—11. 37—31, 32:12, 12:25 '{Zwart 3439 A), 4534 (Zwart 35—40); 49:38 (Zwart 40:29). 25:43 (Zwart 29—34; 43—39, 48—42 en wint. Zwart: Steeds gedwongen. A. (Zwart 40—44), 48:50 (Zwart 34—40), 45:34 Zwart 30:39), 49—44 (Zwart 39—43). 44—40, 50:48 en wint. Deze compositie werd correct opgelost door: W. C. Groenings, P. G. van Engelen J. v. d. Vlucht A. de Jong C. Rietman H. G. Teu- nsse, W. J. A. Matla, Jac. Fr. van Garderen, J. van Looy, H. Greeuw, J. P. van Eijk, J. C. van Waard, P. G. M. Ottolini Sr., H. van Lunenburg Jr., J. Wielenga, J. Poppen, J. v. d. Giessen en G. A. Ottolini Jr., allen te Haar lem; F. H. Kluen en M. Lieffering, beiden te Heemstede; J. B. Sluiter Jr. te Aerdenhout, M. A. G. Cats te Bloemendaal; B. Dukel te IJmuiden; G. L. Gortmans te Amsterdam; W. J. v. d. Voort te Nieuw-Vennep; J. van Steen- wijk te Ede (Gelderl.); R. Hartgerink te Arnhem; G. J. A. van Dam te Wassenaai) (Z.-H.); P. Kleute Jr. en W. Hoekstra, beiden te 's-Gravenhage. EEN MEESTERSTUKJE VAN C. BLANKENAAR. Onderstaand eindspel heeft een stand, dien men eens gezien, nimmer vergeet; dit is een merkwaardigheid, waardoor in de eerste plaats dit eindspel bij uit-stek geschikt en bestemd zal zijn om propaganda te maken voor het damspel. De tweede hoogst origi- neele eigenschap van dit eindspel is de witte schijf op veld 46; terwijl de dammen ijverig in de weer zijn, speelt zij, rustig toeziende, hoofdrol, alleen aan het slot treedt zij actief op. De derde eigenschap is de scherp belijnde logica, waarmede dit eindspel tot winst wordt gevoerd. EINDSPEL No. 1664. C. BLANKENAAR, Rotterdam e if lö li fj li 1i f! 0 Pf n 10 u H m :-'-i 1! SÜ r li H m_ WIT Stand in cijfers: Zwart een dam op 5 en een schijf op 10. Wit twee dammen op 6 en 50 en een schiji op 46, OPLOSSING. De eerste zet van Wit is het bezetten van veld 22 door een der twee dammen. Zwart heeft nu maar een zet, n.l. 1014, want op 1015 antwoordt Wit met 2231; dus 1014. Wit bezet nu met de dam veld 4. Dit is de krachtzet, Zwart is gedwongen 1419 te spelen. Wit bezet vervolgens met de andere dam veld 17, Zwart weder gedwongen 19 23, Wit 1726. Zooals men ziet wordt Zwart geen kans gegeven zijn dam te verplaatsen. Zwart vervolgt dus zijn wandeling met de schijf op de lange lijn en speelt 2328. Thans treedt het spel een andere phase in. Wit speelt 2648. Als nu de zwarte dam verplaatst wordt, b.v. naar 19, dan speelt Wit 222 en 4837, waarna de schijf op tempo wint. Dit dwingt Zwart tot 28—32. Wit herstelt het verband door 415. dreigende 15—33. Zwart ten einde raad, offert de schijf en de Witte schijf op 46 doet de zwarte dam triomfantelijk verdwijnen. Wie aan het eindspel zijn damstudie wijdt, Wint waar een ander remise verbeidt. Haarlem IIIR. C. H. II. Haarlem III gaat eerst batten en brengt het na een behoorlijk begin slechts tot 75. Spruyt met 15 en Schenk met een hardge- slagen 13 kwamen in de dubbele cijfers. De bowlingcijfers waren natuurlijk goed, vooral van Paape, die met 617. uitstekend gebowled had. Verder bowlden Doets 3—35 en Dollé 114. Het batten van R.C.H. is dan veel beter als van Haarlem. Als het totaal 94 voor 6 wickets is wordt gestopt. Hiervan had Nieman een goede 33, Dollé 13, Scheen 10 en Scheffer een harde 16. Voor Haarlem bowlden Brakel 129, Spruyt 1—19, Kramer 3—23 en J. v. Balen Blanken 1—9. R.C.H. n won dus dezen wedstrijd met 19 runs en 4 wickets. Gewonnen door C. V. H. met 47 runs op de le innings. De eerste thuiswedstrijd der ambtenaren, die voltallig uitkwamen, is in een neder laag geëindigd. C.V.H. wint den toss en verkiest te fielden. De eerste wickets van A.V.O.S. bieden eenigen tegenstand, doch daarna is het een komen en gaan. Het totaal wordt tenslotte 26, waar van alleen A. Vreem met 10 in de dubbele cijfers kwam. A. J. Roodt bowlde 58 en G. van Langelaar 414. Extra's 4. Het valt C.V.H. niet moeilijk dit totaal te passeeren. Hoewel met 9 spelers spelende, wordt een totaal bereikt van 73, waarvan A. J. Roodt 12, G. van Langelaar 14 en O. Keij- zer 23. Extra's 2. Bowlingcijfers A. V. O. S.: H. C. Klerk 034, Th. Hetem 224, D. Brauckmann 48, en J. Erdtsieck 25. C. V. H. wint derhalve met 47 runs op de eerste innings. INGEZONDEN MEDEDEELÏNGEN a 60 Cts. per rcgeL Verpletterende nederlagen van de Schotten en de Engelschen. De Engelschen erkennen, dat hun prestige op voetbalgebicd ernstig is geschaad. Fransche geestdrift en Fransche snelheid rijn den Engelschen te machtig. De Engelschen winnen van België door een inzinking der gastkeeren in de tweede helft. De Oostenrijkers slaan de Schotten met hun eigen wapens. Oostenrijk speelt het Schotsche spel beter dan de Schotten relf! De Schotten krijgen een voetballes en 12000! De groote gebeurtenissen op internationaal voetbalgebied in dc afgeloopen week zijn on getwijfeld de sprekende nederlagen van Engeland tegen Frankrijk en van Schotland tegen Oostenrijk. Athletic News noemt het twee verplette rende slagen voor het prestige van het BritSche voetbal op het vasteland. Het. blad vindt de nederlaag te Parijs zoo bedenkelijk, dat het een ernstig onderzoek wefischelijk acht. Het blad wijst er nog op, dat in ver schillende andere takken van sport Enge land de meerderheid van andere landen heeft moeten erkennen, doch dat men tot dusver meende, dat men op voetbalgebied op een onbereikbare hoogte stond. De zaak is voor Engeland erger dan voor Schotland. Immers Engeland zond een elftal, dat naar men meende, sterk genoeg was voor de taak, om zoowel Frankrijk als België gemakkelijk te slaan. Wat de samenstelling van het elf tal betreft, kan men derhalve geen veront schuldigingen aanvoeren. De Schotten daarentegen hadden niet hun sterkste ploeg in het veld, wat dus eenigszins als een ver ontschuldiging zou kunnen gelden, hoewel ook de Schotten van oordeel waren, afgaande op het resultaat van hun vroegere wedstrij den op het vasteland, dat ze wel in staat zouden zijn hun wedstrijden te winnen. Het eenige, dat Engeland en Schotland thans kunnen doen om hun prestige ten minste eenigszins te herstellen, dat is Frank rijk en Oostenrijk uitnoodigen tot een tegen bezoek en dan natuurlijk in den loop van het voetbalseizoen, zoodat men niet kan ko men aandragen met de bewering, dat men vermoeid is var. het zware seizoen. Naar de Fransche bladen mededeelden, heeft de lei der van het. Engelsche gezelschap reeds aan den heer Rimet. den voorzitter van den Franschen Voetbal Bond, toegezegd, dat men al het mogelijke zal doen om te trachten een datum te vinden, waarop men Frankrijk in Engeland zal kunnen ontvangen. Ook de Schotten hebben toegezegd de mogelijkheid van een wedstrijd in Schotland tegen Oosten rijk te overwegen. Tot eer der Engelschen moet gezegd wor den. dat ze d. w. z. de spelers en de offi cials geen enkele verontschuldiging aan voeren voor de nederlaag te Parijs. Ze ver klaren onomwonden, dat de Franschen. veel sneller waren dan ze hadden verwacht en daar ze bij die groote snelheid toch nog een behoorlijke balcontröle konden ontwikkelen, was daarmede het vonnis van de Engelschen geteekend. De Engelsche achterspelers, die zooals steeds, sterk opdrongen, konden die taktiek niet volhouden, daar ze bij uitvallen de tegenstanders niet meer konden achter halen en daarmede werd ook de taak van de middenlinie zeer verzwaard. De Franschen speelden bovendien met een ongekende geestdrift, waardoor ze in staat waren dat snelle spel tot het laatst toe vol te houden. Ook daarop hadden de Engelschen niet ge rekend. Ze warén' aanvankelijk van oordeel, dat de snelheid der Franschen in de tweede helft wel zou verminderen en dat Engeland daardoor den achterstand ten slotte toch wel zou kunnen inhalen. Dat bleek een misreke ning te zijn. Zelfs toen Engeland aan het slot van den wedstrijd er alles ging opzetten om te trachten het verloren terrein te her winnen. bleek dat de Franschen nog vol doende kracht hadden om een overwicht te behouden. Opnieuw heeft deze wedstrijd be wezen, dat zelfs het beste combinatiespel "net vaak tegen snelheid en geestdrift zal moeten afleggen. De les. die de Engelschen te Parijs gehad hebben, kan ook voor ons van nut zijn. Op 29 November a.s. speelt het Nederlandsch Oplossingen, vragen enz. tc zenden aan den Schaakredacteur van Haarlem's Dagblad, Groote Houtstraat 93, Haarlem. PROBLEEM No 570 (No. 6 van den wedstrijd, lCe ladder). A V M V; li m tol A n |p 11 p n n vw St P Mat in twee zetten. Stand der stukken: Wit: Kdl, DI7, Ta5, Td8, La7, I c4, Pc3, Pc5, d2, f5. g4. Zwart: Kd4, Dd6, La2, Pg7, bö. EINDSPELSTUDIE No. 143 (No. 7 van den wedstrijd, 10e ladder). 1» tf in n IF s II m ||||j H O 0 n lü Wit aan zet wint. Wij verwachten de volledige oplossing. Stand der stukken: Wit: Kf6. TcS. Zwart: Kh7, a4, b2. Welke eigenschap Treeft voor den Schaak speler de meeste waarde? Objectiviteit. Dr. Em. Lasker. Blijkbaar wil Zwart door Pe6—g7, gevolgd door Lc8—15, den Looper—ö3 onschadelijk maken Pf3 e5 13 Pe6—g7 g2-g4 14 Pfö - d7 Om mogelijk te maken, na. 15. f2f4, door f7—f5 tc-gcnspel te krijgen Pe5Xl7 15 Van twijfelachtige waarde. 15 KgSXl7 Pc3Xd5 16 De grap van het Paardoffer op f7. Zwart kan dit tweede Paardoffer niet accepteeren. omdat hij dan door Lh2c7 de Dame zou verliezen. 16 Le7-d6ü De weerlegging. Na. 17. Lh2 X dG. c6 x d5 zou de Dame een luchtgaatje hebben. Pd514! 17 Pd7-b6 Pd7f8 zou g6 hebben gedekt en daar Wit dan de zwarte stelling niet zou kunnen openmaken zou hij weinig kans hebben de partij te houden. Pf4Xg6ü 18 Voor de derde maal een Paardoffer. I i i i AA ii IM H i W:- 'm Hp A A n OPLOSSING PROBLEEM No. 564 (No. 11 van den wedstrijd, 9e ladder). Stand der stukken: Wit: Kb7. Df4, Ta4. Td7, Ld6. e2. 15. Zwart: Kd5. Tbl, Lb4. Pb6. Pdl. a6. a7, b2, d3.12. g4. (Johann Scheel. Slemdal, Noorwegen). 1. D14 d2, enz. Dit probleem ontving een eervolle vermel ding in het Otto Fuss-tournooi (.1918—19). Goed opgelost door: H. Hassebroefc. te Amsterdam; H. d. Ruijter, te Bloemendaal: J. Apetz. M. D. L. Artz, G. Blom. C. van Dort. H. W. van Dort. L. Germeraad, F. v. d. Heuvel Rijnders. J. Hoogeveen J. ten Hove en B. A. Snelleman. allen te Haarlem; E. G. v. d. Kaav. te Heemstede; J. Germeraad. P. Mars en K. Siegerlst, allen te Santpoort; (allen twee punten). CORRESPONDENTIE Haarlem J. W. B. F. W. H. L. S. 1. e2—e3 faalt na. 1.Pdl X e3 (en 2 .Pb6 X d7>. Santpoort. B. v. R. 1. Tc7 faalt b.v. na 1. Pc4. Uw briefkaart van 22 April 1.1. vermeldt als oplossing van No. 563: 1. Tb7 en niet l. Lc5 (zie overigens de corr. dd. 18 Mei jX). Haarlem. Gerard B. Indien Zwart den a-pion prijs geeft, kan Wit ten slotte den Toren ruilen tegen officier en pion, waarna het spel ook remise is. 18 KplXh2 19 Ld3xg6+ 20 LgftXeS 21 l al-el 22 f2 - f4 23 b2 b3 24 f4—15 25 Dc2 - g2 26 Dg2-g3 27 Kh2Xg3 28 Tel-dl 29 Tdl—d2 30 demise Jammer, maar begrijpelijk, spelers waren in tijdnood en tijdstip van controle nog 10 Ld6Xh2f h7Xg6 Kf7-gS DdSXcS LcS eó Ta8 - d8 Le6 f7 De8 - e7 De7 - h4 Dh4Xg3+ Td8-d5 Td5-a5 Pb6-d5 want beide hadden tot het zetten te doen. EINDSPEL No. 111 in hoofdklasse A. van den jubileumswedstrijd te Frankfurt a. M.. September 1930, ontstond tusschen S. Rotenstein (Charlottenburg) en H. v. Hennig (Berlijn) de volgende stand na den 26sten zet van Wit (Rotenstein), Lc4 e2; PARTIJ No. 668 Gespeeld in den landenwedstrijd te Ham burg, 19 Juli 1930. Wits Zwart: Dr. S. Tartakower HWeen ink (Polen). (Nederland). GEWHGERD DAME-GAMBIET c2-c4 1 Pg8-f6 Pbl c3 2 e7—eó Ö2 - d4 3 d7—d5 Pgl-f3 4 PbS - d7 Lel-f4 5 c7— cö e2—e3 6 LfS—e7 c4Xd5 7 e6Xd5 Ddlc2 8 0-0 Lil d3 9 Tf8—c8 0-0 10 Pd7—(8 h2—h3 11 PIS eó Lf4-h2 12 g7—gó W I i i W rt e i i X - PI A «SN U 11 Zwart speelde 26.Dg4 X e4, waar na volgde 27. Le2—h5t, Kf7—e7; 28. Le3 X g5+, Ke7d629. Tel X e4 Te8— g8 en Zwart (die maar een Paard had voor de verloren Dame) gaf tenslotte na den 49en zet van Wit de partij op. Inplaats van 26.Dg4 X e4 had Zwart door Ph7—16! de partij kunnen redden. Le2Xg4 27 Niet 27 Dh6 X h8. Ta8 X h8; 38. Thl X h3, Dg4 X e4; 29. Le3 X b6. Kf7—g7. 27 Th8Xh6 Lg4Xe6+ 28 Kf7 - g7 Thl - gl 29 Lb6Xe3 7elXe3 30 met gelijk spel. DIOCESAAN-HAARLEMSCHE GYMNASTIEKBOND. Te Schiedam werden de jaarlljksche Bonds wedstrijden gehouden van den Diocesaan- Haarlemschen Gymnastiekbonri De uitslagen luiden als volgt: Wedstrijd A: Driekamp dames in drie graden: 1. Wilskracht. Amsterdam (met kampioenswisselbeker). 2. Jeanne d'Arc. Lel den. 3. Cito, Amsterdam. Wedstrijd B: Driekamp dames in 2 gra den: 1. Achilles I. Amsterdam, 2. Achilles II, Amsterdam. 3. Wilskracht, Amsterdam, 4. Excelsior, Schiedam. Interdiocesaan: Achilles I, Achilles II en Wilskracht te Amsterdam. Wedstrijd C: Vierkamp heeren in 3 graden: 1. St. Christophorus. Rotterdam (met kam- pioenswisselprijs). 2. K.D.O., Amsterdam. Interdiocesaan: 1. O.S.S., Den Bosch. 2. St. Christophorus Rotterdam izelfde aantal pun ten als O.S.S.). Wedstrijd D: Vierkamp heeren in 2 graden: 1. K.D.O.. Amsterdam. 2. St. Lodewljk. Rotter dam, 3. Jong Leven, Amsterdam. 4. Hercules, Overveen, 5. Jeanne d'Arc, Leiden. Inter diocesaan: 1. O.S.S., Den Bosch, 2. K.D.O., Amsterdam, 3. St. Lodewijk. Rotterdam. Wedstrijd E: Driekamp Meisjes: 1. Leonl- das I, Haarlem. 2. Cito. Amsterdam, 3. Meer- Burg. Zoeterwoude. 4. Advendo I, Rotterdam, 5. Jeanne d'Arc. Leiden. Interdiocesaan: 1. Leonidas I. Haarlem. 2. Cito, Amsterdam, 3. Meerburg. Zoeterwoude. Wedstrijd F: Driekamp jongens: 1. K.D.O. I, Amsterdam. 2. Wilskracht I. Amsterdam. 3. K.D.O. II, Amsterdam. 4. D.O.K., Delft. 5. St. Lodewijk I, Rotterdam. 6. Leonidas, Haarlem, 7. Jong Leven, Amsterdam. Wedstrijd G: Eigen gekozen werk dames: 1. Jeanne d'Arc. Leiden. 2. Cito. Amsterdam. 3. Sport en Spel. Bergen op Zoom. Groepen boven 15 deelneemsters: 1. Advendo, Rotter dam. 2. Achilles, Rotterdam. Wedstrijd H: Eigen gekozen werk heeren: 1. K.D.O., Amsterdam. 2. Jong Leven, Amster dam. 3. St. Christophorus, Rotterdam. Wedstrijd J: Eigen gekozen werk meisjes: 1. Meerburg. Zoeterwoude. 2. Advendo, Rot terdam, 3. O.D.O. I, Amsterdam. Groepen boven 15 deelneemsters: 1. Sport en Spel, Bergen-op-Zoom. Wedstrijd K:Eigen gekozen werk Jongens: 1. K.D.O.. Amsterdam, 2. Wilskracht, Amster dam, 3. Jong Leven, Amsterdam. Marschwedstrijd: Grootste groep: Sport en Spel, Bergen-op-Zoom. Beste indruk: Leoni das, Haarlem. ANIMO III.K.R.-TWAALFTAL (3—2). Het H.KJ3.-twaalftal speelde een nuttigen oefenwedstrijd. Rust komt met 22 en het einde met 32. elftal te Parijs tegen de Franschen. Snelle achterspelers zullen dan noodzakelijk zijn en daarbij zal de lichamelijke conditie van de spelers een der alleiwoornaamste onderdee- len zijn. Men moet een ploeg hebben, die ge durende anderhalf uur alle krachten zal kun nen geven. Slechts dan zullen we een kans hebben van de Franschen te winnen. Dat de Franschen over hun succes in de wolken zijn, is te begrijpen. Men heeft tot dusver de Franschen eigenlijk slechts als tweede klassers beschouwd. Nog dit jaar heeft Frankrijk met sprekende cijfers van de Italianen verloren. Doch de overwinningen op Duitschland en Engeland hebben de Franschen plotseling een stuk naar boven gebracht. Het is nu alleen nog de vraag of de heeren ook in staat zullen zijn dei-gelijk spel op vreemden grond te ontwikkelen. De Fran schen zelf zijn daarvoor wel een beetje be vreesd. Hun pers toonde zich dan ook heele- maal niet ingenomen met de mededeeling van den heer Rimet, dat het in de bedoeling lag den wedstrijd tegen Engeland afwisse lend te Parijs en in Engeland te spelen. De spelers van het Fransche elftal zullen als aandenken aan den wedstrijd tegen Enge land een gouden horloge met inscriptie ont vangen. Aan die spelers, die ook tegen Duitschland hebben medegespeeld en voor dien wedstrijd reeds een dergelijk aanden ken ontvingen, zal thans een gouden vulpen houder en dito potlood worden gegeven. De wedstrijd van de Engelschen tegen Bel gië heeft, van Belgisch standpunt bezien, te leurstelling gebracht. Hadden de Belgen in de tweede helft hetzelfde spel ontwikkeld als in het eerste gedeelte, dan zouden ze een goede kans gehad hebben den wedstrijd te winnen, daar de Engelsche ploeg heelemaal niet zoo'n buitengewonen indruk maakte. De middenlinie was b.v. maar heel middel- matig. De groote kracht ging uit van de beide vleugelspelers en bovendien deden de achter spelers vrij goed werk. De doelverdediger was echter maar matig. Beweerd werd, dat hij te Parijs drie van de vijf doelpunten had kun nen voorkomen. Te Brussel was het tegen- punt der Belgen zeker houdbaar, de bal werd tusschen de beenen van den doelman in het net getrapt. Merkwaardig is het dat tegen onze ploeg de Belgen steeds hun beste spel geven in de tweede helft. Thans was dat juist andersom. De gastheeren verslapten in het tweede ge deelte zeer. Het is mogelijk dat de warmte daarvan de oorzaak was. doch het kan ook zeer goed mogelijk zijn, dat de afwezigheid van een op den voorgrond tredend speler als Hoyüonckx, die door zijn spel het geheele elf tal tot groote daden kan inspireeren, de oor zaak van de verslapping was. Eigenaardig is het in dit verband, dat de Engelsche trainer van de Fransche Racing Club aan Athletic News o.m. schrijft, dat het falen der Engelschen te Parijs moet wor den toegeschreven aan het feit, dat er geen persoonlijkheid als b.v. Joe Smith, in de ploeg was, om den gang er in te houden. Te Brussel zakte Hellemans, die in het eer ste gedeelte als spil schitterend werk had ge daan, na de pauze geheel af, waardoor Wa ring veel meer vrijheid kreeg dan in het eerste gedeelte. Bovendien werden er dooi de Belgen in het tweede gedeelte eenige op gelegde kansen gemist. Daardoor was de spanning er al vrij spoedig uit, waardoor het spel eigenlijk als een nachtkaars uit ging. De Engelschen wonnen met 41. De Engelschen zullen voor de twee wed strijden ongeveer een bedrag van 20.000.— hebben ontvangen, wat eerlijk gezegd, toch veel te veel is, daar de kosten van de toer niet meer dan de helft van dat bedrag ge weest zullen zijn. Er is een tijd geweest, dat het Schotsche voetbal als ideaal gold. Voor veel geld liet men toen te Weenen een Schotschen trainer komen, die de Oostenrijkers in de geheimen van het Schotsche spel heeft ingewijd. De Schotten gingen in die dagen van het begin sel uit, dat men moest trachten met zoo wei nig mogelijk moeite een zoo groot mogelijk succes te hebben. Ze demonstreerden dan ook gewoonlijk een goed sluitend samenspel en een volmaakt positiespel. De Oostenrijkers bleken goede leerlingen te zijn. Ze hebben het Schotsche spel overgenomen en het in den loop der jaren verbeterd. Dat laatste ook in verband met de verandering in den bui- lenspelregel. Nu zijn de Schotten naar Wee nen gekomen, doch het merkwaardige geval deed zich voor, dat deze. Schotten slechts een zwakke imitatie van het beroemde Schotsche spel gaven en dat de Oostenrijkers het Schotsche spel veel beter speelden dan de Schotten zelf! Niet ten onrechte werd de op merking gemaakt, dat de Schotten van het spel der Oostenrijkers veel hebben kunnen leeren. Dat is niet zoo heel erg: het gebeur! wel meer. dat de leeraren nog wel eens Iets van hun leerlingen leeren. Doch voor de Oostenrijkers had het de on aangename zijde, dat zij de kosten van de les moesten betalen, immers de Schotten kregen voor dezen wedstrijd ongeveer f 12000! De nederlaag van de Schotten te Weenen is eigenlijk nog een veel grooter blamage dan die van de Engelschen te Parijs. De Oosten rijkers toch hebben de Schotten met hun eigen wapens bestreden en daarbij bleek, dat zij dat wapen veel beter hanteerden dan de Schoten zelf. De nederlaag der Engelschen kan men nog eenigszins als een overrompe ling beschouwen; die van de Schotten is uit sluitend te wijten aan het voel betere voetbal der Oostenrijkers. Men is het er algemeen over eens. dat de Oostenrijkers een vcortreffelljken wedstrijd hebben gespeeld De groote openbaring was het spel van de twee vleugelspelers, Zischek en Vogl, die beide nog geen 18 jaar zijn. De eerste maakte een doelpunt en de tweede had er zelfs twee op zijn naam. zoodat het grootste aantal goals van de vleugelspelers kwam. Met een prachtig doelpunt van Sin- delar en een kogel van Schall Ls het vijftal compleet. De beste speler der Oostenrijkers was wel de half Gall. Blum, die z'n zestigsten interland wedstrijd speelde, was de held van de verdediging. Kiden had te weinig te doen om zijn spel te kunnen beoordeelen. De wedstrijd trok natuurlijk het maximum aantal toeschouwers; meer dan 45000 kan men niet bergen. Onder de toeschouwers wa ren bezoekers uit andere landen. Onder meer was er Otto Nerz, die naar het spel der Oos tenrijkers kwam kijken in verband met den wedstrijd Duitschland Oostenrijk. Of hij in hoopvolle stemming zal zijn teruggekeerd, weten we niet. Voorts was er Ivan Sharpe, de bekende leider van Athletic News, die vol lof was over hel spel der Oostenrijkers. Hij vertelde o.m., dat hij in 1920 en '21 de 51 van Engeland op Schotland en dc 51 van Schotland op Engeland had gezien en dat hij gemeend had. dat dit het beste voetbal was, dat men zich zou kunnen wenschen, De Oos tenrijkers hebben echter nog beter gespeeld. Zelfs het allersterkste Engelsche of Schot sche eiftal zou op eigen terrein in de Oosten rijkers een waardige tegenpartij vinden. Daar hier iemand aan het woord is met ken nis van zaken, die niet zal nalaten ook de Engelschen omtrent hetgeen hij gezien heeft nauwkeurig in te lichten, kan men wel aan nemen, dat ook de nederlaag der Schotten in Engeland ernstig te denken zal geven. Zou men thans er van overtuigd zijn. dat het met de Engelsche supprematie gedaan en dat het Engeland niet meer past om buiten de FIFA te blijven? C J. GROOTHOFF. Bilthoven, 22 Mei 1931.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 13