SPIJT.
BRIEVENBUS
Brieven aan de Redactie van de
Kinder-Afdeeling moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG
ZEEMAN. Marnixstraat 20.
HELDEPRINSESJE. Ik was toch
zoo blij met je briefje. En wat heer
lijk kind, dat je weer thuis bent. Hoe
gaat 't er nu mee? Nu schijnt 't zon
netje zoo heerlijk, alsof 't alle zieke
menschen beter wil maken. Als je lust
hebt, schrijf je me dan eens een
grooten brief over alles en alles.
DE LOOZE VOS. Mijn gladiolen
komen ook flink op. Je ziet ze iederen
dag hooger worden, 't Is nu echt
bloeitijd. Hoe gaat 't met je begonia?
Is er veel bloem aan? Heb je 't potje
in den tuin gezet? Ik hoop ook voor
je, dat je er een prijs mee wint.
JUFFERTJE LEESGRAAG. Pret
tig, dat de clubfoto zoo goed is uit
gevallen. Heb je er een lijstje om ge
maakt? Jij hoopt natuurlijk, dat er
dezen zomer nog meer jarigen zijn en
dat ze allemaal een feestje geven.
VLIEGENIERTJE. Ben je Maan
dag prettig met de Knapenvereeni-
ging uitgeweest? Was er een mooi
sportterrein. En hebben jullie er ook
gegeten? 't Weer was fijn.
UITLOOPER. 'k Vond het leuk,
dat ik ook weer ecn?s een briefje van
jou kreeg. Wat heb je geestig postpa
pier. Dat beertje kan nog eens goed
ln de houding staan. Je hebt met de
Plnkstcrvacantle zeker ook lekker
bulten gespeeld. Daarvoor ben je een
ultlooper.
NEVADA. Dat ls een prettige ge
dachte voor Je, dat de poesekindertjes
straks alle een goed tehuis krijgen. Je
zult zeker dikwijls naar grootmoe
der gaan om naar die eene te kijken.
Jullie zitten nu zeker mooi in de Lui-
lakbloemctjes. Wat gaat die Johan
keurig schrijven.
W. v. d- L. Hartelijk dank voor
je mooie kaart van 't Week-end-huis
in Doorn. Wat ziet 't er daar gezellig
uit. En dan ook mijn dank voor 't
Marktplein van Doorn. Dat was nog
een bekend plekje voor me. Wat heb
je me verrast met die heerlijke bou
quet seringen. Ook daarvoor mijn
hartelijke dank.
VERPLEEGSTERTJE. Hartelijk
dank voor Je mooie kaart uit Giet
hoorn. Heb je onder dat bruggetje
doorgevaren met zoo'n enterboot?
Ben Je nu weer thuis?
ORGELLST. Dus jij was op Lui
lak niet de luilak. Heb je de plant
jes ln je tuintje gezet? Wat droevig
Jongen, dat het met vader nog niets
vooruitgaat. Dat zijn voor moeder
moeilijke bezoeken. Ik kan me begrij
pen, dat Jullie 't kleine nichtje erg
missen. Zoo'n klein ding geeft zooveel
vreugde. Heb je 't Maandag in Leiden
gezellig gehad? Je wedstrijd-inzen
ding is goed. Knap zoo.
A. B. C. 't Spijt me, dat je de
wedstrijd nog niet hebt kunnen be
machtigen. Mijn exemplaar heb ik al
weggegeven. Daar 't een teckenlng is,
kan ik den wedstrijd niet opnieuw
plaatsen. Je zult in de Groote Hout
straat nog wel een nummer kunnen
krijgen.
MAR IET JE H. 't Is juist een heel
gemakkelijk spreekwoord, 't Begint
wel met een G. Dus dat heeft vader
verkeerd. Misschien bedoelt vader
hetzelfde. Die bloemennaam was ook
goed. Nu kan ik er hcusch niets meer
van zeggen.
DE TWEE ZUSJES. Ik zal de
teckenlng er nog eens goed op na
zien. Wanneer er een paar letters te
veel zijn, zal ik het natuurlijk ver
den. Die vier o's waren goed gevon
den. Ga nu maar zoo voort.
PIET HEIN. 't Ls een heel be
kend spreekwoord en een klein spreek
woord. Er staan wel n's aangegeven.
Hoeveel mag ik natuurlijk niet zeg
gen. Ik denk, dat Je met de r's en n's
in de war bent.
TUINIERSTERTJE. Ja, de
raadsels, die je zelf hebt ingezonden
mogen meetellen. Om te mogen
inceloten moet je minstens 13 raad
sels in de maand goed hebben ge
had. Al heb je er maar één, toch
maar inzenden. Alie beetjes hel
pen. Knappe meid, dat je moeder
zoo flink geholpen hebt met de
schoonmaak.
W. L. Ik hoop, dat Zaterdag
alle boeken weer op honk zijn. Je
hebt met Pinkster zeker weer heer
lijk genoten van je buitengoed. Je
bent maar een vlugge Bibliothecaris
om nu je boeken al bij den binder
te hebben, 't. Is zeker verstandig,
dal je niet tot 't laatst wacht.
GRASPIEPER. Wat scheelde er
de vorige week aan? Gelukkig dat
je met de Pinksterdagen weer be
ter was en zoo heerlijk hebt ge
kampeerd. Waar kampeerde je?
Wat heb je fijne kampeerplannen
voor den zomer. Dat wordt wel een
reuze-fietstocht. Met hoeveel wilden
jullie gaan?
SNEEUWWITJE. Wie is die
secretaresse van Sneeuwwitje? Ze
heeft keurig haar werk verricht.
Die Sneeuwwitje had Zondag maar
een fijn plaatsje achterop bij vader.
■Zag ze voor den eersten keer de
hertjes?
CROCUSJE. Die vacantiedagen
gingen jou zeker ook veel te vlug
voorbij. Heb je de begonia in je
tuintje gezet? Maar geregeld water
geven. Je mag best een mop instu
ren. Wanneer hij voor onze Rubriek
geschikt is zal ik hem plaatsen. Je
was er al vroeg bij op de Luilak-
markt. Ging je alleen?
ELFENKONINGIN. Mei heeft
ons toch al heel wat mooie dagen
gegeven. Jij hebt er maar heerlijk
van geprofiteerd. Er is eigenlijk
geen gezonder sport dan wandelen.
Wat gezellig, dat die beide bloemen-
koninginnen naar de Luilak gingen.
Niemand kende jullie zeker.
GOUDVISCH. Is er niets uit
de andere eitjes gekomen? En hoe
maakt de kanarie-baby het? Het
moedertje zorgt zeker goed voor
hem. Wat zijn jullie op lsten Pink
sterdag prettig uit geweest. Ik
zou maar geen Meidoorns afpluk
ken. Die zijn thuis toch gauw ver
dord en buiten bloeien ze zoo lang
en zoo mooi.
EGMONDERTJE. Ja, je hebt
schitterend weer besteld. Nu moet 't
vooreerst maar zoo blijven. 'We heb
ben zoo lang geprutteld over de kou,
dat we nu maar niet moeten prut
telen over de warmte.
ZWARTKOPJE. Prettig voor je
allen, dat het concours zoo'n succes
was. Wel jammer, dat het weer dien
dag minder mooi was. Zoo'n mooie
film was toch ook wel prettig. Zusje
mag best Rubriekertje worden. Er
zijn wel meer kinderen van 7 jaar.
Dien gevraagden schuilnaam mag
ze houden. Doet ze zoo graag bood
schappen?
HELDEPRINSESJE. Nu was je
goed op tijd. Ik kan me voorstellen,
dat je nog dikwijls aan de zaal in
't Ziekenhuis zult terugdenken. Mis
schien ga je er nog wel eens een be
zoekje brengen. Mag je al weer hee-
le dagen naar school? Je Ingezon
den raadsel is goed.
WATERROTJE. Ja, nu is 't fijn
zwemweertje. Zwem je alle dagen?
Ik dacht wel, dat G. een reuze-kei
in 't water was. Wat heb jij met de
Pinksterdagen ook heerlijk van hel
buiten-zijn genoten. Ben je niet
bruin gebrand?
JUFFERTJE SCHRIJFGRAAG.
Maar jij hebt toch zeker ook geno
ten van 't mooie weer. 't Was wel
een beetje jammer, dat je vriendin
netje met Pinkster uit de stad was
en dat vader juist laten dienst had.
Als 't Zonnetje vroolijk in de klas
schijnt, leer Je eens zoo prettig. Hoe
lang moet je nu nog op school zijn?
KERSTROOSJE. Je was nog
best op tijd. Dus je raadsels tellen
natuurlijk mee. De volgende weck is
de uitslag van den Mei-wedstrijd en
de verloting der raadselprijzen. Wat
heb je al dikwijls gezwommen. Kun
je het goed?
RANGEERDERTJE. Mei heeft
zijn mooien naam eer aangedaan.
Wat staat alles er mooi bij in jullie
tuin. Ik wil graag geloovcn, dat de
zelf geteelde rnabarbcr heerlijk
heeft gesmaald. Kunnen de rape-
steelen nog niet geplukt worden?
De radijsjes moeten er nu zeker ook
langzamerhand uit. Ik denk, dat er
op zolder nog maar korte bezoekjes
worden gebracht. Die overweg wordt
anders wel veilig bewaakt.
NACHTVLINDERTJE. 'k Vond
het prettig weer eens wat van je
le hooren. Je hebt in dien tijd dus
heel wat afgezongen. Wat grappig:
een zingend vlindertje. Gefelici
teerd met den 2den prijs. Leest je
onderwijzer nu geregeld Jc briefje?
Dan zulien we maar niet uit de
school klappen ,hè? Ik hoop dat jc
nu meer succes met je Rull-aan-
vraagt hebt.
JUFFERTJE WEETGRAAG. Ik
was toch zoo blij met moeder's brief.
Een Rubriekertje schreef me al over
je. Wat een teleurstelling, hè. dat
die roode vlekjes toch weer gingen
opspelen. En dat die Koen nu van
jc wegliep. Gelukkig dat Jc jc niet
ziek voelt. Ik hoop, als Je dit leest,
dat je dagen ln de barak geteld zijn.
VADERS JONGEN. Was Jc
nooit eerder op de Lullakmarkt ge
weest? Wat gezclItB, dat de Iicelc
familie er heen ging en met bloe
men beladen huiswaarts keerde. Die
Pinksterstorm was gelukkig maar
een kort stormpje.
PRINSES ZONNEGLANS. Ben
Je nog in Amsterdam? Wat gezel
lig, dat je met zusje bij tante lo
geerde. Als je bij Zeemeerminnetje
komt moet Je haar eens van mij
groeten. Hoe maakt ze het? Je
raadsel ls goed. Waren die naam-
looze raadsels van jou?
DE KLEINE VIOLIST. Wij zijn
het dus maar aardig eens, wat de
beoordeeling van 't schoolwerk be
treft. Je kunt nu eenmaal niet in
alles uitblinken en dat behoeft ook
niet. Jij kunt natuurlijk niet snap
pen dat er massa's Rubriekertjes
zitten to zuchten over dien Mei
wedstrijd. Die naamloozen bezorgen
me soms kippevel. En dat met zoo'n
warmte.
BLONDINE. 't Was leuk, dat Je
met Lelie liep. Voor den eersten keer
hebben jullie al een heel kapitaal
tje opgehaald. In welke buurt liep
je? Wat een eer, dat Jullie kampioen
waren.
HET ZONNETJE. We zien Jou
graag, 't Zal voor Juffertje Weet
graag zeker een groote teleurstelling
zijn dat ze nog een 14 dagen in 't
Ziekenhuis moet blijven. Maar 't ls
voor haar bestwil, dus dan maar
even door den zuren appel heen ge
beten. De zusters zullen van de
Pinksterdagen ook wel feestdagen
hebben gemaakt. In ziekenzalen
schijnt vaak 't zonnetje van binnen.
Bij je vriendinnetje ziet 't er zeker
feestelijk uit, nu haar ouders bruid
en bruigom zijn. Wat voor feest
geeft de zangverecniging over een
paar weken? Jij fuift inaar.
OPPETOM. 't Weer is ook eigen
lijk veel te mooi om te gaan zitten
lezen. Of je moet je bock mee naar
buiten nemen. Is moeder er al aan
toe gekomen? Wat zal moeder een
drukken tijd achter den rug heb
ben. Gelukkig, dat broertje nu op
den weg van beterschap is.
WILLEM V. ORANJE. Dat
klinkt nog eens, 121 gewonnen.
Wat een reuze-succes. Wanneer
komt nu de wedstrijd tegen Slog?
Dut zoo'n knappe prins den wed
strijd niet kon vinden. Een Rubrie
kertje schreef me, dat hij hem
haast te gemakkelijk vond om in te
zenden. Jammer, dat Je het op je
Zandvoortsche reisje niet trof. In
't Frans Halsmuseum is ook heel wat
te zien en te genieten. Die heeren
uit de gouden eeuw waren nog eens
kraanvogels. Wat prettig, dat je
beste vriend bij je in de straat
woont. Dan wippen jullie zeker nog
al eens bij elkaar aan. Dat was een
fijne fietstocht naar Noordwijker-
hout en vooral met zoo'n gezellig
troepje.
GOUDEN REGEN. Huiswerk
moet altijd voor de Rubriek gaan.
Ik hoop maar, dat je nu met het
mooie weer niet veel te doen hebt.
Verlang Je naar 31 Mei? Ik hoop,
dat jc succes zult hebben.
BLOEMENFEE. Nu heb Je zeker
al weer meer gezwommen, 't Is er
echt weer voor. Wat heb Je al lang
je diploma gehaald. Zit je niet ln
een zwemclub? Wat voor prijs heb
jc toen gekregen. Dat die moeder je
zoo maar voor ezel uitscheldt! Of
was het toch wel een beetje ver
diend? Heb je nu den wedstrijd? Er
is een Rubriekertje, dat hem binnen
't kwartier had. Kijk nog eens goed.
Maandag mag je hem nog inzenden.
Prettig, dat je succes had met Je
Ruil-aanvraag.
DE LOOZE VOS. Nu was Je
briefje mooi op tijd. Hoe ziet een
Galatuin eruit? Ik heb er nooit van
gehoord. Een lelietje van dalen ruikt
zoo heerlijk, hc! Tante zal 't wel
erg aardig van Je gevonden hebben
dat je haar zoo verraste.
BALLENBREISTERTJE. Wat
zul je alle dagen heerlijk spelen met
de Jonge poesjes. En dan ook nog
die Jonge konijntjes. Jij verveelt jc
zeker nooit, 't Allerheerlijkste is, dat
vader en Gijs weer mee konden
wandelen. En dat Gijs weer ijsco's
lustte. Mogen Jullie altijd vrij wan
delen op de plaats van don Heer B.?
Wat lijkt me dat fijn. Je wedstrijd-
werk i.s goed. Zoo'n kleine peuter
heeft 't gevonden en zooveel groo
ten zitten erover te suffen.
LELIE. Omdat Je zoo duidelijk
schrijft mag Je best altijd met pot
lood schrijven. Ga Je Iedere week
near t badhuis? Zwem Jc ook? Een
lelie moet schoon en blank zijn.
Is 't niet?
W. BLOMBERG—ZEEMAN
Haarlem. 29 Mei 1931
Marnixstraat 20.
Niet ten onrechte draagt Haar len
den naam van bloemenstad. Dat
konden we allemaal weer eens waar
nemen op de Luilakmarkt. Wat een
weelde van bloemen stond daar op
de Gasthuis-, Kamper- en Raamsin-
gel. De geweldige drukte bewijst al
tijd, dat er veel liefhebbers komen
om het een of ander aan te schaffen
om de huiskamer of tuin een vroo
lijk tintje er bij te geven. Je hebt er
altijd verbazend veel keuze, t Is aar
dig te zien, hoe jong en oud zich met
volle handen naar huls begeeft. Jul
lie hebt natuurlijk ook allemaal wat
uitgezocht. Zelfs met een schrale
portemonnaie is daar altijd nog wel
wat te vinden.
De zaaiperiode is nu afgeloopen en
het éénjarige bloemzaad komt al
aardig op. Evenals de meeste Mei
maanden gaf hij ook dit jaar weer
niet bijster veel warmte. Enkele
bloemsoorten, zooals goudsbloem, ko
renbloem, cosmea, kunnen wel te
gen een stootje, doch de soorten als
scabiosa, centaurea, imp, zinnia zijn
zeer gevoelig voor de kou en ont
kiemen dan slecht. Willen we de laat
ste soorten geheel in den kouden
grond kweeken, dan moeten we
warmte hebben.
Komt 't zaad op, dan bemerk je
al gauw, dat meestentijds te dik ge
zaaid is. Dit is niet zoo heel erg, als
je maar zorgt, dat je de plantjes flink
uitdunt. Hoe meer ruimte, hoe beter
de plant zich ontwikkelt, 't Is het
beste de plantjes zoo gauw mogelijk
te verspenen. Je kunt dit al doen,
zoo gauw de nieuwe blaadjes ver
schijnen na de kiemblaadjes. Dat
verspenen is nog lang niet ieders
werk. Om te beginnen mag natuur
lijk van het worteltje niets meer te
zien zyn. Dit mag niet omgebogen in
de aarde terecht komen, 't Best kun
je met een spa een diepe gleuf ma
ken en daar de wortel van de plant
in laten zakken. Nu moet de aarde
flink tegen den wortel worden aan
gedrukt, zóó dat de plant goed vast
staat. Je kunt je hierbij zelf best
controleeren. Wanneer je 't plantje
gemakkelijk weer uit den grond kunt
trekken, dan gaat 't beslist dood. Bij
felle zon is 't zeer aan te bevelen ze
met een bloempot af te dekken. Des
avonds wordt deze weer verwijderd.
Staat de plant eenmaal vast, dan is
't niet meer noodig. Zijn de plantjes
al wat groot geworden en wil je ze
toch nog verplanten, zorg dan dat
je niet te veel blad aan de plant laat
Van de grootste bladeren snijd je
dan gerust de helft af. De plant be-
ginc dan weer gauw te groeien, ter
wijl anders de grootste bladeren da
delijk slap en geel worden en toch
afvallen.
Jullie weet Papaverachtigen,
waartoe 't aardige slaapmutsje be
hoort, kun je niet verplanten; de
grootste planten laat je staan, ter
wijl de kleinste gewoon verwijderd
worden.
De dahlia's komen vaak met heel
wat spruiten boven de aarde, vooral
de oudere knollen. Willen jullie flin
ke stevige stengels krijgen, zorg dan
dat er niet meer dan 2 a 3 blijven
staan. De kleinste snijden jullie maar
bij der. grond af en komen er later
weer nieuwe, houdt die dan steeds
weg.
TUINIER.
EEN INDISCH SPELLETJE
dat ook in Holland gespeeld kan
worden
Dit spelletje noemen ze in Indië
Bantjoel. 't Aantal spelers is 6.
't Materiaal bestaat uit steenvruch
ten of noten, een driehoekig rood
steentje en een plat steentje. In
Indië nemen ze kemirinoten. Op
den grond wordt een lijn getrokken
van 30 c.M. Langs deze lijn worden
12 noten neergelegd- Een Meter
naar links legt men 't roode steen
tje. 2 M. naar rechts trekt men weer
een streep van 30 c.M. De spelers
staan op deze lijn en hebben een
plat steentje in de hand. Om beur
ten wordt er gegooid. Wie een noot
raakt mag ze hebben. V/ie 't roode
teentje raakt mag alle noten heb
ben.
JB IJ VOEGSEL
ZATERDAG 30 MEI 1931
No. 231
AAN ALLEN!
We hebben heerlijke Pinksterda
gen gehad, hè. 't Zonnetje heeft ge
schenen, zooals 't eigenlijk in 1931
nog niet geschenen had. Velen van
jullie zijn naar zee geweest, anderen
hebben den boschkant gezocht. Voor
al 't Naaldenveld is een gezocht plek
je geweest. Maar ik heb ook uit de
briefjes gelezen, dat Artis met een
bezoek is vereerd. Artis is in 't voor
jaar ook buitengewoon aantrekkelijk.
De plantenwereld is er zoo mooi en 't
jonge dierenleven' is zoo leuk om
waar te nemen. Nu schrijft een Ru
briekertje mij: ,,'k vond het fijn in
Artis, maar 'k vind het jammer, dat
ze er geen walvisch hebben." Hierop
antwoord ik: ,,'t Zou eigenlijk een
onmogelijkheid zijn. Zoo'n dier van 39
a 35 M. lengte naar Nederland te ver
voeren. En gesteld, dat 't mogelijk
was. Hoe groot moest 't bassin wel
zijn, waarin dat diertje rond zou moe
ten zwemmen." 'k weet wel waarom
die jongen zich zoo voor de walvisch
Interesseert. Hij heeft een fijn boek
gelezen van de walvischvangst ln de
Poolzeeën. Vooral die blauwe walvisch
uit de Zuidpoolzee leek wel heel in
teressant. De Noor Svend Toyn blies
de gedoode exemplaren op met lucht,
zoodat ze bleven drijven.
Die romantische walvischvaart be
staat eigenlijk alleen nog maar in de
boeken. Maar 't leven van den wal
visch vaarder is nog altijd heel moei
lijk. 't Zijn ook nog altijd de Noren,
die deze vangst uitoefenen.Vijf maan
den lang leven ze onder zeer moeilijke
omstandigheden en als eenmaal de
visch gevangen is en bewerkt moet
worden, hebben ze werkdagen van 20
uur,
Door 't koude klimaat kan de jacht
alleen plaats hebben van November
tot Maart. Dan is 't zomer in 't Noor
den. In die 5 zoogenaamde zomer
maanden zijn ze vaak nog omgeven
door mist, drijfijs of storm. De wal-
vischvaarders zijn booten, die veel op
sloepen gelijken. De jagers doorkrui
sen de zee in alle richtingen en kijken
uit naar de opspuitende waterstralen.
Deze zijn het tceken, dat de walvisch
naar boven komt om adem te halen
Dan stevent de Jager er op af. De ka
nonnier laat den trekker van 't ka
non afgaan, 't Is een heel lastig werk
je, want de Jager koerst steeds lang
zaam verder. De harpoen, die door 't
schot in het lichaam van den wal
visch dringt, schijnt weinig of geen
pijn te veroorzaken. De speklaag ls
ook zoo verbazend dik. De walvisch
zwemt direct verder. Aan de har
poen is een lijn bevestigd, die aan
boord over een lier loopt. Komt de
walvisch steeds nader, dan geeft de
kanonnier hem het genadeschot. Het
lichaam wordt dan langszij getrokken
en opgeblazen, om zinken te voorko
men. Onmiddellijk wordt dan de
vangst bewerkt. Er is een volledige
fabriek aan boord van een begelei
dend schip, 't zoogenaamde moeder
schip. In 112 uur is alles verwerkt,
zoodat 10 tot 12 walvlsschcn per dag
in behandeling komen. Verleden jaar
zijn in de Zuidelijke IJszeeën onge
veer 20 duizend walvisschcn gevangen
Maar Je snapt, dat er niet één op reis
ging naar Nederland.
W. B.—Z.
I)e eerst cveldheer van Europa.
Een voorname dame vroeg eens aan
Prins Maurits, wie wel de eerste veld
heer van Europa was. „Spinola ls de
tweede" was het antwoord.
Kees Verdonk was een aardige boy.
Een flinke, eerlijke jongen van twaalf
Jaar, die behalve natuurlijk veel
kleine gebreken, een groot gebrek
had, en dat was, dat hij dikwijls din
gen deed, waarover hij van te voren
niet goed, of lang genoeg had nage
dacht.
Kees' rapport was niet schitterend
geweest de laatste keer. Niet dat hij
alle hoop behoefde op te geven om
dat jaar nog op de H. B. S. te ko
men, maar Mijnheer Honing, de
hoofdonderwijzer, had hem er toch
op moeten wijzen, dat hij flink poot-
aan moest spelen.
Ik heb Je lang genoeg op school
gehad, Kees, had mijnheer Honing
gezegd, om niet te weten, dat je
een helder verstand hebt en dus hec-
lemaal zoo'n slecht rapport niet hoef!
te hebben. Ik ben er dan ook zeker
van jongen, dat als jij deze laatste
maanden flink aan het werk gaat, cr
verder niets geen bezwaar zal zijn
om je op de H. B. S. toe te laten.
Ernstig had Kees naar mijnheer
Honing geluisterd en toen hij dien
middag naar huis liep, nam hij zich
vast voor, den raad van mijnheer Ho
ning op te volgen en flink aan het
werk te gaan. Hij schaamde zich bo
vendien wel een beetje en daarom
vertelde hij thuis ook maar niet, wat
er op school was voorgevallen.
Is er iets Kees? had zijn Vader
gevraagd, toen zij 's middags aan ta
fel zaten.
Ach, ik heb een standje gehad
van mijnheer Honing, omdat ik niet
deed wat ik eigenlijk doen moest, zei
Kees. HU loog op dat oogcnbllk wel
niet, maar heelcmaal de waarheid
zeggen deed hij toch ook niet. Zijn
vader, die niet dacht, dat het zoo'n
ernstige waarschuwing van mijnhcr
Honing geweest was, vermoedd", dat
Kees misschien wat erg onoplettend
geweest was ln de klas en daarom
een terechtwijzing gekregen had. Hij
ging er dus niet verder op in en ant
woordde alleen maar; Dat is jam
mer Joh; enfin, een volgende maal
beter opgepast, en mijnheer verdonk
ging door met het middagmaal. Met
een hoogroodc kleur keek Keos de
kant van zijn Vader eens op, maar
die keek op zijn bord op dat oogen-
blik. Snel wendde hij de oogen naar
zijn Moeder, ook die was schijnbaar
met iets anders bezig in haar ge
dachten, want zij keek recht vooruit
naar het raam.
Mijnheer en Mevrouw Verdonk
spraken nog wat over verschillende
dingen en de maaltijd had het ge
wone verloop, behalve dan, dat Kees
niet erg veel meepraatte. Dat was
heel erg tegen de gewoonte in, maar
zijn ouders dachten, dat hij een beet
je stil was, omdat hij misschien met
een vriendje onaangenaamheden had
gehad of iets dergelijks, zonder te
bevroeden, dat het standje Kees nog
altijd erg dwars zat.
Na het eten ging Kees naar zijn
kamertje on begon dadelijk met het
's middags genomen besluit ten uit
voer te brengen.
Waar zou hij mee beginnen?
Wacht aardrijkskunde, daar moest
hij morgen eens een goede beurt mee
maken. HIJ had er een onvoldoende
voor op zijn rapport staan.
Hij ging op het krukje voor zijn
tafel zitten en begon.
Toen hij twee uur later naar be
neden ging, om zijn ouders wcl-te-
rustcn te zeggen, had hij de voldoe
ning zeker te weten, dat hij zijn
huiswerk tot Sn de puntjes verzorgd
had en dat zijn lessen vast ln zijn
geheugen zaten. Zoo kwarn het, dat
hij zijn Vader een nachtzoen kon
geven, zonder hem precies te vertel
len. wat er dien dag op school was
voorgevallen en wat mijnheer Ho
ning eigenlijk wel tegen hem gezegd
had.
Maar den volgenden dag kreeg
Kees met aardrijkskunde geen beurt
en ook niet met het rijtje jaartal
len. dat hIJ zonder een oogcnbllk ha
peren had kunnen afroffelen. Het
was Jammer, maar het ergste wa3.
dat Kees nu ging denken, flat hij
zich voor niets zoo uitgesloofd had.
Hij maakte de fout van zooveel Jon
gens van zijn leeftijd, door te denken
dat hij leerde voor mijnheer Honing
en voor de school, inplaats van er
zich rekenschap van te geven, dat
alles wat lilj leerde voor hem-zelf
was. Dat hij leerde om cr later ge
noegen en gemak van te hebben.
Eerst al op de H. B. S. en later als
lilj groot zou zijn. Hij vergat ook, dat
het dan pas prettig is, om qpn bock
over Afrika of Australië te lezen,
wanneer Je tenminste een beetje
weet waar het verhaal zich afspeelt
en hoe het land cr ongeveer uitziet.
Welke dieren en rassen in dat vreem
de land voorkomen. En hoe zou je
dat anders weten, dan door die ake
lige aardrijkskunde die je op school
leeren moet. HU vergat, dat ieder
vak hem later iets prettigs zou bren
gen. Kees wilde bijvoorbeeld dol
graag Ingenieur worden. En nu ls
het eenmaal een feit, dat Ingenieurs
die niet goed rekenen kunnen niet
bestaan. Wil je dus ingenieur wor
den, dan moet je als kind van zes of
zeven Jaar beginnen met de tafels te
leeren. Zoo ls het ook met geschiede
nis. iemand die nooit geschiedenis
geleerd heeft, kan later ook nooit de
prachtige werken lezen over en van
dc Romeinen en Grieken en o. nog
zoo veel andere volken. De knapste
dokter of professor in de geneeskun
de, begon zijn studie met de plant
en dierkundelesscn op de lagere
school. De beroemdste schilders en
ichrljvcrs van deze eeuw, begonnen
met de handteeken-lessen op school
en de opstellen over Vacantle cn St.
Nicolaas.
Dat vergat Kees allemaal.
Ontevreden liep hij naar huls cn
mopperde; Heb lk me daar zoo
voor gewerkt, gisterenavond? Geen
beurtecht gemeen van mijnheer
Honing.
Toch liet de herinnering aan het
prettige gevoel, dat hij den avond te
voren gehad had voor het naar bed
gaan, hem niet hcclomaal los.
Na liet eten, koffle-drlnken, het
was Woensdagmiddag, ging hij naar
zijn kamertje en terwijl hij met de
handen in de broekzakken uit liet
raam stond te kijken, bedacht hij
voorzlchzelf, wat hij doen zou .Nu
zijn huiswerk maken? Zij hadden
veel opgekregen voor Donderdag. Of
zou hij er vanavond aan gaan zitten
en nu oen beetje gaan spelen met
Jan Dekkers en Wim Anker. Ze had
den het hem op school al gevraagd.
- Kom Jc vanmiddag ook op de wei?
Wij hebben een reuze-Idee voor
„roovertjo".
Voor hij hot eigenlijk wist. had
Kees „neen" gezegd? Waarom eigen
lijk? HIJ kon net zoo goed vanavond
zijn huiswerk doen. 't Was wel veel,
maar dan maar een beetje meer
vaart er achter en dan kwarn hij net
zoo goed klaar. Ineens moest hij
weer aan liet gesprek met mijnheer
Honing denken. Het zou toch wol
erg verdrietig zijn, als hij dit Jaar
niet op dc H. B. S. zou kunnen ko
men. Vader cn Moeder rekenden er
vast op. Eigenlijk gezegd hijzelf
ookHè, hij had er niets geen zin
ln en met een zuur gezicht schoof
Kees op zijn kruk en sloeg zijn boe
ken oocn. Lamme boel.... Hoeveel
kubieke meterbegon de eerste,
som. Verder kwam hU niet. want plot
sellng klonk buiten dc roep van een
kwartel. Dat kon niemand anders
zijn dan Wlm Anker, dat was zijn
roep!
In een wip stond Kees voor het
raam en leunde cr uit....
Hallo Kees, riep Wlm naar bo«