SPIJT. BRIEVENBUS Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG ZEEMAN. Marnixstraat 20. HELDEPRINSESJE. Ik was toch zoo blij met je briefje. En wat heer lijk kind, dat je weer thuis bent. Hoe gaat 't er nu mee? Nu schijnt 't zon netje zoo heerlijk, alsof 't alle zieke menschen beter wil maken. Als je lust hebt, schrijf je me dan eens een grooten brief over alles en alles. DE LOOZE VOS. Mijn gladiolen komen ook flink op. Je ziet ze iederen dag hooger worden, 't Is nu echt bloeitijd. Hoe gaat 't met je begonia? Is er veel bloem aan? Heb je 't potje in den tuin gezet? Ik hoop ook voor je, dat je er een prijs mee wint. JUFFERTJE LEESGRAAG. Pret tig, dat de clubfoto zoo goed is uit gevallen. Heb je er een lijstje om ge maakt? Jij hoopt natuurlijk, dat er dezen zomer nog meer jarigen zijn en dat ze allemaal een feestje geven. VLIEGENIERTJE. Ben je Maan dag prettig met de Knapenvereeni- ging uitgeweest? Was er een mooi sportterrein. En hebben jullie er ook gegeten? 't Weer was fijn. UITLOOPER. 'k Vond het leuk, dat ik ook weer ecn?s een briefje van jou kreeg. Wat heb je geestig postpa pier. Dat beertje kan nog eens goed ln de houding staan. Je hebt met de Plnkstcrvacantle zeker ook lekker bulten gespeeld. Daarvoor ben je een ultlooper. NEVADA. Dat ls een prettige ge dachte voor Je, dat de poesekindertjes straks alle een goed tehuis krijgen. Je zult zeker dikwijls naar grootmoe der gaan om naar die eene te kijken. Jullie zitten nu zeker mooi in de Lui- lakbloemctjes. Wat gaat die Johan keurig schrijven. W. v. d- L. Hartelijk dank voor je mooie kaart van 't Week-end-huis in Doorn. Wat ziet 't er daar gezellig uit. En dan ook mijn dank voor 't Marktplein van Doorn. Dat was nog een bekend plekje voor me. Wat heb je me verrast met die heerlijke bou quet seringen. Ook daarvoor mijn hartelijke dank. VERPLEEGSTERTJE. Hartelijk dank voor Je mooie kaart uit Giet hoorn. Heb je onder dat bruggetje doorgevaren met zoo'n enterboot? Ben Je nu weer thuis? ORGELLST. Dus jij was op Lui lak niet de luilak. Heb je de plant jes ln je tuintje gezet? Wat droevig Jongen, dat het met vader nog niets vooruitgaat. Dat zijn voor moeder moeilijke bezoeken. Ik kan me begrij pen, dat Jullie 't kleine nichtje erg missen. Zoo'n klein ding geeft zooveel vreugde. Heb je 't Maandag in Leiden gezellig gehad? Je wedstrijd-inzen ding is goed. Knap zoo. A. B. C. 't Spijt me, dat je de wedstrijd nog niet hebt kunnen be machtigen. Mijn exemplaar heb ik al weggegeven. Daar 't een teckenlng is, kan ik den wedstrijd niet opnieuw plaatsen. Je zult in de Groote Hout straat nog wel een nummer kunnen krijgen. MAR IET JE H. 't Is juist een heel gemakkelijk spreekwoord, 't Begint wel met een G. Dus dat heeft vader verkeerd. Misschien bedoelt vader hetzelfde. Die bloemennaam was ook goed. Nu kan ik er hcusch niets meer van zeggen. DE TWEE ZUSJES. Ik zal de teckenlng er nog eens goed op na zien. Wanneer er een paar letters te veel zijn, zal ik het natuurlijk ver den. Die vier o's waren goed gevon den. Ga nu maar zoo voort. PIET HEIN. 't Ls een heel be kend spreekwoord en een klein spreek woord. Er staan wel n's aangegeven. Hoeveel mag ik natuurlijk niet zeg gen. Ik denk, dat Je met de r's en n's in de war bent. TUINIERSTERTJE. Ja, de raadsels, die je zelf hebt ingezonden mogen meetellen. Om te mogen inceloten moet je minstens 13 raad sels in de maand goed hebben ge had. Al heb je er maar één, toch maar inzenden. Alie beetjes hel pen. Knappe meid, dat je moeder zoo flink geholpen hebt met de schoonmaak. W. L. Ik hoop, dat Zaterdag alle boeken weer op honk zijn. Je hebt met Pinkster zeker weer heer lijk genoten van je buitengoed. Je bent maar een vlugge Bibliothecaris om nu je boeken al bij den binder te hebben, 't. Is zeker verstandig, dal je niet tot 't laatst wacht. GRASPIEPER. Wat scheelde er de vorige week aan? Gelukkig dat je met de Pinksterdagen weer be ter was en zoo heerlijk hebt ge kampeerd. Waar kampeerde je? Wat heb je fijne kampeerplannen voor den zomer. Dat wordt wel een reuze-fietstocht. Met hoeveel wilden jullie gaan? SNEEUWWITJE. Wie is die secretaresse van Sneeuwwitje? Ze heeft keurig haar werk verricht. Die Sneeuwwitje had Zondag maar een fijn plaatsje achterop bij vader. ■Zag ze voor den eersten keer de hertjes? CROCUSJE. Die vacantiedagen gingen jou zeker ook veel te vlug voorbij. Heb je de begonia in je tuintje gezet? Maar geregeld water geven. Je mag best een mop instu ren. Wanneer hij voor onze Rubriek geschikt is zal ik hem plaatsen. Je was er al vroeg bij op de Luilak- markt. Ging je alleen? ELFENKONINGIN. Mei heeft ons toch al heel wat mooie dagen gegeven. Jij hebt er maar heerlijk van geprofiteerd. Er is eigenlijk geen gezonder sport dan wandelen. Wat gezellig, dat die beide bloemen- koninginnen naar de Luilak gingen. Niemand kende jullie zeker. GOUDVISCH. Is er niets uit de andere eitjes gekomen? En hoe maakt de kanarie-baby het? Het moedertje zorgt zeker goed voor hem. Wat zijn jullie op lsten Pink sterdag prettig uit geweest. Ik zou maar geen Meidoorns afpluk ken. Die zijn thuis toch gauw ver dord en buiten bloeien ze zoo lang en zoo mooi. EGMONDERTJE. Ja, je hebt schitterend weer besteld. Nu moet 't vooreerst maar zoo blijven. 'We heb ben zoo lang geprutteld over de kou, dat we nu maar niet moeten prut telen over de warmte. ZWARTKOPJE. Prettig voor je allen, dat het concours zoo'n succes was. Wel jammer, dat het weer dien dag minder mooi was. Zoo'n mooie film was toch ook wel prettig. Zusje mag best Rubriekertje worden. Er zijn wel meer kinderen van 7 jaar. Dien gevraagden schuilnaam mag ze houden. Doet ze zoo graag bood schappen? HELDEPRINSESJE. Nu was je goed op tijd. Ik kan me voorstellen, dat je nog dikwijls aan de zaal in 't Ziekenhuis zult terugdenken. Mis schien ga je er nog wel eens een be zoekje brengen. Mag je al weer hee- le dagen naar school? Je Ingezon den raadsel is goed. WATERROTJE. Ja, nu is 't fijn zwemweertje. Zwem je alle dagen? Ik dacht wel, dat G. een reuze-kei in 't water was. Wat heb jij met de Pinksterdagen ook heerlijk van hel buiten-zijn genoten. Ben je niet bruin gebrand? JUFFERTJE SCHRIJFGRAAG. Maar jij hebt toch zeker ook geno ten van 't mooie weer. 't Was wel een beetje jammer, dat je vriendin netje met Pinkster uit de stad was en dat vader juist laten dienst had. Als 't Zonnetje vroolijk in de klas schijnt, leer Je eens zoo prettig. Hoe lang moet je nu nog op school zijn? KERSTROOSJE. Je was nog best op tijd. Dus je raadsels tellen natuurlijk mee. De volgende weck is de uitslag van den Mei-wedstrijd en de verloting der raadselprijzen. Wat heb je al dikwijls gezwommen. Kun je het goed? RANGEERDERTJE. Mei heeft zijn mooien naam eer aangedaan. Wat staat alles er mooi bij in jullie tuin. Ik wil graag geloovcn, dat de zelf geteelde rnabarbcr heerlijk heeft gesmaald. Kunnen de rape- steelen nog niet geplukt worden? De radijsjes moeten er nu zeker ook langzamerhand uit. Ik denk, dat er op zolder nog maar korte bezoekjes worden gebracht. Die overweg wordt anders wel veilig bewaakt. NACHTVLINDERTJE. 'k Vond het prettig weer eens wat van je le hooren. Je hebt in dien tijd dus heel wat afgezongen. Wat grappig: een zingend vlindertje. Gefelici teerd met den 2den prijs. Leest je onderwijzer nu geregeld Jc briefje? Dan zulien we maar niet uit de school klappen ,hè? Ik hoop dat jc nu meer succes met je Rull-aan- vraagt hebt. JUFFERTJE WEETGRAAG. Ik was toch zoo blij met moeder's brief. Een Rubriekertje schreef me al over je. Wat een teleurstelling, hè. dat die roode vlekjes toch weer gingen opspelen. En dat die Koen nu van jc wegliep. Gelukkig dat Jc jc niet ziek voelt. Ik hoop, als Je dit leest, dat je dagen ln de barak geteld zijn. VADERS JONGEN. Was Jc nooit eerder op de Lullakmarkt ge weest? Wat gezclItB, dat de Iicelc familie er heen ging en met bloe men beladen huiswaarts keerde. Die Pinksterstorm was gelukkig maar een kort stormpje. PRINSES ZONNEGLANS. Ben Je nog in Amsterdam? Wat gezel lig, dat je met zusje bij tante lo geerde. Als je bij Zeemeerminnetje komt moet Je haar eens van mij groeten. Hoe maakt ze het? Je raadsel ls goed. Waren die naam- looze raadsels van jou? DE KLEINE VIOLIST. Wij zijn het dus maar aardig eens, wat de beoordeeling van 't schoolwerk be treft. Je kunt nu eenmaal niet in alles uitblinken en dat behoeft ook niet. Jij kunt natuurlijk niet snap pen dat er massa's Rubriekertjes zitten to zuchten over dien Mei wedstrijd. Die naamloozen bezorgen me soms kippevel. En dat met zoo'n warmte. BLONDINE. 't Was leuk, dat Je met Lelie liep. Voor den eersten keer hebben jullie al een heel kapitaal tje opgehaald. In welke buurt liep je? Wat een eer, dat Jullie kampioen waren. HET ZONNETJE. We zien Jou graag, 't Zal voor Juffertje Weet graag zeker een groote teleurstelling zijn dat ze nog een 14 dagen in 't Ziekenhuis moet blijven. Maar 't ls voor haar bestwil, dus dan maar even door den zuren appel heen ge beten. De zusters zullen van de Pinksterdagen ook wel feestdagen hebben gemaakt. In ziekenzalen schijnt vaak 't zonnetje van binnen. Bij je vriendinnetje ziet 't er zeker feestelijk uit, nu haar ouders bruid en bruigom zijn. Wat voor feest geeft de zangverecniging over een paar weken? Jij fuift inaar. OPPETOM. 't Weer is ook eigen lijk veel te mooi om te gaan zitten lezen. Of je moet je bock mee naar buiten nemen. Is moeder er al aan toe gekomen? Wat zal moeder een drukken tijd achter den rug heb ben. Gelukkig, dat broertje nu op den weg van beterschap is. WILLEM V. ORANJE. Dat klinkt nog eens, 121 gewonnen. Wat een reuze-succes. Wanneer komt nu de wedstrijd tegen Slog? Dut zoo'n knappe prins den wed strijd niet kon vinden. Een Rubrie kertje schreef me, dat hij hem haast te gemakkelijk vond om in te zenden. Jammer, dat Je het op je Zandvoortsche reisje niet trof. In 't Frans Halsmuseum is ook heel wat te zien en te genieten. Die heeren uit de gouden eeuw waren nog eens kraanvogels. Wat prettig, dat je beste vriend bij je in de straat woont. Dan wippen jullie zeker nog al eens bij elkaar aan. Dat was een fijne fietstocht naar Noordwijker- hout en vooral met zoo'n gezellig troepje. GOUDEN REGEN. Huiswerk moet altijd voor de Rubriek gaan. Ik hoop maar, dat je nu met het mooie weer niet veel te doen hebt. Verlang Je naar 31 Mei? Ik hoop, dat jc succes zult hebben. BLOEMENFEE. Nu heb Je zeker al weer meer gezwommen, 't Is er echt weer voor. Wat heb Je al lang je diploma gehaald. Zit je niet ln een zwemclub? Wat voor prijs heb jc toen gekregen. Dat die moeder je zoo maar voor ezel uitscheldt! Of was het toch wel een beetje ver diend? Heb je nu den wedstrijd? Er is een Rubriekertje, dat hem binnen 't kwartier had. Kijk nog eens goed. Maandag mag je hem nog inzenden. Prettig, dat je succes had met Je Ruil-aanvraag. DE LOOZE VOS. Nu was Je briefje mooi op tijd. Hoe ziet een Galatuin eruit? Ik heb er nooit van gehoord. Een lelietje van dalen ruikt zoo heerlijk, hc! Tante zal 't wel erg aardig van Je gevonden hebben dat je haar zoo verraste. BALLENBREISTERTJE. Wat zul je alle dagen heerlijk spelen met de Jonge poesjes. En dan ook nog die Jonge konijntjes. Jij verveelt jc zeker nooit, 't Allerheerlijkste is, dat vader en Gijs weer mee konden wandelen. En dat Gijs weer ijsco's lustte. Mogen Jullie altijd vrij wan delen op de plaats van don Heer B.? Wat lijkt me dat fijn. Je wedstrijd- werk i.s goed. Zoo'n kleine peuter heeft 't gevonden en zooveel groo ten zitten erover te suffen. LELIE. Omdat Je zoo duidelijk schrijft mag Je best altijd met pot lood schrijven. Ga Je Iedere week near t badhuis? Zwem Jc ook? Een lelie moet schoon en blank zijn. Is 't niet? W. BLOMBERG—ZEEMAN Haarlem. 29 Mei 1931 Marnixstraat 20. Niet ten onrechte draagt Haar len den naam van bloemenstad. Dat konden we allemaal weer eens waar nemen op de Luilakmarkt. Wat een weelde van bloemen stond daar op de Gasthuis-, Kamper- en Raamsin- gel. De geweldige drukte bewijst al tijd, dat er veel liefhebbers komen om het een of ander aan te schaffen om de huiskamer of tuin een vroo lijk tintje er bij te geven. Je hebt er altijd verbazend veel keuze, t Is aar dig te zien, hoe jong en oud zich met volle handen naar huls begeeft. Jul lie hebt natuurlijk ook allemaal wat uitgezocht. Zelfs met een schrale portemonnaie is daar altijd nog wel wat te vinden. De zaaiperiode is nu afgeloopen en het éénjarige bloemzaad komt al aardig op. Evenals de meeste Mei maanden gaf hij ook dit jaar weer niet bijster veel warmte. Enkele bloemsoorten, zooals goudsbloem, ko renbloem, cosmea, kunnen wel te gen een stootje, doch de soorten als scabiosa, centaurea, imp, zinnia zijn zeer gevoelig voor de kou en ont kiemen dan slecht. Willen we de laat ste soorten geheel in den kouden grond kweeken, dan moeten we warmte hebben. Komt 't zaad op, dan bemerk je al gauw, dat meestentijds te dik ge zaaid is. Dit is niet zoo heel erg, als je maar zorgt, dat je de plantjes flink uitdunt. Hoe meer ruimte, hoe beter de plant zich ontwikkelt, 't Is het beste de plantjes zoo gauw mogelijk te verspenen. Je kunt dit al doen, zoo gauw de nieuwe blaadjes ver schijnen na de kiemblaadjes. Dat verspenen is nog lang niet ieders werk. Om te beginnen mag natuur lijk van het worteltje niets meer te zien zyn. Dit mag niet omgebogen in de aarde terecht komen, 't Best kun je met een spa een diepe gleuf ma ken en daar de wortel van de plant in laten zakken. Nu moet de aarde flink tegen den wortel worden aan gedrukt, zóó dat de plant goed vast staat. Je kunt je hierbij zelf best controleeren. Wanneer je 't plantje gemakkelijk weer uit den grond kunt trekken, dan gaat 't beslist dood. Bij felle zon is 't zeer aan te bevelen ze met een bloempot af te dekken. Des avonds wordt deze weer verwijderd. Staat de plant eenmaal vast, dan is 't niet meer noodig. Zijn de plantjes al wat groot geworden en wil je ze toch nog verplanten, zorg dan dat je niet te veel blad aan de plant laat Van de grootste bladeren snijd je dan gerust de helft af. De plant be- ginc dan weer gauw te groeien, ter wijl anders de grootste bladeren da delijk slap en geel worden en toch afvallen. Jullie weet Papaverachtigen, waartoe 't aardige slaapmutsje be hoort, kun je niet verplanten; de grootste planten laat je staan, ter wijl de kleinste gewoon verwijderd worden. De dahlia's komen vaak met heel wat spruiten boven de aarde, vooral de oudere knollen. Willen jullie flin ke stevige stengels krijgen, zorg dan dat er niet meer dan 2 a 3 blijven staan. De kleinste snijden jullie maar bij der. grond af en komen er later weer nieuwe, houdt die dan steeds weg. TUINIER. EEN INDISCH SPELLETJE dat ook in Holland gespeeld kan worden Dit spelletje noemen ze in Indië Bantjoel. 't Aantal spelers is 6. 't Materiaal bestaat uit steenvruch ten of noten, een driehoekig rood steentje en een plat steentje. In Indië nemen ze kemirinoten. Op den grond wordt een lijn getrokken van 30 c.M. Langs deze lijn worden 12 noten neergelegd- Een Meter naar links legt men 't roode steen tje. 2 M. naar rechts trekt men weer een streep van 30 c.M. De spelers staan op deze lijn en hebben een plat steentje in de hand. Om beur ten wordt er gegooid. Wie een noot raakt mag ze hebben. V/ie 't roode teentje raakt mag alle noten heb ben. JB IJ VOEGSEL ZATERDAG 30 MEI 1931 No. 231 AAN ALLEN! We hebben heerlijke Pinksterda gen gehad, hè. 't Zonnetje heeft ge schenen, zooals 't eigenlijk in 1931 nog niet geschenen had. Velen van jullie zijn naar zee geweest, anderen hebben den boschkant gezocht. Voor al 't Naaldenveld is een gezocht plek je geweest. Maar ik heb ook uit de briefjes gelezen, dat Artis met een bezoek is vereerd. Artis is in 't voor jaar ook buitengewoon aantrekkelijk. De plantenwereld is er zoo mooi en 't jonge dierenleven' is zoo leuk om waar te nemen. Nu schrijft een Ru briekertje mij: ,,'k vond het fijn in Artis, maar 'k vind het jammer, dat ze er geen walvisch hebben." Hierop antwoord ik: ,,'t Zou eigenlijk een onmogelijkheid zijn. Zoo'n dier van 39 a 35 M. lengte naar Nederland te ver voeren. En gesteld, dat 't mogelijk was. Hoe groot moest 't bassin wel zijn, waarin dat diertje rond zou moe ten zwemmen." 'k weet wel waarom die jongen zich zoo voor de walvisch Interesseert. Hij heeft een fijn boek gelezen van de walvischvangst ln de Poolzeeën. Vooral die blauwe walvisch uit de Zuidpoolzee leek wel heel in teressant. De Noor Svend Toyn blies de gedoode exemplaren op met lucht, zoodat ze bleven drijven. Die romantische walvischvaart be staat eigenlijk alleen nog maar in de boeken. Maar 't leven van den wal visch vaarder is nog altijd heel moei lijk. 't Zijn ook nog altijd de Noren, die deze vangst uitoefenen.Vijf maan den lang leven ze onder zeer moeilijke omstandigheden en als eenmaal de visch gevangen is en bewerkt moet worden, hebben ze werkdagen van 20 uur, Door 't koude klimaat kan de jacht alleen plaats hebben van November tot Maart. Dan is 't zomer in 't Noor den. In die 5 zoogenaamde zomer maanden zijn ze vaak nog omgeven door mist, drijfijs of storm. De wal- vischvaarders zijn booten, die veel op sloepen gelijken. De jagers doorkrui sen de zee in alle richtingen en kijken uit naar de opspuitende waterstralen. Deze zijn het tceken, dat de walvisch naar boven komt om adem te halen Dan stevent de Jager er op af. De ka nonnier laat den trekker van 't ka non afgaan, 't Is een heel lastig werk je, want de Jager koerst steeds lang zaam verder. De harpoen, die door 't schot in het lichaam van den wal visch dringt, schijnt weinig of geen pijn te veroorzaken. De speklaag ls ook zoo verbazend dik. De walvisch zwemt direct verder. Aan de har poen is een lijn bevestigd, die aan boord over een lier loopt. Komt de walvisch steeds nader, dan geeft de kanonnier hem het genadeschot. Het lichaam wordt dan langszij getrokken en opgeblazen, om zinken te voorko men. Onmiddellijk wordt dan de vangst bewerkt. Er is een volledige fabriek aan boord van een begelei dend schip, 't zoogenaamde moeder schip. In 112 uur is alles verwerkt, zoodat 10 tot 12 walvlsschcn per dag in behandeling komen. Verleden jaar zijn in de Zuidelijke IJszeeën onge veer 20 duizend walvisschcn gevangen Maar Je snapt, dat er niet één op reis ging naar Nederland. W. B.—Z. I)e eerst cveldheer van Europa. Een voorname dame vroeg eens aan Prins Maurits, wie wel de eerste veld heer van Europa was. „Spinola ls de tweede" was het antwoord. Kees Verdonk was een aardige boy. Een flinke, eerlijke jongen van twaalf Jaar, die behalve natuurlijk veel kleine gebreken, een groot gebrek had, en dat was, dat hij dikwijls din gen deed, waarover hij van te voren niet goed, of lang genoeg had nage dacht. Kees' rapport was niet schitterend geweest de laatste keer. Niet dat hij alle hoop behoefde op te geven om dat jaar nog op de H. B. S. te ko men, maar Mijnheer Honing, de hoofdonderwijzer, had hem er toch op moeten wijzen, dat hij flink poot- aan moest spelen. Ik heb Je lang genoeg op school gehad, Kees, had mijnheer Honing gezegd, om niet te weten, dat je een helder verstand hebt en dus hec- lemaal zoo'n slecht rapport niet hoef! te hebben. Ik ben er dan ook zeker van jongen, dat als jij deze laatste maanden flink aan het werk gaat, cr verder niets geen bezwaar zal zijn om je op de H. B. S. toe te laten. Ernstig had Kees naar mijnheer Honing geluisterd en toen hij dien middag naar huis liep, nam hij zich vast voor, den raad van mijnheer Ho ning op te volgen en flink aan het werk te gaan. Hij schaamde zich bo vendien wel een beetje en daarom vertelde hij thuis ook maar niet, wat er op school was voorgevallen. Is er iets Kees? had zijn Vader gevraagd, toen zij 's middags aan ta fel zaten. Ach, ik heb een standje gehad van mijnheer Honing, omdat ik niet deed wat ik eigenlijk doen moest, zei Kees. HU loog op dat oogcnbllk wel niet, maar heelcmaal de waarheid zeggen deed hij toch ook niet. Zijn vader, die niet dacht, dat het zoo'n ernstige waarschuwing van mijnhcr Honing geweest was, vermoedd", dat Kees misschien wat erg onoplettend geweest was ln de klas en daarom een terechtwijzing gekregen had. Hij ging er dus niet verder op in en ant woordde alleen maar; Dat is jam mer Joh; enfin, een volgende maal beter opgepast, en mijnheer verdonk ging door met het middagmaal. Met een hoogroodc kleur keek Keos de kant van zijn Vader eens op, maar die keek op zijn bord op dat oogen- blik. Snel wendde hij de oogen naar zijn Moeder, ook die was schijnbaar met iets anders bezig in haar ge dachten, want zij keek recht vooruit naar het raam. Mijnheer en Mevrouw Verdonk spraken nog wat over verschillende dingen en de maaltijd had het ge wone verloop, behalve dan, dat Kees niet erg veel meepraatte. Dat was heel erg tegen de gewoonte in, maar zijn ouders dachten, dat hij een beet je stil was, omdat hij misschien met een vriendje onaangenaamheden had gehad of iets dergelijks, zonder te bevroeden, dat het standje Kees nog altijd erg dwars zat. Na het eten ging Kees naar zijn kamertje on begon dadelijk met het 's middags genomen besluit ten uit voer te brengen. Waar zou hij mee beginnen? Wacht aardrijkskunde, daar moest hij morgen eens een goede beurt mee maken. HIJ had er een onvoldoende voor op zijn rapport staan. Hij ging op het krukje voor zijn tafel zitten en begon. Toen hij twee uur later naar be neden ging, om zijn ouders wcl-te- rustcn te zeggen, had hij de voldoe ning zeker te weten, dat hij zijn huiswerk tot Sn de puntjes verzorgd had en dat zijn lessen vast ln zijn geheugen zaten. Zoo kwarn het, dat hij zijn Vader een nachtzoen kon geven, zonder hem precies te vertel len. wat er dien dag op school was voorgevallen en wat mijnheer Ho ning eigenlijk wel tegen hem gezegd had. Maar den volgenden dag kreeg Kees met aardrijkskunde geen beurt en ook niet met het rijtje jaartal len. dat hIJ zonder een oogcnbllk ha peren had kunnen afroffelen. Het was Jammer, maar het ergste wa3. dat Kees nu ging denken, flat hij zich voor niets zoo uitgesloofd had. Hij maakte de fout van zooveel Jon gens van zijn leeftijd, door te denken dat hij leerde voor mijnheer Honing en voor de school, inplaats van er zich rekenschap van te geven, dat alles wat lilj leerde voor hem-zelf was. Dat hij leerde om cr later ge noegen en gemak van te hebben. Eerst al op de H. B. S. en later als lilj groot zou zijn. Hij vergat ook, dat het dan pas prettig is, om qpn bock over Afrika of Australië te lezen, wanneer Je tenminste een beetje weet waar het verhaal zich afspeelt en hoe het land cr ongeveer uitziet. Welke dieren en rassen in dat vreem de land voorkomen. En hoe zou je dat anders weten, dan door die ake lige aardrijkskunde die je op school leeren moet. HU vergat, dat ieder vak hem later iets prettigs zou bren gen. Kees wilde bijvoorbeeld dol graag Ingenieur worden. En nu ls het eenmaal een feit, dat Ingenieurs die niet goed rekenen kunnen niet bestaan. Wil je dus ingenieur wor den, dan moet je als kind van zes of zeven Jaar beginnen met de tafels te leeren. Zoo ls het ook met geschiede nis. iemand die nooit geschiedenis geleerd heeft, kan later ook nooit de prachtige werken lezen over en van dc Romeinen en Grieken en o. nog zoo veel andere volken. De knapste dokter of professor in de geneeskun de, begon zijn studie met de plant en dierkundelesscn op de lagere school. De beroemdste schilders en ichrljvcrs van deze eeuw, begonnen met de handteeken-lessen op school en de opstellen over Vacantle cn St. Nicolaas. Dat vergat Kees allemaal. Ontevreden liep hij naar huls cn mopperde; Heb lk me daar zoo voor gewerkt, gisterenavond? Geen beurtecht gemeen van mijnheer Honing. Toch liet de herinnering aan het prettige gevoel, dat hij den avond te voren gehad had voor het naar bed gaan, hem niet hcclomaal los. Na liet eten, koffle-drlnken, het was Woensdagmiddag, ging hij naar zijn kamertje en terwijl hij met de handen in de broekzakken uit liet raam stond te kijken, bedacht hij voorzlchzelf, wat hij doen zou .Nu zijn huiswerk maken? Zij hadden veel opgekregen voor Donderdag. Of zou hij er vanavond aan gaan zitten en nu oen beetje gaan spelen met Jan Dekkers en Wim Anker. Ze had den het hem op school al gevraagd. - Kom Jc vanmiddag ook op de wei? Wij hebben een reuze-Idee voor „roovertjo". Voor hij hot eigenlijk wist. had Kees „neen" gezegd? Waarom eigen lijk? HIJ kon net zoo goed vanavond zijn huiswerk doen. 't Was wel veel, maar dan maar een beetje meer vaart er achter en dan kwarn hij net zoo goed klaar. Ineens moest hij weer aan liet gesprek met mijnheer Honing denken. Het zou toch wol erg verdrietig zijn, als hij dit Jaar niet op dc H. B. S. zou kunnen ko men. Vader cn Moeder rekenden er vast op. Eigenlijk gezegd hijzelf ookHè, hij had er niets geen zin ln en met een zuur gezicht schoof Kees op zijn kruk en sloeg zijn boe ken oocn. Lamme boel.... Hoeveel kubieke meterbegon de eerste, som. Verder kwam hU niet. want plot sellng klonk buiten dc roep van een kwartel. Dat kon niemand anders zijn dan Wlm Anker, dat was zijn roep! In een wip stond Kees voor het raam en leunde cr uit.... Hallo Kees, riep Wlm naar bo«

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 19