DE DIENST HOUT EN PUNTSOENEN.
Het argeioopen Tooneelseizoen.
LETTEREN EN KUNST
De Gezelschappen.
Maakt Haarlem weer mooi.
Het nieuwe plantsoen bij het Slachthuis.
HAARLEM'S DACBLAD
VIERDE
MAANDAC 1 JUNI 1931
BLAD
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Re
dactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet te
ruggegeven.
Als er één dienst in onze gemeente is. die
een dankbaar werk verricht, dan is het zeker
wel die van Hout en Plantsoenen, want hij
maakt Haarlem voor stadgenoot en vreem
deling aantrekkelijk.
Toen verleden jaar de zware boomen op
den Kamper- en Gasthuissingel wegens de
asphalteeringswerkzaamheden ongeveer een
meter naar den waterkant moesten worden
getrokken, mopperden velen reeds bij voor
baat, dat die boomen „natuurlijk wel dood
zouden gaan!"
Hoe heeft de uitkomst hen in het ongelijk
gesteld!
Men moet maar eens gaan kijken niet al
leen hoe mooi die boomen het weer „doen",
maar ook welk een mooien vorm zij gekregen
hebben.
Ook met de wijze van snoeien kunnen ve
len zich niet vereenigen. „Er wordt te veel
afgehaald", hoorden we een paar weken ge
leden iemand zeggen, die hoofdschuddend
naar het- snoeien der boomen op de Ged.
Oude Gracht tusschen de Groote- en Kleine
Houtstraat keek. Hij voorspelde dat het
„niks" zou worden. Maar ook deze boomen
beginnen weer uit te loopen en zullen wel
dra weer door hun schoonheid het oog be
koren. Trouwens, wanneer die boomen niet
in straten, maar op open ruimten stonden,
dan zou het snoeien niet op zulk een ingrij
pende wijze geschieden.
Het aantal straten in onze stad, waarin
boomen geplant zijn. wordt steeds grooter.
Hierdoor is menig aardig doorkijkje verkre
gen. De rechte lijn van lange straten, zooals
bijvoorbeeld de Karei van Manderstraat, is
nu zoo hinderlijk niet meer.
De groote wijk der gemeentewoningen tus
schen Pijlslaan. Van Oosten de Bruynstraat
en Karei van Manderstraat ziet er op het
oogenblik in één woord keurig uit. nu de
gouden regen, seringen en andere voorjaars
overleg met de bemanning nog een zeker per
centage als compensatie van de kosten kan
worden gegeven. Het ligt niet in mijn bedoe
ling om hier een berekening over dit feit te
geven, ik ben echter, ten allen tijde bereid
om hieraan mede te helpen.
De reederij zorgt dat voldoende materiaal
aan boord is, eventueel gereedschap om
voorkomende reparaties op zee te kunnen
uitvoeren. Wij weten dat op schepen soms
geen goede koudbeitel aan boord was, laat
staan een goede vijl of een Jjzerboor; elke
visscherman zal met mij ééns zijn dat een
gatzeil, bazaan of spancer of hoe dat men
het achterzeil noemen wil, een onon t-
b e e r 1 ij k iets is. Een reservezeil zou niet
overbodig zijn, maar als ik nu zeg dat op de
meeste schepen zelfs geen zeilnaald, zeilba
ren of zcilplooi aan boord is, zal men zeg
gen: „de schrijver is aan het overdrijven en
toch is het zoo. De bemanning betracht de
zuinigheid door beter op het boorgaren te
letten en geen halve botten (wat al te vaak
gebeurdj aan bundels gesneden garen over
boord te gooien, 't is ook te voorkomen dat
elke reis een dozijn boornaaldcn moet worden
verstrekt.
Wij willen, alhoewel het abnormaal is, van
het loon der vischlossers niets zoggen, hoewel
het beneden alle critiek is. dat in dezen tijd
van malaise, terwijl meer dan 1300 zeelieden
zonder werk zijn, toch het grootste percen
tage der vischlossers nog weken maakt van
50 a 60, maar de reederij engageert voor
werk oil de schepen, uitsluitend eventueel
werkloozc visschcrlicden en geen vischlossers,
die in de morgenuren reeds een groot dag
geld verdienden en tenslotte nog werk weg
nemen waar een ander ook een weekgeld aan
kon verdienen.
De reederij zorgt dat goed ijs geleverd
wordt, geen sneeuwijs, waardoor de visch in
minderwaardigen toestand wordt aange
bracht, zij zorgt dat de prijs van het ijs naar
beneden gebracht wordt, wil men dat niet,
dan een coöperatieve ijsfabriek opzetten wel
ke bij een goed beheer, met een normale af
schrijving. het ijs kan leveren voor 10
a 10.50 per ton. Wil men ook dat niet. dan
een ijsbergplaats maken met een koelinrlch-
ting en ijs importeeren uit Noorwegen, wat
eigenlijk je ijs is voor de vissclierij, en wat
ongeveer 4.75 a 5.00 per ton c.i.f. Uitlui
den kost. Een opslagplaats met een koelin-
richting loopt in geen tienduizenden.
Kolen: de prijs van de kolen 12.25 is veel
te hoog. Wil men den prijs van de kolen niet
naar beneden brengen, dan een eigen inkoop
centrale oprichten: meteen beetje goeden wil
zijn nog tot ieder bedrag buiten syndicaat
kolen te verkrijgen, welke men zelf kan men
gen. eventueel ook gemengd hier kan krijgen:
hiermede behaalt men twee voordeelen: ie
krijgt men goedkooper kolen, 2e heeft men
niet allerlei vuil te accepteeren. 'k Zag ten
minste verleden week weer een boot afladen
met een pracht zoodje vuil, gemengd met
nootjes, 't machinekamerpersoneel van dit
boot is te beklagen.
Wil men ook dat niet, clan de booten ver
bouwen tot oliestokers.
Door oliestokers krijgt men natuurlijk een
overcompleet van stokers en tremmers, doch
als Katwijk, Scheveningen, Vlaardingen en»,
hun bedrijf ook economischer inrichten, kun
nen die plaatsen hun eigen menschen aan 't
werk hebben en wordt IJmuiden niet over-
vuld met niet-IJmuldenaars en daar het
grootste percentage van de stokers en trem
mers is ontstaan uit matrozen, is het heusch
geen bezwaar om hun vroegeren werkkring
weer op te nemen.
De readers richten een onderlinge repa
ratie-inrichting op; het heeft lang genoeg
geduurd dat door reparatie-inrichtingen
slecht en duur werk geleverd wordt; wij
leven niet meer in den tijd toen er monopo
listen van IJmuiden waren, alles moet er op
gewassen bloeien. Ook de tuintjes en plant
soenen. die hier aangelegd zijn. worden
voorbeeldig door Hout en Plantsoenen on
derhouden. Het is dan ook een unicum, als
hier eens een huisje leeg komt!
Met het grooter worden van onze stad ne
men ook de werkzaamheden van dezen
dienst toe. Waar men nog kort geleden groo
te stukken welland of troostelooze opper
vlakten opgespoten grond zag. zijn nu prach
tige plantsoenen aangelegd.
Zoo is er nu ook één gekomen tusschen
den Ingang van het Slachthuis en de Pla-
dellastraat. waarvan men hierboven een af
beelding ziet. Nog een paar weken geleden,
beoefende hier de jeugd uit het Slachthuis
kwartier de voetbal- en korfbalsport.. Aan de
vier hoeken zijn hooge en lage heesters ge
plant en aan de kanten groote hoeveelheden
rezen. Aan beide zijden van een breed te
gelpad in het midden van het plantsoen
staan schitterende perken rhododendrons in
vollen bloei. Het geheel is door een IJzeren
hek en breedc tegeltrottoirs omgeven. Het
Slachthuiskwartier is met dezen aanleg ten
zeerste vooruitgegaan.
Maar ook in de in aanbouw zijnde wijken,
zooals ten Oosten van de Hou'.vaart aar. het
einde van de Thomsonlaan. wordt een plant
soen aangelegd, wat het wonen in deze veraf
gelegen straten stellig zal aanmoedigen.
Hout en Plantsoenen is ook weer begon
nen met het zoogenaamde „uitzetten", dat
wil zeggen, dat de perken langs de singels en
in de parken weer van geraniums, reseda's,
fuchsia's, afrikaantjes, heliotrope en andere
zomerbloemen voorzien worden.
Tenslotte vestigen we nog eens de aan
dacht op het totaal veranderde Nieuwe Kerks
plein Het plantsoen Is niet alleen vernieuwd,
maar ook vergroot, zoodat het fraaie oude
kerkgebouw nu bijna geheel door green en
bloemen, wonderüjk-mcoi bij den stijl pas
send, omgeven is.
gezet worden om het bedrijf op gang te
brengen en te houden en dat gaat niet als
slecht en duur werk geleverd wordt. En mi,
zeelieden, recders, het woord aan u. 'k Wil
met dit schrijven niet zeggen dat dit de eeni-
ge weg is. maar. door wrijving van gedachte
komt men dichter bij elkaar. In elk geval hoop
ik dat van geen der partijen gezegd zal wor
den: „Abjecta non bene parmula fuga Salu-
tum quaeslvl". iNa mijn schild te hebben
weggeworpen, zocht ik heil in de vlucht).
AQUARIUS.
EEN GEVAARLIJK PUNT.
Zaterdagavond omstreeks acht uur kwa
men wij toevallig langs de Linnaeuslaan in
het Haarlemmerhoutpark, toen er juist een
auto in ongewenscht en krachtig contact
met de tram geweest was. Men weet hoe de
tram daar vlak naast de manége uit den
Hout komt. in een richting rechthoekig op
de Linnaeuslaan. De automobilist, die van de
zijde der Oosterhoutlaan komt. kan de tram
niet zien aankomen. Als hij een Haarlemmer
is, weet hij wel, dat hij bij dit kruispunt ter
dege moet oppassen, maar een vreemdeling,
zooals ook de bestuurder van dit H nummer
op Zaterdagavond wordt alleen gewaar
schuwd door den aanblik van de rails en het
signaal geven door den wagenvoerder van
de tram.
Zaterdagavond is het weer eens mlsgcloo-
pen. Wij nemen onmiddellijk aan. dat dc
wagenvoerder behoorlijk zijn signaal zal
hebben laten klinken, maar weten uit erva
ring, dat men dit, vooral wanneer men in
een gesloten wagen zit, met het raampje
dicht aan de zijde vanwaar de tram komt,
bijna niet hooren kan. WIJ nemen even
eens aan, dat de autobestuurder zeer kalm
leed. HIJ kon daar haast niet anders, omdat
hij even tevoren den hoek der Oosterhout-
laan-Linnaeuslaan had moeten nemen. Toch
is de botsing niet uitgebleven, die. dank zij
het prompte remmen van dc tram met de
zandrem zeer goed afliep. Een treeplank af
gescheurd. spatbord en lamp beschadigd, ra
diator lek. dat was de matericcle schade, de
inzittenden „kwamen met den schrik vrij".
Maar dit neemt niet weg, dat deze botsing
slechts de Jongste was van een serie, die on
getwijfeld de jongste niet zal blijven, wan
neer op dit gevaarlijke punt geen extra
maatregelen worden genomen. Zou de tram-
directie hier niet, voor er eens een ernstig
ongeluk gebeurt, een lichtsein hangen, zoo
als bij de kruising Gasthuissingel—Kleine
Houtweg, of op z'n minst een bord hangen
met de extra waarschuwing: Pas op de tram?
DE HOEK WAGENWEG-
EINDENHOUTSTRAAT.
EEN NIEUW VERZOEK OM DAAR WINKEL
HUIZEN TE MOGEN BOUWEN.
Naar aanleiding van een adres, waarbij B.
W. Lindeboom den raad verzoekt op de m
1923 door hem ingediende aanvrag: om
bouwvergunning voor twee woon- en winkel
huizen op een terrein gelegen te Haa fem
aan den Wagenweg hoek Blndenhoutstraat,
opnieuw uitspraak te doen mot Inachtneming
van het Koninklijk besluit, waarbij art. 15b!s
der Hecmsteedsche bouwverordening werd
vernietigd. geven B. en W. een uiteenzetting
van deze aangelegenheid, die ook reeds te
voren in den raad ter sprake kwam. B. en W.
adviseeren den raad op het verzoek afwijzend
te beschikken.
HET TOONEEL.
Een zoo bewogen en ongelukkig toonse'sei
zoen als het thans geëindigde herinner ik mij
niet, of het moest zijn dat van de tooneelsta-
king. En het hield nog wel zulke mooie be
loften in. Twee groote gesubsidieerde
Amsterdamsche gezelschappen, welke beide
èn in leiding èn in samenstelling alle moge
lijkheden tot ontwikkeling schenen te bieden
en gezamenlijk drie theaters in de hoofdstad
waaronder den Stadsschouwburg zou
den bespelenwij mochten met reden de
beste verwachtingen koesteren. Men meende
niet anders dan dat de twee gezelschappen
financieel stevig gefundeerd waren en re
kende er op, dat concurrentie beide directies
tot de uiterste krachtsinspanning zou opvoe
ren met als resultaat een reeks van belang
rijke voorstellingen.
Hoe heel anders is het geloopen! Reeds in
bet eind van December kwam de débacle van
Het Amsterdamsch Tooneel met alle nood
lottige gevolgen daarvan. De ongezonde fi-
nancieele basis, waarop het gezelschap van
Verkade reeds van den dag der stichting af,
rustte en een onvoldoend beheer waren wel
het meest schuld aan deze catastrophe, maai
er is ook nog een andere oorzaak aan te wij
zen. Het bleek reeds spoedig, dat de regeling
van de bespeling'der schouwburg niet deugde-
Het telkens wisselen van theaters door de
twee eerste gezelschappen van Amsterdam
was op den duur funest voor de exploitatie
der beide troepen.
Het klinkt voor niet-ingewijden misschien
vreemd, maar het is nu eenmaal een feit. dat
een succes voor een deel aan een schouw
burg vast zit. Elke tooneeldirecteur zal een
stuk, dat het „dost" zooveel mogelijk in één
en eenzelfde theater blijven spelen en niets
is voor de carrière ,van een Schlager nadee-
liger dan de serie te moeten onderbreken.
Hiermee hebben de directies der twee gezel
schappen bij de regeling der speeldagen te
Amsterdam geen rekening gehouden en de
gevolgen bleven dan ook niet uit. Het Am
sterdamsche publiek kon niet meer wijs uit
die voortdurende wisseling van schouwbur
gen en wist tenslotte niet, waar de stukken
gingen en de favorieten speelden. Dit had op
het schouwburgbezoek een zeer slechten in
vloed. Maar nog erger was het, dat een be
haald succes niet kon worden doorgezet. Ds
opvoeringen door Het Amsterdamsch Too
neel van De Affaire Dreyfus, die volle zalen
trokken, moesten worden onderbroken, zeer
ten nadeele van het betrokken gezelschap.
Wie het meest verantwoordelijk was voor
de débacle van Het Amsterdamsch Tooneel
is niet aan onze beoordeeling, vooral niet
omdat wij als buitenstaanders geen. voldoen
de inzicht in den financieelen toestand en
de onderling getroffen regelingen hebben ge
had. Maar wel wil ik hier herhalen, wat ik
indertijd reeds in een aan deze tooneelcrisis
gewijd artikel schreef, dat ik de uitschake
ling van Verkade als regisseur in den Stads
schouwburg voor het tooneel te Amsterdam
artistiek een ramp acht. Want al moge Ver
kade in het volgend seizoen als directeur van
een klein en goed gezelschap te Am
sterdam terugkeeren, zijn aangewezen plaats
als regisseur is toch de schouwburg op het
Leidsche Plein en niet het kleine Rika Hop
per-Theater, waar hij uitsluitend op „Kam-
merspiele" zal zijn aangewezen.
De débacle van het gezelschap van Ver
kade heeft het tooneel te Amsterdam drie
maaden lang en dat wel in den besten
tijd van het seizoen totaal in. de war ge
bracht. De artisten vergaderden en confe
reerden inplaats van dat zij speelden en re
peteerden en niemand had meer door de
heerschende onzekerheid en de nerveuse
spanning zijn hoofd bij zijn werk, met het
gevolg, dat feitelijk de heele boel artistiek
stil lag. Wij kunnen gerust zeggen, dat Jan.
en Februari volkomen verloren maanden zijn
geweest. Zoo groot was de verwarring, dat
men nauwelijks wist, waar de gezelschappen
moesten spelen. Aangegane verbintenissen
met provincie-schouwburgen werden zoo
maar verbroken, aangekondigde voorstellin
gen in Amsterdam moesten door telkens op
nieuw rijzende moeilijkheden zooals be
slagneming der décors en costuums wor
den afgelast of door andere vervangen en
van instudeeren van nieuwe stukken was
zelfs geen sprake. Het was een groote chaos
met als gevolg, dat het publiek evenals in
den tijd van de beruchte staking alle be
langstelling voor het tooneel verloor en el-
ken dag enorme verliezen werden geleden,
zoowel door Het Amsterdamsch. als Het Ne-
derlandsch Tooneel. Het mag eindelijk een
wonder he eten en het is alleen te danken
aan stevige financieele basis van de Ko-
rdr.kiijku Veieeniging dat In die maanden
nie.;. ;u!:-s in elkaar is gestort. Herhaaldelijk
is het in dien tijd voorgekomen, dat voor 'n
25 mensehen gespeeld werd, ja eenige ma
len zijn voorstellingen afgelast moeten wor
den, omdat er niet meer dan 4 a 5 plaatsen
waren genomen! Een slechter tijd heeft het
tooneel misschien nooit te Amsterdam door
gemaakt.
Bij de Kon Ver. Het Nederlandsch Tooneel
waren alle stukken op „Een Man, die be
slag legt" na feitelijke gevallen, zoodat dit
gezelschap zoo goed als geen repertoire had
en Het Amsterdamsch Tooneel zat door de
catastrophe geheel in déconfiture.
Zelfs na de nieuwe regeling, die dank zij
de medewerking van wethouder Dr. Polak
getroffen werd en waarbij beide gezelschap
pen tijdelijk een werden, kwam er geen ver
betering en toen tot overmaat van ramp Da-
fresne's Cagliostro het stuk, waarop men
alle vertrouwen had gezet en waarvan de
ensceneering en aankleeding alleen reeds
duizenden guldens had gekost - viel zooals
geen stuk in jaren gevallen was, leek het
einde vrij wel nabij.
Maar gelukkig is er op het laatst nog on
verwachts redding gekomen. Menschen in 't
Hotel werd een ongewoon groot succes en nu
bleek tevens, welk een belangrijk voordeel de
nieuw getroffen regeling van het bespelen
der schouwburgen voor hst thans tijdelijk
één geworden gezelschap opleverde. Men
behoefde de serie niet meer te onderbreken,
en kon het financieel succes volkomen uit
buiten, door dezen nieuwen Schlager in den
Stadsschouwburg te blijven doorspelen.
Het is wel zeker, dat de reeks druk bezoch
te opvoeringen van Menschen in 't Hotel een
nieuwe catastrophe heeft voorkomen. Daar
bij kwam, dat ook de andere afdeelingen niet
onfortuinlijk waren, zcodat ook in het be
zoek aan den Hollandschen schouwburg en
het Rika Hopper Theater al was het dan
ook in veel minder mate dan in den Stads
schouwburg een stijgende lijn was. Zoo is
de toestand, die zich in Februari en begin
Maart wel heel treurig liet aanzien, heel wat
verbeterd en het seizoen minder slecht ge
ëindigd dan men verwachtte.
Het is-wel heel jammer, dat enkele zeer
goede krachten aan wie dit jaar de weinige
successen, welke behaald zijn, voor een groot
deel mede te danken zijn zooals Paul Huf,
Frits van Dijk en Nel Stants de Kon.
Vereeniging gaan verlaten, maar er blijven
gelukkig toch genoeg eerste rangs artisten
over zooals Van Dalsum, Louis Saalborn,
Oscar Tourmaire. Johan de Meester, Cees
Laseur, Cruys Voorbergh, en de dames Char
lotte Kohier, Magda Janssens. Vera Bon
dam, Jacqueline Royaards en waarschijn
lijk ook Else Mauhs als gast om althans
artistiek de toekomst van ons eerste gezel
schap met vertrouwen tegemoet te zien.
De débacle van Het Amsterdamsch Tooneel
en haar gevolgen hebben zoo zeer den toe
stand van het tooneel beheerscht, dat ik in
mijn bespreking van de andere gezelschap
pen kort kan zijn. In ae residentie kon Het
Rotteröamsch-Hofstad Tooneel onder d;
zakelijk zoowel als artistiek beproefde leidins
van Cor van der Lugt Melsert zijn positie
handhaven. De economische malaise heeft
ook haar invloed op het schouwburgbezoek
te Den Haag doen gelden, waarbij neg kwam,
dat het Haagsche gezelschap in den besten
tijd van het seizoen de medewerking moest
missen van mevrouw Van der Lugt Melsert-
Van Ees, die gedurende eenige weken wegens
ziekte en dat nog wel onmiddellijk na
haar succes in Mijnheer Lamberthier
niet in staat was op te treden. Gelukkig is
de ongesteldheid niet van langen duur ge
weest en hebben ook wij in Haarlem van haar
prachtig spel in het stuk van Verneuil kunnen
genieten. Overigens is in het afgeloopen
seizoen het Rotfcerdamsch-Hofstad Toojieel in
zijn samenstelling vrijwel stabiel gebleven en
is het alleen Johan Elsensohn geweest,, die
als nieuw geëngageerde kracht in verschil
lende rollen o.a. in De Wonderdokter en
Dwangarbeid, ook in dit milieu zijn lang niet
aliedaagsch talent kon toonen.
Van de groote gezelschappen Is Het Schouw-
tooneel het -eenige, dat met volle tevreden
heid op de financieele resultaten van het
afgeloopen seizoen kan terug zien. Daarvoor
heeft de profijtelijke Baas in Huis gezorgd,
die Elias opvolgde. Artistiek gaf dit jaar
voor dit gezelschap minder reden tot juichen.
De t\vee groote pogingen, die met De Bouw
meester van Dr. H. Gerversman en De
Koopman van Venétië werden gedaan op
voeringen, welke ons te Haarlem zijn ont
houden hebben slechts matig voldaan en
men heeft het voornamelijk in klein werk
geschikt voor export in de provincie
moeten zoeken, waarbij nog heel veel om
deugdelijks was. De samenstelling van het
gezelschap van Van der Horst en Jan -Musch
bleef voor wat de heer en betreft, ook dit
seizoen vrij wel onveranderd. Het vrouwelijk
element werd na het uittreden van Jeanne
van Rijn versterkt met Marie Holtrop en
Dogi Rugani, twee krachten, die voor Het
Schouwtooneel een werkelijke aanwist bleken
te zijn.
Louis de Bree bespeelde dit jaar niet on
fortuinlijk het Centraal Theater. De Bree
heeft een gezelschap, dat uitstekend op lichte
amusements-kunst is ingespeeld en na het
succes met Geld speelt geen rol, speelde geld
werkelijk geen rol meer bij hem en kan hij
met gerustheid de toekomst tegemoet zien.
Herman Bouber heeft zich aan de Vara
verbonden, waardoor het karaktef van dit
ensemble geheel veranderd is. Van de preten-
tieïooze neutrale volksstukken is Bouber thans
terecht gekomen bij het tooneelwerk met uit
gesproken doorgaans socialistische
tendenz. Dit heeft Bouber ook in tegen
stelling van vroeger herhaaldelijk in bot
sing doen komen met de censuur, wat zooals
meestal een reclame voor hem en de
stukken bleek te zijn. Of hij in deze nieuwe
richting vele successen zal vinden als de
Jor.g's soldatenrij Frank van Wezels roem
ruchte jaren lijkt mij twijfelachtig, maar hij
heeft aan dit tendentieuze successtuk in ieder
geval een financieel zeer voordeelig seizoen
te danken.
J. B. SOHUIL.
KEIEN EN KLINKERS.
Voor de bestrating van den Spaarndam-
scheweg kan zoo deelen B. en W. aan den
raad mede gebruik worden gemaakt van
keien, thans aanwezig in de Hofdijkstraat en
voorts in de Teding van Berkhoutstraat, voor
zoover betreft het gedeelte, hetwelk vroeger
behoorde tot de gemeente Haarlemmerliede
en Spaarnwoude. De keibestrating in de Hof
dijk--tvaat en in genoemd gedeelte van de
Teding van Berkhoutstraat kan dan worden
vervangen door een klinkerbestrating. Ds te
kort komende hoeveelheid keien voor den
Spaarndamscheweg zal dan worden bijge-
kocht. Het is dan evenwel noodig dat het
raadsbesluit van 1915 gewijzigd wordt- en be
paald, dat de bestrating van de Hofdijk-
straat. alsmede het gedeelte van de Teding
van Berkhoutstraat, hetwelk voorheen be
hoorde tot de gemeente Haarlemmerliede en
Spaarnwoude, zal bestaan uit klinkers.
DE NOOD IN HET VISSCHERIJ.
BEDRIJF.
WAT TER VERBETERING KAN GEDAAN
WORDEN.
Ziezoo, de klap is gevallen, de minister
heeft geantwoord, en wij kunnen Zijne
Excellentie geluk te wenschen met zijn uit
spraak: „Eerst saneering. laat eerst eens
zien wat je zelf doet. want er wordt niet
anders dan geklaagd, vergaderd, geschreven,
maar niet de koe bij de horens gevat. We
zullen probeeren, als kantlooper. (beach
comber zeggen ze in Engeland geloof ik,
dat is dus. iemand die met z'n ziel onder de
armen langs den kant (het strand) loopt)
trachten een aanvang te maken met de op
lossing van het probleem, als dan de eerste
zet goed is, volgt, precies als met schaken,
de rest van zelf.
Voorop zullen we stellen: „de loonen mogen
niet worden verminderd evenmin de percen
tages van de besommingen, terwijl verder con
cessies moeten worden gedaan. Alvorens tot
die concessies over te gaan willen wij de vis-
scherslieden even op het hart drukken dat ds
behartiging van hun belangen in verkeerde
handen is. Niemand kan twee heer en dienen,
staat in den Bijbel, welnu, hoe kan een C. B.
van Transportarbeiders, of een Chr. Bond van
Transportarbeiders, of een R.K. Bond van
Transportarbeiders goed de belangen van de
zeelleden behandelen, zonder in conflict te
komen met die transportarbeiders? Om even
plaatselijk te blijven, alle zeelieden zijn over
tuigd dat de belangen van den visscherman
linea recta staan tegenover de vischlossers,
hoe kan nu een bond staan tegenover die
twee partijen? Beiden gelijk geven bestaat
niet, dus altijd moet één van de twes bak
zeil halen of concessies verleenen. Zeelieden,
heb je geen les gehad dezen winter met de
actie van de vischlossers? Gelukkig is de Chr.
bond zoo eerlijk geweest om zich uit de actie
terug te trekken. Wat had anders het resul
taat geweest, U was door uw leiders in de
actie gehaald, de reederij had gelachen, want
deze konden mooi hun schepen uit de vaart
brengeft, zonder één cent dispensatie te be
talen. Dus het eerste wat U te doen
staat is zeelieden: „allen onmiddellijk
ontslag nemen uit uw respectievelijke bon
den en direct een eigen bond oprichten van
Zeelieden, ge enbond met een kerkelijke of
politieke kleur, een bond ..Eigen belang", re
kening houdend, dat ook het „Algemeen be
lang" behartigd wordt. Kies uit uw midden
een bestuur, menschen van het vak, praktisch
en theoretisch ontwikkeld, er zijn genoeg on
der U. Zeelieden, hier is een groote nood
zakelijkheid.
Annuleering van de arbeidsvoorwaarden,
waarvoor in de plaats komt een dienstver
band van 5 reizen; de schepen vertrekken van
de vischmarkt weer naar zee. terwijl ééns
in de 5 reizen de vrije tijd gegeven wordt. De
schepelingen maken zelf het schip zeeklaar.
door b.v. 's morgens om 8 uur aan te vangen,
dus. de schepen komen 's middags aan de
markt en vertrekken den daarop volgenden
dag, benoodigdheden V^jor dek en machine
kamers zijn aan boorÏÏ voor 5 reizen, zoodat
alleen eventueel benoodigde netten aan boord
gebracht moeten worden. Op zee wordt de
visscherman gebruikt, als er tenminste tijd
is na 't verwerken van de visch, voor onder
houd van het schip. Lijnen verspliteen of
merken wordt door de bemanning gedaan. De
machinist zorgt voor onderhoud van machine
en winch, voor het aanhouden van de vuren
moet een wachtsman geplaatst worden, hier
door wordt zeer zeker een groote hoeveelheid
ketelreparatie bespaard, want elke technicus
zal het met ons eens zijn, dat een ketel van
een trawler nu als 't ware een harmonica
wordt door het vele uitgaan der vuren en
weer stoom stoken, van een kouden ketel tot
vollen stoom, in zegge 4 a 5 uur. Het binnen-
loopen wegens lekke vlampijpen wordt hier
zeer zeker door verminderd. Hierdoor zal te
vens de machinist zeker wel uitkijken wie hij
aan boord krijgt als oudste stoker en wel
zorgen dat hij b.v. geen oudste stoker neemt,
die, 'k wil nog niet eens zeggen een galan kan
verpakken, neen, zelfs nog geen goede pak
king kan snijden of hakken, zooals men het
noemen wil, voor een gewone flens.
De machinist houdt op de 5e reis toezicht
op de eventueele reparatie in machinekamer
en winch, de schipper, eventueel stuurman,
op reparatie aan dek en overtuigt zich dat de
aanvraag volledig aan boord komt; hiervoor
kan eenige compensatie worden verstrekt.
Door deze maatregelen wordt een groqts
som in de exploitatiekosten bezuinigd, terwijl
daarbij een groot deel van het walpersonee!
(wat trouwens nu al, in gewone tijden ab
normaal is) overbodig wordt. Men zal mis
schien zeggen deze bezuiniging gaat ten koste
van een ander! Eerst antwoord ik daarop,
zeeman, zorg voor u zelf. reken er nooit op
dat er één landman is die voor U zal opko
men. Zelfs de specialist op scheepvaartkun
dig gebied heeft z'n stem nog niet voor U
doen hooren. Duymaer van Twist is de eenige
die iets gezegd heeft in de 2e Kamer.
Verder kan ik nog zeggen, de visscherman kan
in 't algemeen genomen niet meer dan het
geen in het bedrijf te pas komt. terwijl dat
walpersoneel allicht een andere werkkring
vinden kan. Dus komt hierdoor nog een be
zuiniging in exploitatiekosten, en ik ben
overtuigd dat zelfs de minister zeggen zal.
dat uwerzijds een zeer goede concessie gege
ven wordt.
Het fonds van sociale voorzieningen moet
blijven bestaan, doch onder beheer van de
Reedersvereeniging onder controle van een
vertegenwoordiger der regeering, eventueel
B. en W. Indien door vermindering van de
werkloosheid onder de visschcrlieden het
fonds mocht groeien, moet een clausule wor
den aangebracht dat het fonds eventueel
ook bestemd is als een soort pensioen voor
oude zeelieden (natuurlijk die er in betaal
den).
De reederij trekt de order in dat de
schepen niet voor drie uur binnen mo
gen zijn, 't is natuurlijk 'onnoodig dat een
schip 's morgens om li uur binnenkomt, om
eerst den volgenden dag te markten, zij
dient, echter rekening te houden me-, het
feit, dat een trawler geen spoortrein is en ook
geen schip met groote kracht, zoodat bij niet
op een kwartier kan zeggen wanneer nij bin
nen zal zijn, doch veelal rekening moet hou
den met wind en weer.
De reederij geeft vrije voeding, zoodat de
zeelieden gevrijwaard worden van allerlei
landhaaien, welke, om maar een paar arti
kelen te noemen: t 0.75 laten batalen voor
een pond margarine welke in detailverV-^o
slechts f 0.2?- kost; f 1.laten b ale- V» r
een pond spek. dat in den winkel f r 4. oer
pond kost. Dit vcedinggeld kar. mm 'lu
gevonden worden door het bedrag eerst *an
de besomming af te trekken, waarna door