V Bij de Lippen-negerinnen. STORM OVER ZANDVOORT. TOONEEL. VICTORIA-WATER HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 3 JUNI 1931' De mannequins van Kya Bé hielden show tusschen wat palmen in potten en bij een groote kachel, die gloeiend fel brandde op dezen kouden Ju nidag. Sinds ik in 't voor uitzicht gesteld werd van de gelegenheid om de lippennegerin nen van de Sara-Ka- ba te Amsterdam van nabij te mogen be wonderen heb ik mij bezig gehouden met de vraag, of zij de houten lippen, van 16 cM. middellijn, waarvan in het prospectus sprake was, wellicht op een in genieuze manier in den mond bevestigd hadden, zoodat zij ze er 's nachts konden uitnemen met hetzelfde gemak, waarmee de moderne mensoh voor het slapen gaan zijn Standen terzijde legt, of dat de lippen waar lijk vastgegroeid zijn aan het hout en het hout aan de lippen. En tevens maalkte het een onderwerp mijner overdenking uit, op welke wijze ik een interview zou kunnen hebben ;met de lippennegerinnen van Kya Bé. Welnu, op het eerste punt helbiben zaj mij niet teleurgesteld, de bordjes zijn onafschei delijk vergroeid in den lip en onuitneamlbaar. En naarmate 't hout de ebbenzwarte teint van de Sara Kaba'schen overnam, verloren de lippen van hun natuurlijke kleur en won nen aan kleurloosheid. Men mag verwachten, dat het den fabrikanten van irouige en van lippenstiften niet geheel onverschillig zou zijn, indien deze lichaamsvorm ook in Europa iets algemeener werd en wie w<eet hebben zij na het bezoek der Sara-Kaba's een kleine kans. De mannequins van Centraal Afrika zijn hier geïntroduceerd door niemand minder dan het Fransche gouvernement, dat ze weg haalde uit de kreupelboschjes van Oebangi- Tsjari, rondom het Tsaadmeer, en wij kun nen niet anders dan dankbaar zijn jegens een gouvernement, dat zoozeer zijn taak be grijpt, dat het meent een wereld, die zich vergrijpt aan bobbed, hair en poudre de riz eh charleston-achtige dansen den spiegel eener beschaving voor te houden, die nog tot heel andere dingen leidt dan haar, dat niet meer aan wil groeien en wandelende nieren. Het publiek verdrong zich met belang stelling en met animo om het kleine podium, waarop de mannequins van Midden-Soedan de in Oebangi-Tsj ari gangbare opvattingen aangaande het eeuwig vrouwelijke propa geerden en ook in dit opzicht voldeed de show aan wat men er redelijkerwijze van kon verwachten. Men trok algemeen verge lijkingen en men zocht de voordeelen op te sommen van lippen van de afmeting van een behoorlijk dessertbord je en sommige galanten wendden zich dan ook tot hun daimes en zeiden met veel beminnelijkheid „Als jij nu eens...." enz. enz. Maar minder vlot liep het met mijn ge sprek af, waarvan wel de voornaamste reden mag heeten, dat het, zelfs voor hen, die het Kya Beesch machtig mochten zijn, nog on overkomelijke moeilijkheden'oplevert om het ongearticuleerde in de klanken der lippen dames te overwinnen. Nochtans was er een zwarte heer, met een Fransch baardje, die zich met de mannequins van Sara Kaba wist te onderhouden en hij vertelde mij, dat hij er vier getrouwd had, hetgeen niet gering is in een stam, die uitsterft en die in het ge heel nog slechts 200 a 300 vrouwen telt. Het is de bedoeling 'van het Fransche gouvernement om vóór de algeheele verdwij ning van de onder zijn protectoraat genomen stam de wereld er in ruimen kring mee te laten kennis maken en als het niet wat on eerbiedig was, zou men kunnen zeggen, dat het de streek der Sara-Kaba's min of meer beschouwt als een reservation-park, waarin sinds het in 1915 uitgevaardigde verbod om de lippen te rekken, de merkwaardige exem plaren met den dag schaarsober worden. Wij veronderstelden, dat het wellicht niet een zeer aangename taak zou zijn, welke de vrouwen van Oebangi-Tsari in staahs-dienst hebben te vervuilen, maar men vei-zekerde ons, dat zij zich laten bewonderen dooi de menigte, met niet milder animo dan waarmee zij tien jaar werkten om hun lip pen op de vereischce grootte te brengen, trots alle gevaar van het verlies van een geheele lip en de Inconveniënten, die zich voordoen bij de maaitijden en bij de discussies. Op een leeftijd, waarop onze kinderen nauwelijks 'toe zijn aan het duimzuigen, be ginnen de meisjes van Sara*Kaba de lippen met een doorntje te doorprikken, en zoo gaat het verder met een stokje in een te waar- deeren regelmaat. Men zegt, dat de negerinnen van den Mid- den-Soedan dit niet deden ter verhooging van haar schoonheid, doch dat het in tegen deel een middel van afweer was tegen de practijken der mohamedaansche slavenhan delaren en men zou geneigd zijn dit onwaar schijnlijke verhaal te gelooven, omdat de lippennegerinnen waarlijk geen geforceerde middelen noodig hebben om een schoonheids- concours met al haar zusteren in geheel Afrika te kunnen aangaan. Zij missen het grove van het negerlichaam en het dierlijk breede van den schedelvorm en hoewel de neus vrij breed en afgeplat is, is er een fijn heid van lijn in het profiel harer gezichten, welke alle vrouwen van oZeloe- en Kongo- negers jaloersoh zou maken, indien zij slechts oordeelden naar Westersche begrippen van naijver. De lippennegerinnen hebben zwart kroes haar, dat zij verzorgen met olie en op dit punt verschillen zij niet zoo heel veel van de negers van Sara Kaba, waarvan er vier haar vergezelden. De negers gaven wat woestijn stemming aan het achterzaaltje van Maison Boer aan het Weteringplantsoen door den tam-tam te roeren en door een eentonig pri mitieve muziek te ontlokken aan een kleine marimba van buffelhoorns. De negerinnen dansten en zongen daarbij en het is de vraag, wat of minder gestyleerd was, het dansen of het zingen, doch het publiek bekommerde er zich niet om en ap plaudisseerde met gulheid, hetgeen dezen dag het eenige teeken van een internationale ver standhouding was tusschen het land van Kya Bé en de lage landen bij de zee. Er behoort eenige moed toe om wanneer een lippennegerin begint te pruilen, stand vastig te blijven in uw weigering om een prentbriefkaart met haar portret te koopen, doch er waren acht lippennegerinnen in de zaal, die alle haar portret verkochten en het zou op zijn minst genomen lichtzinnig zijn om de portretten van alle acht tegelijk in zijn portefeuille te dragen, ongeacht de moeilijk heden, die men bij een bezoek aan Oebangi wellicht zou krijgen met den heer met het Fransche baardje. Velen, die een, laten wij zeggen, wat luchtiger kleederdracht verwacht hadden bij de lipppnnegerinnen zullen er zich over verwonderd hebben, dat de bezoeksters uit TsjarhTsaad zoo dik ingepakt waren, maar zij hebben vernomen, dat de gasten wat kou gevat hadden, hetgeen voor het overige vol strekt niet aan negerinnen alléén behoeft te overkomen in deze tijdsomstandigheden. Het kan zijn, dat het velen een teleurstelling is geweest, dat de officieele .mannequins der lippen-mode zich verder zeer eenvoudig kleed den met een sarong en een baadje, maar laten zij bedenken, hoeveel teleurstelling en hoeveel schoonheidsgemis wij den lappen- negerinnen moeten hebben gegeven. Want zouden de negerinnen óns nu 'niet heel leelijk gevonden hebben met onze inge togen monden en zouden wij ze niet heel nonchalant zijn voorgekomen in onze schoon- heidszorgen, die zich niet verder uitstrekken dan tot een snorretje of wat rouge? LETTEREN EN KUNST MUZIEK. Don-Kozakken-Koor. In den afgeloopen winter hebben Jaroff's uitmuntende zangers zich hier ter stede nog doen hooren in de gemeentelijke concert zaal, en als we van nieuwe indrukken willen spreken naar aanleiding van hun optreden van Dinsdagavond in den Jansschouwburg, dan kunnen we eigenlijk alleen zeggen, dat hun zang o.i. in deze beperkte ruimte min der tot zijn recht kwant' dan in de groote zaal. Het devies der Utrechtsche Studenten- zangvereeniging „Nunc Cantus Resonet" is op het Russisch koor zeker toepasselijk: hun zang heeft eenige resonantie noodig, en die geeft een schouwburgzaal nu eenmaal niet. Daardoor klonken sommige forte-gedeelten niet vrij van ruwheid en toonden ook meer dere solo-zangen een eenigszins primitieve, niet in de hoogeschool gevormde wijze van toonproductie. Bewonderenswaardig waren weer de pianissimo-ensembles in het werk van Rachmaninoff en in het bekende Wolga- -lied, waarin het klankevenwipht zóó volko men bewaard bleef, dat men werkelijk een koor op grooten afstand meende te hooren; bewonderenswaardig waren ook de orgelach tige klank in het „Credo" van Gretschani- noff, en de bassen in het werk van Tschai- kowsky. De polyphone zang in Bortniansky's tweekorig concert was echter niet zonder eenige ruwheid. De wereldlijke liederen brachten weer de noodige virtuozenstukjes: „Bandura" met balalaika-nabootsingen, overigens een vrij langdradig stuk; een lied van Paschtschenko met een vrij onnatuurlijk gespeel van hooge falset-figuurtjes en zoo meer. De falsetten hadden zich trouwens reeds in het werk van Rachmaninoff tot de tweegestreepte e ge waagd, tegelijk met een contra-B van de bassen, zoodat dit mannenkoor de grenzen van een gemengd koor nog overschrijdt in toonomvang. „Barynja" bracht een duize lingwekkend sempre stringendo, „Sstjénka" een reeks vrij banale coupletten voor bary- tonsolo, die ondanks de zeer beperkte artis tieke eigenschappen geweldigen bijval oogst ten; een herhaling bleef echter uit. De „Oude Polka" en het „Kozakkenlied" bleken verma kelijke intermezzi, die eveneens groot succes hadden, waarop als toegift niet de gebruike lijke volksdansen kwamen, maar een zoölo gische scherts, die ons bewees dat de taal der Russische honden en poesen meer overeen stemming met die der Nederlandsche heeft dan de taal der respectievelijke menschen. Op het gebied van een wereldtaal kunnen we van de dieren nog wat leeren! Na het „Woef- miauw" werd de dirigent Jaroff nog een paar malen teruggeroepen, maar daarna zakten de gordijnen onherroepelijk. Ik had ditmaal gelegenheid de leiding van Serge Jaroff beter dan vroeger waar te ne men, en heb met verbazing gezien hoe en kele nauwelijks zichtbare handbewegingen voldoende zijn om den zangers zijn intenties kenbaar te maken. Zij reageeren onmiddel lijk en toonen zoowel daardoor als doordat zij alles uit het hoofd zingen hun groote dis cipline en geoefendheid. Doch die zijn we van de Russische zangers reeds lang gewend. De schouwburg was rede lijk bezet. K. DE JONG. Een vrntiw Tooneelstukken moeten niet altijd gewone on- die haar derwerpen behandelen, heeft Steve Passeur ge- man noctit. dacht en hij schreef: „Een Huwelijk door Aankoop" (Marriage by Purchase). Het behelst de geschiedenis van een onge trouwde vrouw van 36 jaar, die altijd van een bepaald man gehouden heeft. Helaas voelde deze man niets voor haar. Hij heeft zelfs een afkeer van haar. En desondanks trouwt hij haar. Waarom? Omdat de vrouw hem gekocht heeft. Zij betaalde zijn schulden en hield hem daardoor uit de gevangenis. Zij trouwden dus, eh de vrouw, die het schandelijke van haar gedrag inziet, gaat zichzelf straffen, door den man, die haar alles is, op wreede manieren te behandelen: zij sluit hem op en houdt hem gevangen met hulp van een huisknecht. Totdat de man al het geld terugbetaald heeft en weer vrij is. Eén oogenblik denkt zij, dat hij blijven zal, dat zijn haat in liefde is veranderd Maar hij gaat, en zij pleegt zelfmoord. Het stuk heeft in Parijs veel succes ge had. In Londen, waar Sybil Thorndike de hoofdrol erin vervult, komt het niet geheel tot zijn recht, INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. NATUURLIJK BRONWATER. Sedert 1887 Nederlandsche onderneming. EEN ONNAUWKEURIGHEID IN DE GEMEENTWET. DE WISSELING VAN OUDE EN NIEUWE RAADSLEDEN. Het Tweede Kamerlid de heer Van den Bergh heeft den minister van Binnenland- sche Zaken en Landbouw de volgende vragen gesteld Is de minister niet van oordeel, dat de nieuwe bepaling van art. 19, tweede lid, van de Gemeentewet, luidende: „Zij, die hun ont slag hebben ingezonden blijven leden van den raad, totdat de goedkeuring van de geloofs brieven hunner opvolgers onherroepelijk zal zijn geworden", tot ernstige moeilijkheden aanleiding zal kunnen geven, ten gevolge van het feit, dat het nieuwe lid, door den raad toegelaten, zitting zal kunnen nemen, terwijl het uittredende lid nog eenigen tijd, somtijds enkele maanden, lid van den raad zal blijven? Is de minister niet van oordeel, dat deze bepaling ten spoedigste opnieuw wijziging zal moeten ondergaan? Of moet uit haar worden afgeleid, dat een door den raad toegelaten nieuw lid, althans indien de vacature door' ontslagneming is ontstaan, geen zitting mag nemen, alvorens de goedkeuring van zijn ge loofsbrief onherroepelijk is geworden? Is de minister niet van oordeel, dat indien dit laatste de bedoeling mocht zijn, het aan beveling verdient, een uitdrukkelijke bepaling van deze strekking in de wet op te nemen? Is de minister bereid, wijziging of aanvul ling van de Gemeentewet in den eenen of den anderen zin te bevorderen? ORGELBESPELING. in de Groote of St.-Bavokerk te Haarlem, op Donderdag 4 Juni 1931 des namiddags van 3—4 uur, door den heer George Robert. Programma: 1. Praeludium et Fuga G. gr. t. J. S. Bach. 2. Choralvorspiel: „O Welt, ich muss dich lassen", Joh. Brahms. 3. Eerste Sonate, F. Mendelssohn- Bartholdy. Allegro moderato e serioso. Adagio. Andante Réclt. Allegro assai vivace. 4. Melodia, Max Reger. 5. a. Nach einer Prüfung Kurzer Tage; b. Erschienen 1st der herrlich Tag, S. Karg-Elert. INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Re dactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet te ruggegeven. TRAM-WEE. Nog houdt 't vervelend pleit van staan en zitten aan; Nog hangt men in de tram, in d'overvollen wagen; Nog zucht de conducteur: „zoo kan 't niet blijven gaan", En laat de menschen staan, die vruchtloos toegang vragen. Nog klaagt en kermt 't publiek, dat dupe is van de zaak; Nog vraagt men naar het doel van deze mal' historie, Heer Bureaucratlus moog reg'len luk of raak, Maar zoo verliest de tram vast heel veel van zijn glorie. Nog peinst het trambestuur, wat 't doen zal, als men klaagt; En zamelt klachten op, die 't neerlegt pro memorie, Nog meent het, naar 't zoo schijnt, dat er wordt overvraagd; Maar rijdt het zelf ook mee? Dat vraag ik U pot EEN VAAK GEKWELDE. H., 2 Juni 1931. MARKTNIEUWS COOP. CENTRALE EIERVEILING PURMEREND G. A. Aanvoer 183418 Eendeieren. Prijs f 3.20 a f 3.40. 145061 Kippeneieren; 70/80 K.G. f 5—5.60 65/66 K.G. f 4.204.50 63/64 K.G. f 4.10—4.30 60/62 K.G. f 3.60—4.10 58/59 K.G. f 3.50—3.90 56/57 K.G. f 3.30—3.60 53/55 K.G. f 3.20—3.50 50/52 K.G. f 3—3.40 Oude Kippen f 1.502. Jonge Hanen f 0.451.60. Kilo prijs oude kippen f 0.700.75 Jonge hanen f 11.40. PURMEREND. Purmerend, 2 Juni 1931. Kaas. Aanvoer 33 stapels kleine f 30 a f 32 per 50 kilo. Boter. Aanvoer 2641 kilo, prijs f 1.15 a f 1.50 Vee. 569 runderen, waaronder zijn 220 vette en 32 stieren. 64 paarden f 80 a f 200. 69 vette kalveren f 1 a f 1.20 per kilo. 470 nuchtere dito f 9 a f 30 per stuk. 567 vette varkens f 0.30 a f 0.36 per kilo, 110 magere dito, f 10 a f 21 per stuk. 401 biggen f 5 a f 9 per stuk. 260 schapen f 24 a f 35 per stuk. 754 lammeren f 16 a f 25 per stuk. Kuikens f 1 a f 3. Kipeieren per 100 stuks f 3.25 a f 4,25 Vette koeien, prijshoudend f 0.96 a f 1.04 per kilo. Gelden koeien prijhoudend f 160 a f 320 per stuk. Melkkoeien prijshoudend f 260 a f 370 per stuk. Het was op een Zondag. We gingen al vroeg van huis, zorgeloos en wel. Eén van ons, een man, zette zelfs een strooien hoed. op. Net als de Prins van Wales. De krant voorspelde weliswaar: behoudens kans op on weer en iets koeler....", maar nou ja, de krant, hè?, zeiden wij. En zoo fietsten we dan de oude Zandvoortsche weg af, netjes twee aan twee, als schoolkinderen, die gelucht worden. Er heerschte een opgewekte stem ming, en we arriveerden in Zandvoort in dezelfde volgorde waarin we van Haarlem vertrokken waren. Na veel geworstel met de klapstoelen (niet op de manier van Chaplin, die zoo'n ding niet in elkaar kan zetten maar probeer meer eens te gaan zitten in een stoel, waarvan de zitting telkens wegwaait) begonnen we met een moeder uit de ouderlijke macht te ont zetten. Tenminste, we hadden het graag ge daan. Een kind van nog geen jaar werd op de meest hardhandige manier naar zee ge sleurd en moest pootjes baden. Kromme Engelsche-ziekte-pootjes, waarop het arme ding nog niet eens kon staan. En geen ge= schreeuw hielphij moest. En hoe hrader het kind gilde, des te harder lachte zijn moeder, die zich kostelijk amuseerde. Toen we het niet meer konden aanzien, waarschuwden we haar: Weet u wel, dat u het kind mis schien een nierziekte bezorgt?" „Maakt niets uit", was het resolute ant woord. „Ken ie best tege". Heerlijk is zoo'n dag in Zandvoort. Zoo rustig. Toen we onze klapstoelen nogmaals overwonnen hadden, kwam de tweede sensatie in den vorm, van een verdwaald kind, in een jaegertje en lila directoirtje dat luidkeels „Moe! Moe! riep. Toen dit zonder resultaat bleef, werd ons goede hart nogmaals be wogen en langen tijd dwaalden we mee tus schen de badstoelen, scherp oplettend of er ook iets, dat naar Moe zweemde, op het jam merlijke 'lila directoirtje reageerde. Niets. Dan maar naar de politie. „Nu moet je niet meer huilen", zeiden we tegen het kind, „nu brengen we je naar een heel aardige agent, en daar komt Moe je dan strakjes vandaan halen. Het kleine ding deed een heldhaftige en aandoenlijke poging zich op die vriende-. lijke agent te verheugen. Toen stortte zich plotseling onder de kreet: „Me kind! me kind" Moe vanuit een kuil op het lila directoirtje. Het was prachtig, die natuurlijke uiting van moederliefde. Eerst een stroom van kussen en toen een stroom van verwijten. En een draai om het arme kinderhoofd. Waarop de familie zich onder dankbetuigingen aan ons adres in de kuil terugtrok. Ja, het leven is boeiend. In Zandvoort, op Pinkster-Zondag, Toen we weer zaten, kwam er een juf frouwo neen, eerst kwam er muziek. „Tire Broadway Boys", een volslagen orkest, een groote trom met slagwerk en een groote trekpiano. Maar daarna kwam de juffrouw, geheimzinnig, met de actetasóh onder haar arm, ze boog zich diep naar ons over en fluisterde of ze uit de krant zou lezen. Uit de krant? „We hebben geen krant, juffrouw". „Niet uit de krant", verbeterde de juffrouw haastig, „maar uit de hand!" We bedanken heftig. We willen nu einde lijk rust. S^SilllSSx A «i- En toen er dan eindelijk niets meer was dat onze rust verstoorde en het wel leek, of het zoo maar een weekdag was, inplaats van Pinksterzondagtoen kwam de storm uit het Zuid-Ocsten en joeg alles voor zich. uit, wat hij maar te pakken kon krijgen. De strooien hoed van onzen lichtzinnigen man 't eerst. Voor ons hing een juffrouw vertwijfeld tusschen twee badstoelen en loeide om hulp. Maar voor iemand een hand kon uitsteken, lagen ze al om. Achter ons viel een groote tweepersoons stoel; een heel theeservies aan gruis. De zee had plotseling kopjes en zag er lei grijs en dreigend uit. En koud dat het was! Iedereen voelde zich als in een val gelokt. Een vloedgolf van vluchtende menschen sloeg van het strand tegen de duinen op. De vlag getjes op het karretje van den ijscoman op de Boulevard stonden star in den wind naar het Noord-Westen gericht. Beneden op het strand heerschte een wanorde als in een verstoord mierennest. We reden drie aan drie naar Haarlem terug en er werd niet eens meer gemopperd. HET VEERTIGJARIG* BÊSTAAN VAN „ONDERLING BELANG". Drukbezochte receptie. Wij maakten reeds melding van het veer tij arig bestaan van de vereeniging „Onderling Belang", de afdeeling Haarlem van den Nederlandschen Bond van Koffiehuis-, Restauranthouders en Slijters. Dinsdagmiddag hield het bestuur in café „Royal" een receptie, die buitengewoon druk bezocht was. Een lange rij sprekers com plimenteerde de jubileerende vereeniging met dezen dag, terwijl bovendien een groot aantal bloemstukken was ingekomen. Het woord werd o.m. gevoerd door den heer W. A. J. van de Kamp, lid van verdienste der afdeeling. Voorts o.m. door een afgevaardig de van het hoofdbestuur van den Bond en van de „Horecaf", den bond van Hotel houders. HET AUTO-ONGELUK TE TETERINGEN. Te Teteringen is onder zeer groote belang stelling de begrafenis geschied van de drie slachtoffers van het vreeselijke auto-ongeluk aldaar, die op het fietspad werden aange reden. SCHEEPVAARTBERICHTEN Ri,inland 1 13 u. 25 m. 40 mijl Oost van Niton,- Amsterdam naar Montevideo. Christiaan Huygens, 2 v. Port Said, Amster- dam naar Batavia. Salawati 2 te Genua. Amsterdam naar Batavia, Amstelkerk 1 v. Lagos n. Accra, W.-Afrika n. Amsterdam. Alpherat 1 te Montevideo, Rotterdam naar Buenos-Ayres. Aludra 31 v. Montevideo, Buenos-Ayres naar Rotterdam. Alcinous 1 v. Belawan Deli, Amsterdam naar Batavia. Bacchus 31 te New-York v. West-Indië. Breedijk 31 te Singapore, Java n. New-York Bennekom 31 te Valparaiso v. Amsterdam. Bodegraven 1 23 u. 3000 mijl V. Lizard, Chill naar Amsterdam. Buitenzorg p. 2 5 u. Sagres, Eatavia n. Rotter dam. Blitar 1 v. Djeddah, Rotterdam naar Batavia. Crijnssen 1 19 u. v. Plymouth n. I-Iavre, West- Indië naar Amsterdam. Drechterland 1 17 u. v. Bahia. Buenos-Ayres naar Amsterdam. Damsterdljk 1 v.m. te San Francisco v. Rot terdam. Giekerk 1 v. Porto Amimlia, Beira n. Rotter dam. Kinderdijk 30 n.m. v. Los Angeles Harbour, Pacifickust naar Rotterdam. Kota Pinang 2 6 u. v. Port-Said, Rotterdam naar Batavia. Koudekerk p. 1 Ouessant, Rotterdam naar Britsch-Indië. Lematang 1 v. Rangoon naar Sumatra. Maaskerk 1 te Bordeaux, Amsterdam naar West-Afrika. Meerkerk 1 v. Perim, Australië n. Rotterdam, Nij kerk 2 v. Amsterdam n. Antwerpen. Narenta 1 te Colon, Rotterdam naar de Paci fickust. Ouderkerk 1 v. Dairen, Japan n. Rotterdam. P. C. Hooft 31 v. Sabang, Batavia naar Am sterdam. Folydorus 1 v. Padang, Batavia naar Amster dam. Pollux 1 v. Takaradi n. Monrovia. West-Afrika naar Amsterdam. Sibajak p. 1 20 u. Perim. Batavia n. Rotterdam Stuyvesant 1 te Madeira, Amsterdam naar West-Indië. Scheldestroom 1 te Havre, West-Afrika naar Rotterdam. Tjimenteng 31 te Cebu. Tanimbar p, 1 Perim. Batavia n. Amsterdam. Tjinegara 29 v, Manila n. Macassar, Tjisalak 31 v. Manila n. Hongkong. Tjisondari 1 v. Tsingtao n. Chinampo. Van Heutsz 30 v. Penang n. Singapore. Van Rensselaer 29 v. Paramaribo naar Dema- Volendam p. 31 Lizard, Rotterdam naar New- Y ork. Zeelandia 1 12 u. v.Lissabon, Amsterdam n, Buenos-Ayres.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 10