STATEN-GENERAAL. TRANSPIREERENDE DE AVONTUREN VAN EEN VERKEERSACENTJt DE JEUGDHERBERG JAN CIJZEN' HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 3 JUNI 1931 TWEEDE KAMER 2 Juni. Hamerstukken. Woekerbe strijding in het initiatief-ont werp-v. d. Bergh. Nog een drietal weken „zit" de Tweede Kamer. Met voorzitterlij k hamergeroffel werd de laatste ronde geopend: hamerstukken. Een gering aantal! Drie onteigeningen: voor een Amsterdamsche "begraafplaats, voor wegenaanleg van de Gouwe naar Moordrecht en voor den nieuwen weg buiten Oegstgeest. om (met een wijden boog), van Endegeest naar de Postbrug. Breed geprojecteerd is deze weg. En wanneer de nieuwe, de Oegstgeesche benauwde kom vermijdende, weg op de volle snelverkeerbreeate zou worden aangelegd, dan zoo vreesden de heeren Bongaerts. v. d. Bilt en van Dijk zou daarmede gemak kelijk gepraejudicieerd kunnen worden, door het dan ten nutte maken van belangrijke gedeelten aanwezigen, breeden weg, op het tracé van den noodzakelijken grooten weg van Den Haag naar Amsterdam. De Kamer wilde, dat volkomen vrijheid zou blijven voor den komenden wetgever om den komenden weg daar te leggen, waar hij noodzakelijk zal zijn, al of niet door de Haarlemmermeer. Minister Reymer deed de toezegging, dat de weg buiten Oegstgeest om, niet gebouwd zal worden op de voor het groote ver keer maximale breedte en dat de Kamer vol ledig vrij is te beslissen later, over het beste tracé van den grooten verbindingsweg van Den Haag naar Amsterdam. Zonder discussie en zonder stemming zag Minister Terpstra de suppletoire begrooting aangenomen wegens de uitbreiding van de inspectie voor het Nijverheidsonderwijs, waar mede de Kamer dus gaarne instemt. De woekerwet-v. d. Bergh. Woeker is ellende! Wij behoeven de ellende van den woeker waarlijk niet uiteen te zetten voor de bur gers van een gemeente als Haarlem, waar ons blad den omvang van het euvel reeds in een serie artikelen ten duidelijkste heeft ge schetst. Bovendien: er bestaan te Haarlem plannen tot oprichting van een gemeentelijke bank voor woekerbestrijding. Dat bij den heer v. d. Bergh, die in Am sterdam behoort tot degenen, die er den woe ker, meer door gemeentelijke regeling en in stelling, bestrijden willen, de wensch tot het keeren van het kwaad zich omzette in de daad van een initiatief-ontwerp, is niet meer dan begrijpelijk. Werd ook in de Kamer al gemeen begrepen en gewaardeerd. Vooral Mevr. van Itallie—van Embden yestigde daarop de aandacht vooral nu, on danks herhaald betoog, de regeering, de op eenvolgende regeeringen, niet met wettelijke maatregelen zijn gekomen. Over dit uitblijven mag echter niet al te spoedig de staf gebro ken worden, want de discussie, ook weer over het initiatief-ontwerp v. d. Bergh, heeft wel doen zien, dat 't nu niet zoo heel gemakke lijk is een ontwerp tegen den woeker te con- strueeren, dat doel treft, dat hout snijdt, dat nieuw-uitgedachte, geslepen gevonden, ge vaarlijker, wijl clandestiene woekermethoden tegen kan gaan. Intusschen de poging van den heer v. d. Bergh vond waardeering en de wetstechni sche vorm, waarin hij zijn poging goot, valt zeer te roemen. O.m. de heer Beumer, de wets- yervolmaker bij uitstek, stak zijn hulde niet onder stoelen of banken. Het wetsontwerp heeft van de beide metho den bij de woekerbestrijding, het repressief Duitsche en het preventief Engelsche stelsel, het laatste gekozen. Het ontwerp legt het geldschieterswezen (voor leeningen, deneden 500 gulden) aan banden volgens deze grond beginselen: 1. Concessïoneeiing van het geldschieters- bedrijf met wering van ongunstig bekend Staande personen; 2.Het stellen van algemeene voorwaarden, Iwaaraan het geconcessioneerde bedrijf moet Voldoen; 3. Nietig verklaring van alle handelingen ien bedingen in strijd met die voorwaarden. Haalt het ontwerp de eindstreep, dan zal het geldschietersbedrijf alleen mogen wor den uitgeoefend door gemeente-banken of geldschieters-met-vergunning. Op overtre ding van het gebod staat een niet geringe straf. Het oorspronkelijke ontwerp-v. d. Bergh legde een rente-maximum in de wet van 12%. De voorsteller heeft, mee naar aanleiding van het Voorloopig Verslag, gevoeld, dat het tot groote moeilijkheden zou leiden: het jaar percentage van 12%. Er zijn wel overheids instellingen, die meer vragen, zonder dat zulks woeker genoemd kan worden. Er zijn risico's, er zijn administratiekosten. Nu heeft de heer v. d. Bergh in zijn gewijzigd ontwerp van wet de vaststelling der 12% geschrapt en de bepaling van de maximale rente voor elk geval, voor groepen van gevallen, overgela ten aan een algemeenen maatregel van be stuur. Wetstechnisch is dit natuurlijk geen be zwaar. Maar er is een moeilijkheid. De beide a.r. sprekers wezen twee kanten daarvan aan. De eerste, Mr. De Wilde, wenschte, vóór hij zijn stem aan het ontwerp gaf, te weten wat in dien algemeen maatregel van be stuur zal komen te staan, althans de hoofd zaken daarvan. En dat kan de heer v. d. Bergh die het. ontwerpen van die maatregel aan de regeering overlaat, natuurlijk niet zeggen; de heer v. d. Bergh kan de richt lijnen niet aangeven. De heer Beumer noem de 't niet verkeerd, om in een initiatief-ont werp aan een algemeenen maatregel van bestuur iets over te laten, maar zeide, 't dan evenmin aan de regeering te kunnen euvel duiden, wanneer zij haar contraseign aan het ontwerp niet zou wenschen te geven, wanneer zij het maken van een geslaagden algemeenen bestuursmaatregel tot de on mogelijkheden zou verklaren. Welke minister zou dien algemeenen be stuursmaatregel moeten ontwerpen? In het wetsontwerp wordt geen minister bepaalde lijk aangewezen voor de uitvoering van de wet. Is het de bewindsman voor Justitie, die voor Bir.nenl. Zaken of die voor Arbeid. De heeren Beumer en Snoeck Henkemans dron gen op een antwoord aan: de eerste achtte het verkeerd: ..dit legislatieve wicht te von deling te leggen". De heer Van Poll had in het ontwerp mee om het de beslissing uitstellende, nopen tot een algemeenen bestuursmaatregel gemist elke definitie van wat woeker is. Wenschte dc heer Van Poll dit nu heusch gedefineerd te hebben, hij die alle philoso- plien van de oudheid en den nieuwen tijd de revue deed passeeren om te doen zien. dat niemand nog een sluitende definitie gaf? Mevr. Van Itallie loofde, gelijk gezegd, het ontwerp onvoorwaardelijk. Ze beschreef levendig, tot welke duivelsche practijken de woekeraar komt. Met Dr. Vos voelde de heer Snoeck Henke mans meer voor het repressieve Duitsche stelsel, dat woekercontracten kan vernieti gen, en in den'vorm van het Ned. Indische stelsel, woekercontracten door den rechter kan doen veranderen. Een nadeel hiervan is Mr. v. d. Bergh zal morgen, wanneer hij aan het woord komt, wel niet nalaten. daarop de aandacht te vestigen dat er ook woekerpractijken zonder schriftelijk contract woekeren. En zulke practijken maakt zijn ont werp onmogelijk. Dr. Vos betoogde voorts de onmogelijkheid voor een regeering om vast te stellen voor alle gevallen, wanneer een bepaalde rente woeker is of niet. Zulks mee, wijl er in de rente ook administratiekosten begrepen zijn. Met Dr. Vos vreesde Mr. De Wilde van het ontwerp een clandestien optredend woeker- bedrijf. met de fnuikende nadeelen daarvan voor de geholpenen. De heer Snoeck Henkemans brak een lans voor een geheel ander uitgangspunt voor een proeve van wetgeving. Niet de woeker wilde hij bestrijden, maar het leenen. Gewoonlijk toch Mevr. van Itallie en Mr. de Wilde noemden frappante staaltjes komt men in woekeraarshanden, doordat men zich wenschen wil verwezenlijken boven de financiëele gezinscapaciteiten. Zulk ge makkelijk leenen is een eerste stap op een hellend vlak. Maar kan men wettelijk daartoe komen0 In ieder geval doet het ontwerpv. d. Bergh in zijn practijk, een belangrijke stap in de richting van 's heeren Snoeck Henkeman's wenschen. INTIMUS. ARTIKELEN DER KIESWET STRIJDIG MET DE GRONDWET? Het Tweede Kamerlid de heer Van den Bergh heeft aan den minister van Binnen- landsche Zaken en Landbouw de volgende vragen gesteld: Is de minister niet van oordeel, dat de art. 5 en 6 der Kieswet, welke het kiesrecht voor Provinciale Staten, resp. gemeenteraad, mede afhankelijk stellen van het bezit .van het Rijksingezetenschap, in strijd zijn met de Grondwet? Is de minister bereid, ten spoedigste wijzi ging van deze artikelen te bevorderen, ten einde hen in overeenstemming met de Grond wet te brengen? (Reeds in een deel van een vorige opgenomen.) EEN VERKEERSCOURANT. DE PROVINCIALE VERKEERSINSPECTIëN. Zaterdag 6 Juni a.s. is het „Verkeersdag". Die dag zal worden gewijd aan de leuze „Veilig Verkeer". Ter gelegenheid van dezen Verkeersdag zal de „Bond van Vrijwillige Verkeersinspectiën in Nederland" de Verkeerscourant verspreiden waarvoor verschillende personen, die het recht hebben, krachtens hun positie, op ver keersgebied mee te spreken, bijdragen hebben geleverd. Honderdduizend exemplaren van deze courant zullen op 6 Juni in het land worden verspreid. In de groote plaatsen, als Amster dam, Rotterdam en Den Haag, zal de ver spreiding geschieden door de verkeerspolitie, terwijl voorts in de meeste plaatsen van ons land de gemeen te* en Rijkspolitie medewer king voor de verspreiding verleenen. Het blad is geredigeerd door den heer C. J. van Wijngaarden van Rees, secretaris van bovengenoemden Bond. In een hoofdartikel wordt uiteengezet dat de oorzaken van alle verkeersongevallen zijn: onnadenkendheid, onachtzaamheid, onnoozel- heid. Men kent wel de voorschriften, men kent de gevaren, men is zich bewust van de mogelijkheid van het gevaar en toch zondigt men telkens weer tegen de voorschriften en slaat waarschuwingen in den wind. De fout schuilt bij den mcnsch. De Verkeersdag van 6 Juni richt zich daar om tot den mensch, tot den weggebruiker, hij zij wandelaar, fietser, motorrijder, auto mobilist, bestuurder van welk voertuig ook. In die allen moet het bewustzijn ontwaken, dat het plicht is, mede te wei'ken, ieder in eigen kring, aan de verwezenlijking van de leuze „Veilig Verkeer". „Mensch, wie gij zijt, kijk uit!" zoo eindigt het artikel. De Minister van Waterstaat heeft de volgen de regelen voor de Verkeerscourant afge staan: „Het verkeersvraagstuk raakt het geheele landen de geheele bevolking. Wordt dit alge meen ingezien, dan wordt ook het inzicht algemeen, dat voor de oplossing van dit vraag stuk de medewerking van allen geboden is. Door haar beiangelooze bemoeiing hebben de vrijwillige verkeersinspectiën deze alge meene medewerking metterdaad ingeleid; het is haar groote verdienste". De voorzitter van den A.N.W.B., Toeristen bond voor Nederland, de bekende heer Edo J. Bergsma, schrijft o.m.: „Als voorzitter van den Bond, die alle toerisme omvat en dus gebruikers van alle middelen van Verkeer onder zijn leden telt. als voorzitter van den Bond, die bovendien zelf de veiligheid van het verkeer reeds vele jaren lang met ernst en met der daad be vorderd heeft, mag ik ook mijn waarschuwend en manend woord tot alle categorieën van weggebruikers richten. Welnu dan, moge ik allen toeroepen: Weest billijk jegens iederen meegebruiker van den weg. Want, als die billijkheid betracht wordt, als de wielrijder, de automobilist, de wande laar en de ruiter elkander dus geven, waar zij in redelijkheid recht op hebben, wanneer ieder weggebruiker fatsoenlijk handelt en rechtvaardig in zijn opvattingen is tegenóver ieder op den weg; wanneer eikeen bedenkt: „wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe da; ook een ander niet", dan zal. beter dan door alle wetten en verordeningen en regels hoe onmisbaar ook tegenover maniakken, INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. OKSELS EN VOETEN behandele men met Purolpoeder. Dit is het meest afdoende middel daarvoor. Het kost 45 en 60 ct. per bus en is evenals Purol, verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten. psychopaten en ploerten de veiligheid voor allen, voor u zelf. uw kinderen en wie u ver der lief zijn. gediend worden, allen en de ge heele Maatschappij tot heil". „Rijd beschaafd!" zoo roept de heer E. L. C. Schiff. voorzitter van den Kon. Ned. Auto- mobielclub (K.N.A.C.) den automobilist toe. Utrecht's burgervader, Dr. J. P. Fockèma Andreae zegt o.m. in zijn artikel: ..Van ver keersellenden naar verkeersidyllen": ..Bovenal moeten wij als een onmisbare voorwaarde voor goede verkeerstoestanöen beschouwen de aanwezigheid bij allen, die den openbaren weg gebruiken, van het noodige verantwoordelijkheidsgevoel, zich uitend in oplettendheid, voorzichtigheid, wederzijdsche inschikkelijkheid en stipte na leving van „de regels van den weg" en de wenken der politie. Aan menigen volwassen burger, maar vooral toch aan de jeugd moet dit juiste begrip worden bijgebracht". Interessant is het volgend bericht betref fende Verkeersopvoeüing in Japan: „Een niet onaardig aanplakbiljet versiert de straten van Tokio. De vertaling is ongeveer als volgt: „Automobiel, Gij zijn schoon. Gij zijt snel en Gij zijt machtig. Maak echter geen mis bruik noch van uw schoonheid, noch van uw snelheid, noch van uw macht. Denk aan uw zwakkere broeders, den hond het paard en den voetganger. De hond is bang voor uw banden, die hem kunnen vermorzelen. Wees zoo goed en laat voldoende ruimte over. opdat hij pas- seeren kan. Het paard heeft een afkeer van ontploffingen, rook en benzinelucht. Zorg er voor, dat hij daar niet te veel last van heeft. De voetganger is het minste bij U in tel. Heb toch medelijden met hem! Hij zal mis schien morgen automobilist zijn". Over doel en werkwijze der Provinciale Ver keersinspectiën vonden wij in deze Verkeers courant het volgende vermeld: „Het doelt- der in Nederland bestaande Provinciale Vrijwillige Verkcers-lnspectiën is het bevorderen van de naleving der wette lijk vastgestelde verkeersvoorschriften en wel door: a. aan poli'.ie-beambten of personen met soortgelijke bevoegdheid gelegenheid te geven om mede te rijden in motor rijtuigen, welke vrijwillig en geheel kosteloos door haar leden daarvoor ter beschikking worden gesteld: b. het verspreiden van drukwerken en platen, welke de aandacht vestigen op het belang, dat de weggebruikers heb ben bij het inachtnemen van de regels van den weg; c. de aandacht van de betrokken auto riteiten te vestigen op verkeers-belem- mering en zoo noodig voorstellen te doen, welke tot verbetering of wegne ming daarvan kunnen leiden: d; aanwending van al zulke wettige mid delen, waardoor een veilig verkeer wordt gediend". GIJZEN Men schrijft ons: Aan de Jan Gijzenvaart, tusschen den Rijksstraatweg en Santpoort, staat een aan de Gemeente Haarlem behoorend gebouw, dat als Jeugdherberg zal worden ingericht. Het Stichtingsbestuur gaf het gebouw den naam van „Jan Gijzen". Er was wel een poë tischer naam te bedenken geweest, doch uit practische overwegingen heeft men dezen ge kozen. Immers, wanneer een hier ter plaatse onbekende „trekker" de Jeugdherberg zoekt en dezen naam noemt, zal iedere Haarlem mer hem kunnen inlichten, waarheen hij zijn schreden richten moet. Al zou een voor het doel gesticht gebouw een andere gedaante en inrichting hebben gekregen men denke aan de over dit on derwerp in dit blad verschenen artikelen ook van Jan Gijzen is met passen en meten wel wat te maken. Wij laten hieronder een korte beschrijving volgen van de toekomstige inrichting. Van den langs de vaart loopenden weg komt men over een ruim voorplein, dat den tljdelijken bewoners 's avonds na den tocht een prettig zitje geeft, links aan een ruime afsluitbare rijwielbergplaats in het midden voor den hoofdingang. Op het voorplein staat een pomp, die de watervoorziening van het gebouw voedt. Links van den ingang ligt de woning van de Herbergouders met magazijn voor reserve-goederen en een bureautje, waar zij, die om onderdak komen, zich aanmelden. Aan den achterkant liggen 2 slaapzalen, elk voor 30 jongens. In de zalen komen stalen bedden, twee hoog boven elkaar. Aan de Noordzijde ligt tegen de slaapzalen het waschlokaal met de toiletten. Waschbakken en douches worden in het waschlokaal aan gebracht. Aan de overzijde van de gang, recht voor den ingang, ligt de slaapzaal voor 30 meisjes, met aangebouwd waschlokaal en toi letten, gelijk aan die voor de jongens. Hier naast vindt men aan den Zuidkant het dag verblijf. Het biedt door meubileering met tafels, banken en stoelen plaats voor 60 per sonen, die uit de hiernaast liggende keuken STEUNT! bi] gelijken pnjs en kwaliteit de Nederlandsche Industrie Hiermede dient gjj uw land en BESTRIJDT gij de werkloosheid. hun maal ontvangen of het in de daar weer naast liggende z.g. trekkerskeuken zelf be reiden. Een gedeelte van de gang. waar geen verkeer langs komt. wordt als zithoek met tafels en banken aangekleed. Het Stichtingsbestuur hoopt en verwacht vóór den vacantietijd alles gereed te hebben, om den stroom van vacantlegangcrs te kun nen ontvangen. Velen gaven reeds moreelen en geldeUjken steun, voor het inrichtings plan. dat ongeveer 6000 zal eischen. Maar er is nog ca. 3000 noodig. Of er te Haarlem een Jeugdherberg noodig is. wie zal het nog betwijfelen, die omstreeks dc Pinksterdagen de stroomen van trekkers door onze stad heeft zien gaan? Velen vroegen onderdak in de Jeugdherberg, maar steeds moest het ant woord luiden: ..De Jeugdherberg is nog niet open". Of zij dezen zomer geopend zal wor den hangt van onze stadgenooten af. Wie daartoe iets wil bijdragen, kan zijn gave stor ten op gironummer 41096 van den Penning meester. Arch. J. C. Slagtcr. of op de reke ning van de Stichting ..De Kennemer Jeugd herberg", Twentschc Bank. Haarlem. RADIO-PROGRAMMA DONDERDAG 4 JUNI 1931. HILVERSUM 298 M. Uitsl. AVRO-Uitzending. 800 Gramofoonpl. 10.00 Morgenwijding. 10.30 Gramofoonpl. 11.00 Concert. M. Dyx- hoorn (zang), Fr. Hillen (plano). C. dc Wilde •.cello1. l.Cö Concert AVRO kwartet o.l.v. D. Groene veld. 2.00 Lezing door mevr. Korlaar van Dam. 3.00 Naaicursus. 4.00 Gramofoonpl. 4.30 Ziekenuurtje. 5.30 Concert Omroeporkest o. 1. v. N. Treep. 6.30 Prof. Dr. A. de Sopper spreekt over ..Irrationalisme". 7.00 Vervolg concert. 7.30 Sportpraatje door H. Hollander. 8.00 Max Tak: ..De verfilming van het- Con certgebouw-orkest te Parijs". 8.15 Aansluiting Concertgebouw te Amsterdam. In de pauze: Radio-tooneel. 10.15 Vaz Dlas. 10.30 Dans muziek door Kovacs Lajos en zijn orkest. Re freinzang: Bob Scholte. 11.10 Gramofoonpl. HUIZEN. 1875 M. 8.00—9.15 KRO 10.00—11.00 NCRV. 11.00—2.00 KRO. Daarna NCRV. 8.00 Gramofoonpl. 10.00 Zang dameskoor. NCRV. 10.30 Ziekendienst. 11.00 Gramofoon- platen. 11.30 Godsd. halfuurtje Pastoor Per- quin. 12.00 Politieber. 12.15 Concert. KRO- Trio. 1.45 Gramofoonpl. 2.15 Handwerkcursus 3.45 Vrouwenhalfuurtje. 4.00 Ziekenuurtje. 5.00 Cursus Handenarbeid voor de Jeugd door H J. Steinvoort. 5.45 Orgelconcert door A. Schellevis. 6.45 Knlpcursusu. 7.00 Vragen- halfuurtje. 7.30 Politieber. 1.45 Gramofoon- platen. 8.00 Dr. W. v. d. Eist: ..Het werk der klokkegieters Hemony" 8.30 Concert. Dub belman nenkwartet ..Kunst naar Kracht" o. 1. van L. W. Vischer en het Chr. Radio-orkest o. 1. v, G. tSam. 10.05 Vaz Dias. 10.45 Gramo- foon platen. DAVENTRY 1554,4 M. 10.35 Morgenwijding. 12.20 Orgelconcert R. Foort. 1.20 Concert door het- Bernard Russell Harp kwintet, 2.25 Schooluitzending. 3.20 Kerkdienst. 4.05 Concert P. McDonald (viool) M. Murray (piano). 4.35 Licht orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 7.00 Bach-pianoconcert door J. Ching. 8.05 Orkestconcert m. m. v. Sheridan Russel (cello). 9.55 Concert door E. Gerhardt (mezzo-sopraan) en Hilda Dede- rich (piano). 10.50 Dansmuziek. PARIJS „RADIO-PARIS", 1725 M. 8.05 Gramofoonpl. 12.50 Gramofoonpl. 1.25 Gramofoonpl. 4.05 Dansmuziek. G.20 Gramo foonpl. 8.20 Radio-tooneel. 9.50 Orkestcon cert. KALUNDBORG, 1153 M. 12.20 Orkestconcert. 3.20 Orkestconcert m. m. van solisten. 8.0 2Uitz. van „Preciosa" van C. M. v. Weber. 9.50 Saxofoon-soll door Henry Casse. 10.35 Luitconcert door Hans Neemann. 11.05 Dansmuziek. LANGENBERG, 473 M. 7,20 Gramofoonpl. 11.50 Gramofoonpl. 1.20 Orkestconcert, 4.50 orkestconcert. 8.20 Gra mofoonpl. 9.05 Symphonle-orkestconccrt. Hierna tot 12.20 Avondconcert. BRUSSEL, 508,5 M. en 338,2 M. 508 Meter: 5.20 Orkestconcert. 6.50 Gramo foonpl. 8.20 Orkestconcert. 338 Meter. 5.20 Orkestconcert. 6.50 Gramo foonpl. 8.20 Solistenconccrt. 9.20 Concert door E. Decker (zang). 9.35 Orkestconcert. ZEESEN, 1635 M. c.a. 7.00 Gramofoonpl. 10.30 Lezingen. 12.20 Gramofoonpl. 1.15 Berichten. 2.20 Gramo foonpl. 3.20 Lezingen. 4.50 Concert. 5.50 Le zingen. 8.20 Militair orkestconcert. 10.20 Be richten. 10.50 Vervolg Militair concert. Daa:- na populair orkestconcert. EEN DAGELIJKSCHE KINDERVERTELLINC Met een flinken smak kwamen beiden op den grond terecht. Het eerste wat ze deden was het vizier oplichten, om te zien waar de tegenstander was. Daar zagen zij elkaar in het gelaat. Lachend, want het was immers maar spel. De ridder stelde nu den verkeersagent voor eens met hem den strijd aan te binden en Keesje had daar wel ooren naar. ..En als wij hebben gestreden, dan waag ik het met het matroosje." En dat vond de matroos, die schik in het geval kreee, heel aardig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 7