vrouwen
over
ABR. MEIJER
PENSIONGASTEN.
HOEDEN.
HET PATRONENHUIS.
Haarlem's
Donderdag ZOMERMANTELPAKJE.
Dagbl a d
OVER
HI!!lllllll!lllfl!lll!!lll!l!llillIIIII!IH
Het kan wezen, dat nu de
malaise op haar hevigst woedt,
de stoffenfabrikanten de mee
ning zijn toegedaan, dat men de
bakens moet verzetten, waa
neer het getij verloopt, en dat
men dus in een tijd van minder
grooten overvloed met goed-
kooper stoffen op de markt
moet komen, die evenwel niets
aan fraaiheid en doelmatig
heid mogen hebben ingeboet.
Of deze gedachtengang bestaat
of niet, een feit blijft, dat het
succes der katoenen stoffen in
de meest uiteenloopende weef
sels, dit jaar nog grooter belooft
te worden dan verleden jaar.
Men heeft bovendien allerlei
aardige modellen voor jurken
en pakjes van deze nieuwe ka
toenen stoffen ontworpen en
men beweert zelfs, dat de jon-
ge-dames in Parijs dezen zomer
in katoenen japonnetjes zullen gaan dansen.
Natuurlijk treden onder de katoenen stoffen
de groote Schotsche ruiten en ook de kleine
ruitjes sterk naar voren, al zijn die niet zoo
sprekend van kleur, als de ruiten van den
afgeloopen -winter. Het plaatje links geeft een
indruk van deze katoenen ruitjesstof. De
jumper-blóuse is eryan gemaakt bijvoor
beeld, terwijl daarop een jasje zonder mou
wen wordt gedragen, in een effen kleur (één
van de hoofdkleuren van de ruiten van de
blouse), dat weer gevoerd is met dezelfde
ruitjesstof, als waarvan de blouse gemaakt is.
Op die manier heeft men een alleraardigste
trois-pièces gekregen. Maar ook in de effen
kleuren zien we allerlei aardige katoenen
stoffen. Een daarvan is het z.g. Durene-
katoen, dat heel sterk is, al lijkt het nog zoo
KATOEN
RUITEN.
EN
ifM?
ui
kj
dun. Daarvan is bijvoorbeeld het japonnetje
rechts gemaakt, groene Durene, met witte
manchetjes en een wit linnen hoedje. Na
tuurlijk bestaan er allerlei andere kleuren en
tinten in.
De ruiten treft men in allerlei andere stof
fen ook aan. Het Fransche modehuis Rodier
toonde verschillende ruiten in een nieuwe
zachte wollen stof „Lissyl" genaamd, in teere
pastelkleuren, met nooit meer dan drie kleu
ren in één patroon. Het Parijsche huis Meyer
toonde aardige ruiten in zuiver wollen crêpes
met een gekleurden ondergrond van groen,
zachtblauw, maïsgeel of beige, met ruiten
van zwarte lijnen, of met donkeren onder
grond en dan de ruiten in lichtere lijnen ge-
teekend, Maar in ieder geval: er zijn massa's
ruiten dit seizoen!
Toevallig heb ik in den laatsten tijd een
Btuk of wat boeken gelezen, die vrij hoog uit
steken boven de vrijwel minderwaardige
rommel, die ieder mensch, die zich een.
beetje voor litteratuur interesseert, nolens
volens door de handen, moet gaan, en nog
toevalliger zijn het alle vier boeken, die tot
hoofdpersoon hebben dat merkwaardigste
aller fenomenen, die hier op aarde het leven
onzeker maken: Hare Majesteit de Vrouw.
Het zijn Mrs. Dalloway" door Virginia Woolf,
„D&s Madchen Géorge" door Joe Lederer,
„Georgette Garou" door Dominique Dunois,
en „Lily Christine" door Michael Arlen. Ik
kan ze u aanbevelen. Ze zijn de moeite
waard. Ze zijn des te. meer-de moeite waard,
omdat ze op het gebied van- litteratuur door
en over vrouwen een merkwaardige collectie
vormen, die heel wat van de theorieën over
het schrijven door vrouwen ondersteboven
gooien. En ze bewijzen alweer, dat theorieën
en generalisaties buitengewoon mooie
uitvindingen zijn, die men overigens beter
zoo lang mogelijk achter slot en grendel kan
houden, omdat ze dikwijls maar een onder
geschikt gedeelte dekken van het groote ge
heel, waarop men ze zou willen toepassen.
„Mrs. Dalloway", „Das Madchen George", en
„Georgette Garcou", alle drie door vrouwen
geschreven, verschillen onderling en in alle
opzichten even hemelsbreed van elkaar als
van „Lily Christine" geschreven door den
bekenden Engelsch schrijvenden Armeniër
Michael Arlen.
.trixi
„Mrs. Dalloway" geschreven door Virginia
Woolf, van wie ook de studie over vrouwen in
de litteratuur verscheen, die ze „A Room of
One's Own" noemde, en waarin ze de onder
geschikte positie verklaarde, die de vrouwen
tot voor niet zeer lang in de litteratuur van
de wereld innamen, verhaalt van het leven
van een vrouw gedurende één dag, van al
die wonderfijne nuances en schaduwplekjes
en glimlichtjes in het gedachtenleven van
een vrouw van twee en vijftig, die "haar bood
schappen doet en de bloemen verzorgt en
het zilver naziet, en zit te droomen op haal
bed, voor ze zich aankleedt voor de partij,
die ze dien avond geven zal. Een boek dat
wel veel sterker dan de andere vrouwelijkheid
en vèrteedering ademt, dat misschien
grootheid van spanning en vaart mist, maar
de schade weer ruimschoots inhaalt door de
innigheid en subtiele charme van zijn details.
„Georgette Garou", waarvoor de schrijf
ster in 1928 den Prix Femina kreeg, werd me
indertijd, evenals „Das Madchen Georg" warm
aanbevolen door Top Naeff. Is er veel meer
noodig? Het eerste de beroemde Fransche
roman op zijn klaarst, op zijn ruigst mis
schien, spelende in een klein dorpje langs
den stoffigen grooten weg, waar het leven
uiterlijk zoo simpel, en innerlijk zoo sterk en
warm en wreed kan zijn. Het tweede de
moderne Duitsche roman op zijn raakst,
vlijmscherp geschreven in een stijl, die doel
bewust en zeker van zich zelf slechts de
hoognoodige woorden bij den kop schijnt ge
pakt te hebben en ze met een zweep over de
bladzijden jaagt. Elk woord raak, zuiver en
op zijn plaats.
„Lüy Christine" van den beruchten cyni
cus Michael Arlenleest u het zelf. En
dan zult u voor de zooveelste maal beseffen,
dat elk cynisme, zelfs dit, niets dan een dek
mantel is ter bescherming van te veel en te
snel kwetsbare gevoeligheid. Afgezien nog
maar van de buitengewoon knap opgezette en
uitgewerkte intrige.
Er zullen er onder u zijn, die met aan-,
op- en bemerkingen komen aandragen, die
„Das Madchen George" te theatraal, en het
slot te veel om-er-maar-af-te-zijn, en dit te
onwaarschijnlijk, en dat te onplausibel zul
len vinden, die „Mrs. Dalloway" daadloosheid
en gebrek aan synthese zullen beschuldigen;
en ik wil het u allemaal toegeven. En toch
lees ze. Daar zijn in die vier boeken, die
ik u noemde, twee kwaliteiten, die het lezen
waard maken; en dat zijn overtuiging, waar
aan het gros van de tegenwoordige littera
tuur teneenen male mankeert, en liefde.
Laat ze desnoods een beetje theatraal en een
beetje kras zijn, laat ze in hun drang naar
vaart en tempo eens een hindernis wat slor
dig nemen, als ze aan het eind maar triom
fantelijk en stralend terug kunnen, kijken op
hun werk en constateeren, dat ze er gekomen
zijn. Het mankeert de huidige litteratuur
maar al te vaak aan durf en vaart, aan het
overtuigde elan, en het fiere zelfvertrouwen.
Er worden te veel boeken geschreven, die,
angstig en bedeesd, zich niet buiten de perken
van het traditioneele tuinmuurtje durven
te wagen.
Lees deze maak uw aanmerkingen
maar u zult ze over willen lezen voor een
tweede of derde keer. Alle kritikasters en
theoretici ten spijt is dat tenslotte de ware
toetssteen.
WILLY VAN DER TAK.
UIT HET MODE-ARSENAAL.
Terwijl wij nog in dikke bontjassen gehuld
met roode neuzen van de koude najaarswin
den een half jaar en langer geleden bibbe
rend rondliepen, waren de mode-ontwerpers
al geruimen tijd binnenskamers bezig een
waar arsenaal van voorjaars- en zomer-toi-
letten te ontwerpen voor alle mogelijke doel
einden en alle mogelijke en onmogelijke
uren van den dag. Daar hebben we nu bij
voorbeeld het namiddagtoilet. Wat is nu
eigenlijk precies een „namiddagtoilet?" Een
toilet dat men in den namiddag draagt zal
men zeggen. Jawel, maar wat is nu het ver
schil tusschen dit toilet en het five-o'clock-
tea toilet, of het informeele dinertoilet enz.?
Ja, dit zijn nu van die etikette- en mode
détails, die meer aangevoeld, dan omschre
ven kunnen worden. Maar over het algemeen
kan men volstaan met te beweren, dat het
namiddagtoilet een „min of meer" gekleed
costume is, dus geen sport, geen ochtend-,
geen luchtig zomerwandeltoiletje. Het is, nu
jaeen namiddagcostume. Links op het
plaatje staat er een. Ontwerp Jane Regny,
met satijnen revers op een blouse van jersey,
en met een rok eveneens van satin. Het vest
je is van witte geplisseerde georgette. Stem
mig zwax-t met wit dus. Wat trouwens „de"
juiste combinatie voor het gekleede toilet
ook in dit 'seizoen is..
Rechts een ander stuk uit het mode-arse
naal: een toeschouwerssport-jurk, specta
tor-sports, zooals onze Engelsche en Ameri-
kaansche zussen het noemen. Dat wil dus zoo
veel zeggen als: een jurk waarin men naar
sport mag.kijken. De juffrouw links op
het plaatje mag dus zeer beslist niet naar
sport kijken! De rechtsche juffrouw wel,
want haar japon is van een bois-de-rose zo
merstof, het randje langs de hals en de
smalle driehoekige puntjes op den overslag
van de mouwen zijn van wit, evenals de hoed
en de handschoenen met tasch. Gelukkig
mag deze jurk ook nog voor „informeele"
stadsdracht gebezigd worden. Wat een ware
opluchting is, want er is toch ook niet al
tijd sport om naar te kijken
De groote kleermakers te Parijs voorspel
len, dat we dezen zomer veel mantelpakjes
van dunne stoffen zullen dragen. Laten we
hopen, dat de heeren waarheid spreken,
want maar weinig moderne kleedingstukken
hebben zoovele goede eigenschappen, waar
van wel de voornaamste is, dat men op de
meest simpele wijze werkelijk „gekleed" kan
zijn.
Ons model is van marine blauwe zijden
rips, met uitzondering van de blouse, die
wit is en gegarneerd met rose en blauwe
strooken.
De rok heeft van onderen twee godets en
boven een smalle heupband, waarvan de stof
in tegenovergestelde richting is genomen.
Het jasje heeft een tot den zoom doorloo-
pende sjaalkraag.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
WEEKNIEUWS
GROOTE HOUTSTRAAT.16
Wij hebben zoo juist iets bijzonders
ontvangen in meisjes pullovers. In de
groote maten in blauw en geel, de
groote modekleuren van dit seizoen, en
in de kleine maten in blauw en rood
met en zonder mouwen.
Er is een bijzonder aardig patroon in
gewerkt en ze zijn versierd met kleurig
borduursel. Hebt U al opgemerkt, dat
de ronde hals steeds meer mode wordt?
Ook deze meisjes pullovers zijn met
een ronden hals. U moet eens zien hoe
aardig dat staat. Daarbij zijn ze niet
duur. Kleinste maat z. m. fl. 3.50;
stijging met 40 cts. per m. Komt U
eens kijken? Het verplicht U tot niets!
U zult nergens nog iets dergelijks ge
zien hebben.
ZOMERVLEKKEN.
In het warme jaargetijde (ten minste
„warm" volgens den kalender), wanneer we
ons veel meer buiten in de open lucht be
wegen dan gewoonlijk, kunnen er allerlei
kleine ongelukjes met onze kleeding voorko
men, waarvoor het goed is een middeltje te
weten. B.v.: De kixxderen spelen buiten en
krijgen wagensmeervlekken aan hun klee-
ren. Meestal zullen deze jurken en pakjes
enz. waschbaar zijn. In dat geval besmeren
we de wagensmeervlekken met een weinig
zoete olie of boter en wasschen ze daarna in
een sopje uit. Is de stof niet waschbaar (be
drukte katoen, wol, fluweel, zijde) dan wrijft
men de vlekken met witte terpentijn weg.
Witte jurken en dito flanellen pantalons,
witte jumpertjes enz. komen soms leelijk met
groene vlekken door liggen in het gras. Dat
is niet zoo erg, als xxxen er gauw bij is. Men
kan ze dan wegwrijven met een watje met
alcohol (eau de cologne enz.). Men moet wel
bedenken, dat hoe ouder de vlekken worden,
hoe moeilijker ze uit te maken zijn. Natuur
lijk komen nu ook veel vruchten-vlekken in
tafellakens, servetten, jurken enz. voor. Deze
maakt men ook uit met alcohol, eau de co
logne en spiritus. Dikwijls krijgt men ze er
ook uit, wanneer men dadelijk met schoon,
koud water uitwascht. Men moet er evenwel
goed om denken, dat men ze nooit met zeep
probeert te behandelen, omdat daardoor
juist de vlek zich zou vastzetten. Is men in
het bosch dan loopt men de kans hars (van
de pijnboomen enz.) in de kleeren te krijgen.
Ook deze zijn met alcohol of eau de cologne
weg te krijgen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
KINDERHUISSINGEL 28-
KNIPPATRONEN NAAR MAAT.
PASKLAAR maken van MANTELS en
JAPONNEN. ROBES et MANTEAUX.
CHIQUE COUPE.
Directrice: MEVR. WIED EN HOF F
AMSTERDAM-HAARLEM. 10
De vacantieplannen zijn alweer druk in
wording, of ze hebben zelfs voor een grcot
deel al vasten vorm aangenomen. Zoodat het
wachten nu maar is op den eersten vacan-
tiedag om de pretjes in vervulling te doen
gaan. Dan worden Veluwe, Achterhoek, het
Zuiden van Gelderland, Limburg en Noord-
Brabant weer uit hun rust opgeschrikt door
massa's pensiongasten, die weliswaar aardig
wat geld in het laadje weten te breng xn,
maar die aan den anderen kant in alle mo
gelijke bedrijven hun ïxeus probeeren te ste
ken en daarom de bewoners wel eens een
zucht van verlichting doen s'aken a's het
eenmaal weer September is. Om van de tal-
looze badgasten aan ons Noordzeestrand nog
maar niet eens te spreken.
Wie in de maand Juni echter in buitenho
tels komt, vindt daar alleen nog maar d:
oudere menschen en de families met- kleine
kinderen, die nog onder de schoolmat zijn.
En deze contrasten: de oude menschen en d?
heel kleine kindertjes zijn op zichzelf een he.de
studie waard.
De oude menschen en daarmee bedoel
ik op zichzelf niets onaardigs allemaal in
zwart gehuld, getooid met het deftige pen
siongezicht. dat de meeste menschen aan
trekken bij die gelegenheid, met de afgepaste
bewegingen en de stille manieren kunnen aan
een eetzaal in een buitenhotel iets drukkend
zwaarwichtigs geven, zooiets van: zijn jullie
allemaal wel voldoende overtuigd van mijn
gewichtigheid en mijn deftigheid. De oude
dames zeuren wat over het weer tegen den
oberkellner, over de theepot die zoo warm is.
over het onweer van gisteren en de regen
van vanmorgen, totdat de deur haastig wordt
opengeduwd en een bewegelijke kleuter van
een jaar of vijf de kamer binnendribbelt
gevolgd door een nog kleinere editie. „Dar
Mevrouw" galmt de grootste van de twee, en
het is of er opeens leven komt in de oude
dames. Een van haar, voor wie de groet b?-
stemd is, blijkt opeens geen zeurige oude
vrouw te zijn maar een gezellige moeke, die
den goeden toon tegen het kind dadelijk te
pakken heeft. Iedereen is als geëlectriseerd,
de kellners staan er plotseling wat minder
sloom bij, en als de kleinste peuter met een
hoog stemmetje aankondigt, dat zij ijs wil
hebben voor haar ontbijt, net als gister
avond, dan glimlacht ieder tegen elkaar en
alle stijvigheid valt weg voor een oogenbllk.
Begrijp me goed, ik bedoel dit niet als spot
tegen oude menschen: men kan van hen geen
jeugdige vitaliteit verwachten, geen jonge
grappen, geen knetterend vuurwerk van vra
gen en antwoorden; wie weet hoevelen erbij
zijn die een zwaar leven achter den rug heb
ben, die veel vei-driet hebben gehad, d.e in
stilte een sloopende kwaal verduren, of die
van het leven niets meer te venvachten h b-
ben. Maar dit alles verontschuldigt hen niet,
wanneer ze eindeloos zeurige gesprekken
voeren en elkaar becritiseeren.
Dacht u, dat een hotel- of pensionhouder
alleen te zorgen had voor het onderdak en
de maag-aangelegenheden zijner gasten? W s
en zeker niet. een goede geest in zijn hotel
of pension is een zeer belangrijke factor, en
daarbij kan hij de menschen. die e'kaar en
anderen over de tong halen, missen als kies
pijn.
Een paar menschen logeerden eens in een
klein familie-hotel, op een schitterend punt
gelegen, gerenommeerd om zijn uitstek nde
keuken, kortom een id°aal had het kunnen
zijn, als er niet op dat oogenblik allemaal
oude menschen waren geweest, die van def
tigheid niet wisten, ln hoeveel bochten z'j
zich zouden wringen, en die elke nieuw aan
gekomene becritiseerden en met een paar
woorden afmaakten. En de beide menschen,
die hiervan de nadeelen ondervonden, zijn nu
niet te bewegen, er nog eens heen te gaan,
het geeft hun een herinnering van iets zeer
onaangenaa ns, waarmee zij het vroMijke be
grip vacantie maar liever niet verb'nden.
Het is intusschen in het geheel niet noo
dig, dat oude menschen in pensions alleen
door middel van kleine kinderen hun opge
wektheid kunnen terugvinden: waarom zui
den zij uit zichzelf niet vroolijk kinnen zijn,
zij het dan ook op wat stiller wijze geuit dan
bij de jeugd.
Nu zijn er menschen, die, zoodra zij pen
siongasten zijn geworden, slechts één ambi
tie hebben, namelijk deftiger, meer van hoo-
ger afkomst, rijker noemt u nog maar meer
van dergelijke begrip-en op schijnen, dan
zij in werkelijkheid zijn, En dat. maakt ze na
tuurlijk stijf, zij kunnen zichzelf niet zijn.
want zij willen voor iets anders doorgaan. ZIj
schermen met deftige namen, zij kennen let
terlijk de heele wereld tenminste die wat
in de melk te brokkelen heeft of denkt te heb
ben en wie daaraanmlet mee kan doen, telt
in hun oogen niet meé.
Zulke pensiongasten kunnen den geest in
hotel of pension grondig bederven even gron
dig als anderen die van iedereen wat te z g-
gen hebben.
Maar ontmoet nu eens anderen, die opge
wekt en vroolijk tegen iedereen doen, die zich
echt vooi-genomen hebben om te genieten, en
het ieder ander ook gunnen, wis en zeker zul
len zij een goeden invloed hebben od hun gx-
heele omgeving, en zij zullen de s'ijven. dxf-
tigen op den duur waarschijnlijk nog uit hun
harnas doen stappen ook!
E. E. J.—P.
Kinderen opvoeden, ze maken tot wat we
wenschen het is zeker niet makkelijk en
het lukt nooit heelemaal.
Maar er zijn toch bepaalde dingen, die we
ze bij kunnen brengen. We moeten hen lee-
ren hoe ze zich tegenover andere menschen
hebben te gedragen. Een kind, dat daarvan
geen begrip heeft is werkelijk „onopgevoed".
De meeste kinderen hebben wel een paar
„maniertjes". Ze gevèn hun rechterhandje,
ze spreken met twee woorden, het kleine
meisje maakt misschien een buiginkje. Dat is
heel aardig, maar het zou niemand veel hin
deren als die maniertjes achterwege bleven.
We zouden er veel meer bij gebaat zijn als
de kinderen wat innerlijke beschaving werd
geleerd.
En ln de eerste plaats moet ze dan geleerd
worden, dat ze anderen met rust laten.
Er komen om dezen tijd van het jaar weer
veel vreemdelingen in ons land. Ze hebben
wat andere gewoonten dan wij, ze kleeden
zich iets anders. En ze worden maar al te
dikwijls door onze jeugd nageroepen en uit
gejouwd. Gelukkig verstaan ze de liefelijk
heden meestal niet, maar de bedoeling is
duidelijk genoeg.
Trouwens, het zijn niet alleen vreemde
lingen, die van de op straat spelende jeugd te
lijden hebben. Ieder die er maar even anders
uitziet dan de massa loopt kans het mikpunt
te worden van spotternijen. Hij of zij kan niet
ongestoord over straat loopen; kinderen van
tien, twaalf jaar voelen zich gedwongen
„geestigheden" te zeggen.
„Kijk die mijnheer in zijn fluweelen Jasje!
Wat een rare! Mijnheer, heb je het jasje van
je vrouw aan? Mijnheer, laat je haar eens
knippen!"
En dan de dame die gepoederd of nog
erger geschminkt is! Voor haar is het- zeker
geen genoegen door volkrijke buurten te
wandelen.
En hoe komen de kinderen aan die ongemo
tiveerde critiek? Het is heelemaal niet kin
derlijk en ze hebben het vast niet zelf be
dacht. Kinderen kunnen wel verwonderd
naar iets nieuws kijken, vragen wat het ls,
het mooi of leelijk vinden, maar dat. iets
„gek" is, wordt hen voorgepraat. Al vroeg
krijgen ze dan dien bekrompen kijk op het
leven, die alles wat afwijkt van het heel ge
wone zonder eenig begrip veroordeelt. Ouders
leeren hun kinderen veroordeelen eer die
kinderen het oordeelen geleerd hebben.
Kinderen lachen graag, kinderen houden
van een plagerijtje. En het is zoo'n veilig ge
voel als je weet, dat het van moeder mag.
Moeder heeft immers gezegd: „Dat malle
mensch met haar gepoederde gezicht". Nou,
dan ben je vrij dat mensch wat na te roepen
en er met je vriendjes en vriendinnetjes-om
te lachen,
Of je zit met moeder in de tram. En over
je zit een dame, die je eigenlijk wel erg mooi
vindt. Ze draagt zulke mooie zijige kleeren,
ze ruikt zoo lekker. Je zou wel eens wat meer
van haar af willen weten, waar ze woont en
zoo. Want ze is zoo heel anders dan moeder
en de tantes.
Maar je ziet moeder schampertjes lachen.
En dan lach je mee, blij, dat er iets leuks is.
En je fluistert tegen moeder over lippenstift
en odeur, een rok met slippen, een raar
hoedje.
En de dame tegenover je merkt het en er
gert zich. Misschien ei'gert ze zich nog het
meest over de moeder, die haar kind zoo'n
opvoeding geeft.
„Alleen zooals we zelf doen, zooals wij ons
kleeden en gedragen is goed". Dat wordt zoo'n
kind ingeprent. Het leert niet verder zien,
het krijgt geen interesse voor verschillende
menschen, verschillende meeningen. Dat, wat
het juist zoo noodig zal hebben in zijn later
leven: veelzijdigheid en het waardeeren van
anderen wordt hem al vroeg afgeleerd. Want
uit zich zelf heeft een kind interesse oor
alles en iedereen, ieder kind is een kleine
ontdekkingsreiziger.
Maar inplaats van die interesse te voeden,
meenen vele ouders haar tegen te moeten
gaan. „Dat is niet belangrijk, dat is niet mooi,
dat is alleen maar gek".
Zoo worden kinderen ongemanierd, zoo ge
dragen ze zich onopgevoed.
Terwijl we ze juist voor alles moeten leiden
tot verdraagzaamheid en begrijpen. Dingen
die menschen en kinderen noodig hebben, die
de wereld noodig heeft!
BEP OTTEN.
PATRONEN.
Knippatronen van de genummerde afbeel
dingen zijn verkrijgbaar a f 1.75: mevr. Lily
van Oyen, Riouwstraat 157, Den Haag.
S.v.p. maten op te geven.
De groote hoeden zijn zeer „en vogue" en
een der laatste creaties laten wij u hier
links op de teekening zien.
Een zeer chique model ls zeker op het an
dere prentje te zien. De hoed is van zwarte
zijde overtrokken met een wit tullen net en
gegarneerd met lange gekrulde struisveeren
in de kleur van den hoed.