STATEN-GENERAAL.
i
BINNENLAND
Nieuwe uitgaven.
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAC 20 JUNI 1931
TWEEDE KAMER.
19 Juni.
Indische suppletoïre begrooting.
De nieuwe Gouverneur-Gene
raal. De Indische ambtenaars
salarissen zullen gekort wor
den.
Dr Beumer, die de rij der woordvoerders
over de Suppletoire Indische begrooting
sloot, had gelijk toen hij op ae wonderlijke
omstandigheden wees, dat niet de Tweede
Kamer het eersb- had gesproken over wat hij
die suppletoire begrootingen werd gevraagd
goed te keuren, maar de Eerste Kamer. Dat
is natuurlijk toevallig, wijl heel kort ge
leden de Senaat de geheele Indische be
grooting voor '32 heeft behandeld. Toch zit
er veel goeds in de opmerking van dr. Beu
mer. Wil men niet tot verwarring komen,
wil de Eerste Kamer vooral haar hooge po
sitie kunnen blijven handhaven, dan zal zij
nauwkeurig hebben in acht te nemen niet te
treden op wat tot de competentie van het
Lagerhuis betrof, die bij alle wetsontwerpen
het eerste woord moet hebben.
De Eerste Kamer heeft voor enkele weken
voornamelijk haar aandacht gegeven aan de
benoeming van den heer de Jonge tot
gouverneur-generaal en aan de niet-benoe-
ming van den heer Colijn. Bovendien aan
de verlaging van de ambtenaarssalarissen.
En dat waren vandaag de onderwerpen,
waarmede de Tweede Kamer op grond van
de suppletoire begrootingen zich ook had
bezig te houden.
Buiten de eigenlijke cijfers dier begroo
tingen stond de gouverneursbenoeming. De
Tweede Kamer geen partij uitgezonderd
heeft zich heel wat soberder uitgedrukt
over die benoeming van de Eerste Kamer.
Er werden daaraan vandaag slechts enkele
woorden gewijd. De heer Cramer volstond
met zich aan te sluiten bij de uitspraken
den den heer Mendels over het onwensche-
lijke van een Gouverneur-Generaal, die nog
zoo kort geleden een hooge functie bij de
Bataafsche had. De heer Ketelaar liet zich
in het geheel niet uit over den nieuwen
G -G de heer Bierema, die door de ziekte
van dén heer Van Kempen genoopt was voor
den Vrijheidsbond op te treden en de heer
Feber evenmin: men wacht op daden van
Jhr de Jonge. Merkwaardig genoeg heeft
jhr. de Jonge's partijgenoot, de heer Van
Boetzelaer van Dubbeldam die komst uit ae
Bataafsche een zeer ernstig bezwaar ge
noemd; hij achtte het leven in de sfeer van
een zoo groot, een wereldconcern niet pre
cies de beste voorbereiding yoor het ambt
van Gouverneur-Generaal.
Uit de stukken bleek, dat dë rëgeërïng hier
ook bezwaren had gevoeld. De minister, die
bij wijze van spiegelwerking even sober was
als de Kamer, herhaalde dit nog eens, maar
voegde daaraan toe, dat de persoonlijke hoe
danigheden en capaciteiten van den nieuwen
G. G. van dien aard waren, dat over de be
zwaren is heengestapt. Dr. Beumer laakte
zoo terloops met den heer van Boetzelaer,
dat de Eerste Kamer zeer uitvoerig over de
benoeming had gesproken, maar voegde daar
aan tot bestrijding van Dr. van Boetzelaer
toe, dat iemand die zeer groote persoonlijke
en financieele offers bracht in 's lands be
lang wel iemand zijn moest, aan wien de
landvoogdszetel kon worden toevertrouwd.
Dat deed Jhr. de Jonge.
De kwestie van de ambtenaarssalarissen
hangt natuurlijk ten nauwste samen met
den financieelen toestand van Indië. Die toe
stand is op het oogenblik niet rooskleurig
het werd algemeen ingezien. Verschil van
meening was er natuurlijk wel over de vraag,
in hoeverre die toestand tot ingrijpende
maatregelen zou moeten voeren. Wat daar
over werd gezegd, week niet in den breede
af van hetgeen in de Kamer nog zeer kort
geleden, in het eind van Februari werd op
gemerkt bij de behandeling van de Indische
begrooting voor 1931. De s.-d. Cramer en Ter
Laan bepleitten een vlotter leeningspolitiek
en een leggen van meer lasten op het groot
kapitaal door de invoering van een progres
sieve inkomstenbelasting, door het heffen
van een invoerrecht op olie ook. Met den
heer Ketelaar bepleitten zij scherpe aantas
ting van de uitgaven voor leger en vloot. De
s.-d. zagen den toestand niet zoo somber in:
de vermogenstoestand van het oogenblik van
Indië is niet slecht, de toestand heeft zich
steeds in Indië gemakkelijk hersteld, over
schotten op de diensten zullen opnieuw ont
staan, overschotten waarmee, wat thans te
kort komt, ka nworden aangezuiverd.
Daartegenover schaarden zich de heeren
Bierema. Feber, Engels, Beumer en van Boet
zelaer. Wel degelijk noemden zij den finan
cieelen toestand van Indië, dan wel niet on
rustbarend slecht, maar toch zeer ernstig.
De minister viel hen bij. Indië is te veel af
hankelijk van de opbrengsten der cultures en
de crisis, die zoo neerdrukkenden invloed op
de revenuen der cultures heeft, is nog niet
beëindigd. Dit is het somber-stemmende:
men weet niet, wanneer het eind zal komen.
Die onzekerheid noopte tot het inkrimpen
oogenblikkelijk, wil het niet tot inflatie ko>
men, meende de heer Feber.
De minister legde er alle nadruk op, dat
het thans niet de juiste tijd is om nieuwe
lasten te leggen op de bedrijven. Daarom
geen progressieve vennootschapsbelasting die
opzich zelf heel wat zou vragen aan con
trole-uitgaven. Een afzonderlijk zwaar druk
ken van ae petroleum noemde de minister
onredelijk: een uitvoerrecht op olie is door
niets gewettigd. De heer Feber was bevreesd
dat de Bataafsche, ging de regeering tot
een uitvoerrecht over, haar werken in Indië
zou stopzetten, nu de productie toch beperkt
wordt.
De heer Feber pleitte nog eens voor een
nivelleeringsstelsel, waardoor goede jaren
slechte zouden kunnen opvangen. Daardoor
zoo meende hij, zouden ook de ambtenaars
salarissen meer stabiliteit vertoonen. De mi
nister hield vol. dat de ambtenaarssalarissen
niet de sluitpost der begrooting hadden ge
vormd, maar de heer Feber hield daartegen
over vol, dat het er toch wel wat heel erg
veel op leek.
-De heeren Cramer en ter Laan zagen ce
noodzakelijkheid van een aantasting der
ambtenaarssalarissen niet in, wat dan ook
in volkomen logisch verband staat met hun,
van die des ministers afwijkende meening
over den financieelen toestand van Indië. De
heer Ketelaar evenmin. Maar de andere af
gevaardigden schaarden zich aan des minis
ters zijde om uiteen te zetten, dat de toestand
in Indië het onmogelijk maakte de ambte
naarsalarissen te passeeren bij de bezuini
ging. Intusschen wenschten zij wel te weten
of. wat nu op de ambtenaarssalarissen wordt
ingehouden, een korting is (dus tijdelijk) of
een vermindering (dus blijvend).
De minister deed duidelijk uitkomen, dat
hier van een korting moet worden gesproken
en niet van een mindering, ook de pensioen
grondslagen zullen niet worden aangetast.
De heer Bierema poogde de ambtenaren te
troosten met op te merken, die ieder thans
in Indië lijdt en dat de indexcijfers zijn ge*
daald. Dat bestreed de heer K. ter Laan,
voor de voornaamste posten op het budget
van een ambtenaar, huishuur b.v. En ook
de heer Engels deed gevoelen, hoezeer hij
meende, dat de ambtenaarssalarissen thans
veelal reeds te gering zijn, wanneer men
schoolgaande kinderen heeft. Hij vroeg
daarom met den heer Feber om degressie
in de kortingen en om het ontzien van ge
zinnen. De minister heeft vandaag niet veel
werk gemaakt van zijn antwoord, het vast
leggen van feiten, stond meer op den voor
grond dan het verdedigen daarvan. Wat die
meerdere aftrek voor de lagere ambtenaren
betrof, de minister zei, dat zulks tot onover-
komenlijke moeilijkheden zou aanleiding
zijn.
Veel critiek deed heel de Kamer hooren
over het plotselinge, waarmede de regeering
met haar maatregel van de aantasting der
ambtenaarssalarissen was gekomen, veel
critiek ook over het feit, dat geen overleg
werd gepleegd met de organisaties der
ambtenaren. De minister zei eenvoudig, dat
daartoe de gelegenheid heeft onbbroken,
maar ook, dat het toch niets zou hebben ge
holpen. De psychologische factor van over
leg, waarop de heer Feber wees, telde de mi
nister blijkbaar niet mede.
De heer Cramer diende een motie in, waar
van de bedoeling was althans voor dit jaar
de korting niet in te houden.
Deze motie werd verworpen met 4115
stemmen.
De suppletoire begiootingen werden aan
vaard.
De Kamer is daarop met groot zomerreces
gegaan.
INTIMUS.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cis. per regel.
VREDESACTIE VAN NEDER
LAND WERKT DOOR.
BUITENLANDSCHE GEESTELIJKEN VAN
HIER UIT VEREENIGD.
Van 12—14 Juni is te Kopenhagen een con
ferentie van Scandinavische anti-militaristi
sche predikanten gehouden, waar Hans Koch,
pastor Lundgren en Dr. Munch, Minister van
buitenlandsche zaken, het woord voerden, de
laatste met het onderwerp: „De Europeesche
cultuur eindigt met den volgenden oorlog".
In de drie Noorsche landen zijn evenals in
Engeland, Duitschland, Zwitserland en Fin
land op initiatief van Kerk en Vrede van Ne
derland uit vereenigingen opgericht van
anti-militaristische geestelijken. Deze zijn
alle aangesloten bij de Internationale Unie
van Anti-militaristische Geestelijken (Voor
zitter Prof. Dr. G. J. Heering te Leiden; Alg.
Secretaris Ds. J. B. Th. Hugenholtz te Am-
merstol), die van 24 September te Ziirich
haar 2e Internationaal Congres houdt.
Naar aanleiding van een bericht dat de
Deensche vereeniging meer op opportunis
tische basis zou staan ten aanzien van de
ontwapening, merkt de Secretaris der Inter
nationale Unie op dat alle bij de Unie aan
gesloten vereenigingen, ook de Deensche)
allereerst worden geleid door principieel-
christelijk anti-militaristisch beginsel.
De Deensche vereeniging sprak zich op
haar vergadering van 14 Januari 1931 als
volgt uit:
Overwegende dat iedere vorm van oorlog
onvereenigbaar is met den geest van het
Christendom, zullen de leden van de groep
iedere deelneming aan oorlog weigeren en
steun geven aan iedere beweging, die den
oorlog bestrijdt en werkzaam is voor den In
ternationalen vrede en broederschap.
FRANSCH-NEDERLANDSCHE
AVOND TE PARIJS.
DE WAGNERVEREENIGING NAAR PARIJS.
Ter gelegenheid van de Koloniale Ten
toonstelling zal op 27 Juni in de Groote
Opera te Parijs, met medewerking van de
Wagnervereeniging. een Fransch-Nederland-
sche avond worden georganiseerd. Uitge
voerd wordt Gluck's „Iphigénie en Tauride"
in dezelfde bezetting cn dezelfde mise-en-
scène als te Amsterdam: ook het koor der
Wagnervereeniging zal zich te dien einde
naar Parijs begeven.
Voor deze buitengewone voorstelling heeft
zich te Parijs een eere-comité gevormd, aan
het hoofd waarvan de Fransche en Neder-
landsche ministers van Buitenlandsche Za
ken en van Kunsten en Wetenschappen
staan, onderscheidenlijk de heeren Briand,
Beelaerts van Blokland. Rostan en Terpstra.
Voorts hebben in dit comité zitting: de
Nederlandsche gezant te Parijs, Jhr. Loudon
en de Fransche gezant te 's-Gravenhage de
heer Kammerer: Maréchal Lyautey en Mr. D.
Fock: de burgemeester van Amsterdam en
de Wethouder voor Kunstzaken van die ge
meente. de President der Wagnervereeniging
alsmede een aantal hooggeplaatste Fransche
en Nederlandsche autoriteiten.
MR. J. A. RIJKENS.
Te 's Gravenhage is naar het Corr. Bureau
meldt op 50 jarigen leeftijd overleden de
substituut officier van justitie bij de Haag-
sche rechtbank mr. J. A. Rij kens.
De heer Rijkens. die juist van een ziekte
van eenige maanden was hersteld en j.l. Dins,
dag voor het eerst weer als officier de zit
ting der rechtbank bijwoonde, moest Donder
dag plotseling in het Roode-Kruis-ziekenhuis
worden opgenomen, waar hij 's naohts over
leed.
HANDELSCRED1ETEN
KLUISLOKETTEN *an f5.— p.jaar
Nederl. Middenstandsbank N. V.
Haarlem, Gierstraat 14 Telef. 13098
sn
REIZIGER OP EEN VIADUCT
OPGESLOTEN.
DE UITGANG VAN DE HALTE WAS AL
DICHT.
In den nacht van Donderdag op Vrijdag,
omstreeks half een bemerkten twee surveil-
leerer.de agenten van politie, cat zich een
man bevond op de viaduct van de electrische
spoor bij de halte Bergweg te Rotterdam, le
zen wij in de N-R.Ct. Zoodra hij de agenten
bemerkte riep hij hen aan en hij vertelde
dat hij met den trein van half twaalf aan
de halte was aangekomen, en dat hij naaat
de trein vertrokken was, bemerkte dat nie
mand meer op het haltestation was.
Hij verzocht den agenten hem uit zijn be
narde positie te bevrijden, maar omdat in
derdaad niemand meer aan de halte aanwe
zig was, konden de agenten niet bij den man
komen. Kort nadat de agenten aangesproken
waren kwam er een montagewagen die zich
over den man ontfermde en hem meenam
naar het station Hofplein, waar hij kon wor
den bevrijd. Het onderzoek van de politie
heeft uitgewezen, dat de gedupeerde reizi
ger inderdaad in het bezit was van een spoor
kaartje den Haag—Rotterdam—Bergweg.
DE WEKELIJKSCHE LUCHT-
DIENST OP INDlë.
'Een onderneming, die offers
vraagt.
MEN HOOPT ECHTER OP WAARDEERING.
Over de opening van den wèkelijkschen
luchtpostdienst op indië op 1 October schrijft
onze Haagsche gorrespondent:
De uitvoering van een weekdienst eischt
belangrijke offers. Het is een kostbare onder
neming, welke van de K. L. M. den aanbouw
eischt van een bijzondere vloot en voorts vele
proefnemingen voor het vergaren van de
noodige ervaring en welke ook aan den Post
dienst belangrijke nieuwe offers oplegt. Voor
den postdienst geldt o.m. de overweging, dat
op grond van maatschappelijke, cultureele en
economische belangen met de invoering van
een wekelijksche verbinding niet gewacht kan
worden tot betere tijden zullen zijn aange
broken, doch dat integendeel gunsige post
verbindingen de opleving van handel en in
dustrie in de hand werken.
Bij de berekening van de financieele gevol
gen is uitgegaan van de veronderstelling, dat
het vervoer per vlucht, dat hij een 14-daag-
schen dienst pl.m. 200 K.M. bedraagt in de
eerste 3 maanden van de wekelijksche ver
binding zal terugloopen tot 150 K.G.: in het
daarop volgend halfjaar' weder 200 K.G. zal
bedragen en daarna tot 300 K.G. zal stijgen.
Er mee rekening houdende, dat de totale
wekelijksche hoeveelheid mail aan brieven
en briefkaarten van Holland naar Indië ruim
1000 K.G. beloopt en dat de drang naar lucht-
postverkeer zeer algemeen is, dan lijkt de ver
wachting, dat de hoeveelheid per luchtpost
verzonden correspondentie in 1933 gemiddeld
400 K.G. per vlucht zal bedragen, stellig ge
wettigd.
Daarbij mag ook gerekend worden op steeds
toenemende buitenlandsche belangstelling,
omdat deze lijn niet alleen Nederland en
Ned.-Indië bedient, maar tevens mogelijkhe
den schept voor snelvervoer op Indo-China,
Siam, Burma, Britsch-Indiè, Irak. Perziè. de
Straits Settlements enz. Ook zijn er mogelijk
heden voor de Westkust van Noord-Amerika.
Indien deze verwachtingen worden bewaar
heid, zullen de financieele gevolgen voor den
postdienst eerder gunstiger dan ongunstiger
zijn dan bij een 14-daagschen luchtdienst.
JDe mogelijkheid wordt onder het oog ge
zien om de luchtposttarieven, althans voor
de zwaardere stukken, nog eenigszins te ver
lagen: verschillende berekeningen worden
daartoe gemaakt.
Bij een wekelijkschen dienst zal voorloopig
de mail blijven vertrekken op dezelfde dagen
als thans, n.I. op Donderdag uit Nederland,
op Vrijdag uit Batavia en op Zaterdag uit
Medan. Dit is nog op den grondslag van een
vliegduur van 12 dagen.
Maar men moet rekening houden met nog
mogelijken tegenslag, daar de moessontijd,
waarin tot heden nog niet werd gevlogen,
thans heeft ingezet en dus moet worden afge
wacht, hoe de verschillende terreinen zich
daarin houden. Het gebruik echter van radio
aan boord van alle vliegtuigen zal naar men
hoopt een goed middel blijken om gedu
rende den zomer zich een weg te banen door
het slechte moessongebied en gedurende den
winter door het moeilijke Europeesche gebied.
De instelling van de wekelijksche snelver-
binding AmsterdamBatavia is een histo
risch feit.
Men hoopt slechts, dat handel en particu
lieren dit voldoende waardeeren zullen.
De opening zal met eenige feestelijkheid ge
schieden.
Op 30 September houdt de K. L. M. met
haar luchtvloot een vlootrevue te Amsterdam.
WEGENS BROEDERMOORD TIEN JAAR
GEëlSCHT.
ZUTPHEN. 19 Juni.Heden stond voor de
Arrondissementsrechtbank alhier terecht een
22-jarige landbouwer uit Aalten, gedetineerd
in het huis van bewaring, wegens het feit
dat hij op 24 April j.l. te Aalten zijn broeder
opzettelijk van het leven heeft beroofd door
hem den keel af te knijpen.
De Officier van Justitie eischte tien jaar
gevangenisstraf met aftrek van preventieve
hechtenis. In deze zaak werden gehoord twee
getuigen a charge en drie getuigen a déchar
ge. Verdediger was Mr. H. Maten.
De verdachte heeft bekend. Het was niet
zijn bedoeling, zei hij, om zijn broeder te
dooden.
DE MOORD OP STRAAT TE 's GRAVENHAGE
De 23-jarige chauffeur die er van verdacht
wordt Maandagavond te 's Gravenhage den
33-jarigen chauffeur in de Wagenstraat met
een dolkmes te hebben doodgestoken is naar
het Huis van bewaring overgebracht en ter
beschikking van de justitie gesteld.
Hij blijft- volharden bij zijn bewering dat
hij zich niets weet te herinneren van hetgeen
Maandagavond met hem is voorgevallen.
Het mes is nog niet gevonden, aldus ae
N.R.C. Maar wei zijn dc getuigenverklaringen
vermeerderd, welke voor hem bezwarend zijn.
DE CREDITEUREN VAN DEN
STAAT IN „MAAS EN WAAL".
DE HEER KETELAAR VRAAGT
CLEMENTIE.
Naar de Tel. meldt, heeft het lid der
Tweede Kamer, de heer Ketelaar, de volgende
schriftelijke vragen gericht totf de ministers
van Waterstaat en van Justitie:
1. Is het den minister bekend, dat ten ver
zoeke van a. de stichting „Maas en Waal"'
te Druten; b. Ir. A. M. Kuysicn, inspecteur der
Volksgezondheid te Arnhem en c. den Staat
der Nederlanden, Gerrit Gerlach te Dreumel
en Lambert Pardoel aldaar zijn gesommeerd
om vóór 24 Juni de navolgende betalingen te
verrichten: Gerrit Gerlach f 300 hoofdsom f 30
rente en f 58.20 kosten, tezamen derhalve
f 388.20 en Lambert Pardoel f 500 hoofdsom?
2. Is het den minister bekend, dat de som
maties tot de sub vraag l bedoelde betalingen
steunt, voorzoover Gerlach betreft, op een
door dezen onderteekende acte van hypotheek
op het door hem bewoonde, met door vrij
willige bijdragen van Nederlandsche ingezete
nen vermeerderd met door den Staat voorge
schoten gelden betaalde huis; en, voor zooveel
Pardoel aangaat, op diens op onmacht ge
gronde weigering tot betaling der bouwkosten
van het door hem bewoonde, met door het
Rijk voorgeschoten geld gebouwde huis?
3. Is het den -ministers bekend dat de beide
gesommeerden slachtoffers zijn van den wa
tersnood van '26 en zijn de ministers niet van
oordeel, dat het niet aangaat, hen die bij de
hulpverleening toch reeds ten onrechte mis
deeld werden, te willen dwingen tot betalin
gen, waartoe zij volstrekt onmachtig zijn. nu
hun geheele bezit door dc ramp van 1926 is
verloren gegaan?
4. Zijn de minsters met het oog op het voor
gaande bereid: a. de staking der voorgenomen
executies te gelasten; b. mede te deelen, hoe
veel personen in het land van Maas en Waal
in een met-die van Gerlach en Pardoel ver
gelijkbare positie verkeeren en hoe groot het
totaalbedrag aan hoofdsom en rente is, dat
de Staat uit hoofde van zijn credietverstrek-
king na den watersnood nog te vorderen
heeft; c. het daarheen te leiden, dat een rege
ling tot stand kome, die, zonder van de
schuldenaren van den staat, het onmogelijke
te vorderen, gelijk thans geschiedt, dezen het
ongestoord bezit hunner woningen garandeert,
z Do ais in overeenstemming is met het- doel
der offervaardigheid, waarmede het Neder
landsche volk tot leniging van de gevolgen van
den watersnood f 4.500.000 vrijwillig bijeenge
bracht heeft?
DOOPSGEZINDEN TEGEN DEN KRIJGS
DIENST.
Op 5 en 6 September hoopt de Arbeidsgroep
van Doopsgezinden tegen den Krijgsdienst de
jaarvergadering te houden in het Doopsge
zind Broederschapshuis te Elspeet.
HET ZWARTGEMAAKTE POR
TRET VAN DEN DUCE.
HOE „DE SCHULDIGEN" GESTRAFT
WERDEN.
De „Osservatore Romano" maakt naar de
correspondent van de „Times" te Rome meldt
gewag van het volgende geval: Een onderwij
zeres te Poggiomarino bij Sarno merkte op
dat op het schrift van een harer leerlingen
het portret van Mussolini met potlood was
zwart gemaakt. Zij rapporteerde het geval
dadelijk aan den plaatselijken fascistischen
secretaris, die op zijn beurt de politie er van
in kennis stelde.
De eigenares van het schrift, een klein
meisje van acht jaar, zei dat ze dit gedaan
had om haar misnoegen te uiten over de
sluiting van de katholieke meisjesclub. Zij
voegde er bij dat zij een hevig standje voor
haar optreden had gekregen van de voorzit
ster der club, signorina Buonacura.
De majoor der plaatselijke Carabinieri
wilde de zaak juist laten loopen toen hij van
meening veranderde als gevolg van het her
haalde aandringen van den fascistischen se
cretaris. Aan het kind werd volgens de O. R.
daarop een beschuldiging afgeperst tegen
signorina Buonacura. aan wie ten laste werd
gelegd dat zij het kind tot de daad had aan
gezet.
Signorina Buonacura werd gearresteerd,
samen met de penningmeesteres der club,
signorina Annunziata. De beide vrouwen wer
den eerst te Pompei en daarna te Poggioreale
gevangen gezet en werden te Napels tot zes
maanden gevangenisstraf veroordeeld. Er
werd echter de bepaling aan toegevoegd dat
zij haar straf niet ten volle behoefden te
ondergaan. (Hbld.)
ANTI-DUMPINGSWET IN VOORBEREIDING
Uit betrouwbare bron verneemt de „Msb".
dat de Regeering een anti-dumphigswet in
gereedheid heeft gebracht. Het legislatief
ontwerp dat de Regeering de bevoegdheid
geeft in evidente gevallen van dumping af-
weermaatregelen te treffen, zou zich reeds
voor het vereischte onderzoek bij den Raad
van State bevinden.
Naar het blad verder ter oore kwam. heeft
de commissie voor economische politiek zich
op drie stemmen na tegen het wetsontwerp
verklaard.
Niettegenstaande dit votum heeft minis
ter Verschuur toch doorgezet en wil hij zijn
voorstel aan het oordeel der Volksvertegen
woordiging onderwerpen.
Wie niet groen is,
maakt voor al zijn kleine
Advertenties gebruik van
„ONZE GROENTJES
IN HAARLEM'S DAGBLAD.
NIEUWS UIT INDIE.
I)E VERONDERSTELDE ONBELEEFDHEID
DER N. V. V.'crs.
Aneta seint uit Batavia:
De tegenspraak van de delegatie van het
N.V.V. over het niet opstaan tijdens het spelen
van het Wilhelmus, heeft algemeen groote
verrassing opgeleverd. De Bataviaasehe bladen
erkennen dat van de perstribune af de zit
plaatsen van de delegatie niet zichtbaar waren
Zij waren alleen afgegaan op mededeelingea
van derden.
ONDERCOMMISSARIS VAN POLITIE
VEROORDEELD
BATAVIA. 18 Juni. (Aneta.) De Raad van
Justitie heeft uitspraak gedaan in de zaak
van het zedendelict van een ondercommissa
ris van politie. Verdachte werd veroordeeld
tot een jaar gevangenisstraf voorwaardelijk,
zonder aftrek van de preventieve hechtenis,
wegens feitelijke aanranding der eerbaar
heid onder vrijspraak van de hem ten laste
gelegde openbare schennis der eerbaarheid. De
officier van justitie teekende hooger beroep
aan tegen dit vonnis.
(Reeds in een deel van een vorige
oplaag opgenomen.)
RUTH NICHOLS KAN VOOR
LOOPIG NIET OVER DEN
OCEAAN.
NEW-YORK. 18 Juni, Reuter Miss Rulh
Nichols, de houdster van het hoogte-record
voor vrouwen, is heden in de vlieghaven van
New-York gedaald en heeft daarbij haar toe
stel beschadigd. Hierdoor is zij genoodzaakt
haar voorgenomen vlucht over den Atlanti-
schen Oceaan eenige dagen uit te stellen.
Haar tocht zal gaan via New Foundland.
WERKLOOZENONLUSTEN TE
SYDNEY EN WARSCHAU.
Te Sydney zijn werkloozenonlusten voor
gevallen. Twee politieagenten en vier werk-
loozen werden ernstig gewond.
Te Warschou kwam het eveneens tot een bot
sing tusschcn werkloozen en politie. Een per
soon werd gedood en verscheidene zwaar ge
wond.
REDDINGSBRIGADE
Donderdagavond hield de Heemsteedsche
Reddingsbrigade voor drenkelingen een le
denvergadering in Hotel Van Ree. De voor
zitter de heer L. Kooijman, betreurde in zijn
openingswoord de minder groote belangstel
ling
Allereerst had een bestuursverkiezing plaats
ter aanvulling. Gekozen werd de heer R.
Abrams.
Daarna volgde een bespreking zomercam-
pagne.
De voorzitter deelde mede, dat er bij het
bestuur plannen bestonden om weer eens een
zwmefeest te organiseeren.
Het zwemfeest op Koninginnedag in vorige
jaren was altijd een succes.
Na een gedachtenwisseling kreeg het be
stuur de opdracht, zich de medewerking der
leden te verzekeren.
Dit feest zal gehouden worden in de tweede
helft van Juli.
Bij de rondvraag kwam nog ter sprake de
mogelijkheid om in de wintermaanden in
Stoop's Bad te oefenen.
Het bestuur zegde een onderzoek toe.
„JACOB VAN LENNEP".
De Koninklijk erkende Tooneelvereeniging
„Jacob van Lcnnep" hield haar jaarlijksche
vergadering ln het gebouw van den Haarl.
Kegelbond.
De voorzitter de heer Jac. v. Marls opende
de vergadering met een woord van welkom;
hij verheugde zich over de goede
opkomst der leden, omdat dit getuigt van
groote belangstelling in het wel en wee der
vereeniging. Allereerst werd het afgeloopen
seizoen herdacht, waarbij in het bijzonder
genoemd werden de Nat. tooneelwedstrijJen
te Leiden en Utrecht, waar Jacob van Lennep
acht prijzen wist te veroveren.
Het jaarverslag dat werd uitgebracht door
den 2den secr. de heer J. W. Korte gaf een
uitvoerig overzicht van het afgeloopen jaar;
door den penningmeester werd het finan
cieele verslag van het boekjaar 1930/31 voor
gelezen, hetwelk sloot met een batig saldo.
Beide functionarissen werd dank gebracht
voor hun uitvoerige en zakelijke verslagen.
Herkozen werden als bestuursleden de hee
ren Jac van Maris, J. W. Korte en F. H.
Meijer, terwijl in twee vacatures werd voor
zien door de benoeming van de heeren Chr.
Bennink en F. M. Geels. Als leden der finan
cieele commissie werden benoemd de heeren
Buurma en Geels. Nadat de voorzitter had
medegedeeld, dat Jacob van Lennep het
komend seizoen behalve vier tooneelvoorstel-
lingen twee cabaretavonden, een kinderbal
en bal masqué, ook nog een groot fancy fair
zal houden, teneinde de reservekas voor het
zilveren jubileum te versterken, werd deze
zeer geanimeerde vergadering gesloten.
Dr. A. Kuyper.
In de Volksuniversiteitsbibliotheek is een
karakterschets van dr A. Kuyper verschenen
door dr. P. A. Diepenhorst, hoogleeraar aan
de vrije universiteit te Amsterdam. Het is
geen biografie maar een karakterschets; er
zijn genoeg biografieën over den staatsman
verschenen. Het boekje is in 4 hoofdstukken
ingedeeld: I de inleiding (een korte herin
nering aan de voornaamste momenten in
zijn levensgang) II De geweldige Strijder. III
De inzet van den strijd, IV Beoordeeling
van den strijd.
Dc Volkenbond.
Bij H. D. Tjeenk Willink en Zoon. N.V. is de
derde druk verschenen van bovengenoemd
werkje door mr. J. H. van Peurscm. Deze druk
is ingrijpend gewijzigd. In de eerste plaats
zijn de belangrijke gebcurteniasen vermeld
tot !8 Mei van het Volkenbondslaar VII
maar ock ten aanzien van vroegere voor
vallen Ls aanmerkelijke aanvulling noodig
geweest.
De Organische Rijkseenheid.
De stichting Nedcrlandsch-Indonesisch
Verbond heeft in de serie Van onderzoek en
opbouw het licht geschonken aan het boekje
De Organische Rijkseenheid van W. C. Lemei.
De hoofdstukken zijn getiteld: De organische
Rijkseenheid, Indonesië als samenstellend
deel van de organische Rijkseenheid, Neder
land cn de organische Rijkseenheid. De orga
nische Rijkseenheid en het sociale vraagstuk
als wereldprobleem.
Het werkje is uitgegeven door dc N.V. Adi-
Foestaka, uitocvery yan liet NJ.V. den Haag,