STEMT op woensdag 24 Juni
M. A. REINALDA
No. 1 van Lijst
Kale actie.
Het woord is aan...
Het Belangrijkste.
48e Jaargang No. 14719
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Maandag 22 Juni 1931
HAARLEM S DAGBLAD
Directie: P. W. PEEREBOOM
en ROBERT PEEREBOOM.
ABONNEMENTEN: per week f0.27lri, met GeTllustr. Zondagsblad f 0.32
Per 3 maandenHaarlem en plaatsen waar een agent gevestigd is (kom der
gemeente) 3.57TA- Franco per post door Nederland f 3.S7J4. Losse nummers
ƒ0.06. Geïll. Zondagsblad per 3 maanden f 0.57franco per post.
UITGAVE DER N.V. LOURENS COSTER
Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaame 12
Telefoon Nos.: Directie 13082 Hoofdredactie: 15054 Redactie 10600
Administratie: 10724, 14825 Drukkerij: 10122, 12713 Postgiro 38810
Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTIëN: 1<5 regels 1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames
ƒ0.60 per regel. Reductie bij abonnement. Vraag en aanbod 14 regels ƒ0.60,
elke regel meer 0.15. buiten Arrondissement dubbele prijs. Onze Groentjes
(iederen dag) 13 regels ƒ0.30, elke regel meer ƒ0.10, uitsluitend a contant.
Gratis Ongevallenverzekering voor Maand- en Weekabonnés. Levenslange ongeschiktheid en Overlijden (600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog f400.-, Duim f250.-, Wijsvinger 1150.-, Elke andere vinger (50.-, Arm- of Beenbreuk f 100.-
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWAALF BLADZIJDEN
EERSTE BLAD
HAARLEM, 22 Juni
Het Moratorium.
Het voorstel van de Amerikaansche regee-
rïng om de herstelschulden voor éen jaar op
te schorten, met ingang van 1 Juli a.s., op
voorwaarde dat de belangrijke crediteur-
staten eveneens de hun verschuldigde beta
lingen voor een jaar uitstallen, is als een
zonnestraal uit zwaarbewolkten hemel ge
komen. Fresident Hoover's verklaring heeft,
voor zij officiéél bevestigd was, haar gunsti
ge uitwerking al in sterke mate op de New-
Yorksche beurs doen gelden, die vast was en
door stijging van belangrijke fondsen ge
kenmerkt werd.
Ongetwijfeld was het hoog tijd dat het
initiatief tot een dergelijken stap kwam, en
het is te verwachten dat de Europeesche cre-
üiteurstaten, gezien de ontwikkeling van den
uiterst critieken toestand in Duitschland,
hun medewerking aan het voorstel van den
Amerikaanschen president zullen geven. Het
zou onverantwoordelijke roekeloosheid en
kortzichtigheid zijn als zij het niet deden.
De laatste ontsnapping van de Duit-sche
regeering was alleen te danken aan de me
dewerking van de socialistische partij, die
volgens haar eigen program en idealen in
een steeds moeilijker positie is geraakt. Ter-
wille van het voorkomen van een Hitle-
riaansch bewind, terwille vooral van het ver
hoeden van een machtsgreep van het com
munisme ,zijn de Duitsche socialisten thans
genoopt door dik en dun mee te gaan met
kanselier Brüning. Dat dit lang zou kunnen
duren is ondenkbaar. Dat, zooals onze Ber-
lijnsche correspondent onlangs uiteenzette, de
aanstaande winter groote gevaren zou bren
gen in Duitschland, als het niet bijtijds uit
den knel werd verlost, was volkomen begrij
pelijk. Toestanden zooals in Duitschland ont
staan zijn kosten niet veel moeite tot ver
klaring. Het getal van vijf millioen werkloo-
zen is slechts een statistische opgave. Maar
die statistische opgave wordt verschrikkelijk
in haar welsprekendheid, als men zich even
indenkt in de gevoelens van éen enkelen flin-
ken jongen kerel, die graag hard werken wil
en zijn weg in de wereld vinden, die in zich
voelt dat hij dingen presteeren kan, en die
eenvoudig niet het minste vooruitzicht heeft
dat hij ooit aan den slag zal kunnen komen,
ooit zijn kans krijgen. Dat de medemensch
recht op arbeid heeft is een axioma dat
ieder, die verder denkt dan zijn eigen
egoïstische belang onmiddellijk erkent. Mil-
lioenen Duitsche extremisten, zoowel recht-
sche als linksche, zouden zonder twijfel da
delijk bereid zijn zich in een rustige ontwik
keling van zaken aan te passen als men hun
slechts arbeid gaf, en een redelijke kans
Het herstel van de oorlogsschade is een
historisch onderwerp geworden dat thans
verre overheerscht en verdrongen moet wor
den door de nooden van onzen tijd: door het
herstelvraagstuk van Duitschand in de eer
ste plaats. De oorlog heeft geen overwinning
gebracht, maar een nederlaag over de geheele
linie, waarbij het raderwerk der internatio
nale samenwerking zwaar beschadigd, in
sommige van zijn onderdeelen geheel ver
nield werd. Het oorlogsschulden-stelsel heeft
het herstel van dat raderwerk verhinderd.
Als men de gevolgen van den oorlog te niet
wil doen moet men internationaal samen
werken om het internationale geheel niet
alleen weer op te bouwen, maar het te ver
nieuwen en verbeteren bovendien.
Het Hoover-moratorium zie ik daarom niet
als een definitieve oplossing, maar als een
eerste stap, evenals de ontwapeningsconfe
rentie van Februari a.s. (die er ongetwijfeld
gunstig door beïnvloed zal kunnen worden)
slechts een eerste stap op haar terrein zal
doen. Een nieuwe geest en een nieuwe sa
menwerking worden vereischt. Gelukkig zijn
zij reeds groeiende. Zij zullen onafwijsbaar
moeten voeren tot een herziening van de
vredesverdragen van 1919, en tot het geheel
of grootendeels annuleeren van de oorlogs
schulden.
Het is niet waar dat de crediteurstaten
daarmee veel prijs zouden geven. Zij zouden
zich alleen schijnbaar opofferen, en zij zul
len dat doen omdat het alternatief een
veel grooter verlies zou beteekenen. De ver
dragen van 1919 zijn de rijkste voedings
bodem voor een volgenden oorlog, dus een
geweldige algemeene vernietiging, die de
huidige wereld tot haar voortdurend gevaar
bezit. Het kan ons, menschen van 1931,
volkomen koud laten of er in dit opzicht pro-
Fransch of pro-Duitsch geredeneerd wordt.
De tijd van pro-Fransch of pro-Duitsch is
voorbij. Het groote geheel domineert verre,
en alleen door de internationale machts
ontwikkeling te bevorderen kan onze wereld
van 1931 zich redden uit haar netelige moei
lijkheden.
Het moratorium, als het op 1 Juli ingaat,
zal op 30 Juni 1932 afloopenals men
voor dien datum niet het besluit neemt het
te verlengen. En als men, dan reeds, niet tot
de eerste stappen zal zijn overgegaan om tot
algeheele herziening der verdragen van
Versailles te komen.
Waartoe het komen móet.
R. P.
INBRAAK
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag is
ingebroken in een schoenenzaak aan de
Groote Houtstraat. Door een raam van een
bovenlicht heeft men zich toegang verschaft
Uit een geldkistje in het kantoor is een
waardelooze schuldbekentenis vermist, terwijl
13 plakzesels en 25 postzegels van 6 cent uit
een doosje gehaald zijn. Overigens werdt
Biets gemist.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
den candidaat der S.D.A.P.
In 90 minuten het Kanaal over.
Per glij vliegtuig.
Een Londensch ingenieur, den heer Lis
sant Beardmore, komt de eer toe de eerste
te zijn, die in een glij-vliegtuig het Kanaal is
overgestoken.
Hij werd om 4.30 Vrijdag door een andere
machine tot een hoogte van ruim 4 K.M. op
getrokken. Daar maakte hij zich van het
sleeptouw los en stevende naar zee.
Er stond een zwakke wind, zoodat hij een
kalme en vlotte overtocht had. Veel kalmer,
naar hij zelf vertelde dan heel wat menschen
die per boot het Kanaal oversteken.
Precies 6 uur streek hij neer po het
landingsterrein te St. Inglevert bij Calais, dat
zich op ngeveer 3 mijlen afstand van de zee
bevindt, zoodat hij 90 minuten na zijn op
stijging van het vliegveld Lympne aan de
overzijde was aangekomen. Hij werd verwel
komd door den directeur van het vliegveld
en eenige aviateurs, die bezig waren toebe
reidselen te maken voor een vlucht binnen
kort naar Engeland per glij-toestel.
Beardmore is eigenaar van het vliegtuig
waarmee hij overstak. Hij heeft verscheidene
vluchten in zijn vrijen tijd gemaakt om zich
„grondig" voor te bereiden.
„Ik ben er zeer trotsch op", zeide hij „dat
de eerste glijvlucht over het Kanaal door
een Engelschman gedaan is".
Een Oostenrijker de zeilvlieger Kronfeld
heeft deze vlucht nagedaan. En wel Zater
dags toen hij van Frankrijk naar Engeland
vloog. Zaterdagavond om half 10 is hij weer
uit Dover gestart en daalde om 10 min. voor
11 in Calais. Hierdoor heeft hij de vlucht per
zweefvliegtuig heen en weer over het Kanaal
volbracht en den hiervoor uitgeloofden prijs
van 20.000 Mark gewonnen.
(In een Japansche stad is door
580 kaalhoofdig en een proces
sie gehouden ovi te demon-
streeren voor samenwerking
tegen den spot hunner mede-
vienschen)
Kijk, dat is weer eens een nieuwtje,
Deze actie in Japan,
Deze machtige processie
Van den kaalbehoofden man.
Zulk een optocht lijkt niet tactisch
Voor 't bereiken van het doel,
Dit was, dunkt me, als demonstratie
Een wat al te kale boel.
Overigens begrijp ik ook niet
Wat men zich voor zorgen maakt,
Wordt uit hoofde van zijn kaalheid
Een kaalhoofdig man gewraakt?
Wij, de weelderig belokten,
Eeren gaarne "t waardig hoofd
Dat door studie en door zorgen
Van zijn haardos is beroofd.
Niemand onzer acht den drager
Des biljartbals minder mans.
Neen integendeel, de kaalheid
Geeft een hoofd juist extra glans.
Vaak is kaal zijn ook een zegen.
Als bescherming voor gevaar,
Nooit rijst hun het haar te berge,
En men vliegt hun nooit in 't haar.
Haarpijn zal geen kaalkop krijgen,
Al zet hij :t op haar en snaar,
En hij zit. wat ook zijn zorgen,
Met de handen nooit in 't haar.
Kom, al wijdt men aan zijn gladheid
Af en toe een flauwe mop.
Onze kaalkop moet niet brommen,
Ook al kamt men hem niet op.
Heusch, wij weten, haar of geen haar
Is slechts een verschil in schijn
En ook, dat wij door de haren
Nog geen haartje beter zijn.
P. GASUS.
DE P. E. N.-CLUB ONOFFICIEEL
BIJEEN.
Zij, die zich voor aanvang
1 Juli 1931 als kwartaal-
abonné opgeven ontvangen de
in Juni nog te verschijnen num
mers gratis.
ADMINISTRATIE
HAARLEM'S DACfcLAD
Aan den vooravond van het Inter
nationale congres.
Onder de litteratoren van alle landen.
(Van een onzer redacteuren.)
(Men zie ook de 3e pag. van het 2e blad.)
,,L'organisation du congrès est parfaite"
zei Monsieur Georges Duhamel tot me
vrouw Van AmmersKüller, die als een zorg
zame gastvrouw de talrijke bezoekers aan den
ingang van Pulchri Studio ontving.
Het wkas een welverdiende lof, want had
het niet Zondagochtend reeds getroffen, hoe
goed de regeling was aan de Ridderzaal,
waar de deelnemers aan dit negende interna
tionale congres van de P.E.N. club zich kwa
men melden? Er was een groot bureau inge
richt in de Lairessezaal, met talrijke func-
tionaressen, onder de opperste leiding van me
vrouw Van AmmersKüller aan wie dan ook
wel de groote eer van de uitstekende voorbe
reiding van de ontvangst der internationale
schrijvers en schrijfsters toekomt. Op dien
zonnigen Zondagmorgen zag men de belang
rijkste auteurs van dezen tijd nog maar spo
radisch over het Haagsche Binnenhof komen,
het was er stil en het publiek toonde geen be
langstelling. de gids voor de grafelijke zalen
en de man, dit prentbriefkaarten verkoopt,
klaagden beide.
Maar 's avonds, in de stemmig statige zalen
van Pulchri Studio was er een volte van tien
tallen en tientallen en toen werd de doeltref
fendheid van de regeling op een zware proef
gesteld, en bleek zij die glansrijk te doorstaan.
Want kwalijk was er een betere manier ge
weest om deze schrijvers uit alle oorden der
wereld, die elkaar niet kenden, onderling be
kend te maken, dan hun op de lapel van de
jas, en op de zij van het avondtoilet een roset
te spelden, met den, dikwijls wereldbe-
roemden naam
En zoo lazen wij van de revers van 'n zwarten
rok, wie dr. Frantisek Langer, de Tsjechi
sche schrijver van „Peripherie", was en van
een kort grijs jasje, wie de Schotsche verte
genwoordiger prof. Grierson en als hij niet
onmiddellijk de aandacht getrokken had door
het typisch Engelsche van zijn lange, smalle
figuur en het markante van het grijze hoofd,
dan hadden wij op deze wijze Galsworthy
kunnen vinden.
Wat den leek trof op deze onofficieele bij
eenkomst van Zondagavond was de verschei
denheid in karakteristieke types en de waar
lijk artistieke nonchelance. waardoor het
decorum van den avond zich kenmerkte.
John Galsworthy was min of meer h$t mid
delpunt van den kring, een der allergroot
sten, met mevrouw Galsworthy eere-gast van
het congres. Maar aan den kant geschaard,
langs de wanden, waar olieverfschilderijen
en houtsneden hingen zagen wij Georg Her
mann Borchardt, den schrijver van „Jett-
chen Gebert", dien wij bij zijn achtenaam
nauwelijks kennen, doch die als Georg Her
mann in Nederland niet weinige bewonde
raars telt. en iets verder zat Georges Duha
mel, de blozende Franschman, die een dank
baar object is voor teekenaars en die telkens
opnieuw even poseeren moest.
Een sfeer van hartelijke opgeruimdheid is
er om dr. P. C. Boutens den voorzitter van de
Hollandsche P. E. N.-club president van het
P. E. N.-congres, hij en mevrouw Van Am
mersKüller waren wel de ziel van de bij
eenkomst, die in een zoo gedifferentieerde
menige onmiddellijk en geest van onge
dwongen kennismaking hebben geschapen.
De vriendelijke figuur van Boutens met de
fijne eü scherpe trekken was overal en in alle
zalen, men zou haast denken tegelijk, en het
bleek uit de ontmoetingen hoe een bij uitstek
internationale bekendheid hij bezit.
Ongedwongen was deze receptie door de
bevallige verscheidenheid in kleeding. Men
zag er „evening-dress" zoo goed als een licht
bruin wandelcostuum, sommigen droegen rok
en witte das en anderen een zwart colbertje
met een lichte grijze pantalon. De bijeen
komst was als onofficieel uitgeschreven en
werd onofficieel gehouden.
Maar zij was van een Babylonische veel
taligheid behalve Hollandsche en de moder
ne talen werd Italiaansch gesproken en
men hoorde Tsjechisch en andere Slavische
talen tusschen afgevaardigden onderling.
Er was de Chineesche schrijver Tze Hsiung
Kuo en de Estlandsche professor Gustav
Suits, en de IJslandsche priester Jon
Svensson. in het lange gesloten zwarte pries
tergewaad, waarboven het peinzende witte
hoofd, een bijna legendarische figuur. Het
„Jiddische Centrum" was vertegenwoordigd
door Schalon Asc'n en Zwitserland door den
ook in Haarlem bekenden Robert de Traz.
Er waren Portugeesche en Argentijnsche af
gevaardigden.
Groote belangstelling ging uit naar Was-
sermann en Thomas Mann, doch tot veler
teleurstelling waren de groote Oostenrijker
en de Duitscher niet gekomen.
Van de Hollandsche schrijvers troffen Hein
Boeken en Frans Mijnsen als bekende fi
guren, voorts Jan Feith, Herman Roelvink
en van de schrijfsters Anna van Gogh
Kaulbach en onze stadgenoote mej. A. G. de
Leeuw (Geertruida Carelsen).
To van der Sluys heeft, begeleid door Ba
rend Redden, een aantal liederen gezongen,
een programma, dat gekozen was uit het
repertoire van alle landen. Roemeensche.
Hongaarsche. Jiddische, Spaansehe vocale
kunst heeft mejuffrouw Van der Sluys dezen
avond gegeven, en daarmee was misschien
wel het best geïllustreerd, hoe veelzijdig dit
v. ::-:)'.icongres in Den Haag is
President Hoover:
Het Amerikaansche volk toont zich bereid,
bij tc dragen tot een spoedig herstel van den
voorspoed in de iccreld, waarbij het zelf
zeer groot belang heeft.
MR. M. SLINGENBERG SPREEKT DINSDAG
AVOND VOOR DE RADIO
De tijd, waarin de Wethouder voor de Fi
nanciën, Mr. M. Slingenberg. Dinsdagavond
op golflengte 298 M. het woord zal voeren
tot de Haarlemsche kiezers, is thans definitief
bepaald op Dinsdag van 5.30 tot 5.45 uur.
Hoover stelt een moratorium voor 1 jaar
voor.
(2e blad. Ie pag.)
Een nieuw Oostcnrijksch kabinet.
(2e blad, le pag.)
Onofficieele bijeenkomst van het P. E. JV.-
congres.
(le blad, le pag. en 2e blad, 3e pag.)
Dc Haarlemsche financiën. Het antwoord
der S.D.A.P. op den open brief van Mr. M.
Slingenberg.
(le blad, le pag.)
ARTIKELEN, ENZ.;
R. P.: Het Moratorium.
(le blad. le pag.)
DE HAARLEMSCHE FINANCIëN.
Antwoord der S. D. A. P. op den open brief van
Mr. M. Slingenbergwethouder van financiën.
In ons nummer van Dinsdag gaven wij een
overzicht van den inhoud van den open
brief dien Mr. M. Slingenberg, wethouder
van financiën, aan de Haarlemsche kiezers
gericht heeft, om zich te verdedigen tegen
aanvallen die op zijn beleid door de S.D.A.P.
waren gedaan.
Thans wordt ons no. 4 van „De Arbeid",
het verkiezingsorgaan der S.D.A.P. gezon
den. waarin een antwoord aan Mr. Slingen
berg is opgenomen.
Opgemerkt wordt dat de aanval op Mr.
Slingenberg eenigen tijd geleden ook in „De
Arbeid" verscheen.
„In No. l hebben we er bezwaar tegen ge
maakt, dat de wethouder van financiën, die
bij de behandeling van de begrooting voor
1931 zich in optimisischen toon uitliet over
de fininancieele posite der gemeente, eenige
maanden later de burgerij deed opschrikken
met de mededeeling, dat het er met de ge-
meentefinanciën niet zoo goed voorstond'cn
dat tengevolge daarvan hoofden van bedrij
ven en diensten werden aangemaand tot de
grootst mogelijke zuinigheid. Dat getuigde,
vonden wij, niet van een vooruitzienden
blik, en betreurden wij, omdat een aantal
werklooze arbeiders, die voor extra-diensten
bij de gemeente waren aangesteld, nu wer
den ontslagen.
In No. 2 van ons verkiezingsorgaan schre
ven wij dat directe belastingen gedurende
de laatste jaren waren verlaagd en dat
.steeds grooter winsten uit de bedrijven in
de gemeentekas werden gestort. Wij be
weerden verder, dat vroeger uit de bedrijven
behoorlijk werd gereserveerd, maar dat
thans daarvan geen sprake meer was, inte
gendeel, dat men in de laatste jaren de
vroeger gemaakte reserves ging opteren.
Voor de bewering over verlaging van di
recte belastingen hebben wij in no. 2 gewe
zen op de verlaging van de opcenten op de
personeele belasting, een verlaging die voor
namelijk ten goede kwam aan de bewoners
van dure woningen. Ten opzichte van de be
wering, dat er steeds meer winsten uit de
bedrijven in de ^gemeentekas werden ge
stort gav.en we de cijfers over 1926 tot en
met 1931. Hieruit blijkt,, dat b.v. in 1927 dat
bedrag f 779:110 was en over 1929 f 1.388,505.
Bijna een verdubbeling.
Over de reserves gaven wij aan, dat in
1924 de reserves van de bedrijven 13.8 pet.
bedroegen van het in die bedrijven gestoken
kapitaal en dat in 1929 dat percentage nog
slechts 4.4 pet. bedroeg.
In No. 3 van „De Arbeid" toonden wij aan
de hand van de cijfers aan, dat over de ja
ren 1926, 1927 en 1928 zoo lichtvaardig was
geraamd op de inkomsten -der Inkomsten
belasting en terugstorting aan het Rijk we
gens oninbare posten, dat er een tekort was
van ruim twee milllioen gulden, als verschil
tusschen raming en werkelijke opbrengst,
dat was ongeveer 25 pet. van het totaal".
„De Arbeid" vervolgt:
Wat is het antwoord op deze critiek?
Niets.
Hoogstens de opmerking op bladzijde 14
van den open brief:
„Deze brief zou te uitvoerig en te tech
nisch worden, indien ik ook de leeningspoli-
t-iek, de reserveeringen, en de wijze van dek
king der uitgaven hier moest uiteenzetten."
Maar daarover gaat het voor een groot
deel!
Wat wel is geprobeerd, dat is, dat door
vergelijkingen met andere gemeenten, ook
gemeenten met soc-dem. wethouders van fi
nanciën, zou blijken, dat men daar niet min
der winsten uit de bedrijven haalt of dat
voor kleine inkomens daar meer aan belas
ting moet worden betaald.
Dat zijn echter geen antwoorden op onze
critiek.
Niemand heeft zijn verantwoording af te
wijzen met een beroep op anderen.
Het verwijzen naar anderen heeft ook
geen redelijken zin als we van die anderen
alleen maar resultaten zien, maar niet de
som der mogelijkheden kennen.
Ook wij komen tot onze conclusie.
De critiek, die wij op het financieel beleid
van Haarlem hebben gevoerd is niet aange
vochten en kon dan ook niet worden ont
zenuwd, omdat ze juist is gebleken. De
moeilijkheden die door onze menschen in
den raad steeds zijn voorspeld zullen nu ko
men, verhaast en versterkt door extra
moeilijkheden van de economische crisis.
Tegenover de verklaring van den schrijver
van den open brief, dat hij, indien opnieuw
belast met de portefeuille van financiën,
eenzelfde politiek in de komende periode zal
volgen als in het verleden, stellen wij: dat
kunt ge niet en wilt ge niet.
Dat kunt geniet, omdat bepaalde bron
nen, reserveeringen van vroeger, thans zijn
opgedroogd. Het geld voor noodige voorzie
ningen zult ge moeten vinden uit hoogere
belastingen en ge kunt niet volhouden, dat
het goed is, om zooals thans gaat gebeuren,
die hoogere belastingen worden geheven
in een tijd, dat de inkomens belangrijk la
ger zijn. Men kan zich vergissen, maar men
gaat niet opzettelijk een verkeerde finan-
cieele politiek voeren.
Ge wilt het niet. omdat wij nog vertrouwen
stellen in uw goeden wil, om niet de knecht
tc zijn van hen, die niets liever willen dan
het maatschappelijk leven te laten verstar
ren.
Een goede sociale politiek moet berusten
op een goede financieele politiek."
Behangselpapieren-Holland tegen behangsel-
papieren-België. Zaterdagmiddag vertrokken
met 2 autobussen een 60-tal leden van de
Sportvereen. Rath en Doodeheefver uit Am
sterdam naar Brussel alwaar het eerste voet
balteam dezer vereen. Zaterdag een voetbal
wedstrijd speelde tegen het vertegenwoordi
gend elftal van het grootste behangselpapier-
concern U.P.L. Het is voorvyaar geen alledaag-
sche gebeurtenis dat een sportvereen. uit het
personeel eener groote commercieele instel
ling onder zoo groote belangstelling van
supporters een buitenlandsche excursie
onderneemt.
De fotograaf was dermate geïnspireerd door
het geval, dat hij de Raths en Doodeheefvers
kiekte uit een „behangselpapier-positie'.'.