STEMT op woensdag 24 Juni M. A. REINALDA No. 1 van Lijst Kale actie. Het woord is aan... Het Belangrijkste. 48e Jaargang No. 14719 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Maandag 22 Juni 1931 HAARLEM S DAGBLAD Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM. ABONNEMENTEN: per week f0.27lri, met GeTllustr. Zondagsblad f 0.32 Per 3 maandenHaarlem en plaatsen waar een agent gevestigd is (kom der gemeente) 3.57TA- Franco per post door Nederland f 3.S7J4. Losse nummers ƒ0.06. Geïll. Zondagsblad per 3 maanden f 0.57franco per post. UITGAVE DER N.V. LOURENS COSTER Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaame 12 Telefoon Nos.: Directie 13082 Hoofdredactie: 15054 Redactie 10600 Administratie: 10724, 14825 Drukkerij: 10122, 12713 Postgiro 38810 Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTIëN: 1<5 regels 1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames ƒ0.60 per regel. Reductie bij abonnement. Vraag en aanbod 14 regels ƒ0.60, elke regel meer 0.15. buiten Arrondissement dubbele prijs. Onze Groentjes (iederen dag) 13 regels ƒ0.30, elke regel meer ƒ0.10, uitsluitend a contant. Gratis Ongevallenverzekering voor Maand- en Weekabonnés. Levenslange ongeschiktheid en Overlijden (600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog f400.-, Duim f250.-, Wijsvinger 1150.-, Elke andere vinger (50.-, Arm- of Beenbreuk f 100.- DIT NUMMER BESTAAT UIT TWAALF BLADZIJDEN EERSTE BLAD HAARLEM, 22 Juni Het Moratorium. Het voorstel van de Amerikaansche regee- rïng om de herstelschulden voor éen jaar op te schorten, met ingang van 1 Juli a.s., op voorwaarde dat de belangrijke crediteur- staten eveneens de hun verschuldigde beta lingen voor een jaar uitstallen, is als een zonnestraal uit zwaarbewolkten hemel ge komen. Fresident Hoover's verklaring heeft, voor zij officiéél bevestigd was, haar gunsti ge uitwerking al in sterke mate op de New- Yorksche beurs doen gelden, die vast was en door stijging van belangrijke fondsen ge kenmerkt werd. Ongetwijfeld was het hoog tijd dat het initiatief tot een dergelijken stap kwam, en het is te verwachten dat de Europeesche cre- üiteurstaten, gezien de ontwikkeling van den uiterst critieken toestand in Duitschland, hun medewerking aan het voorstel van den Amerikaanschen president zullen geven. Het zou onverantwoordelijke roekeloosheid en kortzichtigheid zijn als zij het niet deden. De laatste ontsnapping van de Duit-sche regeering was alleen te danken aan de me dewerking van de socialistische partij, die volgens haar eigen program en idealen in een steeds moeilijker positie is geraakt. Ter- wille van het voorkomen van een Hitle- riaansch bewind, terwille vooral van het ver hoeden van een machtsgreep van het com munisme ,zijn de Duitsche socialisten thans genoopt door dik en dun mee te gaan met kanselier Brüning. Dat dit lang zou kunnen duren is ondenkbaar. Dat, zooals onze Ber- lijnsche correspondent onlangs uiteenzette, de aanstaande winter groote gevaren zou bren gen in Duitschland, als het niet bijtijds uit den knel werd verlost, was volkomen begrij pelijk. Toestanden zooals in Duitschland ont staan zijn kosten niet veel moeite tot ver klaring. Het getal van vijf millioen werkloo- zen is slechts een statistische opgave. Maar die statistische opgave wordt verschrikkelijk in haar welsprekendheid, als men zich even indenkt in de gevoelens van éen enkelen flin- ken jongen kerel, die graag hard werken wil en zijn weg in de wereld vinden, die in zich voelt dat hij dingen presteeren kan, en die eenvoudig niet het minste vooruitzicht heeft dat hij ooit aan den slag zal kunnen komen, ooit zijn kans krijgen. Dat de medemensch recht op arbeid heeft is een axioma dat ieder, die verder denkt dan zijn eigen egoïstische belang onmiddellijk erkent. Mil- lioenen Duitsche extremisten, zoowel recht- sche als linksche, zouden zonder twijfel da delijk bereid zijn zich in een rustige ontwik keling van zaken aan te passen als men hun slechts arbeid gaf, en een redelijke kans Het herstel van de oorlogsschade is een historisch onderwerp geworden dat thans verre overheerscht en verdrongen moet wor den door de nooden van onzen tijd: door het herstelvraagstuk van Duitschand in de eer ste plaats. De oorlog heeft geen overwinning gebracht, maar een nederlaag over de geheele linie, waarbij het raderwerk der internatio nale samenwerking zwaar beschadigd, in sommige van zijn onderdeelen geheel ver nield werd. Het oorlogsschulden-stelsel heeft het herstel van dat raderwerk verhinderd. Als men de gevolgen van den oorlog te niet wil doen moet men internationaal samen werken om het internationale geheel niet alleen weer op te bouwen, maar het te ver nieuwen en verbeteren bovendien. Het Hoover-moratorium zie ik daarom niet als een definitieve oplossing, maar als een eerste stap, evenals de ontwapeningsconfe rentie van Februari a.s. (die er ongetwijfeld gunstig door beïnvloed zal kunnen worden) slechts een eerste stap op haar terrein zal doen. Een nieuwe geest en een nieuwe sa menwerking worden vereischt. Gelukkig zijn zij reeds groeiende. Zij zullen onafwijsbaar moeten voeren tot een herziening van de vredesverdragen van 1919, en tot het geheel of grootendeels annuleeren van de oorlogs schulden. Het is niet waar dat de crediteurstaten daarmee veel prijs zouden geven. Zij zouden zich alleen schijnbaar opofferen, en zij zul len dat doen omdat het alternatief een veel grooter verlies zou beteekenen. De ver dragen van 1919 zijn de rijkste voedings bodem voor een volgenden oorlog, dus een geweldige algemeene vernietiging, die de huidige wereld tot haar voortdurend gevaar bezit. Het kan ons, menschen van 1931, volkomen koud laten of er in dit opzicht pro- Fransch of pro-Duitsch geredeneerd wordt. De tijd van pro-Fransch of pro-Duitsch is voorbij. Het groote geheel domineert verre, en alleen door de internationale machts ontwikkeling te bevorderen kan onze wereld van 1931 zich redden uit haar netelige moei lijkheden. Het moratorium, als het op 1 Juli ingaat, zal op 30 Juni 1932 afloopenals men voor dien datum niet het besluit neemt het te verlengen. En als men, dan reeds, niet tot de eerste stappen zal zijn overgegaan om tot algeheele herziening der verdragen van Versailles te komen. Waartoe het komen móet. R. P. INBRAAK In den nacht van Vrijdag op Zaterdag is ingebroken in een schoenenzaak aan de Groote Houtstraat. Door een raam van een bovenlicht heeft men zich toegang verschaft Uit een geldkistje in het kantoor is een waardelooze schuldbekentenis vermist, terwijl 13 plakzesels en 25 postzegels van 6 cent uit een doosje gehaald zijn. Overigens werdt Biets gemist. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN den candidaat der S.D.A.P. In 90 minuten het Kanaal over. Per glij vliegtuig. Een Londensch ingenieur, den heer Lis sant Beardmore, komt de eer toe de eerste te zijn, die in een glij-vliegtuig het Kanaal is overgestoken. Hij werd om 4.30 Vrijdag door een andere machine tot een hoogte van ruim 4 K.M. op getrokken. Daar maakte hij zich van het sleeptouw los en stevende naar zee. Er stond een zwakke wind, zoodat hij een kalme en vlotte overtocht had. Veel kalmer, naar hij zelf vertelde dan heel wat menschen die per boot het Kanaal oversteken. Precies 6 uur streek hij neer po het landingsterrein te St. Inglevert bij Calais, dat zich op ngeveer 3 mijlen afstand van de zee bevindt, zoodat hij 90 minuten na zijn op stijging van het vliegveld Lympne aan de overzijde was aangekomen. Hij werd verwel komd door den directeur van het vliegveld en eenige aviateurs, die bezig waren toebe reidselen te maken voor een vlucht binnen kort naar Engeland per glij-toestel. Beardmore is eigenaar van het vliegtuig waarmee hij overstak. Hij heeft verscheidene vluchten in zijn vrijen tijd gemaakt om zich „grondig" voor te bereiden. „Ik ben er zeer trotsch op", zeide hij „dat de eerste glijvlucht over het Kanaal door een Engelschman gedaan is". Een Oostenrijker de zeilvlieger Kronfeld heeft deze vlucht nagedaan. En wel Zater dags toen hij van Frankrijk naar Engeland vloog. Zaterdagavond om half 10 is hij weer uit Dover gestart en daalde om 10 min. voor 11 in Calais. Hierdoor heeft hij de vlucht per zweefvliegtuig heen en weer over het Kanaal volbracht en den hiervoor uitgeloofden prijs van 20.000 Mark gewonnen. (In een Japansche stad is door 580 kaalhoofdig en een proces sie gehouden ovi te demon- streeren voor samenwerking tegen den spot hunner mede- vienschen) Kijk, dat is weer eens een nieuwtje, Deze actie in Japan, Deze machtige processie Van den kaalbehoofden man. Zulk een optocht lijkt niet tactisch Voor 't bereiken van het doel, Dit was, dunkt me, als demonstratie Een wat al te kale boel. Overigens begrijp ik ook niet Wat men zich voor zorgen maakt, Wordt uit hoofde van zijn kaalheid Een kaalhoofdig man gewraakt? Wij, de weelderig belokten, Eeren gaarne "t waardig hoofd Dat door studie en door zorgen Van zijn haardos is beroofd. Niemand onzer acht den drager Des biljartbals minder mans. Neen integendeel, de kaalheid Geeft een hoofd juist extra glans. Vaak is kaal zijn ook een zegen. Als bescherming voor gevaar, Nooit rijst hun het haar te berge, En men vliegt hun nooit in 't haar. Haarpijn zal geen kaalkop krijgen, Al zet hij :t op haar en snaar, En hij zit. wat ook zijn zorgen, Met de handen nooit in 't haar. Kom, al wijdt men aan zijn gladheid Af en toe een flauwe mop. Onze kaalkop moet niet brommen, Ook al kamt men hem niet op. Heusch, wij weten, haar of geen haar Is slechts een verschil in schijn En ook, dat wij door de haren Nog geen haartje beter zijn. P. GASUS. DE P. E. N.-CLUB ONOFFICIEEL BIJEEN. Zij, die zich voor aanvang 1 Juli 1931 als kwartaal- abonné opgeven ontvangen de in Juni nog te verschijnen num mers gratis. ADMINISTRATIE HAARLEM'S DACfcLAD Aan den vooravond van het Inter nationale congres. Onder de litteratoren van alle landen. (Van een onzer redacteuren.) (Men zie ook de 3e pag. van het 2e blad.) ,,L'organisation du congrès est parfaite" zei Monsieur Georges Duhamel tot me vrouw Van AmmersKüller, die als een zorg zame gastvrouw de talrijke bezoekers aan den ingang van Pulchri Studio ontving. Het wkas een welverdiende lof, want had het niet Zondagochtend reeds getroffen, hoe goed de regeling was aan de Ridderzaal, waar de deelnemers aan dit negende interna tionale congres van de P.E.N. club zich kwa men melden? Er was een groot bureau inge richt in de Lairessezaal, met talrijke func- tionaressen, onder de opperste leiding van me vrouw Van AmmersKüller aan wie dan ook wel de groote eer van de uitstekende voorbe reiding van de ontvangst der internationale schrijvers en schrijfsters toekomt. Op dien zonnigen Zondagmorgen zag men de belang rijkste auteurs van dezen tijd nog maar spo radisch over het Haagsche Binnenhof komen, het was er stil en het publiek toonde geen be langstelling. de gids voor de grafelijke zalen en de man, dit prentbriefkaarten verkoopt, klaagden beide. Maar 's avonds, in de stemmig statige zalen van Pulchri Studio was er een volte van tien tallen en tientallen en toen werd de doeltref fendheid van de regeling op een zware proef gesteld, en bleek zij die glansrijk te doorstaan. Want kwalijk was er een betere manier ge weest om deze schrijvers uit alle oorden der wereld, die elkaar niet kenden, onderling be kend te maken, dan hun op de lapel van de jas, en op de zij van het avondtoilet een roset te spelden, met den, dikwijls wereldbe- roemden naam En zoo lazen wij van de revers van 'n zwarten rok, wie dr. Frantisek Langer, de Tsjechi sche schrijver van „Peripherie", was en van een kort grijs jasje, wie de Schotsche verte genwoordiger prof. Grierson en als hij niet onmiddellijk de aandacht getrokken had door het typisch Engelsche van zijn lange, smalle figuur en het markante van het grijze hoofd, dan hadden wij op deze wijze Galsworthy kunnen vinden. Wat den leek trof op deze onofficieele bij eenkomst van Zondagavond was de verschei denheid in karakteristieke types en de waar lijk artistieke nonchelance. waardoor het decorum van den avond zich kenmerkte. John Galsworthy was min of meer h$t mid delpunt van den kring, een der allergroot sten, met mevrouw Galsworthy eere-gast van het congres. Maar aan den kant geschaard, langs de wanden, waar olieverfschilderijen en houtsneden hingen zagen wij Georg Her mann Borchardt, den schrijver van „Jett- chen Gebert", dien wij bij zijn achtenaam nauwelijks kennen, doch die als Georg Her mann in Nederland niet weinige bewonde raars telt. en iets verder zat Georges Duha mel, de blozende Franschman, die een dank baar object is voor teekenaars en die telkens opnieuw even poseeren moest. Een sfeer van hartelijke opgeruimdheid is er om dr. P. C. Boutens den voorzitter van de Hollandsche P. E. N.-club president van het P. E. N.-congres, hij en mevrouw Van Am mersKüller waren wel de ziel van de bij eenkomst, die in een zoo gedifferentieerde menige onmiddellijk en geest van onge dwongen kennismaking hebben geschapen. De vriendelijke figuur van Boutens met de fijne eü scherpe trekken was overal en in alle zalen, men zou haast denken tegelijk, en het bleek uit de ontmoetingen hoe een bij uitstek internationale bekendheid hij bezit. Ongedwongen was deze receptie door de bevallige verscheidenheid in kleeding. Men zag er „evening-dress" zoo goed als een licht bruin wandelcostuum, sommigen droegen rok en witte das en anderen een zwart colbertje met een lichte grijze pantalon. De bijeen komst was als onofficieel uitgeschreven en werd onofficieel gehouden. Maar zij was van een Babylonische veel taligheid behalve Hollandsche en de moder ne talen werd Italiaansch gesproken en men hoorde Tsjechisch en andere Slavische talen tusschen afgevaardigden onderling. Er was de Chineesche schrijver Tze Hsiung Kuo en de Estlandsche professor Gustav Suits, en de IJslandsche priester Jon Svensson. in het lange gesloten zwarte pries tergewaad, waarboven het peinzende witte hoofd, een bijna legendarische figuur. Het „Jiddische Centrum" was vertegenwoordigd door Schalon Asc'n en Zwitserland door den ook in Haarlem bekenden Robert de Traz. Er waren Portugeesche en Argentijnsche af gevaardigden. Groote belangstelling ging uit naar Was- sermann en Thomas Mann, doch tot veler teleurstelling waren de groote Oostenrijker en de Duitscher niet gekomen. Van de Hollandsche schrijvers troffen Hein Boeken en Frans Mijnsen als bekende fi guren, voorts Jan Feith, Herman Roelvink en van de schrijfsters Anna van Gogh Kaulbach en onze stadgenoote mej. A. G. de Leeuw (Geertruida Carelsen). To van der Sluys heeft, begeleid door Ba rend Redden, een aantal liederen gezongen, een programma, dat gekozen was uit het repertoire van alle landen. Roemeensche. Hongaarsche. Jiddische, Spaansehe vocale kunst heeft mejuffrouw Van der Sluys dezen avond gegeven, en daarmee was misschien wel het best geïllustreerd, hoe veelzijdig dit v. ::-:)'.icongres in Den Haag is President Hoover: Het Amerikaansche volk toont zich bereid, bij tc dragen tot een spoedig herstel van den voorspoed in de iccreld, waarbij het zelf zeer groot belang heeft. MR. M. SLINGENBERG SPREEKT DINSDAG AVOND VOOR DE RADIO De tijd, waarin de Wethouder voor de Fi nanciën, Mr. M. Slingenberg. Dinsdagavond op golflengte 298 M. het woord zal voeren tot de Haarlemsche kiezers, is thans definitief bepaald op Dinsdag van 5.30 tot 5.45 uur. Hoover stelt een moratorium voor 1 jaar voor. (2e blad. Ie pag.) Een nieuw Oostcnrijksch kabinet. (2e blad, le pag.) Onofficieele bijeenkomst van het P. E. JV.- congres. (le blad, le pag. en 2e blad, 3e pag.) Dc Haarlemsche financiën. Het antwoord der S.D.A.P. op den open brief van Mr. M. Slingenberg. (le blad, le pag.) ARTIKELEN, ENZ.; R. P.: Het Moratorium. (le blad. le pag.) DE HAARLEMSCHE FINANCIëN. Antwoord der S. D. A. P. op den open brief van Mr. M. Slingenbergwethouder van financiën. In ons nummer van Dinsdag gaven wij een overzicht van den inhoud van den open brief dien Mr. M. Slingenberg, wethouder van financiën, aan de Haarlemsche kiezers gericht heeft, om zich te verdedigen tegen aanvallen die op zijn beleid door de S.D.A.P. waren gedaan. Thans wordt ons no. 4 van „De Arbeid", het verkiezingsorgaan der S.D.A.P. gezon den. waarin een antwoord aan Mr. Slingen berg is opgenomen. Opgemerkt wordt dat de aanval op Mr. Slingenberg eenigen tijd geleden ook in „De Arbeid" verscheen. „In No. l hebben we er bezwaar tegen ge maakt, dat de wethouder van financiën, die bij de behandeling van de begrooting voor 1931 zich in optimisischen toon uitliet over de fininancieele posite der gemeente, eenige maanden later de burgerij deed opschrikken met de mededeeling, dat het er met de ge- meentefinanciën niet zoo goed voorstond'cn dat tengevolge daarvan hoofden van bedrij ven en diensten werden aangemaand tot de grootst mogelijke zuinigheid. Dat getuigde, vonden wij, niet van een vooruitzienden blik, en betreurden wij, omdat een aantal werklooze arbeiders, die voor extra-diensten bij de gemeente waren aangesteld, nu wer den ontslagen. In No. 2 van ons verkiezingsorgaan schre ven wij dat directe belastingen gedurende de laatste jaren waren verlaagd en dat .steeds grooter winsten uit de bedrijven in de gemeentekas werden gestort. Wij be weerden verder, dat vroeger uit de bedrijven behoorlijk werd gereserveerd, maar dat thans daarvan geen sprake meer was, inte gendeel, dat men in de laatste jaren de vroeger gemaakte reserves ging opteren. Voor de bewering over verlaging van di recte belastingen hebben wij in no. 2 gewe zen op de verlaging van de opcenten op de personeele belasting, een verlaging die voor namelijk ten goede kwam aan de bewoners van dure woningen. Ten opzichte van de be wering, dat er steeds meer winsten uit de bedrijven in de ^gemeentekas werden ge stort gav.en we de cijfers over 1926 tot en met 1931. Hieruit blijkt,, dat b.v. in 1927 dat bedrag f 779:110 was en over 1929 f 1.388,505. Bijna een verdubbeling. Over de reserves gaven wij aan, dat in 1924 de reserves van de bedrijven 13.8 pet. bedroegen van het in die bedrijven gestoken kapitaal en dat in 1929 dat percentage nog slechts 4.4 pet. bedroeg. In No. 3 van „De Arbeid" toonden wij aan de hand van de cijfers aan, dat over de ja ren 1926, 1927 en 1928 zoo lichtvaardig was geraamd op de inkomsten -der Inkomsten belasting en terugstorting aan het Rijk we gens oninbare posten, dat er een tekort was van ruim twee milllioen gulden, als verschil tusschen raming en werkelijke opbrengst, dat was ongeveer 25 pet. van het totaal". „De Arbeid" vervolgt: Wat is het antwoord op deze critiek? Niets. Hoogstens de opmerking op bladzijde 14 van den open brief: „Deze brief zou te uitvoerig en te tech nisch worden, indien ik ook de leeningspoli- t-iek, de reserveeringen, en de wijze van dek king der uitgaven hier moest uiteenzetten." Maar daarover gaat het voor een groot deel! Wat wel is geprobeerd, dat is, dat door vergelijkingen met andere gemeenten, ook gemeenten met soc-dem. wethouders van fi nanciën, zou blijken, dat men daar niet min der winsten uit de bedrijven haalt of dat voor kleine inkomens daar meer aan belas ting moet worden betaald. Dat zijn echter geen antwoorden op onze critiek. Niemand heeft zijn verantwoording af te wijzen met een beroep op anderen. Het verwijzen naar anderen heeft ook geen redelijken zin als we van die anderen alleen maar resultaten zien, maar niet de som der mogelijkheden kennen. Ook wij komen tot onze conclusie. De critiek, die wij op het financieel beleid van Haarlem hebben gevoerd is niet aange vochten en kon dan ook niet worden ont zenuwd, omdat ze juist is gebleken. De moeilijkheden die door onze menschen in den raad steeds zijn voorspeld zullen nu ko men, verhaast en versterkt door extra moeilijkheden van de economische crisis. Tegenover de verklaring van den schrijver van den open brief, dat hij, indien opnieuw belast met de portefeuille van financiën, eenzelfde politiek in de komende periode zal volgen als in het verleden, stellen wij: dat kunt ge niet en wilt ge niet. Dat kunt geniet, omdat bepaalde bron nen, reserveeringen van vroeger, thans zijn opgedroogd. Het geld voor noodige voorzie ningen zult ge moeten vinden uit hoogere belastingen en ge kunt niet volhouden, dat het goed is, om zooals thans gaat gebeuren, die hoogere belastingen worden geheven in een tijd, dat de inkomens belangrijk la ger zijn. Men kan zich vergissen, maar men gaat niet opzettelijk een verkeerde finan- cieele politiek voeren. Ge wilt het niet. omdat wij nog vertrouwen stellen in uw goeden wil, om niet de knecht tc zijn van hen, die niets liever willen dan het maatschappelijk leven te laten verstar ren. Een goede sociale politiek moet berusten op een goede financieele politiek." Behangselpapieren-Holland tegen behangsel- papieren-België. Zaterdagmiddag vertrokken met 2 autobussen een 60-tal leden van de Sportvereen. Rath en Doodeheefver uit Am sterdam naar Brussel alwaar het eerste voet balteam dezer vereen. Zaterdag een voetbal wedstrijd speelde tegen het vertegenwoordi gend elftal van het grootste behangselpapier- concern U.P.L. Het is voorvyaar geen alledaag- sche gebeurtenis dat een sportvereen. uit het personeel eener groote commercieele instel ling onder zoo groote belangstelling van supporters een buitenlandsche excursie onderneemt. De fotograaf was dermate geïnspireerd door het geval, dat hij de Raths en Doodeheefvers kiekte uit een „behangselpapier-positie'.'.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 1