OP HET SLAGVELD.
DE ONDERGANG VAN DE OORLOGSROMANTIEK.
DE NIEUWE GEEST.
HAARLEM'S DACSLAD
DINSDAG 14 JULI 1931
TWEEDE BLAD
Een fragment uit „Ons kanon" van
Paul Lintier.
„Een stukrijder komt zonder képi aanhol
len, het gelaat vol bloed:
Kom tochdaarginds is er een ge
vallenop den weg gevallen. Alles ligt
dbdr elkaar, de paarden er boven op. O, groo-
te God!
Ben je gewond?
Waar? vraagt hij.
Aan je wang
Dat is niets mijn paard, het vande-
handsche.
Granaten fluiten, vliegen voorbij, men
loopt snel Plotseling doet bij een bocht van
den weg een afschuwelijke aanblik mij on
beweeglijk blijven staan, beneemt mij den
adem.
In het zonnelicht, dat door de takken heen
den lichten grond van den straatweg mar
mert, ligt daar een vormelooze massa man
nen en paarden neergeveld. De heele bespan
ning van de smidse en die van den vracht
wagen liggen daar als eene bewegende mas
sa bloedend vleesch. Daaronder liggen man
nen. Twee kanonniers liggen voorover mid
den op den weg anderen sleepen zich op de
handen steunend voort tusschen de neerge
storte zadelpaarden, in de greppels bewegen
zich gewonden. Uit die slachtplaatsen stijgt
een aanhoudend gekreun op, vreemde klaag-
geluiden die doen denken aan de angstwek
kende kreten van sommige nachtdieren, een
dof „oóohoóoh!" eindeloos en gemodu
leerd als een Indianenzang. Het bloed
stroomt als een beek door de greppels aan
beide zijden van den weg. Een weeë abat-
toirsbank, een lauwe warmte, een reuk van
rookend vleesch, van wegstroomend leven,
van paarden, van verteringsproces der inge
wanden, slaat iemand om het hart, bedwelmt
doet walgen.
Een man, wiens bovenlijf bedolven ls on
der de bespanning van de smidse, is er in
geslaagd zijn arm omhoog te steken door een
massa uitgestorte ingewanden, maar de dar
men hebben zich om zijn vuist vastgeknoopt
en hij schudt ze woedend, stroomen bloeds
in de rondte spreidende, stervende paarden
laten winden, verliezen hun ontlasting,
krabben over den grond met hun verstijfde
pooten. Hun hoefijzers krassen op de keien
in hun doodstrijd spannen zij de strengen,
de kettingen kraken, de wagen, waarvoor zij
gespannen zijn, komt even vooruit, rolt weer
terug.
Een infanterist, dood, ligt daar mot gapen
de borst, zijn wijd open oogen hebben een
starenden, doffen blik, een blauwen blik, die
tot in mijn binnenste doordringt. Een artil
lerist is aan den berm vastgenageld, hij staat
daar bijna overeind, den buik geheel open
gescheurd, op zijn laarzen ligt een gewond
paard onbeweeglijk, terwijl hem het bloed
uit de neusgaten vloeit.
Als het reutelen en kermen een oogenblik
onthoudt, hoort men 't geluid van bloed, dat
golvend wegstroomt, en het rommelen der in
gewanden, die witachtig en rood over den
weg liggen te kronkelen.
Ik ben naar den man toegesneld, die daar
haast stikte onder de bespanning der smidse
en tracht hem te bevrijden. Zijn vreeselijk
vertrokken gelaat is geheel rood, haar en
baard kleven aaneen van bloed. Zijn rollende
oogen laten steeds het wit zien, als van
iemand, die op 't punt is te stikken. Een
paard dreigt in zijn doodstrijd een in de
lenden gewonden kanonnier te dooden, die
zich op zijn polsen voortsleept. Snel dood ik
het dier met een revolverschot. Dan eerst
zie ik tusschen twee paarden mijn vriend M.
liggen, heel bleek en met gesloten oogen. Ik
snel naar hem toe en steek mijn arm onder
zijn lichaam om hem op te lichtenMijn
bloed staat plotseling stil, mijn hart houdt
op te kloppenMijn arm drong tot aan
den elleboog door in den opengereten rug
van mijn vriend.
Ik richt mij op. Een oogenblik draait die
heele slachtplaats om mij heenzal ik
niet flauw vallen van afschuw? Ik sla mijn
hand aan mijn voorhoofd, zij is rood.Ik
besmeer mijn heele gezicht met bloed. Om
niet te vallen moet ik tegen een wiel van de
smidse steunen.
Een ziekenverpleger is er in geslaagd uit.
den eveneens door schroot stukgeschoten
ambulancewagen nog twee onbeschadigde
brancards te halen. Aan den rand van den
weg is de dokter, nog hevig ontroerd en zelf
door de uitbarsting licht gewond, bezig voor-
loopige verbanden aan te leggen. Met z'n
drieën hijschen wij een grooten blonden ka
nonnier met echt Galische knevels op een
brancard, zijn voet, die er bijna afgescheurd
is, hangt er bij. en hij brult van pijn. Aan
den voet van de helling, bij den uitgang van
het bosch, is een hulppost in eene boerderij
Wij gaan op weg, de knieën buigende om 't
schokken te vermijden, maar wij moeten
over de verspreid liggende ledematen der
paarden stappen en over dooden, die zóó
verminkt zijn, dat ik ze niet herken.
Een gewonde grijpt mijn been vast, als ik
voorbij kom, hij heft een bloedeloos gelaat
naast mij op, door het bloed, dat uit een zij
ner ooren vloeit, met een martelaarsketen
omgeven. Zijn oogen bidden en op een toon
van de innigste smeekbede fluistert hij:
Och, oude jongen, laat me hier toch
niet liggen
Maar wij kunnen onmogelijk twee mannen
tegelijk meenemen, ik buig mij even naar
hem toe:
De kameraden komen dadelijk met de
andere brancard, ze zullen je meenemen.
Kom laat mijn voet los
Wij verwijderen ons van dit bloedbad en
halen weer ruimer adem.
Het dichte linnen van den brancard houdt
het bloed tegen van den gewonde, zijn voet
ligt in een roode plas. Hij lijdt als een ge
kruisigde, wringt zijn armen buiten de bran
card en steunt:
O. mijn pootJullie schudt mij zoo.
O je schudt me zoo!
Dan zegt hij:
Gaat toch stapvoets jongens!
Niettegenstaande alle pogingen, kunnen wij
de schokken niet vermijden, die hem zoo
martelen en hij fluistert aldoor steeds zach
ter:
Stapvoets, stapvoetsstapvoets.
Zijn lippen vormen nog het woord „stap
voets" zonder geluid voort te brengen, totdat
opeens een heviger schok hem een kreet ont
lokt.
Op den weg. vóór de boerderij-ambulance,
hebben de dokters in de schaduw een nood
operatietafel ingericht. Men legt de gewon
den op een rij langs de greppel. Een dikke
militaire arts met vier strepen, loopt heen en
INGEZONDEN MEDEDFFLINGEN
a 60 Cts. per regel.
STOFZUIGERHUIS MAERTENS
Bartel jorisstraat 16 Telefoon 10756
VAMPYR STOFZUIGERS f 105.-
1831
1931
weer schreeuwt. Op brancards gedragen, of
te voet, of door kameraden gesteund, komen
onze gewonden naar de ambulance. De kin
van één hunner is niets dan een bloedige brij
een van zijn oogen is dicht, het andere staat
wijd open.
Het paard van den veearts, door een gra
naatscherf doorboord, heeft de gekwetsten
hierheen gevolgd, maar zoodra het stilstaat,
stort het op de knieën naast den weg. Er ligt
in de oogen van dat dier een menschelijke
smart. Het buigt den kop naar mij toe, en
ik schiet hem een revolverkogel in het oor.
Met het zware geluid, dat een bijlslag in
het hart van een boom maakt-, valt het paard
op zijde en, van den hoogen dijk. waarover
de weg loopt, rolt het twee-, driemaal om en
valt op de weide daaronder.
Wij moeten dadelijk terug naar daarginds,
men heeft ons noodig. Zoodra ik de open
lucht en den zonneschijn verlaat, om het
bosch binnen te treden, beklemt de angst mij
voor hetgeen ik weer zien zal. De schadu
wen van het bosch, die met het vergevor
derde uur dichter worden, doen mijn be
klemming nog toenemen.
Kom!
Twee zadelpaarden wier wonden bloeden,
verwijderen zich, door instinct gedreven, van
dit bloedbad; met kleine stapjes gaan zij
langs den weg, naar het zonlicht toe. De
doode paarden zijn losgemaakt, en naar den
kant gesleept, maar twee artilleristen liggen
nog midden op den weg, alleen heeft iemand
uit gewoonte en uit eerbied voor de dooden
twee takjes afgebroken en hunne gezichten
met bladeren bedekt
De bloedbeken in de karresporen zijn ge
stold. De lauwe lucht, door het bladgewelf
tegengehouden, hangt daar nog altijd, nog
walgelijker, nog meer benauwend. Bij de
pogingen, die men aangewend heeft om de
paarden los te maken en den weg te ont
ruimen. zijn de ingewanden uit elkaar ge
trokken. Nu liggen zij in de rondte, met stof
bezoedeld, tot op ettelijke meters der open,
ingewandlooze lichamen.
Twee gevangenen, twee groote mannen,
die door hun lange grijze mantels en punt-
helmen nog hooger schijnen, komen van de
hoogvlakte. De soldaten, die hen begeleiden,
vreezende, dat dit schouwspel des doods te
veel vreugde zou schenken aan onze vijan
den, hebben hen geblinddoekt en voeren hen
aan de hand tusschen de lijken door. Maar
de Duitschers herkennen den reuk van het
bloed, een rimpel van ongerustheid groeft
hun 't voorhoofd, en lang snuiven zij de
lucht op".
„Ons Kanon" van Paul Lintier, uitgave van
W. ten Have, te Amsterdam,
Moedige taal van Lloyd George.
,Men moet zeggen en durven be
kennen, dat een moord een moord is
en dat wat de strafwet van ieder land
als moord beschouwt en straft, nooit
wanneer het in het groot wordt toe-
ge-past, een wettig middel van „public
policy" kan zijn. Er mag niet langer
onderscheid zijn tusschen het recht
van het individu en het recht van een
regeering. Wij moeten de ellende en
de afschuwelijkheden van den oorlog
niet bemantelen, noch met eenig be
roep op wat dan ook, goedpraten. Wij
moeten erkennen, dat wij geen recht
hebben een politiek geschil door een
reeks afschuwelijke misdaden en
moorden te beslechten en als wij in
ons hart zoover zijn gekomen, dan zal
ook een ontwapeningsconferentie te
Genève het succes kunnen boeken,
rvaarnaar wij allen reikhalzend uit-
uitzien".
(In de redevoering in Albert Hall
.voor de Internationale Ontwapenings
conferentie van 1932).
POSTAGENTSCHAP.
De Directeur van het Postkantoor te Haar
lem maakt bekend, dat in het perceel Spar
renstraat 32, bewoond door den heer Jac.
Moonen. een postagentschap annex tele-
graaf-telefoonstat-ion is gevestigd.
Voor behandeling van postzaken is de
openstelling bepaald van 819.30 en voor het
aannemen van telegrammen en het voeren
van telefoongesprekken van 820 uur. Op
Zon- en feestdagen is het agent-schap ge
sloten.
PERSONALIA.
De heer E. Overbeek,, concierge eener
school op het Leidscheplein hoopt op 16 Juli
den dag te herdenken, waarop hij vóór 25
jaar in dienst trad van de gemeente Haar
lem.
De heer Overbeek, die een vooraanstaan
de plaats inneemt in de Christelijk sociale
beweging hier ter stede, zal dien dag onge
twijfeld veel belangstelling ondervinden.
EEN SCHADEVERGOEDING GEVRAAGD.
Bij den raad is ingekomen een adres van
S. Apeldoorn, waarin deze verzoekt hem een
schadevergoeding van f 100 toe te kennen
voor het wijzigen van teekeningen en hem
restitutie te verleenen van betaalde rente
over de koopsom van een perceel grond ge
legen aan de Zaanenstraat hoek Timor-
straat, omdat later gebleken is, dat de grond
die hij van de gemeente gekocht had. niet
de aanvankelijk opgegeven maten had, het
geen vertraging en kosten met zich mede
bracht.
B. en W. stellen voor dit verzoek af te
wijzen, omdat er geen reden is de kosten dei-
nieuwe teekeningen te vergoeden. Adres
sant had rente van de koopsom van den
grond moeten betalen van 15 Juni 1930 af,
den dag waarop hij den grond ingebruik ge
nomen heeft.
BOUWTERREIN.
De N.V. aannemersbedrijf „IJsbrand"
kocht van de gemeente grond aan de Bur
gemeester Sandbergst-raat, om daarop 2
woonhuizen en een beneden en een boven
huis te bouwen. Twee woonhuizen zijn nu
gebouwd, de N.V. vraagt thans op den restee
renden grond een garage en drie bovenhui
zen te mogen bouwen. Het komt B. en W.
niet gewenscht voor aan het verlangen te
voldoen, omdat een veel intensiever bebou
wing zal ontstaan dan oorspronkelijk de
bedoeling was en voorts omdat zu'.ks in
strijd zou zijn met de belangen van den
eigenaar van de reeds gebouwde 2 woonhui
zen.
OPMERKINGEN VAN LEZERS.
BRAAKLIGGEND TERREIN AAN DE
SCHALKBURG KRGRACHT.
Een abonné. bewoner van de Schalkbur-
gergracht-, beklaagt zich bij ons over het feit,
dat het terrein aldaar, waar de noodwonin
gen op gestaan hebben, thans braak ligt
reeds gedurende een half jaar en een ont
siering is voor de omgeving. De bewoners
hebben veel hinder van dit terrein, omdat- de
jeugd het als voetbalterrein gebruikt en er
veel vuil en stof naar de woningen aan de
Schalkburgergracht waait.
De abonné geeft in overweging, die gron
den zoo spoedig mogelijk te bebouwen of er
anders plantsoen van te maken.
Een spoedige beslissing acht hij zeer ge
wenscht.
OPLEIDINGSCURSUS VOOR HET ONDER
WIJZERSEXAMEN.
Hier ter stede is opgericht de cursus „Haar
lem". met het doel een éénjarige opleiding
te geven voor het onderwijzersexamen voor
bezitters van het diploma H.B.S. 5-j. cursus,
gymnasium of lyceum.
Tot heden moesten gegadigden voor deze
opleiding gebruik maken van cursussen in
andere plaatsen. Het aantal lesuren per
week varieert van 20 tot 25.
Voor bezitters van een M.U-L.O.-diploma of
een daarmede overeenkomend testimonium
(3-j. HH.S.. Handelsschool enz.) loopt de op
leiding over twee jaren.
Als leiders van den cursus treden op de
heer Gs. van Hees en A. F. U. Saeys, beiden
alhier.
DE NEDERLANDSCIÏE CHEMISCHE
VEREEN IC. ING.
Op 20. 21 en 22 Juli houdt bovengenoemde
vereeniging haar 68ste algemeene vergadering
in Haarlem. Het programma is als volgt
samengesteld: Maandag 20 Juli 's avonds
half negen reünie. Ontvangst congressisten
door de ontvangstcommissie in het gebouw
der Hoogere Burgerschool, Santpoorterplein
Vertooning van films door den heer J. C.
Mol.
Op Dinsdag hebben 's morgens de verga
dering plaats in het Museum Teyler en
voordracht aldaar over De lichtinwerking op
de fotografie-plaat", terwijl de deenemers om
kwart over 12 ontvangen worden door het
gemeentebestuur ten sTadhuize.
's Middags kunnen de congressisten tus
schen een viertal excursies kiezen, 's Avonds
vereemgt men zich aan een gemeenschappe
lijk diner in Hotel Duin en Daal te Bloe-
mendaal.
Woensdag 22 Juli worden voordrachten en
demonstratie gehouden in de H. B. S. en
sectie-vergaderingen, waarna des middags een
excursie naar de hoogovens in IJmuiden
plaats heeft.
CENTRALE NED. AMBTENAARSBOND.
Dezer dagen vergaderde de vakgroep belas-
tingpersoneel van bovengenoemde organi
satie.
Deze vergadering was in hoofdzaak belegd
om de leden gelegenheid te geven, afscheid
te nemen van hun medelid, den heer W.
Veltman, ambtenaar bij de accijnsdienst al
hier, die 1 Augustus den dienst met pensioen
gaat verlaten.
De heer J. Hollander, voorzitter der vak
groep belastingpersoneel, sprak de scheidende
toe.
„Toen we, (aldus de spreker) vernamen
dat u met- 1 Augustus onze rijen gaat ver
laten, heeft het bestuur gemeend op eenigs-
zins officïeele wijze afscheid van u te moeten
nemen. Het is mij een eer, namens de vak
groep eenige woorden van groote dankbaar
heid tot u te mogen richten voor al het
werk, dat u in de veie jaren voor onze organi
satie heeft verricht.
De afdeeling verliest in u één der oude
veteranen en één der trouwste leden".
Namens de vakgroep overhandigde hij de
heer Veltman een wandelstok met inscriptie.
Vervolgens sprak de heer M. Doornebosch
secretaris van het Centraal bestuur, eenige
hartelijke afscheidswoorden.
Hij bracht, onder aanbieding van een
bloemstuk, den dank over van het afdeelings-
bestuur, voor de trouwe toewijding, welke
Veltman jarenlang heeft getoond voor de or
ganisatie te bezitten.
Ontroerd dankte de heer Veltman het
bestuur en de aanwezige ieden voor de hem
gebrachte hulde, de hoop uitsprekende, dat
ae leden zuilen voortgaan de Centr. Nederl.
Ambt. Bond to maken tot de machtigste en
sterkste ambtenaarsorganisatie.
WEEKEIND NATUURVRIENDEN.
De Natuurvrienden, aangesloten bij het
Instituut voor Arbeidersontwikkeling uit
Haarlem, Bloemendaal, Velsen en IJmui
den gaan a.s. Zaterdag en Zondag een week
eind doorbrengen in het vacantiehuis ,X>e
Dotter" aan de Hollandse he Rading, nabij
de bosschen van de Lage Vuursche. De deel-
nemers vertrekken Zaterdagmiddag per
fiets te 2.30 van het Velserduinpleln te Velsen
3 uur van De Toorts, Santpoort en 3.30 uur
van de Groote Markt te Haarlem.
AGENDA
DINSDAG 14 JULI
Groote Kerk: Orgelbespeling 8-159.15 uur.
Palace: Marine-Pronkstukken. Tooneel: Ka
rin Sosca. 8.15 uur.
Luxor Theater: „Beschermt Uw Dochters"
en „De moord in de Tiende Straat". 8 15 uur.
Rembrandt Theater: „Saltomortale". Too
neel: „De Derrington-Troep". 7 en 9.15 uur.
WOENSDAG 15 JULI
Statenzaal Prinsenhof: Raadsvergadering
1-30 uur nam.
Bioscoopvoorstellingen 's middags en des
avonds.
Teyler's Museum, Spaarne 16- Geopend op
werkdagen van 113 uur, behalve 's Maan
dags, toegang vrij.
APOTHEEKDIENSTEN
P. Th. A- van Rijn, KI. Houtweg 15. tel. 10539
Fa. C. G. Loomeyer en Zn-, Zijlweg 34. tel.
12495.
Schoterbosch-Apotheekdienst, Rijksstraat
weg 19. tel. 12711.