Het Raadsel van Tanbuck Hall J. LOTTCERINC HET SLAGEN BINNENLAND HAARLEM'S DAGBLAD DE AANSLAG OP EEN NOTARIS. TOESTAND VAN DEN HEER MONA NIET ONBEVREDIGEND. Naar cle Tel. nog meldt is de aanslag op ïiotaris Morra te 's-Gravenhage gepleegd door den heer R. V., accountant, wonende in de Ten Hovestraat te 's-Gravenhage. De heer Morra zou bij een verhoor ver klaard hebben, dat de heer V., bijna direct nadat de bespreking begonnen was, op hem geschoten had om ook hem onbegrijpelijke redenen. Het kantoorpersoneel heeft verklaard, dat het van een voorafgaanden twist of woor denwisseling niet heeft gemerkt. De heer V. had meermal»n besprekingen met den notaris en voerde nogal huizentransacties. Ook ten huize van het slachtoffer wist men niets van een conflict met den notaris af en Dinsdagmorgen had hij nog gewoon met zijn familie ontbeten, zonder op eenigerlei wijze te hebben laten merken, dat hij met zulke vreeselijke plannen rondliep, Een vrouwelijk familielid van den heer V. verklaarde, dat zij geregeld het slachtoffer van advies diende bij zijn zaken en nooit iets gemerkt had, dat wees op een geschil tusschen hem en den notaris. Commissaris H. B. Paré leidde Dinsdag morgen het onderzoek; omtrent de motieven tot, de vreeselijke daad tast de politie echter olkomen in het duister. Het drama trok in de Jan van Nassaustraat veel nieuws gierigen, die voor du woning van den notaris bleven staan praten, Omtrent den toestand van notaris Morra, 'die 56 jaar oud is, vernam de Tel. Dinsdag middag twee uur, dat de verwondingen niet van levensgevaarlijken aard zijn en dat de toestand niet onbevredigend wordt geacht. Hoewel men meent, dat er financieele mo tieven achter het drama zitten, bestond tot Dinsdagmiddag hieromtrent geen zekerheid. Het lijk van den heer R. V. is eerst Dins dagmiddag naar het ziekenhuis vervoerd, door de politie het voor het onderzoek noodig achtte het voorloopig ten huize van den notaris te laten. Het drama heeft in de residentie groot opzien gebaard, te meer daar de heer Morra een bekend Haag'sch notaris is. EXPLOSIE OP SCHEEPSWERF TE HOOGKERK. DRIE GEWONDEN. Dinsdagmorgen ongeveer zeven uur brak brand uit de machinekamerruimte van een van de Lemmerbooten, welke ter reparatie ligt op de werf te Vierverlaten, zoo verneemt de Tel. uit Hoogkerk. De riiotordrijver J. Wagenmaker van Groningen gebruikte ben zine om de verschillende deelen schoon te maken. Op de een of andere wijze is toen vuur bij de benzinepomp gekomen, zoodat een ontploffing het gevolg was. De man werd hiervan zelf het slachtoffer en bekwam vrij ernstige wonden aan gelaat en handen. Twee andere personen van de boot. Willems en Viel, kwamen hem te hulp, waarbij zij even eens verwondingen aan de handen opliepen, Dr. Polman uit Hoogkerk verleende de eerste hulp. De drie gewonden werden vervolgens naar het Academisch Ziekenhuis te Gro ningen vervoerd. Vermoedelijk zal de motor drijver daar wel eenlgen tijd moeten blijven. De boot heeft men weer te water gelaten. De machinekamer is met behulp van de brand spuit van Hoogkerk vol water gepompt en van boven met natte zakken afgedekt om den brand in de ruimte te blusschen. Op het oogenblik staat de boot al weer op de helling en is men met de reparatie voortgegaan. BURGEMEESTER KOLKMAN. Mr. W. F. Kolkman, burgemeester van weert, is tot het ondergaan van een spe ciale behandeling opgenomen in het zieken huis H. Joannes de Deo te Haarlem, Zijn toestand is naar omstandigheden redelijk, zoo meldt de Msb. RUITEN BTJ DE „GROOTE CLUB" INGEGOOID. In den afgeloopen nacht van Maandag op. Dinsdag heeft een 20-jarige werklooze twee ruiten van de „Groote Club" aan den kant van de Paleisstraat met steen-en in geworpen. Een agent hield den man op straat aan en bracht hem over naar het bu reau Singel. De man verklaarde zijn daad uit nood bedreven te hebben, daar hij geen onderdak bezat. FEUILLETON. (Naar liet Engclscli door J. v. d. SLUYS). Nadruk verboden. 9) „Wel, Lancelot moest eigenlijk eigenaar (zijn van de Hall. Ik vertelde u immers dat- hij de kleinzoon is van Generaal Ash ton. Maar Pickering heeft den generaal schande lijk bedrogen en nu moet Lancelot met zijn oude nicht juffrouw Morton in een goedkoop klein villatje wonen". „Daarnet verdedigde u Pickering anders!" herinnerde Wain haar. Judith knikte. „Vader en moeder willen geen woord in zijn nadeel hooren", zei ze op stelligen toon. „Ze ontkennen niet dat hij verkeerd doet, maar zij houden vol, dat hij een heel goed hart heeft, ofschoon de menschen denken van niet". „Hm. U bent de eerste, die ik een goed woord over Pickering hoor zeggen!" „Wacht met uw oordeel tot u vader en moeder gesproken hebt. Maar daar zijn we er warempel al", viel ze zichzelf in de rede, toen de auto vaart verminderde. „Wat gaat dat toch heerlijk vlug! En zoo zachthè, ik wou dat ik een auto had!" „Dat komt wel", lachte Wain. „Als u maar eerst Mevrouw Ash-ton benten uw man Procureur-Generaal is Judith Verily sprong luchtig uit den wagen ze scheen de gevolgen van het ongeval al weer heelemaal te boven. ..Dan zal ik wel oud en grijs zijn", beantwoordde ze Wain's laatste opmerking op half-schertsende-, half-wee- WOENSDAC 15 JULI 193J BIJ ERICH MARIA REMARQUE. HIJ ZAL ZIJN DERDE BOEK IN HOLLAND SCHRIJVEN. Een vertegenwoordiger van de N.R.Ct. heeft te Leidsn, waar zooals bekend Erich Maria Remarque op het oogenblik vertoeft, een onderhoud met den schrijver gehad. Over „lm Westen nichts Neues" zeide Re marque: Op het oogenblik zijn er alleen in Duitscliland al meer dan een millioen exem plaren van verschenen. Het is een fout, dat vooral mijn tegenstanders willen beweren, dat ik van den aanvang af wel geweten zou hebben, welk een succes ik met dat boek zou behalen. Hoe ik er toe gekomen ben, het boek te schrijven? Och, dat is zoo van zelf geko men. Ik heb er veel over nagedacht, veel met mijn kameraden over mijn plannen voor het boek gesproken en toen ik er aan begon, was het in zes weken klaar. Doordat tien jaren sedert den oorlog waren verloopen, heb ik alle bijzaken weggelaten en datgene, wat het sterkst in rnijn geheugen is blijven voort leven, in mijn boek verwerkt. Niemand meer dan ik zelf was over het succes van het boek verrast, maar u moet niet vergeten, dat niet altijd die boeken het meeste succes hébben, welke het best geschreven zijn. Er zijn over den oorlog zeer vele boeken geschreven en daaronder zijn enkele zeer goede." En over zijn tweede boek: „M'n tweede boek heb ik in hoofdzaak in Holland geschre ven. Ik heb er twee jaar over gedaan; dan eens was ik in Duitschland, dikwijls in kleine plaatsjes aan de Duitsch-Hollandsche grens, vaak ook in een of ander klein plaatsje aan het Noordzeestrand. Dat tweede boek te schrijven, was buitengewoon moeilijk, want gelet op het succes van lm Westen nichts Neues, thans meer een wereldbeschouwing geworden dan een boek, kon het niet anders of men zou van mijn tweede boek Der Weg zurück zeggen, dat het niet zoo mooi was als het eerste. Het ligt in mijn bedoeling, dit tweede boek nog door een derde te laten volgen. Wanneer dat klaar is, weet ik zelf nog niet. Trouwens, dit derde deel sluit ge heel bij het tweede boek aan. Het zal het be grip en de waarde van den arbeid behandelen, de levensvreugde der menschen, die zich weer in het leven terug vinden. Ook het derde boek zal vermoedelijk in Holland worden geschreven." Heeft Holland iets wat u in het bijzon der aantrekt? „Zeer zeker; de juiste reden weet ik niet, maar ik voel mij tot dat land aangetrokken, vermoedelijk omdat het zoo veel overeenkomst heeft met mijn geboorte land Oost-Friesland dicht bij de Hollandsche grens, met Meppen enz. Er gaat van uw land een weldadige rust uit, waardoor het prettig is, alhier te werken. Met mijn auto ga ik overal heen achter elkaar de elf honderd kilometer van Berlijn naar Parijs. Ik heb overal getracht te werken, maar in Holland bevalt het mij het beste. Ik heb het wel ge had, dat ik in Berlijn was, achter het stuur ging zitten om een dag of drie in Holland door te brengen. Het laatste jaar ben ik wel tien keeren in Holland geweest. Op mijn laatsten tocht heb ik vooral het prachtig landschap tusschen Utrecht en Leiden be wonderd. Met mijn dertïe boek ben ik nog niet be gonnen, maar ik wil trachten, steeds beter werk te leveren. Als ik een boek af heb en het is gedrukt, lees ik er nooit meer in; misschien nog eens over tien jaar. Maar wanneer een boek klaar is, beschouw ik het voor mij als geëindigd; wil dan alleen trachten, een nog beter boek te schrijven." EEN GIFT VAN PRINSES JULIANA. De Haagsche Bond Vacantiebezigheid voor schoolkinderen ontving een gift van de Prinses. V.A.R.A. EN ALGEMEEN PROGRAMMA. Naar aanleiding van de reportage door de V.A.R.A. op den Algemeen Programmadag over den Hilversumschen zender op Maan, dag, 13 dezer van een Boskoopsche kweekerij uit heeft het Landelijk Comité Belangen Luisteraars, het volgende telegram aan den minister van Waterstaat gezonden: „Pro testeeren met grooten nadruk tegen verzor ging algemeen programma door V.A.R.A. op Maandag, 13 dezer bij reportage-bezoe& kweekerij-Dijkhuis. Meenen dat in de hoogte steken van de arbeidersregeering van een speciaal land, de hoop uitspreken, dat een dergelijke regeering ook in ons land aan het bewind zal komen en uitnoodigingen aan leden van een omroepvereeniging in het bij zonder, niet in een algemeen programma thuis behooren. Vertrouwen, dat uwe Excel lentie nu eens onverwijld tot krachtige maat regelen zal overgaan". INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct"s. per regel REINIGT en MAAKT NIEUW van OUD CR. HOUTSTRAAT 5a TELEFOON 107 71 HET PETITIONNEMENT. EN DE INDISCHE PERS. De „Deli Courant" juicht in een hoofd artikel het initiatief van de Nederlandsche dagbladpers in zake de ontwapeningspetitie toe en bepleit een analoge beweging in Ned.-Indië. VEREENIGING VOOR VOLKEN BOND EN VREDE. DE AFDEELING DEN HAAG TEGEN MR. DR. VAN SONSBEEK. 'Het Volk verneemt uit 's Grav-enhage: De ledenvergadering van de afdeeling der Vereeniging voor Volkenbond en Vrede al hier, verwierp het voorstel van het afdeeling bestuur om het periodiek aftredende lid van het hoofdbestuur, den heer mr. dr. W. G. A. van Sonsbeek, burgemeester van Breda, wederom candidaat te stellen. Betoogd werd, dat iemand die zijn naam geeft voor een aanbeveling van de revue „Voor Vlag en Vaandel" en als burgemeester de opvoering Verbiedt van „Frank van Wezel's roemruchte jaren" niet de stuwlkracht heb- bben kan, die in de vredesbeweging noodig is en dus niet op zijn plaats is in het hoofd bestuur van een vereeniging voor den vrede. De stemmen staakten (14—14)waarna het lot beesliste. DE VERDUISTERINGEN BIJ ARTI. HET VONNIS. De vacantiekamer der rechtbank te Am sterdam veroordeelde den ex-hoofdadmini strateur van „Arti et Amicitïae", die over de jaren 1927 tot 1930 een som van ruim vijftig duizend gulden ten nadeele dier maatschap pij had verduisterd, tot een gevangenisstraf van één jaar en drie maanden met aftrek van den tijd in voorloopige hechtenis door gebracht. Het O.M. had twee jaar gevangenisstraf geëiseht. R.-K. UNIVERSITEIT TE NIJMEGEN. PATER WILLEBRORD LAMPEN HOOG LEERAAR? Naar- de Tel. verneemt is de benoeming te verwachten van pater dr. Willebrord Lampen O. F. M. tot hoogleeraar aan de R. K. uni versiteit in de faculteit der letteren en wijs begeerte, om onderwijs te geven in de hand schriftenkunde en de oorkondenleer. van de Groote Internationale Ontwapeningsconferentie is ook afhankeliijk van uw HANDTEEKENING onder het Petitionnement voor Internationale Ontwapening op de 1e pagina van het 1e blad. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiii REIZEN IN DUITSCHLAND. .WELLICHT EEN PAAR DAGEN MOEILIJKHEDEN. De Tel. schrijft: De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat de Duitsche financieele crisis een aantal Nederlanders, die zich met va- cantie in Duitschland bevinden, een oogen blik parten speelt. Velen reizen tegenwoordig met credietbrieven, andere hebben de finan ciering van hun uitstapje zóó geregeld, dat zij nog' wel eens guldens in marken willen omwisselen. Deze landgenooten zullen wel licht vandaag of morgen voor moeilijkheden komen te staan, wanneer de dichte deuren der bankgebouwen hun beletten hun crediet brieven of guldens in Duitsch geld om te zetten, dat zij b.v. noodig hebben voor het betalen van hotelrekeningen. Het spreekt vanzelf, dat de benarden in de eerste plaats een beroep zullen doen op vrien den en magen, hetzij in Duitschland hetzij in Nederland, die hen, eventueel telegrafisch aan contanten kunnen heipen. Voor zoover het de houders van credietbrieven betreft zal er naar een van de grootste Amster- damsche banken ons medede'elde stellig wel in geval van uiterste urgentie kunnen worden gerekend op de medewrking van de instellingen, die deze credietbrieven heb ben verstrekt en die, als haar bekende cliën ten geen andere uitkomst zien, wel bereid zullen zijn met een telegrafischen postwissel bij te springen. Overigens hoopt men, dat de Duitsche banken Donderdag haar loketten wel weer zullen openstellen. HET NIEUWE STADHUIS TE HILVERSUM. OPENINGSREDE VAN JHR. MR. DR. A. RöELL In aansluiting met hetgeen wij in ons nummer vermeldden betreffende de opening van het nieuwe Stadhuis te Hilversum nog het volgende: Nadat burgemeester Lambooy het woord had gevoerd, verzocht hij den Commissaris der Koningin wel te willen overgaan tot de officieele opening van het Stadhuis. Jhr. mr. dr. A. RÖell, hieraan gevolg ge- 'vend, zeide, volgens het verslag in de Tel., er nauwelijks op te hebben durven rekenen, dat hij de 'plechtigheid van de opening zou mogen verrichten, nu hier aanwezig is de minister van Waterstaat, oud-burgemeester mr. Rey- mer, voor wiens persoon en positie spr. gaarne zijn aanspraken zou hebben prijsge geven. De heer Röell voortgaande wees er op, dat de minister in het belang van Noord-Holland reeds veel heeft tot stand gébracht en voorbe reid, een veelzijdige werkzaamheid heeft ont plooid van nog veel wijder strekking dan het aandeel dat hij heeft gehad in de totstandko ming van het nieuwe raadhuis. Spr.bracht den minister hiervoor dank, evenals aan allen die hun beste krachten hebben gegeven aan den bloei en vooruitgang van Hilversum. Spr. wenschte vervolgens de gemeente en haar in gezetenen geluk met de opening van het raadhuis, er op wijzend, dat ook voor den bouwmeester deze dag er een is van groote blijdschap. Als spr. denkt aan de belangen van Hilversum, dan is er een, dat alle andere over- heerscht. en wel het belang, dat de gemeente heeft bij het behoud van haar karakter, dat voortvloeit uit en samenhangt met haar sclioone ligging en omgeving. Dat karakter moet niet door te snellen bevolkingsaanwas worden in gevaar gebracht. Spr. had in de rede van den burgemeester een juichtoon beluisterd over het behoud van het natuurschoon in het Gooi. Hij heeft zeer goed begrepen, dat de gemeente, toen gij haar medewerking aan het reservaat op onbe krompen wijze verleende de ideëele belangen, verbonden aan het welzijn van de streek, hooger stelde dan de materieele .voordeelen, die voor de gemeente wellicht nog in haar toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden ver scholen lagen. Moge dit kloeke besluit door vele in het nieuwe Raadhuis worden gevolgd. De heer Roëll sprak zijn beste wenschen uit voor een krachtig, opgewekt en eensgezind streven in het belang van Hilversum en verklaarde het nieuwe raadhuis voor geopend en tot zijn dienst bestemd. Vervolgens werd nog het woord gevoerd door den oud-burgemeester van Hilversum, minister P. J. Reymer, den heer de Bordes, burgemeester van Bussum, den heer Wibaut-,- loco-burgemeester van Amsterdam, den heer Luden, voorzitter van Stad en Lande, Dr. Nie- meyer namens de oud-raadsleden en vele anderen. KEELZIEKTE IN HOLLANDIA. MEER DAN 20 SLACHTOFFERS. Het „Soer. Hbld." verneemt uit Ternate, dat in Hollandia Noord-Nieuw-Guinea, nabij de Australische grens een buiten gewoon eigenaardig keelziekte uitbrak, waar door reeds meer dan twintig personen zijn overleden. Het blad vermoedt dat hier sprake is van een nekkramp-epidemie. De resident van Ternate heeft zich met spoed derwaarts begeven per gouvernements- stoomer „Albatros". Zooals bekend is het grootste aantal kolonisten in de omgeving van Hollandia werkzaam. moet ze de tafel maar gaan dekken". „Hij is geen vreemde", meende -mevrouw Verily hartelijk. „I-emand, di-e ons verloren schaap heeft thuisgebracht, is voor nu en altijd een vriend voor jou en mij, Phineas!" „Dat is zoo" stemde Verily toe, terwijl hij nogmaals Wain's hand drukte. „Ik mag nu zeker wel zoo vrij zijn uw naam te vragen, nietwaar?" „Ik heet Barrington Wain en ben reporter van beroep". Verily's gezicht betrok. „U -bent Beker hierheen gekomen om de bijzonderheden van dien onzaligen moord na te snuffel-en, die de vrede van ons leven hier verstoord heeft?" „Neen, volstrekt niet" stelde Wain den landeigenaar gerust. „Ik was hier al, vóór Pickering Sir Giles doodgeschoten heeft". Hij had zijn woorden met voordacht zóó gekozen, om te hooren hoe Verily er op reageeren zou. De vlieger ging prompt op. „Oordeel niet voor ge zeker zijt, meneer Barrington", klonk het plechtig-vermanend. Verily had, zooals zijn gast merkte, dezelfde neiging tot ouder- wet-sche deftige en statige zinswendingen ais zijn vrouw; iets, wat geheel bij zijn stemming en ernstig uiterlijk paste. „Ik weett het zeker. Ik heb met eigen oogen Pickering over het lijk van zijn slacht offer gebogen -zien staan met de revolver in de hand". Verily knikte; deze mededeeling scheen hem niet in het minst van zijn stuk te brengen. „Ik heb hetzelfde gehoord van John Corder, mijn ploeger en van Eliza James, het tweede meisje op het heerenhuis, maar ik schort mijn oordeel op, tot ik méér van de zaak weet. Dus u was ooggetuige?" „Dat niet. Maar onmiddellijk nadat; ..Neen, meneer Wain", viel Verily hem streng in de rede, „in dat geval kan ik uw De man, die huwen M/ilde. Die echter al getrouwd was zon der het te wei? Pierre Palhier, kantoorbediende in Lyc wilde trouwen. Derhalve wendde hij zicliV de bevoegdeautoriteiten om een geboorti bewijs en andere vereischte papieren, l plaats daarvan ontving hij een ambtelji] schrijven, dat het onmogelijk was de papier? te zenden en hem verlof te geven tot ee; huwelijk aangezien -hij reeds eenmaal g? trouwd, en noch gescheiden, noch weduï naar was. Pierre was hoogst verbaasd en schrei terug, dat hem van dat huwelijk niets beken; was. Dat hij er niet bij geweest was. En öl hij zijn papieren verlangde. Het antwoord luidde: „Als gij Pierre Pa! hier zijt, en geboren in 1903 op den tweede; Maart in Terremoire, dan zijt ge getrouwd o' 13 Sept. 1930". Deze briefwisseling had nog heel lam kunnen duren, schrijft le Journal, als Piert; niet een aanklacht tegen een onbekende haj ingediend wegens verduistering van staa- Waardoor een nauwkeurig onderzoek v/eri ingesteld. En waaruit bleek, dat er ook nog ee; Marius Palhier bestond, die 3 jaar ouder vai dan zijn broer Pierre en in 1917 gedeserteerd Nadien had niemand hem meer gezien. politie deed echter nasporingen met het ge! volg, dat de verdwenen Palhier gevonden werd en verhoord. „Hoe heet gij?" „Pierre Palhier. Hier zijn mijn papieren". Het klopte. De beide Palhiers bleven zicji zelf Pierre noemen. Men kwam alzoo geer stap verder. Totdat men ontdekte, dat Marius Palhiei reeds eenmaal met de politie in aanrakins geweest was. Foto's en vingerafdrukken kwa men op de proppen en op deze wijze identifi. ceerde men den deserteur, den man, die ia Sept. 1930 getrouwd was onder den valschea naam Pierre, als Marius Palhier. Hij krijgt bij eenigen tijd gelegenheid om in afzondering op staatskosten over „zijn" naam Pierre na te denken. En Pierre mag trouwen. HET AUTO-ONGELUK TE SASSENHEIM Bij het auto-ongeluk, dat Zondagavond te Sassenheim plaats had, werd geen meisjei doch een negenjarig jongetje gedood. De chauffeur, een Hagenaar, is Maandagmorgen weer op vrije voeten gesteld, zoo meldt de Tel. (Reeds in een deel van een vorige oplaag opgenomen) GEVAARLIJKE RUPSEN. Het Hbld. waarschuwt:" Het vorig jaar heeft-prof. W-eve een geva medegedeeld van een zeer ernstige oogziekii die door de haren van de rups van den bas- terdsatijnvlinder was veroorzaakt. ThanJ komt dr. Van der Kooi te IJmuiden een ge val vertellen („Ned. Tijdschr. voorC Genees kunde"), waarin een jongen een vrij era-stil gen maar gelukkig spoedig voorbijgaan-dei: huiduitslag had gekregen, nadat hij rupseit van dezelfde soort had -beetgepakt. Den vlinder- en rupsen verzamelaars is hei1 wel bekend, dat contact met deze rupsen sterke jeuk veroorzaakt; leeken zijn echte: niet zoo goed geïnformeerd en het is daaror nog wel eens. goed te waarschuwen, dat al te intieme aanraking' metde borstelharen va: deze rups onaangename gevolgen met zich kan meebrengen. Vooral is dit van pas, omdai de vlinder in den laatsten tijd meer schijni voor te komen dan enkele jaren terug. De bestrijding van deze schadelijke rupsen behoort in den winter te .gebeuren: dan zijn de rupsen ingesponnen men kan -dan de nes ten, waarin vele rupsen gezamenlijk over winteren, zonder gevaar aanpakken en de dieren vernietigen. TENTOONSTELLING „MOEDER EN KIND", In het jaar 1932 zal in Amsterdam de her denking plaats vinden van het 300-jarig be staan der inrichting voor Hooger Onderwijs, thans algemeen bekend als de Gemeente- Universiteit van Amsterdam. Ter gelegen heid hiervan heeft een aantal personen het initiatief genomen om gedurende de maan den Mei en Juni van het volgend jaar te or- ganiseeren een tentoonstelling, gewijd aan „Moeder en Kind" waarop naar het voor beeld van gelijksoortige beroemde buiten- landsche ondernemingen zoo volledig en veel zij dig mogelijk en met- behulp der meest mo derne middelen, alles wat waarde heeft voor „De Moeder en het Kind" op zich zelf en in hunne onderlinge verhouding, op instructie ve wijze in het licht zal worden gesteld. getuigenis niet aannemen. Als u niet heb! gezien dat Pickering den man gedood heeft is er nog hoop dat hij onschuldig is. Maar kom mee in huis, zet u aan on-zen disch en zeg ons wat wij voor u kunnen doen om u te vergelden wat u voor ons gedaan hebt". „Als u er op staat mij een wederdienst te bewijzen, vertel mij dan alles wat u van Pickering weet", zei Wain boutweg. Verily keek hem uitvorschend aan en het duurde even voor hij antwoord gaf. „U zult over Morgan Pickering niets dan goed hooren onder mijn dak", antwoordde hij tenslotte. „Ga binnen „Eén kampioen heeft Morgan tenminste", dacht Wain, terwijl hij zijn statigen gast heer volgde HOOFDSTUK V. Een pleidooi voor Morgan Pickering. De hofstede ,.De Cederboom", zooals Verily's bezitting heette, dankte haar naam aan een ouden ceder, die groeide bij de toegangspoort aan den straatweg. Met zijn breede, hori zontale takken en welig gebladerte, deed deze ook 's winters groen blijvende boom. waS uitheemsch aan in het. typisch-Engelscbe landschap. Het grondgebied van de hofstede omvatte een honderd bunder weligen en vruchtbaren weide- en bouwgrond en dank zij Verily's landbouwkundige kennis, lieten de jaariijksche oogsten niets te wenschen. Zelfs de magere jaren hadden hem nog altijd een behoorlijke winst opgeleverd en hij was dan ook een ouderwei-sch-welvarende landeige naar. met hart en ziel verknocht aan den bodem, dien hij bearbeidde. (Wordt vervolgd.), moedigen toon. En zich daarop tot den chauf feur wendend: „Ik dank u wel, -dat u me thuisgebracht hebt", „Volstrekt geen dank" antwoordde de man hoffelijk. „Het was wel het minste, wat Sir Reginald kon doen, nadat we uw dogcart in stukken gereden hadden. Zal ik u mee terugnemen, meneer", vroeg hij den journa list. „Neen, dank je vriendelijk. Ik ga liever wandelen". De chauffeur groette 'beleefd, de groote Hispano Suiza zette zich weer in beweging en was weldra op den breeden landweg uit het gezicht verdwenen. Wain staarde den wagen nog steeds na, in gedachten verzonken en werd tot de werkelijkheid teruggebracht, doordat Judith de hand op zijn arm legde. „Daar is moeder", zei ze, naar een poort wijzend; „die staat altijd op den uitkijk, als ik een poosje weg ben". Een knappe, vriendelijk uitziende vrouw in eenvoudige kleeding, kwam uit de poort te voorschijn en liep haastig op het tweetal toe. „Judith, kind wat is er vredesnaam", riep ze verschrikt. „Ben je ziek geworden? En waar zijn het paard en het karretje?" „Ik heb een ongeluk gehad, moederlief, en „Een ongeluk?" De oudere vrouw werd bleek en ze drukte haar dochter tegen zich aan. „Ben je gewond, kind?" „Juffrouw Verily is alleen maar een beetje geschokken", deelde Wain, die zijn hoed af genomen had, mee. „De auto van Sir Reginald Dove heeft de Dogcart- aangereden en zij werd eruit geworpen". „Maar het paard is ongedeerd", voegde Judith er haastig bij. „Het paard zou niet het ergste geweest- zijn, paarden zijn er genoeg te koop. Maal ais we jou verloren hadden. Tranen beletten haar verder te spreken en weer drukte ze haar dochter aan het hart. „Zonder meneer-hier zou ik er niett zoo goed afgekomen zijn", zei Judit-h voorzichtig, maar de uitdrukking in haar oogen deed de moeder begrijpen, dat ze in groot gevaar had verkeerd. „Aanvaard u dan al den dank, dien wij u kunnen bieden", zei Mevrouw Verily, die een neiging had om zich ietwat plechtig uit te drukken. Ze hield Judith's hand nog steeds vast en met de vrije hand greep ze Wain's arm. „Te bedenken dat ze zoo dicht bij den dood is geweest en dat wij er niets van afwistenMaar den Hemel zij dank. dat je gespaard bent gebleven! Phineas! Phineas!" In antwoord op haar roep verscheen een man in de deur van de hofstede, die niet ver van den weg lag. Hij was groot en forsch gebouwd en zijn gezicht had een ernstige- maar allerminst onvriendelijke uit drukking. Hij was stemmig in het zwart; hij maakte den indruk van een rustig, en wel varend, 'bescheiden en vroom man. Hij keek zijn vrouw onderzoekend aan, maar voor deze iets ln het midden kon brengen, deed Judith snel het verhaal van haar avontuur en van haar redding door den vreemde, dien ze had meegebracht. De eigenaar van de hofstede verloor geen oogenblik zijn evenwichtige bedaarheid, maar zijn dankbaarheid bleek daarom niet minder duidelijk uit zijn vochtige oogen en de hartelijkheid, waarmede hij Wain de hand drukte. ,.U bent een werktuig in Hooger Hand ge weest om ons voor smart en ellende te be hoeden", zei hij ernstig en ontroerd. En daarop tot zijn vrouw: „Ruth. noodig den vreemden heer aan onzen eenvoudigen maal tijd. Als Judith zich weer flink genoeg voelt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 6