Het Raadsel van Tanbuck Hall
J. LOTTCERINC
HET SLAGEN
BINNENLAND
HAARLEM'S DAGBLAD
DE AANSLAG OP EEN NOTARIS.
TOESTAND VAN DEN HEER MONA NIET
ONBEVREDIGEND.
Naar cle Tel. nog meldt is de aanslag op
ïiotaris Morra te 's-Gravenhage gepleegd
door den heer R. V., accountant, wonende in
de Ten Hovestraat te 's-Gravenhage.
De heer Morra zou bij een verhoor ver
klaard hebben, dat de heer V., bijna direct
nadat de bespreking begonnen was, op hem
geschoten had om ook hem onbegrijpelijke
redenen.
Het kantoorpersoneel heeft verklaard, dat
het van een voorafgaanden twist of woor
denwisseling niet heeft gemerkt. De heer
V. had meermal»n besprekingen met den
notaris en voerde nogal huizentransacties.
Ook ten huize van het slachtoffer wist men
niets van een conflict met den notaris af en
Dinsdagmorgen had hij nog gewoon met zijn
familie ontbeten, zonder op eenigerlei wijze
te hebben laten merken, dat hij met zulke
vreeselijke plannen rondliep, Een vrouwelijk
familielid van den heer V. verklaarde, dat
zij geregeld het slachtoffer van advies diende
bij zijn zaken en nooit iets gemerkt had,
dat wees op een geschil tusschen hem en
den notaris.
Commissaris H. B. Paré leidde Dinsdag
morgen het onderzoek; omtrent de motieven
tot, de vreeselijke daad tast de politie echter
olkomen in het duister. Het drama trok
in de Jan van Nassaustraat veel nieuws
gierigen, die voor du woning van den notaris
bleven staan praten,
Omtrent den toestand van notaris Morra,
'die 56 jaar oud is, vernam de Tel. Dinsdag
middag twee uur, dat de verwondingen niet
van levensgevaarlijken aard zijn en dat de
toestand niet onbevredigend wordt geacht.
Hoewel men meent, dat er financieele mo
tieven achter het drama zitten, bestond tot
Dinsdagmiddag hieromtrent geen zekerheid.
Het lijk van den heer R. V. is eerst Dins
dagmiddag naar het ziekenhuis vervoerd,
door de politie het voor het onderzoek noodig
achtte het voorloopig ten huize van den
notaris te laten.
Het drama heeft in de residentie groot
opzien gebaard, te meer daar de heer Morra
een bekend Haag'sch notaris is.
EXPLOSIE OP SCHEEPSWERF
TE HOOGKERK.
DRIE GEWONDEN.
Dinsdagmorgen ongeveer zeven uur brak
brand uit de machinekamerruimte van een
van de Lemmerbooten, welke ter reparatie
ligt op de werf te Vierverlaten, zoo verneemt
de Tel. uit Hoogkerk. De riiotordrijver J.
Wagenmaker van Groningen gebruikte ben
zine om de verschillende deelen schoon te
maken. Op de een of andere wijze is toen
vuur bij de benzinepomp gekomen, zoodat
een ontploffing het gevolg was. De man werd
hiervan zelf het slachtoffer en bekwam vrij
ernstige wonden aan gelaat en handen. Twee
andere personen van de boot. Willems en
Viel, kwamen hem te hulp, waarbij zij even
eens verwondingen aan de handen opliepen,
Dr. Polman uit Hoogkerk verleende de eerste
hulp. De drie gewonden werden vervolgens
naar het Academisch Ziekenhuis te Gro
ningen vervoerd. Vermoedelijk zal de motor
drijver daar wel eenlgen tijd moeten blijven.
De boot heeft men weer te water gelaten. De
machinekamer is met behulp van de brand
spuit van Hoogkerk vol water gepompt en
van boven met natte zakken afgedekt om
den brand in de ruimte te blusschen.
Op het oogenblik staat de boot al weer
op de helling en is men met de reparatie
voortgegaan.
BURGEMEESTER KOLKMAN.
Mr. W. F. Kolkman, burgemeester van
weert, is tot het ondergaan van een spe
ciale behandeling opgenomen in het zieken
huis H. Joannes de Deo te Haarlem, Zijn
toestand is naar omstandigheden redelijk,
zoo meldt de Msb.
RUITEN BTJ DE „GROOTE CLUB"
INGEGOOID.
In den afgeloopen nacht van Maandag
op. Dinsdag heeft een 20-jarige werklooze
twee ruiten van de „Groote Club" aan den
kant van de Paleisstraat met steen-en in
geworpen. Een agent hield den man op
straat aan en bracht hem over naar het bu
reau Singel. De man verklaarde zijn daad
uit nood bedreven te hebben, daar hij geen
onderdak bezat.
FEUILLETON.
(Naar liet Engclscli door J. v. d. SLUYS).
Nadruk verboden.
9)
„Wel, Lancelot moest eigenlijk eigenaar
(zijn van de Hall. Ik vertelde u immers dat-
hij de kleinzoon is van Generaal Ash ton.
Maar Pickering heeft den generaal schande
lijk bedrogen en nu moet Lancelot met zijn
oude nicht juffrouw Morton in een goedkoop
klein villatje wonen".
„Daarnet verdedigde u Pickering anders!"
herinnerde Wain haar.
Judith knikte. „Vader en moeder willen
geen woord in zijn nadeel hooren", zei ze
op stelligen toon. „Ze ontkennen niet dat
hij verkeerd doet, maar zij houden vol, dat
hij een heel goed hart heeft, ofschoon de
menschen denken van niet".
„Hm. U bent de eerste, die ik een goed
woord over Pickering hoor zeggen!"
„Wacht met uw oordeel tot u vader en
moeder gesproken hebt. Maar daar zijn we
er warempel al", viel ze zichzelf in de rede,
toen de auto vaart verminderde. „Wat gaat
dat toch heerlijk vlug! En zoo zachthè,
ik wou dat ik een auto had!"
„Dat komt wel", lachte Wain. „Als u maar
eerst Mevrouw Ash-ton benten uw man
Procureur-Generaal is
Judith Verily sprong luchtig uit den wagen
ze scheen de gevolgen van het ongeval al
weer heelemaal te boven. ..Dan zal ik wel oud
en grijs zijn", beantwoordde ze Wain's laatste
opmerking op half-schertsende-, half-wee-
WOENSDAC 15 JULI 193J
BIJ ERICH MARIA REMARQUE.
HIJ ZAL ZIJN DERDE BOEK IN HOLLAND
SCHRIJVEN.
Een vertegenwoordiger van de N.R.Ct.
heeft te Leidsn, waar zooals bekend Erich
Maria Remarque op het oogenblik vertoeft,
een onderhoud met den schrijver gehad.
Over „lm Westen nichts Neues" zeide Re
marque: Op het oogenblik zijn er alleen in
Duitscliland al meer dan een millioen exem
plaren van verschenen. Het is een fout, dat
vooral mijn tegenstanders willen beweren,
dat ik van den aanvang af wel geweten zou
hebben, welk een succes ik met dat boek zou
behalen. Hoe ik er toe gekomen ben, het boek
te schrijven? Och, dat is zoo van zelf geko
men. Ik heb er veel over nagedacht, veel met
mijn kameraden over mijn plannen voor het
boek gesproken en toen ik er aan begon, was
het in zes weken klaar. Doordat tien jaren
sedert den oorlog waren verloopen, heb ik
alle bijzaken weggelaten en datgene, wat het
sterkst in rnijn geheugen is blijven voort
leven, in mijn boek verwerkt. Niemand meer
dan ik zelf was over het succes van het boek
verrast, maar u moet niet vergeten, dat niet
altijd die boeken het meeste succes hébben,
welke het best geschreven zijn. Er zijn over
den oorlog zeer vele boeken geschreven en
daaronder zijn enkele zeer goede."
En over zijn tweede boek: „M'n tweede
boek heb ik in hoofdzaak in Holland geschre
ven. Ik heb er twee jaar over gedaan; dan
eens was ik in Duitschland, dikwijls in kleine
plaatsjes aan de Duitsch-Hollandsche grens,
vaak ook in een of ander klein plaatsje aan
het Noordzeestrand. Dat tweede boek te
schrijven, was buitengewoon moeilijk, want
gelet op het succes van lm Westen nichts
Neues, thans meer een wereldbeschouwing
geworden dan een boek, kon het niet anders
of men zou van mijn tweede boek Der Weg
zurück zeggen, dat het niet zoo mooi was als
het eerste. Het ligt in mijn bedoeling, dit
tweede boek nog door een derde te laten
volgen. Wanneer dat klaar is, weet ik zelf
nog niet. Trouwens, dit derde deel sluit ge
heel bij het tweede boek aan. Het zal het be
grip en de waarde van den arbeid behandelen,
de levensvreugde der menschen, die zich
weer in het leven terug vinden.
Ook het derde boek zal vermoedelijk in
Holland worden geschreven."
Heeft Holland iets wat u in het bijzon
der aantrekt? „Zeer zeker; de juiste reden
weet ik niet, maar ik voel mij tot dat land
aangetrokken, vermoedelijk omdat het zoo
veel overeenkomst heeft met mijn geboorte
land Oost-Friesland dicht bij de Hollandsche
grens, met Meppen enz. Er gaat van uw land
een weldadige rust uit, waardoor het prettig
is, alhier te werken. Met mijn auto ga ik
overal heen achter elkaar de elf honderd
kilometer van Berlijn naar Parijs. Ik heb
overal getracht te werken, maar in Holland
bevalt het mij het beste. Ik heb het wel ge
had, dat ik in Berlijn was, achter het stuur
ging zitten om een dag of drie in Holland
door te brengen. Het laatste jaar ben ik wel
tien keeren in Holland geweest. Op mijn
laatsten tocht heb ik vooral het prachtig
landschap tusschen Utrecht en Leiden be
wonderd.
Met mijn dertïe boek ben ik nog niet be
gonnen, maar ik wil trachten, steeds beter
werk te leveren. Als ik een boek af heb en het
is gedrukt, lees ik er nooit meer in; misschien
nog eens over tien jaar. Maar wanneer een
boek klaar is, beschouw ik het voor mij als
geëindigd; wil dan alleen trachten, een nog
beter boek te schrijven."
EEN GIFT VAN PRINSES JULIANA.
De Haagsche Bond Vacantiebezigheid voor
schoolkinderen ontving een gift van de
Prinses.
V.A.R.A. EN ALGEMEEN PROGRAMMA.
Naar aanleiding van de reportage door de
V.A.R.A. op den Algemeen Programmadag
over den Hilversumschen zender op Maan,
dag, 13 dezer van een Boskoopsche kweekerij
uit heeft het Landelijk Comité Belangen
Luisteraars, het volgende telegram aan den
minister van Waterstaat gezonden: „Pro
testeeren met grooten nadruk tegen verzor
ging algemeen programma door V.A.R.A. op
Maandag, 13 dezer bij reportage-bezoe&
kweekerij-Dijkhuis. Meenen dat in de hoogte
steken van de arbeidersregeering van een
speciaal land, de hoop uitspreken, dat een
dergelijke regeering ook in ons land aan
het bewind zal komen en uitnoodigingen aan
leden van een omroepvereeniging in het bij
zonder, niet in een algemeen programma
thuis behooren. Vertrouwen, dat uwe Excel
lentie nu eens onverwijld tot krachtige maat
regelen zal overgaan".
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct"s. per regel
REINIGT en MAAKT
NIEUW van OUD
CR. HOUTSTRAAT 5a
TELEFOON 107 71
HET PETITIONNEMENT.
EN DE INDISCHE PERS.
De „Deli Courant" juicht in een hoofd
artikel het initiatief van de Nederlandsche
dagbladpers in zake de ontwapeningspetitie
toe en bepleit een analoge beweging in
Ned.-Indië.
VEREENIGING VOOR VOLKEN
BOND EN VREDE.
DE AFDEELING DEN HAAG TEGEN
MR. DR. VAN SONSBEEK.
'Het Volk verneemt uit 's Grav-enhage:
De ledenvergadering van de afdeeling der
Vereeniging voor Volkenbond en Vrede al
hier, verwierp het voorstel van het afdeeling
bestuur om het periodiek aftredende lid van
het hoofdbestuur, den heer mr. dr. W. G.
A. van Sonsbeek, burgemeester van Breda,
wederom candidaat te stellen.
Betoogd werd, dat iemand die zijn naam
geeft voor een aanbeveling van de revue
„Voor Vlag en Vaandel" en als burgemeester
de opvoering Verbiedt van „Frank van Wezel's
roemruchte jaren" niet de stuwlkracht heb-
bben kan, die in de vredesbeweging noodig is
en dus niet op zijn plaats is in het hoofd
bestuur van een vereeniging voor den
vrede.
De stemmen staakten (14—14)waarna het
lot beesliste.
DE VERDUISTERINGEN BIJ
ARTI.
HET VONNIS.
De vacantiekamer der rechtbank te Am
sterdam veroordeelde den ex-hoofdadmini
strateur van „Arti et Amicitïae", die over de
jaren 1927 tot 1930 een som van ruim vijftig
duizend gulden ten nadeele dier maatschap
pij had verduisterd, tot een gevangenisstraf
van één jaar en drie maanden met aftrek
van den tijd in voorloopige hechtenis door
gebracht.
Het O.M. had twee jaar gevangenisstraf
geëiseht.
R.-K. UNIVERSITEIT TE
NIJMEGEN.
PATER WILLEBRORD LAMPEN HOOG
LEERAAR?
Naar- de Tel. verneemt is de benoeming te
verwachten van pater dr. Willebrord Lampen
O. F. M. tot hoogleeraar aan de R. K. uni
versiteit in de faculteit der letteren en wijs
begeerte, om onderwijs te geven in de hand
schriftenkunde en de oorkondenleer.
van de Groote Internationale
Ontwapeningsconferentie
is ook afhankeliijk van uw
HANDTEEKENING
onder het Petitionnement voor
Internationale Ontwapening op
de 1e pagina van het 1e blad.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiii
REIZEN IN DUITSCHLAND.
.WELLICHT EEN PAAR DAGEN
MOEILIJKHEDEN.
De Tel. schrijft: De mogelijkheid is niet
uitgesloten, dat de Duitsche financieele crisis
een aantal Nederlanders, die zich met va-
cantie in Duitschland bevinden, een oogen
blik parten speelt. Velen reizen tegenwoordig
met credietbrieven, andere hebben de finan
ciering van hun uitstapje zóó geregeld, dat
zij nog' wel eens guldens in marken willen
omwisselen. Deze landgenooten zullen wel
licht vandaag of morgen voor moeilijkheden
komen te staan, wanneer de dichte deuren
der bankgebouwen hun beletten hun crediet
brieven of guldens in Duitsch geld om te
zetten, dat zij b.v. noodig hebben voor het
betalen van hotelrekeningen.
Het spreekt vanzelf, dat de benarden in de
eerste plaats een beroep zullen doen op vrien
den en magen, hetzij in Duitschland hetzij
in Nederland, die hen, eventueel telegrafisch
aan contanten kunnen heipen. Voor zoover
het de houders van credietbrieven betreft
zal er naar een van de grootste Amster-
damsche banken ons medede'elde stellig
wel in geval van uiterste urgentie kunnen
worden gerekend op de medewrking van
de instellingen, die deze credietbrieven heb
ben verstrekt en die, als haar bekende cliën
ten geen andere uitkomst zien, wel bereid
zullen zijn met een telegrafischen postwissel
bij te springen. Overigens hoopt men, dat
de Duitsche banken Donderdag haar loketten
wel weer zullen openstellen.
HET NIEUWE STADHUIS TE
HILVERSUM.
OPENINGSREDE VAN JHR. MR. DR. A. RöELL
In aansluiting met hetgeen wij in ons
nummer vermeldden betreffende de opening
van het nieuwe Stadhuis te Hilversum nog het
volgende:
Nadat burgemeester Lambooy het woord
had gevoerd, verzocht hij den Commissaris
der Koningin wel te willen overgaan tot de
officieele opening van het Stadhuis.
Jhr. mr. dr. A. RÖell, hieraan gevolg ge-
'vend, zeide, volgens het verslag in de Tel., er
nauwelijks op te hebben durven rekenen, dat
hij de 'plechtigheid van de opening zou mogen
verrichten, nu hier aanwezig is de minister
van Waterstaat, oud-burgemeester mr. Rey-
mer, voor wiens persoon en positie spr.
gaarne zijn aanspraken zou hebben prijsge
geven.
De heer Röell voortgaande wees er op, dat de
minister in het belang van Noord-Holland
reeds veel heeft tot stand gébracht en voorbe
reid, een veelzijdige werkzaamheid heeft ont
plooid van nog veel wijder strekking dan het
aandeel dat hij heeft gehad in de totstandko
ming van het nieuwe raadhuis. Spr.bracht den
minister hiervoor dank, evenals aan allen die
hun beste krachten hebben gegeven aan den
bloei en vooruitgang van Hilversum. Spr.
wenschte vervolgens de gemeente en haar in
gezetenen geluk met de opening van het
raadhuis, er op wijzend, dat ook voor den
bouwmeester deze dag er een is van groote
blijdschap. Als spr. denkt aan de belangen van
Hilversum, dan is er een, dat alle andere over-
heerscht. en wel het belang, dat de gemeente
heeft bij het behoud van haar karakter, dat
voortvloeit uit en samenhangt met haar
sclioone ligging en omgeving. Dat karakter
moet niet door te snellen bevolkingsaanwas
worden in gevaar gebracht.
Spr. had in de rede van den burgemeester
een juichtoon beluisterd over het behoud van
het natuurschoon in het Gooi. Hij heeft zeer
goed begrepen, dat de gemeente, toen gij haar
medewerking aan het reservaat op onbe
krompen wijze verleende de ideëele belangen,
verbonden aan het welzijn van de streek,
hooger stelde dan de materieele .voordeelen,
die voor de gemeente wellicht nog in haar
toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden ver
scholen lagen.
Moge dit kloeke besluit door vele in het
nieuwe Raadhuis worden gevolgd. De heer
Roëll sprak zijn beste wenschen uit voor een
krachtig, opgewekt en eensgezind streven in
het belang van Hilversum en verklaarde het
nieuwe raadhuis voor geopend en tot zijn
dienst bestemd.
Vervolgens werd nog het woord gevoerd
door den oud-burgemeester van Hilversum,
minister P. J. Reymer, den heer de Bordes,
burgemeester van Bussum, den heer Wibaut-,-
loco-burgemeester van Amsterdam, den heer
Luden, voorzitter van Stad en Lande, Dr. Nie-
meyer namens de oud-raadsleden en vele
anderen.
KEELZIEKTE IN HOLLANDIA.
MEER DAN 20 SLACHTOFFERS.
Het „Soer. Hbld." verneemt uit Ternate,
dat in Hollandia Noord-Nieuw-Guinea,
nabij de Australische grens een buiten
gewoon eigenaardig keelziekte uitbrak, waar
door reeds meer dan twintig personen zijn
overleden. Het blad vermoedt dat hier sprake
is van een nekkramp-epidemie.
De resident van Ternate heeft zich met
spoed derwaarts begeven per gouvernements-
stoomer „Albatros". Zooals bekend is het
grootste aantal kolonisten in de omgeving
van Hollandia werkzaam.
moet ze de tafel maar gaan dekken".
„Hij is geen vreemde", meende -mevrouw
Verily hartelijk. „I-emand, di-e ons verloren
schaap heeft thuisgebracht, is voor nu en
altijd een vriend voor jou en mij, Phineas!"
„Dat is zoo" stemde Verily toe, terwijl hij
nogmaals Wain's hand drukte. „Ik mag nu
zeker wel zoo vrij zijn uw naam te vragen,
nietwaar?"
„Ik heet Barrington Wain en ben reporter
van beroep".
Verily's gezicht betrok. „U -bent Beker
hierheen gekomen om de bijzonderheden van
dien onzaligen moord na te snuffel-en, die de
vrede van ons leven hier verstoord heeft?"
„Neen, volstrekt niet" stelde Wain den
landeigenaar gerust. „Ik was hier al, vóór
Pickering Sir Giles doodgeschoten heeft".
Hij had zijn woorden met voordacht zóó
gekozen, om te hooren hoe Verily er op
reageeren zou.
De vlieger ging prompt op. „Oordeel niet
voor ge zeker zijt, meneer Barrington", klonk
het plechtig-vermanend. Verily had, zooals
zijn gast merkte, dezelfde neiging tot ouder-
wet-sche deftige en statige zinswendingen ais
zijn vrouw; iets, wat geheel bij zijn stemming
en ernstig uiterlijk paste.
„Ik weett het zeker. Ik heb met eigen
oogen Pickering over het lijk van zijn slacht
offer gebogen -zien staan met de revolver in de
hand".
Verily knikte; deze mededeeling scheen hem
niet in het minst van zijn stuk te brengen. „Ik
heb hetzelfde gehoord van John Corder, mijn
ploeger en van Eliza James, het tweede
meisje op het heerenhuis, maar ik schort
mijn oordeel op, tot ik méér van de zaak
weet. Dus u was ooggetuige?"
„Dat niet. Maar onmiddellijk nadat;
..Neen, meneer Wain", viel Verily hem
streng in de rede, „in dat geval kan ik uw
De man, die huwen M/ilde.
Die echter al getrouwd was
zon der het te wei?
Pierre Palhier, kantoorbediende in Lyc
wilde trouwen. Derhalve wendde hij zicliV
de bevoegdeautoriteiten om een geboorti
bewijs en andere vereischte papieren, l
plaats daarvan ontving hij een ambtelji]
schrijven, dat het onmogelijk was de papier?
te zenden en hem verlof te geven tot ee;
huwelijk aangezien -hij reeds eenmaal g?
trouwd, en noch gescheiden, noch weduï
naar was.
Pierre was hoogst verbaasd en schrei
terug, dat hem van dat huwelijk niets beken;
was. Dat hij er niet bij geweest was. En öl
hij zijn papieren verlangde.
Het antwoord luidde: „Als gij Pierre Pa!
hier zijt, en geboren in 1903 op den tweede;
Maart in Terremoire, dan zijt ge getrouwd o'
13 Sept. 1930".
Deze briefwisseling had nog heel lam
kunnen duren, schrijft le Journal, als Piert;
niet een aanklacht tegen een onbekende haj
ingediend wegens verduistering van staa-
Waardoor een nauwkeurig onderzoek v/eri
ingesteld.
En waaruit bleek, dat er ook nog ee;
Marius Palhier bestond, die 3 jaar ouder vai
dan zijn broer Pierre en in 1917 gedeserteerd
Nadien had niemand hem meer gezien.
politie deed echter nasporingen met het ge!
volg, dat de verdwenen Palhier gevonden
werd en verhoord.
„Hoe heet gij?"
„Pierre Palhier. Hier zijn mijn papieren".
Het klopte. De beide Palhiers bleven zicji
zelf Pierre noemen. Men kwam alzoo geer
stap verder.
Totdat men ontdekte, dat Marius Palhiei
reeds eenmaal met de politie in aanrakins
geweest was. Foto's en vingerafdrukken kwa
men op de proppen en op deze wijze identifi.
ceerde men den deserteur, den man, die ia
Sept. 1930 getrouwd was onder den valschea
naam Pierre, als Marius Palhier. Hij krijgt bij
eenigen tijd gelegenheid om in afzondering
op staatskosten over „zijn" naam Pierre na
te denken.
En Pierre mag trouwen.
HET AUTO-ONGELUK TE SASSENHEIM
Bij het auto-ongeluk, dat Zondagavond te
Sassenheim plaats had, werd geen meisjei
doch een negenjarig jongetje gedood. De
chauffeur, een Hagenaar, is Maandagmorgen
weer op vrije voeten gesteld, zoo meldt de
Tel.
(Reeds in een deel van een vorige
oplaag opgenomen)
GEVAARLIJKE RUPSEN.
Het Hbld. waarschuwt:"
Het vorig jaar heeft-prof. W-eve een geva
medegedeeld van een zeer ernstige oogziekii
die door de haren van de rups van den bas-
terdsatijnvlinder was veroorzaakt. ThanJ
komt dr. Van der Kooi te IJmuiden een ge
val vertellen („Ned. Tijdschr. voorC Genees
kunde"), waarin een jongen een vrij era-stil
gen maar gelukkig spoedig voorbijgaan-dei:
huiduitslag had gekregen, nadat hij rupseit
van dezelfde soort had -beetgepakt.
Den vlinder- en rupsen verzamelaars is hei1
wel bekend, dat contact met deze rupsen
sterke jeuk veroorzaakt; leeken zijn echte:
niet zoo goed geïnformeerd en het is daaror
nog wel eens. goed te waarschuwen, dat al te
intieme aanraking' metde borstelharen va:
deze rups onaangename gevolgen met zich
kan meebrengen. Vooral is dit van pas, omdai
de vlinder in den laatsten tijd meer schijni
voor te komen dan enkele jaren terug.
De bestrijding van deze schadelijke rupsen
behoort in den winter te .gebeuren: dan zijn
de rupsen ingesponnen men kan -dan de nes
ten, waarin vele rupsen gezamenlijk over
winteren, zonder gevaar aanpakken en de
dieren vernietigen.
TENTOONSTELLING „MOEDER EN KIND",
In het jaar 1932 zal in Amsterdam de her
denking plaats vinden van het 300-jarig be
staan der inrichting voor Hooger Onderwijs,
thans algemeen bekend als de Gemeente-
Universiteit van Amsterdam. Ter gelegen
heid hiervan heeft een aantal personen het
initiatief genomen om gedurende de maan
den Mei en Juni van het volgend jaar te or-
ganiseeren een tentoonstelling, gewijd aan
„Moeder en Kind" waarop naar het voor
beeld van gelijksoortige beroemde buiten-
landsche ondernemingen zoo volledig en veel
zij dig mogelijk en met- behulp der meest mo
derne middelen, alles wat waarde heeft voor
„De Moeder en het Kind" op zich zelf en in
hunne onderlinge verhouding, op instructie
ve wijze in het licht zal worden gesteld.
getuigenis niet aannemen. Als u niet heb!
gezien dat Pickering den man gedood heeft
is er nog hoop dat hij onschuldig is. Maar
kom mee in huis, zet u aan on-zen disch en
zeg ons wat wij voor u kunnen doen om u
te vergelden wat u voor ons gedaan hebt".
„Als u er op staat mij een wederdienst te
bewijzen, vertel mij dan alles wat u van
Pickering weet", zei Wain boutweg.
Verily keek hem uitvorschend aan en het
duurde even voor hij antwoord gaf.
„U zult over Morgan Pickering niets dan
goed hooren onder mijn dak", antwoordde
hij tenslotte. „Ga binnen
„Eén kampioen heeft Morgan tenminste",
dacht Wain, terwijl hij zijn statigen gast
heer volgde
HOOFDSTUK V.
Een pleidooi voor Morgan Pickering.
De hofstede ,.De Cederboom", zooals Verily's
bezitting heette, dankte haar naam aan een
ouden ceder, die groeide bij de toegangspoort
aan den straatweg. Met zijn breede, hori
zontale takken en welig gebladerte, deed deze
ook 's winters groen blijvende boom. waS
uitheemsch aan in het. typisch-Engelscbe
landschap. Het grondgebied van de hofstede
omvatte een honderd bunder weligen en
vruchtbaren weide- en bouwgrond en dank zij
Verily's landbouwkundige kennis, lieten de
jaariijksche oogsten niets te wenschen. Zelfs
de magere jaren hadden hem nog altijd een
behoorlijke winst opgeleverd en hij was dan
ook een ouderwei-sch-welvarende landeige
naar. met hart en ziel verknocht aan den
bodem, dien hij bearbeidde.
(Wordt vervolgd.),
moedigen toon. En zich daarop tot den chauf
feur wendend: „Ik dank u wel, -dat u me
thuisgebracht hebt",
„Volstrekt geen dank" antwoordde de man
hoffelijk. „Het was wel het minste, wat Sir
Reginald kon doen, nadat we uw dogcart
in stukken gereden hadden. Zal ik u mee
terugnemen, meneer", vroeg hij den journa
list.
„Neen, dank je vriendelijk. Ik ga liever
wandelen".
De chauffeur groette 'beleefd, de groote
Hispano Suiza zette zich weer in beweging
en was weldra op den breeden landweg uit het
gezicht verdwenen. Wain staarde den wagen
nog steeds na, in gedachten verzonken en
werd tot de werkelijkheid teruggebracht,
doordat Judith de hand op zijn arm legde.
„Daar is moeder", zei ze, naar een poort
wijzend; „die staat altijd op den uitkijk, als
ik een poosje weg ben".
Een knappe, vriendelijk uitziende vrouw
in eenvoudige kleeding, kwam uit de poort
te voorschijn en liep haastig op het tweetal
toe. „Judith, kind wat is er vredesnaam",
riep ze verschrikt. „Ben je ziek geworden?
En waar zijn het paard en het karretje?"
„Ik heb een ongeluk gehad, moederlief,
en
„Een ongeluk?" De oudere vrouw werd
bleek en ze drukte haar dochter tegen zich
aan. „Ben je gewond, kind?"
„Juffrouw Verily is alleen maar een beetje
geschokken", deelde Wain, die zijn hoed af
genomen had, mee. „De auto van Sir Reginald
Dove heeft de Dogcart- aangereden en zij werd
eruit geworpen".
„Maar het paard is ongedeerd", voegde
Judith er haastig bij.
„Het paard zou niet het ergste geweest-
zijn, paarden zijn er genoeg te koop. Maal
ais we jou verloren hadden.
Tranen beletten haar verder te spreken en
weer drukte ze haar dochter aan het hart.
„Zonder meneer-hier zou ik er niett zoo
goed afgekomen zijn", zei Judit-h voorzichtig,
maar de uitdrukking in haar oogen deed de
moeder begrijpen, dat ze in groot gevaar had
verkeerd.
„Aanvaard u dan al den dank, dien wij
u kunnen bieden", zei Mevrouw Verily, die
een neiging had om zich ietwat plechtig uit
te drukken. Ze hield Judith's hand nog
steeds vast en met de vrije hand greep ze
Wain's arm. „Te bedenken dat ze zoo dicht
bij den dood is geweest en dat wij er niets
van afwistenMaar den Hemel zij dank.
dat je gespaard bent gebleven! Phineas!
Phineas!"
In antwoord op haar roep verscheen een
man in de deur van de hofstede, die niet
ver van den weg lag. Hij was groot en
forsch gebouwd en zijn gezicht had een
ernstige- maar allerminst onvriendelijke uit
drukking. Hij was stemmig in het zwart; hij
maakte den indruk van een rustig, en wel
varend, 'bescheiden en vroom man.
Hij keek zijn vrouw onderzoekend aan,
maar voor deze iets ln het midden kon
brengen, deed Judith snel het verhaal van
haar avontuur en van haar redding door den
vreemde, dien ze had meegebracht.
De eigenaar van de hofstede verloor geen
oogenblik zijn evenwichtige bedaarheid,
maar zijn dankbaarheid bleek daarom niet
minder duidelijk uit zijn vochtige oogen en
de hartelijkheid, waarmede hij Wain de
hand drukte.
,.U bent een werktuig in Hooger Hand ge
weest om ons voor smart en ellende te be
hoeden", zei hij ernstig en ontroerd. En
daarop tot zijn vrouw: „Ruth. noodig den
vreemden heer aan onzen eenvoudigen maal
tijd. Als Judith zich weer flink genoeg voelt.