FEMINA
M
w
iÉlSi
ABR. MEIJER
DE THUISBLIJVERS.
Haarlem's
Dagblad
Donderdag
30 Juli 1931
i!lllll!IUI!llll!lllllllll!llllllllll!ii1!!!!l!l!illli!i!!!!l!llllll!!l!l!ll!||lUlllUUIIIll!lll!llMUllölI!llüWl^^
ONZE KINDEREN.
Voor kleine broer zoowel als voor „onze
dochter" geven wij u een aardig modelletje.
Broer krijgt een truitje aan van dunne tri
cot, met een heerlijk wijd broekje van kei
zer linnen.
Het jurkje van Zus is van katoen, bedrukt
met kleine bloemetjes. Het wijde jurkje wordt
gerimpeld aan het belegstuk je gezet, waar
door het zoo aardig ruim naar beneden
hangt. Een klein Bobby-kraagje en dito
manchetjes, alsmede een wit biesje op de
zakjes, dienen als garneering.
MANTELS.
Vooral in ons grillige klimaat maken de
mantels een onontbeerlijk onderdeel van on
ze garderobe uit, zelfs al is het zóó heet, dat
de musschen op het dak zitten te gapen-
Want wie zal het zeggen? Morgen kan het
wel stormen of hagelen. Daar komt nog bij.
dat zoo ongemerkt de zomer al een aardig
eindje is opgeschoten en we onze stoffen
mantels no geen heel eind in het najaar
door kunnen drogen. Dat is dan ook een
goede reden om een tweetal van de nieuwste
mantelmodellen hier weer te geven. Links
hebben we een buitengewoon aardigen man
tel van groene cheviotte. Het is een heel
eenvoudige jas, heelemaal recht, naar bene
den iets wijder uitloopend en gegarneerd
met stiksels. Er zit een rechtopstaande zoo
genaamde officierskraag op. Het bovenstuk
bestaat uit kleine apart aangezette pandjes.
Op de naden van het onderste pand is de
zak ingezet. Aan 2y2 M. stof van 1.40 M.
breed heeft men voor dit model (patroon
nr. 2883) voldoende. Vervolgens een mantel
met sjaalkraag, waarbij de sjaal met het
eene uiteinde door een groot knoopsgat in
het andere uiteinde gehaald wordt. Het bo
venstuk, de zakken, de ceintuur en de man
chetjes zijn allemaal met dubbele stiksels.
Ook dit is een heel vlot model (patroon nr,
2884) waarmee we rustig een killen dag te
gemoet kunnen gaan. Er is 2.50 M. stof van
1.40 M. breed voor noodig. Wat de mantel
stoffen aangaat, ziet men nog veel in het
z.g. grovere Engelsche genre, diagonalen en
onregelmatige spikkels, zooals de talrijke
beige-met-bruine combinaties, die men de
zen zomer ook zooveel bij de heeren-sport-
costuums zag, de z.g. golfcostuums of plus
fours;
Van deze mantels zijn knippatronen ver
krijgbaar tegen betaling van 75 ct. Postwis
sel zenden aan: De Beurs, Amstellaan 68,
Amsterdam-Z. Levering binnen 1 week. Op
het strookje nauwkeurig vermelden: naam
en adres van afzender, nummer van het ge-
wenschte patroon en maat. De maten van 40
tot 52 kunnen geleverd worden.
RECEPTEN.
NUDELN INPLAATS VAN AARDAPPELEN
Men neemt y2 pond nudeln, 2 afgestre
ken eetlepels boter, 2 theelepeltjes maggi
aroma. Breng een fiinke pan met water aar
de kook en strooi er zooveel zout in als voor
aardappelen noodig zou zijn. Doe de'gebro
ken stukken nudeln erin, maar niet alles
tegelijk. Laat de nudeln gaar worden (10
minuten)nu en dan roeren. Giet er dan
het vocht af en vermeng de nudeln met de
boter en de maggi en dien ze warm op.
FRAMBOZENSAP INMAKEN.
De frambozen uitpersen, of met een vruch
tenpers of in een linnen zak met houten ring,
b.v. een grooten gordijnenring. Deze wordt
om den zak gedaan en dicht getrokken. Het
sap in gezwavelde flesschen doen, vooral de
flesschen niet te vol vullen. Heel los sluiten
met uitgekookte kurken, welke losjes vastge
bonden worden. De flesschen nu in een pan
plaatsen en 20 minuten steriliseeren. Dan de
kurk stijf aandrukken en lakken.
HOE MEN DE KLEUTERS
BEZIG HOUDT.
Pï
MOZAÏK-SPELLETJE.
Dezen keer eens een spelletje, dat de groo
teren voor de kleinere broertjes en zusjes kun
nen maken. Kleuters van 4 jaar kunnen zoo
prettig met een mozaïk-spelletje spelen. Na
tuurlijk kan men deze spelletjes heel goed in
den winkel kopen, maar dan zijn ze meestal
duur en bovendien is het altijd wel zoo aardig
om eens iets zelf te maken.
Wij nemen een stuk wit karton van 15 x 15
c.M., en maken hierop de teekening, die af
beelding a laat zien.
Hebben wij de teekening er netjes met
dunne lijntjes op gezet, dan knippen wij het
karton in 16 kleine driehoekjes. Deze drie
hoekjes beplakken wij nu vier aan
vier met verschillende kleuren glan
zend papier. Wij leggen den driehoek
op een stukje glanzend papier, dat iets groo-
ter is; het papier wordt met gluton inge
smeerd en het kartonnen driehoekje er boven
opgelegd. Nu knippen wij zorgvuldig met een
groote schaar, de overstekende papierran-
den weg.
Wij nemen het liefst mooie frissche kleu
ren, zooals blauw, groen, rood, oranje, geel,
enz., dan kunnen de kleuters aan de hand
van het mozaïk gelijk ook nog de kleuren
leeren. Ook knippen wij nog een stukje ge
kleurd étalagekarton van 16 x 16 c.M. om het
mozaïk op te leggen; dus dit stuk karton is
alleen maar bedoeld als onderlegger.
Om het geheel
netjes in op te ber
gen maken wij een-
mapje en nemen hier
voor een stuk dun
foto-karton van 38 x
21 c.M., waar wij de
teekening afb. b.
maken. Het geheel
knippen wij uit, de
plakst-rookjesde
overslag, en de mid
delste lijn, die het
geheel in tweeën ver
deeld ritsen we en
dan kunnen wij de
map met de plak-
strookjes in elkaar
plakken.
Op den voorkant
maken wij nog een
kleine versiering van
driehoekjes in mo-
zaïkvorm.
Zeer zeker zal menige kleuter graag met
dit zelf gemaakte mozaïk spelen.
Het modelletje is in de Tijdingzaal van I
Ir
„Heb jij ook zooveel last van mot?" zei één
van mijn huishoudelijke vriendinnen één
dezer dagen treurig tegen me.
„Ja, razend", zei ik onmiddellijk. „Maar
vind jij mot- nou zoo erg? Erg gezond om
eens van tijd tot tijd te hebben. Zoo'n soort
van geestelijke groote schoonmaak, waarbij
je alle spinnewebben en st-ofhoekjes een
flinke beurt geeft, en.,.."
„Ik dacht juist", zei ze somber en lichte
lijk verstrooid, dat ik nog nooit zoo'n goeie
schoonmaakbeurt had gegeven als van het
jaar, en ik had al het wollen goed met kam
fer opgehangen, en nu kan ik geen winterjas
of geen dikke jurk van zijn plaats halen, of
er vliegt een heel leger van motten uit."
Toen begreep ik, dat we het over een ver
schillend soort van mot hadden gehad, en
ik liep een beetje onthutst door naar een
volgende vriendin ,al peinzend over het feit,
dat het woord mot me in mijn leven reeds
meerdere kwade parten had gespeeld. Ik zal
nooit van mijn leven het min of meer ramp
zalige gevoel vergeten, dat ik jaren geleden
eens kreeg, toen ik op een dansavond van
Lili Green de dans die zij opvoerde onder
den titel „Discussion (De Mot)" hetwelk ik
met behulp van het schaarsche beetje
Fransch, dat ik kende, heeil pienter vertaal
de als „Woordentwist", zoo opperbest meende
te begrijpen, zoo meevoelde, zoo doorzag, dat
ik er zoowat het heele verloop van den
woordentwist om zoo te zeggen woord voor
woord uit volgen won. Ik ging naar huis in
het verrukkelijk gevoel, dat ik een kunste
nares begrepen had, en pas toen ik thuis in
mijn bed de zaak nog eens goed overdacht,
minst een „woordentwist" gedanst had,
maar de dans van een stervende mot op mu
drong het tot me door, dat de danseres aller-
is één ding, dat erger is dan te midden
ziek van Debussy, die Discussion heette. Er-
is één ding, dat erger is dan te midden van
een massa menschen een figuur slaan, en
dat is een figuur slaan voor je critische,
scherp beoordeelende en snel veroordeelende
eigen ik.
Toen kwam ik bij de volgende vriendin
aan, en om eens een goeie beurt te maken,
zei ik klagelijk: „Heb jij ook zooveel last van
mot?"
Ze kreunde en
hief haar hoofd
op van het hyper
moderne wollen
kussen, waar ze
het nog geen mi
nuut geleden op
neergevleid had
en er vloog plots
klaps een wolk
van motten uit.
We maakten een
half uur lang
jacht en toen we
met een zucht de
scherven van drie
vazen en een klok
benevens twee
doode motten in
den aschbak ter
aarde besteld had
den, en ik mijn
mantel weer aan
wou trekken
bleek er zich
een kwaadaardige
zwerm bloedver
wanten vande over
ledenen ingezet te
hebben, waarvan
ik het grootste
deel, niettegenstaande alle naarstig pogen
nog met met omdraag.
Al waaiend en wapperend- met mijn jas
arriveerde ik bij de derde vriendin, maar
toen ik ontdekte dat al haar balkons en
open ramen volgehangen waren met jassen
en jurken en weet ik wat al meer, en het ge
luid van een luidruchtige klopjacht en een
bedwelmende kamferlucht me tegemoet
stroomden, ben ik haastig voorbij gefietst.
Bij nummer vier zit ik nog geen drie mi
nuten in een stoel van een kopje thee te
genieten, of de deur ging open, en één van
de jeugdige dochters des huizes kwam bin
nen met de ontzielde lichamen van drie zil-
vere nmotjes. „Drie cent, moeder." En moe
der betaalde verrukt drie cent uit.
„Het eenige middel", legde ze me later uit.
„het kost me zoowat een gulden per dag,
maar anders zie ik nog aankomen, dat.,.."
En de deur ging open, en de oudste zoon
des huizes kwam binnen met twee doode
motten in zijn zorgvuldig uitgespreide han
den. „Twee cent, moeder." Moeder betaalde
gelaten uit, en de zoon vertrok.
„Het is gewoon ontzettend", zei ze „en de
kinderen vaigen zoowat de heele dag, en je
ziet niet dat het minder wordt. Wim had er
gisteren
E-r. de deur ging open en de middelste
dochter kwajm binnen
Enzoovoorts, enzoovoorts. Bij de zeven en
veertigste mot ben ik vertrokken en ik zie
aankomen, dat de moeder dezer dagen sur
séance van betaling aanvraagt.
WILLY VAN DER TAK.
ons blad te bezichtigen.
W. R.
DE VLIEGENPLAAG.
Er werden in den zomer veel vliegenvan
gers gebruikt. Dat zijn strooken papier met-
lijm bestreken. Deze onsmakelijke gevalletjes
komen wel in aanraking met kleeren, enz.,
waarop ze dan leelijke vlekken geven. Deze
zijn in de meeste gevallen weg te krijgen door
ze met een weinig azijn te wrijven. Soms is
zelfs lauw water al voldoende. Voor vliegen
vuil hoeft men overigens niet zoo verschrik
kelijk bevreesd te zijn, want dat is met een
beetje zeepsop te verwijderen Op gevernist
metaal of gepolitoerd hout verwijdert men
het vliegenvuil met een penseeltje slaolie of
stijfgeklopt eiwit.
„Weet je wat zoo jammer is", zei mijn
vriendin, die tot de bevoorrechten hoort,
welke ieder jaar Augustus met hun gezin
naar zee trekken, ,,'t kan me ieder jaar.
tegen dat ik wegga, weer spijten dat er
planten in onzen tuin staan, die ik nog nooit
heb zien bloeien, omdat die bloeilijk in
Augustus valt. En als de kinderen weer naar
school moeten tegen September, zijn ze uit
gebloeid", en ze wees me op een plant die
met lange, gele pluimen bloeien moet, en
waarvan we tot onze schande geen van
beiden den naam wisten. „Die daar bijvoor
beeld", zei ze: „ik weet hoe de bloemen eruit
zien, maar voor mijn gevoel is het ding in
onzen eigen tuin altijd groen en komt nooit
tot bloei".
En zoo zal het menigeen gaan: bij het
thuiskomen blijkt er veel uitgebloeid te zijn
in den tuin, waarop men zich eigenlijk
steeds verheugd had om het te zien bloeien.
Meestal is de tuin dan rommelig, slecht bij
gehouden, omdat er niemand naar omgeke
ken heeft al dien tijd, en we kijken met
eenigszins afgunstige blikken naar den tuin
van onzen buurman, die een weelde van
bloemen herbergt, weike op hun voordeeligst
uitkomen omdat zy goed opgebonden zijn.
omdat er goed gewied is, en omdat het gras
niet tot een overdadige lengte is. gekomen.
Maar ja, onze buurman is niet uitgegaan.
En ziet ge, daar zit 't hem in: voor dege
nen die thuisblijven valt er ook nog heel
wat te genieten, ook al moeten zij het zoe
ken in de overbekende omgeving van iede-
ren dag.
Komt u weieens in de winkelstraten in
dezen tijd van het jaar? Neen, natuurlijk
niet als het over de tachtig graden in de
schaduw is, en het asphalt week aanvoelt
onder onze hakken. Maar van zoo'n tempe
ratuur hebben we totnutoe nog niet hinder
lijk veel gemerkt, en de legio frissche dagen
van dezen zomer zijn voor de nauwe straten
van de binnenstad net plezierig. En als u
daar dan loopt, komt u, stellig tot de con
clusie, dat het er gezellig druk is met alle
mogelijke pensiongasten, uit de omgeving
der stad, vooral natuurlijk uit Zandvoort,
die, door wind en regen van het strand ver
dreven. de stad weer opzoeken. Ze zijn on
middellijk te herkennen aan hun „strand-
sche" uitrusting en vooral ook aan hun ver
brande gezichten, want een verblijf aan zee
geeft een ietwat verweer duiterlijk, zelfs al
is er in weken geen zonnetje geweest.
En tusschen die zee-vluchtelingen loopen
dt andere vacantiegangers, die er net als
iedereen uitzien, maar die een wandcltempo
hebben, dat gerust met slenteren kan wor
den betiteld.
En toch juist door die anders-dan-
andere menschen krijgen de straten van de
stad iets feestelijks: de vreemde gezichten,
dc opgewekte gesprekken die menschen voe
ren, welke vrij van hun gewone werkzorgen
zijn, geven een gezellig aanzien.
En dat zouden wij missen als wij zelf uit
waren gegaan.
Voor wie tegen September van de reis te
rugkomt. is de zomer afgeloopen: de vacan-
tiereis sluit een zeer prettige zorge'.ooze pe
riode af en als het werk in de September
dagen weer begint, is voor zijn of haar ge
voel meteen dc herft ook ingeluid.
Voor de thuisblijvers gaat deze overgang
veel geleidelijker, en al mag het dan zijn,
dat zij met zijn groote en kleine zorgen
zijn thuisgebleven, welke zorgen voor hen
juist eerder groot dan klein zijn, toch kun
nen zij langer van den zomer genieten, om
dat hij niet met een harden bons weer mid
denin hun werk worden gedeponeerd: dat
werk is er aldoor zoo geweest, en de zomer
duurt voor hen zoolang de Septembermaand
mooie dagen geeft en dat zijn er meestal
vele.
Dat u geen vreugdelied aanheft als uw
financiën u niet veroorloven om er eens een
korteren of langoren tijd op uit te gaan,
spreekt wel vanzelf: iedereen haakt weieens
naar verandering en de groote financleele
zorgen maken het dubbel aantrekkelijk om
alles eens voor korten tijd in de doofpot te
stoppen en er vrij op uit te trekken.
Maar wie dan mopperend gaat rondloopcn
zichzelf en anderen het leven zuur makend
endan meent, dat zoo'n zomer thuis een
uitgezochte tijd van verveling is, die heeft
het toch bij het verkeerde eind. Denkt u,
dat al die benijdenswaardige zomerverblij
ven in den winter ook zoo mooi zijn? Op
geen stukken na, dan zijn zij voor het
grootste deel ook somber, grauw en kaal.
Probeert u dan uw eigen stad en omgeving
eens te zien met de oogen waarmee ge uw
zomerverblijf van vorige jaren hebt opgeno
men: u zult tot de slotso inkomen dat v,ij
in Haarlem en omgeving het benijden wel
waard zijn.
E. E J.-P.
nier zijn nut kan hebben. Op die manier
kunnen wc een kind alleen met de natuur
lat en op die manieir vernielen we niets
van zijn veelal aanageboren liefde.
BEP OTTEN.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
's Zomers meer dan 's winters komen men
schen en kinderen in aanraking met de bui
tenwereld.
Een winterdag met kou en nattigheid. We
haasten ons naar huis, de kinderen worden
ook zoo gauw mogelijk naar binnen gehaald,
waar het warm is en gezellig. Geen enkele
aanleding is er om buiten te blijven.
Maar nu 's zomers. Ik wil niet zeggen, dat
er dan ook geen koude, natte dagen bestaan,
dagen waarop het ock goed is het binnen
gezellig te maken. Maar er is toch ook wel
eens zon! En de zon lokt ons naar buiten.
eD kinderen zijn in deze dagen meer bui
ten dan binnen. Ze spelen op sTraat, ze gaan
naarb osschen en duinen. Ze genieten van
de natuur. Maar de natuur heeft haar geva
ren, bezorgde moeders weten daarvan mee
te praten. Daar zijn distels en brandnetels,
vergiftige bessen, daar zijn bijtende honden,
krabbende katten. Als het kind de natuur in
gaat moet het vele waarschuwingen mee
hebben.
Daar ligt iets onnatuurlijks in. V/e zien het
met beesten en bloemen. Een kind nadert
kind zoo graag één met de natuur, spelend
zoo argeloos een grooten hond, een speelsch
katje. Het houdt van dieren en planten. En
om het nu bang te makenWant onze
waarschuwingen maken het bang. Het kruipt
bang weg als het een hond ziet. die mis
schien zal bijten, het durft geen bloem meer
te plukken, die misschiein steken zal. Maar
wat dan? Moeten we ongelukken riskeeren?
Er zal wel geen jongetje zijn, dat meer
van de natuur houdt dan Guusje. Elk beestje,
hoe klein ook. heeft zijn liefde, elk gevonden
of gekregen plantje wordt liefdevol door
hem verzorgd en opgekweekt. Guusje is niet
bang gemaakt voor de natuur, hij gaat er
vrij mee om en geniet er van.
Maar nu komt hij op een kwaden dag thuis
met een beet van een hond in zijn armpje.
Het ziet er nog al ernstig uit, hij moet er
mee naar den dokter. Het doet pijn en Guus
je is erg verdrietig. Hij was den hond zoo
vriendschappelijk genaderd, waarom was hij
zoo vijandig ontvangen?
„eZ hebben hem zeker geplaagd", Is zijn
conclusie, „en hij dacht, dat ik 'm ook pla
gen wou". Guusje is in het vervolg op zijn
hoede, hij weet, dat er arme honden zijn, die
geplaagd worden en daarom van zich afbij
ten. Maar zijn liefde voor hen is niet ver
minderd, eerder toegenomen.
Hij doet een dergelijke ondervinding op
met een klein katje, dat in een winkel zit
waar hij met moeder een boodschap doet. Hij
pakt het katje dadelijk op. maar dat vliegt
hem aan. krabt hem zijn gezicht open. Het
is gevaarlijk, het had Guusje een oog kun
nen kosten. En Guusje, huilend van pijn. ver
dedigt het katje: ..Het is nog maar zoo klein,
hè moeder, het weet nog niet beter". Er is
zooveel moois in Guusje's trouwe liefde En
er is ook een les in hoè of we de kinderen
kunnen waarschuwen. We moeten niet pra
ten over „leelijke" honden en „valsche" kat
ten, maar hun vertellen, dat er honden zijn,
die wel eens geplaagd worden en daardoor
bang zijn geworden en van zich afbijten,
we moeten hun vertellen van kleine katjes,
die „niet beter weten". Dat zal hun liefde
niét verminderen, ze zullen alleen voorzich
tiger zijn. We moeten hun de vergiftige bes
sen wijzen, dc distels en de brandnetels, niet
als iet-s vijandigs, maar als iets. dat er niet
is om door menschen aangeraakt en gegeten
te worden, als iets dat op een andere ma-
WEEKNIEUWS
GROOTE HOUTSTRAAT 16
Wij houden nog steeds opruiming
en het is werkelijk in uw eigen voor
deel hiervan te profiteeren. Indien U
bijv. pyama's noodig hebt of een pul-
over, of voor kille dagen zoo'n aardige
.tricotjapon, of liio jongen moet eigen
lijk nog een paar truien hebben, voor
hij uit logcercn gaat en uw jongste
zou nog best wat nicuioe sokjes kun-
.nen gebruiken, wacht U dan niet te
lang. De prijzen zijri zoo laag, dat de
voorraad wel spoedig uitverkocht zal
zijn. En U iveet toch bij ondervinding
hoe soliede onze artikelen zijn'.
ONZE MOOIE MESSEN.
Menige huisvrouw houdt er een prachtig
stel messen met fraaie hoornen heften op na,
die alleen maar op de proppen komen bij
speciale gelegenheden, als er gasten of logé's
zijn. Daarna worden ze weer zuinig opgebor
gen Maar om te zorgen, dat er in dien tus-
schentijd geen roestvlekken op komen, moet
men de messen in wrijven met ongezouten
reuzel of vaseline Vervolgens pakt men ze
goed in grauw papier, Heeft men flanellen
lappen, dan is dat nog beter.
LICHTE LEEREN ZOMERSCHOENEN.
De laatste jaren ziet men buitengewoon
veel lichte gekleurde leeren schoenen in
groote verscheidenheid van kleur. Ze staan
alleraardigst, maar ze hebben een klein na
deel, nl. dat er heel gauw vlekken opkomen.
De veiligste manier om deze vlekken er uit
te halen is ze met een lapje met zeepsop te
behandelen en daarna met water af te ne
men. Versche vlekken kan men dikwijls met
melk weg wrijven. Wil een vlek niet gauw
wijken, dan haalt men bij den drogist voor
weinig geld tetracbloorkoolstof die niet brand
baar is en dus geen gevaar kan opleveren,
zooals benzine. Met die tetrachlooi koolstof
kan men de vlekken in vrijwel alle gevallen
weg krijgen. Na de behandeling, als het leer
goed gedroogd is, wrijven met schoenwas in
de kleur van het leer. Nawrijven met een fla
nellen lap.
DE BREEDGERANDE HOED.
Onze teekening geeft u een grooten hoed
te zien van licht beige stroo met lintgarnec-
ring, die zich aan den binnenkant der rand
voortzet. Op de juiste manier gedragen is
dit een zeer elegant model.