,EEN DROOM". POSTZECELRUBRIEK HET GESTOLEN PORTRET. DOOLHOF. Ik had gisterennacht een heel merkwaardigeh droom. Ik was in het bosch en zag hoe er op den muur van een groot buitenhuis een kabouter liep, met een lang en vol- beschreven papier in de hand. Het mannetje liep snel en had het blijk baar heel erg druk. Bij verscheiden boom en bleef hij stilstaan en dan wekte hij de slapende vogels om hun een paar woorden toe te voe gen, waarna hij weer snel wegging. De vogels bleven dan treurig ach terJe begrijpt dat ik heel nieuwsgierig werd en dat ik mij haastte aan een paar vogels te vragen wat er gebeurd was. Hij heeft ons de huur opgezegd tegen 1 October, antwoordde mij een oud vogelvrouwtje, dat op de verwaaide resten van haar nest zat. De huur opgezegd? vroeg ik, hevig verbaasd. Ja, dat gebeurt tegenwoordig 'elk jaar. Zij komen ons doodkalm vertellen, dat wij tegen den winter weg moeten, want dat onze huizen dan vrij moeten zijn. Onze huizen zijn zooals U weet op de takken der boomen O ja, zei ik, dan gaan jullie naar het Zuiden? Dat wil zeggen, antwoordde de vogel, wie kan gaat naar het Zui den. Wij, arme musschen, moeten wel hier blijven en dan zonder huis! Het is verschrikkelijk! Als wij niet vrijwillig gaan stuurt men den storm op ons af, die onze huizen af breekt en alle bladen van de boomen waait, zoodat wij tenslotte wel weg moeten. En als wij dan nog in het bosch blijven komt later de vorst en vriest alles dicht. Dan mogten wij naar de straten van de menschen. Daar is het ook niet altijd zoo royaal! Daar zal ik voor zorgen, riep ik verheugd! Al moet deze maand de herfst pas beginnen, ik zal toch aan al mijn lezertjes vast zeggen, dat zij tot het volgend voorjaar aan jullie moeten denken en af en toe wat voor jullie moeten rondstrooien.... Hier werd ik plotseling wakker en merkte ik dat ik slechts gedroomd had, maar ik vind toch dat ik jullie de boodschap maar moet overbren gen. Je weet het dus? Reeds nu is aan de vogeltjes de huishuur op gezegd en over een paar maanden staan zij alweer op straat. Help hen dan goed, hoor! Begin Augustus zaaien we: Alpen vergeet-mij-nietje (chyosotis alpes- tris) fam. Ruwbladigen (Asperifo- liaceeën). Een gemakkelijk te kweeken plantje met blauwe bloempjes. In September moeten ze worden ver- speend, om half October op de be stemde plaats te worden gezet. De plantjes moeten ongeveer 25 cM. uit elkaar staan. Is 't perk in 't voor jaar bemest, dan behoeft dat nu niet meer te geschieden, daar an ders de plantjes te welig opgroeien, waardoor de bloempjes tusschen de bladeren minder goed uitkomen. Bij strenge kou moeten we de plantjes afdekken met rijshout. Er bestaan variëteiten met witte en rose bloempjes. Een van de beste soorten is de Victoria. De chyosotis alpestris triumph kan zelfs nog in Maart gezaaid worden, daar deze reeds 8 a 10 weken na uitzaaiing bloeit. Wanneer je deze soort even wel nu reeds zaait, in October wat plantjes in bloempotten zet en in de kamer brengt, zullen ze den heelen winter bloeien. Silene pendula fam. muurachtl- gen (Caryophyllaceeën). Een sierplantje uit Zuid-Europa, dat men hier betrekkelijk weinig aantreft, omdat de plantjes buiten, yooral in 't Noorden van ons land, moeilijk overwinteren. Het wordt 25 a 30 c.M. hoog en overlaadt zich met vrij groote, rose bloempjes. Deze zijn bijna gelijk aan die van de in 't wild groeiende koekoeks bloem. Onder glas overwinteren ze gemakkelijk. Heb je geen bakje, ver speen ze dan in September op een beschutte plaats. Ze kunnen dan eind Maart op hun bestemde plaats uttgeplant worden. Het bed moet slechts matig worden bemest; ook zonder bemesting verkrijgen we mooie plantjes. De meest gebruikte variëteit is de S.p. compacta. Een mooi soort met donker bruinachtig blad is S.p. Bonnetti. Peterselie. Van de toekruiden is peterselie wel een der meest gebruikte. Voor vele gerechten is ze onmisbaar. Soms wordt de voorkeur gegeven aan fijngekrulde soorten, daar de gewone veel overeenkomst vertoont met de in 't wild groeiende giftige hondspeterselie. We zaaien vroeg, daar het zaad soms een maand lang ligt eer het opkomt. Het ontkiemen kunnen we bevorderen door het en kele "dagen vóór het zaaien met vochtig zand te vermengen. Het fijne zaad wordt heel dun uitge zaaid en nadat 't een weinig ge dekt en flink aangedrukt is. goed begoten. Bij droogte is 't noodig, dat dit vaak herhaald wordt. Hoewel peterselie een tweejarige plant is, is ze tegen strenge vorst niet be stand. In het najaar kunnen we de bladeren drógen en in stopflesschen bewaren. Ja J~c- óa yae. /die /Sc JJC Jfjc s. 1 Rustenburgerlaan 23. /■ff* oc Jffc SOC (0-tJ /f/d Ji^/J Gedurende 1922'28 verschenen enkele nieuwe waarden en vele oude in andere kleuren, alle in de typen van 1913'15. In het cijfertype 3 cent (groen), 4 cent (blauw), 5 cent (groen), 5 cent (violet), 6 cent (geel bruin), 71/2 cent (oranje-rood), 10 cent (karmijn)in het type koningin met mailstoomer 12 1/2 cent (rood), 15 cent (blauw), 20 cent 'blauw), 20 cent (Qjijf), 32 1/2 cent (lila en oran je), 35 cent (leiblauw en rood'»j, in het type koningin met palmen 11/2 gulden (violet). Grootte van de vak jes resp. 2.3 bij 2.8 c.M., 2.8 bij 2.3 cM. en 3.5 bij 2.8 c.M. Evenals in Nederland werd in 1923 voor Suriname ook een jubileum serie uitgegeven. Het zijn groot for maat zegels met 'dé beeltenis van de koningin in een ovaal aan den rechterkant van de zegel. De ruim te links van het ovaal wordt inge nomen door een paar palmboomen. In den bovenrand staan de jaar tallen 18981923, in den onderrand; is de landsnaam vermeld en in een klein cirkeltje recht onder het ovaal de waarde. Het zijn: 5 cent (groen),' 10 cent (rood), 20 cent (leiblauw), 50 cent (oranje), 1 gulden (bruin- lila), 21/2 gulden (zwartgrijs) en 5 gulden (roodbruin). Grootte van de vakjes 4.2 bij 2.6 c.M. Zie voor de Een weerhaan. Toen Napoleon den 9den Maart 1814 van Elba in Frankrijk geland was, schreef een Fransche krant dat „de bloodaard" van 1814" geland was; den I5den Maart noemde dezelfde krant hem „de geesel des mensch- doms"; den 16en Maart heette hij „een Robespierre te paard"; den 19den Maart heette hij nog „den gelukzoeker van het eiland Corsica" maar den 21sten Maart, toen Napoleon te Parijs was aangekomen schreef die zelfde courant: ,De keizer heeft zijn triomftocht voortgezet; hij vond geen andere vijanden op zijn weg, dan de ellendige schotschriften, die vruch teloos op zijn weg waren uitgestrooid opdat ze zijn voortgang zouden be lemmeren. Een veldwachter, die er raad op wist. Het vorige jaar werd in een Oostenrljksch plaatsje iemand be keurd, omdat hij op een verboden plaats baadde en uitgenoodigd dade lijk 5 shilling boete te betalen. De bader had echter niet anders dan een 10 shilling stuk en de veldwach ter had geen 5 shilling terug, doch deze wist er wel raad op. Hij zei te gen den bader: „neemt u van dien boom daar maar wat peren weg. Dat is ook verbodne en kost ook 5 shillings dan is de zaak in orde. (Zoekplaatje). O Amelia! riep juffrouw Char lotte, toen ze op een morgen de salon binnenkwam, O Amelia! Er zijn dieven geweest! Dieven? vroeg juffrouw Amelia verschrikt, maar waarom denk je dat? Er is toch niets, dat daarop wijst! Alles staat nog in de beste orde en ook de ramen zijn nog dicht. Wacht ik zal eerst eens wat licht en frissche lucht naar binnen laten, dan kunnen wij beter zien. En de daad bij het woord voegend, ging juffrouw Amelia naar het raam en schoof de luiken weg. - Maar zie je dan niet, vroeg juffrouw Chariot half-huilend, dat het portret van onzen lieven broe der Marcel weg is? Inderdaad! Charlotte had gelijk, het was verdwenen. O, wat verschrikkelijk, zuchtte Amelia, nu hebben wij niets meer, wat ons aan hera herinneren zal. Als we hem maar niet vergeten zijn over een jaar. Marcel, de broeder der beide dames, was zeeofficier en was juist enkele dagen tevoren uitgevaren naar Oost-Indië. Een heele reis, in die dagen! Wij moeten onmiddellijk de po litie waarschuwen, snikte juffrouw Charlotte. Ja, lieve Zuster, zoo gauw mo gelijk, zei juffrouw Amelia en ook haar onderlip begon angstig te tril len. Haal jullie, jongens en meisjes, er ook de politie bij? Niet noodig jyat? Niet huilen en zoeken is beter. Het zal uit de lijst gevallen zijn, dat is alles. Help die twee arme dames eens gauw; ze zijn erg gevoelig voor hoffelijkheid! En als Marcel terugkomt brengt-ie op hun ver zoek misschien wel een papagaai voor je mee, of een aap of 'n klein krokodilletje,wie weet? Jullie weet, dat knappe Holland- cche ingenieurs bezig zijn met het droogmalen van de Zuiderzee. Dat gaat natuurlijk niet ineens! Telkens .wordt er een stuk afgedamd en leeg gepompt. Telkens komt er een klein Stukje „Neder-Iand" bij! Boven in den rechtei\hoek, zie je het uiteinde van de groote zuiglei- ding, waardoor het water wordt weggenomen. Langzaam komen er nu droge plekjes van den bodem MIJN HERBARIUM Zevenblad (Aegopódium Poda- graria) fam. Schermbloemigen (Um- belliferen). De plant heeft een knolvormigen, kruipenden wortelstok met uitloo- pers. De stengel is alleen boven iets vertakt, rechtopstaand en hol. De Wortelbladeren zijn langgesteeld, de onderste bladen zijn dubbel 3-tallig. De zijblaadjes zijn echter vaak 2- te zien. Nu zie je in den linker benedenhoek een vischje. Dat is te lang achtergebleven en kan bijna niet wegkomen. Bijna! Want als jullie het arme diertje willen hel pen, dan kan het nog juist op tijd de zuigleidirig bereiken en dan hoeft het tenminste niet te sterven. Past goed op, dat je steeds in het water blijft en niet op het land raakt! Want dat is juist het moeilijke van de opgave deze keer! Arm diertje! Vlug jongens en meisjes! Wolfsmelkachtigen (Euphorbia- ceeën). Op vele plaatsen wordt deze plant Een plantje, 'dat niet zoo bekend ls, doch op bouwgrond, in moestui nen en op onbebouwde gronden vrij algemeen voorkomt. Het heeft in den grond een penwortel, waaruit een vierkante, uitgespreid vertakte stengel komt. De bladeren zijn tegenoverstaand, van onderen met zwarte puntjes. De bloêïïipjes staan alleen in de bladoksels op draad vormige stelen. De kelkslippen zijn lancetvormig, de bloemkroon is me- nierood, vrij klein, stervormig. De plant "krijgt bolronde doosvruchten, die met een deksel open springen. Bloeitijd Mei—Herfst. OLIE UIT TOMATENZAAD. Tomatenzaad werd vroeger of verbrand of weggeworpen; tegen woordig bereidt men er olie uit, die weer dienst doet tot het maken van vernis, t Zal nog zoo worden, dat het bij den tomatenkweek niet meer te doen is om de vrucht, maar om het zaad. Een brief, die geld waard was. Koningin Victoria van Engeland, had een neef, die. nog al eens bij tante aanklopte om financieele hulp. Eens stuurde ze toen om van 't ge zeur af te wezen neeflief een bedrag van 100 shillings, maar schreef te vens een brief, waarin ze hem onder hield over zijn geldverspilling. Enkele dagen later kreeg tante een buiten gewoon vriendelijken bedankbrief, waarin hij tante vertelde, dat hij de brief als een merkwaardigheid aan een verzamelaar verkocht had voor 10 pond sterling. De zee-meermin is een vreemd schepsel, dat op den bodem van de zee leeft en dat dus nooit door de menschen gezien wordt. Ja, den laatsten tijd weet men zelfs niet eens meer of er nog zee-meermin nen zijn geweest. Maar vroeger wa ren zij er in ieder geval, want zoo als je wel lezen kunt in de geschie denis van de Zeewsehe eilanden, zwommen zij vroeger herhaaldelijk langs het land dat nu verdronken is. Er zijn dan ook in Zeeland nog wel een paar heel oude menschen, die zich herinneren de laatste zee meerminnen te hebben gezien en van hen weten wij ook hoe deze schepsels er uit zien. Zij zijn half mensch, half visch, precies zooals je op dit plaatje kunt zien. Met hun mooien en bree- den visschenstaart kunnen zij_ heel snel en ook heel sierlijk zwemmen. Zij schieten door het water als pij len uit een boog en hun liefste spelletje is het om van den bodem der zee een schelpje op te duiken, dat zij dan naar de oppervlakte ZUSJE'S VRIEND. Dit kleine meiske, denkt Fidel, Heeft niemand om mee te praten. Niemand die er op haar past, Ik zal haar niet verlaten. En als klein Zusje tegen hem brabbelt, Vreemde woordjes en klankjes, Knipperen de oog en van Fidel En wuift zijn staart bedankjes. Want hij verstaat klein mensch je best. Zij zegt: Dag, lieve hond! Dan kijkt hij even schuin omlaag. Naar kindjes zachte mond. Rolt de bal te-ver soms heen, Fidel brengt hem terug. Dan brabbelt zusje woordjes-klein. Haar vriendje kwispelt vlug. En dat beteekent: Lieve Schat, Voor jou doe ik dat graag. Voor jou, die lieve woordjes zegt, Volbreng ik iedere vraag. Moet klein kind straks naar bed, Fidel gaat zachtjes mee. Hij legt zich languit op den grond En sluimert.ziels-tevreê. brengen en omhoog werpen. Als het schelpje dan weer in het water valt duiken zij gelijk mee omlaag en dan zijn zij altijd weer het eerste op den bodem, zoodat zij hel" schelpje al duikende kunnen opvangen. Voor groote en roofgierige vis-sijen zijn zij niet bang, want zooals je misschien wel gehoord hebt behoo- ren de zee-meerminnen tot de feeën. Zij hebben toovermacht en daardoor kunnen zij altijd wel een middel Vinden om zich de vreeselijke haaien en andere dieren van het lijf te houden. Op ons plaatje zie je een nog zeer jonge zee-meermin. Zij heeft heel lang, beeldig blond haar. Om haar hals draagt zij een snoer van schel pen en koralen en zooals je ziet kan zij zich zwemmende door' het water bewegen, zonder haar armen te ge bruiken. Zij beweegt slechts het on derste punt van haar mooi ge- schubden staart. Wat denk je, zou het voor jullie de moeite waard zijn deze meermin eens na te teekenen?. Probeert het eens! tallig, vandaar de naam zevenblad. De bovenste blaadjes zijn drietallig. De bloemen staan evenals bij de bereklauw en kervel in een scherm en zijn 12—20 stralig. De omwind selblaadjes ontbreken hier. De plant heeft kleine witte bloempjes, die veel door insecten worden bezocht. Ze komt hier algemeen voor op be schaduwde plaatsen langs wegen, heggen en slooten. In den tuin is ze door haar talrijke uitloopers een lastig onkruid. Bloeitijd JuniJuli. Tuïnwolfsmelk of kroontjeskruid. L(Euphórbia péplus). Zie fig. 2 fam. heksenmelk genoemd naar het witte melksap, dat er in aanwezig is. Ze is blauwgi'oen van kleur. Uit den wit ten penwortel komt een stengel, die vaak aan den voet vertakt is, met niet bloeiende en bloeiende takken. De bladeren zijn gesteeld, gaaf ran - dig. De lichtgroene bloemen staan in een scherm met aan den voet omwindselbladen, 't Is vooral op den kleigrond een algemeen beken de plant op bouw- en moesland en aan heggen. Bloeitijd Juli-October. I Quichelheil (Anag&llis arvénsis). Zie fig. 3. fam. Sleutelbloemigen (Primulaceeën).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 12