FEMINA Verregende Vacanties. A Het korte Jasje. Nouveautés. Haarlem's Dagblad BillllUlllillllilll!lil!!lllll!llllillllllll!!lj!IUIUIIIIIIilll!!il!!llll![lll!!l!Lllllll!IIIIIM KORTE JASJES. Hebt u 't fleurige en Jeugdige bontjasje voor den na-zomer al zien dragen? Een wer kelijk alleraardigste nouveauté, die bij ons vrouwen een zeer welkom nieuwtje is, daar de vorm van deze jasjes een geheel andere is dan we tot dusverre gewend waren. Het zijn leuke wandeljasjes, die zoowel bij de voormiddag-japon als bij de avondrobe kunnen gedragen worden. Het sportcostuum wordt er ook door gecom pleteerd en de combinatie van tweed met bont is hierbij een zeer veel voorkomende. Men houdt rekening met de kleur der japon, zoodat zulk een jasje, dat even tot op de heupen reikt en van geschoren en geverfd lamsvel is, in de tint van de japon of rok en blouse gedragen wordt. Een Schotsch-geruite rok met bont in den grondtint waarvan het jasje is, is „bon ton". 's Avonds worden deze bontjasjes, in plaats van den avondmantel, over het chique avond toilet aangetrokken, als bont en stof van de japon een aangenaam en harmonisch geheel vormen. Wil men bontjasjes alleen bij het wandel- costuum dragen, dan wordt daarbij veelal een smalle leeren ceintuur gedragen, waardoor het sportieve karakter meer op den voorgrond treedt. In plaats van edel bont, bezigt men voor dit modesnufje, dat stellig geen lang leven is be schoren, imitatie-bontsoorten of een der mo derne bont-pluche-stoffen, die glanzend en soepel zijn en zeer goed kleeden. Om u een idee te geven van deze heerlijk voldoende jasjes, laten wij er hier een twee tal volgen. Om toch in de mode te zijn en indien men nu liever geen bont draagt, hetzij uit prin cipe, hetzij om zichzelf niet te veel te verwen nen voor het komende koude seizoen, kan men een dergelijk jasje ook van imitatie peau de peche nemen en dan in plaats van de „Zipp"-sluiting, de voorpanden eenvoudig met knoopen toemaken. Een dergelijk model vindt u hier eveneens afgebeeld. RECEPTEN. VLEESCHKOEKJES. Op 1 pond vleeschresten (uitgetrokken soepvleesch) neemt men 1 ei, wat peper, zout, nootmuskaat, 1 eetlepel gehakte peterselie, 1 theelepeltje uiensap, 50 gr. oud brood zonder korst (1 dikke snee), 1 kopje kokend water met 1 maggi bouillonblokje en ongeveer 60 gr. boter of vet. Het vleesch wordt fijngehakt of gemalen en als gehakt met de kruiden, ei, peterselie, uitgeschrapt uiensap en brood (dat in den bouillon is fijngewreven) aange maakt. Van dit gehakt maakt men niet te groote balletjes, drukt die een beetje plat, wentelt ze door wat bloem en bakt ze in de koekenpan met de heete boter aan weers kanten mooi bruin. MAYONNAISE VOOR „RAUWE KOST" SCHOTELS. Men neemt 1 eierdooier, 2 1/2 dXi. slaolie 1 eetlepel gezeefd citroensap. 1 theelepel maggi aroma. Klop den eierdooier met ci troensap en de aroma goed door elkaar; schenk er onder voortdurend flink kloppen in een fijn straaltje de olie bij, tot de saus tenslotte een dikke glanzende massa vormt. ONZE KLEUTERS. Onze afbeelding toont u een allerliefst jurkje voor onze dochter van geblokt katoen in drie kleuren. Het is een geheel recht mo delletje met een schouderstukje. Langs het halsje is een kraagje uit aparte stukjes be staande, die met een gekleurde draad aan elkaar zijn gehecht. Ook het manchetje is op deze manier gemaakt. Broer heeft een kruippakje aan van licht blauwe zephir en daaroverheen een schort met aparten jas en vierkanten hals, afge biesd met een wit bandje. Het schortje moet ruim gerimpeld aan het belegstuk worden gezet omdat het anders onzen jongen belem mert in zijn spelletjes. Als allerlaatste snufje zag ik een dezer da gen op Scheveningen een dame met een ket ting, armband en ring van „strass", wat, hoewel een „schitterend" geheel, toch heel mooi stond bij haar zacht-groene avond japon. DE NIEUWE MODESNUFJES. De afwerking van den hals is bij de blou ses een zeer voornaam iets, waaraan veel aandacht wordt besteed. Sommige hebben een hals-afwerking met links een strik, die met een paar slippen over de borst valt. De afwerking onder aan de blouses bestaat dan ook uit zulk een strik, welke over den rok valt. Een plissée-strook langs hals en mouwtjes, of revers van plissées, ruim aangezet langs den V-vormigen hals zijn heel modieuse gar neeringen voor de moderne blouse. De meeste worden in den rok gedragen en die er boven gedragen worden, hebben slechts een smalle ceintuur. De rokken zijn eenvoudig; vele hebben een glad heupstuk en eenige diepe plooien van voren of op zij; andere hebben-meerdere groepen van kleine plooien. Klokrokken wor den niet zoo algemeen meer gedragen, wel als de rok één geheel met de japon vormt. We zien veel knoopen-garneering; de blou ses, rokken en japonnen voor den herfst zijn er veelvuldig mede versierd. Korte imitatie- bontjasjes zijn „bon-ton". Ze doen gezellig op een plissée-rokje en geven een zeer jeugdig aspect. Kleine, vilten hoedjes in vele donkere tin ten, zooals groen, bruin, donkergrijs en zwart winnen stormenderhand de harten der dames. Deze hoedjes hebben een ondie- pen bol en worden luchtig, bijna achteloos op het hoofd gedragen. Het geheele voor hoofd en veel haar aan weerszijden komt te zien. Lang niet iedere dame zal zulk een hoedje staan, daar er beslist een smal ge zichtje bij vereischt wordt eneen zekere flair, waardoor de luchtige nonchalante hoofdbedekking een typische, origineele dracht wordt. PATRONEN. Knippatronen van de genummerde afbeel dingen zijn verkrijgbaar a 1.75: mevr. Lily van Oyen, Riouwstraat 157, Den Haag. S.v.p. maten op te geven. WIST U: Dat gekookte lijnolie uitstekend is om eikenhout op te knappen? Men wrijft het hout er mee met een zachte lap. liefst flanel, terwijl men er voor zorg moet dragen, de nerf van het hout te volgen. Nawrijven met een zeemleeren doek of eén kussentje van flu weel. Dat men met roet vetvlekken van zwarte schoenen verwijdert? Dat vetvlekken van peau de suede schoe nen weggemaaktworden met een lapje dat in zuivere glycerine gedoopt is2 Alweer een vacantie achter den rug. En al weer een verregende! We dachten, dat het verleden jaar erg was, maar ik geloof, het was dezen keer nog erger Ik hoorde een klein meisje verzuchten: „Het was een echt nare vacantieEn het is zeker, dat deze va cantie voor velen ook weer vol teleurstellin gen is geweest. Misschien valt het ons daar om nu niet zoo moeilijk weer aan het werk te gaan; in ons werk zijn we niet zoo aan het toeval overgeleverd als in de vacantie- dagen. Goed werk kunnen we zelf leveren, goed weer helaas niet. Zoo zijn de meesten van ons dan weeï aan het werk gegaan. Ook de scholen zijn weer begonnen. En veel kinderen vinden het na de groote vacantie altijd prettig om weer naar», school te gaan. 't Is weer eens wat anders. Voor de kleintjes, die voor het eerst naar school gaan is het zeker wat anders. En lang niet altijd vinden ze het prettig. Ik heb altijd groote eerbied gehad voor „de juffrouw van de eerste klas". Het lijkt me een bijna ondoenlijk werk om de peuters het begin van alle kennis bij te brengen. Eén kind dat gaat nog. Je praat er mee. ant woordt het op zijn duizend en ee"n vragen. Maar al die kinderen bij elkaar, een klas van twintig, dertig kinderen te leeren lezen en rekenen, ze allerlei wetenschappen bij te brengen, waarvan ze nog nooit iets gehoord hebben daar heb ik respect voor. De on derwijzers in de hoogere klassen hebben het makkelijker, die bouwen op het bestaande voort. De juffrouw uit de eerste klas moet de fundamenten leggen. En toch lukt het wonder altijd weer, kunnen de kinderen na een jaar op school te zijn woorden en zin nen lezen. Toch stonden ze voor hun naar school gaan even vreemd tegenover een be drukte bladzij als wij tegenover Chineesch of Russisch. Wat zoo'n klein kind van zes, zeven jaar leeren kan! Ik wil met al mijn verwondering maar zeg gen, dat genoemde juffrouw het zeker niet makkelijk heeft. En dat we van haar ook wel eens wat door de vingers mogen zien. Teer gevoelige moeders vergeten dat wel eens en niet zelden krijgt de onderwijzeres klachten over haar opvoedingssystem. Dit mag ze niet tegen Kareltje zeggen en dat niet tegen Pietje, Truusje is zoo érg gevoelig en Ma- rietje maakt zich dadelijk zenuwachtig. Het zou natuurlijk prachtig zijn als de juffrouw met dit alles rekening kon houden en op de scholen waar individueel onderwijs wordt gegeven gebeurt dat ook, maar in de „gewone" school met haar klassikaal onder wijs is dat nu eenmaal onmogelijk. Lang zamerhand zal de onderwijzeres de kinderen en hun speciale gevoeligheidjes wel leeren kennen en als ze dan voor de kinderen voelt zal ze er rekening mee houden. Het is voor de juffrouw en het is voor de kinderen moeilijk. Vooral omdat het kind nog niet gewend is aan gemeenschappelijken arbeid en graag zijn eigen persoontje op den voorgrond plaatst. Het wil ook graag laten zien wat het thuis al geleerd heeft, wat het al kent. Ik herinner me nog heel duidelijk uit mijn eerste schooldagen, dat we haakles kregen. Een lusje maken, de pen er door steken, omslaanZoo, nu kwam de juf frouw kijken of we het volgens haar aanwij zingen gedaan hadden. Maar ik kon al ha ken, ik had het thuis al lang geleerd. En ik maakte een lange rij nette losse steken, die ik vol voldoening toonde, toen de juffrouw bij mijn bank kwam. „Wat een knap kind", had de juffrouw moeten zeggen, „nee maar, die kan het alMaar ze zei heel wat an ders, ze werd boos en noemde me lastig en ongehoorzaam. Nog weet ik hoe woedend ik toen was. ik was er niet toe te bewegen nog één bevel op te volgen. Er volgde een scène waar het hoofd aan te pas moest komen en ik was heilig van plan mijn verdere school loopbaan er „aan te geven" Tenslotte schijn ik toch weer bijgedraaid te zfjn Het lijkt me daarom verstandig de kinde ren vooruit te waarschuwen, dat ze zich aan moeten passen, ze uit te leggen, dat het niet anders kan. Misschien dat het eenige con flicten voorkomt. BEP OTTEN. DE MUILTJES. Op de Koloniale Tentoonstelling in Parijs ziet men vele dingen, die hoewel wij ze vroe ger met „aardig maar primitief" betitelden, nu opeens „haute-nouveauté" zijn geworden. De dames zagen onder andere ook de muil tjes, zooals onze teekening er u een tweetal geeft en doen nu haar best om deze als „het allergemakkelijkst" voor den voet, te dragen. Om het loopen aangenamer te maken heeft men in den zool een scharnier aange bracht, zoodat nu het hout meegeeft onder het loopen. Ik meen het echter te mogen betwijfelen of deze muiltjes een lange levensduur Is be schoren, daar het geklos van het hout nu niet bepaald harmonieus is in de slaapka mer. Natuurlijk zijn we verregend in de va cantie dat is vrijwel iedereen, al willen wij het niet allemaal weten. Ik kom een jong meisje tegen, dat een voetreis door den Eifel heeft gemaakt. Ze is opgetogen over wat ze gezien heeft, en als ik vraag hoe het weer zich in die dagen heeft gehouden, zegt ze luchtig: o, het heeft maar een keer geregend. Ik ben paf. want als we het allemaal niet aan den lijve ge voeld hadden, dan kon De Bilt het ons nog verteld hebben in het overzicht van de drie eerste Augustuswèken het heeft abnor maal veel geregend, en de zon heeft zijn Augustus-portie op geen stukken na gehaald. Als ik er echter met listige omweggetjes op door ga. blijkt eerst, dat het erg veel ge onweerd heeft, dan dat het koud was, ?n tenslotte dat die eene keer regen de eenige heele verregende dag was op alle andere dagen waren het maar buien! Maar zij had zooveel plezier gehad, dat beklaagd te worden over het slechte weer, waarvan zei zich niets had aangetrokken, haar bepaald onaangenaam was. Een ander echter vertelde van het uitste kende weer, alleen om anderen, die voor een verregende vacantie uitkwamen, eens de oogen uit te steken: er zijn nu eenmaal van die menschen, die het altijd het best, het mooist en het plezierigst treffen op reis. en een ander kan nu ook wei beweren, dat zijn reisje geslaagd is geweest, maar dat is na tuurlijk niet zoo, alleen z ij n route, z ij n ho tels, z ij n vergezichten, z ij n jaargetijde zijn de eenige juiste. Zelfs al maakt u diezelfde reis in omgekeerde volgorde, dan is dat luist het slechtste wat u had kunnen doen, want zooals h ij het uitgedokterd heeft, is het al leen de moeite waard. Gaat u met zoo iemand samen op reis, en pakt het niet zoo best uit, dan valt hij van de eene verbazing in de andere, beweert, dat u het slecht treft., net .precies als iemand, die zijn mooie radio eens wil laten hooren, en op het eind van de rit vindt hij het zelfs een klein beetje uw schuld, dat het zoo verkeerd is uitgepakt. O, er zijn massa's redenen, om slecht weer op reis maar te willen verzwijgen. Een jonge moeder, die met haar kleine jongen naar buiten was gegaan, schreef aan haar ouders over het heerlijke weer, wat had zij het daar mee toch goed getroffen. Vader en moeder waren zeer verbaasd dat te hooren, want het was toch vrijwel overal slecht weer, hoe was het dan mogelijk, dat hun dochter zulk droog weer had, en heelemaal niet koud. Dochterlief liep echter ook vaak genoeg te rillen in een gietregen, maar zij wist dat de bezorgde grootouders dadelijk warme kleeren voor den kleinen jongen zouden sturen, ver gezeld van een lang epistel vol goedbedoelde maar zeer overdreven raadgevingen. En daar wilde zij zich liever niet aan blootstellen. Min of meer zijn we dus allemaal verre gend. behalve de gelukkigen die de eerste week van Augustus vacantie hadden. De zomer in aanmerking genomen, vinden we nu. dat we een slordige kans maken op een mooie Septembermaand: of die kans op gegevens berust, weten wij niet, we vinden alleen dat het ons wel een beetje toekomt, en daarom rekenen we er al min of meer op. En dan zou het lang niet onplezierig zijn, wanneer iedereen weer aan het werk is ge gaan, dat al dat gezwoeg beschenen wordt door een warm zonnetje. Al zijn de avonden dan ook weer veel lan ger, wat kunnen Wij toch nog genieten in September, de tijd van de weelderige na- Jaardbloemen, van de ijle nevels en van de prikkelende geuren. Intusschen moeten dan de meeste vacan- tiegangers aan den slag en dat is altijd een ietwat moeilijke periode. Het komt zelfs voor dat iemand, die geen vacantie gehad heeft, vroolijker gestemd ls dan een ander, die den eersten dag weer aan het werk is. Die eerste dagen zijn meestal moeilijk te doorworste len: de vacantie zit ons nog teveel in het hoofd, wij zijn den dagelijkschen gang van het werk ontwend en wij verzetten ons tegen het gareel, waarin wij allen loopen. Hoe vrijer ons werk, onze werklndeeling. hoe moeilijker wij weer op gang kunnen komen, want wie'n afgepaste werkkrlnc heefr. moet binnen die perken blijven, terwijl een ander die vrij zijn werk verdeelen kan. ook grootendeels vrijwillig het na de vacantie weer moet opnemen. En aan de eerste vacantledag wennen wij dadelijk, maar de eerste werkdag is meer malen een rijstebrijberg die verwerkt moet worden. Daardoor zijn er menschen. die den eer sten werkdag plotseling ziek worden, niet zoo erg. maar zoo'n klein beetje en toch net genoeg om ze in hun bed of liever nog op een divan te doen belanden. Zij ontkomen echter niet aan de moeilijkheid, na zoo'n paar dagen van quasi ziek zijn is de eerste werkdag toch weer moeilijk, misschien nog wel erger door het denkbeeld, dat men het er eerst zoo leelijk bij had laten liggen. Onlangs sprak ik iemand, die met veel verontwaardiging zei: Een ding is zeker, ik verheug me 's winters nooit meer op den zomer, het loopt toch altijd op een teleur stelling uit! Nu. teleurstellend is deze zomer zeker ge weest. maar wat doet u als het in Decem ber regent en mist, of stormt? Natuurlijk zeggen: de zomer van 1932 zal nu toch ein delijk wel weer eens warm en droog zijn. E. E. J.—P. HOE MEN DE KLEUTERS BEZIG HOUDT. A e c Een stoombootje. Vouwen blijft voor de kleuters altijd een geliefkoosde bezigheid en vooral wanneer zij iets vouwen, waar zij later zelf gezellig mee kunnen spelen. Dit is zeker wel het geval bij het vouwen van een stoombootje, dat natuurlijk vooral de kleine jongens aardig zal bezighouden. Wij nemen een vouwblad of een stukje ge kleurd papier van 16 x 16 c.M. Wat een aar dig formaat is. Eerst maken wij de beide middenvouwen en knippen daarna 2 vierkan ten van elkaar, zoo ontstaan dus 3 stukjes nl. A, B en C (afbeelding a). Van A wordt de boot gevouwen. Wij ma ken over de lengte in het midden een vouw en daarop vouwt men de zijkanten tegen de vouw aan. Daarna werden de puntjes naar het mid den gevouwen en vervolgens brengt men nog eens de puntjes naar het midden toe. (afb. b.) De boot Is nu klaar. Nu komt het vierkant B aan de beurt. Dit wordt verdeeld in 16 kleine vierkantjes (afbeelding C). In het midden knipt men een gaatje, waar straks de pijp doorheen gaat. Waar de stippellijnen zijn aangegeven wordt het vierkant ingeknipt. Wij plakken nu de vierkantjes in de hoeken zóó, dat een vierkant bakje ontstaat met in het midden een gaatje. Dan zetten wij het bakje met het gaatje naar boven in de boot. Vierkant C wordt voor de pijp gebruikt, wij rollen hiervoor het vierkant op. De pijp wordt in de boot geplaatst, een klein beetje watten stelt de rook voor en het bootje Ls nu geheel klaar. (afb. d.) Nemen wij nu nog een langwerpig stuk karton en beplakken dit met blauw glanzend papier, dan kan het bootje heerlijk varen. Het zal dan zeker niet bij één bootje blijven maar meerdere groote en kleine zullen op het water rondvaren. Het modelletje van het bootje is in de Tij dingzaal van ons blad te zien. W. R. Met den guren wind van de laatste weken doet het korte jasje overal goede diensten, want niet alleen des avonds maar ook over dag loopen we soms te rillen in onze zomer mantels. Hier ziet u een jasje van imitaticbont af gebeeld aan voor- en achterzijde, heel een voudig en heel doelmatig, echt zoo'n klee- dipgstuk, dat we nog bij onze garderobe mis ten. Het jasje sluit met een of twee knoopen cn is gevoerd met lichte chantung. Naturel- kleur is altijd het mooist.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 15