UT
BINNENLAND
WEET U DAT?
J. LOTTGERING
HAARLEM'S DAGBLADZATERDAG 5 SEPTEMBER 1931
GEDENKTEEKEN VOOR
GEVALLEN NEDERLANDERS.
WORDT TE PARIJS OPGERICHT.
In het begin van de volgende maand zal
te Parijs de onthulling geschieden van een
gedenksteen ter herinnering aan de vele ge
durende den oorlog in Frankrijk gevallen
Nederlandsche vrijwilligers. Deze gedenk
steen zal worden geplaatst in de galerij van
de „Cour dUonneur" van het Palais des
Invalides te Parijs. Het opschrift op dezen
steen zal luiden:
1914 1918
EN SOUVIR
DES NOMBREUX BNGAGéS VOLONTAIRES
HOLLAND A IS
TOMBéS POUR LA FRANCE
AU COURS DE LA GUERRE
LA FRANCE RECONNAJSSANTE.
Tusschen de beide jaartallen zal het oude
Nederlandsche wapen worden gebeiteld. Het
geheele ontwerp is belangeloos uitgevoerd
'door Prof. Huib Luns.
De comités beschikken niet over een
«enigszins volledige lijst der namen der ge
vallen Nederlanders. Het ligt in de bedoeling
een zoo volledig mogelijke lijst samen te
stellen en deze aan te bieden aan den direc
teur van het Palais des Invalides om in de
archieven te worden bewaard.
Hun die namen kennen van in Frankrijk
tijdens den oorlog gevallen Nederlandsche
vrijwilligers, wordt verzocht deze te willen
mededeelen aan den secretaris van het
Comité in Nederland, Mr. N. J. C. M. Kap-
peyne van de Coppelio, Keizersgracht 311,
Amsterdam-C.
ANTI- MILITA fRTST VOOR DE
RECHTBANK.
Donderdag 10 September zal de Interna
tionale Anti-Militairfstische Vefreeniging
Sectie Holland, een openbare vergadering or-
ganiseeren te Tiel, naar aanleiding van de
vervolging wegens opruiing ingesteld tegen
haar secretaris, den heer Gé Nabrink in Den
Haag, die op dezen dag voor den Rechtbank
te Tiel moet verschijnen.
HET IJZER SMEDEN ALS HET
HEET IS.
NIEUWKOOP'S RAAD SMEEDT PLANNEN
VOOR DE SMEDEN.
In de gemeente Nieuwkoop is van oudsher
een smedenindustrie gevestigd, welke vroeger
een vermaardheid genoot over het geheele
land, doch de laatste jaren eenigszins in ver
val is geraakt.
Nochtans bevat deze industrie op het ooge'n-
blik niet minder dan 41 bedrijven, zoodat
inderdaad van een belangrijke bestaansbron
voor de gemeente kan worden gesproken.
De algemeene economische depressie heeft
ook hier echter haar invloed doen gelden
e> de toekomst ziet er thans voor deze be
drijven zoo ongunstig uit, dat het gemeen
tebestuur gemeend heeft te moeten ingrij
pen.
De Raad heeft nu een voorstel hiertoe aan
genomen.
In de eersbe plaats worden alle belangheb
benden ultgenoodlgd op kosten van de ge
meente de jaarbeurs te Utrechit te bezoe
ken. Eenige dagen daarna zal een vergadering
worden gehouden tusschen de patroons en
het gemeentebestuur, waarbij de belangen
van het vak voornamelijk het siersmeedwerk
zullen worden besproken en een terzake des
kundige de r.oodige voorlichting zal geven.
Tevens zal dan de organisatie van een vak
cursus onder het oog worden gezien, waar
voor zoo goed als zeker rijkssubsidie is te
verwachten, terwijl tenslotte het plan zal
worden besproken om op de Maartbeurs in
1932 Nieuwkoop te laten uitkomen met een
speciale afdeellng, waarin ieder patroon zijn
eigen waren exposeert.
De raad heeft hiervoor de benoodigde cre-
dieten toegestaan.
Op deze wijze hoopt men, dat de belang
hebbenden na enkele jaren door eigen orga
nisatie hun belangen, zelfstandig zullen kun
nen behartigen, doch zoolang dit niet het
geval is. blijft de leiding berusten bij het
gemeentebestuur van Nieuwkoop.
FEUILLETON.
Het Huis op het Eiland
Naar het Engelsch van
ARCHIBALD MARSHALL.
(Nadruk verboden.)
5)
„Die herinenr ik mij weer", zei Cal-
thorp, „we zijn hier in Morthwaite, vlak bij
den muur van het park. Het huis ligt achter
het geboomte verscholen."
Nauwelijks had de jonge advocaat het
gezegd, of de oude koetsier zette de rem
men aan, die een sinister knarsend geluid
maakten. De weg eindigde ineen groot, met
keien bestraat plein, dat ze opreden nadat
een poort voor het rijtuig geopend was.
Aan het plein stonden stallen en bijgebou
wen. Aan een zijde werd het begrensd door
een meer. Een boot was aan een steencn
ring vastgemaakt, en twee mannen stonden
klaar om hen naar het eiland te roeien.
„Waarom is die Martin er niet?" mopperde
Caltrorp toen ze uit het rijtuig waren ge
stapt.
Ze namen plaats in de boot. Lichten van
de gebouwen van het plein weerkaatsten in
het water. De boot gleed tusschen de lich
ten weg, maar de donkere omtrekken van
het huis op den heuvel, dat achter de boo-
men vaa». opdoemde in het licht der opko
mende maan.
..Als we daar den hoek om zijn, kun je het
huis in zijn geheel zien," zei Calthorp
zacht.
De mannen roeiden naar de zuidelijke
punt van het eiland. Het water was er diep
en toen ze den hoek waren omgevaren,
DE VOLIèRE VAN DE K. L. M.
DE INDIë-VLIEGTUIGEN GEDOOPT.
Herhaaldelijk heeft het publiek den wensch
te kennen gegeven, in plaats van de moeilijk
te onthouden registratieteekens de postvlieg
tuigen van de AmsterdamBatavia-lijn na
men te geven, b.v. die van vogels. De directie
der KX.M. heeft besloten aan dezen wensch
gevolg te geven en heeft haar vliegtuigen als
volgt gedoopt:
De 5 Fokker F "VTIb vliegtuigen heeten
voortaan Zwaluw (PHAEZ). Reiger FHAGR)
Raaf (PHAFR) Specht (FHAFS) en Ooievaar
(PHAFO) en de 5 groote Fokker F XII vlieg
tuigen waarmede met ingang van 1 October
om en om met de F Vllb vliegtuigen de week-
dienst op en van Batavia zal worden uitge
voerd, Leeuwerik (PHAFL)Uil (PHAFU),
Valk (FHAFV), Duif (PHAID) en Ekster
(PHiAIE) terwijl het Fokker F IX vliegtuig
dat als reserve op de Indië-route zal dienen
Adelaar (PH-AGA) is gedoopt.
Gisteren, 3 September is het eerste vlieg
tuig dat zijn naam op den romp draagt, de
Ooievaar, van Schiphol vertrokken, terwijl
heden van Batavia de Raaf zal vertrekken.
De mededeelingen in de pers zullen voor
taan uitsluitend de vogelnamen der vliegtui
gen bevatten.
RAADSLID UIT DE RAADSZAAL GEZET.
Bij de benoeming der raadscommissies
wond in de Bodengravensche raadsvergade
ring het bekende sociaal-democratische lid
van den raad Oldemans zich zoo op, dat hij,
sprekend over den raad, de woorden „zootje"
en „farizeeërsbende" gebruikt, aldus het Hbld.
Nadat de heer Oldemans drie maal tot de
orde was geroepen en bleef doorschreeuwen,
nadat hem het woord was ontnomen, werd
een voorstel van den burgemeester aangeno
men om den heer Oldemans te verwijderen.
Onder hevig misbaar werd de „edelacht
bare" door een politieagent uit de raadszaal
gezet.
WAARNEMEND BURGEMEESTER VAN
AMSTERDAM.
Naar de Tel. verneemt, heeft het college
van B. en W. van Amsterdam wethouder S.
Rodrigues de Miranda als waarnemend bur
gemeester aangewezen.
VERHOOGING MAALPERCENTAGE
INGEVOLGE DE TARWEWET.
De minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw heeft bepaald, dat met ingang van
7 September het maalpercentage ingevolge de
Tarwewet yan 20% wordt verhoogd tor
22 1/2
GRATIE VOOR TWEE P N. I..
LEIDERS.
Beiden twee jaar straf minder.
CATOT THANS OOK VRIJ.
Verschenen is een gouvernementsbesluit
over ir. Soekarno, waarin de regeering, met
onvoorwaardelijke eerbiediging van de rech
terlijke uitspraak van oordeel, dat daarbij
niet voldoende rekening is gehouden met het
feit, dat de veroordeelde zich door ideeële mo
tieven heeft laten leiden, heeft goedgevon
den en verstaan,
ten eerste, bij wege van gratie den duur van
de aan Ir. Soekarno opgelegde gevangenis
straf van vier jaren, met inbegrip van de in
Augustus verleende vermindering van straf
voor den tijd van drie maanden, terug te
brengen tot totaal twee jaren,
ten tweede aan Raden Gatot Mangkoop-
radja gratie te verleenen van het nog te on
dergaan gedeelte van hem opgelegde gevan
genisstraf voor den tijd van twee jaren.
(Ir. Soekarno komt thuis eind 1931 reeds
vrij.)
SCHEUREN IN EEN KERK BOVEN EEN MIJN
De r.k. kerk te Heerlerheide vertoont de
laatste maanden scheuren, die steeds grooter
worden. Deze scheuren ontstaan tengevolge
van de werking der mijnen ondergronds,
meldt de N.C.R.V. Zoo is er al een duidelijk
zichtbare scheur boven de vier biechtstoelen
en de groote bogen bij den ingang van de
kerk. De beschilderingen worden er leelijk
door bedreigd.
slaakte Guy een kreet van verrassing.
Hoog op den top van 't eiland, beschut door
hoog geboomte, stond als een droom in het
maanlicht, een wit huis, waarvan de ter
rassen tot in het water waren uitgebouwd.
In het midden van het grootste terras,
strotten zich watervallen omlaag, die tenslot
te een stroom vormen, die schuimend in
het meer uitliep. In het bleeke licht van de
maan, als oprijzende uit het meer, dat door
donker bosch omgeven was, was het kasteel
van een onbeschrijfelijke aangrijpende
schoonheid. Het leek den nieuwen eige
naar, wiens verbaasde oogen er voor het
eerst op rustten, een sprookjespaleis, een be
tooverd slot
De boot gleed tot voor de marmeren stoep
en verdween nadat de twee vrienden waren
uitgestapt, in den nacht.
De atmosfeer was vervuld van bloemen
geur. Rozen, clematis en kamperfoelie rank
ten langs de steenen balustraden, statige le
lies, nogmaals een menigte rozen en
bloeiende planten omzoomden de terrassen.
Het water bruiste langs de steenen treden
omlaag en fonteinen zonden glinsterende
stralen omlaag.
„Zoo iets moois heb ik van mijn leven niet
gezien", stamelde Guy, toen ze op het boven
ste terras stonden. Het kostte hem moeite om
woorden te vinden voor zijn bewondering en
hij kon zijn oogen haast niet verzadigen aan
al het schoone om zich heen.
Eindelijk keerde ze zich om. De deurnaar
de hall stond open en de gestalten van een
half dozijn bedienden teekenden zich tegen
het licht af. Een butler met spierwit haar
ontving de beide heerenmet een eerbiedige
buiging begroette hij zijn nieuwen meester.
„Wilt u de-zeil kant uitgaan, Sir Guy?" ver
zocht de butler beleefd en hij ging 't twee
tal voor naar een kamer, aan de linkerzijde
van de hall.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
Lichte en verbleekte KOUSEN door
ons heel goed in de nieuwste mode*
kleuren geverfd kunnen worden?
Gr. Houtstraat 5 a Telef. 10771
DE WIERINGERMEER ALS
AFZETGEBIED.
EEN TERREIN VOOR ONZE INDUSTRIE.
Na de tervergadering van het Verbond
van Werkgevers te Bergen gehouden be
stuursverkiezing heeft de heer H. P. Gelder
man C.Mzn., voorzitter van het Verbond, een
woord tot den aftredenden algemeenen voor
zitter ir. Kalff, eesproken. Hij achtte het
allereerst een plicht hem namens allen en
in het bijzonder namens het bestuur, dank
te zeggen voor al hetgeen de heer Kalff in de
afgeloopen twee jaar voor het verbond heeft
gedaan. Nadat de heer Kalff den heer Gel
derman voor diens woorden dank had be
tuigd, sprak de algemeene secretaris, mr, A.
N. Molenaar, nog een persoonlijk woord na
mens het secretariaat.
Ir. Kalff dankte voor deze woorden en
verklaarde dat de vriendschap tusschen hem
en het secretariaat ook na zijn aftreden zal
blijven voortduren.
Daarna hield ir. J. H. Teliders, voorzitter
van de vereeniging „Het Groot-Baggerbe
drijf" zijn inleiding betreffende de uitvoe
ring der Zuiderzeewerken, ter voorbereiding
van de excursie.
Daarop werd het woord gevoerd door ir.
Alph. Roebroek, lid van de directie van den
Wieringermeerpolder, die over indijking en
industrie sprak.
Spr. noemde vooruitzichten voor de bouw-
industrie in de eerste jaren de afzet van
industrieproducten in den polder en het zeer
groote gebruik van machines, waartoe de
polder zich in het bijzonder leent, terwijl
daarenboven reeds thans een stijging van
het gebruik van machines in den landbouw
in het algemeen valt waar te nemen. De in
voer van landbouwmachines neemt de laat
ste jaren toe en was in 1930 zelfs zeer groot.
De vraag moet worden overwogen of het
niet mogelijk is, dat de Nederlandsche in
dustrie in dezen niet méér kon doen dan
thans.
Voorts zal nog door particulieren in de
naaste toekomst veel worden gebouwd; dit
bedrag is ruw te schatten op 15 millioen gul
den. Alleen de melkindustrie heeft voorloo-
pig kans van slagen in den nieuwen polder.
De algemeene voorzitter, ir. Kalff, dankte
'beide inleiders voor hun uiteenzettingen.
WERK TEGEN VERGOEDING
VAN KOST EN INWONING.
HOE SLECHT HET GAAT IN INDIë.
Aneta seint uit Batavia, dat een vertegen
woordiger van het Bat. Nieuwsblad een on
derhoudt heeft gehad met mr. A. G. Vreede,
hoofd van het Kantoor voor Arbeid, die te
ruggekeerd is van een dienstreis over Java.
Mr. Vreede verklaarde dat hij tot de ervaring
ls gekomen, dat de werkloosheid onder de
Europeanen steeds stijgende is. Het aantal
aanvragen van werkgevers bevindt zich in
e ensterk dalende lijn en de aangeboden
salarissen zijn verlaagd en blijken zelfs tot
een minimum teniggebracnt te zijn. Er zijn
gevallen bekend, waarin niet meer werd
aangeboden dan kost en inwoning zonder
salaris. Het gehalte van de werkzoekenden
is aanmerkelijk gestegen.
SURSéANCE AAN v. HEUSDEN EN MEES.
De Raad van Justitie te Batavia heeft de
door de bankiersfirma van Heusden en Mees
aldaar ingediende aanvrage tot surséance
van betaling ingewilligd, seint Aneta uit Ba
tavia.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
G. A. BROEKMAN
KL.
HOUTWEG
5
11111
TELEFOON 12225
1111111
UW
KLEERMAKER
voor het a.s. Seizoen
11
"*d*
lil
HOOFDSTUK V.
EEN RAADSEL.
De oude butler sloot de deur zorgvuldig
achter hen. Zijn gezicht was doodsbleek en
zijn handen trilden.
„Ik heb het tot nog toe stilgehouden", be
gon hij stamelend" niemand weet het, al
leen iken nog iemand. Ik heb het stil
gehouden tot u kwam."
De beide jongelui staarden hem aan, ont
steld door zijn toon en zijn uiterlijk, maar
Cal thorn beheerschte zich onmiddellijk
weer.
„Wat bedoelt u?" vroeg hij, „wat is er ge
beurd?"
„Sir Roderick is er niet meer", zei de
butler dof.
„Ja, dat wéten we", antwoordde Calthorp,
op een toon, alsof hij tot een kind sprak.
Martin heeft gisteravond al getelegrafeerd
dat Sir Roderick overleden is. Waar is Mar
tin overigens?"
/Martin is er ook niet meer", klonk het
bijna hijgend" en een van de tuinlui is ook
weg. Ik bedoel niet dat ze dood zijn", voegde
de butler er verklarend bij. „Sir Roderick is
gisteravond gestorven. Zijn lijk is verdwenen
en Martin en de tuinknecht zijn nergens te
vinden."
Calthorp ging aan een schrijftafel zitten
en speelde zenuwachtig met een penhouder.
„Ga zitten", wendde hij zich tot Guy. „En u
kon ook beter plaats nemen, meneer...."
„Feitham", antwoordde de oude man.
„Meneer Feitham. Zoo! Het verwondert
mij niet, dat u van streek bent. Maar ver
telt u ons alles nu eens kalm. Hoe laat is
Sir Roderick overleden?"
„Ongeveer kwart over drie gistermiddag,
meneer",
„Kwart over drie", herhaalde de advocaat.
„Wie heeft ons dat telegram gestuurd?"
TWEE AMSTERDAMSCHE WET
HOUDERS AAN HET WOORD.
DE BEGROOTING MOET WEER SLUITEND
GEMAAKT.
De N. R Ct. heeft een onderhoud gehad
met den nieuwen wethouder van financiën
te Amsterdam, den heer Ed. Polak.
Wat de toekomst betreft meent de wet
houder, dat men in de eerste plaats moet
zoeken naar het sluitend houden van de be
grooting; de uitgaven en de inkomsten moe
ten tegen elkander opwegen. Dit te bereiken
zal zijn voornaamste streven zijn! Of daar
voor zwaardere offers van de gemeentenaren
moeten worden gevergd is een onderwerp,
waarover de heer Polak zich op het oogenblik
nog niet wilde uitlaten. Maar wel is hij on
der den indruk hiervan, dat men aan de bur
gerij in dezen crisistijd geen zwaardere offers
mag vragen dan strikt noodzakelijk is. Iedere
gulden die uitgegeven wordt moet daarom
goed verantwoord zijn, en het zal de plicht
van de afdeeling financiën zijn, op de uit
gaven scherp toezicht te houden; natuurlijk
altijd in overleg met de beheerders van de
andere departementen.
„Wat de crisislasten betreft zal, als 't eco
nomische leven weer opleeft, zoo spoedig
mogelijk moeten worden teruggekeerd tot
het oude systeem, dat de crisislasten uit de
gewone inkomsten moeten worden betaald.
Wethouder Polak meent dat er moet worden
gevormd een fonds, waaruit de onkomsten
van buitengewone tijden als wij nu beleven
kunnen worden gedekt. Hij legde er hierbij
den nadruk op, dat de inkomsten der ge
meenten door de nieuwe regeling van de be
trekking tusschen de financiën van rijk en
gemeenten, dermate beperkt zijn, dat er
eigenlijk voor de betaling van plotselinge
millioenenuitgaven als nu, uit de gewone in
komsten der gemeenten geene dekking is te
vinden. De inkomsten der gemeenten zijn
daarvoor niet rekbaar genoeg meer.
„Er moet wéér zoo'n fonds komen; een
nieuw reserve- of crisisfonds. Men kan het
voeden uit de gewone en de buitengewone
inkomsten der gemeente. Het zal mijn stre
ven zijn, aldus de nieuwe wethouder voor de
financiën, een appeltje voor den dorst weg
te leggen, zooals in den aard van den Hol
lander ligt...."
De Tel. had een onderhoud mét den nieu
wen wethouder voor kunstzaken den heer E.
Boekman. Veel heeft deze niet kunnen zeg
gen. Over de vermakelijkheidsbelasting gaf
hij als zijn meening te kennen, dat hij deze
niet als zoo'n kwelling ziet als men dat in de
kunstwereld soms doet. Ook niet voor de
bioscopen, waarvan er nog nooit een aan te
gronde is gegaan.
Ik blijf, ondanks het feit dat ik van an
dere meeningen heb kennis genomen, tot de
conclusie komen, dat de vermakelijkheidsbe
lasting door het publiek wordt opgebracht,
en dus niet op het bedrijf drukt. En ik zie
dan ook de oorzaak van een malaise in de
kunstbedrijven gelegen in de te geringe be
langstelling, in den aard van ons publiek.
Ik ben de overtuiging toegedaan dat er in
Amsterdam quaütatief zeker niet zooveel
minder comedle gespeeld wordt dan in het
buitenland. Komt men daar wel en hier niet
naar kijken, dan is dat wijl men er daar wel
en hier niet werkelijk van houdt. Maar de
belasting heeft voor mijn gevoel geen schuld"
AUTOMATISCHE TELEFOON TE SCHIEDAM
Het Telefoonnet te Schiedam zal geautoma
tiseerd worden. Aangezien de abonnés thans
reeds volgens locaal tarief spreken met het
gemeentelijk net te Rotterdam, zal de exploi
tatie opgedragen worden aan de gemeente
Rotterdam.
DR. BENDIEN HOUDT HET BED.
Niet bezorgd over het rapport.
EEN NIEUWE DUITSCHE PROEF?
Naar aanleiding van de uitspraak der com
missie uit Londensche Ziekenhuizen, dat dr.
Bendien's aanspraken niet gerechtvaardigd
zijn, heeft de „Daily Herald" Donderdag
avond het huis van Dr. Bendien te Zeist op
gebeld, meldt het Volk. Mevrouw Bendien
zei, dat haar echtgenoot ziek was en dat zij
zich reeds eenige dagen ongerust maakte.
„Maar hij maakt zich niet bezorgd over het
rapport", voegde zij er aan toe.
„Hij weet, dat dr. Campbell Smith, die is
overgekomen ocm het werk hier te zien, ver
keerde instrumenten heeft gebruikt en dat
het geen faire proef is geweest.
Duitsche doctoren, die dezelfde moeilijk
heden met hun instrumenten hebben gehad,
bevinden zich thans te Zeist om door verge
lijkingen vast te stellen waar de fout ligt.
Wij hebben onbeperkt vertrouwen in de
proef'
„Martin heeft zich tegen zeven uur naar
Morthwaite laten roeien. Hij zei, dat hij u
wilde telegrafeeren, meneer."
„Doet hij dat soort boodschappen altijd
zelf?"
„Neen, meneer ik vond het ook een beetje
vreemd."
„Hoe lang is Sir Roderick ziek geweest?"
„Een dag of vier, meneer."
„Wat heeft hem gescheeld?"
„Hij heeft kou gevat, meneer; Zondag
avond op het terras. Martin was den dag te
voren naar Londen geweest. Wij wisten niet
wat we moesten beginnen. Ik wilde den vol
genden dag een dokter laten komen, maar
Sir Roderick verzette zich daar met alle
macht tegen; hij wilde niet eens in bed blij
ven. Maar tegen den avond werd hij erg
ziek en er ging toen toch maar een be
diende naar Keswick om een dokter te halen
Die kwam den volgenden morgen."
„Hoe heet die dokter?"
„Dr. Mellish, mijnheer. Hij behandelt al
jaren het personeel hier. Sir Roderick is, zoo
lang ik mij heugen kan nooit ziek ge
weest."
„Was Dr. Mellish tot het einde bij hem?"
„Hij is niet meer weggegaan, meneer, tot
het afgeloopen was".
„Wie was er verder in de kamer, toen Sir
Roderick stierf."
„Ik zelf, meneer en juffrouw Cheetham, de
huishoudster. Gibbs de koetsier en Martin.
Die was den avond te voren teruggekomen,
maar Sir Roderick herkende hem niet meer.
Wij zijn allen zeer lang hier in dienst; we
waren hier al toen de oude Lady Bertram
nog leefde."
De oude man was zichtbaar ontroerd.
„En wanneer heb je voor het eerst ge
merkt, dat het lichaam van Sir Roderick
verdwenen was?"
„Vanmorgen tegen negen uur. Ik moest
DE A.S. LICHTWEEK.
Eén onzer stadgenooten zou gaarne willen,
dat tijdens de a.s. Lichtweek het volgende
lied op de wijze van „Boven Gent rijst" in
de straten gezongen werd:
Al wordt bij ons zooveel gedaan
En zal nog meer men gaan verrichten,
Om Haarlem doen vooruit te gaan
En meer en meer nog te verlichten;
Nooit iets wat ons nog beter leek,
Dan 't geen men doet in deze week:
In falderi de ri de ra
In ut re mi fa so lia!
De stad baadt in een zee van licht.
En wij, wij scheppen vreugd in t leven.
Wanneer de dagtaak is verricht,
Dan komt het licht ons blijheid geven.
Dan prijzen w' onze mooie stad
En hebben nooit zoo'n pret gehad!
In falderi de ri de ra
In ut re mi fa so lia!
En is het licht voorbijgegaan,
Dan blijft het beeld nog in ons lichten.
Dan blijft er menig plekje staan,
Waarheen we onze blikken richten.
Dan vinden w' alles mooi en goed,
Bezield met nieuwe kracht en moed.
In falderi de ri de ra
In ut re mi fa so lia!
VERMAKELIJK ALS HET
NOOIT WAAR ZOU WORDEN.
ANGST VOOR DEN GASOORLOG.
Wij lezen In de Haagsche Crt,:'
De fabrikant van een bekend waschmiddeï
trachtte in de omgeving van Voorst meer be
kendheid te geven aan zijn product, door een
vlieger opdracht te geven het merk in dei
lucht te „schrijven".
In een buurtschap aldaar, bestaande uit
een drietal woningen, op eenige kilometers
van het dorp gelegen, volgde met stijgende
verbazing een vrouwtje op het land, bezig
met aardappels steken, de evoluties van den
luchtschrijver, zoo meldt de „Tel." Het woord
stond nog niet geheel volledig in de lucht,
toen het vrouwtje zich plotseling herinnerde
wel eens iets in de courant gelezen te heb
ben over gasaanvallen uit de lucht, massa
vergassing, vlucht in kelders en totale vernie
tiging van alles wat op het ondermaansché
leeft.
Een buurvrouw, die eveneens de grilligë
kronkelingen van den vlieger bij haar woning
heeft staan volgen, ziet vrouwtje angstig ge
barend over het veld hollen in de richting
der woningen, en terwijl zij naar boven wijst,
roept ze nog haastig: „Mense, maak da'j in
de kelder komp, want ze gooien doar boaven
van de gifgassen uut, wa'k oe zegge."
Het kind, dat op den vloer lag te slapen,
werd haastig opgepakt en met de jammeren
de verzuchting: „Wat 'n tied tegenswoar-
digwat 'n tiedverdween de vrouw]
in den kelder, gevolgd door haar eveneens
angstig geworden buurvrouw. Beide vrouwen
hebben 'n angstig halfuurtje in den kelder
doorgebracht en zouden zeker nog in gifgas
sen gelooven, indien ze niet eenige dagen la
ter overtuigd waren geworden door een wel
willend buurman, die een bericht uit de cou
rant voorlas omtrent de goedgeslaagde re
clame van pen fabrikant van een wasch
middeï. i' 4
~r—
DE EERSTE LUCHTREIZIGSTEK
PER K. L. M NAAR INDIë.
EEN 64-JARIGE VLIECSTER.
De eerste vrouwelijke passagier naar IndlS
is Donderdagmorgen per K.L.M, vliegtuig
„Ooievaar" van Schiphol vertrokken. Heti
was Mevr. Hewlett, een 64-jarige Engelsche,
die als eindbestemming Nieuw Zeeland heeft
en tot Batavia per K.L/M, reist.
Zijzelve is een bekwaam vliegster en heeft
o.a. haar eigen zoon, die nu bij de Engelsche
luchtmacht is, opgeleid, Om dien zoon tej
bezoeken was zij naar Engeland gegaan.
Mevr. Hewlett was over het eerste gedeelte
van haar reis per K.L.M. n.l. van Londen
naar Amsterdam zeer ingenomen, doch gaf
haar spijt er over te kennen, dat tusschen
Nederlandsch-Indië en Australië nog geen
luchtverbinding bestaat, waarvan anders,
naar haar meening, zeer veel gebruik zou
worden gemaakt.
DE N.V.V.-DELEGATTE OP DE THUISREIS.
Aneta seint uit Tandjong Priok dat per
s.s. Marnix van St. Aldegonde der Maat
schappij Nederland de leden van de delegatie
van het N.V.V., de heeren Kupers en Danz
naar Europa vertrokken zijn. De heer Molt-
maker zal te Belawan aan boord komen.
met Martin het een en ander bespreken en
ging naar zijn kamer. Daar was niemand,
het beid was niet eens beslapen. Ik dacht dat
hij wel in Sir Roderick's kleedkamer zou
zijn en ging daarheen. Maar eerst wilde ik
mijn lieven ouden meester nog eens zien. Ik
ging de groote slaapkamer binnen en dacht
dat ik het bestierf. Het bed was overhoop
gehaald, de bloemen die wij er den vorigen
avond, op hadden gelegd, waren over den
grond verstrooid ensir Roderick was
er niet meer."
„Wat heb je toen gedaan?" vroeg Calthorp
in spanning.
„Ik moest eerst even gaan zitten om over
den eersten schrik heen te komen, meneer;
toen heb ik de deur afgesloten, den sleutel
in mijn zak gestoken en ben Martin verder
gaan zoeken. Maar toen ik op zijn kamer
terugkwam, merkte ik dat de meeste van
zijn i kleeren er niet waren, dus hij was
blijkbaar voor goed verdwenen."
„Hoe heb je dat stil kunnen houden?"
„Och, dat was niet zoo moeilijk. Alleen
moest ik het wel tegen Cheetham zeggen,
omdat zij, Martin en ik, altijd samen ontbij
ten en ik moest haar vertellen waarom hij er
niet was. Zij ging naar boven, ze vond alles
zooals ik het haar beschreven had en we
spraken af, dat we zouden zeggen dat Mar
tin u van Keswick was gaan halen. Later
hoorden we dat een van'de jonge tuinknechts
James Braithwaite 's nachts niet thuis
was geweest."
„Wat is dat voor iemand?"
„Al van kleinen jongen af heeft hij op de
plaats gewerkt Hij zal nu dertig zijn. Hij is
stil en in zichzelf gekeerd, niemand mag
hem graag. Ze zeggen dat hij drinkt, maar
ik heb er nog nooit iets van gemerkt."
Calthorp zat een poosje zwijgend naar het
vloeiblad op de schrijftafel te turen.
(Wordt vervolgd.)