BINNENLAND
Verregende Hoeden.
J. LOTTGERING,
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAC 9 SEPTEMBER 1931
DR. BENDIEN CRITISEERT HET
ENGELSCHE RAPPORT.
De proeven gedaan met
verkeerd materiaal.
NAIJVER TUSSCHEN TWEE KANKER
INSTITUTEN?
CONTROLEPROEF GEWEIGERD, WEGENS
TIJDSGEBREK!
Naar men weet hebben de doctoren Camp
bell Smith, Holiday en Marrack, alle drie
verbonden aan London Hospital, proeven ge
nomen ter toetsing van het werk van Dr.
Bendien. Het resultaat van deze proeven
werd vastgelegd in een rapport, dat in het
tijdschrift „The Lancet" werd gepubliceerd,
en waarin zij tot de conclusie kwamen, dat
de methode van Dr. Bendien voor het stellen
van de diagnose bij kanker geen waarde
heeft. Daar de drie genoemde Engelsche doc
toren leden zijn van den staf der Royal Me
dical Research Council zou het hier een of-
ficieele Engelsche proefneming gelden.
Een der redacteuren van het Persbureau
Vaz Dias heeft hierover een onderhoud ge
had met Dr- Bendien in diens woning te
Zeist.
„In het algemeen hoeft het geen verwon
dering te wekken, dat er bij het nadoen van
een proef, die nu niet zoo bepaald eenvoudig
is en waarbij men op velerlei gebied gespe
cialiseerd moet zijn, een afwijkende uitkomst
wordt verkregen", aldus Dr. Bendien over
het rapport. „Pos zeer vele proeven zullen
het bewijs van juistheid leveren en dan nog
zullen er zijn, die een afwijkende meening
huldigen. Zoo is het nu eenmaal in de weten
schap. Wat de proef betreft van de doctoren
Campbell Smith en Holiday van het London
Hospital", ging Dr. Bendien voort, „ik kan
slechts mijn groote verwondering uitspreken
over het publiceeren van een rapport door
deze heeren. Wat is nl. het geval? Belde ge
noemde heeren kondigden zioh op een mid
dag telephonisch bij mij aan op een wijze,
die mij een officieele staatsopdracht deed
veronderstellen, zoodat Ik mij uit alle werk
zaamheden vrij maakte om hen te ontvan
gen. Zij deelden mij mede mijn proeven te
hobben nagedaan en een rapport daarom
trent gereed te hebben. Zij vertelden afwij
kingen te hebben geconstateerd en wel ver
andering der vloeistoffen onder invloed van
tijd, temperatuur en licht, welke afwijkingen
mij ook bekend waren. Curven volgens pho
to's bleken geen waarde te hebben voor- de
diagnostiek.
Ik deelde hen mede geen verandering ln
hun rapport te eischen, maar wel stelde ik
hen voor alvorens hun conclusie uit hun
proefneming te trekken, een controleproef
te nemen en wel op deze wijze, dat ik hun
mijn vloeistoffen en chemicaliën ten gebrui-
ke met hun toestel aanbood, en verzocht hun
vloeistoffen met mijn eigen Instrumenten te
onderzoeken. U moet nl. weten, dat de hee
ren een Instrument gebruikten, dat mij on
bekend is, aan welks waarde ik echter niet
twijfel. Met hun toestel waren zij nl. in staat
vijftig spectografische foto's te maken ln
korten tijd. d.w.z. één foto in een kwartier
terwijl ik met een speciaal toestel van de
firma Zeiss minstens voor één foto twee uren
noodig heb.
Voorts bleek, dat zij niet beschikt hadden
over de zelfde zuivere chemicaliën, die ik
gebruik.
Tot mijn zeer groote verwondering wei
gerden de heeren Campbell Smith en Holiday
een controleproef te nemen en wel op grond
van het feit, dat hun rapport ingediend
moest v/orden en er geen tijd voor de proef
neming meer was.
Deze haast was mij onbegrijpelijk en eerst
later is mij een licht opgegaan. Uit de uit
latingen nl. der beide Engelsche doctoren
bleek mij en anderen duidelijk, dat er een
zekere animositeit bestaat tusschen de Bri
tish Empire Cancer Campaign, het belang
rijke particuliere instituut, die voor 't overi
ge het eerst relatie met mij zocht en nog
met proefnemingen bezig is! en het Lon
don Hospital, waaraan Campbell Smith en
Holiday verbonden zijn. Deze laatsten trok
ken zelfs de competentie hunner collega's in
twijfel. De afgevaardigden van de British
Empire Cancer Campaign waardeerden daar
entegen hunne Londensche collega's. De
wedstrijd om het eerst een rapport te publi
ceeren is hier zeer zeker van belang geweest.
Overigens", ging Dr. Bendien voort, „de
algemeene belangstelling was op een rapport
gericht. De heeren Campbell Smith en Holi
day vertelden, toen zij bij mij waren, hoe een
Engelsche courant 12.000 gulden had geboden
voor de prioriteit der publicatie van het rap
port. Zij hadden dit echter geweigerd. Bo
vendien deelden zij mode, dat het rapport
niet voor de pers nog bestemd was, doch voor
een comité. Dat neemt niet weg, dat zij het
den dag van hun aankomst aan het tijd
schrift „The Lancet" aanboden ter publica
tie. Nu weet u hoe de berichten in de wereld
zijn gekomen. Een rapport gebouwd op een
proefneming met andere instrumenten en
vloeistoffen als ik gebruikte, en met een
mentaliteit om tot rapportgeving over te
gaan alvorens een aangeboden controleproef
toe te passen, lijkt mij verre van objectief
en hoogstwaarschijnlijk foutief. Recht tot
het nadoen der proeven heeft iedereen, ook
het publiceeren der resultaten van deze proe
ven. Bij een zoo gewichtig onderwerp moet
men echter voorzichtig zijn met het publi
ceeren van conclusies en zeker wanneer men
geen overleg of samenwerking wil. Boven
dien heb ik hen gewaarschuwd en hen in
kennis gesteld van andere met dit onder
werp in verband staande genomen proeven".
„U bent dus geenszins ontmoedigd?"
„Neen, deze mislukte proef ontmoedigt mij
niet: hoe zou ik uit 38 mij totaal onbekende
bloedmonsters de kankerlijders hebben kun
nen aanwijzen, indien de conclusie van het
thans gepubliceerde „rapport" juist ware?
Intusschen men vergete niet, dat ik in de
voorrede van mijn publicatie geschreven
héb: Ik sta aan het begin van den weg, mijn
conclusies zijn misschien niet absoluut juist,
maar het doel kan slechts bereikt worden
door samenwerking met mensdhen, die er
zich wetenschappelijk voor interesseeren.
Men moet elkanders arbeid eerbiedigen zon
der a priori elke competentie voor zich zelf
op te eischen.
Ik werk rustig door, aangemoedigd door
de resultaten en kies tot mijn lijfspreuk het
woord van een békend staatsman: In mijn
isolement ligt mijn kracht".
SALARISVERLAGING VOOR RIJKS
PERSONEEL.
Het bestuur van den Nederlandschen Fe
deratieven Bond van Personeel in Openbaren
Dienst heeft een telegram aan den minister
van financiën gezonden, waarin verzocht
wordt de eventueele plannen der regeering
met betrekking tot de salarissen van het rijks
personeel te willen mededeelen en indien er
geen plannen bestaan voor een positieve
tegenspraak te willen zorgdragen.
MGR. DR. POELS 40 JAAR PRIESTER.
Heden herdenkt mgr. dr. H. A. Poels, oud-
hoogleeraar aan de Katholieke Universiteit
van Washington, thans hoofdaalmoezenier
van den Arbeid te Heerlen, dat hij veertig
Jaar geleden tot priesteT werd gewijd.
DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE
JAARBEURS.
Bij den aanvang van de vergadering van
het algemeen bestuur der Nederlandsche
Jaarbeurs deelde de burgemeester van
Utrecht Dinsdag mede, dat de Koningin aan
de Vereeniging tot het houden van jaarbeur
zen in Nederland het praedicaat „koninklij
ke" heeft verleend.
DE MOORD IN DE HAAGSCHE
WAGENSTRAAT.
ACHT JAAR GEëlSCHT TEGEN
VERMOEDELIJKEN DADER.
In den nacht van 15 op 16 Juni viel in de
Wagenstraat, te Den Haag, een vechtpartij
voor tusschen twee in staat van dronken
schap verkeerende personen, die later ble
ken te zijn een chauffeur en een zekere N.
De chauffeur liep tenslotte weg in de rich
ting Gedempte Burgwal, terwijl N. zich in
tegenovergestelde richting begaf.
Bij de Bagijnhof gekomen, zakte N. even
wel ineen en toen bleek, dat hij met een mes
in de borst was gestoken. Spoedig daarop is
de man overleden. Niemand van de omstan
ders had een mes gezien of een stekende be
weging waargenomen. Eenige dagen later
werd de chauffeur gearresteerd en als ver
dacht van moord in verzekerde bewaring ge
steld.
Dinsdag heeft hij voor de Haagsche recht
bank terecht gestaan.
Een wapenhandelaar bevestigde, dat hij
aan verdachte een mes had verkocht, gelijk
het in beslag genomene.
De officier eischte tegen verdachte we
gens doodslag met voorbedachten rade 8 jaar
gevangenisstraf.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
OPNIEUW MODELLEEREN.
REGENJASSEN en -MANTELS
opnieuw Waterproof maken.
Gr. Houtstraat 5 a
Telef. 10771
RUMOER IN DE ENGELENBAK.
HAGENAARS WILDEN HUN GELD
TERUG.
Wij lezen in de Maasbode:
Bij de opvoering van „De Wonderdancing",
in de Kon. Schouwburg te 's-Gravenhage
speelt zich een gedeelte van het stuk af op
het z.g.n. proscenium, dat gevormd wordt
door de overdekte orkestruimte.
De bezoekers van de galerij, alias „enge
lenbak", hebben van hun hooggelegen zit
plaatsen af een slecht uitzicht op dit pros
cenium.
Zondagavond staken de galerij bezoekers
de hoofden op, daarbij aangevuurd door een
der bezoeksters, met de woorden: „Jelui,
mannen, moesten zorgen dat zoo-iets niet
gebeurde. Jelui moet je geld terug vragen".
Nadat ook van het toon eel een opmerking
aan het adres van de galerijbezoekers was
gemaakt, stonden eenigen van hen op en
gingen naar de kassa, om hun entree terug
te vorderen. Aan dezen eisch werd voldaan,
daar de directie van den Schouwburg moest
erkennen, dat men van de betrokken plaat
sen af niet voldoende kon zien.
In het geheel werd aan 74 bezoekers het
geld terugbetaald.
Voor de volgende, voorstellingen van „De
Wondei;dancing" worden de galerijplaatsen,
vanwaar men niet het geheele tooneel met
proscenium inbegrepen kan overzien, niet
meer uitgegeven.
DE KONINGIN NAAR DE BELGISCHE
TENTOONSTELLING.
Naar de Tel. verneemt zal de Koningin op
27 September een bezoek brengen aan de
tentoonstelling van Belgische beeldende
kunsten in het Stedelijk Museum te Am
sterdam.
KIND IN EEN GRAAT GESTIKT.
Het zoontje van 10 maanden van den
heer H„ te Berkel kreeg een op tafel liggende
vischgraat te pakken en voor men het kon
verhinderen, stak de kleine dit in het
mondje, aldus de Msb. De graat bleef in de
keel zitten en op doktersadvies werd het
kind naar het St. Franciscus-Gasthuis te
Rotterdam overgebracht, alwaar het is over
leden.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
RESTAURATIE VAN VEERE'S
STADHUIS.
GELD NOODIG.
Dezer dagen is in de fraaie oude Raad
zaal van het Stadhuis te Veere de eerste
vergadering gehouden van de restauratie
commissie, die tracht de belangstelling onzer
lan-dgenooten voor dit nationale herstel-werk
te wekken.
Zooais men weet heeft de regeering een
bedrag van f 100.000 er voor beschikbaar
gesteld.
Alles duidt er echter op, dat de nu ter
hand genomen grondige restauratie omvan;
rijker en ingrijpender zal moeten worden,
dan zich aanvankelijk liet vermoeden. Balk
lagen zijn verteerd, gevel-beelden welhaast
tot pulver verweerd
Het is dringend noodzakelijk, voor het be
houd van dit alom in den lande door zijn
eenvoudige en lieflijke schoonheid bekende
monument van bouwkunst uit vroeger eeuwen
•de alarmklok, zelfs de noodklok te luiden.
De Restauratie-commissie heeft in haar
vergadering overwogen, welke stappen te
nemen waren, om zich van sympathie in
h-et land te verzekeren.
WIJZIGING VERGUNNING AUTOBUS
DIENSTEN
Ged. Staten hebben besloten de aan C. en
J. Beentjes te Heemskerk verleende vergun
ning voor een autobusdienst van Alkmaar
naar Beverwijk en terug te wijzigen in dien
zin, dat het volgende traject moet worden
gevolgd:
Van Alkmaar (Nleuwlandersingel nabij de
Heilooërbrug) langs den Rijksstraatweg over
Heiloo, Limmen en Castricum en vervolgens
langs de Schans, de Meeresteynstraat, de
Adrichemstraat en de Oosterwijkstraat naar
de Schans te Beverwijk.
In de richting naar Alkmaar wordt het
zelfde traject gevolgd met dien verstande,
dat in Beverwijk van de Schans direct naar
den Rijksstraatweg wordt gereden en dat in
Alkmaar inplaats van langs den Rijksstraat
weg wordt gereden langs de Emmastraat en
den Nieuwlandersingel tot nabij de Heilooër
brug aldaar.
Rijdende in de richting naar Alkmaar wor
den binnen de grens dier gemeente geen
passagiers ingelaten en rijdende in de rich
ting naar Beverwijk worden binnen de grens
der gemeente Alkmaar geen passagiers uit
gelaten.
Voorts besloten Ged. Staten de aan J. M.
van Geelen, te Heiloo, verleende vergunning
voor een autobusdienst van Alkmaar naai'
Haarlem en terug, te wijzigen in dien zin,
dat het volgende traject zal worden gevolgd:
Van Haarlem (Kennemerplein) langs het
Kennemerplein, de Kennemerbrug, het Frans
Halsplein, den Schoterweg, de Generaal
Cronjéstraat, het Soendaplein, den Rijks
straatweg, de Hoofdstraat, den Rijksstraat
weg, de Velserpont, den Rijksstraatweg, de
Breestraat, de Schans, de Meeresteijnstraat,
de Adrichemstraat, de Oosterwijkstraat en
de Schans in Beverwijk, vervolgens langs
den Rijksstraatweg over Castricum, Limmen
en Heiloo, en daarna langs de Emmastraat
en den Nieuwlandersingel tot nabij de Hei
looërbrug te Alkmaar.
In de richting naar Haarlem wordt het
zelfde traject gevolgd met dien verstande,
dat in Alkmaar in plaats van langs den
Nieuwlandersingel en de Emmastraat wordt
gereden langs den Rijksstraatweg, dat in
Beverwijk van den Rijksstraatweg langs de
Schans, de Meeresteijnstraat, de Adrichem
straat, de Oosterwijkstraat en de Schans
naar de Breestraat wordt gereden en dat in
Haarlem van het Soendaplein af tot het
Kennemerplein wordt gereden langs den
Schoterweg, de Kennemerstraat, de Frans
Halsstraat, het Frans Halsplein, de Kenne
merbrug en het Kennemerplein.
Rijdende in de richting naar Alkmaar
worden binnen de grens der gemeente
Haarlem geen passagiers uitgelaten en bin
nen de grens der gemeente Alkmaar geen
passagiers ingelaten.
Rijdende in de richting naar Haarlem wor
den binnen de grens der gemeente Alkmaar
geen passagiers uitgelaten en binnen de
grens der gemeente Haarlem geen passagiers
ingelaten.
FRAUDE BIJ EEN POST-AGENTSCHAP.
Op vermoeden van fraude, waarmee een
bedrag van enkele duizenden guldens ge
moeid zou zijn, is, volgens de N.R.C., het
postagentschap in de Bleekstraat te Eind
hoven dezer dagen opgeheven.
NOLENS' OPVOLGER IN DE KAMER.
De voorzitter van het Centraal Stembureau
heeft benoemd verklaard tot lid van de
Tweede Kamer in de vacaturedr. W. H.
Nolens, den heer J. H. Maenen te Heerlen.
VOGELBROEDPLAATSEN OP
TEXEL IN GEVAAR.
GELD GEVRAAGD VOOR „WAALENBURG",
De Vereeniging tot Behoud van Natuur
monumenten in Nederland, ziet zich genood
zaakt een beroep te doen op allen, wien het
behoud van het Nederlandsche landschap
met zijn rijkdom van planten en dieren ter
harte gaat.
Het geldt ditmaal Waalenburg op Texel,
een terrein van ongemeee beteekenis voor
bloemen en voor vogels, een lagen brak
waterpolder, zooals die in Nederland hoe
langer hoe schaarscher worden.
Het is Waalenburg, waar de duizenden
die Texel bezochten, genoten hebben van de
velden, bont van bloemen, doch niet minder
van de ongeëvenaarde vogelbevolking.
Texel dankt zijn tegenwoordigen Toem voor
een zeer groot deel aan Waalenburg. Deze
polder zal worden bemalen, nog in den loop
van dit jaar; met de benoodigde werkzaam
heden is reeds een aanvang gemaakt. De
tot nu toe drassige hooilanden komen dan
droog te liggen en de bestaansmogelijkheid
voor de planten en de vogels gaat verloren.
De Vereeniging heeft nu pogingen aange
wend om althans het belangrijkste gedeelte
van den polder aan te kocpen, het laagste
en het merkwaardigste terrein, zoo gelegen,
dat het ook bij bemaling in den tegenwoor
digen staat behouden kan blijven.
Zij heeft het oog geslagen op de gron
den, gelegen tusschen Westerboersweg, Mid
delweg en Motweg, een oppervlakte van on
geveer 40 HA. beslaande, en dit gebied is
aan de Vereeniging in handen gegeven tot
1 October a.s. Zal het mogelijk zijn, dit deel
van Waalenburg te behouden, dan moet de
vereeniging de beschikking krijgen over een
bedrag van meer dan f 30.000. Zulk een som
gaat de draagkracht van de vereeniging
thans te boven.
Zoo groot is het bedrag echter niet, of het
kan, zelfs in deze voor velen zoo moeilijke
tijden bijeengebracht worden. Men bedenke,
dat het over enkele maanden reeds te laat
zal zijn, dat dan de kans voorgoed voorbij
is, om zulk een uniek en rijk landschap te
behouden.
Mocht zij de beschikking krijgen over een
grooter bedrag, dan kan de vereeniging he>=
beschermde gebied nog verder uitbreiden.
AGRARISCH FRONT IN DE
KAMER?
EEN STEM ER VOOR.
De voorzitter der Geldersch-Overijsselschë
Maatschappij van Landbouw, mr. A. G. A.
Ridder van Rappard, heeft in de vergadering
dier maatschappij te Apeldoorn een rede uit
gesproken, waarin hij, volgens het Hbld. o.a.
het volgende zeide:
De sterke achteruitgang van de bietenteelt
is te wijten aan de schrale regeling, betref
fende uitkeeringen ten behoeve van verbou
wers van suikerbieten.
Alle waarschuwingen hebben niet gebaat
en nu staan wij voor het droeve feit, dat
het suikerwetje geen uitkomst heeft gebracht
en de boeren zich op de teelt van andere ge
wassen hebben geworpen, hetgeen óók nog
bedenkelijke gevolgen met zich kan na-
sleepen!
Voor het behoud van deze cultuur is het
noodzakelijk, dat zoo spoedig mogelijk worde
overgegaan tot verhooging van den Regee-
ringssteun en wel zóódanig, dat f 14 minimum
per 100 K.G. suikerbieten, afhankelijk van
het suikergehalte, wordt gegarandeerd, waar
door de zoo sterk ingekrompen teelt weer zal
toenemen en groote werkloosheid zal wor
den voorkomen.
De boerenwenschen worden echter door da
regeering niet ingewilligd, de urgentiepro
gramma's, haar door de groote organisaties
aangeboden, legt zij naast zich neer, alle
protestvergaderingen, alle congressen en
requesten hebben slechts tot resultaat gehad
dat de drie stumperige, reeds genoemde wet
jes in het Staatsblad zijn gekomen. Wie het
platteland kent weet dat het er broeit en
gist.
Uit die ontevredenheid komt de wensch
naar voren, om een groote agrarische partij
te vormen. Spr. gaf in overweging, om in het
parlement een sterk agrarisch front te vor
men, bestaande uit de landbouwers der ver
schillende politieke partijen. Van zoo'n „Groen
Front" in de Kamer kon een groote kracht
uitgaan en de partijen zouden er terdege
rekening mee moeten houden. Vooral in dezen
tijd, nu een extra-parl-ementaid kabinet de
teugels van het bewind in handen heeft zou
een agrarisch blok op zijn plaats zijn.
De heer Van Rappard vond het voorts niet
onbillijk om voor loonsverlaging te pleiten.
Eventueel zou een boycot van Duitsche goe
deren moeten worden ingesteld, wanneer de
onderhandelingen met Duitschland misluk
ten.
FEUILLETON.
Het Huis op het Eiland
Naar het Engelsch van
ARCHIBALD MARSHALL.
(Nadruk verboden.)
8)
Feitham ging hen voor, de breede marme
ren trap op, langs een gang waar oude kas
ten met antiek porcelein langs den mum
stonden, en ontsloot een zware mahoniehou
ten deur, die naar den westelijken vleugel
van het huis voerde, welke een reeks ineen-
loopende vertrekken bevatte, afgescheiden
van do rest van het kasteel gelegen en met
een afzonderlijk trappenhuis.
„Dit zijn de kamers van mevrouw", zei
Feitham en hij wees naar twee gesloten deu
ren rechts. „Sir Roderick's kamers zijn bo
ven. Dit is het oude gedeelte van het huls;
het voorgedeelte is nieuw".
Ze gingen de trap op en Feitham opende
een deur en bracht hen in een groot vertrek
waarvan de blinden gesloten waren, op het
zuiden gelegen. Hij opende een luik; de ka
mer deed denken aan een bibliotheek en
maakte den indruk nog pas bewoond te zijn
geweest. Het meubilair was uiterst kostbaar
en getuigde van een verfijnden smaak; in
een van de wensternissen stond een groot
schrijfbureau, bedekt met papieren; tegen
een van de muren bevond zich eén ebben
houten kabinet met ontelbare laden en vak
jes. Midden op het vloeiblad van de schrijf-
tafelJag een bos sleutels.
„Dat is Sir Roderick's slaapkamer", zei
Feitham zacht, wijzend naar een deur in den
hoek. „Wilt u daar misschien ook binnen
gaan?"
„Nu niet", was Guy's haastig antwoord.
„Dat zijn de sleutels", hernam de oude
butler. „Niemand is hier binnen geweest na
dat juffrouw Cheetham en ik de deuren af
gesloten hebben".
Calthorp nam de sleutelbos. „Breng ons nu
maar eerst naar Martin's kamer", verzocht
hij.
Feitham ging hen weer voor. Aan het eind
van de gang was een steenen bordes, van
waar een wenteltrap naar boven en naar be
neden voerde. De muren waren hier gewel
dig dik en hadden kleine vensters.
„Hier zijn we in het oudste deel van het
huis", legde de butler uit.
Daarop bracht hij de beide bezoekers door
een andere deur naar een met eiken bescho
ten gang, waarin zich aan den linkerkant een
deur bevond. Toen deze geopend werd tra
den ze een donker vertrek binnen, dat inge
richt was als slaapkamer. Aan den eenen
kant waren de eiken paneelen opzij gescho
ven en twee groen geschilderde deuren met
koperen handvaten waren zichtbaar.
„Je kunt nu wel gaan, Feitham", zei Cal
thorp. „Als de sleutel hierbij is zullen Sir
Guy en ik den inhoud van de safe onderzoe
ken en daarna gaan we de papieren in de
kleedkamer doorzoeken. Daar kan je ons
straks vinden, als er soms iemand komt".
De butler vertrok.
„Nu de sleutel van het geheim", riep Cal
thorp.
Haast dadelijk had hij den goeden sleutel
te pakken; hij draaide hem een paar maal
in het slot om en trok aan het handvat.
Langzaam ging de zware deur open.
Het inwendige van de brandkast werd ge
vormd door rijen planken met wollen stof
bekleed.
Ze waren leeg
HOOFDSTUK VIL
WAT DIRECTEUR PHILIPS VAN DE
ZAAK DACHT.
De twee vrienden keken elkaar aan.
„Dat was te verwachten", merkte Calthorp
laconiek op.
„Ja, maar dat maakt het geval niet min
der beroerd" meende Guy. „Naar hetgeen
we door dien brief ontdekt hebben, zou zich
in deze brandkast het heele vermogen van
Sir Roderick hebben moeten bevinden. Wat
moeten we doen?"
„Zien het terug te krijgen", klonk het
droog. „Martin zal er heusch niet met die
steenen vandoor zijn gegaan om er ganze-
bord mee te spelen! Ten slotte is het niet
zoo erg, Guy. Zoo gauw hij probeert het een
of ander stuk te verkoopen, is hij er bij! Ik
ga nu eerst naar de kleedkamer om de pa
pieren door te zien. Ga jij buiten maar eens
rondkijken, als ik wat belangrijks ontdek,
laat ik je roepen."
Achter het kasteel bevond zich de Hol-
landsche tuin en Guy genoot van alle bloe
men en planten, die met verfijnden smaak
op het grasveld gegroepeerd stonden. Er
was een vijver waarop waterlelies dreven en
waarvan de oevers begroeid waren met iris
sen. Achter den vijver lag een lage rotstuin
en een zomerhuis. Guy had een uur rondge
dwaald in dit fraaie aangelegde gedeelte van
het park, toen Calthorp hem wenkte.
„Meneer Philips, de bankdirecteur uit
Keswick is er", vertelde de advocaat, toen hij
met Guy de treden van het terras op liep. Hij
ging hem voor naar een zijkamer, die aan
de groote bibliotheek grensde, waar een
kleine man met een blozend gezicht op hen
zat te wachten.
„Droevig geval, heeren", zei hij toen Guy
en Calthorp zich hadden voorgesteld. „Vree-
selijk!"
„Had u het nieuws al in Keswick gehoord,
toen u mijn telegram kreeg?" vroeg Cal
thorp.
Ja, vanmorgen in de vroegte, de menschen
in de streek zijn er vol van. Zijn de juweelen
veilig, heeren? ging hij op fluisterende toon
voort.
„Veilig? Ze zijn verdwenen", flapte Cal
thorp plompverloren uit.
„Had ik het niet gedacht! riep de bank
directeur. „Maar laat ik u eerst eens alles
vertellen." En Philips haalde een dubbel vel
foliopapier uit zijn zak en vouwde het open.
„Ik heb alle gegevens hier"
„Had Sir Roderick zijn bankzaken bij uw
firma?" vroeg Calthorp.
„De laatste vierentwintig jaar hadden wij
de eer Sir Roderick tot onze clienten te mo
gen rekenen. Zijn banksaldo werd destijds
van een Londensche bank overgeschreven.
Het was een mooie transactie voor ons; ik
was juist directeur van de bijbank in Kes
wick geworden. Het saldo bedroeg nooit min
der dan vijfduizend pond en er zijn enorme
bedragen over zijn rekening geloopen. Maar
ik heb Sir Roderick overigens in geen tien
jaar meer gezien. Martin, zijn vertrouwens
man, was de bemiddelaar tusschen hem en
onze bank. Tusschen twee haakjes, een wei
nig toegankelijk en zwijgzaam mensch, die
Martin. De rente van Sir Roderick's effecten
werd geregeld bijgeschreven. Deze bedroeg
destijds ongeveer veertig duizend pond per
jaar, maar dat werd geleidelijk heel wat
meer, omdat Sir Roderick niet meer dan de
helft gebruikte en de rest in nieuwe beleg
gingen stak.
„Hoe ter wereld maakte hij twintigduizend
pond op, als hij zoo eenvoudig leefde", riep
Guy.
„Ik geloof dat Sir Roderick veel antiquitei
ten kocht", antwoordde Philips.
„Dat is zoo" beaamde Calthorp. „Ik heb
dat boven in de boeken gezien."
„Ja, Sir Roderick was een groot kunstlief
hebber", ging Philips voort. „Martin woonde
altijd de tantiquiteitenveilingen in Londen
bij. Hij verdiende wel den naam van ver
trouwensman, want hij kon vrijelijk over
Sir Roderick's geld beschikken, wel iets on
gewoons voor een bediende, zou ik zeggen.
De chéques werden door hem geteekend..
Wij hebben hem héél wat uitbetaald, altijd
goud, nooit papier, maar wat hij er mee uit
voerde
„Alles is in de boeken verantwoord", viel
Calthorp de.i bankdirecteur in de rede.
„O," zei Philips merkbaar teurgesteld. „Dan
moet ik bekennen dat ik Martin ten onrechte
verdacht heb. Maar luistert u verder. Veer
tien jaar geleden, het was in Februari
kreeg ik op een morgen een brief van Mar
tin, waarin hij mij verzocht bij Sir Roderick
te komen. Ik wilde wel eerlijk bekennen,
dat ik een beetje tegen dat bezoek opzag: ik
herinner het mij als de dag van gisteren. Ik
had mij Sir Roderick heel anders voorge
steld, dan hij in werkelijkheid was, als een
soort kluizenaar, een nor-sche zwijgzame
zonderling. Maar tot mijn verbazing werd ik
heel vriendelijk ontvangen door een langen,
knappen, grijzen heer, het echte type van
een landedelman. Ik voelde mij dadelijk op
mijn gemak met hem. Hij was heel zakelijk
en vertelde mij dat hij gedurende de eerst
volgende vijftien jaar zijn vermogen in kost
bare edelsteenen wilde omzetten."
„Eigenaardig", meende Calthorp, „en van
waar juist die periode van vijftien jaar?"
„Ja, dat zou ik niet kunnen zeggen, maar
wat ik heel vreemd vind, is, dat nu die ter
mijn van vijftien jaar ongeveer voorbij zijn.
Sir Roderick gestorfven en zijn saldo
sterk geslonken is."
„Hoeveel is er nog over?" Informeerde
Guy.
„Het juiste bedrag is", en hier raadpleeg
de de bankier zijn folio papier, „een en veer
tigduizend zes honderd, zes en vijftig pond,
9 shillings en twee pence,"
„Dan kan ik er u bij vertellen", klonk Cal-
thorp's stem, „dat Sir Roderick vlak voor hij
stierf van plan was vijfendertig duizend pond
voor den aankoop van een Indisch kroonju
weel te besteden."
Philips scheen niet buitengewoon verbaasd
over deze mededeeling.
„Ja,"' stemde hij toe. „er zijn heel wat kost
bare juweelen gekocht en dikwijls voor enor
me bedragen. Het laatste bedrag betaalden
wij in December uit.
(Wordt vervolgd.)