BINNENLAND Verregende Hoeden. J. LOTTGERING, HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAC 9 SEPTEMBER 1931 DR. BENDIEN CRITISEERT HET ENGELSCHE RAPPORT. De proeven gedaan met verkeerd materiaal. NAIJVER TUSSCHEN TWEE KANKER INSTITUTEN? CONTROLEPROEF GEWEIGERD, WEGENS TIJDSGEBREK! Naar men weet hebben de doctoren Camp bell Smith, Holiday en Marrack, alle drie verbonden aan London Hospital, proeven ge nomen ter toetsing van het werk van Dr. Bendien. Het resultaat van deze proeven werd vastgelegd in een rapport, dat in het tijdschrift „The Lancet" werd gepubliceerd, en waarin zij tot de conclusie kwamen, dat de methode van Dr. Bendien voor het stellen van de diagnose bij kanker geen waarde heeft. Daar de drie genoemde Engelsche doc toren leden zijn van den staf der Royal Me dical Research Council zou het hier een of- ficieele Engelsche proefneming gelden. Een der redacteuren van het Persbureau Vaz Dias heeft hierover een onderhoud ge had met Dr- Bendien in diens woning te Zeist. „In het algemeen hoeft het geen verwon dering te wekken, dat er bij het nadoen van een proef, die nu niet zoo bepaald eenvoudig is en waarbij men op velerlei gebied gespe cialiseerd moet zijn, een afwijkende uitkomst wordt verkregen", aldus Dr. Bendien over het rapport. „Pos zeer vele proeven zullen het bewijs van juistheid leveren en dan nog zullen er zijn, die een afwijkende meening huldigen. Zoo is het nu eenmaal in de weten schap. Wat de proef betreft van de doctoren Campbell Smith en Holiday van het London Hospital", ging Dr. Bendien voort, „ik kan slechts mijn groote verwondering uitspreken over het publiceeren van een rapport door deze heeren. Wat is nl. het geval? Belde ge noemde heeren kondigden zioh op een mid dag telephonisch bij mij aan op een wijze, die mij een officieele staatsopdracht deed veronderstellen, zoodat Ik mij uit alle werk zaamheden vrij maakte om hen te ontvan gen. Zij deelden mij mede mijn proeven te hobben nagedaan en een rapport daarom trent gereed te hebben. Zij vertelden afwij kingen te hebben geconstateerd en wel ver andering der vloeistoffen onder invloed van tijd, temperatuur en licht, welke afwijkingen mij ook bekend waren. Curven volgens pho to's bleken geen waarde te hebben voor- de diagnostiek. Ik deelde hen mede geen verandering ln hun rapport te eischen, maar wel stelde ik hen voor alvorens hun conclusie uit hun proefneming te trekken, een controleproef te nemen en wel op deze wijze, dat ik hun mijn vloeistoffen en chemicaliën ten gebrui- ke met hun toestel aanbood, en verzocht hun vloeistoffen met mijn eigen Instrumenten te onderzoeken. U moet nl. weten, dat de hee ren een Instrument gebruikten, dat mij on bekend is, aan welks waarde ik echter niet twijfel. Met hun toestel waren zij nl. in staat vijftig spectografische foto's te maken ln korten tijd. d.w.z. één foto in een kwartier terwijl ik met een speciaal toestel van de firma Zeiss minstens voor één foto twee uren noodig heb. Voorts bleek, dat zij niet beschikt hadden over de zelfde zuivere chemicaliën, die ik gebruik. Tot mijn zeer groote verwondering wei gerden de heeren Campbell Smith en Holiday een controleproef te nemen en wel op grond van het feit, dat hun rapport ingediend moest v/orden en er geen tijd voor de proef neming meer was. Deze haast was mij onbegrijpelijk en eerst later is mij een licht opgegaan. Uit de uit latingen nl. der beide Engelsche doctoren bleek mij en anderen duidelijk, dat er een zekere animositeit bestaat tusschen de Bri tish Empire Cancer Campaign, het belang rijke particuliere instituut, die voor 't overi ge het eerst relatie met mij zocht en nog met proefnemingen bezig is! en het Lon don Hospital, waaraan Campbell Smith en Holiday verbonden zijn. Deze laatsten trok ken zelfs de competentie hunner collega's in twijfel. De afgevaardigden van de British Empire Cancer Campaign waardeerden daar entegen hunne Londensche collega's. De wedstrijd om het eerst een rapport te publi ceeren is hier zeer zeker van belang geweest. Overigens", ging Dr. Bendien voort, „de algemeene belangstelling was op een rapport gericht. De heeren Campbell Smith en Holi day vertelden, toen zij bij mij waren, hoe een Engelsche courant 12.000 gulden had geboden voor de prioriteit der publicatie van het rap port. Zij hadden dit echter geweigerd. Bo vendien deelden zij mode, dat het rapport niet voor de pers nog bestemd was, doch voor een comité. Dat neemt niet weg, dat zij het den dag van hun aankomst aan het tijd schrift „The Lancet" aanboden ter publica tie. Nu weet u hoe de berichten in de wereld zijn gekomen. Een rapport gebouwd op een proefneming met andere instrumenten en vloeistoffen als ik gebruikte, en met een mentaliteit om tot rapportgeving over te gaan alvorens een aangeboden controleproef toe te passen, lijkt mij verre van objectief en hoogstwaarschijnlijk foutief. Recht tot het nadoen der proeven heeft iedereen, ook het publiceeren der resultaten van deze proe ven. Bij een zoo gewichtig onderwerp moet men echter voorzichtig zijn met het publi ceeren van conclusies en zeker wanneer men geen overleg of samenwerking wil. Boven dien heb ik hen gewaarschuwd en hen in kennis gesteld van andere met dit onder werp in verband staande genomen proeven". „U bent dus geenszins ontmoedigd?" „Neen, deze mislukte proef ontmoedigt mij niet: hoe zou ik uit 38 mij totaal onbekende bloedmonsters de kankerlijders hebben kun nen aanwijzen, indien de conclusie van het thans gepubliceerde „rapport" juist ware? Intusschen men vergete niet, dat ik in de voorrede van mijn publicatie geschreven héb: Ik sta aan het begin van den weg, mijn conclusies zijn misschien niet absoluut juist, maar het doel kan slechts bereikt worden door samenwerking met mensdhen, die er zich wetenschappelijk voor interesseeren. Men moet elkanders arbeid eerbiedigen zon der a priori elke competentie voor zich zelf op te eischen. Ik werk rustig door, aangemoedigd door de resultaten en kies tot mijn lijfspreuk het woord van een békend staatsman: In mijn isolement ligt mijn kracht". SALARISVERLAGING VOOR RIJKS PERSONEEL. Het bestuur van den Nederlandschen Fe deratieven Bond van Personeel in Openbaren Dienst heeft een telegram aan den minister van financiën gezonden, waarin verzocht wordt de eventueele plannen der regeering met betrekking tot de salarissen van het rijks personeel te willen mededeelen en indien er geen plannen bestaan voor een positieve tegenspraak te willen zorgdragen. MGR. DR. POELS 40 JAAR PRIESTER. Heden herdenkt mgr. dr. H. A. Poels, oud- hoogleeraar aan de Katholieke Universiteit van Washington, thans hoofdaalmoezenier van den Arbeid te Heerlen, dat hij veertig Jaar geleden tot priesteT werd gewijd. DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE JAARBEURS. Bij den aanvang van de vergadering van het algemeen bestuur der Nederlandsche Jaarbeurs deelde de burgemeester van Utrecht Dinsdag mede, dat de Koningin aan de Vereeniging tot het houden van jaarbeur zen in Nederland het praedicaat „koninklij ke" heeft verleend. DE MOORD IN DE HAAGSCHE WAGENSTRAAT. ACHT JAAR GEëlSCHT TEGEN VERMOEDELIJKEN DADER. In den nacht van 15 op 16 Juni viel in de Wagenstraat, te Den Haag, een vechtpartij voor tusschen twee in staat van dronken schap verkeerende personen, die later ble ken te zijn een chauffeur en een zekere N. De chauffeur liep tenslotte weg in de rich ting Gedempte Burgwal, terwijl N. zich in tegenovergestelde richting begaf. Bij de Bagijnhof gekomen, zakte N. even wel ineen en toen bleek, dat hij met een mes in de borst was gestoken. Spoedig daarop is de man overleden. Niemand van de omstan ders had een mes gezien of een stekende be weging waargenomen. Eenige dagen later werd de chauffeur gearresteerd en als ver dacht van moord in verzekerde bewaring ge steld. Dinsdag heeft hij voor de Haagsche recht bank terecht gestaan. Een wapenhandelaar bevestigde, dat hij aan verdachte een mes had verkocht, gelijk het in beslag genomene. De officier eischte tegen verdachte we gens doodslag met voorbedachten rade 8 jaar gevangenisstraf. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel OPNIEUW MODELLEEREN. REGENJASSEN en -MANTELS opnieuw Waterproof maken. Gr. Houtstraat 5 a Telef. 10771 RUMOER IN DE ENGELENBAK. HAGENAARS WILDEN HUN GELD TERUG. Wij lezen in de Maasbode: Bij de opvoering van „De Wonderdancing", in de Kon. Schouwburg te 's-Gravenhage speelt zich een gedeelte van het stuk af op het z.g.n. proscenium, dat gevormd wordt door de overdekte orkestruimte. De bezoekers van de galerij, alias „enge lenbak", hebben van hun hooggelegen zit plaatsen af een slecht uitzicht op dit pros cenium. Zondagavond staken de galerij bezoekers de hoofden op, daarbij aangevuurd door een der bezoeksters, met de woorden: „Jelui, mannen, moesten zorgen dat zoo-iets niet gebeurde. Jelui moet je geld terug vragen". Nadat ook van het toon eel een opmerking aan het adres van de galerijbezoekers was gemaakt, stonden eenigen van hen op en gingen naar de kassa, om hun entree terug te vorderen. Aan dezen eisch werd voldaan, daar de directie van den Schouwburg moest erkennen, dat men van de betrokken plaat sen af niet voldoende kon zien. In het geheel werd aan 74 bezoekers het geld terugbetaald. Voor de volgende, voorstellingen van „De Wondei;dancing" worden de galerijplaatsen, vanwaar men niet het geheele tooneel met proscenium inbegrepen kan overzien, niet meer uitgegeven. DE KONINGIN NAAR DE BELGISCHE TENTOONSTELLING. Naar de Tel. verneemt zal de Koningin op 27 September een bezoek brengen aan de tentoonstelling van Belgische beeldende kunsten in het Stedelijk Museum te Am sterdam. KIND IN EEN GRAAT GESTIKT. Het zoontje van 10 maanden van den heer H„ te Berkel kreeg een op tafel liggende vischgraat te pakken en voor men het kon verhinderen, stak de kleine dit in het mondje, aldus de Msb. De graat bleef in de keel zitten en op doktersadvies werd het kind naar het St. Franciscus-Gasthuis te Rotterdam overgebracht, alwaar het is over leden. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel RESTAURATIE VAN VEERE'S STADHUIS. GELD NOODIG. Dezer dagen is in de fraaie oude Raad zaal van het Stadhuis te Veere de eerste vergadering gehouden van de restauratie commissie, die tracht de belangstelling onzer lan-dgenooten voor dit nationale herstel-werk te wekken. Zooais men weet heeft de regeering een bedrag van f 100.000 er voor beschikbaar gesteld. Alles duidt er echter op, dat de nu ter hand genomen grondige restauratie omvan; rijker en ingrijpender zal moeten worden, dan zich aanvankelijk liet vermoeden. Balk lagen zijn verteerd, gevel-beelden welhaast tot pulver verweerd Het is dringend noodzakelijk, voor het be houd van dit alom in den lande door zijn eenvoudige en lieflijke schoonheid bekende monument van bouwkunst uit vroeger eeuwen •de alarmklok, zelfs de noodklok te luiden. De Restauratie-commissie heeft in haar vergadering overwogen, welke stappen te nemen waren, om zich van sympathie in h-et land te verzekeren. WIJZIGING VERGUNNING AUTOBUS DIENSTEN Ged. Staten hebben besloten de aan C. en J. Beentjes te Heemskerk verleende vergun ning voor een autobusdienst van Alkmaar naar Beverwijk en terug te wijzigen in dien zin, dat het volgende traject moet worden gevolgd: Van Alkmaar (Nleuwlandersingel nabij de Heilooërbrug) langs den Rijksstraatweg over Heiloo, Limmen en Castricum en vervolgens langs de Schans, de Meeresteynstraat, de Adrichemstraat en de Oosterwijkstraat naar de Schans te Beverwijk. In de richting naar Alkmaar wordt het zelfde traject gevolgd met dien verstande, dat in Beverwijk van de Schans direct naar den Rijksstraatweg wordt gereden en dat in Alkmaar inplaats van langs den Rijksstraat weg wordt gereden langs de Emmastraat en den Nieuwlandersingel tot nabij de Heilooër brug aldaar. Rijdende in de richting naar Alkmaar wor den binnen de grens dier gemeente geen passagiers ingelaten en rijdende in de rich ting naar Beverwijk worden binnen de grens der gemeente Alkmaar geen passagiers uit gelaten. Voorts besloten Ged. Staten de aan J. M. van Geelen, te Heiloo, verleende vergunning voor een autobusdienst van Alkmaar naai' Haarlem en terug, te wijzigen in dien zin, dat het volgende traject zal worden gevolgd: Van Haarlem (Kennemerplein) langs het Kennemerplein, de Kennemerbrug, het Frans Halsplein, den Schoterweg, de Generaal Cronjéstraat, het Soendaplein, den Rijks straatweg, de Hoofdstraat, den Rijksstraat weg, de Velserpont, den Rijksstraatweg, de Breestraat, de Schans, de Meeresteijnstraat, de Adrichemstraat, de Oosterwijkstraat en de Schans in Beverwijk, vervolgens langs den Rijksstraatweg over Castricum, Limmen en Heiloo, en daarna langs de Emmastraat en den Nieuwlandersingel tot nabij de Hei looërbrug te Alkmaar. In de richting naar Haarlem wordt het zelfde traject gevolgd met dien verstande, dat in Alkmaar in plaats van langs den Nieuwlandersingel en de Emmastraat wordt gereden langs den Rijksstraatweg, dat in Beverwijk van den Rijksstraatweg langs de Schans, de Meeresteijnstraat, de Adrichem straat, de Oosterwijkstraat en de Schans naar de Breestraat wordt gereden en dat in Haarlem van het Soendaplein af tot het Kennemerplein wordt gereden langs den Schoterweg, de Kennemerstraat, de Frans Halsstraat, het Frans Halsplein, de Kenne merbrug en het Kennemerplein. Rijdende in de richting naar Alkmaar worden binnen de grens der gemeente Haarlem geen passagiers uitgelaten en bin nen de grens der gemeente Alkmaar geen passagiers ingelaten. Rijdende in de richting naar Haarlem wor den binnen de grens der gemeente Alkmaar geen passagiers uitgelaten en binnen de grens der gemeente Haarlem geen passagiers ingelaten. FRAUDE BIJ EEN POST-AGENTSCHAP. Op vermoeden van fraude, waarmee een bedrag van enkele duizenden guldens ge moeid zou zijn, is, volgens de N.R.C., het postagentschap in de Bleekstraat te Eind hoven dezer dagen opgeheven. NOLENS' OPVOLGER IN DE KAMER. De voorzitter van het Centraal Stembureau heeft benoemd verklaard tot lid van de Tweede Kamer in de vacaturedr. W. H. Nolens, den heer J. H. Maenen te Heerlen. VOGELBROEDPLAATSEN OP TEXEL IN GEVAAR. GELD GEVRAAGD VOOR „WAALENBURG", De Vereeniging tot Behoud van Natuur monumenten in Nederland, ziet zich genood zaakt een beroep te doen op allen, wien het behoud van het Nederlandsche landschap met zijn rijkdom van planten en dieren ter harte gaat. Het geldt ditmaal Waalenburg op Texel, een terrein van ongemeee beteekenis voor bloemen en voor vogels, een lagen brak waterpolder, zooals die in Nederland hoe langer hoe schaarscher worden. Het is Waalenburg, waar de duizenden die Texel bezochten, genoten hebben van de velden, bont van bloemen, doch niet minder van de ongeëvenaarde vogelbevolking. Texel dankt zijn tegenwoordigen Toem voor een zeer groot deel aan Waalenburg. Deze polder zal worden bemalen, nog in den loop van dit jaar; met de benoodigde werkzaam heden is reeds een aanvang gemaakt. De tot nu toe drassige hooilanden komen dan droog te liggen en de bestaansmogelijkheid voor de planten en de vogels gaat verloren. De Vereeniging heeft nu pogingen aange wend om althans het belangrijkste gedeelte van den polder aan te kocpen, het laagste en het merkwaardigste terrein, zoo gelegen, dat het ook bij bemaling in den tegenwoor digen staat behouden kan blijven. Zij heeft het oog geslagen op de gron den, gelegen tusschen Westerboersweg, Mid delweg en Motweg, een oppervlakte van on geveer 40 HA. beslaande, en dit gebied is aan de Vereeniging in handen gegeven tot 1 October a.s. Zal het mogelijk zijn, dit deel van Waalenburg te behouden, dan moet de vereeniging de beschikking krijgen over een bedrag van meer dan f 30.000. Zulk een som gaat de draagkracht van de vereeniging thans te boven. Zoo groot is het bedrag echter niet, of het kan, zelfs in deze voor velen zoo moeilijke tijden bijeengebracht worden. Men bedenke, dat het over enkele maanden reeds te laat zal zijn, dat dan de kans voorgoed voorbij is, om zulk een uniek en rijk landschap te behouden. Mocht zij de beschikking krijgen over een grooter bedrag, dan kan de vereeniging he>= beschermde gebied nog verder uitbreiden. AGRARISCH FRONT IN DE KAMER? EEN STEM ER VOOR. De voorzitter der Geldersch-Overijsselschë Maatschappij van Landbouw, mr. A. G. A. Ridder van Rappard, heeft in de vergadering dier maatschappij te Apeldoorn een rede uit gesproken, waarin hij, volgens het Hbld. o.a. het volgende zeide: De sterke achteruitgang van de bietenteelt is te wijten aan de schrale regeling, betref fende uitkeeringen ten behoeve van verbou wers van suikerbieten. Alle waarschuwingen hebben niet gebaat en nu staan wij voor het droeve feit, dat het suikerwetje geen uitkomst heeft gebracht en de boeren zich op de teelt van andere ge wassen hebben geworpen, hetgeen óók nog bedenkelijke gevolgen met zich kan na- sleepen! Voor het behoud van deze cultuur is het noodzakelijk, dat zoo spoedig mogelijk worde overgegaan tot verhooging van den Regee- ringssteun en wel zóódanig, dat f 14 minimum per 100 K.G. suikerbieten, afhankelijk van het suikergehalte, wordt gegarandeerd, waar door de zoo sterk ingekrompen teelt weer zal toenemen en groote werkloosheid zal wor den voorkomen. De boerenwenschen worden echter door da regeering niet ingewilligd, de urgentiepro gramma's, haar door de groote organisaties aangeboden, legt zij naast zich neer, alle protestvergaderingen, alle congressen en requesten hebben slechts tot resultaat gehad dat de drie stumperige, reeds genoemde wet jes in het Staatsblad zijn gekomen. Wie het platteland kent weet dat het er broeit en gist. Uit die ontevredenheid komt de wensch naar voren, om een groote agrarische partij te vormen. Spr. gaf in overweging, om in het parlement een sterk agrarisch front te vor men, bestaande uit de landbouwers der ver schillende politieke partijen. Van zoo'n „Groen Front" in de Kamer kon een groote kracht uitgaan en de partijen zouden er terdege rekening mee moeten houden. Vooral in dezen tijd, nu een extra-parl-ementaid kabinet de teugels van het bewind in handen heeft zou een agrarisch blok op zijn plaats zijn. De heer Van Rappard vond het voorts niet onbillijk om voor loonsverlaging te pleiten. Eventueel zou een boycot van Duitsche goe deren moeten worden ingesteld, wanneer de onderhandelingen met Duitschland misluk ten. FEUILLETON. Het Huis op het Eiland Naar het Engelsch van ARCHIBALD MARSHALL. (Nadruk verboden.) 8) Feitham ging hen voor, de breede marme ren trap op, langs een gang waar oude kas ten met antiek porcelein langs den mum stonden, en ontsloot een zware mahoniehou ten deur, die naar den westelijken vleugel van het huis voerde, welke een reeks ineen- loopende vertrekken bevatte, afgescheiden van do rest van het kasteel gelegen en met een afzonderlijk trappenhuis. „Dit zijn de kamers van mevrouw", zei Feitham en hij wees naar twee gesloten deu ren rechts. „Sir Roderick's kamers zijn bo ven. Dit is het oude gedeelte van het huls; het voorgedeelte is nieuw". Ze gingen de trap op en Feitham opende een deur en bracht hen in een groot vertrek waarvan de blinden gesloten waren, op het zuiden gelegen. Hij opende een luik; de ka mer deed denken aan een bibliotheek en maakte den indruk nog pas bewoond te zijn geweest. Het meubilair was uiterst kostbaar en getuigde van een verfijnden smaak; in een van de wensternissen stond een groot schrijfbureau, bedekt met papieren; tegen een van de muren bevond zich eén ebben houten kabinet met ontelbare laden en vak jes. Midden op het vloeiblad van de schrijf- tafelJag een bos sleutels. „Dat is Sir Roderick's slaapkamer", zei Feitham zacht, wijzend naar een deur in den hoek. „Wilt u daar misschien ook binnen gaan?" „Nu niet", was Guy's haastig antwoord. „Dat zijn de sleutels", hernam de oude butler. „Niemand is hier binnen geweest na dat juffrouw Cheetham en ik de deuren af gesloten hebben". Calthorp nam de sleutelbos. „Breng ons nu maar eerst naar Martin's kamer", verzocht hij. Feitham ging hen weer voor. Aan het eind van de gang was een steenen bordes, van waar een wenteltrap naar boven en naar be neden voerde. De muren waren hier gewel dig dik en hadden kleine vensters. „Hier zijn we in het oudste deel van het huis", legde de butler uit. Daarop bracht hij de beide bezoekers door een andere deur naar een met eiken bescho ten gang, waarin zich aan den linkerkant een deur bevond. Toen deze geopend werd tra den ze een donker vertrek binnen, dat inge richt was als slaapkamer. Aan den eenen kant waren de eiken paneelen opzij gescho ven en twee groen geschilderde deuren met koperen handvaten waren zichtbaar. „Je kunt nu wel gaan, Feitham", zei Cal thorp. „Als de sleutel hierbij is zullen Sir Guy en ik den inhoud van de safe onderzoe ken en daarna gaan we de papieren in de kleedkamer doorzoeken. Daar kan je ons straks vinden, als er soms iemand komt". De butler vertrok. „Nu de sleutel van het geheim", riep Cal thorp. Haast dadelijk had hij den goeden sleutel te pakken; hij draaide hem een paar maal in het slot om en trok aan het handvat. Langzaam ging de zware deur open. Het inwendige van de brandkast werd ge vormd door rijen planken met wollen stof bekleed. Ze waren leeg HOOFDSTUK VIL WAT DIRECTEUR PHILIPS VAN DE ZAAK DACHT. De twee vrienden keken elkaar aan. „Dat was te verwachten", merkte Calthorp laconiek op. „Ja, maar dat maakt het geval niet min der beroerd" meende Guy. „Naar hetgeen we door dien brief ontdekt hebben, zou zich in deze brandkast het heele vermogen van Sir Roderick hebben moeten bevinden. Wat moeten we doen?" „Zien het terug te krijgen", klonk het droog. „Martin zal er heusch niet met die steenen vandoor zijn gegaan om er ganze- bord mee te spelen! Ten slotte is het niet zoo erg, Guy. Zoo gauw hij probeert het een of ander stuk te verkoopen, is hij er bij! Ik ga nu eerst naar de kleedkamer om de pa pieren door te zien. Ga jij buiten maar eens rondkijken, als ik wat belangrijks ontdek, laat ik je roepen." Achter het kasteel bevond zich de Hol- landsche tuin en Guy genoot van alle bloe men en planten, die met verfijnden smaak op het grasveld gegroepeerd stonden. Er was een vijver waarop waterlelies dreven en waarvan de oevers begroeid waren met iris sen. Achter den vijver lag een lage rotstuin en een zomerhuis. Guy had een uur rondge dwaald in dit fraaie aangelegde gedeelte van het park, toen Calthorp hem wenkte. „Meneer Philips, de bankdirecteur uit Keswick is er", vertelde de advocaat, toen hij met Guy de treden van het terras op liep. Hij ging hem voor naar een zijkamer, die aan de groote bibliotheek grensde, waar een kleine man met een blozend gezicht op hen zat te wachten. „Droevig geval, heeren", zei hij toen Guy en Calthorp zich hadden voorgesteld. „Vree- selijk!" „Had u het nieuws al in Keswick gehoord, toen u mijn telegram kreeg?" vroeg Cal thorp. Ja, vanmorgen in de vroegte, de menschen in de streek zijn er vol van. Zijn de juweelen veilig, heeren? ging hij op fluisterende toon voort. „Veilig? Ze zijn verdwenen", flapte Cal thorp plompverloren uit. „Had ik het niet gedacht! riep de bank directeur. „Maar laat ik u eerst eens alles vertellen." En Philips haalde een dubbel vel foliopapier uit zijn zak en vouwde het open. „Ik heb alle gegevens hier" „Had Sir Roderick zijn bankzaken bij uw firma?" vroeg Calthorp. „De laatste vierentwintig jaar hadden wij de eer Sir Roderick tot onze clienten te mo gen rekenen. Zijn banksaldo werd destijds van een Londensche bank overgeschreven. Het was een mooie transactie voor ons; ik was juist directeur van de bijbank in Kes wick geworden. Het saldo bedroeg nooit min der dan vijfduizend pond en er zijn enorme bedragen over zijn rekening geloopen. Maar ik heb Sir Roderick overigens in geen tien jaar meer gezien. Martin, zijn vertrouwens man, was de bemiddelaar tusschen hem en onze bank. Tusschen twee haakjes, een wei nig toegankelijk en zwijgzaam mensch, die Martin. De rente van Sir Roderick's effecten werd geregeld bijgeschreven. Deze bedroeg destijds ongeveer veertig duizend pond per jaar, maar dat werd geleidelijk heel wat meer, omdat Sir Roderick niet meer dan de helft gebruikte en de rest in nieuwe beleg gingen stak. „Hoe ter wereld maakte hij twintigduizend pond op, als hij zoo eenvoudig leefde", riep Guy. „Ik geloof dat Sir Roderick veel antiquitei ten kocht", antwoordde Philips. „Dat is zoo" beaamde Calthorp. „Ik heb dat boven in de boeken gezien." „Ja, Sir Roderick was een groot kunstlief hebber", ging Philips voort. „Martin woonde altijd de tantiquiteitenveilingen in Londen bij. Hij verdiende wel den naam van ver trouwensman, want hij kon vrijelijk over Sir Roderick's geld beschikken, wel iets on gewoons voor een bediende, zou ik zeggen. De chéques werden door hem geteekend.. Wij hebben hem héél wat uitbetaald, altijd goud, nooit papier, maar wat hij er mee uit voerde „Alles is in de boeken verantwoord", viel Calthorp de.i bankdirecteur in de rede. „O," zei Philips merkbaar teurgesteld. „Dan moet ik bekennen dat ik Martin ten onrechte verdacht heb. Maar luistert u verder. Veer tien jaar geleden, het was in Februari kreeg ik op een morgen een brief van Mar tin, waarin hij mij verzocht bij Sir Roderick te komen. Ik wilde wel eerlijk bekennen, dat ik een beetje tegen dat bezoek opzag: ik herinner het mij als de dag van gisteren. Ik had mij Sir Roderick heel anders voorge steld, dan hij in werkelijkheid was, als een soort kluizenaar, een nor-sche zwijgzame zonderling. Maar tot mijn verbazing werd ik heel vriendelijk ontvangen door een langen, knappen, grijzen heer, het echte type van een landedelman. Ik voelde mij dadelijk op mijn gemak met hem. Hij was heel zakelijk en vertelde mij dat hij gedurende de eerst volgende vijftien jaar zijn vermogen in kost bare edelsteenen wilde omzetten." „Eigenaardig", meende Calthorp, „en van waar juist die periode van vijftien jaar?" „Ja, dat zou ik niet kunnen zeggen, maar wat ik heel vreemd vind, is, dat nu die ter mijn van vijftien jaar ongeveer voorbij zijn. Sir Roderick gestorfven en zijn saldo sterk geslonken is." „Hoeveel is er nog over?" Informeerde Guy. „Het juiste bedrag is", en hier raadpleeg de de bankier zijn folio papier, „een en veer tigduizend zes honderd, zes en vijftig pond, 9 shillings en twee pence," „Dan kan ik er u bij vertellen", klonk Cal- thorp's stem, „dat Sir Roderick vlak voor hij stierf van plan was vijfendertig duizend pond voor den aankoop van een Indisch kroonju weel te besteden." Philips scheen niet buitengewoon verbaasd over deze mededeeling. „Ja,"' stemde hij toe. „er zijn heel wat kost bare juweelen gekocht en dikwijls voor enor me bedragen. Het laatste bedrag betaalden wij in December uit. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 10