75 millioen te kort op de Rijksbegrooting. géén gele Dames en kinderkleedinq HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 15 SEPTEMBER 1931 Binnenland De benzinebelasting van 3 cent per Liter komt. Officiëele verklaringen van minister De Geer. De minister begrijpt het ongeduld niet Het Nederlandsch Correspondentiebureau Voor Dagbladen heeft zich tot den minister van financiën gewend met de vraag, of om trent de juistheid van de berichten over de begrooting eenige mededeelingen zou kun nen worden gedaan. (De minister antwoordde met zekere verwondering van die berichten te hebben kennis genomen. Het is alsof een schoonmaakster in zijn prul Iemand gesnuffeld heeft. Zij zijn groo- tendeels onjuist of onvolledig, of voor zoover ze juist zijn, verwarrend door de wijze, waar op zij aan elkaar zijn gevoegd. Ook het te kort van f 50 millioen is onjuist, het is groo- ter. Er bestaat geen bezwaar, u het bedrag thans te noemen. Uitsluitend rekening hou dende met de daling van de rijksmiddelen en van de opbrengt van de Gemeentefondsbe lasting ook deze laatste daling komt ten laste van het rijk dus zonder in aanmer king te nemen het normaal accres van de uitgaven, vertoonde de begrooting voor 1932 een tekort van f 75 millioen. JHR. MR, D. J. DE GEER. De maatregelen waardoor dit tekort overbrugd zal worden, konden ten deele reeds in de begrootingscijfers verwerkt wor den en zullen voor de rest worden aange kondigd in de millioenennota. Dientenge volge is er tijdens d-e indiening van de be grooting op papier een tekort van f 49 mil lioen. Maar dit cijfer is slechts toevallig en het resultaat van de omstandigheid, dat sommige maatregelen terstond uitdrukking konden vinden in de cijfers en ten aanzien van andere om technische redenen met een aankondiging moest worden volstaan. Alle maatregelen treden echter in werking op 1 Januari 1932. En onder die, welke reeds in de begrootingscijfers verwerkt zijn, bevin den er zich eenige, die in de bladen ge noemd zijn als bestemd om het „tekort van 50 millioen" te dekken. Is het juist, zoo vroeg de interviewer ver der, dat in het tarief van invoerrechten het percentage van 8 op 12 zal worden ge bracht? Dit is zelfs geen oogenblik overwogen, was het antwoord. Is het niettemin juist, dat een wijziging van het tarief van invoerrechten en een nieuwe benzinebelasting, zooals een der bladen meldde, te zamen f 35 millioen zullen opbrengen? U vergeet, zeide de minister, dat dit de laatste dagen in een ander blad reeds f 50 millioen geworden. Het is te betreuren dat de 15de September al dichtbij is. Anders werd het allicht nog hooger. Zoowel de 50 als de 35 millioen z-n fantasie. De opbrengst van de gezamenlijke nieuwe heffingen blijft daar ver onder. Kan omtrent deze heffingen en omtrent de verdere dekkingsmaatregelen reeds iets worden medegedeeld? Mij dunkt, dit kan nog even wachten; de millioenennota ver schijnt Dinsdag. Het bevreemdt mij overi gens, dat juist dit jaar enkele bladen zoo ongeduldig geweest zijn. De derde Dinsdag in September valt thans op den vroegsten datum, waarop hij vallen kan. Gewoonlijk moet men langer wachten. Waarom dan juist nu die jacht op onvolledig en onrijp nieuws? Onschuldig, zoo ging de minister voort, is dit alles niet. Alvorens van de maatregelen in hun ju is ten vorm en in onderling ver band en behoorlijk toegelicht kennis te ne men, vangt men klanken op, die sommige groepen onaangenaam treffen en op die wijze kan een- vooroordeel ontstaan, dat ook later bij juistere en breede voorlichting blijft nawerken. Heel sterk in dit opzicht, zoo vervolgde Z. Exe., is wat ik de laatste dagen gelezen heb over de benzinebelasting. Deze belasting komt inderdaad. Indien eenige heffing in dezen tijd in dit land' ge motiveerd is, dan is het wel deze. Toen de heer Van Citters hierop in het afgeloopen voorjaar aandrong in de Eerste Kamer, was het wetsontwerp dan ook reeds in voorberei ding. Wie op dit oogenblik met een auto naar Dult9chlanid rijdt, neemt bij de laatste pomp vóór de grens volop benzine in. die hij voor 8 cent of minder! per liter krijgt, ter wijl hij in Duitschland 24 cent moet betalen. In Zwitserland' betaalt hij 20 cent. In Oos tenrijk, België en Frankrijk 17 a 20 cent. Een jaar geleden betaalde hij ook in Ne derland nog 18 cent. Indien nu tengevolge van de malaise een buitengewone middelen- versterking noodig is em de fiscus zegt: van deze groote malaise winst zullen wij, zoolang zij duurt, althans 3 cent per liter aan de algemeene middelen ten goede doen komen de heffing zal gedurende drie jaren gel den en zal bij een eventueel vroeger prijsher stel kunnen worden ingetrokken dan zou men ten hoogste kunnen meenen, dat door sommigen zou worden opgemerkt: „gij komt daarmee wel wat laat". Maar het tegendeel geschiedt. Reeds vóór de indiening ver schijnt een noodkreet onder het opschrift: „Gaat men de kip met de gouden eieren slachten?" de kip, die den vorigen zomer, toen de liter op 18 cent stond', vroolijk het leven behield. In dien noodkreet worden particuliere en publieke organen opgeroepen om een groo te reeks van belangen te redden, die bij het autoverkeer betrokken zijn, alsof die belan gen bedreigd zouden geweest zijn, indien sedert den vorigen zomer de prijs 3 cent minder gedaald ware dan tot de 6 a 8 cent, waarop hij zich nu bevindt. Het is beschamend.', aldus besloot de mi nister, dat zelfs tegen dezen maatregel waar schijnlijk den minst aanvechtbaren van alle, thans reeds op deze wijze geageerd wordt. Er zijn landen, waar dit anders gaat. De mi nister hield zich overtuigd, dat deze actie bij weinigen bijval zal vinden en waar schijnlijk ook door hen, die haar voorbarig voerden, spoedig zal worden betreurd. DE OPVOLGSTER VAN DEN HEER A. H. GERHARD. MEJ. ALIDA DE JONG IN DE TWEEDE KAMER. De voorzitter van het Centraal Stembureau heeft in de vacature, ontstaan door het be danken van den heer A. H. Gerhard (s.d.) als lid van de Tweede Kamer, benoemd ver klaard tot lid dier Kamer, mej. A. de Jong, te Amsterdam. AUTO-BANDIETEN. Op den Arnhemschen weg werd een mo torrijder uit Nijmegen door een hem achter op rijdenden auto, die een anderen wagen in snelle vaart in een bocht van den weg wilde passeeren, aangereden met het gevolg, dat de motorrijder over zijn stuur vloog en bewus teloos aan den kant van den weg bleef liggen, lezen wij in de Msb. De auto, die de aanrijding veroorzaakte, reed door. Het motorrijwiel werd beschadigd. Het slachtoffer kon, na verbonden te zijn, zijn weg vervolgen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel TIEN JAAR ONDERWIJSFONDS VOOR DE SCHEEPVAART. Zaterdag is het 10-jarig bestaan van het Onderwijsfonds voor de Scheepvaart feestelijk gevierd. Tevens is het instructievaartuig „Prinses Juliana" in dienst gesteld. .Heerlijk, <#a? overvtoe^ïg. dörreig schuimëniyan.'Dobbe!mannsJ3oïco- CQrSO^CocQsrozenzeep) f Geer» ander? (zeep, die Zoó 3erfc j. schurmtl.'Daarbifzookrachtigreinjgt, I j zoolfriscbienigeurig^is I Cö-^ö'fróPslSVdèïdbnzrgtscbuTrn^nde jZeep wacht CJilKoopt.eenstn.stuk bij Uyviwinkeliert AA/AMA/A/V DE K N.A.C TEGEN DE BENZINEBELASTING. ZIJ KOST DEN GEMIDDELDEN AUTOMOBILIST ƒ120.— PER JAAR. Het bestuur van de Koninklijke Nederland- sche automobielclub zendt ons een uitvoerig betoog, waarin geprotesteerd wordt tegen het steeds hooger belasten van automobilisten, in het bijzonder tegen de komende benzine- belasting. Het noemt deze' moreel niet ver antwoord, als zijnde een nieuwe belasting op het vervoer en rechtstreeks indruischende tegen het maatschappelijk welzijn van ons volk. Het spreekt zelfs van „het slachten van de kip, welke de gouden eieren legde". Het berekent, wat een eigenaar van een automobiel uit de gemiddelde prijsklasse aan den fiscus heeft te betalen en neemt daar toe als voorbeeld een auto van f 4000: en een gewicht van 1500 K.G., van een automobilist te Amsterdam. Daarvoor moet betaald worden:' aan invoerrechten 12 pet. f 430. aan personeele belasting f 336. aan wegenbelasting f 90. Totaal f 856. Stelt men het gemiddelde verbruik van een auto aan benzine op 1 liter op de 5 KM. en neemt men aan, dat een automobilist per jaar gemiddeld 20.000 K.M. aflegt, dan komt dat neer op een verbruik van 4000 Liter. Bij een benzinebelasting van 1 cent per liter beteekent zulks dus een belasting van f 40 per jaar. Bij de voorgestelde belasting is dit dus f 120 per jaar, hetgeen een totaal aan den fiscus maakt van f 976. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel Eerst kijken AMSTERDAM Nieuwendijk 225-229 UTRECHT Oude Gracht 151 DE BAANWACHTERES UIT GRUBBENVORST VOOR HET HOF. Twee niet accurate menschen als baanwachters BIJ WIE DE SCHULD VAN HET ONGELUK? Het gerechtshof te 's Hertogenbosch heeft Maandag in hooger beroep de zaak behan deld tegen de baanwachteres te Blerick, die terzake van het spoorwegongeluk te Grub- benvorst waarbij vijf personen het leven hebben verloren en eenige zwaar gewond werden door de rechtbank te Roermond was veroordeeld tot een maand hechtenis. Verd. zoowel als het O.M. hadden geappeleerd. Verd. verklaarde, dat zij meende geen schuld te hebben. Zij had het kloksein niet gehoord, alhoewel zij bij den wachtpost in afwachting zat. Verd. werd duizelig, zoodat zij van de ramp niets heeft waargenomen. Zij heeft ook geen telefoon aan den wacht post en weet daarom ook geen raad als er mist of ander gevaar dreigt. H. van Berkel, ingenieur van weg en werken, uit Nijmegen, beschreef volgens het verslag in de N.R.C., de taak van de baan wachteressen. Indien de chauffeur Wiefering, bestuurder van den autobus had opgelet, dan zou hij volgens getuige, van dichtbij den trein hebben zien aankomen. Verd. is al meer nalatig geweest, doch er wordt met dergelijke beambten nogal consi deratie gebruikt, omdat er anders geen be ambten zouden te vinden zijn om dergelijk werk te doen. Bij klachten verontschuldigde zij zich steeds, dat de seinklok niet in orde of iets anders niet in den haak was. De vrouw en haar man waren beiden niet accu raat. Op den dag van het ongeluk man keerde er aan de klok niets. De verdediger las een briefje van den dokter, waarin over plaatsing van de vrouw in een lichteren dienst werd gevraagd op grond, dat zij op het punt stond moeder te worden van haar vijftiende kind. De chauffeur J. A. Wiefering verklaarde, dat er in zijn autobus 22 personen zaten, wat den president deed opmerken, dat ook ge tuige schuld had, omdat hij maar 19 per sonen mocht vervoeren en er twee naast hem zaten. Getuige ontkende alle schuld. De per sonen naast hem hinderden hem niet. Las tig was echter, dat de ruiten van den bus beslagen waren. De caféhoudster, Engels Janssen, te Grub- benvorst woont 100 meter van den wacht post en heeft alles goed gezien. Getuige Engels Janssen zegt, dat verdachte uit haar huisje kwam en haar kinderen op merkten: zij komt te laat. De wegopzichter A. Klein, te Grubbenvorst verklaarde, dat het seinhuisje en de klok in orde waren. De vrouw had z.i. den dienst vaak slecht verricht en straf gekregen. Zij klaagde den laatsten tijd over de gevolgen van haar leeftijd. Get. had daarover niet ge rapporteerd, daar de vrouw daarvoor naar den dokter moest gaan. De wegwerker J. Linaers te Grubbenvorst heeft op tijd het sein gehoord. Toen het ongeluk gebeurde, kwam getuige aanloopen. De vrouw stond buiten en was erg van streek. Haar man had hem gezegd, dat de vrouw naar buiten liep toen de trein kwam. Onmiddellijk daarna gebeurde het ongeluk. Nimmer heeft getuige gehoord, dat de vrouw tijdens het gebeurde al buiten stond Get. A. Jansen, arts te Venlo, had wel eens klachten gehad over ongesteldheid van de vrouw, doclrzij was geschikt voor den dienst. Dr. Meuleman, uit Heerlen, getuige a dé charge, die de vrouw had onderzocht, had stoornissen geconstateerd bij de vrouw, die door de geboorten van zooveel kinderen niet de kracht had zoo'n zwaar werk te doen als van haar gevergd werd. Getuige acht het onverantwoordelijk de vrouw met dat werk te belasten. Verd. zeide, dat de dokter haar wel eens gezegd heeft, dat zij met de beenen op een kussen moest gaan zitten en de kinderen dan de boomen wel konden sluiten. Het getuigenverhoor was daarna afgeloo pen. De zitting is vervolgens geschorst. VOOR HET BEHOUD VAN WAALENBURG. Wij vernemen, dat de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Neder land te Amsterdam, die een actie voert voor 'het behoud van de vogelbroedplaats in Waa lenburg op Texel, waarvoor een bedrag van ongeveer f 30.000 noodig is, tot dusverre toe zegging heeft gekregen voor giften ten be drage van ongeveer f 10.000. De vereeniging hoopt dat haar vele vrienden, in het bijzon der zij, die Texel en Waalenburg kennen, het ontbrekende bedrag vóór 1 October a.s. zullen toezeggen. Uostrekening der Vereeni ging is: 32391. NIEUWE POSTZEGELS ALS WINSTOBJECT. OMKEEREN VAN DE VERZAMEL- LIEFHEBBERIJ. Het 'bestuur van de Nedexlandsche Vereeni ging van Postzegelhandelaren verzoekt ons te melden: Zooals bekend mag worden verondersteld, heeft de „Do X" ook onze kolonie Suriname aangedaan, om vervolgens van Paramaribo naar de Vereenigde Staten te vliegen. Buiten voorkennis van den Gouverneur van deze kolonie die dien tijd afwezig was, hebben enkele belanghebbenden gedaan weten te krijgen, dat een speciale luchtpost-serie werd uitgegeven. Het 'betreffen hier de Surinaamsche vlieg» zegels, welke voorzien werden van den over druk Vlucht D.O. X 1931, eveneens een serie van 7 waarden, met een nominale waarde van f 3.95 af. De oplaag bedraagt 5000 stellen, terwijl slechts een klein gedeelte werd gebruikt voor frankeering. Teneinde te pogen paal en perk te stellen aan de uitgifte van deze onnoodige nieuwtje^ welke steeds een aanslag beteekenen op de beurzen van de verzamelaars (n.b. de heereu die de zegels in handen Olsten te krijgen of te houden, bieden ze thans den handel aaia voor f 25 per serie) heeft de Nederlandscfcp Vereeniging van Postzegelhandelaren besloten, deze uitgifte zijnde halfofficieel en nietreëel te boycotten. Verzamelaars zullen goed doen hun geid in den zak te houden, daar de prijs in geen verhouding staat tot het belang van deai» serie. DE FILMLAGA AMSTERDAM ONTBONDEN. Naar wij vernemen is Zaterdag in een te Amsterdam gehouden vergadering de af» deeling Amsterdam der Nederlandsche Film liga ontbonden, daar na eenige discussie de statutair vereischte meerderheid van drie kwart der aanwezige leden zich voor dit, eenparig door het bestuur der af- deeling gedane voorstel, verklaarde. Mededeeling werd voorts gedaan van het financieel overzicht, dat sloot met baten noch schulden en voorts dat het Theater „De Uitkijk" hoe sympathiek de afdeeling daar ook tegenover staat, niet kan worden beschouwd als te zijn de voortzetting der Filmliga Amsterdam. ONTVLUCHTE PSYCHOPAATH 'MET EEN] AUTO ER OP UIT. De politie te Leeuwarden zoekt een ont vluchten psychopaath uit het gesticht tè Leiden die in 'de Friesche hoofdstad een auto gehuurd heeft en er niet meer teruggekeerd AUTOMATISCHE VERKOOP NA WINKEL SLUITING. De waarnemend kantonrechter mr. N. J. C. Kappeyne van de Copello te Amsterdam heeft den sigarenhandelaar, die sigaretten verkocht had door middel van een automaat, na slui tingstijd. veroordeeld tot 50 cent boete of.l dag hechtenis, op grond van overtreding van de vei'odening op de winkelsluiting te Amsterdam. De sigarenhandelaar zal waarschijnlijk in hooger beroep gaan. BEZUINIGINGEN BI.T AMSTERDAM'S TRAMNET. Verschenen is thans het rapport van de be zuinigingsinspecteur H. C. King te Amster dam over de openbare middelen van vervoer. De conclusies van het trapport, (dat gedeel telijk in Germanismen gesteld is), hebben wij reeds eerder vermeld. De bezuinigingsinspecteur meent, dat er te veel tramlijnen zijn en dat de dienst minder frequent doch met grootere eenheden dient uitgevoerd te worden. Het vervoer dient met alle middelen versneld te worden o.a. door vergrooting van de afstanden tusschen de haltes. Bij verlenging van lijnen of het instellen van nieuwe lijnen zal het aanbeveling ver- dieen de exploitatie aanvankelijk met auto bussen te doen geschieden. Bijzondere snelverbindingen zijn niet doel matig. VAN VLISSINGEN EN CO'S KATOENF ABRIEKEN Het jaarverslag van Van Vlissingen en Co's Katoenfabrieken te Helmand vermeldt een verlies van f 472.588 (v. j. winst f 280.606). Voorgesteld wordt op de cum. pref. aand. 6 pCt. (onv.) dividend uit te keeren. Voor de gewone aandeelen is het dividend nihil (v. j. 7 pCt.). FEUILLETON. Het Huis op het Eiland Naar het Engelsch van ARCHIBALD MARSHALL. (Nadruk verboden.) 13)' „Het lijkt me daar in één woord schitte rend", zei ze. toen hij klaar was „En dan te denken dat Sir Roderick daar al die jaren als een kluizenaar heeft geleefd en niemand er van heeft laten mee genieten, omdat hij zich den dood van zijn vrouw zoo heeft aan getrokken. De meisjes bij Madame Guérin zeiden dat ze het 't aandoenlijkste vonden dat ze ooit hadden gehoord, maar ik geloof niet dat ik het daar heelemaal mee eens ben.Het was toch eigenlijk beter en mooier ge wecst. als hij een of ander goed werk had verricht. Daarmee had hij haar nagedach tenis nog meer geëerd, vind ik". „Hij heeft ook heusch niet stilgezeten en alleen maar getreurd", bracht Guy in het midden. „Hij heeft zich die lange jaren be zig gehouden met het schrijven van een groot boek.Er liggen stapels en stapels vellen papier, die hij volgeschreven heeft. Ik weet niet of iiet zijn bedoeling was dat zijn werk ooit uitgegeven zou worden; ik zal over de waarde ervan het oordeel vragen van iemand die van zulke dingen meer verstand heeft dan ikGeorge bijvoorbeeld, dat is een écht' studie-mensch George begon te lachen en maakte een af werend handgebaar. „Hij is altijd veel te bescheiden" merkte Peggy op met een vriendelijk lachje naar tiaar ouden kameraad. En toen zich weer tot Guy richtend, vroeg ze opeens: „Was u niet razend toen u merkte dat al de juweelen verdwenen waren?" „Och", antwoordde Guy schouderopha lend, „ik raak er langzamerhand overheen. Maar het is wel een hatelijk idee, eerst te denken, dat je heel rijk bent, om dan plot seling tot de conclusie te komen, dat het maar een luchtspiegeling was. Ik doe mijn best de zaak filosofisch op te nemen ten slotte ben ik er toch belangrijk beter aan tóe, dan vóór Sir Roderick stierf. Ik laat een aardig landhuisje neerzetten in Sur rey." „Ergens in de buurt van Leith Hill, niet waar?" vroeg Peggy. „Dat meen ik tenminste gehoord te hebben. Ik ben er eens met George geweest; het is er erg mooi." „Ja, dat hebt u goed gehoord; het is in de buurt van Leith Hill. Ik heb daar een al leraardigst terrein ontdekt, aan den rand van een stuk bosch met een prachtig uit zicht naar alle kanten." En daarop gaf hij een gedetailleerde be schrijving van de ruime jonggezellenwoning, die hij 'zelf ontworpen had; met beneden een groote hall een behagelijke studeerkamer en een bescheiden plek om te eten en boven zes slaapkamers, dat het hem niet aan ruim te zou ontbreken om zijn vrienden te gast te hebben. Een vroolijke tuin vol bloemen moest het geheel completeeren. De conversatie was zóó onderhoudend, Peggy en Guy konden zóó goed met elkaar opschieten, dat ze weer thuis waren eer het tot ze doordrong, dat ze een heelen afstand hadden afgelegd. Toen ze het villa'tje van mevrouw Greenfield bereikte, hield Guy het hek open om Peggy te laten passeeren. Maar nauwelijks had hot meisje een paar passen op het tuinpad gedaan, of ze draaide zich met een ruk om. „O, George, daar is vader!" riep ze ver schrikt en legde haar hand op zijn arm. Door het open venster van de voorkamer, konden ze mevrouw Greenfield zien zitten, in gesprek met een heer, die met een norseh gezicht naar hen keek. „Ga jij eerst naar binnen, George", fluis terde het meisje. „Ik geloof dat ik nu maar heen ga", zei Guy discreet. „Ik moet vanmiddag uit eten en het is niet zoo vroeg meer". George maakte geen valsche complimen ten om zijn vriend te weerhouden, hij zag heel goed in, dat de tegenwoordigheid van een vreemde thans niet bepaald wensche- lijk was. „Tot ziens dan Guy. Ik vond het verbazend gezellig dat je er geweest bent", zei hij hartelijk en met een stevigen handdruk nam hij afscheid van Bertram. „Tot ziens hoor", antwoordde deze. „Ik ben blij dat je moeder zooveel beter was; vergeet vooral niet haar mijn groeten te doen". En daarop nam hij Peggy's hand. „Dag juffrouw Richards; ik hoop dat het nu niet wéér zoo lang duurt dat we elkaar ontmoeten!" Hij hield de kleine hand iets langer vast dan absoluut noodzakelijk was en het meisje kreeg een gewaarwording dat die handdruk haar op een of andere mystérieuze manier kracht gaf tegen den stórm, die in aantocht was. Het hek viel achter Guy dicht en Peggy en George gingen het huis binnen. Richards keek heel zwart toen ze de kamer inkwamen, maar die donkere blik scheen meer voor George bedoeld dan voor zijn dochter. Hij gal' Peggy een vluchtige kus en voor George scheen er, ondanks alles, toch nog een hand op over te schieten. Voorloopig gatf hij geen uiting aan zijn kennelijke ont stemming. „Je moest ons eerst maar even alleen laten, Peggy", zei hij, „Jou spreek ik straks wel". Toen het meisje de kamer verlaten had, wendde de bezoeker zich tot George. „Wat doet dat jongemensch hier?" vroeg hij plompverloren. George gaf den spreker een vijandigen blik. „Welk recht hebt u om dat te vragen?" klonk het scherp. Een oogenblik scheen Richards uit het veld geslagen. Toen maakte hij een gebaar, als iemand die een hindernis terzijde schuift. „Je herinnert je, wat ik je zes jaar geleden gezegd heb", hernam hij. „Dat je in connec tie zou komen met een stel leegloopers. Die jongeman heeft nog nooit in zijn leven iets behoorlijks uitgevoerd, dat weet iedereen. Waarom geef je je met zoo iemand af?" „Ik vraag u nogmaals", herhaalde George gepxdkkeld, „met welk recht u deze vraag stelt? Waaraan ontleent u de vrijheid mij en mijn vrienden te critiseeren. Wat gaat het u aan met wien ik vriendschap wensen te sluiten?' „Ik ben een oud vriend van je moeder en ik mag in alle bescheidenheid zeggen, een goed vriend. En ik heb mijn dochter aan haar zorgen toevertrouwd. „Maar dat geeft u toch geen recht ons voor te schrijven, wie wij hier in huis mogen ontvangen en wie niet!" „Ik heb het recht mijn dochter hier weg te halen, als ik bedenkingen tegen de menschen heb, die hier aan huis komen." „Moeten we dat als een dreigement opvat ten?" informeerde George. „Je kunt het opvatten zooals je wilt", ver klaarde Richards bruusk. „Ik ben niet van plan te dulden dat die man hier aan huis komt, zoo lang mijn dochter bij jelui is. Je moet maar kiezen tusschen hem en haar!" „Lieve George", mengde Mevroxxw Green- field. die met zichbaren angst naar de woor denwisseling had geluisterd, zich op schuch tere» toon in het gesprek, „ik hem Meneer Richards uitgelegd, hoe het kwam, dat Sic Guy hier was. Ik heb hem gezegd dat je had toegestemd hem niet te vx-agen, en dat je nog getracht had zijn komst vandaag te ver hinderen". „Als u dat wat weet, meneer" keerde George zich woedend tot Richards, „waarom slaat u dan een dergelijke» toon tegen mij aan? Wilt u me er misschien toe drijven, dat ik weiger met u verder één woord over deze zaak te spreken, ofschoon ik mijn moeder de gevraagde belofte heb gegeven, omdat ik haar geen verdriet wilde doen". „Ik verlang zekerheid dat die man niet weer komt", hield Richards koppig en barsch vol. „Dan gebruikt u een redicaal verkeerde manier om uw doel te bereiken!" verklaarde George heftig. „Ik ben geen kleine jongen, dat ik me laat commandeeren en dan nog wel door iemand wiens recht daartoe ik in geen enkel opzicht erken". Wéér kwam mevrouw Greenfield tusschen- beide. Meneer Richards zegt dat hij Peggy bij ons wil laten, als je belooft dat Sir Guy Bertram hier niet meer te zullen ontvangen". „Wanneerf Meneer Richards een dergelijke belofte verlangt, dan moet hij beseffen dat hij iets heel ernstigs van mij eischt en het mij op den man-af. maar niet probeeren mij bevelen te geven!" „Kijk eens hier, George", zei Richards bruusk, maar niet onvriendelijk, „je schijnt met alle geweld op voet van oorlog met mij te willen leven". „Volstrekt niet", was het antwoord, „ter- wille van Peggy en terwille van mijn moeder, wil ik, wanneer dat mogelijk is vriendschap pelijk met u omgaan. Maar dat niet mo gelijk, wanneer u een toon tegen mij aan slaat, zooals daarnet". (Wordt vervolgd.)'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 6