DE PSJ&3 «GETS-IT HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 17 SEPTEMBER 1931 STADSNIEUWS 'JUBILEUM J. A. KRIJNDERS Op a.s. Zaterdag 19 September hoopt één onzer oude getrouwen zijn zilveren jubileum te vieren, namelijk de heer J. A. Krijnders, chef van de afdeeling machinezetterij op onze (Drukkerij. Niet alleen voor onze Vennootschap, maar ook voor het openbare leven heeft de aan staande jubilaris zich verdienstelijk gemaakt. Krijnders werd op 31 December 1872 te Utrecht geboren. Slechts tot aan zijn elfde jaar genoot hij daar onderwijs. Op dien leef tijd werd hij letterzetter aan het Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad. Hier bleef hij tot aan zijn 22ste jaar. Vóór hij daar ech ter vertrok, was hij in de gelegenheid om de Linotype-zetmachine te leeren. Als machine zetter trad hij toen in dienst van de Maat schappij „Vivat", een drukkerij van periodie ken te Amsterdam. Hier bleef hij echter slechts negen maanden, Door bemiddeling van wijlen den heer Binger, vertegenwoordi ger der Engelsche maatschappij van zetma chines, werd hij door wijlen onzen oudsten Directeur, den heer J. C. Peereboom in Juni 1899 als machinezetter aan Haarlem's Da; blad aangesteld. De heer Peereboom was de eerste in Haarlem, die ook een Linotype in bedrijf nam en de bediening en verzorging daarvan werd aan Krijnders toevertrouwd. Onze Drukkerij was toen nog in een perceel aan de Kleine Houtstraat gevestigd. Toen in 1901 de Drukkerij naar het groote gebouw aan het Zuider Buitenspaarne verplaatst werd werden er nog drie zetmachines bij in wer king gesteld. Krijnders werd bij die gelegen heid benoemd tot voorman. Op 12 September 1903, dus na vijf jaren, verliet hij onze vennootschap, om een betrek king als machinezetter aan het toenmalig bestaande Volksdagblad in Amsterdam te aanvaarden. Maar drie jaar later, op 19 Sep tember 1906, keerde hij weer in dezelfde func tie naar Haarlem's Dagblad terug, waar hij dus nu vijf-en-twintig jaar achtereen tot genoegen van Directie en van zichzelf werk zaam is. Hij is nu belast met de verzorging van negen zetmachines, een werk dat hij lief heeft en dat hem in alle opzichten is toever trouwd. Tot zoover zijn werk aan onze vennoot schap. Op het gebied van het vereenigingsleven trad Krijnders op den voorgrond. In 1900 werd hij lid van den Al-g. Ned. Typografen bond. Nadat hij eerst tot vice-voorzitter der afdeeling Haarlem benoemd was, volgde hij later den heer M. H. Groenendaal als voorzit ter op. Hij was ook een uitstekend leider van vergaderingen en deed zich als .zoodanig goed gelden. Tien jaar lang is hij bestuurslid van deze organisatie geweest. In de oorlogsjaren was hij voorzitter van den Haarleinschen Bestuurdersbond. Als zoo danig had hij ook een groote verantwoorde lijkheid, want hij was ook lid van het Steun comité onder voorzitterschap van Mr. J. H. Thiel. Krijnders maakte ook deel uit van ver schillende commissies voor distributie van levensmiddelen, brandstoffen enz. Hij is be stuurslid geweest van het Haarlemsch Zieken fonds onder de voorzitters Dr. W. E. Merens en P. Ozinga. Verder was hij secretaris penningmeester der afdeeling Haarlem van cle Districtscommissie voor de typografie. We zullen het hierbij maar laten, want van nog veel meer vereenigingen is of was hij be stuurslid. Eenige jaren geleden werd Krijnders ook gekozen tot lid van den Haarlemschen ge meenteraad, waar hij voor de S. D. A. P. zit ting zou nemen. Maar bijna onmiddellijk daarop moest hij daarvoor wegens verhuizing naar Schoten bedanken. Doch ook hier vaar digde de S. D. A. P. hem naar den raad af. Tot aan de annexatie is hij lid van den Scho- tenschen raad geweest. Ongetwijfeld zal hij a.s. Zaterdag ervaren, dat hij en zijn werk gewaardeerd worden. Bij onze Directie staat hij om zijn nauwgezette plichtsbetrachting en zijn bekwaamheid goed aangeschreven en bij zijn collega's geniet hij wegens zijn aangenamen omgang groote populariteit. NED. HERV. GEMEENTE. INTREEREDE DS. W. J. VAN ELDEN. Woensdagavond heeft ds. W. J. van Elden, die Zondag als predikant bij de Ned. Herv. Gemeente te Haarlem bevestigd is, in de Groote Kerk zijn intree-predikatie gehou den. Zeer veel geloovigen hebben dezen dienst bijgewoond. Toen de predikant de kansel betrad, zong de gemeente van Psalm 27 de verzen 3 en 7. Hierop volgde het uitspreken van het votum en het gemeenschappelijk afleggen van de geloofsbelijdenis. Nadat de gemeente het laatste gedeelte van gezang 52 vers 13 gezongen had, las de voorganger uit den brief van Paulus aan de Fhilippiërs 2, ver zen 111. Ds. Van Elden hield vervolgens zijn inlei ding. Hij zeide met zeer gemengde gevoelens thans te midden van de gemeente staan. Spreker moet met een weemoedig hart te rugdenken, aan de gemeente, waarvan hij pas afscheid heeft genomen, ofschoon hij weet, dat het niet gewenscht is op een nieu we standplaats te spreken van de liefde en aanhankelijkheid van een vorige gemeente. Spreker heeft een offer gebracht door de dorpsgemeente te Aalsmeer voor een stads gemeente te verwisselen. Ik hoop, aldus ds. Van Elden, dat het offer niet vergeefsch zal zijn. Zoo aanvaard ik met groote opge wektheid mijn taak in uw midden. Daarna zong de gemeente eenige verzen van Psalm 116. gevolgd door een predicatie van ds. Van Elden uit het hoofdstuk van den Goeden Herder. (Johannes 10, verzen 11 tot 16). Spreker zeide zidh het liefst dienaar van God's woord te willen noemen, omdat het doel is dienstwerk te verrichten in het mid den der gemeente als herder. Het is noodig, dat er herders zijn, omdat velen anders ten onder gaan, evenals de schapen, die door de wolven verscheurd worden. Spreker is door God aangewezen om herder te zijn en wil dat doen door de leer te verkondigen van Jezus Christus. Daarnaast is het noodig dat de gemeente medeleeft. Na het gemeenschappelijk zingen van ge zang 200, verzen 1 en 6, dankte ds. Van El den ds. Waardenburg voor de wijze, waarop deze hem bevestigd heeft en ook voor zijn werk in wijk 2. Eveneens richtte spreker woorden van dank tot de Haarlemsche- en ringpredikanten, tot de leden van den ker- keraad, het kiescollege, kerkvoogden, nota belen, collectanten en jeugdvereenigingen, in het bijzonder de vereeniging van Jong Hervormden. Ook dankte spreker de vrien den uit Aalsmeer voor hun overkomst. Hierna werd gemeenschappelijk gezang 50 vers 4 gezongen. De plechtigheid werd beëindigd met het uitspreken van het votum en het zingen van Psalm 134 vers 3 „Dat 's Heeren zegen op u daal!" BINNENLAND DE BESPREKINGEN BEELAERTS—HYMANS. NEDERLANDSCHE DELEGATIE LAAT ZICH NIET UIT. De Nederlandsche delegatie te Genève heeft aan de Nederlandsche pers meegedeeld dat minister Beelarts van Blokland en mi nister Hijmanh, overeenkomstig de gewoonte ook ditmaal hun gemeenschappelijke aan wezigheid te Genéve gebruikt hebben voor 't houden van gedachtenwisseling over on derhandelingen over een verdrag tussclhen Nederland- en België. Er bestaat voor de Nederlandsche delegatie op dit oogenblik geen aanleiding verdere mededeelingen te doen. DIERENPLAGERIJ ZWAAR GESTRAFT. Op de Maastrichtsche kermis werd de 12- jarige Van Dijk, die in het hippodrome de paarden aan het plagen was, door den eigenaar met een zweep in het oog gesla gen. De jongen werd onder geneeskundige behandeling gesteld. Hij zal vermoedelijk een oog moeten missen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel OPHEFFING LOCOMOTIEFDEPÓT SCHAGEN. Binnenkort zal het locomotiefdepöt te Schagen, van de Nederlandsche Spoorwegen worden opgeheven en samengevoegd! worden met het depot Alkmaar. verdwijnt in 3 seconden Snijdt niet gevolg zijn. Verwijdert z wetenschappelijke manie.. druppel van deze vloeistof ver drijft do pijn in 3 seconden. Dé likdoorn verschrompelt, laat los, zoodat U hem gemakkelijk kunt wegnemen. Doktoren bevelen het aan als een veilig middel. Past op voor namaak. Koopt de echte „Gets-it". Overal verkrijgbaar. EEN KANAAL WILLEMSTAD- ANT WERPEN? Het zou aan België worden aangeboden. OPNIEUW EEN ONJUIST BERICHT? Over de Nederlandsch-Belgische onder handelingen bericht het Dagblad van Noord- Brabant thans, dat de Ned. regeering voor nemens is om aan te bieden, of althans in te gaan op Belgische wenschen omtrent een vaarweg, die de volgende eigenaardigheden bezit. In het Zuiden mondt het kanaal niet te Bath uit op de open Schelde, maar de vaar weg voor de binnenscheepvaart wordt geheel van de Schelde afgescheiden, zoodat een de grens kruisend kanaal ontstaat, met zijn Zuidelijk gedeelte geheel vallende buiten het gebied der Tusschen wateren, dat immers slechts tot Bath zich uitstrekt. Hoe het kanaal op Belgisch grondgebied doorloopt is uiteraard iets, waar België alleen over be slissen kan, en aangenomen moet dus worden dat het in de dokken van Antwerpen zal uitkomen. Ter hoogte van de Eendracht en verder Noordelijk zal het kanaal loopen over den vasten wal van Noord-Brabant. De noordelijke monding van het kanaal komt niet bij Dintelsas, doch bij Willemstad in het Hollandsch Diep. De laatste concessie zal wellicht in dezen vorm worden gedaan, dat aan België doortrekking van het kanaal naar Willemstad wordt verzekerd, indien België dat wenscht en daarvan de kosten betaalt. Een project met bovengenoemde kenmer ken is bereids uitgewerkt. Het ontwerp richt zich geheel naar Antwerpsche be langen, en houdt niet of hoegenaamd niet, rekening met de Nederlandsche belangen van Westelijk Noord-Brabant en van de verbin ding met Zeeland. Omtrent het tracé bij de Westerschelde en bij de Eendracht als boven aangegeven heeft men van Nederlandsche zijde zich reeds vast gelegd bij de officieuze besprekingen tus schen Nederlandsche en Belgische persoon lijkheden, omtrent het doortrekken van het kanaal naar Willemstad daarentegen nog niet. De correspondent van het Hbld. te Genève heeft hierover vernomen, dat de publicatie, waarvan de volledige inhoud daar natuurlijk nog niet bekend is, als.zij op juiste gegevens berust, daarvan een verkeerde interpretatie geeft. Mogelijk is, dat belanghebbenden te Rotterdam onder de oogen hebben gehad een zeer vertrouwelijk verstrekte schetskaart, die alle van Nederl. en Belgische zijde in discus sie gebrachte denkbeelden omvatte. Bedoelde schetskaart droeg dus geenszins het karakter INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel ^hsgéén geld F Dames en kinderkleedinq Eerst kijken AMSTERDAM UTRECHT Nieuwendijk 225-229 Oude Gracht 15 van een Nederlandsch voorstel. Het ware zeer te betreuren voor den goeden loop der Nederlandsch-Belgische onderhandelingen, indien door dergelijke onverantwoordelijke publicaties in België den indruk zou worden gewekt alsof deze schetskaart, die nooit in de onderhandelingen is overgelegd, een ander karakter zou dragen dan het hierboven aangegevene. EEN GEVAL VAN GIJZELING. Het Volk vermeldt een geval van gijzeling ondergaan door een winkelier uit Zaandam, die door langdurige ziekte niet in staat was zijn crediteuren te voldoen. Een Rotterdam- sche firma, die nog f 100 van een vordering van f 160 te vorderen had, deed den winke lier daarvoor gijzelen in het Huis van Be waring te Haarlem. Na vijf dagen werd het faillissement uit gesproken, waardoor de winkelier in vrij heid kwam. DE GOUDDEKKING DER NED. BANK. De goud-dekking van de Nederlandsche Bank is blijkens de weekstaat in de afge- loopen berichtsweek van 68.72 tot 70.33 pet. gestegen, hetgeen eenerzij ds een gevolg is van de stijging van de goudreserve van f 657 tot f 664.5 millioen en anderzijds van een inkrimping der biljetten circulatie met f 13 tot f 944.2 millioen. Behalve goud blijkt de Bank ook deviezen te hebben ingetrokken want de diverse reke ningen in het actief, waaronder de saldi bij buitenlandsche correspondenten verantwoord worden, geven een vermeerdering te zien van f 61.42 itot 69.55 millioen. De wederom zwakke houding van het pond sterling is als oorzaak hiervan te beschouwen. INTERPELLATIE OVER DE NEDERLANDSCH-BELGISCHE ONDERHANDELINGEN. In de vergadering der Eerste Kamer heeft de heer De Savornin Lohman verlof gevraagd den minister van Buitenlandsche Zaken te mogen interpellëeren over den stand der Nederlandsch-Belgische onderhandelingen. Dit verlof is verleend. De interpella.tie zal worden gehouden op een nader te bepalen dag. DE INDISCHE PERS OVER DE TROONREDE Aneta seint uit Batavia: De bladen leverden de volgende commen- tarie op de troonrede: Het Bat. Nieuwsblad merkt op: „In jaren heeft geen troonrede een zoo diepen indruk op ons in het verre Indië gemaakt. Het blad hoopt, ja het is er zeker van, dat nogmaals zal blijken hoe de inwendige verdeeldheid slechts schijn is en hoe het politiek gekra keel slechts een tijdverdrijf is geweest gedu rende de goede tijden. Het Nieuws van den Dag voor Ned.-Indië schrijft dat de spreuk Luctor et Emergo ons volkskarakter typeert en schrijft: „Wij hier in Indië willen de tanden op elkaar zetten, vooral nu wij er van overtuigd zijn, dat het der Regeering ernst gaat worden met de be zuinigingen". De Javabode schrijft, dat voor velen die de groote, het economische leven bedreigende bezwaren nog steeds niet willen zien, het goed kan zijn te hooren hoe men in Holland dat zijn deel krijgt van de wereldcrisis ervan overtuigd is dat acht zal moeten worden ge slagen op hetgeen er buiten de landsgren zen geschiedt. BOTSING IN DEN MIST. HAASTIG EXAMINANDUS LICHT GEWOND. Ten gevolge van den dichten mist is Woensdagochtend bij Dieverbrug, naar de Tel. uit Meppel meldt, een ernstige autobot sing gebeurd, waardoor het geheele tram verkeer werd ontwricht. Omstreeks half acht reed een groote ver- huisauto uit Den Helder naar Assen. De be stuurder reed met geringe snelheid midden op den weg en uiterst voorzichtig in verband met den zeer dichten mist. Uit de richting Assen schoot plotseling een personen-auto uit het mistgordijn te voorschijn. Deze wagen welke de koplampen aan had, reed met groote snelheid. De bestuurder haalde het stuur naar links om, vloog over de tramrails en werd door den naar rechts uitwijkenden vrachtauto gegrepen. De personenauto kwam geheel vernield achter de vrachtauto te lig gen; de motor was door midden gescheurd. De van voren geheel vernielde vrachtauto kwam recht in het zand tegen de rechter tramrails en werd zoo behoed voor het tui melen in het zeer diepe kanaal. In de auto was als passagier gezeteneen student uit Den Haag, die Woensdag een examen moest doen. Deze werd tegen de voorruit geslingerd en klaagde over pijn aan hoofd en borst. De inzittenden van den vrachtauto bleven on gedeerd. De trams reden tot de plaats van het ongeval, waar de reizigers moesten over stappen. OVERWEG NIET GEHEEL GESLOTEN? AUTO IN STUKKEN GEREDEN. In den nacht van Dinsdag op Woensdag te twaalf uur is op den bewaakten overweg voor den weg van Heythuizen naar Horn onder eerstgenoemde gemeente een bestel auto door een goederentrein gegrepen en ge heel vernield, meldt de Tel. De bestuurder van den auto, de heer Ch. G.. uit Roermond, naderde uit de richting Heythuizen den over weg. Hij reed door, terwijl de overwegboom juist neergelaten werd. Op het midden van den overweg kwam de auto tot stilstand. Op hetzelfde oogenblik naderde uit de richting Weert een goederentrein. De bestuurder, evenals de heer J.-B., uit Roermond, die naast hem zat, sprong uit den auto. Eenige secon- derx later werd de aujo door dexi trein gegre pen en meegesleurd. Van andere zijde verneemt het blad echter, dat volgens de beide inzittenderx de overweg niet geheel gesloten was, toen de auto nader de. Deze reed daarom nog onder den halver wege neergelaten boom door, doch op het midden van den overweg gekomen, bemerkte en der inzittenden, dat een trein naderde, waarop, zooals gezegd, beiden, uit den wagen sprongen, nadat de auto tot stilstand was ge bracht. De machinist, die uit alle macht remde, wist den trein na 75 M. tot staan te brengen. De auto was geheel vernield. Brokstukken lagen langs de lijn verspreid. De zich in den auto bevindende tabak lag in het rond ge strooid. Slechts de heer B. bekwam een schram; overigens kwamen de beiden met den schrik vrij. De marechaussee van Heyt huizen heeft de zaak in onderzoek. BEGROOTING LEENINGFONDS 1914. In de toelichting op de begrooting van het Leeningfonds 1914 wordt medegedeeld, dat het voordeelig slot van den kapitaaldienst op 1 Januari 1931 naar raming pl.m. f24.325.000 zal bedragen. Het saldo per 1 Januari 1932 wordt op f 200.367.764 geraamd. Voor het eerst is thans in het wetsont werp een crisisdienet opgenomexx, waarvan het onderdeel „de dertig opcenten op den tabaksaccijns op sigaretten" op f 5.120.000 wordt geraamd. FRAUDE BIJ EEN WERKVERSCHAFFING. Het Persbureau Vaz Dias meldt uit Bathxnen (Geld.) dat van de bij de Schipbeekver- breeding in deze omgeving tewerkgestelden er 22 ontslagen zijn wegens fraude in het werk, en wel 17 uit Wamel en 5 uit Utrecht. De ontslagenen worden er van beschuldigd, zand, dat weggekruid moest worden in de beek te hebben geworpen om zich zoodoende voor meer verwerkten grond te laten betalen, dan in werkelijikheid verwerkt was. EXPLOITATIEVORM VAN ZUIDERZEEGRONDEN. DOOR DE CULTUUR MIJ. „WIERINGER- MEER". Op vragen van het lid der Tweede Kamer, den heer v. d. Waerden, deelt de minister van Waterstaat mede, namens den minister van financiën mede, dat besloten is tot de uitgifte van kleine perceeltjes bouwterrein in erf pacht en tot uitgifte van landbouweultuur- gronden voor een gebruikelijken termijn en met het uitzicht op verlenging, terwijl de niet uitgegeven terreinen en gronden in exploi tatie worden gegeven aan de Landbouw-Cul- tuurmaatschappij „de Wieringermeer". De tot nu toe genomen beslissingen en ge troffen maatregelen inzake de uitgifte van terreinen en gronden hebben geen definitief karakter. Ook de oprichting van de cultuur maatschappij loopt niet vooruit op eenigerlel vorm van exploitatie, welke men uieindelijk zou willen kiezen; de organisatie dezer maat schappij past in elk stelsel en zij kan op elk gewild oogenblik worden opgeheven. Het ligt in het voornemen van de Regee ring, bij de Rijksbegrooting voor 1932 ter zake mededeelingen te doen. Deze mededeelingen zullen ook betrekking hebben op de adviezen van de commissie- Vissering en van den Zuiderzeeraad daarover, zoodat nadere gedachtenwisseling daarover beter gedurende de behandeling van de Rijksbegrooting 1932 kan geschieden. Financiëele bericKferi. VLISSINGSCH BANKIERSHUIS FAILLIET. De Rechtbank te Middelburg heeft het verzoek tot het verleenen van surséance van betaling aan de bankiersfirma Koster en Co. te Vlis- singen, Axel en Terneuzen, geweigerd en heeft het faillissement uitgesproken daar 162 crediteuren met f 371.481.63 tegen 125 met f 317.101.00 zich voor surséance hadden ver klaard. FEUILLETON. Het Huis op het Eiland Naar het Engelsch van ARCHIBALD MARSHALL. (Nadruk vei-boden.) 15) En voor Guy bekomen was van de bewon dering over deze zonderlinge inleiding, ver volgde de bezoeker: „Mijn dochter heeft de eer gehad kennis met u te maken. Ik wensch niet dat deze kennismaking wordt voortgezet." Het duurde even eer Guy Bertram woor den vond. „Wel alle drommels", barstte hij eindelijk uit, „ik moet zeggen, dat dit een buitenspo- rig-onhebbclijke manier is om bij een wild vreemde met de deur in huis te vallenl" „Misschien hebt u gelijk", antwoordde Ri chards, in het minst niet van zijn stuk ge- bracht. „Maar ik heb u gewaarschuwd, dat het niet mijn gewoonte is doekjes te win den om hetgeen ik te zeggen heb. Ik heb er niets tegen dat u vriendschappelijk omgaat met George Greenfield of met zijn moeder,, en als ik wel wat er tegen zou hebben, kon ik er nog niets aan doen. Maar over mijn eigen dochter ben ik de baas en als u geen kans ziet uit de buurt te blijven vaxx het huis van mevrouw Greenfield zoolang mijn doch ter daar woont, zal ik genoodzaakt zijn haar daar weg te nenxen. En dat is iets dat ik niet wil en dat zij niet wil en dat eigenlijk gezegd niemand wil! Ook de familie Greenfield niet". „Hebt u uw wenschdat ik niet meer Jjij mevrouw Greenfield aan huis zal komen aan haar en haar zoon kenbaar ge maakt?" vroeg Guy. „Inderdaad". „Dan begrijp ik er alles van! Omdat zij er als fijnbeschaafde menschen natuurlijk uit kieschheid tegen opzien uw wensch aan mij over te brengen, hebt u zelf de koe maar bij de horens gevat!" „Als je iets gedaan wilt hebben, kun je het 't beste zelf doen", meende Richards. „Dat is altijd mijn principe geweest". „Al was daarvoor ook nog zoo'n onbe schaafd optreden noodig", vulde Guy aan. „U bent niet bijster zorgvuldig in uw woor denkeus, Sir Guy, evenmin als uw vriend George Greenfield", merkte Richards op, met een venijnigen blik naar zijn gastheer. „Er is ook niet de minste aanleiding om u met zijden handschoenen aan te pakken, meneer Richards. U hebt, hetgeen xx te zeg gen had, geuit op de wijze, die u het beste schikte; u kunt mij xxiet kwalijk nemen, dat ik uw voorbeeld volg". „Ik ben niet gewoon, op deze manier toe gesproken te worden". „Ik evenmin", pareerde Guy, die zich stee'ds meer opwond. „En ik zal er wel dekselsoh goed voor zor gen, dat het me niet weer ovei-komt, wanneer dit alleraangenaamste onderhoud is afgeloo- pen. Maar wat ik wel heel graag zou willen weten is, wat u eigenlijk tegen mij hebt in te brengen. Waarom komt u op hooge beehen naar mij toe oxn mij te vertellen, dat ik niet in de termen val om in een huis te verkeeren met uw dochtereen meisje dat ik hoog stens drie keer ontmoet en met evenwel res pect behandeld heb, als ik het mijn eigen moeder zou doen, als die nog in leven was?" „Ik heb niets tegen u in te brengen", gaf Richards toe. „De heele zaak is, dat u tot een geheel andere maatschappelijke klasse be hoort als mijn dochter en dat ik niet wil dat het hoofd van het arme kind op hol wordt gebracht". „UitstekendU kunt de belofte, waar u zoo op gesteld bent, krijgen. Ilc zal mevrouw Greenfield's huis vermijden, zoolang uw doch ter daar woont En nu zoudt u me een groot genoegen doen door zoo snel mogelijk mijn kamer te verlaten, want ik ben heusch bang dat ik anders mijn goed humeur verlies „Ik zou zeggen dat u dat al verloren hebt", antwoordde Richards kalm, terwijl hij op stond. „Ik veronderstel dat ik er op kan re kenen, dat u uw belofte houdt". „U kunt veronderstellen wat u wilt", snauwde Guy, langzamerhand buiten zich zelf van woede, „als u maar ophoepelt!" Toen de hatelijke bezoeker vertrokken was, liep Guy, in een allergrimmigste stemming, met groote stappen de kamer op en neer. Toen het tijd was om zich te kleeden voor het diner, zakte zijn ergernis over Richards' onbeschoft optreden een beetje, maar naar mate hij kalmer werd, drong het met steeds grootere duidelijkheid tot hem door, dat het allesbehalve aangehaam was voor vervolg iedere mogelijkheid van Peggy's gezelschap te hebben afgesneden. Dit gevoel werd in den loop van den avond steeds sterker en toen hij naar bed ging was het zoover, dat hij er duchtig spijt van had zich tegenover Richard die tenslotte Peggy's vader was, niet wat meer tegemoetkomend en minder kortaf te hebben betoond. HOOFDSTUK XII. WEER OP WETSTONES. Calthorp en de advocaten van Lord Cara- doc hadden de détails van de huurovereen komst spoedig gex-egeld, Calthorp had op eigen gezag nog een paar honderd pond méér gevraagd dan hij met Guy had afgesproken en de andere partij maakte daar niet het minste bezwaar tegen, onder voorwaarde dat de huurder het landgoed direct kon betrek ken. De beroemde Ffoulkes-bibiliotheek vormde een onweerstaanbare attractie en Lox-d Caradoc zou ook het dubbele van den gevraagden prijs grif hebben gegeven! Toen Calthorp alles met zijn confrères in orde had gebracht, ging hij zijn vriend op zoeken om hem verslag uit te brengen. Na dat ze de zakelijke aangelegeixheid hadden afgehandeld, vroeg Guy: „Is er verder nog wat nieuws?" „Dat is er index-daad", was 't antwoord. „De juweelen zijn toch niet gevonden!" „Dat helaas niet Maar Martin is in Lon den gezien". „En hebben jullie hem niet te pakken kun nen krijgen?" „Zoo gelukkig zijn we niet geweest. Een zekere John Friend tot voor kort huisknecht op „Wetstones", kwam vanmorgen bij ons op kantoor om te vertellen dat hij Martin met een doodkalm gezicht in een taxi door Lon den had zien rijden!" „Waarom heeft hij hem in vredesnaam dan niet vastgehouden?" „De man zat boven op een omnibus en. voegde de jonge advocaat er lachend bij, „hij had zijn lasso vergeten!" „Kwam hij dan niet van de omnibus af?" „Natuurlijk, zoo gauw hij maar kon! Het is warempel geen kleinigheid een kans te maken vijfhonderd pond te verdienen door zout te leggen op Martin's staart. Maar toen die meneer Friend goed en wel op straat was exx een taxi had, had hij zijn prooi uit het oog verloren en in zijn opwinding had hij vergeten op het nummer van Martin's wagen te letten". „Wat 'n idioot van 'n vent". „Dat vond hij zichzelf ook!" lichtte Cal thorp droogjes in. „Hij had toch kunnen roepen zoodra hij Martin zag", vervolgde Guy heftig. „Iedereen zou direct aan de jacht hebben deelgeno men en we zouden den kerel te pakken heb ben gekregen". „Dat had hij zeker kunnen doen en nog 'n heeleboel dingen meer, maar hij heeft het helaas nu eenmaal niet gedaan. En het stom ste is, dat hij tot vanochtend gewacht heeft om ons van zijn ontmoeting te komen ver tellen. Het was Maandag toen hij Martin ge zien hee'ft; vier dagen geleden. Als hij di-" reet gekomen was, hadden we Martin's spoor misschien nóg kunnen terugvinden. De auto ging in westelijke richting exi Friend kon ook een beschrijving geven van het model van den koffer, die boven op stond. Als ik het direct geweten had, zou ik me natuurlijk onmiddellijk in verbinding hebben gesteld met Scotland Yard en nasporingen hebben laten doen aan alle stations". „Deksels, wat 'n idioot!" herhaalde Guy. „Weet hij zeker dat het Martin was". „Hij twijfelt er geen moment aan; hij be weert dat hij Martin onder alle omstandig heden zou herkennen. Verder vertelt hij, dat Martin toevallig opkeek en hem ook moet hebben herkend". „Toch moet het een onverschrokken kerel zijn", meende Guy, „om zoo op klaarlichten dag door Londen te rijden". „Ik wil niets afdingen op den moed of zeg maar liever onbeschaamdheid van den bra ven man", bracht Calthorp in het midden, „maar als hij zóó onvoorzichtig te werk gaat, kan het niet lang duren of hij moet in onze handen vallen". „Als hij het lijk uit Engeland gesmokkeld heeft, beteekent zijn verschijning in Londen, dat zijn opzet is geslaagd en hij nu weer te rug is". „Ik geloof niet dat hij het lijk uit Engeland heeft gesmokkeld. Dat was alleen maar 'n idee in 't begin. Als hij geprobeerd had dat te doen. zouden we nu wel een spoor in die richting hebben ontdekt". .(Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 6