DE PSJ&3
«GETS-IT
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 17 SEPTEMBER 1931
STADSNIEUWS
'JUBILEUM J. A. KRIJNDERS
Op a.s. Zaterdag 19 September hoopt één
onzer oude getrouwen zijn zilveren jubileum
te vieren, namelijk de heer J. A. Krijnders,
chef van de afdeeling machinezetterij op onze
(Drukkerij.
Niet alleen voor onze Vennootschap, maar
ook voor het openbare leven heeft de aan
staande jubilaris zich verdienstelijk gemaakt.
Krijnders werd op 31 December 1872 te
Utrecht geboren. Slechts tot aan zijn elfde
jaar genoot hij daar onderwijs. Op dien leef
tijd werd hij letterzetter aan het Utrechtsch
Provinciaal en Stedelijk Dagblad. Hier bleef
hij tot aan zijn 22ste jaar. Vóór hij daar ech
ter vertrok, was hij in de gelegenheid om de
Linotype-zetmachine te leeren. Als machine
zetter trad hij toen in dienst van de Maat
schappij „Vivat", een drukkerij van periodie
ken te Amsterdam. Hier bleef hij echter
slechts negen maanden, Door bemiddeling
van wijlen den heer Binger, vertegenwoordi
ger der Engelsche maatschappij van zetma
chines, werd hij door wijlen onzen oudsten
Directeur, den heer J. C. Peereboom in Juni
1899 als machinezetter aan Haarlem's Da;
blad aangesteld. De heer Peereboom was de
eerste in Haarlem, die ook een Linotype in
bedrijf nam en de bediening en verzorging
daarvan werd aan Krijnders toevertrouwd.
Onze Drukkerij was toen nog in een perceel
aan de Kleine Houtstraat gevestigd. Toen in
1901 de Drukkerij naar het groote gebouw
aan het Zuider Buitenspaarne verplaatst werd
werden er nog drie zetmachines bij in wer
king gesteld. Krijnders werd bij die gelegen
heid benoemd tot voorman.
Op 12 September 1903, dus na vijf jaren,
verliet hij onze vennootschap, om een betrek
king als machinezetter aan het toenmalig
bestaande Volksdagblad in Amsterdam te
aanvaarden. Maar drie jaar later, op 19 Sep
tember 1906, keerde hij weer in dezelfde func
tie naar Haarlem's Dagblad terug, waar hij
dus nu vijf-en-twintig jaar achtereen tot
genoegen van Directie en van zichzelf werk
zaam is. Hij is nu belast met de verzorging
van negen zetmachines, een werk dat hij lief
heeft en dat hem in alle opzichten is toever
trouwd.
Tot zoover zijn werk aan onze vennoot
schap.
Op het gebied van het vereenigingsleven
trad Krijnders op den voorgrond. In 1900
werd hij lid van den Al-g. Ned. Typografen
bond. Nadat hij eerst tot vice-voorzitter der
afdeeling Haarlem benoemd was, volgde hij
later den heer M. H. Groenendaal als voorzit
ter op. Hij was ook een uitstekend leider van
vergaderingen en deed zich als .zoodanig goed
gelden. Tien jaar lang is hij bestuurslid van
deze organisatie geweest.
In de oorlogsjaren was hij voorzitter van
den Haarleinschen Bestuurdersbond. Als zoo
danig had hij ook een groote verantwoorde
lijkheid, want hij was ook lid van het Steun
comité onder voorzitterschap van Mr. J. H.
Thiel. Krijnders maakte ook deel uit van ver
schillende commissies voor distributie van
levensmiddelen, brandstoffen enz. Hij is be
stuurslid geweest van het Haarlemsch Zieken
fonds onder de voorzitters Dr. W. E. Merens
en P. Ozinga. Verder was hij secretaris
penningmeester der afdeeling Haarlem van
cle Districtscommissie voor de typografie. We
zullen het hierbij maar laten, want van nog
veel meer vereenigingen is of was hij be
stuurslid.
Eenige jaren geleden werd Krijnders ook
gekozen tot lid van den Haarlemschen ge
meenteraad, waar hij voor de S. D. A. P. zit
ting zou nemen. Maar bijna onmiddellijk
daarop moest hij daarvoor wegens verhuizing
naar Schoten bedanken. Doch ook hier vaar
digde de S. D. A. P. hem naar den raad af.
Tot aan de annexatie is hij lid van den Scho-
tenschen raad geweest.
Ongetwijfeld zal hij a.s. Zaterdag ervaren,
dat hij en zijn werk gewaardeerd worden. Bij
onze Directie staat hij om zijn nauwgezette
plichtsbetrachting en zijn bekwaamheid goed
aangeschreven en bij zijn collega's geniet hij
wegens zijn aangenamen omgang groote
populariteit.
NED. HERV. GEMEENTE.
INTREEREDE DS. W. J. VAN ELDEN.
Woensdagavond heeft ds. W. J. van Elden,
die Zondag als predikant bij de Ned. Herv.
Gemeente te Haarlem bevestigd is, in de
Groote Kerk zijn intree-predikatie gehou
den. Zeer veel geloovigen hebben dezen
dienst bijgewoond.
Toen de predikant de kansel betrad, zong
de gemeente van Psalm 27 de verzen 3 en
7. Hierop volgde het uitspreken van het
votum en het gemeenschappelijk afleggen
van de geloofsbelijdenis. Nadat de gemeente
het laatste gedeelte van gezang 52 vers 13
gezongen had, las de voorganger uit den
brief van Paulus aan de Fhilippiërs 2, ver
zen 111.
Ds. Van Elden hield vervolgens zijn inlei
ding. Hij zeide met zeer gemengde gevoelens
thans te midden van de gemeente staan.
Spreker moet met een weemoedig hart te
rugdenken, aan de gemeente, waarvan hij
pas afscheid heeft genomen, ofschoon hij
weet, dat het niet gewenscht is op een nieu
we standplaats te spreken van de liefde en
aanhankelijkheid van een vorige gemeente.
Spreker heeft een offer gebracht door de
dorpsgemeente te Aalsmeer voor een stads
gemeente te verwisselen. Ik hoop, aldus ds.
Van Elden, dat het offer niet vergeefsch
zal zijn. Zoo aanvaard ik met groote opge
wektheid mijn taak in uw midden.
Daarna zong de gemeente eenige verzen
van Psalm 116. gevolgd door een predicatie
van ds. Van Elden uit het hoofdstuk van
den Goeden Herder. (Johannes 10, verzen
11 tot 16).
Spreker zeide zidh het liefst dienaar van
God's woord te willen noemen, omdat het
doel is dienstwerk te verrichten in het mid
den der gemeente als herder. Het is noodig,
dat er herders zijn, omdat velen anders ten
onder gaan, evenals de schapen, die door de
wolven verscheurd worden. Spreker is door
God aangewezen om herder te zijn en wil
dat doen door de leer te verkondigen van
Jezus Christus. Daarnaast is het noodig dat
de gemeente medeleeft.
Na het gemeenschappelijk zingen van ge
zang 200, verzen 1 en 6, dankte ds. Van El
den ds. Waardenburg voor de wijze, waarop
deze hem bevestigd heeft en ook voor zijn
werk in wijk 2. Eveneens richtte spreker
woorden van dank tot de Haarlemsche- en
ringpredikanten, tot de leden van den ker-
keraad, het kiescollege, kerkvoogden, nota
belen, collectanten en jeugdvereenigingen,
in het bijzonder de vereeniging van Jong
Hervormden. Ook dankte spreker de vrien
den uit Aalsmeer voor hun overkomst.
Hierna werd gemeenschappelijk gezang
50 vers 4 gezongen.
De plechtigheid werd beëindigd met het
uitspreken van het votum en het zingen van
Psalm 134 vers 3 „Dat 's Heeren zegen op u
daal!"
BINNENLAND
DE BESPREKINGEN
BEELAERTS—HYMANS.
NEDERLANDSCHE DELEGATIE LAAT ZICH
NIET UIT.
De Nederlandsche delegatie te Genève
heeft aan de Nederlandsche pers meegedeeld
dat minister Beelarts van Blokland en mi
nister Hijmanh, overeenkomstig de gewoonte
ook ditmaal hun gemeenschappelijke aan
wezigheid te Genéve gebruikt hebben voor
't houden van gedachtenwisseling over on
derhandelingen over een verdrag tussclhen
Nederland- en België. Er bestaat voor de
Nederlandsche delegatie op dit oogenblik
geen aanleiding verdere mededeelingen te
doen.
DIERENPLAGERIJ ZWAAR GESTRAFT.
Op de Maastrichtsche kermis werd de 12-
jarige Van Dijk, die in het hippodrome de
paarden aan het plagen was, door den
eigenaar met een zweep in het oog gesla
gen. De jongen werd onder geneeskundige
behandeling gesteld. Hij zal vermoedelijk
een oog moeten missen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
OPHEFFING LOCOMOTIEFDEPÓT
SCHAGEN.
Binnenkort zal het locomotiefdepöt te
Schagen, van de Nederlandsche Spoorwegen
worden opgeheven en samengevoegd! worden
met het depot Alkmaar.
verdwijnt in 3 seconden
Snijdt niet
gevolg zijn. Verwijdert z
wetenschappelijke manie..
druppel van deze vloeistof ver
drijft do pijn in 3 seconden. Dé
likdoorn verschrompelt, laat los,
zoodat U hem gemakkelijk kunt
wegnemen. Doktoren bevelen het
aan als een veilig middel. Past
op voor namaak. Koopt de echte
„Gets-it". Overal verkrijgbaar.
EEN KANAAL WILLEMSTAD-
ANT WERPEN?
Het zou aan België worden
aangeboden.
OPNIEUW EEN ONJUIST BERICHT?
Over de Nederlandsch-Belgische onder
handelingen bericht het Dagblad van Noord-
Brabant thans, dat de Ned. regeering voor
nemens is om aan te bieden, of althans in
te gaan op Belgische wenschen omtrent een
vaarweg, die de volgende eigenaardigheden
bezit.
In het Zuiden mondt het kanaal niet te
Bath uit op de open Schelde, maar de vaar
weg voor de binnenscheepvaart wordt geheel
van de Schelde afgescheiden, zoodat een de
grens kruisend kanaal ontstaat, met zijn
Zuidelijk gedeelte geheel vallende buiten het
gebied der Tusschen wateren, dat immers
slechts tot Bath zich uitstrekt. Hoe het
kanaal op Belgisch grondgebied doorloopt is
uiteraard iets, waar België alleen over be
slissen kan, en aangenomen moet dus worden
dat het in de dokken van Antwerpen zal
uitkomen.
Ter hoogte van de Eendracht en verder
Noordelijk zal het kanaal loopen over den
vasten wal van Noord-Brabant.
De noordelijke monding van het kanaal
komt niet bij Dintelsas, doch bij Willemstad
in het Hollandsch Diep. De laatste concessie
zal wellicht in dezen vorm worden gedaan,
dat aan België doortrekking van het kanaal
naar Willemstad wordt verzekerd, indien
België dat wenscht en daarvan de kosten
betaalt.
Een project met bovengenoemde kenmer
ken is bereids uitgewerkt. Het ontwerp
richt zich geheel naar Antwerpsche be
langen, en houdt niet of hoegenaamd niet,
rekening met de Nederlandsche belangen van
Westelijk Noord-Brabant en van de verbin
ding met Zeeland.
Omtrent het tracé bij de Westerschelde en
bij de Eendracht als boven aangegeven heeft
men van Nederlandsche zijde zich reeds vast
gelegd bij de officieuze besprekingen tus
schen Nederlandsche en Belgische persoon
lijkheden, omtrent het doortrekken van het
kanaal naar Willemstad daarentegen nog niet.
De correspondent van het Hbld. te Genève
heeft hierover vernomen, dat de publicatie,
waarvan de volledige inhoud daar natuurlijk
nog niet bekend is, als.zij op juiste gegevens
berust, daarvan een verkeerde interpretatie
geeft. Mogelijk is, dat belanghebbenden te
Rotterdam onder de oogen hebben gehad een
zeer vertrouwelijk verstrekte schetskaart, die
alle van Nederl. en Belgische zijde in discus
sie gebrachte denkbeelden omvatte. Bedoelde
schetskaart droeg dus geenszins het karakter
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
^hsgéén geld F
Dames en kinderkleedinq
Eerst
kijken
AMSTERDAM UTRECHT
Nieuwendijk 225-229 Oude Gracht 15
van een Nederlandsch voorstel. Het ware
zeer te betreuren voor den goeden loop der
Nederlandsch-Belgische onderhandelingen,
indien door dergelijke onverantwoordelijke
publicaties in België den indruk zou worden
gewekt alsof deze schetskaart, die nooit in
de onderhandelingen is overgelegd, een ander
karakter zou dragen dan het hierboven
aangegevene.
EEN GEVAL VAN GIJZELING.
Het Volk vermeldt een geval van gijzeling
ondergaan door een winkelier uit Zaandam,
die door langdurige ziekte niet in staat was
zijn crediteuren te voldoen. Een Rotterdam-
sche firma, die nog f 100 van een vordering
van f 160 te vorderen had, deed den winke
lier daarvoor gijzelen in het Huis van Be
waring te Haarlem.
Na vijf dagen werd het faillissement uit
gesproken, waardoor de winkelier in vrij
heid kwam.
DE GOUDDEKKING DER NED. BANK.
De goud-dekking van de Nederlandsche
Bank is blijkens de weekstaat in de afge-
loopen berichtsweek van 68.72 tot 70.33 pet.
gestegen, hetgeen eenerzij ds een gevolg is
van de stijging van de goudreserve van f 657
tot f 664.5 millioen en anderzijds van een
inkrimping der biljetten circulatie met f 13
tot f 944.2 millioen.
Behalve goud blijkt de Bank ook deviezen
te hebben ingetrokken want de diverse reke
ningen in het actief, waaronder de saldi bij
buitenlandsche correspondenten verantwoord
worden, geven een vermeerdering te zien van
f 61.42 itot 69.55 millioen. De wederom zwakke
houding van het pond sterling is als oorzaak
hiervan te beschouwen.
INTERPELLATIE OVER DE
NEDERLANDSCH-BELGISCHE
ONDERHANDELINGEN.
In de vergadering der Eerste Kamer heeft
de heer De Savornin Lohman verlof gevraagd
den minister van Buitenlandsche Zaken te
mogen interpellëeren over den stand der
Nederlandsch-Belgische onderhandelingen.
Dit verlof is verleend.
De interpella.tie zal worden gehouden op
een nader te bepalen dag.
DE INDISCHE PERS OVER DE TROONREDE
Aneta seint uit Batavia:
De bladen leverden de volgende commen-
tarie op de troonrede:
Het Bat. Nieuwsblad merkt op: „In jaren
heeft geen troonrede een zoo diepen indruk
op ons in het verre Indië gemaakt. Het blad
hoopt, ja het is er zeker van, dat nogmaals
zal blijken hoe de inwendige verdeeldheid
slechts schijn is en hoe het politiek gekra
keel slechts een tijdverdrijf is geweest gedu
rende de goede tijden.
Het Nieuws van den Dag voor Ned.-Indië
schrijft dat de spreuk Luctor et Emergo ons
volkskarakter typeert en schrijft: „Wij hier
in Indië willen de tanden op elkaar zetten,
vooral nu wij er van overtuigd zijn, dat het
der Regeering ernst gaat worden met de be
zuinigingen".
De Javabode schrijft, dat voor velen die de
groote, het economische leven bedreigende
bezwaren nog steeds niet willen zien, het
goed kan zijn te hooren hoe men in Holland
dat zijn deel krijgt van de wereldcrisis ervan
overtuigd is dat acht zal moeten worden ge
slagen op hetgeen er buiten de landsgren
zen geschiedt.
BOTSING IN DEN MIST.
HAASTIG EXAMINANDUS LICHT GEWOND.
Ten gevolge van den dichten mist is
Woensdagochtend bij Dieverbrug, naar de
Tel. uit Meppel meldt, een ernstige autobot
sing gebeurd, waardoor het geheele tram
verkeer werd ontwricht.
Omstreeks half acht reed een groote ver-
huisauto uit Den Helder naar Assen. De be
stuurder reed met geringe snelheid midden
op den weg en uiterst voorzichtig in verband
met den zeer dichten mist. Uit de richting
Assen schoot plotseling een personen-auto
uit het mistgordijn te voorschijn. Deze wagen
welke de koplampen aan had, reed met
groote snelheid. De bestuurder haalde het
stuur naar links om, vloog over de tramrails
en werd door den naar rechts uitwijkenden
vrachtauto gegrepen. De personenauto kwam
geheel vernield achter de vrachtauto te lig
gen; de motor was door midden gescheurd.
De van voren geheel vernielde vrachtauto
kwam recht in het zand tegen de rechter
tramrails en werd zoo behoed voor het tui
melen in het zeer diepe kanaal. In de auto
was als passagier gezeteneen student uit
Den Haag, die Woensdag een examen moest
doen. Deze werd tegen de voorruit geslingerd
en klaagde over pijn aan hoofd en borst. De
inzittenden van den vrachtauto bleven on
gedeerd. De trams reden tot de plaats van
het ongeval, waar de reizigers moesten over
stappen.
OVERWEG NIET GEHEEL
GESLOTEN?
AUTO IN STUKKEN GEREDEN.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag te
twaalf uur is op den bewaakten overweg
voor den weg van Heythuizen naar Horn
onder eerstgenoemde gemeente een bestel
auto door een goederentrein gegrepen en ge
heel vernield, meldt de Tel. De bestuurder
van den auto, de heer Ch. G.. uit Roermond,
naderde uit de richting Heythuizen den over
weg. Hij reed door, terwijl de overwegboom
juist neergelaten werd. Op het midden van
den overweg kwam de auto tot stilstand. Op
hetzelfde oogenblik naderde uit de richting
Weert een goederentrein. De bestuurder,
evenals de heer J.-B., uit Roermond, die naast
hem zat, sprong uit den auto. Eenige secon-
derx later werd de aujo door dexi trein gegre
pen en meegesleurd.
Van andere zijde verneemt het blad echter,
dat volgens de beide inzittenderx de overweg
niet geheel gesloten was, toen de auto nader
de. Deze reed daarom nog onder den halver
wege neergelaten boom door, doch op het
midden van den overweg gekomen, bemerkte
en der inzittenden, dat een trein naderde,
waarop, zooals gezegd, beiden, uit den wagen
sprongen, nadat de auto tot stilstand was ge
bracht.
De machinist, die uit alle macht remde,
wist den trein na 75 M. tot staan te brengen.
De auto was geheel vernield. Brokstukken
lagen langs de lijn verspreid. De zich in den
auto bevindende tabak lag in het rond ge
strooid. Slechts de heer B. bekwam een
schram; overigens kwamen de beiden met
den schrik vrij. De marechaussee van Heyt
huizen heeft de zaak in onderzoek.
BEGROOTING LEENINGFONDS 1914.
In de toelichting op de begrooting van het
Leeningfonds 1914 wordt medegedeeld, dat
het voordeelig slot van den kapitaaldienst
op 1 Januari 1931 naar raming pl.m.
f24.325.000 zal bedragen. Het saldo per 1
Januari 1932 wordt op f 200.367.764 geraamd.
Voor het eerst is thans in het wetsont
werp een crisisdienet opgenomexx, waarvan
het onderdeel „de dertig opcenten op den
tabaksaccijns op sigaretten" op f 5.120.000
wordt geraamd.
FRAUDE BIJ EEN WERKVERSCHAFFING.
Het Persbureau Vaz Dias meldt uit Bathxnen
(Geld.) dat van de bij de Schipbeekver-
breeding in deze omgeving tewerkgestelden
er 22 ontslagen zijn wegens fraude in het
werk, en wel 17 uit Wamel en 5 uit Utrecht.
De ontslagenen worden er van beschuldigd,
zand, dat weggekruid moest worden in de
beek te hebben geworpen om zich zoodoende
voor meer verwerkten grond te laten betalen,
dan in werkelijikheid verwerkt was.
EXPLOITATIEVORM VAN
ZUIDERZEEGRONDEN.
DOOR DE CULTUUR MIJ. „WIERINGER-
MEER".
Op vragen van het lid der Tweede Kamer,
den heer v. d. Waerden, deelt de minister van
Waterstaat mede, namens den minister van
financiën mede, dat besloten is tot de uitgifte
van kleine perceeltjes bouwterrein in erf
pacht en tot uitgifte van landbouweultuur-
gronden voor een gebruikelijken termijn en
met het uitzicht op verlenging, terwijl de niet
uitgegeven terreinen en gronden in exploi
tatie worden gegeven aan de Landbouw-Cul-
tuurmaatschappij „de Wieringermeer".
De tot nu toe genomen beslissingen en ge
troffen maatregelen inzake de uitgifte van
terreinen en gronden hebben geen definitief
karakter. Ook de oprichting van de cultuur
maatschappij loopt niet vooruit op eenigerlel
vorm van exploitatie, welke men uieindelijk
zou willen kiezen; de organisatie dezer maat
schappij past in elk stelsel en zij kan op elk
gewild oogenblik worden opgeheven.
Het ligt in het voornemen van de Regee
ring, bij de Rijksbegrooting voor 1932 ter
zake mededeelingen te doen.
Deze mededeelingen zullen ook betrekking
hebben op de adviezen van de commissie-
Vissering en van den Zuiderzeeraad daarover,
zoodat nadere gedachtenwisseling daarover
beter gedurende de behandeling van de
Rijksbegrooting 1932 kan geschieden.
Financiëele bericKferi.
VLISSINGSCH BANKIERSHUIS FAILLIET.
De Rechtbank te Middelburg heeft het verzoek
tot het verleenen van surséance van betaling
aan de bankiersfirma Koster en Co. te Vlis-
singen, Axel en Terneuzen, geweigerd en
heeft het faillissement uitgesproken daar
162 crediteuren met f 371.481.63 tegen 125 met
f 317.101.00 zich voor surséance hadden ver
klaard.
FEUILLETON.
Het Huis op het Eiland
Naar het Engelsch van
ARCHIBALD MARSHALL.
(Nadruk vei-boden.)
15)
En voor Guy bekomen was van de bewon
dering over deze zonderlinge inleiding, ver
volgde de bezoeker:
„Mijn dochter heeft de eer gehad kennis
met u te maken. Ik wensch niet dat deze
kennismaking wordt voortgezet."
Het duurde even eer Guy Bertram woor
den vond.
„Wel alle drommels", barstte hij eindelijk
uit, „ik moet zeggen, dat dit een buitenspo-
rig-onhebbclijke manier is om bij een wild
vreemde met de deur in huis te vallenl"
„Misschien hebt u gelijk", antwoordde Ri
chards, in het minst niet van zijn stuk ge-
bracht. „Maar ik heb u gewaarschuwd, dat
het niet mijn gewoonte is doekjes te win
den om hetgeen ik te zeggen heb. Ik heb er
niets tegen dat u vriendschappelijk omgaat
met George Greenfield of met zijn moeder,,
en als ik wel wat er tegen zou hebben, kon
ik er nog niets aan doen. Maar over mijn
eigen dochter ben ik de baas en als u geen
kans ziet uit de buurt te blijven vaxx het huis
van mevrouw Greenfield zoolang mijn doch
ter daar woont, zal ik genoodzaakt zijn haar
daar weg te nenxen. En dat is iets dat ik niet
wil en dat zij niet wil en dat eigenlijk gezegd
niemand wil! Ook de familie Greenfield
niet".
„Hebt u uw wenschdat ik niet meer
Jjij mevrouw Greenfield aan huis zal komen
aan haar en haar zoon kenbaar ge
maakt?" vroeg Guy.
„Inderdaad".
„Dan begrijp ik er alles van! Omdat zij
er als fijnbeschaafde menschen natuurlijk
uit kieschheid tegen opzien uw wensch aan
mij over te brengen, hebt u zelf de koe maar
bij de horens gevat!"
„Als je iets gedaan wilt hebben, kun je het
't beste zelf doen", meende Richards. „Dat
is altijd mijn principe geweest".
„Al was daarvoor ook nog zoo'n onbe
schaafd optreden noodig", vulde Guy aan.
„U bent niet bijster zorgvuldig in uw woor
denkeus, Sir Guy, evenmin als uw vriend
George Greenfield", merkte Richards op, met
een venijnigen blik naar zijn gastheer.
„Er is ook niet de minste aanleiding om u
met zijden handschoenen aan te pakken,
meneer Richards. U hebt, hetgeen xx te zeg
gen had, geuit op de wijze, die u het beste
schikte; u kunt mij xxiet kwalijk nemen, dat
ik uw voorbeeld volg".
„Ik ben niet gewoon, op deze manier toe
gesproken te worden".
„Ik evenmin", pareerde Guy, die zich stee'ds
meer opwond.
„En ik zal er wel dekselsoh goed voor zor
gen, dat het me niet weer ovei-komt, wanneer
dit alleraangenaamste onderhoud is afgeloo-
pen. Maar wat ik wel heel graag zou willen
weten is, wat u eigenlijk tegen mij hebt in te
brengen. Waarom komt u op hooge beehen
naar mij toe oxn mij te vertellen, dat ik niet
in de termen val om in een huis te verkeeren
met uw dochtereen meisje dat ik hoog
stens drie keer ontmoet en met evenwel res
pect behandeld heb, als ik het mijn eigen
moeder zou doen, als die nog in leven was?"
„Ik heb niets tegen u in te brengen", gaf
Richards toe. „De heele zaak is, dat u tot een
geheel andere maatschappelijke klasse be
hoort als mijn dochter en dat ik niet wil dat
het hoofd van het arme kind op hol wordt
gebracht".
„UitstekendU kunt de belofte, waar u zoo
op gesteld bent, krijgen. Ilc zal mevrouw
Greenfield's huis vermijden, zoolang uw doch
ter daar woont En nu zoudt u me een groot
genoegen doen door zoo snel mogelijk mijn
kamer te verlaten, want ik ben heusch bang
dat ik anders mijn goed humeur verlies
„Ik zou zeggen dat u dat al verloren hebt",
antwoordde Richards kalm, terwijl hij op
stond. „Ik veronderstel dat ik er op kan re
kenen, dat u uw belofte houdt".
„U kunt veronderstellen wat u wilt",
snauwde Guy, langzamerhand buiten zich
zelf van woede, „als u maar ophoepelt!"
Toen de hatelijke bezoeker vertrokken was,
liep Guy, in een allergrimmigste stemming,
met groote stappen de kamer op en neer.
Toen het tijd was om zich te kleeden voor
het diner, zakte zijn ergernis over Richards'
onbeschoft optreden een beetje, maar naar
mate hij kalmer werd, drong het met steeds
grootere duidelijkheid tot hem door, dat het
allesbehalve aangehaam was voor vervolg
iedere mogelijkheid van Peggy's gezelschap
te hebben afgesneden. Dit gevoel werd in den
loop van den avond steeds sterker en toen hij
naar bed ging was het zoover, dat hij er
duchtig spijt van had zich tegenover Richard
die tenslotte Peggy's vader was, niet wat
meer tegemoetkomend en minder kortaf te
hebben betoond.
HOOFDSTUK XII.
WEER OP WETSTONES.
Calthorp en de advocaten van Lord Cara-
doc hadden de détails van de huurovereen
komst spoedig gex-egeld, Calthorp had op
eigen gezag nog een paar honderd pond méér
gevraagd dan hij met Guy had afgesproken
en de andere partij maakte daar niet het
minste bezwaar tegen, onder voorwaarde dat
de huurder het landgoed direct kon betrek
ken. De beroemde Ffoulkes-bibiliotheek
vormde een onweerstaanbare attractie en
Lox-d Caradoc zou ook het dubbele van den
gevraagden prijs grif hebben gegeven!
Toen Calthorp alles met zijn confrères in
orde had gebracht, ging hij zijn vriend op
zoeken om hem verslag uit te brengen. Na
dat ze de zakelijke aangelegeixheid hadden
afgehandeld, vroeg Guy:
„Is er verder nog wat nieuws?"
„Dat is er index-daad", was 't antwoord.
„De juweelen zijn toch niet gevonden!"
„Dat helaas niet Maar Martin is in Lon
den gezien".
„En hebben jullie hem niet te pakken kun
nen krijgen?"
„Zoo gelukkig zijn we niet geweest. Een
zekere John Friend tot voor kort huisknecht
op „Wetstones", kwam vanmorgen bij ons op
kantoor om te vertellen dat hij Martin met
een doodkalm gezicht in een taxi door Lon
den had zien rijden!"
„Waarom heeft hij hem in vredesnaam
dan niet vastgehouden?"
„De man zat boven op een omnibus en.
voegde de jonge advocaat er lachend bij, „hij
had zijn lasso vergeten!"
„Kwam hij dan niet van de omnibus af?"
„Natuurlijk, zoo gauw hij maar kon! Het
is warempel geen kleinigheid een kans te
maken vijfhonderd pond te verdienen door
zout te leggen op Martin's staart. Maar toen
die meneer Friend goed en wel op straat was
exx een taxi had, had hij zijn prooi uit het
oog verloren en in zijn opwinding had hij
vergeten op het nummer van Martin's wagen
te letten".
„Wat 'n idioot van 'n vent".
„Dat vond hij zichzelf ook!" lichtte Cal
thorp droogjes in.
„Hij had toch kunnen roepen zoodra hij
Martin zag", vervolgde Guy heftig. „Iedereen
zou direct aan de jacht hebben deelgeno
men en we zouden den kerel te pakken heb
ben gekregen".
„Dat had hij zeker kunnen doen en nog 'n
heeleboel dingen meer, maar hij heeft het
helaas nu eenmaal niet gedaan. En het stom
ste is, dat hij tot vanochtend gewacht heeft
om ons van zijn ontmoeting te komen ver
tellen. Het was Maandag toen hij Martin ge
zien hee'ft; vier dagen geleden. Als hij di-"
reet gekomen was, hadden we Martin's spoor
misschien nóg kunnen terugvinden. De auto
ging in westelijke richting exi Friend kon
ook een beschrijving geven van het model
van den koffer, die boven op stond. Als ik
het direct geweten had, zou ik me natuurlijk
onmiddellijk in verbinding hebben gesteld
met Scotland Yard en nasporingen hebben
laten doen aan alle stations".
„Deksels, wat 'n idioot!" herhaalde Guy.
„Weet hij zeker dat het Martin was".
„Hij twijfelt er geen moment aan; hij be
weert dat hij Martin onder alle omstandig
heden zou herkennen. Verder vertelt hij, dat
Martin toevallig opkeek en hem ook moet
hebben herkend".
„Toch moet het een onverschrokken kerel
zijn", meende Guy, „om zoo op klaarlichten
dag door Londen te rijden".
„Ik wil niets afdingen op den moed of zeg
maar liever onbeschaamdheid van den bra
ven man", bracht Calthorp in het midden,
„maar als hij zóó onvoorzichtig te werk gaat,
kan het niet lang duren of hij moet in onze
handen vallen".
„Als hij het lijk uit Engeland gesmokkeld
heeft, beteekent zijn verschijning in Londen,
dat zijn opzet is geslaagd en hij nu weer te
rug is".
„Ik geloof niet dat hij het lijk uit Engeland
heeft gesmokkeld. Dat was alleen maar 'n
idee in 't begin. Als hij geprobeerd had dat
te doen. zouden we nu wel een spoor in die
richting hebben ontdekt".
.(Wordt vervolgd.).