Uit Londen, Genève en China. HET POND STERLING VALT VAN ZIJN GOUDEN VOETSTUK. Stofzolgerhuis MAERTENS Alle merken Stofzuigers HAARLEM'S DAGBLAD TWEEDE BLAD WOENSDAG 23 SEPTEMBER 1931 HET BELANGRIJKSTE NIEUWS. Officieel wordt uit Londen medegedeeld, dat de Effectenbeurs vandaag weer geopend zal zijn. De prijs van het goud te Londen bedroeg heden nominaal 99 shilling en 7 pence verge leken met 84 sh. 9 3 4 p. gisteren. Naar men verwacht zal de prijs morgen 100 shilling bereiken. De eerste dag sinds de regeering besloten had tijdelijk den gouden standaard op te hef fen, was zonder incidenten verloopen en de bankzaken werden in geheel Brittannië als normaal uitgevoerd. Er is geen teeken van nervositeit bij het publiek. Over de geheele internationale linie is een groeiend vertrouwen en meer optimisme waar te nemen. Vooral in Frankrijk was de stem ming Dinsdag aanzienlijk gunstiger. De verbetering van de New Yorksche beurs heeft een goede uitwerking gehad op de Parijsche beurs en er toe bijgedragen dat de groote internationale fondsen krachtig aan trokken. Het Engelsche pond werd ook Dins dag niet officieel genoteerd. In het vrije ver keer werd 110 betaald, later 106 tot 108 francs. De Fransche minister van Financiën, Flan- din, die zich Dinsdagavond naar Genève be gaf, zal daar vandaag of Donderdag een be langrijke redevoering houden, waarin hij zich voorstelt uitvoerig de laatste gebeurtenissen te bespreken. In een verklaring welke. Flandin tegenover Fransche journalisten heeft afgelegd, legde de minister er den nadruk op, dat het van groot belang is, dat zoowel de New Yorksche als de Parijsche beurs zich goed hebben ge houden. Bovendien kan men met satisfactie vast stellen dat de door de Engelsche regee ring genomen maatregelen door de Engelsche publieke opinie over het algemeen goedge keurd zijn, „Men mag de huidige moeilijkheden noch onderschatten, noch dramatiseeren. De wereld zal ook deze crisis wel te boven komen Het in de Engelsche pers verspreide bericht dat de Fransche regeering de Bank of Eng land een crediet van 32 millioen heeft aan geboden op voorwaarde dat Amerika een evengroot bedrag zou fourneeren, wordt thans in de Fransche pers bevestigd. Ook het Engelsche kabinet heeft zich weer bezig gehouden met de financieele crisis. Er zal krachtig worden opgetreden tegen hen die eventueele inflatie zullen misbruiken. Te dien einde is reeds een organisatie in het leven ge roepen. Het ministerie van financiën heeft een de creet uitgevaardigd waarin tot nader order,, de aankoop van deviezen of de gireering van saldi met het doel deviezen te verkrijgen, voor Britsche onderdanen verboden wordt. Wijden wij het tweede gedeelte van dit overzicht aan de merkwaardige gebeurtenis sen in China, die een al even merkwaardigen terugslag in Genève hebben ondervonden. De JapansehChineesche strijd is in zijn oorsprong terug te leiden tot een incident: Japan meende reden te hebben tot gegron de klachten over slechte behandeling van zijn staatsburgers en zijn goederen in China, China zag in het vasthouden aan de vreem delingenprivileges een gevaar voor zijn na tionale vrijheid. Het feit, dat Japan op het Chineesche vasteland, maar voornamelijk in Mandsjoerije, spoorwegen en andere groote ondernemingen bezit, waarin groote Japan- sche kapitalen belegd zijn, leidde tot verdere wrijvingen. Een incident deed de bom barsten. Een Japanseh kapitein van den generalen staf, Nakamura genaamd, werd in Mandsjoe rije vermoord en wel, volgens Japansche lezing, door Chineesche soldaten van het leger van Moekden. De Chineesche autoritei ten hebben de zaak onderzocht, maar zij kon den de moordenaars van Nakamura niet vinden. Dit heeft in Japan groote verbitte ring gewekt en heeft aanleiding gegeven tot energieke protesten van de Japansche lega tie. Op het eerste incident volgde een tweede. Volgens de Japansche mededeelingen zouden Chineesche troepen een spoorwegbrug in de lucht hebben laten vliegen. (Van Chineesche zijde wordt dit echter ontkend; er wordt be weerd, dat de Japanneezen de brug zelf heb ben opgeblazen). Hierin hebben de Japannee zen aanleiding gevonden om allereerst het garnizoen van een kleine Chineesche stad ge vangen te nemen en vervolgens Moekden, de hoofdstad van Mandsjoerije militair te bezet ten. De Japansche actie is ingezet om, vol gens Japansche lezing, China te dwingen, ge noegdoening te geven. Zooals het altijd met dergelijke, typisch Oostersche conflicten gaat, is het niet moge lijk een van de beide partijen de schuld te geven. Men kan er van op aan, dat er aan beide zijden duchtig overdreven wordt, en Zelfs Lord Robert Cecil heeft in Genève niet kunnen verhinderen, dat in zijn redevoering het wantrouwen in de waarheidsliefde van beide tegenstanders, tot uiting kwam. In- tusschen is niet alleen het verre Oosten, maar ook de Volkenbond, die nu een bewijs moet geven van zijn overredingskracht, met dit conflict onpleizierig opgescheept. De Japan sche en Chineesche gedelegeerden hebben, zooals wij hieronder melden, hun meening gezegd en Lord Robert Cecil heeft daarna een reeks aanbevelingen gegeven. Deze zijn door den voorzitter Lerroux, overgenomen en als volgt geredigeerd: „De president van den Raad dient bij den Raad van den Volkenbond het voorstel in, hem te machtigen een dringend beroep te doen op de beide regeeringen om iedere han deling na te laten, welke den toestand zou kunnen verscherpen of een vreedzame op lossing zou kunnen verhinderen; in een bespreking met de vertegenwoordi gers de middelen te onderzoeken om het beide landen mogelijk te maken direct hun troepen te kunnen terugtrekken zonder dat hierdoor de veiligheid van de levens hunner onderdanen en de bescherming hunner be zittingen in gevaar kan worden gebracht. Het protocol der Raadszittingen en de documen ten zullen ter zake van informatie worden overgelegd aan de regeering der Vereenigde Staten". Nadat de vertegenwoordigers van de regee ringen hun toestemming aan de resolutie hadden gegeven, verklaarde de Japansche gedelegeerde, dat hij niet kon verklaren reeds morgen instructies te zullen hebben ontvan gen. Hij vroeg derhalve of de kwestie in de volgende zitting kon worden behandeld. Lord Robert Cecil stemde hierin toe doch richtte tot, den Japanschen vertegenwoordi ger het dringend verzoek, de instructies zoo sooedig mogelijk te doen verzorgen, aange zien de toestand in Mandsjoerije zeer ernstig is Het merkwaardige van deze resolutie ligt opgesloten in den laatsten zin: ,,Het protocol der Raadszitting en de documenten zullen ter zake van informatie worden overgelegd, aan de regeering der Vereenigde Staten". Het is namelijk Lord Robert Cecil geweest, die de tooverformule uitsprak, en kort en Buitenland. Gunstige berichten omtrent den financiëeten toestand. Londensche beurs heden heropend. Genève en het Chineesch'Japansche conflict. Lord Robert Cecil roept Ameriha te hulp. -- Een goede regeling getroffen. Amerika's merkwaardige positie. goed voorstelde Amerika als arbiter te benoe men. Zoowel China als Japan hebben mach tig veel belang bij een goede verstandhouding met de Vereenigde Staten. Het voorstel van Cecil is dan ook even slim als stoutmoedig. Geheel evenwijdig aan deze geste loopt die van den Deenschen minister Munch, die, toen hij zag, dat onder anderen Frankrijk, niet veel voelde voor een bewapeningsvacantie, in het openbaar voorstelde, ook de n i e t-bonds- leden Amerika, Rusland en Turkije tot de be sprekingen uit te noodigen. Wanneer Munch zijn voorstel allereerst ter sprake had ge bracht in het bureau der Assemblée, dan zou het misschien nimmer aan de osjnbare orde gekomen zijn. Door er onverwacht in open bare zitting mee voor den dag te komen, maakte hij een weigering onmogelijk, daar deze hoogst beleedigend voor de VB. geweest zou zijn. Lord Robert Cecil. Ook Cecil heeft Amerika er bij gesleept en dit bewijst weer eens, hoe groot een invloed is, van den staat, die niet tot de leden van den Bond behoort. Het voorstel van Lord Robert Cecil heeft dus groot opzien gewekt, daar het geheel af wijkt van de tot dusver door den Raad bij In ternationale conflicten gevolgde gedragslijn Niet in hun geheel, nam de Raad de voor stellen van Lord Cecil over. Het derde punt dat deze aangenomen wilde zien, de eisch dat beide partijen hun troepen zullen terugtrek ken, is niet in het Raadsbesluit gekomen. In ieder geval heeft men echter bereikt, dat de voorzitter van den Raad, met de Chineesche en Japansche vertegenwoordigers naar mid delen zoeken, om de twee landen ln staat te stellen, hun troepen onmiddellijk terug te trekken, met dit belangrijke voorbehoud ech ter, dat leven en eigendom van onderdanen daardoor geen gevaar loopen, waarvoor na tuurlijk verschillende uitleg mogelijk is! Een nader bericht meldt intusschen, dat de Japansche regeering, de Chineesche regee ring heeft medegedeeld, dat zij accoord gaat met het voorstel, een conferentie bijeen te roepen teneinde de Japansch-Chineesche be trekkingen te regelen. Japan stelt een ge mengde commissie voor. bestaande uit drie Japansche en drie Chineesche leden) vermoe delijk met een neutralen voorzitter. Deze commissie zal alle geschilpunten moeten be handelen. Men kan nu nog slechts de hoop uitspre ken, dat de gunstige invloed, die het directe ingrijpen van den Volkenbond in het alge meen en van Lord Robert Cecil in het bijzon der, te Genève op het ChineeschJapansche conflict heeft gehad, door mag werken tot MoekdenL. A. Genève. Pogingen om het Japansch- Chineesche conflict bij te leggen. Het Japansch-Chineesche geschil is in den Raad geweest. De Chineesche gedelegeerde begon met enkele telegrammen uit Nanking voor te lezen, waarin hij nog eens uiteenzette wat er in de buurt van Moekden is gebeurd. De Japanner antwoordde hierop dat hij nog geen definitieve instructies van zijn regeering had ontvangen over de manier, waarop dit conflict kon worden geregeld, maar dat de Japansche gezant in Nanking van een hoog- geplaatsten Chineeschen ambtenaar van het ministerie van buitenlandsche zaken een mededeeling had ontvangen, waaruit kon worden afgeleid dat de Chineeschen ambte naar van het ministerie van buitenlandsche zaken een mededeeling had ontvangen, waar uit kon worden afgeleid dat de Chineesche regeering bereid zou zijn om deze quaestie door rechtstreeksche onderhandelingen tus- schen beide partijen te beslechten, en onder die omstandigheden vroeg de Japanner om de behandeling van de zaak uit te stellen tot hij nadere instructies van zijn regeering zou hebben ontvangen, waaruit dan wellicht zou kunnen blijken dat het geschil inderdaad direct tusschen China en Japan kan worden opgelost. De Chinees bleef echter bij het standpunt dat hij in zijn nota aan de Vol kenbond heeft uiteengezet en waarin hij reeds bij voorbaat ieder besluit dat de Raad zou kunnen nemen voor de oplossing van het geschil zegt te willen aanvaarden", aldus het Hbld. Maar bovendien handhaaft hij de drie eischen, die in deze nota zijn gesteld en die betrekking hebben op de middelen om het oorlogsgevaar in Mantsjoerije te verhinderen. Na een vrij nutteloos heen en weer ge praat tusschen de beide partijen, waarbij de Chinees op een gegeven oogenblik de dreigende woorden uitte dat de oorlog in Oost-Azië op dit oogenblik wel zeer nabij schijnt, tenzij de Raad de maatrege len weet te nemen om dit te beletten, kwam de vertegenwoordiger van Engeland, Lord Cecil aan het woord om op de traditioneele Britsche manier als bemiddelaar op te tre den. Hij trachtte zoowel de Japanners als de Chineezen te herinneren aan de verplich tingen, welke zij als leden van den Volken bond op zich hebben genomen en gaf enkele middelen aan, die volgens zijn meening de Raad nu reeds zou kunnen nemen. In de eerste plaats dacht hij thans aan een beroep door den voorzitter van den Raad op de beide partijen om te zorgen dat de toe stand ter plaatse van het geschil niet ernsti ger wordt. In de tweede plaats was hij van meening en hier ging hij dus min of meer tegen de Japansche opvatting in dat de troepen van beide partijen, die zich op dit oogenblik op het gebied van de andere partij bevinden, onmiddellijk behooren te worden terug getrokken ten einde een gewapend conflict in de toekomst te vermijden. Ook op dit punt zou het beroep van den voorzit ter van den Raad zich kunnen bewegen. Maar het sterkste argument van den En- gelschman was wel dat hij op diplomatieke manier de Ver. Staten van Amerika in dit conflict probeerde te mengen door te ver wijzen naar het Kellogg Pact en naar het Zuidzee-verdrag van Washington in 1921 waardoor Amerika direct betrokken is ge worden bij hetgeen zich in het Verre Oosten afspeelt. Lord Cecil stelde aan den Raad voor om in ieder geval aan de regeering van de Ver. Staten een verslag te doen toeko men van hetgeen op dit moment in den Raad van den Volkenbond over het Ohi- neesch-Japansch geschil wordt behandeld. Het is waarschijnlijk dat dit argument niet zal nalaten om op beide partijen in dit con flict diepen indruk te maken, aangezien er voor hun beide veel aan gelegen is om met de Vereenigde Staten op goeden voet te blij ven. De debatten over het voorstel van een Bewapeningsbestand. GENèVE, 22 September. (V. D.) De debat ten over het Italiaansch-Scandinaafsche voorstel van een algemeen bewapeningsbe stand werd heden voortgezet. Namens de Duitsche regeering legde Graaf Bernstorff een verklaring af, waarin hij er den nadruk op legde dat de Duitsche minis ter van Buitenlandsche Zaken het Italiaan- sche voorstel reeds gesteund heeft. Duitsch- land als een der weinige landen dat reeds zijn bewapening tot de laagste grens heeft teruggebracht, wacht met ongeduld af, dat ook de andere staten overeenkomstig de ge dane beloften ook hunnerzijds hun bewape ningen zullen verminderen en internationaal zullen beperken. Een stilstand der bewapening zal slechts als een voorbijgaande maatregel ter voorbe reiding van de Ontwapeningsconferentie kunnen worden beschouwd. Bij de verdere debatten bepleitten de ver tegenwoordigers van Hongarije, Oostenrijk, Indië, Denemraken en Zuid-Afrika het Ita- liaansche voorstel en legden er den nadruk op dat het voorstel zeer eenvoudig en gemak kelijk uitvoerbaar is en daarom direct moet worden aangenomen. Duitschland. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel Congres der Duitsch-nationale Partij te Dantzig. DANTZIG. 22 Sept. (V.D.) Heden hield de Dantziger Duitsch-nationale Partij te Dantzig haar jaarlijksch congres, waarin voorlezing werd gedaan van een telegram van Dr. Hugenberg, waarin deze zyn veront schuldiging uitsprak over het feit., dat hij verhinderd was de vergadering bij te wonen, doch waarin hij toezegde, zoo spoedig mo gelijk in een Duitsch-nationale vergadering in Dantzig het woord te zullen voeren, Ver volgens werd nog het woord gevoerd door den voorzitter van de Duitsch-nationale Rijksdagfractie. Dr. Oberforhren, Met scherpe woorden keerde hij zich tegen de tactiek van de Rijksregeering, speciaal ten aanzien van de credleten op korten termijn. Bijeenkomst van den Rijksdag op 13 October. BERLIJN, 22 September (V.D.l Als re- sultaat van de heden gehouden besprekin gen tusschen den Rijkskanselier en den pre sident van den Rijkdag kan worden gemeld, dat de Rijksdag op den door dit lichaam zelf vastgestelen datum, namelijk 13 Octo ber zal bijeenkomen. Londen, 21 September. De dag, die het begin van den herfst aan geeft, den herfst van 1931, is voor Engeland van hoog historisch gewicht geweest. Het pond sterling tuimelde onder den neeïzwie- penden invloed van den economischen storm in de wereld, van het gouden voetstuk, waar op het zes jaar geleden was teruggeplaatst. De herfst van het kalenderjaar werd de barre winter van een hachelijk economisch tijdperk, niet alleen voor Engeland, naar men zich kan voorstellen. De maatregelen, welke de regeering noodig had bevonden in een kabinetsvergadering op Zondag, den dag tevoren, werden door het Parlement gejaagd. Op de parlementaire goedkeuring (vanzelfsprekend) hep men reeds vooruit. De Bank van Engeland schort te den verkoop van goud op. De Beurs werd voor den dag gesloten. De regeering had geen andere keuze na de hevige aanvallen op het pond sterling der laatste dagen. Britsche staatswaarden waren den Vrijdag en Zaterdag tevore laarblijke- lijk in paniekstemming van dê hand gedaan tot een gezamenlijke waarde van bijna 30.000.000 pd.st. Men verklaart dat Britten niet ernstig hebben meegedaan aan de vlucht van het pond sterling; maar mijn persoon lijke ervaring is dat vele Britten, die veron derstelden dat zij geld te verliezen hadden, reeds weken lang bezig zijn geweest hun Britsche papieren te realiseeren en zooveel mogelijk naar het buitenland „in veiligheid" hebben gebracht. Het Engelsche volk moet nu wel het gevoel hebben dat al die koortsige werkzaamheid in Whitehall, Downing Street en Westminster in het algemeen dat al die crisis-stappen en de opzienbarende vorming van een nieuwe en zoo geheeten nationale regeering voor niets zijn geweest. Immers dat alles had plaats gehad omdat het pond sterling gered moest worden, omdat dit ruilmiddel moest worden gehandhaafd op zijn gouden voet stuk. Velen moet de gedachte bekruipen dat deze crisis door de politici en hun raadsman nen van de City onoordeelkundig is behan deldnu de uitkomst zoo volstrekt ave- rechtsch is geweest. Men moet de pers van vandaag bewonderen over de voortreffelijke' wijze waarop zij nagenoeg eenstemmig een toon van berustende opgewektheid aanslaat bij zooveel tegenslag en waarop zij in het bijzonder de conservatieve pers opeens dat fel partijdige geijver voor spoedige verkie zingen heeft gesmoord. Wat gisteren nog ge biedend was voor het onbedreigde leven van het pond sterling een nieuwe nationale reegerlng die de handelsbalans zou redden met invoertarieven is vandaag zulk een lee'ge actie gebleken dat men niet beter kan doen dan ze zoo spoedig mogelijk vergeten. Engeland heeft dan nu onzacht geleerd dat het buitenland, ondanks een „nationale" re geering en niettegenstaande een sluitende begrooting, nog geen onbegrensd vertrouwen in het pond sterling heeft. Waaraan is die buitenlandsche houding toe te schrijven? Waarschijnlijk juist aan het karakter van die ..nationale" regeering. welke geenszins nationaal was. Waarschijnlijk juist aan die begrooting, welke op papier er goed uitzag maar die. in haar bezuiniging en haar nieu we belastingen, wellicht veel meer van de be volking eischte, naar buitenlandsch oordeel, dan deze bij machte was te dragen. De con servatieve pers schrijft het geschokt vertrou wen nagenoeg uitsluitend toe aan de onrust op de vloot, welke zegt die pers op mis dadig overdreven wijze in de buitenlandsche bladen is weergegeven. De liberale pers is meer geneigd de schuld te geven aan de luide conservatieve sommaties voor verkiezingen, die in het buitenland gehoord er twijfel moesten doen rijzen aan Britsche stabiliteit. Hoewel Groot-Brittannië door jaren boven zijn middelen te leven zelf voor een niet ge ring deel verantwoordelijk moet zijn voor het geen thans is gebeurd, is er alle reden om aan te nemen dat het buitenland in zijn houding de zaak heeft verhaast. Of het in die houding gerechtvaardigd is geweest of niet, is een vraag waarop het antwoord straks door de omstandigheden zelf zal moe ten worden gegeven. Het is niet meer dan natuurlijk dat de Britten het ongehoord vin den van het buitenland dat het thans zoo bang is voor Britsche ruilmiddelen. Britsche zelfbewustheid moet wel zijn geschokt; maar men- laat het niet merken en men is als steeds geneigd eigen verantwoordelijkheid af te schuiven op die vermaledijde buitenlan ders. De mogelijke gevolgen zijn niet te voorzien. De regeering heeft te kennen gegeven dat zij maatregelen zal nemen om speculaties en het maken van woekerwinst tegen te gaan. Het voornemen is schoon. Maar geen regee ring kan maatregelen nemen tegen een mas sa, die op haar behoud uit is. Vanmorgen vertelden de kranten dat het pond sterling zijn gouden voetstuk had verloren. Voor het twaalf uur was waren de menschen reeds be zig extra levensmiddelen in te slaan en werd alom rond verteld dat over een week of zoo alles tweemaal zoo duur zou zijn. De Beurs was gesloten. Maar „in de straat" waren de beursmannen in groote groepen bijeen geko men om handel te drijven in een uiteraard voor Britsche waarden uiterst gevaarlijke stemming. En dat terwijl de ochtendbladen bijna smeekten al was het dan in den toon der opgeschroefde gerustheid dat men zich niet aan paniekstemmingen zou overgeven. Men moet hopen dat wijsheid spoedig in de plj^ts zal treden van de vreesachtige stem ming, welke vandaag merkbaar was en dat het waar zal zijn wat de Manchester Guar dian veronderstelt, dat men nl. nu het pond dan niet meer aan goud is verbonden zal ontdekken dat dit lang niet zoo verschrik kelijk is als men had gevreesd. Er is veel waars in de redeneering van dit blad dat men feitelijk van een opluchting kan spre ken en dat de onvermijdelijke deflatie wel een zegen kan blijken te zijn voor het En- gelsch economisch leven. Het komt er slechts op aan dit besef den menschen bij te bren gen en er voor te waken dat de deflatie niet verder gaat dan heilzaam is. Het pond sterling wordt dan nu min of meer overgeleverd aan het vrije spel van economische invloeden. Maar het spel mag niet te vrij zijn. En heeft het landsbestuur het fh de hand, en hebben de financieele autoriteiten het ln de hand dit spel te be teugelen naar hun zin? Indien zij dat kun nen doen dan is er inderdaad weinig reden tot ongerustheid. Het land heeft de afgeloopen weken al enorme sommen besteed (zoowat 150.000.000 pd.st.) om het pond sterling te schragen. Het heeft niet geholpen. Men kan zich wel be grijpen dat de mannen, die de leiding hebben, er den brui van hebben gegeven. En nu kan men slechts afwachten hoe het loopt. Barteljorisstr. 16 - Tel. No. 10756 Wat is de gouden standaard? Ter verduidelijking geven wij vandaag nog even een beknopte uiteenzetting van liet begrip gouden standaard. Standaard noemt men een metaal, waar van de geldsoort, die als wettig betaalmiddel aangenomen is en dus in tegenstelling met pasmunt bij betaling tot elk bedrag aange nomen moet worden, vervaardigd wordt. Men onderscheidt, den „enkelen standaard", wanneer in een land slechts één metaalsoort voor het vrije aanmunten gebruikt, wordt-, en den „dubbelen standaard" wanneer twee metaalsoorten voor het vrije aanmunten worden gebruikt (Bimetallisme). Wanneer een staat alleen munten van goud laat slaan spreekt men van den „gouden", wanneer hiervoor alleen zilver gebruikt wordt van den „zilveren standaard". De dubbele stan daard wordt- ook wel „alternatiefstandaard" genoemd, omdat, naar gelang van de marktwaarde van goud of zilver, nu eens het eene dan weer het andere metaal op den voorgrond treedt. Bij den „parallellen standaard" zijn gouden en zilveren munten beide ln omloop, zonder dat de verhouding van hun waarde wettig geregeld is. De „metalen standaard" wordt een „papieren standaard" wanneer papieren geld in de hoedanigheid van wettig betaalmiddel in te groote hoeveelheid uitgegeven wordt, zoodat de koers beneden pari zinkt. In het verkeer rekent men dan met. papieren geld. Een „zuiveren standaard" heeft men eerst, wan neer particulieren het recht hebben bij de rijkamuntdnrichtingen geld te laten aan munten. Wanneer dit recht beperkt of op geheven wordt, spreekt men van een „geslo ten" of „hinkenden standaard" Deze uit drukking wordt soms ook in ruimere betee- kenis gebruikt, nl. wanneer omloopendo munten volgens de wet hun volle waarde, maar inderdaad een geringere waarde heb ben. Londen heeft altijd als het grootste finan cieele centrum van de wereld gegolden. De groote internationale credieioperaties liepen dan ook voor een groot deel over Londen. Thans kwam dit centrum echter voor het feit te staan, dat het zijn aan Duitschland, Brazilië en andere Zuid-Amerikaansche staten geleende gelden, niet terugkreeg, doch ander zijds wel zijn verplichtingen moest voldoen, daar het door de gebeurtenissen angstig ge worden publiek, op groote schaal zijn saldo's terugtrok. Men zou tenslotte niet aan alle opvragingen hebben kunnen voldoen en heeft den gouden standaard moeten laten schieten, zoodat bankpapier niet meer tegen goud inwisselbaar was, waardoor eveneens de gouduitvoer werd stopgezet. In de laatste vier dagen van de vorige week verloor de Bank van Engeland aan goud en valutacredieten namelijk resp. 5, 10. 17 12 en 10 millioen of tezamen 42 1 2 millioen. Het totaal, verlies sinds midden Juli. toen de groote goudafvloelïng begon, bedraagt 200 millioen en bovendien nog 70 mil lioen aan credleten welke veilig gesteld, of bevroren zijn. in Duitschland op de Londen sche conferentie, waar tot steun aan Duitsch land werd besloten. De goudpositie in Engeland was hierdoor onhoudbaar geworden. De nieuwe Fransche ambassa deur over zijn taak. BERLIJN, 22 September (V.D.) De nieuwe Fransche ambassadeur te Berlijn, Francois Poncet heeft de pers een mededee ling verstrekt, waarin hij o.m. zegt: „Ik heb heden Z. Exc. den heer Rijkspre sident mijn geloofsbrieven overhandigd. De toespraak die ik, zooals gebruikelijk is, bij- deze gelegenheid heb gehouden, bewijst dui delijk ln welken zin ik zal trachten de mij toevertrouwde taak te vervullen. Hoewel Frankrijk tot nu toe minder door den eco nomische crisis werd getroffen dan an dere landen, wenscht het allerminst zich van de rest der wereld af te schelden. Het moet zijn eigen belangen behartigen, doch daarbij blijft het lot der andere volken Frankrijk niet onverschillig. Integendeel, Frankrijk voelt, dat een steeds engere soli dariteit de naties met elkaar verbindt en dat slechts een eerlijk gemeende samenwer king en wederzijdsche hulp Europa en de wereld in staat zullen stellen de zoo bijzon der moeilijke tijdsomstandigheden zonder bovenmatig lijden te overwinnen." Voorstel tot biieenroeping van den Landdag verworpen. BERLIJN, 22 September (V.D.1 Het seniorenconvent van den Pruisischen Land dag heeft in zijn hedenmiddag gehouden zitting met twaalf (die der regeeringspar- tijentegen negen ('die der rechtsche par tijen) en de Communisten) stemmen het door de Duitsch Nationalen gesteunde Com munistische voorstel tot onmiddellijke bij eenroeping van den Pruisischen Landdag ten doel hebben te beraadslagen over de Noodverordeningen verworpen. Engeland. Henderson weer in de regeering? Het feit, dat Henderson gisteren een lang onderhoud heeft gehad met MacDonald, geeft stof voor een groot aantal commentaren. Men fluistert dat men poogt Henderson weer in de regeering opgenomen te krijgen. Scandinavië. Ook Zweden, Griekenland en Italië tegen den gouden standaard. GENEVE. 22 September (V.D.) De Flnan- cleele afdeeling van het Volkenbondssecre tariaat heeft Dinsdag de mededeeling ont vangen. dat ook Zweden, Griekenland en' Italië hun betalingen naar de goudpariteiü hebben opgeheven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 5