AAN DEN RAND VAN DEN BALKAN. Op een uitlooper van de Himalaya. 4#" ■■Hi ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1931 BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD VIJFDE BLAD Zara, de Italiaansche vrijhaven. Op Opanken komen de boeren.. De meisjes Dan Zara. Wat een mooi plaatsbiljet heeft de boy op mijn koffers geplakt! Er is in zichtbare oranje kleuren een vliegmachine op gedrukt en er staat geschreven: „Bagaglio per Zara". Dus nu en in alle eeuwigheid kan ieder een op mijn koffers zien, dat ik per vlieg machine van Ancóna naar Dalmatië ge vlogen ben. Fijn! Ik word met mijn versierde koffers naar "de machine geroeid, (het is een water vliegtuig of zooals men hier met ge opende neusgaten zegt: een „Hydrovolant") vaar ik heldhaftig de trap op stap en dan onderduik. Ziezoo, heel gemoedelijk, net een autobus, alleen zachter. Men verdrinkt in de kussens en kijkt net door het ronde venstertje op het water. Van boven, uit het gat in het plafond, komt nog dame, tamelijk opgewonden afge daald, gevolgd door den beleefden boy, die als een moeder over ons zorgt. Dezen keer brengt hij zalc..jes met watten, die hij ons aanbeveelt, om in de ooren te stoppen wegens het lawaai der motoren. Mevrouw bedankt ervoor, dus wat moet ik dan doen? De boy legt beleefd de zakjes met watten zoo, dat wij er makkelijk bij kunnen. Neen! ik neem géén watten, mevrouw heeft het ook niet genomen! Ondertusschen be ginnen de motoren te dreunen, het is werke lijk een kolossaal lawaai maar, als me vrouw geen watten neemt, neem ik er ook geen! De machine begint zich langzaam te be wegen, glijdt over het water, sneller en al tijd nog sneller, den venstertjes aan weers kanten zijn bedekt met wit schuim. De motoren dreunen nog erger, het water buiten wordt nu zoo hoog gegooid, dat wij als onder een fontein er onder door kunnen kijken: wij razen uit de haven, zijn al in open zee plotseling een stoot nog, tien tot twaalf hevige stooten van onderen, de water- fontein aan weerskanten is ploseling ver dwenen en dan een rust, alsof wij in bed liggen een stilte, die alleen nog in het paradijs bestaat. Wij zweven. Er beweegt zich niets. De vleugels aan weerskanten boven ons zijn zoo stil, als of zij op den grond staan. Onder ons in de diepte trekken als een regelmatig blauw en zilver oranment de golven naar achteren, maar heel langzaam. Men merkt niets van snelheid, niet van beweging. De snelste machine, die de mensch uitgevonden heeft schijnt langzamer dan alle primitieve vervoermiddelen. Achter ons verdwijnt lang zaam Italië. Dan merk ik plotseling dat mijn hoofd dreunt; De motoren ronken en razen, het is niet om uit te houden. Ik kijk schuin van de wattenzakjes naar mevrouw en van mevrouw naar de wattenzakjes. Mevrouw glimlacht en zucht diep. (Dat zie ik, hooren is onmogelijk.) Vastbesloten neem ik de wattenzakjes en bied één mevrouw aan. Zij dankt! Nu kan het mij niets meer schelen: ik stop twee stukjes in mijn ooren. Wat een heerlijke uitvinding! Het donderende lawaai is tot de helft gereduceerd. Ik doe mijn best om door schreeuwen en met veel armbe wegingen mevrouw te bewegen, ook eens de wattenpropjes te probeeren. Het lukt mij, zij stopt twee in haar liefelijke oortjes en glimlacht dankbaar. O! Ondertusschen zijn wij midden boven de Adriatische Zee. Italië is verdwenen. Onder ons ligt een oneindige blauwe plank, de zee. Vliegen is een sensatie. Maar boven open zee erg vervelend. Vergeeft u mij, allen, die over het „wonder van de 20ste eeuw" filo sofeert. Ik heb daarboven ook aan al die banale en duizendmaal herhaalde wijsheden gedacht. Ik voelde mij verplicht, om te beginnen met Daedalus en Icarus aan alle krantenstukken te denken, die over het vlie gen zijn geschreven. Maar daar het altijd hetzelfde is, was ik in vijf minuten klaar. Ik heb dus zonder te filosofeeren een uur lang op de blauwe plank in de diepte gekeken, af en toe wel eens naar boven, waar de propellers zich in een zilveren nevel wen telden. Toen lag vóór ons de beroemde smalle streep aan den horizont, die men in alle verhalen vinden kan, en die ook in alle verhalen grooter wordt, net als voor ons. Maar toentoen begon een wonder. Mijn Muse meende het goed met mij, dat zij mij over Dalmatië liet vliegen. Want, wat dk hier zag, deze duizend lange, smalle eilanden, die als goud bblinkend, wild en ver laten in de diepblauwe Adriatische Zee lig gen, die zich gloeiend rood en geel, droog en verbrand, wit omlijnd uit een doorzichtig ultramarijn water verheffen, deze eilanden vol steenen, vijgen- en olijfboomen, wier rot sen men onder water kan volgen, hoe zij de eilanden omgolven. Dit berglandschap, dat onder doorzichtig water gezet is, dat alles is onbeschrijfelijk. Ik vervloekte den beleefden boy. die to 'Ancona mijn fototoestel had geplombeerd. Maar hij móest, omdat deze eilanden Joego- Slavisch zijn, terwijl Zara, dat daar achter ligt, Italiaansch is. Dus worden alle foto toestellen der reizigers geplombeerd, om te beletten, dat deze eilanden gekiekt worden. De machine daalde, het donkerblauwe schaduwkruis, dat zij op het water wierp, werd grooter en grooter en plotseling schoten wij bruisend en stootend op de golven neer en de haven van Zara binnen. Tien sigaretten van Christo Cassimis uit Alexandrië voor 7 1/2 cent! Niet het goedkoop ste, maar de algemeen gerookte middelsoort. Dat is de eerste en overweldigende indruk, die den sensatielustigen reiziger wacht, als hij, van de haven uit, een der poorten in gaat die gelijk vormgaten zich in den hoogen dikken muur rond om het stadje openen. Deze muur omgeeft Zara gelijk een groote vierkante kist zonder deksel, die op een steenen plank boven de zee staat. Deze kist is volgepropt met kleine huisjes en alléén de toren der oude, in Venetiaanschen stijl gebouwde kerk, steekt boven den muur uit. De straten, „Calle" genoemd, loopen smal en tamelijk recht van de eene poort naar de andere en zijn vol van likeur- en tabak- winkels. Voor iederen tabakwinkel tien op één broodwinkel zit een man met een zwarten Fez op zijn hoofd. Hij verkoopt alle sigarettenmerken der wereld en fabriceert buitendien nog een eigen merk. Er zijn een stuk of 35 tabakfabrieken hier en 90 tabak winkels. Behalve de Opanken dragen de boerinnen hier alles, wat een bloeiende fantasie zidh van Balkancostuums kan indenken. Kousen, handlgeweven als tapijten met kleurrijke or namenten evenals een soort rugzakken, die op kameelzakken lijken, met Oostersch aan doende ornamenten en versiersels. Pakken uit 6 meter stof, in duizend plooien en prach tig geborduurd. Blouses en hoofddoeken, om iedere West-Europeesche vrouw jaloersoh te maken. De mannen dragen de kleine roode Servische petjes of zwarte fez's. Over het algemeen spreken de boeren Kroatisch er zijn ook dorpen, waar Alba- neesch gesproken wordt. Het Italiaansch, dat de bevolking van Zara over het algemeen spreekt een Venetiaansch dialect ver staan de boeren niet. Er wordt ook wat Duitsch gesproken, maar dat zijn de laatste sporen van het vroegere Oostenrijk-Honga- rije, waar deze streek voor den oorlog bij- hoorde. De boeren, die 's morgens om 4 uur van huis gaan en urenlang door een droog en verlaten land vol witte steenen. roode aarde, olijven en vijgenboomen marscheeren, ko men om 7 uur naar Zara, brengen melk en hun producten naar de markt en mogen be halve geld niets mee terug naar Joego-Sla- vië brengen, al is er niet één winkel in hun dorp. Zij zijn dus gedwongen te smokke len. En zoo ziet men iederen middag op de trap voor de kerk de kroatische boerinnen zitten, en schorten, hoofddoeken, rokken en blouses snijden en naaien, die zij dan aan trekken en over de grens brengen. Men beweert, dat van de 50 melkvrouwen, De Vrijhaven Zera. Het Stadje telt 12.800 inwoners, met Ita liaansche omgeving ca. 15000. De overige Joego Slavische omgeving telt niet mee, om dat de grens, die op een afstand van een uur naar alle kanten het. gebied omgeeft, Streng bewaakt is. Men kan zonder paspoort en visum niet een stap op Joego Slavisch gebied doen, de Joego Slavische douaniers laten niets door. Door deze afgeslotenheid naar alle kanten zelfs van het moederland is Zara door de Joego Slavische eilanden gescheiden heeft Zara om zoo te zeggen géén handel. De stad is vrijhaven, alles mag tol- en be lastingvrij ingevoerd worden, maar er kan niets uitgevoerd worden. Zoo komt het, dat likeuren en tabakproducten hier minder dan de helft, vaak het derde of vierde gedeelte van het bedrag kosten, waarvoor zij in hun land van herkomst verkocht worden. De in Zara zelf gefabriceerde sigaretten, de beroem de, hier gefabriceerde Maraschino, kosten nóg minder. Die winkels leven natuurlijk allemaal van den smokkel. De bemanningen der booten van en naar Griekenland, Albanië, de Joego Slavische havens Ragusa, Sibenico, de Ita liaansche havens Ancona, Trieste, Fiume, Pola verlaten Zara, de zakken volgepropt met siga retten, de koffers vol Mareschino, al mag men niet meer dan 40 sigaren uitvoeren, buitendien wordt Zara regelmatig bezocht door heele vloten van Italiaansche oorlogs schepen en op zulke dagen is geen brood en geen vleesch in de heele stad te koopen. Spoorwegen bestaan er niet. Men leeft er als op een eiland, al is Zara door een smalle streep met het vaste land verbonden. Melk, fruit, groenten, olie, wijn, dat alles komt uit Joego-Slavië. Op „Opanken" komen de boerenja, juist, mevrouw, die schoentjes, die u de laat ste zomers als .dernier cri" gedragen heeft, uit gevlochten riempjes, daar loopen hier de boeren op, die, van Joegoslavië komend, hun kippen, eieren, druiven, vijgen en olie op den markt brengen. Die „Opanken" zijn niet zoo mooi geverfd en onderhouden als de uwe, mevrouw, maar daarvoor zijn ze „echt", ruiken naar koeien en stal, en zijn heel wat grooter. Koopen kan men ze niet, de boeren maken ze alléén voor eigen ge bruik, dat is jammer. die over den grooten straatweg de grens passeeren, om naar Zara te komen, 10 op denzelfden weg terug gaan. De anderen sleepen hun stoffen, pannen en alles, wat zij voor hun huis noodig hebben, op sluip paden over de grens. De jonge boeren smok kelen natuurlijk sigaretten in massa's. Merk waardig is hierbij, dat zij den Italiaanschen grensambtenaar niet ontvluchten, die zich niet om hen bekommert, al ziet hij hen op vijf passen voor zich. Maar de Joegoslavische ambtenaar, in hooge, Russische laarzen, wij de, grijze rijbroek, witte Russische blouse en witte Kozakkenpet, die schiet dadelijk, en er zijn bijna dagelijks dooden aan de grens. Gedeeltelijk komen de boeren van de eilanden, in breede, ouderwetsche zeilbooten en het is een vroolijk gezicht, deze blauw en zwart geschilderde booten vol boerinnen tusschen de eilanden te zien schommelen. Een groot gedeelte dezer boerinnen zijn te gelijk waschvrouwen, die het waschgoed der Zara'sche families verzorgen. In Zara zelf bestaat niet één waschvrouw. Wasschen is een „specialiteit", een industrie der eilanden. De meisjes van Zara zijn het mooiste ras, dat ik ooit zag. Venetië, Rome, Griekenland en Slavië zijn hier samen gekomen, om het mooiste vrouwentype te scheppen, dat maar mogelijk is. Groot, slank, bruingebrand van de zon, sportief, gezond en vroolijk, zoo wandelen zij 's avonds bij honderden door de „Calle Larga", die al heet zij „breede straat" even smal is als de andere steeg, jes. Alléén ligt hier de eenige bioscoop dei- stad, en dat zal wel de reden wezen, waar om Calle Larga als promenade der schoon heden wordt gekozen. Van 13000 Zara'sche inwoners zijn meer dan 7000 vrouwen; en daarvan is de helft jong en mooi. Zij hebben het groote, slanke lichaam van het fiere ras der Venetlanen, die een menging van Germaansch en Ro- meinsch bloed op de Adriatische zee voe ren en de stad Zara gebouwd hebben. Zij hebben de zwarte groote oogen der Romei nen en de donkere lokken der Dalmatiërs, zij hebben het edele gelaat der Grieken. Kan het mooier? In ieder huis is op zijn minst één mooi, jong meisje, vaak tot zes, acht zusters waar van de een al mooier dan de andere is. Zij schijnen zich er niet bezorgd over te maken, of zij een man vinden. Als er niet voldoen de Zaratijnen zijn nu, dan gaan zij naar Amerika! Dat is waar. Erheerscht een ware ziekte onder het jonge volk hier, om naar Amerika te gaan. Voor hun primitieve her sens is Amerika nog het gezegende land. En heele massa's jongelingen trekken dus naar Amerika en trachten daar met behulp van foto's hun mooie zusters aan een man te helpen. Ieder oogenblik hoort men van een ander Zara'sch meisje, dat naar Ame rika trouwen gaat! Alléén met behulp van een foto! Maar werkelijk, zij kunnen iedere con currentie weerstaan. Op het oogenblik loopt de helft dezer schoonheden met blond haar rond. Mijn hospita beweert, dat deze blond heid van het waterstofsuperoxyd komt. Greta Garbo maakt school ook waar men Albaneesch en Kroatisch spreekt. Er zijn negerkoningen met hooge hoeden en para- pluies. waarom zouden niet de vrouwen van den Balkan plus royaliste que le rol, dat wil zeggen blonder dan Greta Garbo en Mariene Dietrich zijn? En heusch: in Zara loopen de Garbo's en Dietrichs en Bakers met honder den rond. De psychologische lezer zal zich kunnen Indenken, in welke conflicten lk da gelijks kom. A G A. Darjeeling, 3000 M. hoog. DE STAD BENARES. Ik zit in Darjeeling 3000 M. hoog. Darjeeling ligt op een van de uitloopers van de Hima laya en van mijn kamer uit heb ik een schitterend uiteicht over een heele reeks toppen de Kindhenjangan liggen vlak voor mij daarachter ligt dan weer de Thibet Wegen zijn er niet, het is trekken ge deeltelijk per kameel gedeeltelijk per yak (een beest nog viezer dan een kameel) een tentleven, maar niet zoo comfortabel als in de Sahara met al zijn Oases. De Mount Everest kan ik van hier uit niet zien. Daar voor ga ik morgen naar Tiger Hill, 11/2 uur per pony van hier. Ook is hier morgen groote marktdag; je ziet nu al een oneindig aantal typen, dus het zal morgen wel heel interessant zijn. Ik ben hier eigenlijk om weer op krachten te komen na mijn ziekte in Calcutta. Ik had het daar heel gezellig, had steeds een auto tot mijn dispositie en werd overal geïntroduceerd. De „garden party" van den Gouverneur kon ik helaas door mijn ziekte niet meemaken. Ook de „Proclama tion Parade" liep ik mis. Dat is de groote parade voor den onderkoning op Nieuw jaarsdag, waar door hem aan alle troepen, zoowel Engelsche als inlandsche, de procla matie van het Engelsche bewind werd voor gelezen. Ik miste nog een heeleboel andere dingen, als internationale tennis, polo- matches enz. De Calcutta Derby heb ik ge lukkig nog medegemaakt. Voor het eerst van mijn leven zag ik echte races. Het is het evenement van het jaar; de allernieuwste toiletten, enz. De Indische interesseerden mij het meeste. Ik zag schitterende sari's. De Onderkoning en de Gouverneur van Benga len waren natuurlijk tegenwoordig. Het was een plechtig moment toen de Onderkoning arriveerde. De lijfwacht is werkelijk schitte rend alles rood en goud alle mannen even groot. Voor ik van hier vertrok, kreeg ik van een van mijn vrienden een „bearer" of wel een „travelling servant", voor den geheelen duur van mijn reis door Britsóh-Indië. Een „tra velling servant" is een man, die voor alles zorgt, kleeren schuiert, koffers pakt, bed op maakt men reist hier steeds met eigen bed hij zorgt voor de bagage, voor de gereserveerde coupé en voor het eten in de trein. Hij bedient u in het hotel, doet bood schappen en fungeert als tolk. Ik leef nu als een prins. Met pakken bemoei ik mij al lang niet meer, dat kan ik hcelemaal aan baboe overlaten. Toen mijn trein 's avonds om elf uur vertrok, ging ik nog eerst uit eten, toen naar een bioscoop en vandaar direct naar den trein. Daar vond i:k in mijn coupé (ongeveer driemaal zoo groot als bij ons) alles klaar; mijn bagage opgezet, mijn bed gespreid, nachtgoed- en toiletbenoodigd- heden klaar; ook al mijn kleeren voor den volgenden dag. Ik ga naar bed en baboe pakt mijn avondkleeren weer netjes in. De „bearer" brengt den nacht door in de „Servants Compartement", naast mijn wa gon, harmonica-treinen heb je hier niet. On geveer één uur voor aankomst, het moei natuurlijk een station zijn, wekt de „bearer" mij en brengt toast, thee en bananen z.g. „Chota-Hasra". Zoodra ik aankom, stap ik uit, bemoei mij met niets en rijd met baboe en mijn handtasch in een auto naar het hotel en even later is de „bearer" er ook met de bagage. Het is een ideale manier van reizen, die echter bij de onbekendheid met de taal en de slechte bediening wel noodig is. Ieder een reist hier met zijn eigen „Travelling Servant". Als je door de gangen van een hotel loopt zit voor iedere deur een man met zijn bundeltje en 's nachts ligt voor iedere deur een man te slapen. In Burma deed ik het met baboe alleen, maar daar moesit ik voor bagage en eten zorgen. Ik reisde er echter hoofdzakelijk per boot. Hier met de treinen zou het te onrustig en ook te on veilig zijn. Overmorgen ga ik weer terug naar Calcutta, 14 uur sporen, blijf daar nog een paar dagen, ga dan naar Benares, de heilige stad aan de Ganges on naar Agra, tooi- de Taj Mahal. Verder Dehli en Bombay en dan weer dwars door Indië naar Madras. Vandaar naar Ceylon, waar ik eenige weken blijf. Het is hier wel veel warmer dan in Nederlandsch Waschindustrie op de eilanden. Op Opanken komen de boeren.. Indië. Temperaturen van 115120 graden F. en een groot vochtigheidsgehalte. De koele tijd hier duurt maar twee maanden, Decem ber en Januari. Dan komt de warme tijd, wanneer ieder die maar cenigszlns kan Cal cutta ontvlucht en dan de regens. BENARES, 18 Januari 1931. Alleen een paar notities over Benares, de heilige stad van de Hindoes, met z'n hon derdduizend pelgTims, z'n heele nauwe straatjes, waar geen voertuig door kan, tjok vol menschen in sarri's van alle bestaanbare kleuren, maar alle fel, fel rood, groen, geel, enz. De menschen schijnen hier den ganschen dag niets anders te doen dan offeren, baden In de Ganges en bidden. Men loopt met z'n koperen kannetje met heilig water en z'n mandje met rijst, bloemen en fruit. Over al de tempels (o.a. de Goudon Tempel), de Ganges, al de verschillende Hindoe cere monieën enz. zal ik maar niet veel schrijven, daar er genoeg boeken, plaatjes en foto's over bestaan. De tocht op de Ganges was boelend. Tien a honderdduizend menschen opgepropt naast elkaar nemen er hun bad rijke vrouwen baden in een dichte boot met losse planken en een trapje naar de Ganges. Onder ds parasols zitten de priesters, bewaren de drooge kleeren voor de badenden tegen geld en leveren poeder en verf om opnieuw het Hindoe teeken op het voorhoofd te schil deren. Groote paleizen van de verschillende Maharadja's staan aan de rivier. De palelzen zijn gebouwd op heel hooge muren; het woon gedeelte begint eerst ver boven don grond, daar de Ganges soms heel hoog stijgt. Een bad in de Ganges wascht alle zonden af. Het water heeft scheikundig bewezen een groote bacteriën doodende kracht, maar het is zelfs nog vuiler dan het water in de Am- sterdamsche grachten. Behalve alle baden de menschen, die er ook hun mond spoelen, worden er dagelijks lijken in gewasschen en allerlei offers in gegooid.. Maar volgens mijn gids een Hindoe naturlijk doodt dit water alle bacteriën en niemand wordt ooit ziek, als hij ervan gedronken heeft, mits hij het met eerbied drinkt. Het hoogste, wat een Hindoe bereiken kan, is in Benares te sterven. Dat spaart hem verschillende incarnaties uit. De Maharadja's worden, als zij stervende zijn, naar Benares vervoerd en wie maar eenigszins kan, komt hier om zijn eind af te wachten. Zelfmoord is tegenwoordig verboden, daar het een te grooten omvang aannam. Als Iemand sterft, wordt het lijk naar de Ganges gebracht en. daar eerst gebaad; vlak naast het lijk, drinkt een ander van het zélfde water. Dan wordt het op een brandstapel gelegd, wat hout er over heen en dc naaste bloedver want steekt het hout aan. Na de verbran ding wordt de asch verzameld en in de Gan ges gegooid; de overblijfselen van hout en kool worden door iemand van de laagste klasse bij elkaar geveegd, heelemaal tot osch verbrand en per speciale boot naar een daar voor bestemde put gebracht. VAN GOOCHELEN EN GOOCHELAARS. David Devant, in zijn dagen een bekei/l Engelsch goochelaar, kreeg, als zoovele 1X roemde goochelaars, vele personen bij zien, die les kwamen nemen om als amateur kennissen en vrienden te kunnen bezig houden. Hij vertelt dan o.a. van iemand die zich tot dat doel bij hem meldde. De leerling, een man van middelbaren leeftijd, toonde echter een volslagen gebrek aan geschiktheid voor het werk dat hij van Devant leeren moest. Zoodat Devant het hem tenslotte moest meedeelen. Tot zijn verwondering werd dc „klant" niet boos, doch begon te lachen. „Ik begeer ook heelemaal niet een goochelaar te wor den", zei hij. daarnaar gevraagd. „Maar mijn vrouw heeft u gezien en ze was gek van nieuwsgierigheid om te weten, hoe u het doet. En daarom heeft ze mij als tusschen- persoon naar u toegestuurd om het haar te kunnen vertellen!" Op een anderen keer wandelde hij *s avonds naar huis op een stillen landweg, toen een groote man op hem afsprong en hem toe beet: „Jij kunt geld maken; ik heb t je zien doen!!" Devant herinnerde zich plotseling, dat hij in 't plaatselijke krankzinnigengesticht een voorstelling gegeven had, waarbij hij de be kende truc van geld uit de lucht „plukken" uitgevoerd had. „Vooruit, maak geld!" voegde de krank zinnige hem dreigend toe. Gelukkig kwamen op dat oogenblik eenige bewakers toeloopen die hem uit zijn benarde positie bevrijdden. Om een goed goochelaar te worden, moet men stalen zenuwen en een koel hoofd hebben. Een druk, geagiteerd, zenuwachtig persoon is er niet geschikt voor. Twee andere vereischten zijn allereerst het beschikken over een groote radheid van tong waardoor je de toeschouwers voortdurend bindt en afleidt. En verder de macht om weerstand te bieden aan de verleiding op critieke momenten naar je handen te kijken, En dat laatste is moeilijk!.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 15