AAN DEN RAND VAN DEN BALKAN.
Op een uitlooper van de Himalaya.
4#"
■■Hi
ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1931
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
VIJFDE BLAD
Zara, de Italiaansche vrijhaven.
Op Opanken komen de boeren..
De meisjes Dan Zara.
Wat een mooi plaatsbiljet heeft de boy op
mijn koffers geplakt! Er is in zichtbare
oranje kleuren een vliegmachine op gedrukt
en er staat geschreven: „Bagaglio per Zara".
Dus nu en in alle eeuwigheid kan ieder
een op mijn koffers zien, dat ik per vlieg
machine van Ancóna naar Dalmatië ge
vlogen ben. Fijn!
Ik word met mijn versierde koffers naar
"de machine geroeid, (het is een water
vliegtuig of zooals men hier met ge
opende neusgaten zegt: een „Hydrovolant")
vaar ik heldhaftig de trap op stap en dan
onderduik. Ziezoo, heel gemoedelijk, net een
autobus, alleen zachter. Men verdrinkt in
de kussens en kijkt net door het ronde
venstertje op het water.
Van boven, uit het gat in het plafond,
komt nog dame, tamelijk opgewonden afge
daald, gevolgd door den beleefden boy, die
als een moeder over ons zorgt. Dezen keer
brengt hij zalc..jes met watten, die hij ons
aanbeveelt, om in de ooren te stoppen
wegens het lawaai der motoren. Mevrouw
bedankt ervoor, dus wat moet ik dan
doen? De boy legt beleefd de zakjes met
watten zoo, dat wij er makkelijk bij kunnen.
Neen! ik neem géén watten, mevrouw heeft
het ook niet genomen! Ondertusschen be
ginnen de motoren te dreunen, het is werke
lijk een kolossaal lawaai maar, als me
vrouw geen watten neemt, neem ik er ook
geen!
De machine begint zich langzaam te be
wegen, glijdt over het water, sneller en al
tijd nog sneller, den venstertjes aan weers
kanten zijn bedekt met wit schuim. De
motoren dreunen nog erger, het water buiten
wordt nu zoo hoog gegooid, dat wij als
onder een fontein er onder door kunnen
kijken: wij razen uit de haven, zijn al in
open zee plotseling een stoot nog, tien tot
twaalf hevige stooten van onderen, de water-
fontein aan weerskanten is ploseling ver
dwenen en dan een rust, alsof wij in bed
liggen een stilte, die alleen nog in het
paradijs bestaat.
Wij zweven. Er beweegt zich niets. De
vleugels aan weerskanten boven ons zijn zoo
stil, als of zij op den grond staan. Onder ons
in de diepte trekken als een regelmatig
blauw en zilver oranment de golven naar
achteren, maar heel langzaam. Men merkt
niets van snelheid, niet van beweging. De
snelste machine, die de mensch uitgevonden
heeft schijnt langzamer dan alle primitieve
vervoermiddelen. Achter ons verdwijnt lang
zaam Italië. Dan merk ik plotseling dat mijn
hoofd dreunt; De motoren ronken en razen,
het is niet om uit te houden. Ik kijk schuin
van de wattenzakjes naar mevrouw en van
mevrouw naar de wattenzakjes. Mevrouw
glimlacht en zucht diep. (Dat zie ik, hooren
is onmogelijk.) Vastbesloten neem ik de
wattenzakjes en bied één mevrouw aan. Zij
dankt! Nu kan het mij niets meer schelen:
ik stop twee stukjes in mijn ooren. Wat een
heerlijke uitvinding! Het donderende lawaai
is tot de helft gereduceerd. Ik doe mijn best
om door schreeuwen en met veel armbe
wegingen mevrouw te bewegen, ook eens de
wattenpropjes te probeeren. Het lukt mij, zij
stopt twee in haar liefelijke oortjes en
glimlacht dankbaar. O!
Ondertusschen zijn wij midden boven de
Adriatische Zee. Italië is verdwenen. Onder
ons ligt een oneindige blauwe plank, de
zee.
Vliegen is een sensatie. Maar boven open
zee erg vervelend. Vergeeft u mij, allen, die
over het „wonder van de 20ste eeuw" filo
sofeert. Ik heb daarboven ook aan al die
banale en duizendmaal herhaalde wijsheden
gedacht. Ik voelde mij verplicht, om te
beginnen met Daedalus en Icarus aan alle
krantenstukken te denken, die over het vlie
gen zijn geschreven. Maar daar het altijd
hetzelfde is, was ik in vijf minuten klaar.
Ik heb dus zonder te filosofeeren een
uur lang op de blauwe plank in de diepte
gekeken, af en toe wel eens naar boven, waar
de propellers zich in een zilveren nevel wen
telden. Toen lag vóór ons de beroemde smalle
streep aan den horizont, die men in alle
verhalen vinden kan, en die ook in alle
verhalen grooter wordt, net als voor ons.
Maar toentoen begon een wonder.
Mijn Muse meende het goed met mij, dat
zij mij over Dalmatië liet vliegen. Want,
wat dk hier zag, deze duizend lange, smalle
eilanden, die als goud bblinkend, wild en ver
laten in de diepblauwe Adriatische Zee lig
gen, die zich gloeiend rood en geel, droog en
verbrand, wit omlijnd uit een doorzichtig
ultramarijn water verheffen, deze eilanden
vol steenen, vijgen- en olijfboomen, wier rot
sen men onder water kan volgen, hoe zij de
eilanden omgolven. Dit berglandschap, dat
onder doorzichtig water gezet is, dat alles
is onbeschrijfelijk.
Ik vervloekte den beleefden boy. die to
'Ancona mijn fototoestel had geplombeerd.
Maar hij móest, omdat deze eilanden Joego-
Slavisch zijn, terwijl Zara, dat daar achter
ligt, Italiaansch is. Dus worden alle foto
toestellen der reizigers geplombeerd, om te
beletten, dat deze eilanden gekiekt worden.
De machine daalde, het donkerblauwe
schaduwkruis, dat zij op het water wierp,
werd grooter en grooter en plotseling
schoten wij bruisend en stootend op de golven
neer en de haven van Zara binnen.
Tien sigaretten van Christo Cassimis uit
Alexandrië voor 7 1/2 cent! Niet het goedkoop
ste, maar de algemeen gerookte middelsoort.
Dat is de eerste en overweldigende indruk,
die den sensatielustigen reiziger wacht, als
hij, van de haven uit, een der poorten in
gaat die gelijk vormgaten zich in den hoogen
dikken muur rond om het stadje openen.
Deze muur omgeeft Zara gelijk een groote
vierkante kist zonder deksel, die op een
steenen plank boven de zee staat. Deze kist
is volgepropt met kleine huisjes en alléén de
toren der oude, in Venetiaanschen stijl
gebouwde kerk, steekt boven den muur uit.
De straten, „Calle" genoemd, loopen smal en
tamelijk recht van de eene poort naar de
andere en zijn vol van likeur- en tabak-
winkels. Voor iederen tabakwinkel tien
op één broodwinkel zit een man met een
zwarten Fez op zijn hoofd. Hij verkoopt alle
sigarettenmerken der wereld en fabriceert
buitendien nog een eigen merk. Er zijn een
stuk of 35 tabakfabrieken hier en 90 tabak
winkels.
Behalve de Opanken dragen de boerinnen
hier alles, wat een bloeiende fantasie zidh
van Balkancostuums kan indenken. Kousen,
handlgeweven als tapijten met kleurrijke or
namenten evenals een soort rugzakken, die
op kameelzakken lijken, met Oostersch aan
doende ornamenten en versiersels. Pakken
uit 6 meter stof, in duizend plooien en prach
tig geborduurd. Blouses en hoofddoeken, om
iedere West-Europeesche vrouw jaloersoh te
maken. De mannen dragen de kleine roode
Servische petjes of zwarte fez's.
Over het algemeen spreken de boeren
Kroatisch er zijn ook dorpen, waar Alba-
neesch gesproken wordt. Het Italiaansch,
dat de bevolking van Zara over het algemeen
spreekt een Venetiaansch dialect ver
staan de boeren niet. Er wordt ook wat
Duitsch gesproken, maar dat zijn de laatste
sporen van het vroegere Oostenrijk-Honga-
rije, waar deze streek voor den oorlog bij-
hoorde.
De boeren, die 's morgens om 4 uur van
huis gaan en urenlang door een droog en
verlaten land vol witte steenen. roode aarde,
olijven en vijgenboomen marscheeren, ko
men om 7 uur naar Zara, brengen melk en
hun producten naar de markt en mogen be
halve geld niets mee terug naar Joego-Sla-
vië brengen, al is er niet één winkel in hun
dorp. Zij zijn dus gedwongen te smokke
len. En zoo ziet men iederen middag op de
trap voor de kerk de kroatische boerinnen
zitten, en schorten, hoofddoeken, rokken en
blouses snijden en naaien, die zij dan aan
trekken en over de grens brengen.
Men beweert, dat van de 50 melkvrouwen,
De Vrijhaven Zera.
Het Stadje telt 12.800 inwoners, met Ita
liaansche omgeving ca. 15000. De overige
Joego Slavische omgeving telt niet mee, om
dat de grens, die op een afstand van een uur
naar alle kanten het. gebied omgeeft, Streng
bewaakt is. Men kan zonder paspoort en
visum niet een stap op Joego Slavisch gebied
doen, de Joego Slavische douaniers laten
niets door. Door deze afgeslotenheid naar alle
kanten zelfs van het moederland is Zara
door de Joego Slavische eilanden gescheiden
heeft Zara om zoo te zeggen géén handel.
De stad is vrijhaven, alles mag tol- en be
lastingvrij ingevoerd worden, maar er kan
niets uitgevoerd worden. Zoo komt het, dat
likeuren en tabakproducten hier minder dan
de helft, vaak het derde of vierde gedeelte
van het bedrag kosten, waarvoor zij in hun
land van herkomst verkocht worden. De in
Zara zelf gefabriceerde sigaretten, de beroem
de, hier gefabriceerde Maraschino, kosten
nóg minder.
Die winkels leven natuurlijk allemaal van
den smokkel. De bemanningen der booten van
en naar Griekenland, Albanië, de Joego
Slavische havens Ragusa, Sibenico, de Ita
liaansche havens Ancona, Trieste, Fiume, Pola
verlaten Zara, de zakken volgepropt met siga
retten, de koffers vol Mareschino, al mag
men niet meer dan 40 sigaren uitvoeren,
buitendien wordt Zara regelmatig bezocht
door heele vloten van Italiaansche oorlogs
schepen en op zulke dagen is geen brood
en geen vleesch in de heele stad te koopen.
Spoorwegen bestaan er niet. Men leeft er als
op een eiland, al is Zara door een smalle
streep met het vaste land verbonden.
Melk, fruit, groenten, olie, wijn, dat alles
komt uit Joego-Slavië.
Op „Opanken" komen de boerenja,
juist, mevrouw, die schoentjes, die u de laat
ste zomers als .dernier cri" gedragen heeft,
uit gevlochten riempjes, daar loopen hier
de boeren op, die, van Joegoslavië komend,
hun kippen, eieren, druiven, vijgen en olie
op den markt brengen. Die „Opanken" zijn
niet zoo mooi geverfd en onderhouden als
de uwe, mevrouw, maar daarvoor zijn ze
„echt", ruiken naar koeien en stal, en zijn
heel wat grooter. Koopen kan men ze niet,
de boeren maken ze alléén voor eigen ge
bruik, dat is jammer.
die over den grooten straatweg de grens
passeeren, om naar Zara te komen, 10 op
denzelfden weg terug gaan. De anderen
sleepen hun stoffen, pannen en alles, wat
zij voor hun huis noodig hebben, op sluip
paden over de grens. De jonge boeren smok
kelen natuurlijk sigaretten in massa's. Merk
waardig is hierbij, dat zij den Italiaanschen
grensambtenaar niet ontvluchten, die zich
niet om hen bekommert, al ziet hij hen op
vijf passen voor zich. Maar de Joegoslavische
ambtenaar, in hooge, Russische laarzen, wij
de, grijze rijbroek, witte Russische blouse en
witte Kozakkenpet, die schiet dadelijk, en
er zijn bijna dagelijks dooden aan de grens.
Gedeeltelijk komen de boeren van de
eilanden, in breede, ouderwetsche zeilbooten
en het is een vroolijk gezicht, deze blauw en
zwart geschilderde booten vol boerinnen
tusschen de eilanden te zien schommelen.
Een groot gedeelte dezer boerinnen zijn te
gelijk waschvrouwen, die het waschgoed der
Zara'sche families verzorgen. In Zara zelf
bestaat niet één waschvrouw. Wasschen is
een „specialiteit", een industrie der eilanden.
De meisjes van Zara zijn het mooiste ras,
dat ik ooit zag. Venetië, Rome, Griekenland
en Slavië zijn hier samen gekomen, om het
mooiste vrouwentype te scheppen, dat maar
mogelijk is. Groot, slank, bruingebrand van
de zon, sportief, gezond en vroolijk, zoo
wandelen zij 's avonds bij honderden door de
„Calle Larga", die al heet zij „breede
straat" even smal is als de andere steeg,
jes. Alléén ligt hier de eenige bioscoop dei-
stad, en dat zal wel de reden wezen, waar
om Calle Larga als promenade der schoon
heden wordt gekozen.
Van 13000 Zara'sche inwoners zijn meer
dan 7000 vrouwen; en daarvan is de helft
jong en mooi. Zij hebben het groote, slanke
lichaam van het fiere ras der Venetlanen,
die een menging van Germaansch en Ro-
meinsch bloed op de Adriatische zee voe
ren en de stad Zara gebouwd hebben. Zij
hebben de zwarte groote oogen der Romei
nen en de donkere lokken der Dalmatiërs,
zij hebben het edele gelaat der Grieken. Kan
het mooier?
In ieder huis is op zijn minst één mooi,
jong meisje, vaak tot zes, acht zusters waar
van de een al mooier dan de andere is. Zij
schijnen zich er niet bezorgd over te maken,
of zij een man vinden. Als er niet voldoen
de Zaratijnen zijn nu, dan gaan zij naar
Amerika! Dat is waar. Erheerscht een ware
ziekte onder het jonge volk hier, om naar
Amerika te gaan. Voor hun primitieve her
sens is Amerika nog het gezegende land.
En heele massa's jongelingen trekken dus
naar Amerika en trachten daar met behulp
van foto's hun mooie zusters aan een man
te helpen. Ieder oogenblik hoort men van
een ander Zara'sch meisje, dat naar Ame
rika trouwen gaat! Alléén met behulp van
een foto!
Maar werkelijk, zij kunnen iedere con
currentie weerstaan. Op het oogenblik loopt
de helft dezer schoonheden met blond haar
rond. Mijn hospita beweert, dat deze blond
heid van het waterstofsuperoxyd komt.
Greta Garbo maakt school ook waar men
Albaneesch en Kroatisch spreekt. Er zijn
negerkoningen met hooge hoeden en para-
pluies. waarom zouden niet de vrouwen van
den Balkan plus royaliste que le rol, dat wil
zeggen blonder dan Greta Garbo en Mariene
Dietrich zijn? En heusch: in Zara loopen de
Garbo's en Dietrichs en Bakers met honder
den rond. De psychologische lezer zal zich
kunnen Indenken, in welke conflicten lk da
gelijks kom.
A G A.
Darjeeling, 3000 M. hoog.
DE STAD BENARES.
Ik zit in Darjeeling 3000 M. hoog. Darjeeling
ligt op een van de uitloopers van de Hima
laya en van mijn kamer uit heb ik een
schitterend uiteicht over een heele reeks
toppen de Kindhenjangan liggen vlak
voor mij daarachter ligt dan weer de Thibet
Wegen zijn er niet, het is trekken ge
deeltelijk per kameel gedeeltelijk per yak
(een beest nog viezer dan een kameel)
een tentleven, maar niet zoo comfortabel als
in de Sahara met al zijn Oases. De Mount
Everest kan ik van hier uit niet zien. Daar
voor ga ik morgen naar Tiger Hill, 11/2
uur per pony van hier. Ook is hier morgen
groote marktdag; je ziet nu al een oneindig
aantal typen, dus het zal morgen wel heel
interessant zijn. Ik ben hier eigenlijk om
weer op krachten te komen na mijn ziekte in
Calcutta. Ik had het daar heel gezellig, had
steeds een auto tot mijn dispositie en werd
overal geïntroduceerd. De „garden party"
van den Gouverneur kon ik helaas door mijn
ziekte niet meemaken. Ook de „Proclama
tion Parade" liep ik mis. Dat is de groote
parade voor den onderkoning op Nieuw
jaarsdag, waar door hem aan alle troepen,
zoowel Engelsche als inlandsche, de procla
matie van het Engelsche bewind werd voor
gelezen. Ik miste nog een heeleboel andere
dingen, als internationale tennis, polo-
matches enz. De Calcutta Derby heb ik ge
lukkig nog medegemaakt. Voor het eerst van
mijn leven zag ik echte races. Het is het
evenement van het jaar; de allernieuwste
toiletten, enz. De Indische interesseerden mij
het meeste. Ik zag schitterende sari's. De
Onderkoning en de Gouverneur van Benga
len waren natuurlijk tegenwoordig. Het was
een plechtig moment toen de Onderkoning
arriveerde. De lijfwacht is werkelijk schitte
rend alles rood en goud alle mannen
even groot.
Voor ik van hier vertrok, kreeg ik van een
van mijn vrienden een „bearer" of wel een
„travelling servant", voor den geheelen duur
van mijn reis door Britsóh-Indië. Een „tra
velling servant" is een man, die voor alles
zorgt, kleeren schuiert, koffers pakt, bed op
maakt men reist hier steeds met eigen
bed hij zorgt voor de bagage, voor de
gereserveerde coupé en voor het eten in de
trein. Hij bedient u in het hotel, doet bood
schappen en fungeert als tolk. Ik leef nu
als een prins. Met pakken bemoei ik mij
al lang niet meer, dat kan ik hcelemaal aan
baboe overlaten. Toen mijn trein 's avonds
om elf uur vertrok, ging ik nog eerst uit
eten, toen naar een bioscoop en vandaar
direct naar den trein. Daar vond i:k in mijn
coupé (ongeveer driemaal zoo groot als bij
ons) alles klaar; mijn bagage opgezet, mijn
bed gespreid, nachtgoed- en toiletbenoodigd-
heden klaar; ook al mijn kleeren voor den
volgenden dag. Ik ga naar bed en baboe pakt
mijn avondkleeren weer netjes in.
De „bearer" brengt den nacht door in de
„Servants Compartement", naast mijn wa
gon, harmonica-treinen heb je hier niet. On
geveer één uur voor aankomst, het moei
natuurlijk een station zijn, wekt de „bearer"
mij en brengt toast, thee en bananen z.g.
„Chota-Hasra". Zoodra ik aankom, stap ik
uit, bemoei mij met niets en rijd met baboe
en mijn handtasch in een auto naar het hotel
en even later is de „bearer" er ook met de
bagage. Het is een ideale manier van reizen,
die echter bij de onbekendheid met de taal
en de slechte bediening wel noodig is. Ieder
een reist hier met zijn eigen „Travelling
Servant". Als je door de gangen van een
hotel loopt zit voor iedere deur een man
met zijn bundeltje en 's nachts ligt voor
iedere deur een man te slapen. In Burma deed
ik het met baboe alleen, maar daar moesit
ik voor bagage en eten zorgen. Ik reisde er
echter hoofdzakelijk per boot. Hier met de
treinen zou het te onrustig en ook te on
veilig zijn. Overmorgen ga ik weer terug naar
Calcutta, 14 uur sporen, blijf daar nog een
paar dagen, ga dan naar Benares, de heilige
stad aan de Ganges on naar Agra, tooi- de
Taj Mahal. Verder Dehli en Bombay en dan
weer dwars door Indië naar Madras. Vandaar
naar Ceylon, waar ik eenige weken blijf. Het
is hier wel veel warmer dan in Nederlandsch
Waschindustrie op de eilanden.
Op Opanken komen de boeren..
Indië. Temperaturen van 115120 graden
F. en een groot vochtigheidsgehalte. De koele
tijd hier duurt maar twee maanden, Decem
ber en Januari. Dan komt de warme tijd,
wanneer ieder die maar cenigszlns kan Cal
cutta ontvlucht en dan de regens.
BENARES, 18 Januari 1931.
Alleen een paar notities over Benares, de
heilige stad van de Hindoes, met z'n hon
derdduizend pelgTims, z'n heele nauwe
straatjes, waar geen voertuig door kan, tjok
vol menschen in sarri's van alle bestaanbare
kleuren, maar alle fel, fel rood, groen, geel,
enz. De menschen schijnen hier den ganschen
dag niets anders te doen dan offeren, baden
In de Ganges en bidden. Men loopt met z'n
koperen kannetje met heilig water en z'n
mandje met rijst, bloemen en fruit. Over
al de tempels (o.a. de Goudon Tempel), de
Ganges, al de verschillende Hindoe cere
monieën enz. zal ik maar niet veel schrijven,
daar er genoeg boeken, plaatjes en foto's over
bestaan.
De tocht op de Ganges was boelend. Tien
a honderdduizend menschen opgepropt naast
elkaar nemen er hun bad rijke vrouwen
baden in een dichte boot met losse planken
en een trapje naar de Ganges. Onder ds
parasols zitten de priesters, bewaren de
drooge kleeren voor de badenden tegen
geld en leveren poeder en verf om opnieuw
het Hindoe teeken op het voorhoofd te schil
deren. Groote paleizen van de verschillende
Maharadja's staan aan de rivier. De palelzen
zijn gebouwd op heel hooge muren; het woon
gedeelte begint eerst ver boven don grond,
daar de Ganges soms heel hoog stijgt. Een
bad in de Ganges wascht alle zonden af. Het
water heeft scheikundig bewezen een
groote bacteriën doodende kracht, maar het
is zelfs nog vuiler dan het water in de Am-
sterdamsche grachten. Behalve alle baden
de menschen, die er ook hun mond spoelen,
worden er dagelijks lijken in gewasschen en
allerlei offers in gegooid.. Maar volgens mijn
gids een Hindoe naturlijk doodt dit
water alle bacteriën en niemand wordt ooit
ziek, als hij ervan gedronken heeft, mits
hij het met eerbied drinkt.
Het hoogste, wat een Hindoe bereiken kan,
is in Benares te sterven. Dat spaart hem
verschillende incarnaties uit. De Maharadja's
worden, als zij stervende zijn, naar Benares
vervoerd en wie maar eenigszins kan, komt
hier om zijn eind af te wachten. Zelfmoord
is tegenwoordig verboden, daar het een te
grooten omvang aannam. Als Iemand sterft,
wordt het lijk naar de Ganges gebracht en.
daar eerst gebaad; vlak naast het lijk,
drinkt een ander van het zélfde water. Dan
wordt het op een brandstapel gelegd, wat
hout er over heen en dc naaste bloedver
want steekt het hout aan. Na de verbran
ding wordt de asch verzameld en in de Gan
ges gegooid; de overblijfselen van hout en
kool worden door iemand van de laagste
klasse bij elkaar geveegd, heelemaal tot osch
verbrand en per speciale boot naar een daar
voor bestemde put gebracht.
VAN GOOCHELEN EN
GOOCHELAARS.
David Devant, in zijn dagen een bekei/l
Engelsch goochelaar, kreeg, als zoovele 1X
roemde goochelaars, vele personen bij zien,
die les kwamen nemen om als amateur
kennissen en vrienden te kunnen bezig
houden.
Hij vertelt dan o.a. van iemand die zich
tot dat doel bij hem meldde. De leerling, een
man van middelbaren leeftijd, toonde echter
een volslagen gebrek aan geschiktheid voor
het werk dat hij van Devant leeren moest.
Zoodat Devant het hem tenslotte moest
meedeelen.
Tot zijn verwondering werd dc „klant"
niet boos, doch begon te lachen. „Ik begeer
ook heelemaal niet een goochelaar te wor
den", zei hij. daarnaar gevraagd. „Maar
mijn vrouw heeft u gezien en ze was gek van
nieuwsgierigheid om te weten, hoe u het
doet. En daarom heeft ze mij als tusschen-
persoon naar u toegestuurd om het haar te
kunnen vertellen!"
Op een anderen keer wandelde hij *s avonds
naar huis op een stillen landweg, toen een
groote man op hem afsprong en hem toe
beet: „Jij kunt geld maken; ik heb t je
zien doen!!"
Devant herinnerde zich plotseling, dat hij
in 't plaatselijke krankzinnigengesticht een
voorstelling gegeven had, waarbij hij de be
kende truc van geld uit de lucht „plukken"
uitgevoerd had.
„Vooruit, maak geld!" voegde de krank
zinnige hem dreigend toe.
Gelukkig kwamen op dat oogenblik eenige
bewakers toeloopen die hem uit zijn benarde
positie bevrijdden.
Om een goed goochelaar te worden, moet
men stalen zenuwen en een koel hoofd
hebben. Een druk, geagiteerd, zenuwachtig
persoon is er niet geschikt voor.
Twee andere vereischten zijn allereerst het
beschikken over een groote radheid van tong
waardoor je de toeschouwers voortdurend
bindt en afleidt. En verder de macht om
weerstand te bieden aan de verleiding op
critieke momenten naar je handen te kijken,
En dat laatste is moeilijk!.