H.D. VERTELLINGEN
HUISHOUD-SPECERIJEN
HOILANDIA SPECERIJEN
uSillevoldts Speceryenmalery ArmölBll Rotterdam
STEUNT!
ONZE DAGELIJKSCHE KINDERVERTELLING.
Wat kikker Karei en Tuimeltje beleefden.-
HAARLEM'S DAGBLAD
MAANDAC 28 SEPTEMBER 1931
(Nadruk varboden; auteursrecht voorbehouden).
(Naar het Engelsch van
Edward Cheltenham).
De kus.
„Lord Robert Dudley, ge moet sterven!
Koningin Elisabeth was van haar zetel
opgesprongen en stond, dreigend, voor den
jongen edelman. Haar oogen schitterden.
Ze had haar hand opgeheven, als gereed om
hem te kastijden. Haar gelaat was hoog ge
kleurd. Een diepe trek van verontwaardi
ging had zich op haar voorhoofd gegroefd.
Lord Robert stond met gebogen hoofd,
onbewogen, liet de toorn van de vorstin
over hem gaan zonder verzet, zonder een
woord van tegenspraak, zonder een gebaar
van verweer.
Hij was groot, krachtig, met de slankheid
van een, die veel aan sport en lichaams
oefeningen doet. Hij was een geducht ruiter
moedig, brutaal, door menige vrouw van het
hof in stilte begeerd, een bon-vivant, maar
ook een, die, zonder veel scrupules, zich den
weg door het leven trachtte te banen. Hij
was nu negen en twintig, trotsch en onbe
schaamd, eerzuchtig en geslepen.
Zij was zeven en twintig en nog geen jaar
aan de regcering, als opvolgsted van haar
zuster Mary, dochter evenals zij, Elisabeth,
van Hendrik den achtste. Reeds vroeg had
Elisabeth den ernst, de zorgen en de moei
lijkheden van het leven lecrcn kennen. Haar
moeder, Anna Boleyn,. had op het schavot het
leven gelaten. Haar vader had haar gene
geerd en haar zuster had haar vervolgd,
toen deze koningin was geworden, na den
dood van hun broer, den jongen Edward
den zesde, haar beschuldigd een complot
tegen haar te hebben gesmeed en haar naar
den Tower gezonden.
En nu was zij geroepen op den troon van
Engeland, reeds lang verscheurd door gods
diensttwisten en geloofsvervolgingen.
De vreugdelooze jeugd had op het gelaat
en op het karakter van Elisabeth haar sporen
egdrukt. Ze keek altijd ernstig, lachte wei
nig, scheen koud en ongevoelig en weinig
tot liefde geneigd. Haar leven was vol avon
turen geweest, vol gevaren. En het huwelijk
beschouwde zij als een nieuw avontuur,
waarbij nieuwe gevaren voor haar als konin
gin zouden dreigen. Zij was ijdel en grillig
en had het eerzuchtige karakter van haar
Zij vreesde, door haar eer- en heerschzucht
dat haar gemaal haar zou kunnen over-
overheerschen, dat zij de macht met hem zou
moeten deelen. Velen hadden reeds naar haar
hand gedongen. Daar waren Karei, aartsher
tog van Oostenrijk, zoon van den keizer, Eric,
koning van Zweden, Adolf, hertog van Hol-
stein, de graaf van Anau, erfgenaam van
den Schötschen troon.
Maar ze waren afgewezen. Elisabeth wilde
zich alleen wijden aan haar land. Niet alleen
vreemde vorsten hadden Elisabeth tot ge
malin begeerd, ook haar eigen onderdanen,
afstammelingen van oude geslachten, die
hun eigen stempel hadden gedrukt op de ge
schiedenis van het land, hadden dc stille
hoop gekoesterd, dat de koningin een van hen
zou verheffen tot haar gemaal.
Die hoop koesterde ook Lord Robert Dudley
zoon van John, hertog van Northnumber-
land, een man, die, door zijn eerzucht ge
dreven aan het hof van den voorgrond was
gekomen. Reeds lang, sinds het oogenblik.
dat Elisabeth als koningin was opgetreden,
hadden de hovelingen opgemerkt, dat zij
altijd veel belangstelling voor hem had en
heel dikwerf zijn gezelschap zocht. Ze scheen
hem bij tal van gelegenheden den voorrang
boven anderen te geven en men voorspelde
dat hij de gemaal van de koningin zou wor
den.
Nu had de koningin hem tot een gesprek
uitgenoodigd. En die uitnoodiging had bij
hem, opnieuw, de hoop gewekt, dat Elisa
beth hem zou vragen naar haar hand te
dingen, welke zij hem dan niet zou weige
ren.
Maar zijn hoop ging niet in vervulling.
Het gesprek beantwoordde niet aan zijn ver-
waclitinugen. De koningin wilde hem raad
plegen over den aankoop van een stotery,
over de inrichting van haar stallen. Doch
over haar huwelijk sprak ze niet. Ze roerde
het onderwerp zelf niet aan.
Terwijl het gesprek bijna ten einde was,
hij elk oogenblik een wenk van de koningin
verwachtte, een teeken. dat het onderhoud
geëindigd was, dreef zijn eerzucht hem tot
een brutale daad. Bliksemsnel had hij over
wogen, dat wat hij wilde doen. hem op het
schavot kon brengen of tot e.en harde ge
vangenisstraf in den Tower. Een waagstuk
de laatste inzet, de laatste kans op den hoog-
sten prijs. Het zou zijn ondergang kunnen
beteckenen of zijn verheffing.
Twee gevoelens dreven hem. Twee verlan
gens, al overheerschte het eene het ande
re.
De koningin tot de zijne te maken om .met
haar over Engeland te kunnen héerschen. Dit
was zijn grootste begeerte. Maar daarbij was
de begeerte om haar als vrouw te bezitten. In
hem was de lady-killer weer ontwaakt, die de
koningin begeerde, die nog een jonge vrouw
was.
Hij was opgestaan. Plotseling greep hij
haar voorhoofd en drukte op haar lippen een
vurigen kus, waarin hij al zijn liefde voor
haar wilde leggen. eZ was opgesprongen
en dreigde:
„Lord Robert Dudley, ge zult sterven. Ge
hebt u vergrepen aan Uw Koningin. Ge hebt
de eerbied, die ge uw gebiedster verschul
digd oent. vergeten. Ge zult sterven, Lord
Robert Dudley. Uw daad is dubbel misdadig.
Ge schondt de eer van een vrouw, ge schondt
de eer van uw koningin".
„Ik ben bereid te boeten, Majesteit, voor
wat ik, in uw oogen heb misdreven. Geen
rechter behoeft mij te vonnissen, nu Uw
majesteit het vonnis reeds heeft geveld. Ik
ben bereid te sterven, zonder gehoor, zonder
proces. Alleen tegenover u, o koningin, wil
iik mij verantwoorden, tegenover haar. die
zich belecdigd gevoelt, wil ik mij rechtvaar
digen, tegenover mijn koningin, die in haar
hand mijn leven heeft, wil ik mij verdedi
gen".
„Ik ben nieuwsgierig. Lord Dudley, te
hooren, wat u te zeggen heeft. Ik sta u toe
het mij te zeggen, al verdient ge die toegevend
he id niet".
„Majesteit, wat ik deed. is den edelman
onwaardig, maar ik vergat mijn afkomst
en mijn geboorte. Ik vergat, dat ik tegen
over mijn koningin stond, ik zag alleen de
vrouw, die ik lief heb. ik zag alleen een
wezen vol schoonheid, waard om bemind te
worden, waard om vereerd to worden.
De kus, die ik u gaf. was niet een kus van
begeerte, dat was een hulde aan de lief
talligheid, de schoonheid van uwe majesteit
als vrouw.
Ik heb misdreven, want door de vrouw te
huldigen, beleedigde ik mijn koningin. Door
U, als vrouw, vergat ik de eerbied, die ik
tegenover u, als koningin, verschuldigd ben.
De liefde, de vereering, welke ik voor u koes
ter, deden mij den afstand: vergeten, die den
onderdaan van zijn koningin scheidt. Als
koningin kan Uwe majesteit mij vefroor-
deelen, als vrouw zal zij niet de eerbiedige
hulde van den man, die lief heeft, kunnen
afwijzen. Ik zal sterven en ik ben bereid.
Want ik verlang geen genade, die gepaard
zou gaan met de verachting v-an mijn konin
gin, want ik begeer niet langer to blijven
leven, verdreven van uw nabijheid, niet in
staat uw kleed aan te raken. Wanneer mijn
oogen zich niet meer vergasten kunnen aan
uw schoonheid, niet meer kunnen aanschou
wen de heerlijkheid van uw wezen".
„Lord Robert Dudley, een koningin kan
zich gelukkig prijzen als zij zulke trouwe
onderdanen heeft als gij. Ik verwacht van
uw diensten veel, Lord Robert. Ik benoem u
tot mijn opperstalmeester, omdat u dan al
tijd gelegenheid heeft in mijn nabijheid te
vertoeven. Ik vergeef u den kus. Hij heeft
me doen begrijpen, dat de vrouw in mij nog
niet heelemaal is gedood. Vaartwel!"
(Nadruk verboden).
LAFFE AANVAL OP EEN OUDE VROUW
Zaterdagmiddag om kwart over vier kwam
naar het Hbld. verhaalt, een „mijnheer" bij
een kamerverhuurster op den Admiraal de
Ruyterweg te Amsterdam om kamers te zien.
De 60-jarige vrouw toonde hem een der ka
mers. De man wilde ook het bed zien en toen
de vrouw zich bukte om de dekens op te
slaan, gaf hij haar met een steen, welke hij,
in een papier gewikkeld, bij zich had. een
slag op het hoofd. De vrouw gaf een gil,
waarna de man, zonder iets uit de woning
weg te nemen, op de vlucht sloeg en wist
te ontkomen. Buren kwamen de vrouw te
hulp; zij is met een zware hoofdwonde naar
een der gasthuizen overgebracht.
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stolt de Re
dactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cl», per regel.
BEZWAREN TEGEN AUTO
BUSSEN INPLAATS VAN TRAMS
De onlangs gepubliceerde trampjannen
zullen in Haarlem en Omstreken zeker niet
algemeene instemming hebben gevonden,
althans niet voor zoover het betreft de ver
vanging van trams door autobussen. Het
is toch een niet te ontkennen feit, dat con
rit in een tramwagen te verkiezen is boven
die in een autobus en wel in hoofdzaak om
de navolgende redenen: I. de tram schokt
en schudt minder; 2 men zit er ruimer; 3
wanneer men met een standplaats genoe
gen moet nemen, kan men in een tram
ten minste rechtop staan; 4 in en uitstap
pen is gemakkelijker, 5. de atmospheer in
de tram is frisscher.
Tegenover deze nadoelen zinkt het voor
deel van de onbelangrijke verlenging der
lijnen in het niet.. Bovendien is de vervoer-
capaciteit van de tram grooter dan van de
bus. Nu is weliswaar het vervoer op de lij
nen 24 niet zoo geweldig, maar toch be
twijfel is het of een bus bijv. het vervoer
van lijn 2 zal aankunnen, vooral op de
spitsuren.
Het argument, dat de tram niet in de
binnenstad thuishoort, gaat hier niet op,
omdat geen der meergenoemde lijnen door
de binnenstad rijden: Wel is van waarde
het argument, dat de N.Z.H. een concessie
voor langen tijd verlangt en dat het B. en
W. ongewensevht voorkomt zich voor zoo
langen tijd te binden. Toch kan dit argu
ment m.i. den doorslag niet geven. Uit
niets valt af te leiden, dat er kans bestaat,
dat in de toekomst het reizen per bus aan
genamer zal worden; de genoemde bezwa
ren zullen wel steeds blijven bestaan. Een
ander, niet genoemd bezwaar, dat ook wel
een rol gespeeld zal hebben is, dat de sa
menwerking tussöhen gemeente en N.Z.H.
niet steeds even vlot is geweest. Ook dit mag
echter m.i. den doorslag niet geven, nu het
er op aankomt om aan Haarlem en omstre
ken een zoo goed mogelijk tramnet te ver
schaffen. Er zullen wel middelen gevon
den kunnen worden om wrijvingen zooveel
mogelijk te voorkomen. Men bedenke, dat
Haarlem weliswaar een aantrekkelijke
woonstad is, doch dat het die aantrekke
lijkheid in hoofdzaak ontleent aan zijn
IN DE B1AUWE BUSJES MET DE PALMEN
IN DE BEKENDE WITTE BUSJES
DE BESTE KWALITEIT
mooie omstreken; de stad zelf biedt als
woonstad niet zoo veel. Het is dus van het
grootste belang,' dat de verbinding met de
omstreken een zoo goed mogelijke zij en in
dit opzicht verdient m.i. zonder twijfel een
tramverbinding verre de voorkeur.
Het bezwaar van de rails op het Stations
plein is m.i. wel te ondervangen. Ik kan mij
bijv. de navolgende regeling indenken,
waarbij ook het thans bestaande gevaarlijke
uitstappunt op het Stationsplein van de uit
de Jansweg komende lijn 1 verdwijnt: Lijn
1 uit de Jansweg komende rijdt over het
Stationsplein en verdwijnt door het viaduct
Kruisweg naar het KennemerpleinLijn 1
uit de richting Schoten blijft rijden gelijk
zij thans doet; de lijnen 2 en .3 komende uit
Blpemendaal en Overveen rijden eerst
over het Kennemerplein, gaan dan onder
de viaduct Jansweg door en komen zoo op
het Stationsplein om door de viaduct Kruis
weg w»er te verdwijnen. Lijn 4 zou ik van
het Kenaupark onder het viaduct aldaar
willen laten doorgaan om zoo op het Sta-
tenbolwerk op het tramspoor der lijnen 2
en 3 te komen en op dezelfde wijze als die
lijnen over het Stationsplein te gaan. Men
behoudt dan op het Stationsplein slechts
tramspoor, en alle trams rijden er in één
richting. Bovendien wordt het leggen van
rails in de Parklaan voorkomen. Dat de
tramrails op de genoemde lijnen practi-
scher gelegd kunnen worden, dan thans het
geval is, behoeft wel geen ander betoog en
kan hier verder blijven ruston.
Ik hoop dat de Haarlemsche Raad, die
straks geroepen zal zijn om over de boven
genoemde tramplannen te delibereeren,
daarbij vooral in het oog zal houden, dat
het belang van Haarlem in de eerst plaats
een goede communicatie met de omstreken
eischt en dat in dit opzicht de tram de voor
keur verdient boven de autobus.
U, mijnheer de Redacteur, dankend voor
de verleende plaatsruimte,
Hoogachtend,
R.
TIJDSCHRIFTEN.
Eigen Haard.
Eigen Haard, dat verleden week met haar
28sto nummer in een nieuwe- oranjegewaad
verschenen is. met een'foto, midden op het
omslag, geeft in no. 39 een groot geïl-
lusteerd artikel over Den Haag als woon
stad. Joh. Broedelet draagt bij door een
schets Ouderdomsrente en Edmond Visser
schreef een critiek over „Misdadigers". Ver
der wordt de wereldreis van Charles Boon
vervolgd en vinden we de gewone overige
rubrieken; als film, vrouwenrubriek en uit
boek en blad.
Het Vliegveld.
Dit nummer, van September, is goeddeels
gewijd aan den weekdïenst Nederland-In-
dië.
Vooraanstaande mannen uit de vliegwe
reld hebben daarover bijdragen geleverd,
en Henri Hagener geeft, een groot artikel
over wat aan den weekdienst voorafging.
Voorts is een bijdrage gewijd aan den
lucht haven „Twente".
De Jcodsche Middenstander.
ïn het tweede nummer van den len jaar
gang vonden de o.a. artikelen over Wo
ningbouw. De Joodsche Winkelier. Hoe een
overeenkomst tot stand komt. en notities
van een journalist. Ook een adres dat door
de Joodsche winkeliers aan B. en W. in En
schedé zal worden aangeboden.
Tentoonstellingsberichten.
De laatste aflevering van dit tijdschrift
bevat een twee bladzijden lange lijst van te
houden tentoonstellingen en Jaarbeurzen
in Binnen- en Buitonland en o.a. een ver
slag der werkzaamheden van de Nederl.
Vereeniging voor Tentoonstellingsbelangen
over het afgeloopen jaar.
Nederlandsch fabrikaat.
Allereerst treffen we in de September-af
levering van het maandblad van de Vereeni-
ging „Nederlandsch Fabrikaat" een overzicht
aan van „Wat de Vereeniging in de laatste
maand deed".
Daarna trekt de aandacht het slot van
het verslag van de algemeene ledenvergade
ring te Tilburg gehouden. „Uit de Pers" geeft
de gebruikelijke bloemlezing van hetgeen in
den laatsten tijd in verschillende bladen is
verschenen en betrekking heeft op het doel
der Vereeniging.
Vervolgens vraagt Willy Corsary de aan
dacht van de Nederlandsche Vrouw in eenige
vlot geschreven bijdragen. Belangwekkend
is vervolgens de met verschillende duidelijke
afbeeldingen verluchte beschrijving van de
Thomassen verticale compressorlooze Die
selmotor door Ir. P. C. Brunting.
„Nieuwtjes uit de Nederlandsche Industrie
geeft verschillende aardige bijzonderheden.
Daarna treffen wij aan een uitvoerige ver
melding van de in Juli j.l. verleende Neder
landsche octrooien, terwijl vervolgens het
eerste gedeelte is opgenomen van een artikel
„Waddinxveen thans voorheen".
Tenslotte moeten nog worden genoemd de
verschillende officieele mededeelingen, waar
uit het veelomvattend terrein, waarop de
Vereeniging zich beweegt, zeer duidelijk naar
voren treedt.
Binnenhuis.
In Binnenhuis van 24 Sept. schrijft Paul
Bimoberg over de Woninginrichting op de
25ste Ned. Jaarbeurs. Voorts treffen we bij
dragen aan: Naar beter vakonderwijs, Scha
delijke insecten in hout, Bescherming van
triplex tegen atmospherische invloeden,
Leukoriet, een nieuw materiaal voor de
meubelindustrie en binnenhuis-architecteur
en Tuimelschoot e.a.
„Maatschappij-Belangen"
In „Maatschappij-Belangen", het tijdschrift
van de Nederlandsche Maatschappij voor Nij
verheid en Handel, van September schrijft
de redacteur Mr. Ja. Bierens de Haan, onder
den titel „De weg uit de werkloosheid" een
artikel, waarin de noodzaak in het licht ge
steld wordt, dat een andere geest de ver
houding tusschen werkgevers en arbeiders
bepaalt: de geest van begrip voor de weder
zij dsche moeilijkheden, erkenning van de
werkelijke verhoudingen, niet slechts op eco
nomisch, maar ook op psychologisch gebied.
Wederzijds zulle noffers gebracht moeten
worden. Hoe zwaar deze voor vele onderne
mingen reeds zijn blijkt iederen dag duide
lijker. Dat echter aan de arbeiders de alge
meene daling van prijzen en inkomen zou
voorbijgaan, zal ook door hen zelf niet ge
loofd worden. Zij zullen waar dit tot nieuwe
werkgelegenheid kan leiden een offer van
loonverlaging, wellicht van werktijdverlen-
ging moeten brengen, aldus het artikel, om
dat er slechts één oplossing mogelijk is ter
overwinning van de werkloosheid: meer voort
brengen. Dit beteekent: meer koopkracht
scheppen, meer arbeiders in het productie
proces inschakelen, de beschikbare goede
renvoorraad vergxooten. Er is nog aan aller
lei verbruiks-goederen een schrijnend tekort.
Van het offer, aldus de schrijver, dat hier
gebracht zal moeten worden is de psycholo
gische zijde de belangrijkste. Dit offer zou
natuurlijk op den duur ook met strijd afge
dwongen kunnen worden: steeds sterker
dwingen de onveranderbare economische
verhoudingen er toe. Maar hier staan tege
lijkertijd waarden op het spel, die van nog
grooter belang zijn dan de arbeidsvoorwaar
den. Het gaat hier om het leven der ge
meenschap dat, al wordt het ook gevormd in
den strijd en de conflicten van iederen dag,
toch in den grond alleen kan berusten op
den wil tot gemeenschap, den wil tot samen
werking, en niet op een alles ondermijnen
de verdeeldheid. Ons economisch-maat-
schappelijk leven kan niet meer gebouwd
worden op strijd en wantrouwen en groeps
belangen. die bereid staan elkaar te vernie
tigen. Noodig is: een arbeidsgemeenschap,
welks leden weten, dat ze niet werken voor
anderen, maar voor eigen belang; dat zij in
hun eigen belang offers hebben te brengen,
maar ook t. z. t. de vruchten daarvan zullen
plukken. Noodig is: een gemeenschap waar
ook dij de massa der minstbevoorrechten
de overtuiging kan leven, dat het algemeen
belang niet dat is van een kleine bevoor
rechte klasse, maar ieders belang. En waar
ieders belang in werkelijkheid alléén onder
geschikt is aan: het algemeen belang'
„S de a.ndere zijde, aan de zijde die de
arbeideis zien als „de klasse van onderne-
ÏS2 en kapitalisten", zal alles gedaan
moeten worden wat mogelijk is om de arbei
ders de overtuiging te geven, dat het be
lang der onderneming hun belang is. Gelei
delijk moet bij de arbeiders de overtuiging
kunnen groeien, dat ze niet zijn de name-
looze massa, wier kracht en beteekenis in de
eerste plaats gelegen is in de strijdkracht
hunner organisaties, maar dat ze zijn men-
schen, die als menschen erkend worden, dat
zij als mensch een plaats innemen in' het
bedrijf, waaraan ze iederen dag hun werk
kracht geven. Dat de levensbeperkingen, die
zij hebben te aanvaarden, niet voortspruiten
uit de willekeur of het eigenbelang van per-
bij gelijken prijs en kwaliteit
DE NEDERLANDSCHE INDUSTRIE
Hiermede dient gij uw land en
BESTRIJDT gij de werkloosheid.
sonen of groepen, maar een onafwendbaar
gevolg zijn van de zakelijke onveranderbare
economische verhoudingen, waaraan ieder
lid der gemeenschap op zijn wijze onder
worpen is.
De toepassing hiervan zal niet gemakke
lijk zijn: hiervoor is geen algemeen schema
te geven.
De vraag waarom het nu vooral gaat is:'
hoe kan op grond van de bestaande verhou-
houdingen de economische en maatschap
pelijke dreiging, die over deze samenleving
hangt, overwonnen worden voordat de
vernieling nog verder gaat? Hiertoe is vóór
alles noodig: wederzijds de werkelijkheid te
zien en te aanvaarden.
„Maatschappij-Belangen" bevat voorts een
artikel ter herdenking aan mgr. Nolens, een
opstel van wijlen prof, Treub over de econo
mische crisis, verschenen in het „Bulletin
Interparlementaire", een artikel van mr. A.
J. R. Maurits, over de resultaten van het
sociaal-economisch congres..
RADIO-PROGRAMMA
DINSDAG 29 SEPTEMBER.
HILVERSUM 1875 M.
Uitsl. AVRO-Uitzending.
8.00 Gramofoonpl. 10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonpl. 10.30 Mevr. Pierson: Dé
Japansche vrouw in haar huis. 11.00 Concert.
E. Heymans (piano), Mevr. E. de VriesKal-
lersmann (zang). 10.45 Gramofoonpl. 12.00
Kwartetconcert o.l.v. A. 'Nooteboom. 1.30
Zenderverzorging. 2.00 Causerie door Mevr.
De Leeuwvan Rees over het AVRO-knip-
patroon. 2.30 Ooggetuige-verslag der K1.M,
Vlootschouw (afgewisseld door Gramofoon-
platen). 4.00 Vioolrecital door Max Groen.
Vleugel: Egb. Veen. 4.30 Radio-Kinderkoor-,
zang o.l.v. J. Hamel. 5.00 Omroeporkest o.l.v,
N. Treep. 6.50 Modepraatje door Mevr. de
LeeuwVan Rees. 7.00 Optreden van het En
semble voor vroolijke Kleinkunst „Ito Trou-"
badours" o.l.v. Marijke van Tooren. 7.30 Prof.
Vening Meinesz: „De Onderzeeboot als we-'
tenschappelijk hulpmiddel" 8.00 Kovacs Lajos
en Orkest in het Kurhaus-Scheveningen,
Pierre Palla (orgel) en Boris Lensky (viool),
9.30 Radio-tooneel „Wereldnieuws-Avond-
editie" naar het hoorspel van E. Toller. Bew.
Hildebrand. 10.10 Vaz Dias. 10.25 Aansluiting
met „The House of Lords" Den Haag. Ensgjli-
ble Lismonde. 11.00 Gramofoonplatenconcerfc,
HUIZEN 298 M.
Uitsl. K.R.O.-Uitzending.
8.00 en 10.00 Gramofoonpl. 11.30 Godsd,
Halfuurtje door Pater Lector J. Dito OP.
12.00 Politieber. 12.15 Concert K.R.O.-Trio
o.l.v. P. Lustenhouwer. 1.45 Gramofoonpl.
2.00 Vrouwenuurtje. 3.00 Gramofoonpl. 3.30
Zenderverzorging. 4.00 Gramofoonplaten
(Opera-concert). 6.00 Onderwijsfonds voor de
Binnenvaart. 6.30 Verbondskwartiertje. 6.45
F. P. v. d. Sloot: Inleiding op den a.s. Engel-
schen cursus". 7.00 G. Hilterman: ,pe Vol
kenbond". 7.30 Politieber. 7.45 Rondgang door
de N.V. Stoommeelfabriek „Holland", Am
sterdam. 8.30 Concert K.R.O.-orkest o.l.v. J.
Gerritsen. M.m.v. L. Somer (viool) en G. Ver
meulen (altviool), ca. 9.15 Vaz Dias. 11.00
Gramofoonpl. 11.40 Blijde Incomste van den;
heer Longwelle. 12.00 Feestelijk tijdsein en
besluit van het Trimester.
DAVENTRY, 1554,4 M.
10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing'. 11.20 Le
zing. 12.20 Orgelspel door E. O'Henry. 1.20 Or
kestconcert. 2.10 Berichten. 2.15 Televisie. 2.25
School-uitz. 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinder
uurtje. 6.20 Berichten. 6.50 Piano-recital door
Yvonne Arnaud m.m.v. Strijkkwartet. 7.10
Lezing. 7.40 Vaudeville. 8.50 Lezing. 9.20 Con
cert. Orkest, N. Williams (bariton). 10.00 Be
richten. 10.15 Berichten. 10.30 „The Wreckers'*
van Ethel Smyth (derde bedrijf). 11.00 Dans
muziek.
PARIJS, „RADIO-PARIS", 1725 M.
8.05 Gramofoonpl. 1'2.50 Gramofoonpl. 1.25
Gramofoonpl. 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Concert,
LANGENBERG, 473 M.
7.25 Gramofoonpl. 10.35 Gramofoonpl. 12.30
Gramofoonpl. 1.25 Concert. 5.20 Zang en,
piano. 8.20 Gramofoonpl. 8.50 Gramofoonpl.
met toelichting.
KALUNDBORG, 1153 M.
12.25 Orkestconcert. 3.20 Orkestconcert erl
zang. 8.20 Radio-Tooneel. 10.35 Orkestconcert.
11.20 Dansmuziek.
BRUSSEL 508.5 M. en 338.2 M.
508.5 M.: 5.20 Ox*kestconcert. 6.50 Gramo
foonpl. 8.20 Concert. Orkest, solisten en trio.
338.2 M.: 5.20 Orkestconcert. 6.50 Gramo
foonpl. Lezing. Declamatie.
ZEESEN, 1635 M.
ca. 7.00 Gramofoonpl. 10.30 Uitz. v. scholen.
10.55 en 12.20 Berichten. Hierna Gramofoon
platen. 1.15 Berichten. 2.20 Gramofoonpl. 3.20
Lezingen 4.50 Concert. 5.50 Lezingen. 8.20 Or
kestconcert. 9.20 „Suedfunk-Kaleidoskop",
Radio-revue. 10.20 Lezing en Berichten,
Daarna tot 11.50 Orkestconcert.
Jonge-jonge, wat 1iarl die kleine Tuimeltje een adem. Hij blies
zoo lang en zoo bard dat dc zeepbel nog grooter werd dan hij
zeii. En een prachtige kleuren dat er in te zien waren Aller
hande, maar er was geen een kleur, die gelijk was aan zijn eigen
gezicht, want dat -zag vuurrood van inspanning.
Tuimeltje vond dat-die mooie zeepbel niet mocht klappen en
daarom hield hij op met blazen en liet hem in de kamer zweven.
Daarna ging hij cr nog wel een vijftig andere bij blazen en de
kamer stond weldra heelemaal vol zeepballonnetjes. Er waren
cr zooveel dat kikker Karei bijna geen plaats meer had om te
staan en Tuimeltje zelf ging plat op zijn rug liggen. Hij vond
het vreesclijk leuk en gierde het uit van de pret.
Toen gebeurde bet dat Tuimeltje op een van de zeepbellen
klauterde en tot zijn schrik ging de zeepbel aan het vliegen.
Tuimeltje kon niets doen, dan zich vast houden en daar eing hij
de deur uit en kwam zoo in dc verschillende gangen van het
paleis. Kikker Karei liep er lachend achteraan en ook dc andere
kikkers en de torretjes hielden Tuimeltje fijn voor den gek.