LETTEREN EN KUNST JAN FABRICIUS. ONZE DAGELIJKSCHE KINDERVERTELLING. Wat kikker Karei en Tuimeltje beleefden. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 30 SEPTEMBER 1931 HET TOONEEL Jan Fabricius wordt heden zestig jaar. Terwijl in DuitsclDand de Hollandsche tooneelschrijver op zijn zestigsten verjaar dag wordt gehuldigd met de opvoering van eenige zijner stukken o.a. te Hamburg, waar zijn „Onder één dak" wordt uitgezon den en gespeeld gaan onze tooneeldirec- ties Fabricius op dezen dag voorbij, alsof hij nooit in zijn leven iets van beteekenis voor het Nederlandsch tooneel geschreven had- Dat is een snoode ondankbaarheid en een miskenning van dezen Hollandschcn too neelschrijver Hoeveel successen heeft deze zelfde Fabricius verschillende tooneeldirec- ties niet bezorgd? Het is nog geen 15 jaar geleden, dat directeuren om zijn stukken streden, dat Royaards met Dolle Hans Verkade met Totok en Indo Van der Lugt Mclsert met Eenzaam Van Eysden met De Rechte lijn er triomfen mee behaalden. En thans, op zijn zestigsten ver jaardag moet het buitenland er ons aan hel pen herinneren, dat er nog een tooneel schrijver leeft, die Fabricius heet. Had van der Lugt Melsert op dezen dag nog niet eens zijn „Eenzaam", waaraan hij een zoo groot persoonlijk succes te danken heeft, kunnnen opvoeren? Of zijn Dolle Hans, het drama, dat na Op Hoop van Zegen het hoogste aantal opvoeringen heeft be haald? Of nog beter, had een der vele gezel schappen op zijn verjaardag hem niet als geschenk de première moeten aanbieden van een nog niet gespeeld, stuk „Hans Hopper maakt carrière" bijvoorbeeld een blijspel met zeer goede kwaliteiten, dat zeker ook in dezen tijd een aardige kans zou hebben gemaakt? Men heeft dat nagelaten en daar mee Fabricius en niet Fabricius alleen een onrecht aangedaan. O zeker, er is in deze jaren veel veranderd, ock in den smaak van het publiek, maar een feit is het toch, dat Fabricius na Heyermans de meest gespeelde auteur in Nederland in deze laatste kwart-eeuw is geweest. F.n nnt. dat hij n-a Heyermans of beter met Heyer mans hetmeest „le don du theatre" bezat. Ik weet wel, dat vele „letterkundigen" hierop met eenige minachting plegen neer te zien, maar men dringt in den schouwburg nu een maal zonder die gave voor het tooneel niet tot het publiek dat immers „gemengd" is door. De vele mislukkingen van letterkundi gen op de planken moesten al genoeg redenen zijn om deze zeldzame „don du theatre" wat meer naar waarde te schatten. Fabricius heeft steeds een zeer eigen plaats In het Nederlandsche tooneelleven ingeno men. Realisme en romantiek gaan op merk waardige wijze samen bij dezen Hollandsehen schrijver. In zijn levendigen, natuurlijken, gewoon mensehelijken dialoog, die zich zoo voortreffelijk „mondt", toont hij zich even als in de teekening van sommige figuren, zoo als de planter Van Laar in Met de hand schoen getrouwd en heel het milieu in Onder één Dak de realist. Geen Hollandsch auteur behalve Heyermans heeft ooit zulk een kernachtigen. markanten tooneeldialoog ge schreven als Fabricius. Met een paar woor den karakteriseert hij soms een heele figuur. Dit is waarschijnlijk een der redenen, waar om dilettanten hem zoo gaarne spelen. Zij worden niet voor problemen getfceld, omdat deze tooneelschrijver zooals ook Heyer mans deed met zijn taal zijn mcnschen bouwt. Naast realist is hij tegelijk romanticus, maar niet, in den zin zooals Van Riemsdijk het was. Men zou Fabricius' romantiek meer moderne romantiek kunnen noemen. Een Hein Roekoe, een Petro de „Krammer" in Ynske een Dolle Hans, en eigenlijk ook Wilco de Hond in De rechte Lijn, zij zijn ro mantische figuren, aan wie ook het pathos niet vreemd is. In al deze mannen is iets van Fabricius" eigen persoonlijkheid, die zelf de meest romantische figuur is. die ik ooit in mijn leven onmoette. Warmbloedig, spon taan, impulsief, geestdriftig, uitbundig, ro mantisch is deze hartelijke mensch, zooals hot. ook de hoofdpersonen in vele van zijn stukken zijn. Men heeft dikwijls Wilco de Hond vereen zelvigd met Fabricius, en zeker is het, dat in het „roode jong", den smidsjongen, die zich opwerkt tot directeur van een groote onder neming zeer veel van den schrijver zelf is. Fabricius, die zijn luctratieve betrekking van directeur van ,,De Nieuwe Courant" zonder aarzeling opgaf, omdat men van hem eischte dat hij geen tooneelstukken meer zou schrij ven, is dezelfde als Wilco de Hond; Wilco, die van zichzelf zegt: „Ik wil worden, wat ik wor den kan, minder om het te zijn, dan om me het niet te laten beletten" dat is Fabri cius! Waaraan heeft deze auteur zijn voor Nederland ongewoon groot succes te danken gehad? In de eerste plaats zeker aan zijn ras-talent om voor het tooneel te schrijven. Zijn gave van compositie, van recht op den man afgaan in het door hem geschapen conflict, zijn tooneelbloed, dat hij overstortte in elk van zijn figuren, die daardoor tot too neelleven kwamen. Maar ook en niet het minst door zijn romantisch gevoel dat voorliefde had voor forsche, groote figuren, In de meeste van Fabricius' stukken leeft nog de held! Wilco de Hond, Dolle Hans, Hein Roekoe, Petro, Ynske, Dora in Onder één Dak zc zijn helden van wel cenigszins grove structuur maar toch van groot formaat en het publiek, dat in den tijd van het psy chologische drama met zijn zielsontledingen en het realisme met zijn kleine mcnschen niet meer aan helden gewoon was, juichte ze toe. Men zag weer sterk, krachtig en idea listisch tooneel. Een tweede vraag, die onwillekeurig op komt, is deze: hoe komt het, dat Fabricius thans niet meer „en vogue" is? Zij is moei lijker te beantwoorden. Een feit is het, dat zijn stukken het bij dilettanten en het pu bliek, dat deze voorstellingen pleegt te be zoeken, nog altijd zeer sterk doen. Bij dit publiek vooral in kleine provinciesteden en op het platteland is Fabricius nog steeds de meest geliefde, meest populaire schrijver. Men moet maar eens een voor stelling van Onder één Dak, Hein Roekoe of De rechte Lijn in zulk een milieu hebben bij gewoond om dat te beseffen. Maar op het groote tooneel schijnt de tijd van Fabricius reeds voorbij. Voor een deel komt dit zeker door de kritiek, die de dramatiek van Fabri cius' allerminst „litteraire" stukken, welke zooals in Demon en De Koekoek wel eens bedenkelijk dicht het melo-dramatische na dert en wat veel „bedenksel" is fel aan valt en hem het al te tooneelmatige ver wijt. Maar een stuk als Dolle Hans dat toch in zijn derde bedrijf ook sterk „melo" is bracht het ondanks de kritiek toch tot een 1000 opvoeringen. En een drama als Blanke Ballast dat van Fabricius had kunnen zijn werd nog maar enkele jaren geleden de „Schlager" van het seizoen. Is het de na-oorlogsche mentaliteit, die het publiek verder af doet staan van Fabricius' pathos? Is het misschien ook, dat zijn stuk ken voor den tegenwoordigen tijd te veel en te uitsluitend tooneel zijn? Ik zou het niet met zekerheid bevestigend durvten beant woorden, maar het lijkt mij niet onwaar schijnlijk, dat Fabricius onverwachts nog eens weer een stuk zal leveren, dat zelfs het publiek van tegenwoordig opnieuw in geestdrift brengt, zooals indertijd De Rechte Lijn, Dolle Hans, en andere stukken van hem hebben gedaan. Want met zijn groote gave voor het tooneel en zijn onbluschbare werkkracht moeten wij Fabricius allerminst beschouwen als een uit gedoofde krater, al wordt hij dan ook van daag 60 jaar. Ik zou de eerste zijn om mij in zijn succes te verheugen omdat ik den geestdriftigen. spon tanen, harte Lij ken Fa bricius met zijn warm hart en zijn enthou siasme dit zoo van ganscher harte gun. J. B. SCHUIL. De in Belgische Tentoonstelling het Suasso-museum. II. Met Leys en De Braekeleer zijn de twee grootmeesters van het negen tiende -eeu wsch historie-schilderij in dè Nederlanden ge noemd. Wij, in het Noorden, hebben daar niet zoo heel veel van beteekenis naast te zetten. Zoowel door technisch meesterschap als door waarlijk artistieken zin in de be handeling en toepassing daarvan, steken zij ver boven de anderen uit en zetten de mooie traditie der 17e eeuw voort. Ge moet Leys hier niet beoordeelen naar het langwerpig vrouwenfiguur (42) dat er naast hangt, maar liever zien naar dat groote doek „De winkel van Jacob van Liesyelt" waar geleerden en geestelijken zich voor de uitstalling van fo lianten en handschriften staan te verlusti gen. En dan eens letten op dat wonderlijk mooi geschilderd fragment er in: de dame die den winkel verlaat met de twee figuur tjes om haar heeïi. Dat is op zich zelf al een juweeltje van schilderkunst cn blijft u bij als iets van heel fijne beschaving en groote kunde. Een dergelijken indruk laat het ventje in het gele pak achter zooals die daar staat bij de aankomst der gasten". Mooie quaïiteiten vindt ge ook in die uitvoerige compositie die een bezoek aan Plantijn's drukkerij voorstelt al lijkt dit schilderij een beetje verdord door den tijd. Doch dit kan ook door een gebrek aan conserveering ko men, het valt telkens op hoe weinig goed verzorgd een aantal dezer, toch belangrijke kunstwerken er uit zien. De Braekeleer is nog aristocratischer in zijn kunst dan zijn tijdgenoot Leys, dien men baron gemaakt heeft. Het meisje aan het venster, dat ook in ons blad heeft afgebeeld gestaan, venster waardoor men de daken van Antwerpen aan schouwt, is een prachtstuk van atmospheri- sche observatie en doordrongen van een no- belen, zuiveren geest. Terwijl de even be roemde „Dorpsherberg" en het „Tuintje" al eventjes iets van voorbijen tijd en overwon nen waarde aan zich hebben, is het „meisje aan 't venster" nog geheel up to date en be zit intrinsieke quaïiteiten. die het tijdloos maken. En tusschen deze beide beroemdheden vindt ge Agneesens en Evenepoel, twee ar- tisten die mij erg lief zijn in de Belgische kunst. Van den eersten is hier maar één groot werk, een portret dat echter Agneesen's mooie eigenschappen voldoende doet kennen. Zijn technisch meesterschap staat een bijna vrouwelijk fijngevoeligheid niet in den weg. Ruimer is Evenepoel vertegenwoordigd, van hem is het groote doek, dat de geheele zaal beheerscht: het portret van den Spaanschen 1 schilder Iturbi, staande op de Place Pigalle I te Parijs met als achtergrond de huizen rondom den Moulin Rouge. Het is een be roemd doek uit de Belgische kunst en als Evenepoel niet zoo jong gestorven ware, zou misschien zijn beteekenis als schilder nog gegroeid zijn. Hij is een typisch figuur uit de periode waarin de kunst van Manet voor het eerst door de schilders-collega's bewonderd werd. Diens invloed is groot geweest op de tijdgenooten ook op Hollanders als Breitner. In Evenepoel leeft cn gist van alles ge voelt in zijn Café-scene hoe hij ook Lautree's ar beid in Parijs gevolgd heeft en toch zit over al een sterke eigen noot in het werk. Met hem kennis gemaakt te hebben is een der vele aantrekkelijkheden van deze expositie geweest. We moeten nu met een paar herinneringen volstaan. Dat men Constantin Meunier nu ook als schilder cn niet alleen als beeldhou wer heeft kunnen leeren kennen, is er ééne van. Als schilder staat hij al een beetje bui ten ons, het is al museumkunst geworden, waar men belangstelling voor koestert meer dan er door ontroerd te worden. Iemand als James Ensor daarentegen voelen wij geheel als van onzen eigen tijd aan. Over dezen grilligen, nerveuze'n fantast is reeds zooveel geschreven en hij zelf heeft zulk een rijk oeuvre achter zich .dat hij met een zestal doeken niet geheel en al gekend wordt. Maai de keus was ruim en voldoende nu te doen zien wat een machtig schilder deze capri- cieuse Ostendenaar is. Hij en Laermans zijn van de oudere generatie wel de meest be duidende figuren. Nu geloof ik dat men Laermans beter in de oudere werken, (uit de musea te Luik en Brussel bijvoorbeeld) zou waardeeren. Hoe sterke schilder hij ook geweest is. daar loopt door het geheele werk een draad van ééntonigheid, van systeem bijna, die alleen in de eerste werken, de kracht van het onverwachte heeft. Uit de vierkante zaal zal ons die mooie wand met werken van Jacob Smits in her innering blijven. Men geniet zijn werk in Holland bezwaarlijk. De factuur staat den Hollander in den weg. Die rullige verfmassa's die er uit zien als gekleurd stucadoorwerk doen ons eerst vreemd aan. Maar het is vol doende om eenigen afstand te nemen bij de beschouwing van die schilderijen om te zien welk een prachtige lichtwerking Smits met die curieuse techniek bereikte. Trouwens, de kleinere, meer traditioneel behandelde stuk ken doen wel zien dat hij de geboren Rot terdammer, een ras-artist is geweest. Jong uit Holland vertrokken, bleef hij zijn gan- sehe lange leven in de Kempen wonen. Hij had er later een paar andere, jonge Rotter dammers, de broers Baksteen tot adepten, van wie men zoo nu en dan wel werk tegen komt dat Smits' invloed laat zien. In deze zaal vindt men ook een aantal werken van den bij ons zoo bekenden en gewaardeerden Walter Vaes, waarbij dat heerenportret (Dr. Leuring) zeker niet het minst bijdraagt om Vaes' beteekenis in het licht te stellen. Van de levenden hebben Gustave van de Woestij- ne, Permeke en Van den Berghe een groot aantal kunstminnaars in het harnas ge jaagd. Wij hebben verleden jaar over Van de Woestijne geschreven, toen hij zijn oeuvre- tentoonstelling in het Palais des Beaux-Arts in Brussel had. Hij is een veelzijdig, doch sterk adopteerend kunstenaar van weinig primaire functie. Dit is een nette manier om te zeggen dat iemand weinig oorspronkelijk Is, maar tevens een manier om dat oordeel een beetje minder definitief te maken. Im mers, oorspronkelijkheid is een qualiteit van slechts relatieve beteekenis en van een on eindigheid van graad-sterkten. Als men in zijn vroegste werk Maurice Denis en in het laatste oude houtblokprenten herkent, dan ligt daartusschen de geheele evolutie van een ontegenzeggelijk fijnen kunstenaar die Van de Woestijne is. Het uitzoeken en afmeten van al die verhoudingen i? een inspannend werk, waaraan we nu erij'iler niet zullen be ginnen. Is nu daarentegen Permeke in zijn rauwe krachtsuitspattingen zooveel oorspron keiijker? Toch een machtig schilder soms in zijn eenzijdigheid al mist hij geheel de eru ditie die bij Van de Woestijne overal door heen kijkt. Ten slotte: de honderd jaar Belgische kunst laat zich niet onder één hoedje van gen. Tusschen de Leys'en en Brakeleer's en de Permeke-Woestijn'en is een leegte, een onvermijdbare vcrbandloosheid. Wat heel natuurlijk is want de perioden in de kunstontwikkeling hebben geen zier te maken met een willekeurig aantal jaren in de staatkundige historie van een land. Wat echter ook niet wegneemt dat het mij van een pietepeuterige bedilzucht lijkt als beweerd wordt dat er geen „Belgische kunst" bestaat, omdat het in België ontstane werk hoodzakclijk door Vlamen gemaakt is. Laat dat in hoofdzaak juist zijn. Dan nog blijft, zoolang de toestand van vandaag intact blijft, de Vlaam een Belg cn zijn kunst Bel gische kunst: Voor de politieke' grappenma kers is het etiket vermoedelijk van meer be lang dan de inhoud van het fleschje. J. H. DE BOIS. „HET WITTE KRUIS" NAJAARS-LEDENVERGADERING. Dinsdagavond vergaderde in het gebouw van den Protestantenbond in Haarlem-N. de afd. Haarlem van de Noord-Hollandsche Vereeniging „Het Witte Kruis", onder leiding van haar voorzitter, den heer A. W. Michels. De bestuursverkiezing, noodig geworden door het periodiek aftreden van de heeren arts P. K. J. Tervooren (kring Haarlem-stad) die zich niet herkiesbaar had gesteld en H. He ids tra (kring Haarlem-Noord) had tot re sultaat dat de heer Heidstra werd herkozen. In plaats van arts Tervooren werd gekozen Dr. Melchior. Tot afgevaardigden naar de algemeene vergadering van de Hoofdvereeniging, op 6 October te Amsterdam te houden werden aangewezen de heer Brunink en Van Vlo dorp en tot hun plaatsvervangers de heeren Bakker en L. A. van Doorn. Besproken werd de beschrijvingsbrief voor de algemeene vergadering. Ten aanzien van de Hoofdbestuursverkiezing kregen de afge vaardigden een blanco mandaat. Het voor stel van het Hoofdbestuur f 5000 uit de re serve ten goede te doen komen aan „Vecht- hoeve" te Maarscn, zal gesteund woredn. Niet gesteund zal worden het voorstel Den Helder: 50 pet. bij te dragen, bij elke afdee- ling, in de kosten voor Huisverzorging. Wel zal aan het Hoofdbestuur worden verzocht, den post Huisverzorging- iets hooger uit te trekken. Tot zoover de beschrijvingsbrief. Vastgesteld werden de begrootïngen der- af deeling tot een totaalbedrag van f 5449.80, der wijkverpleging tot een totaalbedrag van f 7760 en der Badhuizen die een tekort aan wijst van f 6711.77. Bij de begrooting der wijkverpleging is rekening gehouden met de mogelijkheid van de benoeming eener derde wijkverpleegster. De hypotheek op het Wijkgebouw aan het Soendaplein zal worden afgelost. Benoemd werd een commissie, die tot taak zal hebben in overweging te nemen op de statuten der afdeeling in eenig opzicht wijziging behoeven en zoo noodig daartoe voorstellen te doen (Art. 9 der Statuten schrijft de benoeming van deze commissie voor). In de commissie werden benoemd de heeren H. van Leeuwen en A. W. Michels. Zij nog vermeld, dat de voorzitter in den loop der vergadering mededeelde, dat Mr. L. G. van Dam als secretaris der afdeeling is vervangen door den heer L. A. van Doorn en Mr. Van Dam die bestuurslid is ge bleven hulde bracht voor wat hij als secre taris voor de vereeniging heeft gedaan. INTERNATIONALE ARBEIDERS HULP. HET 10-JARIG BESTAAN HERDACHT. Dinsdagavond had in dien Jamsschouwburg een feestavond plaats van de afdeeling Haar lem der Internationale Arbeiders-Hulp ter viering van het 10-jarig bestaan der L A. H. Nadat mevr. F. PeperPostma voorzitster der afdeeling, een openingswoord gesproken had. trad de Agitpropgroep op met een over zicht van de afgeloopen 10 jaren. Vervolgens werd een film over Moskou gedraaid, een goed beeld gevend van de fraaie stad met haar industrieën. Het Tweede Kamerlid L. de Visser spiekend over „Tien jaar proletarische solidariteit" gaf een historische schets van hetgeen sinds 1921 gebeurd is, sinds den dag, diat Denin de I.A.H. heeft opgericht. „Maar wij leven niet alleen dn het ver leden", zeide spr.. „wij leven voornamelijk in 't hedenen in de naaste toekomst. De tijd van tegenwoordig is er een van geweldige crisis en verwarring, en de weg om er uit te komen is moeilijk te vinden. Maar dat het kapitalisme ten ondergang is gedoemd onze dierbare Lenin heeft het al voorspeld is zeker. Zijn profetie staat op het punt wer kelijkheid te worden". Spr, gaf eenige cijfers over de werkloos heid. Over de heele wereld is ellende, niet omdat er te weinig voedsel, kleeren enz. is, doch omdat het aanwezige (er is genoeg) verkeerd verdeeld wordt. Het proletariaat moet zich daartegen verzetten. Na de pauze kregen de aanwezigen de film Menschenarsenaial te zien. Deze veelbesproken rolprent bedoelt een heftige aanklacht tegen het Amerikaansche gevangeniswezen te zijn en wekt dien indruk ook inderdaad door de wijze van behandeling van het onderwerp. De levenslang-veroordeelde heeft een sympathiek uiterlijk, de hem „schaduwende" rechercheur (omdat de gevangene 10 jaar gezeten heeft, mag hij één dag verlof hebben) bezit een ongunstig gezicht en gedraagt zich dienovereenkomstig. In de zaal is men dan ook wat blij, ais tenslotte de gevangene ont snapt en de politieman een flinke lichame lijke afstraffing krijgt. De film stelt echter den gevangene veel te veel als de verdrukte onschuld voor en de politie als de eigenlijke misdadigers. Een levenslang veroordeelde die telkens op stootjes in de gevangenis veroorzaakt, ver dient een straf. Al wordt deze hier wel weer erg barbaars geëxecuteerd. Wat het film-technische gedeelte betreft, in dit opzicht as de film tot een der beste Russische te rekenen. Zeer suggestief bijv. zijn de opnemingen in de gevangenis. Pas tegen half twaalf was deze door een talrijk publiek bezochte bijeenkomst ten einde. SCHEEPVAARTBERICHTEN Amsterdam 23 v. Curasao n. Cristobal. Astrea 27 te New York v. W.-Indlë. Bodegraven 28 300 mijl van "W. Lizard, 1 to Antwerpen verwacht. Chili n. Amsterdam. Boskoop 28 v, Cristobal n. Buenaventura. Cottica 2S v. Funclial, Amsterdam n. Para maribo. Drechtdijk 28 0 u. 19 m. 1200 mijl Z. West van Valencia, Pacifickust naar Liverpool en Rotterdam. Helder 2S v. Curasao n. Europa. Johari van Oldenbarnevelt 28 v. Belawan Deli, Amsterdam naar Batavia. Kola Agoeng 28 17 u. to Liverpool v. Rot terdam. Kata Tnten, p. 29 S u. Guardafni, New York naar Java. Kota Baroc 26 v. Singaopre n. Rangoon. Kota Nopan p. 29 .11 u. Point de Galle, Ba tavia near Rotterdam. Kola Pinang 29 8 u. v. Said, Rotterdam naar Laertes 28 7 u. 37 m. 120 mijl Z.Z.Wcst van Land's End, Amsterdam n. Rlakassar. Meerkerk 28 te Chinwangtao, Japan naar Rotterdam. Maasland 28. 18 u, van Las Palmas, San Ni colas naar Waterford. Marnix van St. Aldegonde 29 te Amsterdam v. Batavia. Nieuw Zeeland p. 27 Thursday Island. Palembang 29 v. Batavia n. Rotterdam. Saleier 2 7v. Belawan Deli. Java n. NewYork Sibajak 29, 11 u. v. Tangar, Rotterdam naar Batavia. Sigli 27 te Rangoon. Stuyvesant 23 v. Barbados n. Port Limon. Saparoea 27 v. Cebu n. San Francisco. Tablan p. 28 Gibraltar, Batavia n. Amsterdam Talisse 26 te Karachi. Rotterdam n. Sydney, Tjikarang 26 v. Sjanghai n. Manilla. Ulysses 27 te Callao v. Amsterdam. Veendam 28 te New York v. Bermuda. Zuiderkerk 28 te Hamburg v. Antwerpen, RADIO-PROGRAMMA DONDERDAG 1 OCTOBER 1931 HILVERSUM, 1875 M. Uitsl. AVRO-Uitziiding. Hf 8.00 GramofoonplJIen. 10.00 Morgenwij ding. 10.15 Gramo" -nplaten. 10.30 Twee re cepten door F. N.^dinot (kok) 11.00 Orgel concert door P. vj Igmond. Kees Hartveld (viool). 12.00 Kovacs Lajos en zijn orkest. Intermezzi: Draaiorgelmuziek en Gramofoon platen. 2.00 J. Z. Kannegieter: Het bezoek van H. M. de Koningin aan Amsterdam. Een historische beschouwing. 2.30 Rustpoos. 3.00 Gramofoonplaten. 4.00 Ziekenuurtje. 5.00 Piano-voordracht door Egbert Veen. 5.30 Sportpraatje door H. Hollander. 6.00 Uitzen ding als waardeering van den arbeid der Spoorweg Ontshouders-Vereeniging en met haar medewerking tot stand gekomen. Het Omroeporkest onder leiding' van N. Treep. 7.00 „Trein 333", radioschets in 2 tafereelen door H. Halewijn. O. L v. Kommer Kleijn. 7.30 Omroeporkest onder leiding v. N. Treep. G. Dumont, (levensliedjes). 8.00 Ir. F. A. Brandt: Veiligheid een eisch des tijds. 8.15 Concergebouworkest onder leiding v. Pierre Monteux. A. Thibaud (viool). 10.15 Vaz Dias 10.30 Gramofoonplaten. HUIZEN, 298 M. 8.00—9.30 KRO. 10.00—11.00 NCRV. 11.00—2.00 KRO. 2.00—11.30 NCRV, 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 dito. 10.15 Ziekendienst. 10 45 Gramofoonplaten. 11.30 Godsd, halfuurtje door Pastoor Perquin. 12.00 Politieber. 12.15 Concert KRO-orkest o. 1. v. J. Gerritsen. 2.00 Handworkcursus. 3.00 Vrouwenhalfuurtje. 4.00 Ziekenuurtje. 5.00 Cursus Handenarbeid voor de jeugd. 5.i5 Concert. M. Snijders, zang. E. Lopes Salze- do (viool), A. de Ridder (piano). 6.45 Knip cursus. 7.00 Vragenhalfuurtje. 7.30 Politieber. 7.45 Ned. Chr. Persbureau. 8.00 Concert Symph.orkest der N.C.R.V. o. 1. van F. Schuurman. 9.00 Ds. A. K. Straatsma: „Het boek „Svizzero" van N. Bolt", ca. 10.00 Vaz Dias en tot 11.30 Gramofoonplatjnconcert. DAVENTRY, 1554 M. 10.35 Morgenwijding 11.05 Lezing. 12.20 Or gelspel door R. Foort. 1.20 Gramofoonplaten 2.20 Berichten. 2.25 Schooluitz. 4.30 Dansmu ziek. 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Berichten. 6.50 Concert. Strijkkwartet. Yvonne Arnaud, 7.10 Duitsche les. 7.50 De- zing. 8.20 Concert. Orkest, p. Jones (tenor), Thelma Reiss Smith (cello) 10 00 Berichten. 10.15 Berichten. 10.20 Lezing. 10.40 Dansmu ziek. 12.20 Televisie. PARIJS, „RADIO-PARIS", 1725 M. 8.05 Gramofoonpl. 12.50 Gramofoonpl. 1.25 Gramofoonplaten. 6.50 Gramofoonplaten. 9.05 Radio-tooneel. 9.50 Concert. Piano, zang en strijkkwartet. LANGENBERG 473 M. 7.25 Gramofoonplaten. 10.35 Gramofoonpl. 11.40 Muziekuitz. voor scholen. 12.30 Gramo foonplaten. 1.25 Orkestconcert en zang. 5.20 Concert. Strijkkwartet. 8.20 Orkestconcert. Intermezzo: Das Alter spricht. 10.20 Berich ten en tot 11.20 Concert. 11.20 Dansmuziek (Gramof oonopnamen) KALUNDBORG, 1153 M. 12.25 Orkestconcert. 3,50 Orkestconcert. 8.30 Concert. Orkest en solisten. 10.55 Dansmu ziek. BRUSSEL 508.5 M. en 338.2 M. 5.20 Orkestconcert. 6.50 Gramofoonplaten. 8.20 Concert. Orkest en piano. 9.30 Operette- fragm. Orkest en gramofoonpl ten. 338.2 M.: 5.20 Orkestconcert. 6.35 Gramofoonpl. 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Godsdienstig concert. Lezing. ZEESEN, 1635 M. Ca. 7.00 Gramofoonplaten. 10.55 en 12.20 Berichten. Hierna Gramofoonpl. 1.15 Berich ten. 2.20 Gramofoonpl. 3.20 Lezingen. 4.50 Concert. 5.50 Lezingen. 8.20 Opera- cn ope retteconcert. In de pauze: „Der alte Spricht". 10.20 Berichten en daarna tot 12.50 Dansmuziek. '<lw Tot. overmaat van schrik kwam nog ccn zwaar omveer op zetten. Tuimeltje dreef op zijn zcepballon tusschen zwarte donkere wolken en telkens zag hij zwaar vnnrlicht. „Och, lief luchtballonnetje," smeekte hij, „git toch naar beneden. Ik ben zoo bang. Laat me maar gerust uuar beneden vallen." Maar dc ballon deed of hij niets hoorde cn dreef lustig verder. Iutusschen hadden zc in het kikkerpaleis al wat verzonnen. Twee torretjes boden aan om Tuimeltje op een anderen zeepbel achterna te reizen cn tc trachten hem tc redden. En warempel, ze vlogen recht op Tuimeltje af, want de wind dreef hen recht in dc richting van die met Tuimeltje. Wel honderd kikkers stonden vol spanning tc kijken hoe dat af zou loopetl. Ziehier hoe het afliep. De luchtballon waar de twee torretjes op zaten was niet half zoo zwaar als die van Tuimeltje cn met een reuze vaartje kwamen dc torretjes op Tuimeltje af. Toen kwam er ccn groote botsing, want de zeepballonuetjes waren tegen elkaar opgevlogen cn daar gingen Tuimeltje en dc torre tjes naar beneden, zoo verschrikkelijk vlug, dat ze er duizelig van werden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 14