LETTEREN EN KUNST
JAN FABRICIUS.
ONZE DAGELIJKSCHE KINDERVERTELLING.
Wat kikker Karei en Tuimeltje beleefden.
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 30 SEPTEMBER 1931
HET TOONEEL
Jan Fabricius wordt heden zestig jaar.
Terwijl in DuitsclDand de Hollandsche
tooneelschrijver op zijn zestigsten verjaar
dag wordt gehuldigd met de opvoering van
eenige zijner stukken o.a. te Hamburg,
waar zijn „Onder één dak" wordt uitgezon
den en gespeeld gaan onze tooneeldirec-
ties Fabricius op dezen dag voorbij, alsof hij
nooit in zijn leven iets van beteekenis voor
het Nederlandsch tooneel geschreven had-
Dat is een snoode ondankbaarheid en een
miskenning van dezen Hollandschcn too
neelschrijver Hoeveel successen heeft deze
zelfde Fabricius verschillende tooneeldirec-
ties niet bezorgd? Het is nog geen 15 jaar
geleden, dat directeuren om zijn stukken
streden, dat Royaards met Dolle Hans
Verkade met Totok en Indo Van der
Lugt Mclsert met Eenzaam Van Eysden
met De Rechte lijn er triomfen mee
behaalden. En thans, op zijn zestigsten ver
jaardag moet het buitenland er ons aan hel
pen herinneren, dat er nog een tooneel
schrijver leeft, die Fabricius heet.
Had van der Lugt Melsert op dezen dag
nog niet eens zijn „Eenzaam", waaraan hij
een zoo groot persoonlijk succes te danken
heeft, kunnnen opvoeren? Of zijn Dolle
Hans, het drama, dat na Op Hoop van Zegen
het hoogste aantal opvoeringen heeft be
haald? Of nog beter, had een der vele gezel
schappen op zijn verjaardag hem niet als
geschenk de première moeten aanbieden van
een nog niet gespeeld, stuk „Hans Hopper
maakt carrière" bijvoorbeeld een blijspel
met zeer goede kwaliteiten, dat zeker ook
in dezen tijd een aardige kans zou hebben
gemaakt? Men heeft dat nagelaten en daar
mee Fabricius en niet Fabricius alleen
een onrecht aangedaan.
O zeker, er is in deze jaren veel veranderd,
ock in den smaak van het publiek, maar een
feit is het toch, dat Fabricius na Heyermans
de meest gespeelde auteur in Nederland in
deze laatste kwart-eeuw is geweest. F.n nnt.
dat hij n-a Heyermans of beter met Heyer
mans hetmeest „le don du theatre" bezat.
Ik weet wel, dat vele „letterkundigen" hierop
met eenige minachting plegen neer te zien,
maar men dringt in den schouwburg nu een
maal zonder die gave voor het tooneel niet tot
het publiek dat immers „gemengd" is
door. De vele mislukkingen van letterkundi
gen op de planken moesten al genoeg redenen
zijn om deze zeldzame „don du theatre" wat
meer naar waarde te schatten.
Fabricius heeft steeds een zeer eigen plaats
In het Nederlandsche tooneelleven ingeno
men. Realisme en romantiek gaan op merk
waardige wijze samen bij dezen Hollandsehen
schrijver. In zijn levendigen, natuurlijken,
gewoon mensehelijken dialoog, die zich zoo
voortreffelijk „mondt", toont hij zich even
als in de teekening van sommige figuren, zoo
als de planter Van Laar in Met de hand
schoen getrouwd en heel het milieu in
Onder één Dak de realist. Geen Hollandsch
auteur behalve Heyermans heeft ooit zulk een
kernachtigen. markanten tooneeldialoog ge
schreven als Fabricius. Met een paar woor
den karakteriseert hij soms een heele figuur.
Dit is waarschijnlijk een der redenen, waar
om dilettanten hem zoo gaarne spelen. Zij
worden niet voor problemen getfceld, omdat
deze tooneelschrijver zooals ook Heyer
mans deed met zijn taal zijn mcnschen
bouwt.
Naast realist is hij tegelijk romanticus,
maar niet, in den zin zooals Van Riemsdijk
het was. Men zou Fabricius' romantiek meer
moderne romantiek kunnen noemen. Een
Hein Roekoe, een Petro de „Krammer" in
Ynske een Dolle Hans, en eigenlijk ook
Wilco de Hond in De rechte Lijn, zij zijn ro
mantische figuren, aan wie ook het pathos
niet vreemd is. In al deze mannen is iets van
Fabricius" eigen persoonlijkheid, die zelf de
meest romantische figuur is. die ik ooit in
mijn leven onmoette. Warmbloedig, spon
taan, impulsief, geestdriftig, uitbundig, ro
mantisch is deze hartelijke mensch, zooals
hot. ook de hoofdpersonen in vele van zijn
stukken zijn.
Men heeft dikwijls Wilco de Hond vereen
zelvigd met Fabricius, en zeker is het, dat in
het „roode jong", den smidsjongen, die zich
opwerkt tot directeur van een groote onder
neming zeer veel van den schrijver zelf is.
Fabricius, die zijn luctratieve betrekking van
directeur van ,,De Nieuwe Courant" zonder
aarzeling opgaf, omdat men van hem eischte
dat hij geen tooneelstukken meer zou schrij
ven, is dezelfde als Wilco de Hond; Wilco, die
van zichzelf zegt: „Ik wil worden, wat ik wor
den kan, minder om het te zijn, dan om me
het niet te laten beletten" dat is Fabri
cius! Waaraan heeft deze auteur zijn voor
Nederland ongewoon groot succes te danken
gehad? In de eerste plaats zeker aan zijn
ras-talent om voor het tooneel te schrijven.
Zijn gave van compositie, van recht op den
man afgaan in het door hem geschapen
conflict, zijn tooneelbloed, dat hij overstortte
in elk van zijn figuren, die daardoor tot too
neelleven kwamen. Maar ook en niet het
minst door zijn romantisch gevoel dat
voorliefde had voor forsche, groote figuren,
In de meeste van Fabricius' stukken leeft
nog de held! Wilco de Hond, Dolle Hans,
Hein Roekoe, Petro, Ynske, Dora in Onder
één Dak zc zijn helden van wel cenigszins
grove structuur maar toch van groot formaat
en het publiek, dat in den tijd van het psy
chologische drama met zijn zielsontledingen
en het realisme met zijn kleine mcnschen
niet meer aan helden gewoon was, juichte
ze toe. Men zag weer sterk, krachtig en idea
listisch tooneel.
Een tweede vraag, die onwillekeurig op
komt, is deze: hoe komt het, dat Fabricius
thans niet meer „en vogue" is? Zij is moei
lijker te beantwoorden. Een feit is het, dat
zijn stukken het bij dilettanten en het pu
bliek, dat deze voorstellingen pleegt te be
zoeken, nog altijd zeer sterk doen. Bij dit
publiek vooral in kleine provinciesteden
en op het platteland is Fabricius nog
steeds de meest geliefde, meest populaire
schrijver. Men moet maar eens een voor
stelling van Onder één Dak, Hein Roekoe of
De rechte Lijn in zulk een milieu hebben bij
gewoond om dat te beseffen. Maar op het
groote tooneel schijnt de tijd van Fabricius
reeds voorbij. Voor een deel komt dit zeker
door de kritiek, die de dramatiek van Fabri
cius' allerminst „litteraire" stukken, welke
zooals in Demon en De Koekoek wel eens
bedenkelijk dicht het melo-dramatische na
dert en wat veel „bedenksel" is fel aan
valt en hem het al te tooneelmatige ver
wijt. Maar een stuk als Dolle Hans dat
toch in zijn derde bedrijf ook sterk „melo"
is bracht het ondanks de kritiek toch tot
een 1000 opvoeringen. En een drama als
Blanke Ballast dat van Fabricius had
kunnen zijn werd nog maar enkele jaren
geleden de „Schlager" van het seizoen.
Is het de na-oorlogsche mentaliteit, die het
publiek verder af doet staan van Fabricius'
pathos? Is het misschien ook, dat zijn stuk
ken voor den tegenwoordigen tijd te veel en
te uitsluitend tooneel zijn? Ik zou het niet
met zekerheid bevestigend durvten beant
woorden, maar het lijkt mij niet onwaar
schijnlijk, dat Fabricius onverwachts nog eens
weer een stuk zal leveren, dat zelfs het publiek
van tegenwoordig opnieuw in geestdrift brengt,
zooals indertijd De Rechte Lijn, Dolle Hans,
en andere stukken van hem hebben gedaan.
Want met zijn groote gave voor het tooneel
en zijn onbluschbare werkkracht moeten wij
Fabricius allerminst beschouwen als een uit
gedoofde krater, al wordt hij dan ook van
daag 60 jaar. Ik zou de eerste zijn om mij
in zijn succes te verheugen omdat ik den
geestdriftigen. spon tanen, harte Lij ken Fa
bricius met zijn warm hart en zijn enthou
siasme dit zoo van ganscher harte gun.
J. B. SCHUIL.
De
in
Belgische Tentoonstelling
het Suasso-museum.
II.
Met Leys en De Braekeleer zijn de twee
grootmeesters van het negen tiende -eeu wsch
historie-schilderij in dè Nederlanden ge
noemd. Wij, in het Noorden, hebben daar
niet zoo heel veel van beteekenis naast te
zetten. Zoowel door technisch meesterschap
als door waarlijk artistieken zin in de be
handeling en toepassing daarvan, steken zij
ver boven de anderen uit en zetten de mooie
traditie der 17e eeuw voort. Ge moet Leys
hier niet beoordeelen naar het langwerpig
vrouwenfiguur (42) dat er naast hangt, maar
liever zien naar dat groote doek „De winkel
van Jacob van Liesyelt" waar geleerden en
geestelijken zich voor de uitstalling van fo
lianten en handschriften staan te verlusti
gen. En dan eens letten op dat wonderlijk
mooi geschilderd fragment er in: de dame
die den winkel verlaat met de twee figuur
tjes om haar heeïi. Dat is op zich zelf al een
juweeltje van schilderkunst cn blijft u bij
als iets van heel fijne beschaving en groote
kunde. Een dergelijken indruk laat het
ventje in het gele pak achter zooals die daar
staat bij de aankomst der gasten". Mooie
quaïiteiten vindt ge ook in die uitvoerige
compositie die een bezoek aan Plantijn's
drukkerij voorstelt al lijkt dit schilderij een
beetje verdord door den tijd. Doch dit kan
ook door een gebrek aan conserveering ko
men, het valt telkens op hoe weinig goed
verzorgd een aantal dezer, toch belangrijke
kunstwerken er uit zien. De Braekeleer is
nog aristocratischer in zijn kunst dan zijn
tijdgenoot Leys, dien men baron gemaakt
heeft. Het meisje aan het venster, dat ook
in ons blad heeft afgebeeld gestaan, venster
waardoor men de daken van Antwerpen aan
schouwt, is een prachtstuk van atmospheri-
sche observatie en doordrongen van een no-
belen, zuiveren geest. Terwijl de even be
roemde „Dorpsherberg" en het „Tuintje" al
eventjes iets van voorbijen tijd en overwon
nen waarde aan zich hebben, is het „meisje
aan 't venster" nog geheel up to date en be
zit intrinsieke quaïiteiten. die het tijdloos
maken.
En tusschen deze beide beroemdheden
vindt ge Agneesens en Evenepoel, twee ar-
tisten die mij erg lief zijn in de Belgische
kunst.
Van den eersten is hier maar één groot
werk, een portret dat echter Agneesen's
mooie eigenschappen voldoende doet kennen.
Zijn technisch meesterschap staat een bijna
vrouwelijk fijngevoeligheid niet in den weg.
Ruimer is Evenepoel vertegenwoordigd, van
hem is het groote doek, dat de geheele zaal
beheerscht: het portret van den Spaanschen 1
schilder Iturbi, staande op de Place Pigalle I
te Parijs met als achtergrond de huizen
rondom den Moulin Rouge. Het is een be
roemd doek uit de Belgische kunst en als
Evenepoel niet zoo jong gestorven ware, zou
misschien zijn beteekenis als schilder nog
gegroeid zijn. Hij is een typisch figuur uit de
periode waarin de kunst van Manet voor het
eerst door de schilders-collega's bewonderd
werd. Diens invloed is groot geweest op de
tijdgenooten ook op Hollanders als Breitner.
In Evenepoel leeft cn gist van alles ge voelt
in zijn Café-scene hoe hij ook Lautree's ar
beid in Parijs gevolgd heeft en toch zit over
al een sterke eigen noot in het werk. Met
hem kennis gemaakt te hebben is een der
vele aantrekkelijkheden van deze expositie
geweest.
We moeten nu met een paar herinneringen
volstaan. Dat men Constantin Meunier nu
ook als schilder cn niet alleen als beeldhou
wer heeft kunnen leeren kennen, is er ééne
van. Als schilder staat hij al een beetje bui
ten ons, het is al museumkunst geworden,
waar men belangstelling voor koestert meer
dan er door ontroerd te worden. Iemand als
James Ensor daarentegen voelen wij geheel
als van onzen eigen tijd aan. Over dezen
grilligen, nerveuze'n fantast is reeds zooveel
geschreven en hij zelf heeft zulk een rijk
oeuvre achter zich .dat hij met een zestal
doeken niet geheel en al gekend wordt. Maai
de keus was ruim en voldoende nu te doen
zien wat een machtig schilder deze capri-
cieuse Ostendenaar is. Hij en Laermans zijn
van de oudere generatie wel de meest be
duidende figuren. Nu geloof ik dat men
Laermans beter in de oudere werken, (uit
de musea te Luik en Brussel bijvoorbeeld)
zou waardeeren. Hoe sterke schilder hij ook
geweest is. daar loopt door het geheele werk
een draad van ééntonigheid, van systeem
bijna, die alleen in de eerste werken, de
kracht van het onverwachte heeft.
Uit de vierkante zaal zal ons die mooie
wand met werken van Jacob Smits in her
innering blijven. Men geniet zijn werk in
Holland bezwaarlijk. De factuur staat den
Hollander in den weg. Die rullige verfmassa's
die er uit zien als gekleurd stucadoorwerk
doen ons eerst vreemd aan. Maar het is vol
doende om eenigen afstand te nemen bij de
beschouwing van die schilderijen om te zien
welk een prachtige lichtwerking Smits met
die curieuse techniek bereikte. Trouwens, de
kleinere, meer traditioneel behandelde stuk
ken doen wel zien dat hij de geboren Rot
terdammer, een ras-artist is geweest. Jong
uit Holland vertrokken, bleef hij zijn gan-
sehe lange leven in de Kempen wonen. Hij
had er later een paar andere, jonge Rotter
dammers, de broers Baksteen tot adepten,
van wie men zoo nu en dan wel werk tegen
komt dat Smits' invloed laat zien. In deze
zaal vindt men ook een aantal werken van
den bij ons zoo bekenden en gewaardeerden
Walter Vaes, waarbij dat heerenportret (Dr.
Leuring) zeker niet het minst bijdraagt om
Vaes' beteekenis in het licht te stellen. Van
de levenden hebben Gustave van de Woestij-
ne, Permeke en Van den Berghe een groot
aantal kunstminnaars in het harnas ge
jaagd. Wij hebben verleden jaar over Van de
Woestijne geschreven, toen hij zijn oeuvre-
tentoonstelling in het Palais des Beaux-Arts
in Brussel had. Hij is een veelzijdig, doch
sterk adopteerend kunstenaar van weinig
primaire functie. Dit is een nette manier om
te zeggen dat iemand weinig oorspronkelijk
Is, maar tevens een manier om dat oordeel
een beetje minder definitief te maken. Im
mers, oorspronkelijkheid is een qualiteit van
slechts relatieve beteekenis en van een on
eindigheid van graad-sterkten. Als men in
zijn vroegste werk Maurice Denis en in het
laatste oude houtblokprenten herkent, dan
ligt daartusschen de geheele evolutie van een
ontegenzeggelijk fijnen kunstenaar die Van
de Woestijne is. Het uitzoeken en afmeten
van al die verhoudingen i? een inspannend
werk, waaraan we nu erij'iler niet zullen be
ginnen. Is nu daarentegen Permeke in zijn
rauwe krachtsuitspattingen zooveel oorspron
keiijker? Toch een machtig schilder soms in
zijn eenzijdigheid al mist hij geheel de eru
ditie die bij Van de Woestijne overal door
heen kijkt.
Ten slotte: de honderd jaar Belgische
kunst laat zich niet onder één hoedje van
gen. Tusschen de Leys'en en Brakeleer's en
de Permeke-Woestijn'en is een leegte, een
onvermijdbare vcrbandloosheid.
Wat heel natuurlijk is want de perioden
in de kunstontwikkeling hebben geen zier te
maken met een willekeurig aantal jaren in
de staatkundige historie van een land.
Wat echter ook niet wegneemt dat het mij
van een pietepeuterige bedilzucht lijkt als
beweerd wordt dat er geen „Belgische kunst"
bestaat, omdat het in België ontstane werk
hoodzakclijk door Vlamen gemaakt is. Laat
dat in hoofdzaak juist zijn. Dan nog blijft,
zoolang de toestand van vandaag intact
blijft, de Vlaam een Belg cn zijn kunst Bel
gische kunst: Voor de politieke' grappenma
kers is het etiket vermoedelijk van meer be
lang dan de inhoud van het fleschje.
J. H. DE BOIS.
„HET WITTE KRUIS"
NAJAARS-LEDENVERGADERING.
Dinsdagavond vergaderde in het gebouw
van den Protestantenbond in Haarlem-N.
de afd. Haarlem van de Noord-Hollandsche
Vereeniging „Het Witte Kruis", onder leiding
van haar voorzitter, den heer A. W. Michels.
De bestuursverkiezing, noodig geworden
door het periodiek aftreden van de heeren
arts P. K. J. Tervooren (kring Haarlem-stad)
die zich niet herkiesbaar had gesteld en H.
He ids tra (kring Haarlem-Noord) had tot re
sultaat dat de heer Heidstra werd herkozen.
In plaats van arts Tervooren werd gekozen
Dr. Melchior.
Tot afgevaardigden naar de algemeene
vergadering van de Hoofdvereeniging, op 6
October te Amsterdam te houden werden
aangewezen de heer Brunink en Van Vlo
dorp en tot hun plaatsvervangers de heeren
Bakker en L. A. van Doorn.
Besproken werd de beschrijvingsbrief voor
de algemeene vergadering. Ten aanzien van
de Hoofdbestuursverkiezing kregen de afge
vaardigden een blanco mandaat. Het voor
stel van het Hoofdbestuur f 5000 uit de re
serve ten goede te doen komen aan „Vecht-
hoeve" te Maarscn, zal gesteund woredn.
Niet gesteund zal worden het voorstel Den
Helder: 50 pet. bij te dragen, bij elke afdee-
ling, in de kosten voor Huisverzorging. Wel
zal aan het Hoofdbestuur worden verzocht,
den post Huisverzorging- iets hooger uit te
trekken.
Tot zoover de beschrijvingsbrief.
Vastgesteld werden de begrootïngen der-
af deeling tot een totaalbedrag van f 5449.80,
der wijkverpleging tot een totaalbedrag van
f 7760 en der Badhuizen die een tekort aan
wijst van f 6711.77. Bij de begrooting der
wijkverpleging is rekening gehouden met de
mogelijkheid van de benoeming eener derde
wijkverpleegster.
De hypotheek op het Wijkgebouw aan het
Soendaplein zal worden afgelost.
Benoemd werd een commissie, die tot
taak zal hebben in overweging te nemen op
de statuten der afdeeling in eenig opzicht
wijziging behoeven en zoo noodig daartoe
voorstellen te doen (Art. 9 der Statuten
schrijft de benoeming van deze commissie
voor). In de commissie werden benoemd de
heeren H. van Leeuwen en A. W. Michels.
Zij nog vermeld, dat de voorzitter in den
loop der vergadering mededeelde, dat Mr.
L. G. van Dam als secretaris der afdeeling
is vervangen door den heer L. A. van Doorn
en Mr. Van Dam die bestuurslid is ge
bleven hulde bracht voor wat hij als secre
taris voor de vereeniging heeft gedaan.
INTERNATIONALE
ARBEIDERS HULP.
HET 10-JARIG BESTAAN HERDACHT.
Dinsdagavond had in dien Jamsschouwburg
een feestavond plaats van de afdeeling Haar
lem der Internationale Arbeiders-Hulp ter
viering van het 10-jarig bestaan der L A. H.
Nadat mevr. F. PeperPostma voorzitster
der afdeeling, een openingswoord gesproken
had. trad de Agitpropgroep op met een over
zicht van de afgeloopen 10 jaren.
Vervolgens werd een film over Moskou
gedraaid, een goed beeld gevend van de fraaie
stad met haar industrieën.
Het Tweede Kamerlid L. de Visser spiekend
over „Tien jaar proletarische solidariteit"
gaf een historische schets van hetgeen sinds
1921 gebeurd is, sinds den dag, diat Denin
de I.A.H. heeft opgericht.
„Maar wij leven niet alleen dn het ver
leden", zeide spr.. „wij leven voornamelijk
in 't hedenen in de naaste toekomst. De tijd
van tegenwoordig is er een van geweldige
crisis en verwarring, en de weg om er uit
te komen is moeilijk te vinden. Maar dat het
kapitalisme ten ondergang is gedoemd onze
dierbare Lenin heeft het al voorspeld
is zeker. Zijn profetie staat op het punt wer
kelijkheid te worden".
Spr, gaf eenige cijfers over de werkloos
heid. Over de heele wereld is ellende, niet
omdat er te weinig voedsel, kleeren enz. is,
doch omdat het aanwezige (er is genoeg)
verkeerd verdeeld wordt. Het proletariaat
moet zich daartegen verzetten.
Na de pauze kregen de aanwezigen de film
Menschenarsenaial te zien. Deze veelbesproken
rolprent bedoelt een heftige aanklacht tegen
het Amerikaansche gevangeniswezen te zijn
en wekt dien indruk ook inderdaad door de
wijze van behandeling van het onderwerp.
De levenslang-veroordeelde heeft een
sympathiek uiterlijk, de hem „schaduwende"
rechercheur (omdat de gevangene 10 jaar
gezeten heeft, mag hij één dag verlof hebben)
bezit een ongunstig gezicht en gedraagt zich
dienovereenkomstig. In de zaal is men dan
ook wat blij, ais tenslotte de gevangene ont
snapt en de politieman een flinke lichame
lijke afstraffing krijgt.
De film stelt echter den gevangene veel te
veel als de verdrukte onschuld voor en de
politie als de eigenlijke misdadigers. Een
levenslang veroordeelde die telkens op
stootjes in de gevangenis veroorzaakt, ver
dient een straf. Al wordt deze hier wel weer
erg barbaars geëxecuteerd.
Wat het film-technische gedeelte betreft,
in dit opzicht as de film tot een der beste
Russische te rekenen. Zeer suggestief bijv.
zijn de opnemingen in de gevangenis.
Pas tegen half twaalf was deze door een
talrijk publiek bezochte bijeenkomst ten
einde.
SCHEEPVAARTBERICHTEN
Amsterdam 23 v. Curasao n. Cristobal.
Astrea 27 te New York v. W.-Indlë.
Bodegraven 28 300 mijl van "W. Lizard, 1 to
Antwerpen verwacht. Chili n. Amsterdam.
Boskoop 28 v, Cristobal n. Buenaventura.
Cottica 2S v. Funclial, Amsterdam n. Para
maribo.
Drechtdijk 28 0 u. 19 m. 1200 mijl Z. West
van Valencia, Pacifickust naar Liverpool en
Rotterdam.
Helder 2S v. Curasao n. Europa.
Johari van Oldenbarnevelt 28 v. Belawan
Deli, Amsterdam naar Batavia.
Kola Agoeng 28 17 u. to Liverpool v. Rot
terdam.
Kata Tnten, p. 29 S u. Guardafni, New York
naar Java.
Kota Baroc 26 v. Singaopre n. Rangoon.
Kota Nopan p. 29 .11 u. Point de Galle, Ba
tavia near Rotterdam.
Kola Pinang 29 8 u. v. Said, Rotterdam naar
Laertes 28 7 u. 37 m. 120 mijl Z.Z.Wcst van
Land's End, Amsterdam n. Rlakassar.
Meerkerk 28 te Chinwangtao, Japan naar
Rotterdam.
Maasland 28. 18 u, van Las Palmas, San Ni
colas naar Waterford.
Marnix van St. Aldegonde 29 te Amsterdam
v. Batavia.
Nieuw Zeeland p. 27 Thursday Island.
Palembang 29 v. Batavia n. Rotterdam.
Saleier 2 7v. Belawan Deli. Java n. NewYork
Sibajak 29, 11 u. v. Tangar, Rotterdam naar
Batavia.
Sigli 27 te Rangoon.
Stuyvesant 23 v. Barbados n. Port Limon.
Saparoea 27 v. Cebu n. San Francisco.
Tablan p. 28 Gibraltar, Batavia n. Amsterdam
Talisse 26 te Karachi. Rotterdam n. Sydney,
Tjikarang 26 v. Sjanghai n. Manilla.
Ulysses 27 te Callao v. Amsterdam.
Veendam 28 te New York v. Bermuda.
Zuiderkerk 28 te Hamburg v. Antwerpen,
RADIO-PROGRAMMA
DONDERDAG 1 OCTOBER 1931
HILVERSUM, 1875 M.
Uitsl. AVRO-Uitziiding.
Hf
8.00 GramofoonplJIen. 10.00 Morgenwij
ding. 10.15 Gramo" -nplaten. 10.30 Twee re
cepten door F. N.^dinot (kok) 11.00 Orgel
concert door P. vj Igmond. Kees Hartveld
(viool). 12.00 Kovacs Lajos en zijn orkest.
Intermezzi: Draaiorgelmuziek en Gramofoon
platen. 2.00 J. Z. Kannegieter: Het bezoek
van H. M. de Koningin aan Amsterdam. Een
historische beschouwing. 2.30 Rustpoos. 3.00
Gramofoonplaten. 4.00 Ziekenuurtje. 5.00
Piano-voordracht door Egbert Veen. 5.30
Sportpraatje door H. Hollander. 6.00 Uitzen
ding als waardeering van den arbeid der
Spoorweg Ontshouders-Vereeniging en met
haar medewerking tot stand gekomen. Het
Omroeporkest onder leiding' van N. Treep.
7.00 „Trein 333", radioschets in 2 tafereelen
door H. Halewijn. O. L v. Kommer Kleijn.
7.30 Omroeporkest onder leiding v. N. Treep.
G. Dumont, (levensliedjes). 8.00 Ir. F. A.
Brandt: Veiligheid een eisch des tijds. 8.15
Concergebouworkest onder leiding v. Pierre
Monteux. A. Thibaud (viool). 10.15 Vaz Dias
10.30 Gramofoonplaten.
HUIZEN, 298 M.
8.00—9.30 KRO. 10.00—11.00 NCRV.
11.00—2.00 KRO. 2.00—11.30 NCRV,
8.00 Gramofoonplaten. 10.00 dito. 10.15
Ziekendienst. 10 45 Gramofoonplaten. 11.30
Godsd, halfuurtje door Pastoor Perquin.
12.00 Politieber. 12.15 Concert KRO-orkest
o. 1. v. J. Gerritsen. 2.00 Handworkcursus.
3.00 Vrouwenhalfuurtje. 4.00 Ziekenuurtje.
5.00 Cursus Handenarbeid voor de jeugd. 5.i5
Concert. M. Snijders, zang. E. Lopes Salze-
do (viool), A. de Ridder (piano). 6.45 Knip
cursus. 7.00 Vragenhalfuurtje. 7.30 Politieber.
7.45 Ned. Chr. Persbureau. 8.00 Concert
Symph.orkest der N.C.R.V. o. 1. van F.
Schuurman. 9.00 Ds. A. K. Straatsma: „Het
boek „Svizzero" van N. Bolt", ca. 10.00 Vaz
Dias en tot 11.30 Gramofoonplatjnconcert.
DAVENTRY, 1554 M.
10.35 Morgenwijding 11.05 Lezing. 12.20 Or
gelspel door R. Foort. 1.20 Gramofoonplaten
2.20 Berichten. 2.25 Schooluitz. 4.30 Dansmu
ziek. 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje.
6.20 Berichten. 6.50 Concert. Strijkkwartet.
Yvonne Arnaud, 7.10 Duitsche les. 7.50 De-
zing. 8.20 Concert. Orkest, p. Jones (tenor),
Thelma Reiss Smith (cello) 10 00 Berichten.
10.15 Berichten. 10.20 Lezing. 10.40 Dansmu
ziek. 12.20 Televisie.
PARIJS, „RADIO-PARIS", 1725 M.
8.05 Gramofoonpl. 12.50 Gramofoonpl. 1.25
Gramofoonplaten. 6.50 Gramofoonplaten.
9.05 Radio-tooneel. 9.50 Concert. Piano, zang
en strijkkwartet.
LANGENBERG 473 M.
7.25 Gramofoonplaten. 10.35 Gramofoonpl.
11.40 Muziekuitz. voor scholen. 12.30 Gramo
foonplaten. 1.25 Orkestconcert en zang. 5.20
Concert. Strijkkwartet. 8.20 Orkestconcert.
Intermezzo: Das Alter spricht. 10.20 Berich
ten en tot 11.20 Concert. 11.20 Dansmuziek
(Gramof oonopnamen)
KALUNDBORG, 1153 M.
12.25 Orkestconcert. 3,50 Orkestconcert. 8.30
Concert. Orkest en solisten. 10.55 Dansmu
ziek.
BRUSSEL 508.5 M. en 338.2 M.
5.20 Orkestconcert. 6.50 Gramofoonplaten.
8.20 Concert. Orkest en piano. 9.30 Operette-
fragm. Orkest en gramofoonpl ten. 338.2 M.:
5.20 Orkestconcert. 6.35 Gramofoonpl. 6.50
Gramofoonpl. 8.20 Godsdienstig concert.
Lezing.
ZEESEN, 1635 M.
Ca. 7.00 Gramofoonplaten. 10.55 en 12.20
Berichten. Hierna Gramofoonpl. 1.15 Berich
ten. 2.20 Gramofoonpl. 3.20 Lezingen. 4.50
Concert. 5.50 Lezingen. 8.20 Opera- cn ope
retteconcert. In de pauze: „Der alte
Spricht". 10.20 Berichten en daarna tot 12.50
Dansmuziek.
'<lw
Tot. overmaat van schrik kwam nog ccn zwaar omveer op
zetten. Tuimeltje dreef op zijn zcepballon tusschen zwarte
donkere wolken en telkens zag hij zwaar vnnrlicht.
„Och, lief luchtballonnetje," smeekte hij, „git toch naar
beneden. Ik ben zoo bang. Laat me maar gerust uuar beneden
vallen." Maar dc ballon deed of hij niets hoorde cn dreef lustig
verder.
Iutusschen hadden zc in het kikkerpaleis al wat verzonnen.
Twee torretjes boden aan om Tuimeltje op een anderen zeepbel
achterna te reizen cn tc trachten hem tc redden. En warempel,
ze vlogen recht op Tuimeltje af, want de wind dreef hen recht
in dc richting van die met Tuimeltje. Wel honderd kikkers
stonden vol spanning tc kijken hoe dat af zou loopetl.
Ziehier hoe het afliep. De luchtballon waar de twee torretjes
op zaten was niet half zoo zwaar als die van Tuimeltje cn met
een reuze vaartje kwamen dc torretjes op Tuimeltje af. Toen
kwam er ccn groote botsing, want de zeepballonuetjes waren
tegen elkaar opgevlogen cn daar gingen Tuimeltje en dc torre
tjes naar beneden, zoo verschrikkelijk vlug, dat ze er duizelig van
werden.