Siodmak's film „Voorarrest" „ARNHEM" LETTEREN EN KUNST Kunst Zij Ons Doei. GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 16 OCTOBER 1931 DERDE BLAD De royaail opgezette tentoonstelling van ons Haarlemsch genootschap in het Frans Hallsmuseum gehouden behoort misschien tot de beste die de laatste jaren erdoor ge organiseerd zijn. Men zou stel, men had de macht en de gelegenheid ertoe met een dertigtal, veertigtal uitgezochte werken, iets belangrijks kunnen samenstellen, dat ook in grootere kunstcentra zou venmogen te boeien. In de eenmaal gegeven omstandigheden ls dat schiften en keuren niet immer uitvoer baar en wü hebben ons dan met het ge- bodene tevreden te stellen. Voor den verslag gever blijft dan de aangename taak. datgene wat "naar diens inzdoht belangrijk is. naar voren te brengen. Wat bij deze gelegenheid in de eerste plaats treft, is de gelukkige vertegenwoor diging der jongere generatie. Wie ook maai een weinig de sfeer der Haartteansohe hofjes van zich af weet te schudden zal moe ten toegeven dat de meer dan honderd jarige tante in Van Egmond en Janus Wa- gemaker een paar gezonde, en levenskrachtige neefjes heeft die misschien in de toekomst er voor zullen zorgen dat tante niet aan bloed zwak te komt te overlijden. Men heeft dat werk der jongeren terecht eenliss- zins op één wand bijeen gebracht en die wand is niet de ministt aantrekkelijke dier expositie geworden. Dat tulpenstilleven vain den laats tem. laat het dan niet vrij zijn van Jan Sluyters' in vloed misschien, heeft todh een groote charme door zijn frisscbe gedecideerdheid, zijn élan zonder lawaiaiïgheid, zijn evenwicht in al zijn kleurigheid. Het gezicht op den Zanidvoort- schen boulevard bezit evenzeer die, nu ja, een beetje laatdunkende pittigheid, wadrmee ook een Kokoschka soms paradeeren kan, maar 't is toch een prettig stuk jonge kunst waar naar we gaarne kijken Wagemaker heeft met Van Egmond hetzelfde model geschilderd. Het is dus aardig die beide scMlderijen met elkaar te vergelijken en dan blijkt Van Egmond nog meer in zijn materie to wroetun. nog dieper in zajn kleur in te dringen. Hij heeft iets in zijn werk dat het vaster doet staan, wait blijkt uit zijn Palace Samt-Germain-des-Préseen kernig, sterk stadsgedicht uit zijn laatste Parijsche verblijf. Tusschen deze twee heeft de modern aangelegde W. Rees geen gemak kelijke positie. Doch ook dliens bloemstuk ken, die altijd nog meer naar.het decoratieve neigen, hebben aan dezen wand een eigen be teekenis. A. W. Kort, ais ik mij niet bedrieg, oud- Haarlemrmer en thans Groninger kunstenaar, herinnert in zijn aquarellen, die overigens mooi en warmbloedig leven aaeonen aan den besten tijd van Le Fauconnier in Holland. Aan deze warmkleuriige kunst der Jeugd sluit zich het werk van C. J. Laan en mej. Rompelman voortreffelijk aan. De eerste heeft in zijn bloempotje met Frisia's een sterk stukje kleur gepresteerd, dat mij nog over tuigender voor zijn talent is dan het genre stukje „In de Loge" Juffr. Rompelman heeft ongetwijfeld een niart.uurti'jke begaafd heid, waar ze alleen op den duur niet te veel. op vertrouwen moet, als ze althans iets meer dan een zekere virtuositeit wewscfht te bereiken. Haar portretjes van meisje en dame hier, zijn zeer zeker te loven. Het portret neemt op deze expositie een niet onbelangrijke plaats in. Een amusant experiment, dat ik ernstiger beschouwers wel kan aanraden te beproeven, is het vergelijken hoe op deze verschillende portretten de ooren geschilderd zijn. Er is aan zulk een onderdeel dikwijls zooveel kenmerkends voor de gehee'.e standing van een kunstenaar to demonstreeren. Ge zult dan zien hoe een serieus artist als Boot een oor niet als bagatelle behandelt maar er de geheele structuur en het karakter zelfs van geeft. Overigens een mooi-burgerlijk por tret met een zeker onbaatzuchtig karakter juist het mooi-burgerlijke accentue erend. Zie hoe Arens het oor van zijn pator schildert. Knap en vlot, een transparant rose waaronder toch de bouw verbolgen ligt. Als geheel is dit een mooi portret; zooals de witte pij een voudig gegeven is, zoo is het portret als ge heel: kundig, handiig, smakelijk. De Mün- chenische studiejaren zijn rijk aan vlucht ge bleven. Ook in het port rat van de Spaansche wordt ge herinnerd aan de gemakkelijke Vlakke kieurvorming van een Fritz ErDer, bij voorbeeld. Met zijn technische eruditie be hoort Arens tot de mannen-broeders van het genootschap. Van de schilderijen van Simon de Heer lijkt mij het meisjesportret het gelukkigst. De zekere voornaamheid die het in den ach tergrond rechts beneden bezit, wordt helaas hooger-op gemist. Daar heeft de fond dat ongemotiveerd drukdoenerige, waardoor zich veel achtergronden op deze expositie onder scheiden. Over de ooren van Simon de Heer (Jac. Thijsse) zou nog wel iets gezegd kun nen worden maar we bekijken ze toch wel willender dan die van den heer Gratama (portret S.) De portretten door Wesseline staan op het peil dat men van hem kent en geven tot bijzondere opmerking geen aan leiding. De schilder Grootens noemde een stilleven mislukt, maar dat zal wel meer als een kleine coquetterie zijnerzijds moeten opgevat worden. Want als schilderij is het een com plaisant geval geworden, die reuzenkreeft die door allerhande sprookjesmenschen wordt vastgebonden en het Chimeesche af god je op den achtergrond heeft er plezier in Alles met Grootens' uitgebreide kunde •heel knap in elkaar gezet. Zien wij den catalogus nog eens even dooi en volgen het alphabet. Dan is het waard de aandacht te vestigen: op een steak geschilderd Duinstukje van Jhr. Berkhout (5); de al meer geziene teekening Walhuis van Cor Dik (12); de uitvoerige en met een volledige overgave geteekende Lelie's en Gouid'fazanit van Gerbrands, een gelithografeerd Dames- portretje door Har ting dat dezen teekenaar en etser van stadsgezichten van een heel aparten kant toonit; een kundig zelfportretje van Hartz, een teer bloemstukie van Heiloo „Azalea mollis" (44)van Heuff is het aar digst de aquarel van de Antwerpsche O. L. Vrouweberk. Huysser laat van zijn bekende pittige studies zien; Kamp is knap als steeds; het groote naakt misschien wel wat erg koel; Gerard Kerkhoff is met zijn Pinkstercarica- tuur weer eens op de proppen gekomen, maar buitengewoon fijntjes is dat kleine dingske. het voormalig Raadhuis op Oud-Schoten, van hem: Koster. Marcus. Miolée zijn. naar ieders aard goed vertegenwoordigd. Picck heeft een mooi, gaaf schilderijtje van een afbraak to Amsterdam (82) gemaakt, van een koele in getogenheid, als ware hij een deftig acht- tiende-eeuwer. Stem heeft aardige jonge duiven geschilderd. Van Tilburg een beschei den maar gevoelig avondlandschapje inge zonden. Verboog heeft een robuste, scherpe mander van teekenen waar hij veel mee be reikt; als hij teer wil zijn, wordt hij vaag; dat lijkt me zijn fort niet. Verwey zond de aardige tuinaquarel uit Santpoort. Over Jan Visser schreven wij kort geleden uitvoerig; de aquarel Beatrijs van Matth.' van der Weiden is een kunstwerkje- van rustige distinctie en zonder pretentie; mevr. Giesberts toekende de daken van Zoutelande, hard, maar zakelijk en Herman Gerfertz een zittend figuur „in gedachten", slap en onzakelijk. Zoo biedt ook deze tentoonstelling wederom alle modulaties der teere kunstenaarsziel, die zich beste thuis voelt op dat klein Heiligland, waar voor ieder heilige een huisje, een tentje of een parasol gereed staat. Men verauime een kleine bedevaart niet; Vrijdags en Dins dagavond branden de lampen, ter eere van de lichtweek en de kunst. J. H. DE BOIS. 15 October 1931. HET TOONEEL Kon. Ver. Hel Nederlandsch Tooneel. EEN KAMEEL GAAT DOOR HET OOC VAN EEN NAALD. De reeks abonnementsrvoorstellingen in den schouwburg aan den Jansweg is gister avond door de Kon. Ver. Het Nederlandsch Tooneel ingezet met een voorstelling van Frantisek Langer's blijspel ..Een Kameel gaat door het oog van een naald". De Tsjechische schrijver Langer heeft zich als tooneelschrij ver al heel vlug een wereldreputatie gemaakt en aan dezen internationalen roem heeft hij het waarschijnlijk in de eerste plaats te dan ken, dat drie stukken van hem den weg von den naar de planken van den Amsterdam- schen Stadsschouwburg. Toch mochten deze stukken het niet tot een succes brengen. Pe ripherie en Ferdy's Bekeering hebben dat laatste blijspel ondanks een superieure ver tooning slechts weinig bij ons publiek ge daan en ik vermoed, dat ook „Een kameel gaat door het oog van een naald" dat in dertijd reeds eenige malen door Het Oost Nederlandsch Tooneel werd gespeeld geen lange serie zal halen. Hier werd het stuk alhans door de volle zaal vrij koel ontvangen en van een succes was geen sprake. Frantisek Langer begint doorgaans als rea list, maar voordat wij het weten zitten wij al midden in het sprookje. Dat is misschien de oorzaak, dat de Hollanders, die in hun hart verstokte realisten zijn, hem op den weg zijner fantasie niet gelieven te volgen. In „Een Kameel gaat door het oog van een naald" wordt ons dat ook niet zoo heel ge makkelijk gemaakt. Erg hoog vliegt Langer hier niet en bijzonder belangrijk zijn de per sonen in dit blijspel al evenmin. Zoo is het in de wereld niet' zeggen wij telkens bij dit stuk. Als een schrijver wil. dat wij liet des ondanks toe haanvaarden. moet hij andere nijlen op zijn boog hebben als Frantisek Lateer hier. Het kost heed wat moeite, voordat deze kameel door het oog van de noaild gaat en Langer moet hem in alle bochten wringen en telkens een duw tie gewen, eer hij zoo ver is. maar als Joe Wilhelm, de groot-industrie el eindelijk zijn toestemming geeft tot het huwelijk ran zijn zoon Alik met het lieve, jonge armelui's kind Susö. krijgen wij zoo den injdiruk, dat Langer de heele naald gebroken heeft bij het forceeren van düt kunststuk. Wanneer je op liet tooneel zooveel verhou dingen tusschen arme meisjes en rijke jon gelui verkeerd hebt zden afloopen. dan doet het deugd edndeflijk eens een schrijver te ontmoeten die van deze ad-oude traditie af wijkt en je zoudit hem zoo graag hebben ge loofd. Maar zelfs met deze twee ongelijke partijen, een half stomme jongen en een pienter, resoluut en schattig meisje,, diait diank zij een vergissing van haar moeder nog blauw bloed in de aderen heeft ook, geüiuflat dat niet en zeggen wij aan het slot: je maakt er maar wat van. Zijn wij to nuchter geworden voor het sprookje van he arme meisje, dat met een schatrijken jongen trouwt? Als de schrijver t aardig en met fantasie vertelt, zeer zeker niet, maar dan moet hij niet zelf op zoo'n on handige wijze ingrijpen, zooals hier in al die gelukte speculaties, die Susi 40.000 kronen be zorgen! Dan is het toch ook niet zoo n hel dendaad van Susi om al de geschenken van Alik terug to gewen. De 40.000 kronen neemt zij toch maar onder den arm mee en belegt zij secuur in haar meiksalonHet is alles zoo heel erg onwaarschijnlijk in dit- verhaal tje; diealt ijd zwijgende Ahk, die twee oude bankdirecteuren in hun romantfisohe ver- eering voor de arme Susi loopen er nog zulke romantici onder de beursmenaohen rond? die filosofische knecht! Nu ja, het is een sprookje, zal men mij misschien toe voegen. Je moet het niet zoo op den keper beschouwen. Maar wij worden te dikwijls uit de sfeer van het sprookje gerukt, vooral Wan neer telkens de oude Peschita met zijn Schnaps op het tooneel verschijnt. Neen, dan heeft. Molnar er meer slag van om ons door het land van zijn fantasie heen te voeren. Toch was er één figuurtje dat ons heel den avond boeide; het was de kleine Susi met zoo'n lichten toets en zoo'n lieve charme rioor Willy Haak gespeeld. Zij was wel geheel het meisje uit het sprookje, de Asschepoes, die tot prinses werd omgetooverd, al ging het dan ook daarvoor zijn wij tenslotte in 1931 via een melksalon. Er was een groote poe- zie in haar spel, ook als zij het resolute bij de hande zakenmelsje was! Om haar voelden wij de sprookjessfeer. En wij werden warem pel geheel verteederd evenals papa Wil helm toen zij sentimenteele traantjes stbrtto op een babyjurkje. Zoo geheel ver dorven zijn we dus toch nog niet Anna Sablairolles en Jo Sternheim hadden als vader en moeder Peschta voor de realisti sche tinten in dit blijspel to zorgen. Anna Sablairolles vulde het tooneel met haar vol, breed spel en Jo Sternheim toonde ons, dat een Hoüandsch speler op zijn best is in het realistische genre. Cnr:s Baay had de zeer moeilijke rol van Alik de Zwijger. Deze taak leek mij voor hem nog wat zwaar, althans hij heeft mij dezen jongen man niet aannemelijk weten te maken, al had hij ook - bijvoorbeeld in het tooneel met zijn vader in H zeer goede momenten. De rol eischt echter meer fantasie en uitbeeldingsvermogen! De twee financiers waren toevertrouwd aan Willem Hunsche en Mari van Warmelo en deze spelers van routine hadden er n'et veel moeite mee. Rob Geraerds was de kameel, die door het oog van een naald moest. Hij deed meer denken aan een forschen opzich ter dan aan een groot industrieel van hooge standing en hij leek mij voor deze rol ook wel wat te „bonkig". Een zeer amusante fi guur werd de filosofische bediende in het markante spel van Carpentier Aiting.. Jam mer, dat de twee dames uit de eerste kringen geheel onvoldoende waren. Zij gaven te veel „komedie" en te weinig uiterlijke distinctie. Hoewel wij stuk en opvoering dus niet onverdeeld kunnen roemen, hebben wij den heer Kaart toch erkentelijk te zijn, dat hij dit blijspel voor een abonnementsvoorstelling heeft gekozen. Frantisek Langer is In elk ge val een schrijver van beteekenis en wij had den recht ook in Haarlem kennis met hem te maken. Ten slotte nog een woord van lof voor de zeer bijzondere decors, die men had mee gebracht. Het „melksalon" kreeg van het publiek terecht een afzonderlijk applaus. Dat was een alleraardigst en karakteristiek in terieur! Jammer, dat juist in dat melksalon het stuk zoo waterig werd. J. B. SCHUIL. MUZIEK. Mahler's Derde Symphonie in het Concertgebouw te Amsterdam. Mengelberg heeft de hervatting zijner ambtswerkzaamheden to Amsterdam Don derdagavond ingewijd met een kolossale ver tolking van Mahler's kolossale Derde, die men tegenover Beethoven's Derde als de Eroica der Natuur zou kunnen stollen. De uitvoering van dit werk is altijd een van muzikale gebeurtenis, die door de geweldige' middelen welke vereischt worden betrekke lijk zeldzaam moet blijven. Er is vroeger veel geschreven voor en togen het noodzakelijke van het enorme orkestapparaat, dat in de Derde nog door solozang, vrouwen- en jon genskoor versterkt wordt: men zal echter moeilijk kunnen beweren dat de inhoud geen groote middelen rechtvaardigt. Geweldig in zijn dimensies, in zijn opvlammingen en in zinkingen, hier van de uiterste geraffineerd heid, daar van een eenvoud die aan de Pri mitieven der schilderkunst doet denken, on evenwichtigheid als Mahlers innerlijke na tuur, is deze Symphonie. Maar aan de artis tieke eerlijkheid van den auteur doet zij niet twijfelen. Mahler geeft zich ton volle, en dit restlooze inzetten van zijn eigen persoon geeft een heilzaam contrast met het specu latieve van de hedendaagsche kunst. Ook Mengelberg geeft zich in zoo'n werk ton volle, en het is interessant zijn medele ven der partituur bij de vertolking gade te slaan. Hij vergt van zijn uitvoerenden het uiterste, maar zij geven het gewillig onder zijn fascineeranden blik en suggestief geb'aar. Met belangstelling hebben we ook het eer ste optreden van Maartje Offers in de alt-' soli dezer Symphonie nagegaan. Haar stom- geluld Is vol en mooi gefcimbreerd: de warmte harer expressie aanmerkelijk grootor dan die van de zangeres die vroeger deze soli meestal vertolkte; echter kwam het mij voor dat deze warmte meer door den dirigent beïnvloed was dan dat zij uit innerlijke overtuiging kwam. Over de andere uitvoerenden: Concertge bouworkest. Vrouwenkoor van „Toonkunst" en Jongenskoor van Den Hertog behoeven we niet uit te weiden. Zii geven steeds het beste wat men verlangen kan. Dat. de zaal en het podium tot de laatste plaats toe bezet waren, dat de uitvoering door een minuten-lang applaus bekroond werd, dat Mengelberg dankbare ovaties kreeg dat alles is meer dan beleefdheid of per soonshuldiging: het- is een verheugend toe ken in dezen tijd van malaise enstuurloosheid ook op muzikaal gebied. Het bewijst weer de macht der werkelijk grooton. K. DE JONG. PERSONALIA. Geslaagd aan de Umversited't te Amster dam voor het candidaats-examen in de Han delswetenschappen de heer D. W. van Hout te Haarlem. DE „OOIEVAAR" EET KIKKERS. Naar wij van de bemanning van !h!et K L. M.-vlleg!tuag de „Ooirvaar" vernemen, schijnt de verleiding der kikkers hem op zijn retourrais van Batavia naar Amsterdam te machtig geweest te zijn. Een kikkertje verdwaalde bij Kohlak iin de inilaatbuis van de ..Ooievaar" en moest zooals zoo vele kikkers vóór hem dit reecis deden, ondervinden, dat. een „Ooievaar" geen ideale plaats voor een kikker is. De „Ooievaar deed zün naam eer aan. DEN HAAG'S BURGEMEESTER NAAR PARIJS. De burgemeester van den Haag. jhr. mr. Bosch ridder van Rosenthal, heeft een be zoek gebracht aan Parijs. Hij is er zeer har telijk ontvangen. INTERIM-DIVIDEND ALG. EXPLORATIE IVLAATSCHAPPIJ. De NV. Algemeene Exploratie Mij. zal over 1931 een interim-dividend ut'Ükeeren van 6 pet. Een mooi weekblad met duizenden vrienden is het van HAARLEM'S DAGBLAD Filmkunst. De getuigen. In ons vorig filmoverzicht schreven wij, naar aanleiding van het gemeengoed worden in de gewone filmindustrie van de uitings- voi-men die de moderne filmkunstenaars al experimenteerende gevonden hebben, dat filmkunst filmwetenschap geworden was, met andere woorden, dat datgene wat in onge- repten vorm als laboratoriumwerk den bezoe kers van ligatheaters gewerd, later de gram matica van de lndustricele filmcentra is ge worden. Hoewel het volgen in het kielzog van de avantgarde, door Hollywood en Neubabels- berg een loffelijk streven was, werd het toch de oorzaak van onvermijdelijke verstarring. Onvermijdelijk, omdat de vrije inspiratie methode, en het experiment traditie werd. De goede zijde van dit proces is, dat het een soort van selectie mogelijk maakt: Het is nu al heel gauw te zien, wat echt en wat naboot sing is. Men vergelijke bijvoorbeeld maar eehs het zuivere „Sous les toits de Paris" van Clair, met „Drei von der Tankstelle". geestig maal eerder kunstvaardig dan kunstzinnig. Eén der weinigen die de toorts brandende heeft weten te houden, is Slodmak, de fijn zinnige ontleder van het leven en de ziel, die vooral met „Menschen am Sonntag" bewees, dat hij niet gevoelig is, voor den verderfe- lijken invloed van het industrieele systeem. Ook „In Voorarrest" is een bewijs van zijn artistieke onafhankelijkheid. Deze film is nochtans geen uitzonderlijk product, alleen geschiet voor de theaters van de voorposten. Het is' een film voor het publiek, die alle goede qualitoiten van de publieksfilm in zich vereenlgt. Het verhaal behandelt het volgende gege ven: Een student (Gustav Frölich) ziet zich geplaatst tusschen een vrouw uit een door en door verdorven milieu en de dochter van een rechter van instructie Als hij beseft, dat hij de laatste liefheeft, wil hij met de eerste bre ken. Deze dreigt echter met chantage. Op een nacht, als de vriend van den student (Hans Brausewetter) de broer van het meisje, met de vrouw die met chantage dreigde eens zal gaan spreken, om de zaak in het reine te brengen, gebeurt er iets verschrikkelijks, 's morgens vroeg vindt men het lijk van de vrouw. Zij is vermoord. Bassermann. De student, die een verhouding met haar had. wordt gearresteerd, alle aanwijzingen zijn tegen hem. en het lijkt zer onwaarschijn lijk dat hij vrijgesproken zal worden. De vader van zijn vriend, leidt de instructie in deze zaak. Deze is overtuigd van de schuld van den jongen, doch als hij begint te ver moeden, dat „de groote onbekende" die 's nachts een bezoek gebracht heeft aan de vrouw, om te trachten haar aan het verstand te brengen, dat zij den student moet opgeven, zijn eigen zoon is, rijst de twijfel in hem. Een onuitsprekelijke angst maakt zich van hem meester. Als zijn zoon eens de vrouw ver moord heeft.De keten van aanwijzingen wordt steeds rijker aan schakels. De rechter van Instructie voelt Intuïtief, dat de ver dachte onschuldig is, en dat zijn zoon, om zijn zustor te helpen, de mededingster wel eens uit den weg geruimd zou kunnen heb ben. De rechter van instructie stuurt het be wust en onbewust echter op een bekentenis van den student aan en deze, die niet wil zeg gen, wie de man is. die 's nachts voor hem met de vrouw die vermoord werd, is gaan spreken, geeft in een oogenblik van wilde overspanning toe, dat hij de schuldige is. Hij herroept echter de bekentenis onmiddellijk weer. Later blijkt, dat noch hij, noch zijn vriend de daders zijn. Alle motieven In deze film zijn gegroepeerd om de figuur van den rechter van instructie, die aanvankelijk niets wetende van de verhouding tusschen den verdachte en zijn zoon en zijn dochter den gearresteerde voor schuldig houdt, later een hevlgen strijd voert, tenslotte zieh zelf overwint en den verdachte ronduit zegt dat hij hem voor on schuldig houdt. Maar de duisternis valt weer onmiddellijk, wanneer de student, merkende dat de vader zijn eigen zoon verdenkt, zijn mededeellngen herroept en tenslotte in een zenuwcrisis be kent schuldig te zijn aan iets wat hij niet gedaan heeft. Het is de groote acteur Albert Bassermann, (ook in Haarlem heeft men dezen Duttscher, de knapste onder de knappen wellicht, eerdge jaren geleden kunnen zien optreden in den schouwburg aan den Jansweg) die dc rol van den rechter van instructie speelt. De gevangenis. Slodmak heeft er nochtans geen gefoto grafeerde tooneelspeler van gemaakt. Hij heeft Bassermann alle recht doen weder varen; diens weergaloos knappe spel krijgt de volle maat; dit ia Bassermann, maar do film-speler Bassermann. en de ontledende clnegrafle van Slodmak sluit zich prachtig bU het fijn-psychologische spel van den grooten Dultschen acteur aan. Ook dc overige rollen Siodmak speelt graag met menschenmateriaal zijn prach tige typen, die zich elk op hun karakteristieke manier door de sombere, naargeestige sfeer van dit werk bewegen. Het huis van de ver moorde. een huurkazerne, waar de getuigen het eerst worden verhoord, het huis van den rechter van instructie, (een patriciërs woning), de getuigenkamer ln de gevangenis, de lange gangen met de cellen, het verhaal van den rechter van instructie, het zijn even- zoovele prachtig weergegeven milieus, waar van Siodmak ons de innerlijke sfeer toont, door een nauwkeurige analyse van het uiter lijk. Een meesterlijke film. met een scenario dat hier en daar bedenkelijk fantastisch is. maar dat Siodmak gelegenheid gaf. zijn kunste naarschap te toonen en waarin Bassermann de grootste ontroering vermocht te wekken, want door zijn fabelachtige techniek straalt toch altijd zijn ongeëvenaard kunstenaar schap. Ook Gustav Fröhlich is trouwens voortreffelijk ln de rol van den onevenwlch- tigen student, die opgejaagd door dc verden king, in dc geestelijke verwarring bijna ten onder gaat. L. A. „Voorarrest" wordit van hedenavond Cinema Palace vertoond. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel /T\ LEVENS- VERZEKERING MAATSCHAPPIJ beschermt Uw gezin in moeilijke Jaren. DIEFSTALLEN. Bij den heer V. te Hoofddorp heeft des nachts een ongenoodc gast een bezoek op het erf gebracht. Dc diefstelde zich tevreden met een paar groote konijnen en wist on opgemerkt weder te ontkomen. Bewoners van den Ringdijk nabij Aalsmeer en Bennebroek, kwamen 's morgens tot de onaangename ontdekking dat nagenoeg ai hun kippen verdwenen waren. De politie stelt een onderzoek in. GEARRESTEERD. Donderdag werd naar Hoofddorp overge bracht v. d. K„ geen onbekende van de pol he, in verband met verschillende ook in Haa.-'.em mermeer gepleegde diefstallen of verduiste ringen van rijwielen. Hij word', er van ver dacht te Hoofddorp. Vijfhuizen en Zwanen burg zijn alag te hebben gelagen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 9