FEMINA zfdrr^uir BIJDEHAND. ABR. MEIJER rueiDUM. Haar! em s Dagbla d DE NAJAARSMANTEL Een zeer chique najaarsmantel van een warme wollen Engelsche stof laat u de tee- kening zien. Het is juist een mantel voor den herfst. De kraag loopt uit in twee lange slip pen, die aan het einde geschulpt zijn. Met deze slippen kan men de hals voldoende be schutten. Het heeft dit voordeel boven bont- garneering, dat men zich niet dadelijk te veel verwent en van den winter, ondanks bontgarneering, toch koude lijdt. De mantel is gemaakt van het z.g. „heerenmodel" en valt naar onderen toe in eenige diepe plooien neer. De sluiting bestaat aan de binnenzijde uit een lus met een band, aan de buitenzijde uit een enkelen knoop. De gladde mouw heeft even onder den elleboog een vrijhan- gende strook, die evenals de slippen van den kraag, geschulpt zijn. De ondermouw is afgewerkt met een bij den pols iets ruimer vallende manchette. Als men zakken in deztm mantel wil aan brengen, dan moeten dit insteekzakken zijn, die in de plooien van de voorpanden vallen. Een opgestikte zak zal het heele effect be derven. HOE MEN DE KLEUTERS BEZIG HOUDT. 1 EEN GEZELLIG NAATTASCHJE. Dezen keer weer een handwerkje voor meisjes van 10 a 12 jaar en wel het maken van een kartonnetje met naaibenoodigdhe- den voor de logeerkamer, en kartonnetje, be kleed met een aardig stofje en voorzien van schaar, vingerhoed, naalden, spelden, garen enz. Deze naaibenoodigdheden kan men op de logeerkamer aan den muur of in de kast op hangen en voor de logés is het ook zeer ge makkelijk garen en stopkatoen en wat er verder voor noodig is, bij de hand te hebben. Wij nemen een kartonnetje van 25 c.M. in het vierkant en knippen een lapje van 27 c.M. in het vierkant, 1 c.M. wordt dus voor het omplakken gerekend. Maar voor wij hiermee beginnen wordt op het lapje met aardige kleuren een randje aangegeven, bv. twee rijen rijgsteekjes met een kettingsteekje in het midden. Aan twee kanten van het lapje maakt men deze randjes en aan de andere zijden wordt een driehoekig lapje overgenaaid. als een zakje. (Afb. a). De bovenkant van dit zakje wordt een klein beetje ruim ge nomen, ook brengt men hier op een klein randje aan. Ver volgens maakt men de naaibe noodigdheden verder in orde. Een klein spel denkussentje wordt gemaakt en op het lapje vastgemaakt. Daarna naait men een reejp van 2 cM breedte en 16 cM. lengte en maakt deze met 4 openingen op het lapje vast, zoo dat schaar, naaldenkoker en vingèrhoed er een plaatsje kunnen vinden en ook een strengetje wol voor het kousen stoppen kan door de opening geschoven worden. Nu kan het geheel over het kartonnetje getrokken worden en de randen worden vast geplakt. De achterkant wordt met hetzelfde goed bekleed. Het zakje vullen wij met knoopjes enz. en om het kartonnetje op te hangen, maken we aan een hoeken een oogje vast, waar door heen wij op ee"n aardige manier een lintje halen en aan de uiteinden van deze lintjes bevestigt men 2 klosjes garen, (afb. b.)- Het modelletje is in de Tijdingzaal van ons blad te zien. W. R. TWEE NIEUWE JAPONNEN. Langzamerhand is er een vaste lijn in de mode van het nieuwe seizoen gekomen. Wel iswaar blijven de hoofdlijnen zooals in den aanvang van het seizoen aangegeven: name lijk vrij nauwsluitend, taille op de juiste plaats, de rok glad over de heupen, en van onderen wijd, hetzij door klok, ingezette rondgesneden panden, ingezette plissés, enz. De rokken geheel bestaande uit dwarse ban den, ziet men ook nog wel, doch veel minder dan in vorige seizoenen, daar ze veel minder slank maken. Men ziet heelemaal geen ge heel geplisseerde rokken. Het plissé is thans altijd voor een klein deel ingezet. En men vindt er een soort vermaak in, dit op een onregelmatige wijze te doen. Bijvoorbeeld: van voren opzij in de japon laat men het in- gèzette geplisseerd pand heel hoog beginnen, terwijl men het aan den anderen kant op den rug heel laag laat aanhangen. Verder ziet men veel kleine platte volannetjes langs den rand van de rok van onderen, die van achte ren oploopen tot aan de ceintuur. Speciaal voor de namiddagjaponnen geheel rechte rokken, samengesteld uit 5 of 7 „étages" van platte volants, afloopend in hoogte. Op de teekening ziet men een tweetal heel gewone eenvoudige, doeh zeer smaakvolle en moderne japonnen weergegeven. Links (pa troon nr. 12.137) is van amberkleurige crêpe de chine, bewerkt met stokjes-a-jour. Het al leraardigste kraagje is van oranje crêpe de chine. De rok is met voor en achter twee platte plooien. Geheel bijzonder en nieuw is het dubbele mouwtje. Aan 3.50 M. stof van 1 M. breed heeft men voldoende. Rechts (pa troon nr. 12.138) een keurige japon van grijs groene crêpe de chine, gegarneerd met stik sels op het lijfje en op den achterkant van de mouwen. De zijnaden openen zich onder de heup en gaan daar over in een geplisseerd pand. De japon is verder gegarneerd met knoopen van dezelfde stof. Vier meter stof van 1 M. breed zullen toereikend blijken. Van deze japonnen zijn knippatronen ver krijgbaar a 75 ct. Postwissel zenden aan: De Beurs, Amstellaan 66, Amsterdam Z. Leve ring binnen 1 week. óp het strookje nauw keurig vermelden: naam en adres van afzen der, nummer van het gewenschte patroon en maat. (De maten van 40 tot 52 kunnen ge leverd gorden) DE TOMPOUSE. De kortgesteelde parapiuies houden het langer uit dan wiJ hadden verwacht, want de mooie slanke naaldparapluies waren toch eigenlijk veel eleganter. Er is een groote verscheidenheid in kleu ren, materiaal en vooral in de uitvoering van de knoppen. Van de vele modellen, die u overal ziet, toonen wij u er hier een drietal. Deze tompouccs hebben alle drie het voor deel, dat zij een „polsriem" hebben, zoodat wij ze aan onzen arm kunnen hangen, wat het dragen zeer vergemakkelijkt, vooral als we zeer gewinkeld hebben, en het toevallig eens niet regent, Het is nog niet lang geleden, dat ik, kib belend met één van de weinige kibbelgrage mannen, die op dit ondermaansche van tijd tot tijd de domheid begaan om met een vrouw te willen argumenteeren, over het nooit nieuwe en altijd boeiende onderwerp: „De Mode", een afdoend einde aan het ge sprek maakte en tegelijkertijd definitief de palm der overwinning in mijn armen mee droeg door te zeggen: „Ja, luister nu eens even. Jullie mannen hebben het altijd over ons vrouwen, die altijd weer verandering willen hebben. Zou het niet beter zijn, dat jullie eens een Voorbeeld aan ons namen in plaats van ons altijd uit te lachen, en eens een beetje verandering brachten in die meer dan absurde mannenkleeding van jullie? Onze kleeding is praktisch en geriefelijk, wij vrouwen hebben ons vrij gemaakt van be lachelijke ouderwetsche overbodigheden, van knellende corsetten en van gesteven boorden en hoeden, die boven op ons hoofd staan; en van jullie mannen heeft geen enkele den zedelijken moed om ook maar in het aller kleinste kleinigheidje het voorbeeld te gevenKom nou maar eens terug, als het zoo ver is, dan zullen we het nog eens hebben over mode Het was, zooals ik zei, nog maar zeer kort geleden Gisteren kwam ik hem tegen, en hij zei tegen me, terwijl er een allerkwaadaardigst triomfantelijke glimlach om zijn mond grijnsde; „Ik kom morgen eens een kopje thee bij je halen, en een beetje boomen over de praktische damesmode.... Ik heb giste ren tweemaal de hoed van een dame af zien waaien; de ééne drijft nog in den Raam- singel. Wanneer beginnen jullie weer aan de hoedenspeleden? Of hebben jullie alweer iets nog praktischer uitgedacht?" jnM' Mij heeft het dientengevolge niets verwon derde, dat vannacht mijn slaap gestoord is door de meest afgrijselijke nachtmerries, waarin chasseurs en postillons en tricorners en onmetelijke struisveeren al dadelijk een voorname rol speelden en waarin ik ten slotte zelf optrad, gekleed in een costuum, waarvan de mouwen tot -aan het plafond reikten, en met een queue de Paris, waarin een stoel om op te gaan zitten, ingebouwd was. Ik had steeds andere hoeden op, die voortdurend afwoeien, en aan den kant van den Raamsingel stond een joelende men- schenmassa te wijzen naar een file van de meest onmogelijke middeleeuwsche, zeven tiende en achttiende eeuwsche hoeden, die zachtjes dobberend als opgetuigde barken aan kwamen drijven afgewaaid van mijn arm, in angstzweet badend hoofd...... De thee en het gezellige boompje over de praktische vrouwenmode zaten wij inder- nogal dwarsHoe komen wij vrouwen nu ook bij zoo iets dwaas? Het was waarlijk geen wonder, dat ik anderhalve maand ge leden, toen de eerste chasseur op het nog door zomerzon beschenen tapijt verscheen, mezelven en de hemel zwoer, dat ik nooit zoo n ding op mijn verstandig hoofd zetten zou Vrouw zijnde, en anderhalve maand ge leden gezworen hebbende, dat ik verre van de chasseur blijven zou of de chasseur verre van mij ben ik vanmorgen naar de stad gegaan, en heb een chasseur gekocht. De winkeljuffrouw zei, dat hij me buiten gewoon stond, en ik vond het zelf eigenlijk ookEn vanmiddag heb ik den triom fantelijken man op de thee ontvangen met het corpus delicti op de meest zorgvuldige en meest charmante manier op mijn hoofd gevleid. „Ziezoozei de triomfantelijke wraak zuchtig, „en nu een lekker kopje thee, en dan gaan we eens gezellig een beetje kibbe len overen de woorden bleven hem plotseling in de keel steken. „H'm", zei hij toen peinzend. „Suiker en melk?" zeide ik lief. „Hoe vind je hem me staan?" „H'm", zei hij weer. „Nogal goed. Een beetje meer haar eruit daar links". Ik stapte gehoorzaam naar de spiegel en deed of ik er een beetje meer haar uit trok. Laat nooit een man. die vindt, dat hij ver stand van vrouwenkleeren heeft, merken, dat. hij het niet heeft. En toen ik terug kwam zei hij: „Ik weet nog precies, dat mijn moeder net, zoo'n soort dingen op had. Een beetje anders wel, maar het stond haar goed. Hoe oud was ik toen? Laat eens kijken „Nee", zei ik, „jij wilde praten over dames mode, en eraan gelooven zul je. Waarom vind Jij het nu eigenlijk noodig. dat dames mode practisch moet zijn?" „Heb ik dat gezegd?" zei hij verbaasd. „Dat vind ik heplemaal niet. Nergens voor noodig. Ik vind die chasseurs eigenlijk heel Mijn hemel, die mannen! Maar o, wij vrouwen! WILLY VAN DER TAK. Bijdehand een echte vrouweneigenschap, kattig noemt men het ook wel, onvriende lijker nog, of vinnig. Heeft u er wel eens over gedacht, hoe vrouwen aan die eigenschap komen? Aangeboren, zullen velen zeggen, en dat is soms ook wel het geval. Let maar eens op, hoe vinnig een ouder zusje over het kleine grut kan bazen, ze zet er een schel stem metje bij op, en ze slaat een toontje aan, dat geen tegenspraak duidt. Wee ook de on verlaat, die een streep van de consignes durft af te wijken, een kattige terechtwij zing, soms ook een lang niet malsche af straffing is het gevolg. Maar er zijn veel minder kattige en bljde- hande kinderen dan er volwassenen zijn, en dat moet toch ergens zijn oorzaak in hebben. Zou dat in veel meisjes sluimerend liggen, en pas tot uiting komen, wanneer zij vol wassen zijn geworden? Zoo zijn er natuur lijk v/el: er zijn vroolijke, drukke meisjes, die leuke antwoorden weten te geven op het juiste moment, die bij alles haantje de voorste zijn, die letterlijk alles durven en die algemeen gezocht zijn om hun pittig heid. Maar velen van haar. bij het ouder worden, wanneer hH kinderlijk onbevangene er af gaat, verliezen de rondheid van karak ter, die haar zoo aantrekkelijk maakte, zij worden spits en hoekig, terwijl er toch oogenschijnlljk geen aanleiding toe was. De meeste vrouwen echter, die bijdehand zijn als zij ouder worden, zijn door het leven zoo gemaakt. En dat behoeft dan vaak nog niet eens een hard leven te zijn, maar wel een leven van veel verantwoordelijkheid en van groote drukte, waarbij geen tijd is voor zachtgestelde verzoeken, alleen nog maar voor vinnige bevelen die oogenbilkkelijk op gevolgd moeten worden, anders ls Lelden in last. Niemand zal durven beweren dat een dergelijke toon in huis erg prettig is, maar begrijpelijk is het toch wel In een groot gezin, waarvan de moeder eigenlijk tijd te kort komt om alles naar behooren te kunnen doen, om van geld nog maar niet eens te spreken. Zij is echter nog in de ge lukkige omstandigheid, dat er bij te veel vinnigheid, van de zijde der andere gezins leden nog weieens protesten opgaan, waar door zij deze fout, die misschien langzamer hand grootere afmetingen heeft aangeno men, kan herzien. Veel moeilijker lijkt het mij echter voor werkende vrouwen, die alleen wonen of met een gelijk gestemde vriendin, en die haar eigen kostje moeten verdienen in een wereld die allesbehalve vriendelijk en welwillend ls, maar die aan bijdehande vrouwen een hekel heeft. Voor haar wordt dit werkelijk een probleem dat niet zoo eenvoudig is op te lossen. Natuurlijk wordt vooropgesteld, dat een mensch zijn karakter niet modelleert en verandert naar den zin van zijn medemen- schen, maar dat leder van zichzelf zooveel goeds probeert te maken, als er van te ma ken is. En dat is voor de werkende, alleen staande vrouw een zeer moeilijk Is zij bijdehand, dan wordt zij om haar te groote kattigheid vermeden, slaat zU in het an dere uiterste over. dan is zij sentimenteel; ls zij opgewonden vroolijk, dan is zij een aanstelster, doet zij zich met geweld wat al te rustig voor, dan is zij saai; is zU gewild studentikoos en slordig, dan is zij een slons, en is zij overdreven netjes dan is zij piet luttig. Niemand zal nu ook willen beweren dat dit alles zeer plezierige karaktereigen schappen of aanwensels zijn. maar over het algemeen is men wel geneigd om te vergeten dat deze werkende vrouwen, die wat be reikt hebben in haar vak, de critlek missen, welke voor ieder mensch zoo nu en dan een onmisbare rem is op zijn fouten en ge breken. Op haar werk zal natuurlijk welecna aanmerking worden gemaakt en daarin zal zij zich ook wel wachten voor te sterke uitersten, maar in haar dagelijksch leven, in haar denkbeelden komt weinig verande ring, doordat zij die, buiten haar werk om, geheel alleen bouwt en modelleert. Dat zij daarbij ook bijdehand en vinnig wordt, heeft nog een andere oorzaak, en wel deze, dat zij voor alles alleen moet op komen. Nu lijkt dat niet zoo moeilijk, want. niet waar, een vrouw alleen op kamers, met een vast inkomen, heeft niet zoo'n erg ingewik keld bestaan. De bezwaren schuilen echter daarin, dat zij niet voor vol worden aan gezien door de leden van de andere sekse, en dat geeft voor haar vervelende toestan den, die zij door bijdehand optreden pro beert meester te worden. Iedereen weet het wel: wanneer bij moei lijkheden de hoer des huizes zich ervoor spant, ls de oplossing vrij wat zekerder dan wanneer de vrouw zich daartoe moet zetten. Bij ons in de buurt ls een school en het is aardig, want het geeft een Jong en fleurig vertier. MaaV zoo nu en dan zijn de kinderen lastig en moeten wij tegen ze optreden, wat heel natuurlijk is, daarvoor zijn het kinde ren. Nu ls het echter merkwaardig om te zien, hoe snel zij maken dat zij weg komen, wanneer een mannelijk lid van het gezin hen op hun nummer zet (en dit ls vooral bij de jongens het geval) en hoe brutaal en hoonend zij zich aanstellen, wanneer een vrouw zich daaraan waagt. Dat verschil in behandeling, die houding van je-doet-me-toch-lekker-niks, daarmee hebben werkende, alleen-wonende vrouwen dagelijks te maken, daar moeten zij zich dikwijls tegen verweren, om haar rechtvaar dige eischen door te drijven, en daartegen verzetten zij zich met een bijdehande hou ding, die zeggen wil: Je moet niet probeeren een loopje met me te nemen. En zoo goed als een klein meisje, dat op een paar lastige broertjes moet passen, dit met veel gesnauw probeert klaar te spelen, zoo komt menige alleenwonende vrouw ertoe zich achter een bolwerk van vinnigheid te verschansen. E. E. J.—P. W»y«W;W.-o<. Madame Mode is altijd grillig geweest. Die reputatie heeft zij en het schijnt dat zij dezen winter die reputatie nog wat wil ver sterken. Want zij heeft nu wel het toppunt van grilligheid bereikt. In de eerste plaats: nu ledereen Waagt over den druk der tijden en we half ziek zijn van het woord „bezuinigen", komt ze met een mode, die kostbaarder is dan de tegenwoor dige generatie ze ooit gekend heeft. Een paar jaar geleden maakte je uit een meter stof een avondjurk, nu heb Je daar minstens tien, twaalf meter voor noodig. Terwijl de woning inrichting steeds eenvoudiger wordt hoe wel die eenvoud ook geraffineerd en kostbaar kan zijn is de nieuwste zakelijkheid zeker niet doorgedrongen tot onze kleeding. Die is verre van sober en eenvoudig! Een hyper moderne japon moet detoneeren in een hyper-modern interieur. En eigenlijk voelen we soms ook, dat wij zelf detoneeren met die japon. Ook met onze mantels en hoedjes. De lange jurk met strooken en ruches heeft Iets pronkerigs, we zouden onze kamers in rococo-stijl willen inrichten om tot harmonie te komen. En we zouden zelfJa, we zou den ons zelf ook heel wat moeten veranderen, wilden de nieuwe kleeren bij ons passen, Want ln dit opzicht vooral toont de mode haar grilligheid. Niet alleen dat ze kostbaar is in zorgenvolle tijden, ze kleedt ook de mo derne vrouw ln kleeren die allerminst „mo dern" zijn. Nu de vrouw over de heele wereld haar strijd gewonnen heeft, nu ze een zelf standig, werkend wezen is geworden en prat gaat op haar onafhankelijkheid, wordt ze plotseling weer gehuld in het kleed van haar preutsche, bedeesde grootmoeder. Lange rok ken. lange wijde mouwen, veel tierelantijn tjes waar je op „passen" moet. Waar blijft de bewegingsvrijheid van de moderne vrouw? We voelen ons ln die nieuwmodische klee ren, die zoo sterk aan vroeger doen denken, een beetje „raar". Maar natuurlijk onderwer pen.we ons. Zooals altijd. Er zijn veel tronen gevallen, maar madame Mode heerscht op- permachtg. Flatteus is het wèl. En zoo echt vrouwelijk. Er zit weer lijn ln ons figuur. Geen sprake meer van „soep"Jurken. van een afgezakte taille, van beenen zichtbaar tot de knie. Dat was goed voor het vrij-gevochten meisje van twee. drie jaar geleden. De mode zegt; je bent nu anders. Je durft Je nu niet meer in zoo'n kort jurkje vertoonen, je hebt geen haast meer en dus den tijd Je langzaam en met zorg aan te kleeden. De mode zegt: je moet tijd hebben om dat alles te koopen, anders kun je niet „mee"doen, Je moet er deftig uitzien, eenvoudig en sportief mag niet meer. Je mag vooral niet over de straat hol len, dat staat belachelijk, je mantel zou wap peren en Je hoedie verkeerd gaan staan. In je tegenwoordig toilet moet je wandelen. Je moet je gedragen naar de kleeren, die Je aAn hebt. gn de meeste vrouwen doen dat dim ook, Kleeren hebben veel Invloed. Men voelt zich nu eenmaal anders in een zijden japon dan in een wollen jumper. Zou het soms dc be doeling van mevrouw Mode zijn ons weer te veranderen, weer „onderworpen slavinnen" van ons te maken, die alleen leven om zich op te sieren en om te behagen? Misschien lijkt een enkele vrouw dat nog niet zoo kwaad. Maar al zouden ze het willen, de tijdsomstandigheden vragen anders. Vrou wen kunnen ln de meeste gevallen geen luxe poppetjes meer zijn, ze moeten werken, flink zijn, zelf handelen. En daarom voelen we ons zoo „raar" ln het kostuum van onze grootmoeders. Ook al ls de sensatie even niet onaangenaam. De mode heeft er dit jaar weer eens voor gezorgd, dat de vrouw er heel anders uit zal zien dan ze is. „Echt vrouwelijk" dus deze nieuwe mode, ook ln dit opzicht, en toch wel aantrekkelijk. Vooral voor diegenen ónder ons, die graag „sphlnx" blijven! BEP OTTEN. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. WEEKNIEUWS CR. HOUTSTRAAT 16, HAARLEM Al zit uw colbert costuum nog zoo onberispelijk, al zijn uw overhemd cn das volkomen ln overeenstemming daarmee, uw tollet is toch niet af, in dien uw sokken niet bij het geheel passenl U moet dus zeker meer aan dacht aan uio sokken besteden. Het meest geslaagd is uw toüet, wanneer U uw sokken kiest in dc kleu ren van overhemd en das. Wij hebben een keurcollectle voor U in wollen, fil d'ecosse en zijden sokken, in alle tinten in effen zoowel als in fantasie voor zeer matige prijzen. U zult verbaasd staan! Onze kwali teiten zijn buitengewoon solide. RECEPTEN. Reebout. Hiervoor neemt men 2 K.G. reebout. 100 gr. lardeerspek, 200 gr. boter, 1 dL. zure room en wat zout. Het vleesch wascht men af, lardeert het en wrijft het ln met wat zout. De botor wordt llchtgruin ge maakt in de braadslede, en daarna wentelt men den reebout er door en braadt hem 25 A 30 minuten per 500 gr. Af en toe bedruipt men hem met boter en voegt er zoo noodig wat water bij. Men overgiet hem een kwar tier, voordat hij klaar is, met den room. De Jus wordt verder met water afgemaakt. Vanihe-vla mot Bitterkoekjes: Men neemt 1/2 L. melk, 10 bitterkoekjes, 3 afgestreken lepels maïzena, 3 afgestreken lepels suiker, 1 ei, een klein stukje vanille en wat zout. Nu brengt men de melk met de vanille en het zout langzaam aan de kook. Daar weekt men de bitterkoekjes even ln (b.v. op een schuim spaan) en legt ze in een vloeschschaaLtje. Nu maakt men van de melk met de overige be- standdeelen een vla. Dan laat nien deze, on der af en toe roeren, bekoelen en dan giet men ze over de bitterkoekjes heen. Knippatronen van de genummerde afbeel dingen zijn verkrijgbaar a f 1.75: mevr. Liljl vm Oyeii, Riouwstraat 157, Den Haag, .ij

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 11