FEMINA
zfdrr^uir
BIJDEHAND.
ABR. MEIJER
rueiDUM.
Haar!
em s
Dagbla d
DE NAJAARSMANTEL
Een zeer chique najaarsmantel van een
warme wollen Engelsche stof laat u de tee-
kening zien. Het is juist een mantel voor den
herfst. De kraag loopt uit in twee lange slip
pen, die aan het einde geschulpt zijn. Met
deze slippen kan men de hals voldoende be
schutten. Het heeft dit voordeel boven bont-
garneering, dat men zich niet dadelijk te
veel verwent en van den winter, ondanks
bontgarneering, toch koude lijdt. De mantel
is gemaakt van het z.g. „heerenmodel" en
valt naar onderen toe in eenige diepe plooien
neer. De sluiting bestaat aan de binnenzijde
uit een lus met een band, aan de buitenzijde
uit een enkelen knoop. De gladde mouw
heeft even onder den elleboog een vrijhan-
gende strook, die evenals de slippen van den
kraag, geschulpt zijn.
De ondermouw is afgewerkt met een bij
den pols iets ruimer vallende manchette.
Als men zakken in deztm mantel wil aan
brengen, dan moeten dit insteekzakken zijn,
die in de plooien van de voorpanden vallen.
Een opgestikte zak zal het heele effect be
derven.
HOE MEN DE KLEUTERS
BEZIG HOUDT.
1 EEN GEZELLIG NAATTASCHJE.
Dezen keer weer een handwerkje voor
meisjes van 10 a 12 jaar en wel het maken
van een kartonnetje met naaibenoodigdhe-
den voor de logeerkamer, en kartonnetje, be
kleed met een aardig stofje en voorzien van
schaar, vingerhoed, naalden, spelden, garen
enz.
Deze naaibenoodigdheden kan men op de
logeerkamer aan den muur of in de kast op
hangen en voor de logés is het ook zeer ge
makkelijk garen en stopkatoen en wat er
verder voor noodig is, bij de hand te hebben.
Wij nemen een kartonnetje van 25 c.M. in
het vierkant en knippen een lapje van 27
c.M. in het vierkant, 1 c.M. wordt dus voor
het omplakken gerekend.
Maar voor wij hiermee beginnen wordt op
het lapje met aardige kleuren een randje
aangegeven, bv. twee rijen rijgsteekjes met
een kettingsteekje in het midden.
Aan twee kanten van het lapje maakt men
deze randjes en aan de andere zijden wordt
een driehoekig lapje overgenaaid. als een
zakje. (Afb. a). De bovenkant van dit zakje
wordt een klein
beetje ruim ge
nomen, ook
brengt men hier
op een klein
randje aan. Ver
volgens maakt
men de naaibe
noodigdheden
verder in orde.
Een klein spel
denkussentje
wordt gemaakt
en op het lapje
vastgemaakt.
Daarna naait
men een reejp
van 2 cM breedte en 16 cM. lengte en maakt
deze met 4 openingen op het lapje vast, zoo
dat schaar, naaldenkoker en vingèrhoed er
een plaatsje kunnen vinden en ook een
strengetje wol voor het kousen stoppen kan
door de opening geschoven worden.
Nu kan het geheel over het kartonnetje
getrokken worden en de randen worden vast
geplakt. De achterkant wordt met hetzelfde
goed bekleed.
Het zakje vullen wij met knoopjes enz. en
om het kartonnetje op te hangen, maken we
aan een hoeken een oogje vast, waar door
heen wij op ee"n aardige manier een lintje
halen en aan de uiteinden van deze lintjes
bevestigt men 2 klosjes garen, (afb. b.)-
Het modelletje is in de Tijdingzaal van ons
blad te zien.
W. R.
TWEE NIEUWE JAPONNEN.
Langzamerhand is er een vaste lijn in de
mode van het nieuwe seizoen gekomen. Wel
iswaar blijven de hoofdlijnen zooals in den
aanvang van het seizoen aangegeven: name
lijk vrij nauwsluitend, taille op de juiste
plaats, de rok glad over de heupen, en van
onderen wijd, hetzij door klok, ingezette
rondgesneden panden, ingezette plissés, enz.
De rokken geheel bestaande uit dwarse ban
den, ziet men ook nog wel, doch veel minder
dan in vorige seizoenen, daar ze veel minder
slank maken. Men ziet heelemaal geen ge
heel geplisseerde rokken. Het plissé is thans
altijd voor een klein deel ingezet. En men
vindt er een soort vermaak in, dit op een
onregelmatige wijze te doen. Bijvoorbeeld:
van voren opzij in de japon laat men het in-
gèzette geplisseerd pand heel hoog beginnen,
terwijl men het aan den anderen kant op
den rug heel laag laat aanhangen. Verder ziet
men veel kleine platte volannetjes langs den
rand van de rok van onderen, die van achte
ren oploopen tot aan de ceintuur. Speciaal
voor de namiddagjaponnen geheel rechte
rokken, samengesteld uit 5 of 7 „étages" van
platte volants, afloopend in hoogte.
Op de teekening ziet men een tweetal heel
gewone eenvoudige, doeh zeer smaakvolle en
moderne japonnen weergegeven. Links (pa
troon nr. 12.137) is van amberkleurige crêpe
de chine, bewerkt met stokjes-a-jour. Het al
leraardigste kraagje is van oranje crêpe de
chine. De rok is met voor en achter twee
platte plooien. Geheel bijzonder en nieuw is
het dubbele mouwtje. Aan 3.50 M. stof van 1
M. breed heeft men voldoende. Rechts (pa
troon nr. 12.138) een keurige japon van grijs
groene crêpe de chine, gegarneerd met stik
sels op het lijfje en op den achterkant van
de mouwen. De zijnaden openen zich onder
de heup en gaan daar over in een geplisseerd
pand. De japon is verder gegarneerd met
knoopen van dezelfde stof. Vier meter stof
van 1 M. breed zullen toereikend blijken.
Van deze japonnen zijn knippatronen ver
krijgbaar a 75 ct. Postwissel zenden aan: De
Beurs, Amstellaan 66, Amsterdam Z. Leve
ring binnen 1 week. óp het strookje nauw
keurig vermelden: naam en adres van afzen
der, nummer van het gewenschte patroon en
maat. (De maten van 40 tot 52 kunnen ge
leverd gorden)
DE TOMPOUSE.
De kortgesteelde parapiuies houden het
langer uit dan wiJ hadden verwacht, want
de mooie slanke naaldparapluies waren toch
eigenlijk veel eleganter.
Er is een groote verscheidenheid in kleu
ren, materiaal en vooral in de uitvoering van
de knoppen. Van de vele modellen, die u
overal ziet, toonen wij u er hier een drietal.
Deze tompouccs hebben alle drie het voor
deel, dat zij een „polsriem" hebben, zoodat
wij ze aan onzen arm kunnen hangen, wat
het dragen zeer vergemakkelijkt, vooral als
we zeer gewinkeld hebben, en het toevallig
eens niet regent,
Het is nog niet lang geleden, dat ik, kib
belend met één van de weinige kibbelgrage
mannen, die op dit ondermaansche van tijd
tot tijd de domheid begaan om met een
vrouw te willen argumenteeren, over het
nooit nieuwe en altijd boeiende onderwerp:
„De Mode", een afdoend einde aan het ge
sprek maakte en tegelijkertijd definitief de
palm der overwinning in mijn armen mee
droeg door te zeggen: „Ja, luister nu eens
even. Jullie mannen hebben het altijd over
ons vrouwen, die altijd weer verandering
willen hebben. Zou het niet beter zijn, dat
jullie eens een Voorbeeld aan ons namen in
plaats van ons altijd uit te lachen, en eens
een beetje verandering brachten in die meer
dan absurde mannenkleeding van jullie?
Onze kleeding is praktisch en geriefelijk, wij
vrouwen hebben ons vrij gemaakt van be
lachelijke ouderwetsche overbodigheden, van
knellende corsetten en van gesteven boorden
en hoeden, die boven op ons hoofd staan;
en van jullie mannen heeft geen enkele den
zedelijken moed om ook maar in het aller
kleinste kleinigheidje het voorbeeld te
gevenKom nou maar eens terug, als
het zoo ver is, dan zullen we het nog eens
hebben over mode
Het was, zooals ik zei, nog maar zeer kort
geleden
Gisteren kwam ik hem tegen, en hij zei
tegen me, terwijl er een allerkwaadaardigst
triomfantelijke glimlach om zijn mond
grijnsde; „Ik kom morgen eens een kopje
thee bij je halen, en een beetje boomen over
de praktische damesmode.... Ik heb giste
ren tweemaal de hoed van een dame af zien
waaien; de ééne drijft nog in den Raam-
singel. Wanneer beginnen jullie weer aan
de hoedenspeleden? Of hebben jullie alweer
iets nog praktischer uitgedacht?"
jnM'
Mij heeft het dientengevolge niets verwon
derde, dat vannacht mijn slaap gestoord is
door de meest afgrijselijke nachtmerries,
waarin chasseurs en postillons en tricorners
en onmetelijke struisveeren al dadelijk een
voorname rol speelden en waarin ik ten
slotte zelf optrad, gekleed in een costuum,
waarvan de mouwen tot -aan het plafond
reikten, en met een queue de Paris, waarin
een stoel om op te gaan zitten, ingebouwd
was. Ik had steeds andere hoeden op, die
voortdurend afwoeien, en aan den kant van
den Raamsingel stond een joelende men-
schenmassa te wijzen naar een file van de
meest onmogelijke middeleeuwsche, zeven
tiende en achttiende eeuwsche hoeden, die
zachtjes dobberend als opgetuigde barken
aan kwamen drijven afgewaaid van mijn
arm, in angstzweet badend hoofd......
De thee en het gezellige boompje over de
praktische vrouwenmode zaten wij inder-
nogal dwarsHoe komen wij vrouwen
nu ook bij zoo iets dwaas? Het was waarlijk
geen wonder, dat ik anderhalve maand ge
leden, toen de eerste chasseur op het nog
door zomerzon beschenen tapijt verscheen,
mezelven en de hemel zwoer, dat ik nooit zoo n
ding op mijn verstandig hoofd zetten
zou
Vrouw zijnde, en anderhalve maand ge
leden gezworen hebbende, dat ik verre van
de chasseur blijven zou of de chasseur
verre van mij ben ik vanmorgen naar de
stad gegaan, en heb een chasseur gekocht.
De winkeljuffrouw zei, dat hij me buiten
gewoon stond, en ik vond het zelf eigenlijk
ookEn vanmiddag heb ik den triom
fantelijken man op de thee ontvangen met
het corpus delicti op de meest zorgvuldige
en meest charmante manier op mijn hoofd
gevleid.
„Ziezoozei de triomfantelijke wraak
zuchtig, „en nu een lekker kopje thee, en
dan gaan we eens gezellig een beetje kibbe
len overen de woorden bleven hem
plotseling in de keel steken. „H'm", zei hij
toen peinzend.
„Suiker en melk?" zeide ik lief. „Hoe vind
je hem me staan?"
„H'm", zei hij weer. „Nogal goed. Een beetje
meer haar eruit daar links".
Ik stapte gehoorzaam naar de spiegel en
deed of ik er een beetje meer haar uit trok.
Laat nooit een man. die vindt, dat hij ver
stand van vrouwenkleeren heeft, merken, dat.
hij het niet heeft.
En toen ik terug kwam zei hij: „Ik weet
nog precies, dat mijn moeder net, zoo'n
soort dingen op had. Een beetje anders wel,
maar het stond haar goed. Hoe oud was ik
toen? Laat eens kijken
„Nee", zei ik, „jij wilde praten over dames
mode, en eraan gelooven zul je. Waarom
vind Jij het nu eigenlijk noodig. dat dames
mode practisch moet zijn?"
„Heb ik dat gezegd?" zei hij verbaasd.
„Dat vind ik heplemaal niet. Nergens voor
noodig. Ik vind die chasseurs eigenlijk
heel
Mijn hemel, die mannen!
Maar o, wij vrouwen!
WILLY VAN DER TAK.
Bijdehand een echte vrouweneigenschap,
kattig noemt men het ook wel, onvriende
lijker nog, of vinnig.
Heeft u er wel eens over gedacht, hoe
vrouwen aan die eigenschap komen?
Aangeboren, zullen velen zeggen, en dat is
soms ook wel het geval. Let maar eens op,
hoe vinnig een ouder zusje over het kleine
grut kan bazen, ze zet er een schel stem
metje bij op, en ze slaat een toontje aan,
dat geen tegenspraak duidt. Wee ook de on
verlaat, die een streep van de consignes
durft af te wijken, een kattige terechtwij
zing, soms ook een lang niet malsche af
straffing is het gevolg.
Maar er zijn veel minder kattige en bljde-
hande kinderen dan er volwassenen zijn, en
dat moet toch ergens zijn oorzaak in hebben.
Zou dat in veel meisjes sluimerend liggen,
en pas tot uiting komen, wanneer zij vol
wassen zijn geworden? Zoo zijn er natuur
lijk v/el: er zijn vroolijke, drukke meisjes,
die leuke antwoorden weten te geven op het
juiste moment, die bij alles haantje de
voorste zijn, die letterlijk alles durven en
die algemeen gezocht zijn om hun pittig
heid. Maar velen van haar. bij het ouder
worden, wanneer hH kinderlijk onbevangene
er af gaat, verliezen de rondheid van karak
ter, die haar zoo aantrekkelijk maakte, zij
worden spits en hoekig, terwijl er toch
oogenschijnlljk geen aanleiding toe was.
De meeste vrouwen echter, die bijdehand
zijn als zij ouder worden, zijn door het leven
zoo gemaakt. En dat behoeft dan vaak nog
niet eens een hard leven te zijn, maar wel
een leven van veel verantwoordelijkheid en
van groote drukte, waarbij geen tijd is voor
zachtgestelde verzoeken, alleen nog maar
voor vinnige bevelen die oogenbilkkelijk op
gevolgd moeten worden, anders ls Lelden in
last. Niemand zal durven beweren dat een
dergelijke toon in huis erg prettig is, maar
begrijpelijk is het toch wel In een groot
gezin, waarvan de moeder eigenlijk tijd
te kort komt om alles naar behooren te
kunnen doen, om van geld nog maar niet
eens te spreken. Zij is echter nog in de ge
lukkige omstandigheid, dat er bij te veel
vinnigheid, van de zijde der andere gezins
leden nog weieens protesten opgaan, waar
door zij deze fout, die misschien langzamer
hand grootere afmetingen heeft aangeno
men, kan herzien.
Veel moeilijker lijkt het mij echter voor
werkende vrouwen, die alleen wonen of met
een gelijk gestemde vriendin, en die haar
eigen kostje moeten verdienen in een wereld
die allesbehalve vriendelijk en welwillend ls,
maar die aan bijdehande vrouwen een hekel
heeft. Voor haar wordt dit werkelijk een
probleem dat niet zoo eenvoudig is op te
lossen.
Natuurlijk wordt vooropgesteld, dat een
mensch zijn karakter niet modelleert en
verandert naar den zin van zijn medemen-
schen, maar dat leder van zichzelf zooveel
goeds probeert te maken, als er van te ma
ken is. En dat is voor de werkende, alleen
staande vrouw een zeer moeilijk Is zij
bijdehand, dan wordt zij om haar te groote
kattigheid vermeden, slaat zU in het an
dere uiterste over. dan is zij sentimenteel;
ls zij opgewonden vroolijk, dan is zij een
aanstelster, doet zij zich met geweld wat al
te rustig voor, dan is zij saai; is zU gewild
studentikoos en slordig, dan is zij een slons,
en is zij overdreven netjes dan is zij piet
luttig. Niemand zal nu ook willen beweren
dat dit alles zeer plezierige karaktereigen
schappen of aanwensels zijn. maar over het
algemeen is men wel geneigd om te vergeten
dat deze werkende vrouwen, die wat be
reikt hebben in haar vak, de critlek missen,
welke voor ieder mensch zoo nu en dan
een onmisbare rem is op zijn fouten en ge
breken. Op haar werk zal natuurlijk welecna
aanmerking worden gemaakt en daarin zal
zij zich ook wel wachten voor te sterke
uitersten, maar in haar dagelijksch leven,
in haar denkbeelden komt weinig verande
ring, doordat zij die, buiten haar werk om,
geheel alleen bouwt en modelleert.
Dat zij daarbij ook bijdehand en vinnig
wordt, heeft nog een andere oorzaak, en
wel deze, dat zij voor alles alleen moet op
komen.
Nu lijkt dat niet zoo moeilijk, want. niet
waar, een vrouw alleen op kamers, met een
vast inkomen, heeft niet zoo'n erg ingewik
keld bestaan. De bezwaren schuilen echter
daarin, dat zij niet voor vol worden aan
gezien door de leden van de andere sekse,
en dat geeft voor haar vervelende toestan
den, die zij door bijdehand optreden pro
beert meester te worden.
Iedereen weet het wel: wanneer bij moei
lijkheden de hoer des huizes zich ervoor
spant, ls de oplossing vrij wat zekerder dan
wanneer de vrouw zich daartoe moet zetten.
Bij ons in de buurt ls een school en het is
aardig, want het geeft een Jong en fleurig
vertier. MaaV zoo nu en dan zijn de kinderen
lastig en moeten wij tegen ze optreden, wat
heel natuurlijk is, daarvoor zijn het kinde
ren. Nu ls het echter merkwaardig om te
zien, hoe snel zij maken dat zij weg komen,
wanneer een mannelijk lid van het gezin
hen op hun nummer zet (en dit ls vooral
bij de jongens het geval) en hoe brutaal
en hoonend zij zich aanstellen, wanneer
een vrouw zich daaraan waagt.
Dat verschil in behandeling, die houding
van je-doet-me-toch-lekker-niks, daarmee
hebben werkende, alleen-wonende vrouwen
dagelijks te maken, daar moeten zij zich
dikwijls tegen verweren, om haar rechtvaar
dige eischen door te drijven, en daartegen
verzetten zij zich met een bijdehande hou
ding, die zeggen wil: Je moet niet probeeren
een loopje met me te nemen. En zoo goed
als een klein meisje, dat op een paar lastige
broertjes moet passen, dit met veel gesnauw
probeert klaar te spelen, zoo komt menige
alleenwonende vrouw ertoe zich achter een
bolwerk van vinnigheid te verschansen.
E. E. J.—P.
W»y«W;W.-o<.
Madame Mode is altijd grillig geweest. Die
reputatie heeft zij en het schijnt dat zij
dezen winter die reputatie nog wat wil ver
sterken. Want zij heeft nu wel het toppunt
van grilligheid bereikt.
In de eerste plaats: nu ledereen Waagt
over den druk der tijden en we half ziek zijn
van het woord „bezuinigen", komt ze met een
mode, die kostbaarder is dan de tegenwoor
dige generatie ze ooit gekend heeft. Een paar
jaar geleden maakte je uit een meter stof een
avondjurk, nu heb Je daar minstens tien,
twaalf meter voor noodig. Terwijl de woning
inrichting steeds eenvoudiger wordt hoe
wel die eenvoud ook geraffineerd en kostbaar
kan zijn is de nieuwste zakelijkheid zeker
niet doorgedrongen tot onze kleeding. Die is
verre van sober en eenvoudig! Een hyper
moderne japon moet detoneeren in een
hyper-modern interieur.
En eigenlijk voelen we soms ook, dat wij
zelf detoneeren met die japon. Ook met onze
mantels en hoedjes.
De lange jurk met strooken en ruches heeft
Iets pronkerigs, we zouden onze kamers in
rococo-stijl willen inrichten om tot harmonie
te komen. En we zouden zelfJa, we zou
den ons zelf ook heel wat moeten veranderen,
wilden de nieuwe kleeren bij ons passen,
Want ln dit opzicht vooral toont de mode
haar grilligheid. Niet alleen dat ze kostbaar
is in zorgenvolle tijden, ze kleedt ook de mo
derne vrouw ln kleeren die allerminst „mo
dern" zijn. Nu de vrouw over de heele wereld
haar strijd gewonnen heeft, nu ze een zelf
standig, werkend wezen is geworden en prat
gaat op haar onafhankelijkheid, wordt ze
plotseling weer gehuld in het kleed van haar
preutsche, bedeesde grootmoeder. Lange rok
ken. lange wijde mouwen, veel tierelantijn
tjes waar je op „passen" moet. Waar blijft de
bewegingsvrijheid van de moderne vrouw?
We voelen ons ln die nieuwmodische klee
ren, die zoo sterk aan vroeger doen denken,
een beetje „raar". Maar natuurlijk onderwer
pen.we ons. Zooals altijd. Er zijn veel tronen
gevallen, maar madame Mode heerscht op-
permachtg.
Flatteus is het wèl. En zoo echt vrouwelijk.
Er zit weer lijn ln ons figuur. Geen sprake
meer van „soep"Jurken. van een afgezakte
taille, van beenen zichtbaar tot de knie.
Dat was goed voor het vrij-gevochten meisje
van twee. drie jaar geleden. De mode zegt;
je bent nu anders. Je durft Je nu niet meer
in zoo'n kort jurkje vertoonen, je hebt geen
haast meer en dus den tijd Je langzaam en
met zorg aan te kleeden. De mode zegt: je
moet tijd hebben om dat alles te koopen,
anders kun je niet „mee"doen, Je moet er
deftig uitzien, eenvoudig en sportief mag niet
meer. Je mag vooral niet over de straat hol
len, dat staat belachelijk, je mantel zou wap
peren en Je hoedie verkeerd gaan staan. In je
tegenwoordig toilet moet je wandelen. Je
moet je gedragen naar de kleeren, die Je aAn
hebt.
gn de meeste vrouwen doen dat dim ook,
Kleeren hebben veel Invloed. Men voelt zich
nu eenmaal anders in een zijden japon dan
in een wollen jumper. Zou het soms dc be
doeling van mevrouw Mode zijn ons weer te
veranderen, weer „onderworpen slavinnen"
van ons te maken, die alleen leven om zich
op te sieren en om te behagen?
Misschien lijkt een enkele vrouw dat nog
niet zoo kwaad. Maar al zouden ze het willen,
de tijdsomstandigheden vragen anders. Vrou
wen kunnen ln de meeste gevallen geen luxe
poppetjes meer zijn, ze moeten werken, flink
zijn, zelf handelen.
En daarom voelen we ons zoo „raar" ln het
kostuum van onze grootmoeders. Ook al ls de
sensatie even niet onaangenaam.
De mode heeft er dit jaar weer eens voor
gezorgd, dat de vrouw er heel anders uit zal
zien dan ze is. „Echt vrouwelijk" dus deze
nieuwe mode, ook ln dit opzicht, en toch wel
aantrekkelijk. Vooral voor diegenen ónder
ons, die graag „sphlnx" blijven!
BEP OTTEN.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
WEEKNIEUWS
CR. HOUTSTRAAT 16, HAARLEM
Al zit uw colbert costuum nog zoo
onberispelijk, al zijn uw overhemd cn
das volkomen ln overeenstemming
daarmee, uw tollet is toch niet af, in
dien uw sokken niet bij het geheel
passenl U moet dus zeker meer aan
dacht aan uio sokken besteden.
Het meest geslaagd is uw toüet,
wanneer U uw sokken kiest in dc kleu
ren van overhemd en das. Wij hebben
een keurcollectle voor U in wollen,
fil d'ecosse en zijden sokken, in alle
tinten in effen zoowel als in fantasie
voor zeer matige prijzen.
U zult verbaasd staan! Onze kwali
teiten zijn buitengewoon solide.
RECEPTEN.
Reebout. Hiervoor neemt men 2 K.G.
reebout. 100 gr. lardeerspek, 200 gr. boter, 1
dL. zure room en wat zout. Het vleesch
wascht men af, lardeert het en wrijft het ln
met wat zout. De botor wordt llchtgruin ge
maakt in de braadslede, en daarna wentelt
men den reebout er door en braadt hem 25 A
30 minuten per 500 gr. Af en toe bedruipt
men hem met boter en voegt er zoo noodig
wat water bij. Men overgiet hem een kwar
tier, voordat hij klaar is, met den room. De
Jus wordt verder met water afgemaakt.
Vanihe-vla mot Bitterkoekjes: Men neemt
1/2 L. melk, 10 bitterkoekjes, 3 afgestreken
lepels maïzena, 3 afgestreken lepels suiker,
1 ei, een klein stukje vanille en wat zout.
Nu brengt men de melk met de vanille en het
zout langzaam aan de kook. Daar weekt men
de bitterkoekjes even ln (b.v. op een schuim
spaan) en legt ze in een vloeschschaaLtje. Nu
maakt men van de melk met de overige be-
standdeelen een vla. Dan laat nien deze, on
der af en toe roeren, bekoelen en dan giet
men ze over de bitterkoekjes heen.
Knippatronen van de genummerde afbeel
dingen zijn verkrijgbaar a f 1.75: mevr. Liljl
vm Oyeii, Riouwstraat 157, Den Haag, .ij