DE LICHTWEEK. De officieele opening door den Burgemeester. HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 17 OCTOBER 1931 VIERDE BLAD Haarlem in een zee van licht! In de fraaie hal van het Stadhuis, die smaakvol met groen en bloemen versierd was, en die bijna geheel gevuld was met ge- noodigden, leden van het Lichtweek-comité en raadsleden, heeft Burgemeester C. Maar schalk Vrijdagavond zeven uur de Lichtweek geopend. Rede van den Burgemeester. „Nu het groote oogenblik daar is", aldus spreker, „een oogenblik dat in oeconomi- schen zin wel een scherpe tegenstelling vormt met dat waarop de eerste Lichtweek - plannen werden geboren, maar niettemin een oogenblik, waarnaar door de burgerij in het algemeen en het Lichtweek-comité ze ker in het bijzonder met spanning geruimen tijd is uitgezien, verheugt het mij, dat gij in zoo grooten getale gehoor hebt gegeven aan de uitnoodiging om bij deze officieele opening der Haarlemsche Lichtweek 1931 te genwoordig te willen zijn. Zoo aanstonds zal mij het voorrecht en ge noegen te beurt vallen het resultaat van ve ler inspanning, de dagenlange arbeid van talloozen in verschillende deelen onzer stad, aan de openbaarheid en publieke belangstel ling over te geven. Het verrichten van die oogenschijnlijk moeizame taak is voor mij het kan zonder onbescheidenheid worden ge zegd maar een handbeweging. Dank zij de vorderingen der electro-tech- niek, waarvan de komende dagen ons onge twijfeld nog wel verrassende staaltjes zullen doen zien, ben ik immers door een eenvoudi- gen knop in staat, van deze plaats direct de nieuwsgierigheid van duizenden te bevredi gen. Welk een tegenstelling tusschen die sim pele handeling en het omvangrijke werk van vele anderen, dat daaraan is voorafgegaan. Een woord van oprechte hulde daarom in de eerste plaats voor de toewijding en het doorzettingsvermogen, waarmede gij, orga nisatoren en buurtvereenigingen, uw plan nen hebt opgezet en uitgevoerd. Daarvoor was een groote mate van saam- hoorigheid noodig, omdat immers het ge heel nimmer kan slagen als de samenstel lende deelen in gebreke zijn. Ik mag met genoegen vaststellen, dat in onze gemeente bij bijzondere gelegenheden als deze, steeds de noodige samenwerking is te vinden. Toch zal ongetwijfeld bij de voorbereiding, vooral de laatste weken, wel eens de gedach te zijn gerezen of doorzetting van dit licht feest wel geraden was, nu andere lichtpun ten, waarnaar in deze donkere tijden door zoo menigeen reikhalzend wordt uitgezien, "vooralsnog ook achterwege blijven. Ik mag niet verhelen, dat bij mij persoonlijk de vraag een punt van ernstige overweging heeft uitgemaakt, of onder deze omstandig heden een feest, als de lichtweek behoort $e zijn, nog wel op zijn plaats was en of ik <Joor mijn optreden op dit oogenblik er wel 4e sanctie aan mocht geven, die inhoudt dat 6e gemeentelijke overheid met instemming de met de nuchtere werkelijkheid zoo tegen strijdige vreugdeuiting begroet. Een droeve speling van het noodlot heeft er bovendien nog toe geleid, dat in dezelfde week, waarin hier de electrische gloeilamp hoogtij viert, haar geniale uitvinder Thomas Alva Edison aan het einde van zijn levens avond is gekomen. Het heeft mij tenslotte echter toegesche nen, dat gij door uw vasthoudendheid ook in dezen tijd aan een eenmaal voor oogen ge steld doel een goed en nuttig werk hebt ver richt, niet slechts voor een groep van bij den opzet belanghebbende werkgevers en werknemers, doch voor deze gansche ge meente. Al zal zich bij deze gelegenheid helaas geen algemeene en uitbundige feeststemming kun nen doen gelden, de doorzetting van de reeds zoo ver gevorderde Lichtweekplannen, ook onder de huidige omstandigheden, is geloof ik, een daad waarop later met voldoening kan worden teruggezien. Ongetwijfeld immers biedt een lichtweek, zooals die hier nu in navolging van enkele hoofdsteden is georganiseerd, een mooie ge legenheid om op niet alledaagsche wijze de aandacht op de gemeente Haarlem te vesti gen. Even goed als handel en industrie re clame noodig hebben om hun artikelen bij het publiek ingang te doen vinden, hebben ook gemeenten behoefte, in het bijzonder na de recente afschaffing der forensenbelas ting, zich aan de bevolking als plaats van vestiging te presenteeren. Evenals tallooze particulieren heeft de ge meente zich wat materieelen en moreelen steun betreft, dan ook bij deze gelegenheid niet onbetuigd gelaten. De verlichting van verschillende bouwwer ken van kunst-historische waarde, de be schikbaarstelling van electrischen stroom te gen speclalen prijs, gevoegd bij tegemoetko ming in de financieele lasten, zijn even zoo vele bewijzen, dat het gemeentebestuur het zijne er toe heeft willen bijdragen om het welslagen dezer Lichtweek te verzekeren. Door samenwerking tusschen particulier en overheidsbedrijf en met deskundige voor lichting van de Ned. gloeilampen-industrie, kon aldus verdienstelijk werk voor de Haar lemsche gemeenschap worden tot stand ge bracht. Daarmede is, meen ik, in het kort de beteekenis geschetst, welke deze Licht week voor de gemeente heeft. Hetgeen de organisatoren de laatste da gen al timmerend aan den openbaren weg. in letterlijken en figuurlijken zin, van hun planner, hebben bekend gemaakt, heeft on getwijfeld dermate de nieuwsgierigheid van stadgenoot en vreemdeling gewekt, dat ik mij niet verantwoord acht, op dit oogenblik langer uw verwachting op den proef te stel len. Onder het uitspreken van den wensch. dat de komende dagen aan de gestelde verwach tingen mogen beanwoorden. verklaar ik daarom met deze symbolische handeling thans de Haarlemsche Lichtweek voor ge opend", Terwijl luid applaus weerklonk draaide de burgemeester een knop om, waardoor de Groote Markt in een zee van licht werd ge zet. Rede J. H. J. Keiler. De heer J. H. J Keiler, vice-voorzitter van het dagelijksch bestuur van het Licht week-comité, beantwoordde deze rede. Hij sprak als volgt: „Het Lichtweek Comité Haarlem 1931 dankt u, mijnheer de Burgemeester, voor uw be reidwilligheid, om dit lichtfeest van onze stad Haarlem wel te hebben willen openen, waarbij wij onze erkentelijkheid uitspreken voor de vriendelijke woorden, die u zooeven tot ons comité gericht hebt. De medewerking die wij gedurende de lan ge en moeilijke periode van voorbereiding van het gemeentebestuur van Haarlem moch ten ondervinden, stemt ons tot groote dank baarheid, zonder dezen onmisbaren steun zouden wij niet hebben kunnen bereiken de resultaten, waarvan u zoo dadelijk bij het verlaten van dit gebouw een deel zult kun nen aanschouwen. En na dezen dank aan ons gemeentebe stuur dient zeker in de eerste plaats onze erkentelijkheid betuigd te worden aan den directeur van het Gemeentelijk Elect-rici- teitsbedrijf, den voorzitter van onze com missie die met zijn staf van medewerkers te allen tijde bereid gevonden is om ons daad werkelijk te steunen. Ook den directeur van Openbare Werken hierbij onzen welgemeenden dank voor de steeds snelle en afdoende hulp in voor ons dikwijls zoo moeilijke problemen. En dan komen wij tot de politioneele auto riteiten, die wij slechts voorloopig kunnen dank zeggen voor al hun bereidwilligheid, waarop wij zeer dikwijls een beroep hebben moeten doen. Gedurende de Lichtweek zal nog veel van hen geëischt worden; wij ho pen, dat de eindconclusie zal zijn: Ondanks de geweldige drukte en verkeersmoeilijkhe den te Haarlem, is de Lichtweek, dank zij ons voortreffelijk politiecorps, in goede har monie en verstandhouding door inwoners en vreemdelingen gevierd. En ten laatste onzen dank aan den com mandant van onze Brandweer, die geholpen door zijn uitstekende lijfwacht, ons in staat heeft gesteld om a.s. Maandag- en Donder dagavond te kunnen bewijzen, dat zijn ma teriaal niet alleen in staat is om tegen de destructieve elementen op te treden, doch ook om een lichtfeest van kleuren voor onze oogen kan tooveren. Zooals de burgemeester terecht heeft op gemerkt, zijn de omstandigheden niet mét ons geweest. In tusschen zijn wij er zéker van, dat in de komende dagen vele vreem delingen (maar zelfs ook nog menig Haar lemmer) tot de overtuiging zullen komen, dat onze stad een rijkdom heeft aan wonder mooie gebouwen, aan tallooze straten met zeer goed geoutilleerde winkels, ruime plei nen en mooie buitenwijken. Wanneer wij be reiken, dat deze overtuiging bij die tallooze bezoekers van Haarlem wordt gevestigd, dan acht ons Comité zich gelukkig te mogen ver klaren, dat het hierdoor al de genomen moei te ruimschoots beloond oordeelt". Ook na deze rede werd geapplaudisseerd. Het gezelschap verspreidde zich daarna in de oude raadszaal en vervolgens in de ver lichte stad. VAN DE HAARLEMSCHE LICHTWEEK. Groote drukte op den eersten avond. INDRUKKEN VAN DE VERLICHTING. De inzet van de Haarlemsche lichtweek is een goede belofte voor de komende dagen geworden. Al hadden wij reeds het voornaamste deel van de verlichting bij het „proefdraaien" gezien, toch was de indruk dien wij gisteren van de stad kregen met haar vroolijke drukte, overal, waar maar wat „te doen" was. des te feestelijker. Het spreekt vanzelf, dat de drukte zich vooral concentreerde in het brandpunt van de stad. de Groote Markt. Hier is trouwens de verlichting op haar indrukwekkendst. Zijn daar niet vier van onze mooiste gebouwen in al hun rijke schoonheid te aanschouwen? Daar is in de eerste plaats de stralende toren van de Bavo, die nu meer dan ooit het stads beeld beheerscht. Daar is verder de prachtig verlichte gevel van onze beroemde vleesch hal, het machtige raadhuis en tenslotte onze aloude Hoofdwacht. Werkelijk de Groote Markt is een bezoek overwaard. En ook in ander opzich-t vormt de Markt in deze dagen het middelpunt, men heeft er immers de muziektent aangebracht, waarin icderen avond concerten ten uitvoer 'worden gebracht. Gisteren zwaaide de heer P. Wit er den dirigeerstok en het dient erkend, dat hij met zijn geroutineerd ensemble .Kunstgenot" niet weinig tot de verhooging van de algemeene feestvreugde heeft bijgedragen. Met dat al bezorgde de ontzaglijke menig te. die voortdurend uit de Barteijorisstraat en de Groote Houtstraat aanstroomde han den vol werk aan de politie. In het- bijzonder het punt ZijlstraatGroote Markt eischte een voortdurende activiteit van de politieman nen. De verlichting van de straten en pleinen heeft vrijwel over de géheele linie een zeer suggestieve uitwerking. Een voortreffelijk idee is bijvoorbeeld het plaatsen van de lichtsuiien op het Houtplein geweest. Zij vormen als het ware een eerepoort naar de eigenlijke stad. Is men de Houtfonug genaderd, dan zijn het de monumentale potten met tulpen, die de aandacht trekken door haar raak getypeerd karakter. Dezen laatst en doen tevens dienst als de voorboden van de heele rij „losse" INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel TENTOONSTELLING VAN PERZISCHE TAPIJTEN GEREDUCEERDE PRIJZEN KUNSTZAAL REEKER WAGENWEG 102 tul-pen. die aan weerszijden van de Groote Houtstraat geplant zijn. Tal van andere voorbeelden kunnen wij opnoemen van origineele verlichting. Neem bijvoorbeeld de Paul Krugerstraat in Haar lem-Noord Met deze eenvoudige cylinders heeft men wonderen weten te bereiken. Ook de Kennemerbrug met haar merkwaardige oranje pilaren maakt een verrassend ef fect. Het is opvallend, dat men in iedere straat, op elke brug en langs iedere gracht weer een anderen aard van verlichting aantreft, zoodat men telkens weer voor iets nieuws komt te staan. De Kleine Houtstraat met haar zwevende verticale vlakten, ce Spaarr.wou- dersfcraat met haar hangende kantige figu ren. zij dragen elk een afzonderlijk karakter en het is tekens weer iets aantrekkelijks, dat er in besloten ligt. Bij den Kinderhuissingel heeft men een fraaie verlichting van het water verkregen door het plaatsen van de ..reuzen-lantaarns" aan de oevers. Een attractie op zichzelf vormt hier ce miniatuur fontein, die met haar scherp belichte stralen een fantastisch schouwspel oplevert. Te prijzen valt het initiatief, dat velen genomen hebben door hun winkel of kantoor eveneens door middel van schijnwerpers of lampjes te verlichten, iets wat niet anders dan ten goede aan de lichtweek kan komen. De schoonheid van onze kerken en oude ge bouwen komt in deze dagen wel bijzonder tot haar recht. Zeer sterk komt dit bijvoorbeeld uit bij het Bakenesserkerkje en de Nieuwe Kerkstoren, die men thans aan alle kan-ten kan bewonderen. De Amsterdamsdhe Poort vertegenwoordigt het toonbeeld van kracht en massaalheid. terwijl men van een gebouw als de Vleeschhal de fijnste nuances leert kennen en waardeeren. De .wijze, waarop ai onze bouwwerken verlicht zijn, en dit geldt ook bijvoorbeeld vooi den Stadsschouwburg, wékt in niet geringe mate de belangstel ling op voor onze vaderlandsche architectuur zoowel die uit vroeger jaren, als die van ia teren datum. Muziek allcrwege. Over gebrek aan muzikale afwis seling, zullen we gedurende de lddhtweok vermoedelijk niet te klagen hebben. Want behalve, dat er op de Groote Markt iederer» avond concert is en eenige muzikale rond wandelingen op het programma staan, wor- dien in verscheidene straten uitvoeringen ge geven van gramofoonmuziek. Met behulp van luidsprekers van zwaar kaliber wordt de muziek opgediend. De geluidsterkte is enorm en verre de meerdere van het straatrumoer, zooais men gisteravond wel zal hebben op gemerkt. Het Lunapark. Ondanks de omstandigheid, dat de Zaanen- laan vrij ver uit het centrum van de stad gelegen is, hebben velen des avonds een be zoek aan het Lunapark gebracht. De fees telijke verlichting van het terrein met zijn talrijke vermakelijkheden en kramen nood de tot binnentreden! Al is het Lunapark door de jaren heen tot een „electrisch park" gegroeid, de ouderwet- sohe sfeer is dezelfde gebleven en die schijnt voorloopig niet verloren te gaan. Wij willen tensflotte nog even de aandacht vestigen op het „drakenschip" van de Hol la ndsohe Draad- en Kabelfabriek te Amster dam. Het schip is gisteravond in onze stad aangekomen en trok veel belangstelling door zijn in het oog loopend mod ei en kleurige verlichting. ETALAGEWEDSTRIJD IN DE CRONJcSTRAAT. E>e uitslag van den ter gelegenheid van de Lichtweek in de Gen. Cronjéstraat gehouden étalagewedstrijd is: Hoogste onderscheiding met lof der jury voor het hoogste aantal punten van alle groepen: fa. J. G. Timmerman. Gen. Cronjé straat 60, tricotages, baby- en kinderkleeding. (103 punten). Groep no. 1. Levens- en Genotmiddelen: le prijs: Fa. H. L. Veerman, Gen. Cronjé straat no. 38, comestibles (93 punten). 2de prijs: Fa. H. J. Hesselman, Gen Cronjé straat 31. banketbakker (85 punten). 3üe prijs: fa. Kasper Hiddink. Gen. Cronjé straat- 128., wijnhandel *84 punten). Eervolle vermelding: fa. E J. Abspoel, Gen Cronjéstraat 124. Zaadhandel. Eervolle vermelding: Fa. H. Th. Straathof, Gen. Cronjéstraat 107. vleeschhandel. Eervolle vermelding: Fa. P. v. d. Nouwland, Gen. Cronjéstraat 137, groentehandel. Groep no. 2 Huishoudelijke artikelen (waar onder rijwielzaken) lste prijs: Fa. J. J. H. Bauer, Gen. Cronjé straat no. 5. Huish. Art. (85 punten). 2de prijs: Mag. „De Lichtbron", Gen. Cron jéstraat 109. verlichtingart. (82 punten). 3de prijs: Fa. J. H. Korstjens. Gen Cronjé straat 82. Rijwielhandel (79 punten). Eervolle vermelding: Fa H. M. Bakker. Gen. Cronjéstraat 135 Behangselpapier. Eervolle vermelding: Fa Harteg, Generaal Cranjéstraat 83, kolenhandel. Groep no. 3: Dames- en heerenmodezaken, manufacturen en schoenzaken: 1ste prijs: Fa. J. G. Timmerman. Gen. Cronjéstraat 60, tricotages, baby art. (103 punten». 2de prijs: N V. Alb. Kuyken. Gen Cronjé straat 62-64, vakkleeding, heerenmodes, (98 punten). 3de prijs: M. M. van Ake, Gen. Cronjé straat no. 64. Schoenhandel, (92 punten». Eervolle vermelding: Fa. H. Schindeler. Gen. Cronjéstraat no. 1 b heerenmodes. Groep no. 4 Luxe Artikelen: lste prijs: Fa. W. Bosch. Gen. Cronjéstraat 118. bloemisterij «88 punten). 2de prijs: Fa. J. H. Vierdag. Gen. Cronjé straat 103. photohandel (87 punten). 8de prijs: Fa. J. G. Th. Bosman, Gen. Cronjéstraat 146, Photographie (85 pun ten). Een-olie vermelding: Fa H. van Rlgteren. Gen. Cronjéstraat 40. goudsmid. Eervolle vermelding: W. D. Sanders, Gen. Cronjéstraat 34. lederhandel. De jury bestond uit de heeren G. W. P. Stoutenbeek, C. Dingier Jr., en H. Tegel, allen bestuursleden van de Beverwijksche Winke- liersvereeniging. OP BAVO'S TORENTRANS. HOOG BOVEN DE GROOTE MARKT. Wilt U van Bavo's torentrans De lichtstad eens aanschouwen? De in 't millloenen-kaarsen-licht Zich badende gebouwen? Aangelokt door dit vers hebben wij de 158 treden van de Groote Kerk beklommen en onze oogen laten weiden over de oude Bavo- veste. Om de waarheid te zeggen, is het ons wat tegengevallen. Zeker er waren dingen, die er op wezen, dat er meer „kaarsen" brandden, dan in normale omstandigheden. Maar het „millioenen-kaarsen-licht" bereik te den ommegang niet, waarop wij na moei zame klauterpartij waren aangeland. „Je zou niet zeggen, dat er 'n lichtweek begonnen is", merkte mijn metgezel op. En inderdaad. Aan de Oost-, Noord- en Zuidzijde van de kerk viel dat ook niet op. De Nieuwe Kerk stak zijn verlichte toren in den donkeren avondhemel op. de Bakenesser- toren, dichterbij, kwam helverlicht, tegen den zwarten achtergrond uit, een stukje van den Stadsschouwburg was te zien en een deel van de Groote Houtstraat. Maar dat was dan ook vrijwel het eenige. De straten zijn te nauw. Zij laten de verlichting niet boven de huizen uitkomen. Eigenlijk betreurden we onzen tocht naar boven al. toen wc een torentje onderdoor gingen en plotseling voor de Groote Markt kwamen te staan. En dat was werkelijk de moeite waard. Recht over ons baadde het oude stadhuis, met zijn twee of drie bouwstijlen in een zee van licht. Aan weerszijden piekten de punt- gevels van de Vleeschhal en andere oude ge bouwen naar boven, en daar tusschenin, ver beneden ons. krioelden de menschjes op het plein. Een wriemelende troep, die zich voor namelijk om de muziektent opgesteld had. Het was of Laurens Janszoon Koster, een slechts even zichtbare silhouet met opgehe ven hand dirigeerde. Daar hebben we even getoefd, hoog ver heven boven het roezige gedoe, vanwaar uit de orkestmuziek toch wat gezuiverd tot ons kwam. En toen het orkest zweeg, speelden de klokken vlak bij ons in heldere tonen half negen. Concert in de Croote Kerk. Het Lióhtweek-Comité-Haarlem had het Kerkconcert op Vrijdag-middag gesteld. We kunnen het besluit, om er geen avondcon cert van te maken, niet anders dan billijken, immers de avondiverlichting onzer Groote Kerk is nog steeds een halve eeuw ten ach ter en steekt erg af bij die van tal van klei nere kerken in onze gemeente. Indien George Robert zijn slotnummer „Fiat Lux" van Thecd. Dubois met het oog ook daarop ge kozen had. was de keuze dubbel zinrijk: liet worde eindelijk eens licht op de avondcon certen in onze beroemde oude St. Bavo. Wat zijn andere solo-orgelnummers betreft: ook In de keuze van „Crown with festal pomp the day" en van de „Fire Music", beide van Handel zal -meer de toepasselijkheid der titels dan de muzikale waarde doorslag gegeven hebben; de „Water Music" had voor een jubileum van onze verdienstelijke Vrijwillige Brandweer bewaard kunnen blijven. Al die Handel-muziek werd me een beetje hol en vervelend, hoe mooi geregistreerd de watermenuet ook was. Daarbij kwam dan nog een Aria uit „Saul" en een uit „Xerxes". De eerste werd gezóngen door Maartje Of fers, die ik den avond te voren in Mahlens Derde Symbhonie te Amsterdam gehoord had. Ook hier in de kerk waren het mooie volle stemtimbre en de duidelijke uitspraak opmerkelijk. Het komt me echter voor dat de zangeres zich meer door vocale dan door m-uzlkale of declamatorische factoren laat leiden. Alles schijnt op schoone en groote loonontwikkeling ingesteld; wat zij zingt blijft bijzaak, evenals dat bij onze tegen woordig meest gevierde sopraanzangeres. Evenals van deze, moest daarom van Maartje Offers de voordracht der liederen van Schubert eenige teleurstelling opleveren en alleen daar waar door het geluidsvolumen dei Juister .indruk te wekker, was, a's in de stijgingen van ..Dem Unendlichen", viel haar voordracht onbeperkt te loven. Dat groote klankvolumen was bij de Aria van Handel en het slot van „Auf, auf zu Gottes Lob" van J. W. Franck eveneens een voordeel. Het timbre der stem is meer mezzo-sopraan zooals hier in t programma vermeld was, dan alt. zooals in het programma van 't Concertgebouw stond. De zuiverheid der in tonatie was meer endeels uitstekend; alleen aan 't slot der liederen zong zy een paar malen iets te laag. Ook de baryton Willem Herckenrath be schikt over fraaie stemmiddelenook hij zet veel op rekening daarvan. Daardoor werd zijn voordracht der aria's weinig afwisselend; het „Jesuslied" van Hildach werd zelfs taai. Een lied als Beethoven's „Die Ehre Gottes" werd er imposant, door en ook zijn voor dracht van Schubert ,X>ie Allmacht" had grooische momenten. Echter lijkt me de be geleiding van dit lied voor orgel minder ge schikt. Het .Non Credo" van Widor had grooter tegenstellingen in de voordracht kun nen hebben; het mooie stemgeluid van den zanger liet echter niet na. indruk te maken. Het kerkconcert was vrijgoed bezocht. K. DE JONG. (Zie ook elders in dit nummer.) MUZIEK. Concert in de Ned. Herv. Kerk te Bloemendaal. Het oude orgel in de Ned. Herv. Kerk te Bloemendaal bezit uitnemend klinkende la- blaalstemmen en is voor de voordracht van werken van oude meesters als Pachelbel en Buxtehude zeer geschikt; de voordracht dezer werken door den organist Piet Halsema voldeed mij dan ook aanmerkelijk meer dan die van de Fuga van Honnegger en de .Pièce héroïque" van César Franck. die beiden, voor al Franck, een grooter en rijker gedispo neerd instrument en een grootere ruimte ver langen. Het orgel heeft bovendien het nadeel dat het pedaal te laat aanspreekt, wat soms bepaald hinderlijk was, ook in de begeleidin gen. Met groot genoegen hebben we de mooie altstem van Annie Hermes beluisterd. Haar adembeheersching is nog niet volkomen en dit speelde haar een paar malen parten. Wat voordracht betreft heeft haar „Schlafendes Jesuskind" van Hugo Wolf den grootsten in druk gemaakt. De keuze van Psalm 18 (Geistllches Kon- 2ert) van Helnrich Schütz. den grooten voor ganger van Bach, mocht zeer belangwekkend genoemd worden, zoowel wegens den muzl- balen inhoud, als wegens do medewerking met twee obligate violen. De heeren G. Bellis en L. A. de Graaff vervulden deze partijen verdienstelijk. Eveneens met genoegen hebben we kennis gemaakt met het nieuwe Instrument van den heer Bcths. dat Vrijdagavond op dit concert zijn „vuurdoop" kreeg. De door Bram Cornet gebouwde viool is vooral op de G- en D-sr.aar nobel en krachtig van toon; de A-snaar klinkt iets minder vol. Desondanks kan men den toon over t geheel goed geëgaliseerd noemen. De door Beths gespeelde .£a Folia" gaf ruimschoots gelegenheid de kwaliteiten van instrument en speler in het licht te stellen. Dat Beths over goede viollstlsche en muzikale eigenschappen beschikt bewees hij een *ijd geleden door zijn voordracht van Bach's E dur-concert. en nu weer in Corelli's ..La Folia", vooral in de cadens. Aan zulk werk kan hij zijn krachten beier wijden dan aan de zeer onbelangrijke Kirchensonate van Joseph Haas. Dit concert was niet druk bezocht. Bij het naar huis gaan den Kinderhuissingel passee- rende. zagen we op een vlot „Fire" en „Water" harmonieus vercenigd. doch zonder de muziek van „Handel". Slechts het geluid van den motor, die het achtwatcr in de fonteinen pompt, accompagneerde. Zoo wer den gezlchts- en gehoororganen bevredigd, en o ja. ook het reukorgaan geprikkeld, en deze laatste prikkeling deed ons verlangen naar een Feestconcert met Handel's „Crown with festal pomp the day" en diens „Wntor- music". ter cere van dc inwijding van een instal'atle. die ori7« «"-arhten desodorlficeert. K. DE JONG. UIT DE PERS. HET GEBRUIK VAN NEDER* LANDSCHE KOLEN. GEEN NADEEL. MAAR EEN NATIONAAL BELANG. In „De Telegraaf van 3 October is een in gezonden stuk geplaatst, onderteekend door een kolenhandelaar uit Amsterdam, waarin de schrijver bezwaren oppert tegen reclame, welke aandringt op het gebruik van Nedcr- landsche hulsbrandkolen, omdat er slechts twee Limburgscho mijnen bestaan, welke zuiver nationaal zijn, waarvan er slechts één „echte anthracict" produceert, terwijl de an dere slechts een zoogenaamde of seml- anthracict oplevert. Een der overige Llm- burgsche mijnen produceert ook „echte an- thraciet", maar heeft een buitenlandsch be stuur en de dan resteerende mijnen zijn ook In buitenlandsche handen en producecren eveneens slechts semi-anthraclet. Dc mijnen, die „echte" anthraciet voortbrengen zouden bij een grootere Nederlandsche vraag niet aan de behoefte kunnen voldoen. Van een soort protectie kan dus niets komen, aldus de schrijver. De Limburgse he Koerier teekent hierbij het volgende aan: De inzender heeft waarschijnlijk gelijk wanneer hij zegt, dat slechts twee mijnen althans wanneer hij daaronder verstaat mijnondernemingen zuiver nationaal zijn. Alléén'van de Staatsmijnen en van dc Doma- niale mijn is het zeker dat het kapitaal in Nederlandsche handen is. Zijn de andere ondernemingen nu niet- Nederlandsch, vooral, is de goede gang van zaken in die bedrijven géén nationaal belang? Als we de zaken iets breeder bezien, dan de kolenhandelaar dat doet, blijkt dat zulks wèl het geval ls. dat door het schaden der belangen van de Limburgsche mijnindustrie tevens groote nationale belangen worden ge schaad. Dat geldt ook In het geval, dat voor de geproduceerde hulsbrandkolen geen vol doende afzet kan worden gevonden. Immers, ongeveer één derde deel der totale productie van de Limburgsche mijnen bestaat uit huls brandkolen. Als men dat weet, ls het duidelijk, dat ook ongeveer een derde deel van het totaal aan tal arbeiders der mijnen bij deze productie betrokken is. Elf duizend arbeiders de dui zend arbeiders, die in het buitenland wonen en die voornamelijk op huisbrandmijnen wer ken, laten we buiten beschouwing verdie nen met hel delven en verwerken van huls brandkolen een gemiddeld inkomen per Jaar van 1500, welke kapitale som van 16 1 2 mil- lioen gulden grootendecls in Nederland wordt uitgegeven. Is het geen nationaal belang dat dit bestendigd kan worden? De inzender zal misschien na deze uiteen zetting willen toegeven, dat een goede ver koop van de huisbrandkolen onzer Limburg sche mijnen al moge het kapitaal er van In buitenlandsche handen zijn voor Neder land van beteekenis ls. Als tweede argument heeft hü dan echter nog het feit, dat dc Ne derlandsche mijnen geen „echte anthraciet" leveren, en dat zij „bij oen grootere Neder landsche vraag niet aan de behoefte kunnen voldoen". Ware dit Juist, men zou op het buitenland zijn aangewezen en een bevordering van het gebruik van Nederlandsche huisbrandkolen zou achterwege moeten bUJvcn. Het tegendeel is echter waar. Feit is, dat de kwaliteit der huisbrandkolen van de Lim burgsche mUnen zelf goed ls, dat vooral de laatste jaren, nu de stooktechnlek zich aan de kolenkwalitelten heeft aangepast er geen enkel bezwaar meer is om Nederlandsche anthraciet te gebruiken. De Kwaliteit der Limburgsche kolen is zeker gelijkwaardig aan die van de uit België en Duitschland inge voerde producten. Het Nederlandsche publiek is daarvan reeds goeddeels overtuigd. De Limburgsche mijnen toch voorzien 60 a 70?i van de Neder landsche behoefte aan huisbrandkolen. Naast de rond 1.700.000 ton huisbrand geleverd door de Nederlandsche. wordt nog slechts rond 1.000.000 ton buitenlandsche hulsbrandkolen gebruikt. Deze mlllioen ton kolen zou gevoe gelijk door het Nederlandsch product ver vangen kunnen worden, op één betrekkelijk klein deel na. n.l. met uitzondering van de Wales-anthraciet. Deze is uniek wat kwaliteit betreft en kan niet door Nederlandsche maar ook niet door andere buitenlandsche! kolen vervangen worden. Zou de Nederlandsche mijnindustrie nu op slag deze mlllioen ton kolen thans uit het buitenland betrokken, kunnen leveren? Neen. Zij heeft, daar Nederland de huis brandkolen slechts gedeeltelijk afnam, naar afzetgebieden in het buitenland moeten zoe ken. waar de kwaliteit der Limburgsche kolen misschien hooger gewaardeerd wordt dan hier en ls door contracten tot levering verplicht. Zou de afneming in Nederland echter grooter worden dan zouden gelijktijdig de leveringen naar het buitenland geleidelijk kunnen ver minderen. Dat te bevorderen lijkt ons een verstandig» daad.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 13