DE LICHTWEEK.
De officieele opening door den Burgemeester.
HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 17 OCTOBER 1931
VIERDE BLAD
Haarlem in een zee van licht!
In de fraaie hal van het Stadhuis, die
smaakvol met groen en bloemen versierd
was, en die bijna geheel gevuld was met ge-
noodigden, leden van het Lichtweek-comité
en raadsleden, heeft Burgemeester C. Maar
schalk Vrijdagavond zeven uur de Lichtweek
geopend.
Rede van den Burgemeester.
„Nu het groote oogenblik daar is", aldus
spreker, „een oogenblik dat in oeconomi-
schen zin wel een scherpe tegenstelling
vormt met dat waarop de eerste Lichtweek -
plannen werden geboren, maar niettemin
een oogenblik, waarnaar door de burgerij in
het algemeen en het Lichtweek-comité ze
ker in het bijzonder met spanning geruimen
tijd is uitgezien, verheugt het mij, dat gij
in zoo grooten getale gehoor hebt gegeven
aan de uitnoodiging om bij deze officieele
opening der Haarlemsche Lichtweek 1931 te
genwoordig te willen zijn.
Zoo aanstonds zal mij het voorrecht en ge
noegen te beurt vallen het resultaat van ve
ler inspanning, de dagenlange arbeid van
talloozen in verschillende deelen onzer stad,
aan de openbaarheid en publieke belangstel
ling over te geven. Het verrichten van die
oogenschijnlijk moeizame taak is voor mij
het kan zonder onbescheidenheid worden ge
zegd maar een handbeweging.
Dank zij de vorderingen der electro-tech-
niek, waarvan de komende dagen ons onge
twijfeld nog wel verrassende staaltjes zullen
doen zien, ben ik immers door een eenvoudi-
gen knop in staat, van deze plaats direct de
nieuwsgierigheid van duizenden te bevredi
gen.
Welk een tegenstelling tusschen die sim
pele handeling en het omvangrijke werk van
vele anderen, dat daaraan is voorafgegaan.
Een woord van oprechte hulde daarom in
de eerste plaats voor de toewijding en het
doorzettingsvermogen, waarmede gij, orga
nisatoren en buurtvereenigingen, uw plan
nen hebt opgezet en uitgevoerd.
Daarvoor was een groote mate van saam-
hoorigheid noodig, omdat immers het ge
heel nimmer kan slagen als de samenstel
lende deelen in gebreke zijn.
Ik mag met genoegen vaststellen, dat in
onze gemeente bij bijzondere gelegenheden
als deze, steeds de noodige samenwerking is
te vinden.
Toch zal ongetwijfeld bij de voorbereiding,
vooral de laatste weken, wel eens de gedach
te zijn gerezen of doorzetting van dit licht
feest wel geraden was, nu andere lichtpun
ten, waarnaar in deze donkere tijden door
zoo menigeen reikhalzend wordt uitgezien,
"vooralsnog ook achterwege blijven. Ik mag
niet verhelen, dat bij mij persoonlijk de
vraag een punt van ernstige overweging
heeft uitgemaakt, of onder deze omstandig
heden een feest, als de lichtweek behoort
$e zijn, nog wel op zijn plaats was en of ik
<Joor mijn optreden op dit oogenblik er wel
4e sanctie aan mocht geven, die inhoudt dat
6e gemeentelijke overheid met instemming
de met de nuchtere werkelijkheid zoo tegen
strijdige vreugdeuiting begroet.
Een droeve speling van het noodlot heeft
er bovendien nog toe geleid, dat in dezelfde
week, waarin hier de electrische gloeilamp
hoogtij viert, haar geniale uitvinder Thomas
Alva Edison aan het einde van zijn levens
avond is gekomen.
Het heeft mij tenslotte echter toegesche
nen, dat gij door uw vasthoudendheid ook in
dezen tijd aan een eenmaal voor oogen ge
steld doel een goed en nuttig werk hebt ver
richt, niet slechts voor een groep van bij
den opzet belanghebbende werkgevers en
werknemers, doch voor deze gansche ge
meente.
Al zal zich bij deze gelegenheid helaas geen
algemeene en uitbundige feeststemming kun
nen doen gelden, de doorzetting van de reeds
zoo ver gevorderde Lichtweekplannen, ook
onder de huidige omstandigheden, is geloof
ik, een daad waarop later met voldoening
kan worden teruggezien.
Ongetwijfeld immers biedt een lichtweek,
zooals die hier nu in navolging van enkele
hoofdsteden is georganiseerd, een mooie ge
legenheid om op niet alledaagsche wijze de
aandacht op de gemeente Haarlem te vesti
gen. Even goed als handel en industrie re
clame noodig hebben om hun artikelen bij
het publiek ingang te doen vinden, hebben
ook gemeenten behoefte, in het bijzonder
na de recente afschaffing der forensenbelas
ting, zich aan de bevolking als plaats van
vestiging te presenteeren.
Evenals tallooze particulieren heeft de ge
meente zich wat materieelen en moreelen
steun betreft, dan ook bij deze gelegenheid
niet onbetuigd gelaten.
De verlichting van verschillende bouwwer
ken van kunst-historische waarde, de be
schikbaarstelling van electrischen stroom te
gen speclalen prijs, gevoegd bij tegemoetko
ming in de financieele lasten, zijn even zoo
vele bewijzen, dat het gemeentebestuur het
zijne er toe heeft willen bijdragen om het
welslagen dezer Lichtweek te verzekeren.
Door samenwerking tusschen particulier
en overheidsbedrijf en met deskundige voor
lichting van de Ned. gloeilampen-industrie,
kon aldus verdienstelijk werk voor de Haar
lemsche gemeenschap worden tot stand ge
bracht. Daarmede is, meen ik, in het kort
de beteekenis geschetst, welke deze Licht
week voor de gemeente heeft.
Hetgeen de organisatoren de laatste da
gen al timmerend aan den openbaren weg.
in letterlijken en figuurlijken zin, van hun
planner, hebben bekend gemaakt, heeft on
getwijfeld dermate de nieuwsgierigheid van
stadgenoot en vreemdeling gewekt, dat ik
mij niet verantwoord acht, op dit oogenblik
langer uw verwachting op den proef te stel
len.
Onder het uitspreken van den wensch. dat
de komende dagen aan de gestelde verwach
tingen mogen beanwoorden. verklaar ik
daarom met deze symbolische handeling
thans de Haarlemsche Lichtweek voor ge
opend",
Terwijl luid applaus weerklonk draaide de
burgemeester een knop om, waardoor de
Groote Markt in een zee van licht werd ge
zet.
Rede J. H. J. Keiler.
De heer J. H. J Keiler, vice-voorzitter
van het dagelijksch bestuur van het Licht
week-comité, beantwoordde deze rede. Hij
sprak als volgt:
„Het Lichtweek Comité Haarlem 1931 dankt
u, mijnheer de Burgemeester, voor uw be
reidwilligheid, om dit lichtfeest van onze
stad Haarlem wel te hebben willen openen,
waarbij wij onze erkentelijkheid uitspreken
voor de vriendelijke woorden, die u zooeven
tot ons comité gericht hebt.
De medewerking die wij gedurende de lan
ge en moeilijke periode van voorbereiding
van het gemeentebestuur van Haarlem moch
ten ondervinden, stemt ons tot groote dank
baarheid, zonder dezen onmisbaren steun
zouden wij niet hebben kunnen bereiken de
resultaten, waarvan u zoo dadelijk bij het
verlaten van dit gebouw een deel zult kun
nen aanschouwen.
En na dezen dank aan ons gemeentebe
stuur dient zeker in de eerste plaats onze
erkentelijkheid betuigd te worden aan den
directeur van het Gemeentelijk Elect-rici-
teitsbedrijf, den voorzitter van onze com
missie die met zijn staf van medewerkers te
allen tijde bereid gevonden is om ons daad
werkelijk te steunen.
Ook den directeur van Openbare Werken
hierbij onzen welgemeenden dank voor de
steeds snelle en afdoende hulp in voor ons
dikwijls zoo moeilijke problemen.
En dan komen wij tot de politioneele auto
riteiten, die wij slechts voorloopig kunnen
dank zeggen voor al hun bereidwilligheid,
waarop wij zeer dikwijls een beroep hebben
moeten doen. Gedurende de Lichtweek zal
nog veel van hen geëischt worden; wij ho
pen, dat de eindconclusie zal zijn: Ondanks
de geweldige drukte en verkeersmoeilijkhe
den te Haarlem, is de Lichtweek, dank zij
ons voortreffelijk politiecorps, in goede har
monie en verstandhouding door inwoners en
vreemdelingen gevierd.
En ten laatste onzen dank aan den com
mandant van onze Brandweer, die geholpen
door zijn uitstekende lijfwacht, ons in staat
heeft gesteld om a.s. Maandag- en Donder
dagavond te kunnen bewijzen, dat zijn ma
teriaal niet alleen in staat is om tegen de
destructieve elementen op te treden, doch
ook om een lichtfeest van kleuren voor onze
oogen kan tooveren.
Zooals de burgemeester terecht heeft op
gemerkt, zijn de omstandigheden niet mét
ons geweest. In tusschen zijn wij er zéker
van, dat in de komende dagen vele vreem
delingen (maar zelfs ook nog menig Haar
lemmer) tot de overtuiging zullen komen, dat
onze stad een rijkdom heeft aan wonder
mooie gebouwen, aan tallooze straten met
zeer goed geoutilleerde winkels, ruime plei
nen en mooie buitenwijken. Wanneer wij be
reiken, dat deze overtuiging bij die tallooze
bezoekers van Haarlem wordt gevestigd, dan
acht ons Comité zich gelukkig te mogen ver
klaren, dat het hierdoor al de genomen moei
te ruimschoots beloond oordeelt".
Ook na deze rede werd geapplaudisseerd.
Het gezelschap verspreidde zich daarna in
de oude raadszaal en vervolgens in de ver
lichte stad.
VAN DE HAARLEMSCHE
LICHTWEEK.
Groote drukte op den eersten
avond.
INDRUKKEN VAN DE VERLICHTING.
De inzet van de Haarlemsche lichtweek
is een goede belofte voor de komende dagen
geworden.
Al hadden wij reeds het voornaamste deel
van de verlichting bij het „proefdraaien"
gezien, toch was de indruk dien wij gisteren
van de stad kregen met haar vroolijke
drukte, overal, waar maar wat „te doen" was.
des te feestelijker.
Het spreekt vanzelf, dat de drukte zich
vooral concentreerde in het brandpunt van
de stad. de Groote Markt. Hier is trouwens
de verlichting op haar indrukwekkendst. Zijn
daar niet vier van onze mooiste gebouwen
in al hun rijke schoonheid te aanschouwen?
Daar is in de eerste plaats de stralende toren
van de Bavo, die nu meer dan ooit het stads
beeld beheerscht. Daar is verder de prachtig
verlichte gevel van onze beroemde vleesch
hal, het machtige raadhuis en tenslotte onze
aloude Hoofdwacht. Werkelijk de Groote
Markt is een bezoek overwaard. En ook in
ander opzich-t vormt de Markt in deze dagen
het middelpunt, men heeft er immers de
muziektent aangebracht, waarin icderen
avond concerten ten uitvoer 'worden gebracht.
Gisteren zwaaide de heer P. Wit er den
dirigeerstok en het dient erkend, dat hij met
zijn geroutineerd ensemble .Kunstgenot" niet
weinig tot de verhooging van de algemeene
feestvreugde heeft bijgedragen.
Met dat al bezorgde de ontzaglijke menig
te. die voortdurend uit de Barteijorisstraat
en de Groote Houtstraat aanstroomde han
den vol werk aan de politie. In het- bijzonder
het punt ZijlstraatGroote Markt eischte een
voortdurende activiteit van de politieman
nen.
De verlichting van de straten en pleinen
heeft vrijwel over de géheele linie een zeer
suggestieve uitwerking. Een voortreffelijk idee
is bijvoorbeeld het plaatsen van de lichtsuiien
op het Houtplein geweest. Zij vormen als het
ware een eerepoort naar de eigenlijke stad.
Is men de Houtfonug genaderd, dan zijn het
de monumentale potten met tulpen, die de
aandacht trekken door haar raak getypeerd
karakter. Dezen laatst en doen tevens dienst
als de voorboden van de heele rij „losse"
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
TENTOONSTELLING VAN
PERZISCHE TAPIJTEN
GEREDUCEERDE PRIJZEN
KUNSTZAAL REEKER
WAGENWEG 102
tul-pen. die aan weerszijden van de Groote
Houtstraat geplant zijn.
Tal van andere voorbeelden kunnen wij
opnoemen van origineele verlichting. Neem
bijvoorbeeld de Paul Krugerstraat in Haar
lem-Noord Met deze eenvoudige cylinders
heeft men wonderen weten te bereiken. Ook
de Kennemerbrug met haar merkwaardige
oranje pilaren maakt een verrassend ef
fect.
Het is opvallend, dat men in iedere straat,
op elke brug en langs iedere gracht weer een
anderen aard van verlichting aantreft, zoodat
men telkens weer voor iets nieuws komt
te staan. De Kleine Houtstraat met haar
zwevende verticale vlakten, ce Spaarr.wou-
dersfcraat met haar hangende kantige figu
ren. zij dragen elk een afzonderlijk karakter
en het is tekens weer iets aantrekkelijks,
dat er in besloten ligt.
Bij den Kinderhuissingel heeft men een
fraaie verlichting van het water verkregen
door het plaatsen van de ..reuzen-lantaarns"
aan de oevers. Een attractie op zichzelf
vormt hier ce miniatuur fontein, die met
haar scherp belichte stralen een fantastisch
schouwspel oplevert.
Te prijzen valt het initiatief, dat velen
genomen hebben door hun winkel of kantoor
eveneens door middel van schijnwerpers of
lampjes te verlichten, iets wat niet anders
dan ten goede aan de lichtweek kan komen.
De schoonheid van onze kerken en oude ge
bouwen komt in deze dagen wel bijzonder tot
haar recht. Zeer sterk komt dit bijvoorbeeld
uit bij het Bakenesserkerkje en de Nieuwe
Kerkstoren, die men thans aan alle kan-ten
kan bewonderen. De Amsterdamsdhe Poort
vertegenwoordigt het toonbeeld van kracht
en massaalheid. terwijl men van een gebouw
als de Vleeschhal de fijnste nuances leert
kennen en waardeeren. De .wijze, waarop ai
onze bouwwerken verlicht zijn, en dit geldt
ook bijvoorbeeld vooi den Stadsschouwburg,
wékt in niet geringe mate de belangstel
ling op voor onze vaderlandsche architectuur
zoowel die uit vroeger jaren, als die van
ia teren datum.
Muziek allcrwege.
Over gebrek aan muzikale afwis
seling, zullen we gedurende de lddhtweok
vermoedelijk niet te klagen hebben. Want
behalve, dat er op de Groote Markt iederer»
avond concert is en eenige muzikale rond
wandelingen op het programma staan, wor-
dien in verscheidene straten uitvoeringen ge
geven van gramofoonmuziek. Met behulp
van luidsprekers van zwaar kaliber wordt de
muziek opgediend. De geluidsterkte is enorm
en verre de meerdere van het straatrumoer,
zooais men gisteravond wel zal hebben op
gemerkt.
Het Lunapark.
Ondanks de omstandigheid, dat de Zaanen-
laan vrij ver uit het centrum van de stad
gelegen is, hebben velen des avonds een be
zoek aan het Lunapark gebracht. De fees
telijke verlichting van het terrein met zijn
talrijke vermakelijkheden en kramen nood
de tot binnentreden!
Al is het Lunapark door de jaren heen tot
een „electrisch park" gegroeid, de ouderwet-
sohe sfeer is dezelfde gebleven en die schijnt
voorloopig niet verloren te gaan.
Wij willen tensflotte nog even de aandacht
vestigen op het „drakenschip" van de Hol
la ndsohe Draad- en Kabelfabriek te Amster
dam. Het schip is gisteravond in onze stad
aangekomen en trok veel belangstelling door
zijn in het oog loopend mod ei en kleurige
verlichting.
ETALAGEWEDSTRIJD IN DE
CRONJcSTRAAT.
E>e uitslag van den ter gelegenheid van de
Lichtweek in de Gen. Cronjéstraat gehouden
étalagewedstrijd is:
Hoogste onderscheiding met lof der jury
voor het hoogste aantal punten van alle
groepen: fa. J. G. Timmerman. Gen. Cronjé
straat 60, tricotages, baby- en kinderkleeding.
(103 punten).
Groep no. 1. Levens- en Genotmiddelen:
le prijs: Fa. H. L. Veerman, Gen. Cronjé
straat no. 38, comestibles (93 punten).
2de prijs: Fa. H. J. Hesselman, Gen Cronjé
straat 31. banketbakker (85 punten).
3üe prijs: fa. Kasper Hiddink. Gen. Cronjé
straat- 128., wijnhandel *84 punten).
Eervolle vermelding: fa. E J. Abspoel, Gen
Cronjéstraat 124. Zaadhandel.
Eervolle vermelding: Fa. H. Th. Straathof,
Gen. Cronjéstraat 107. vleeschhandel.
Eervolle vermelding: Fa. P. v. d. Nouwland,
Gen. Cronjéstraat 137, groentehandel.
Groep no. 2 Huishoudelijke artikelen (waar
onder rijwielzaken)
lste prijs: Fa. J. J. H. Bauer, Gen. Cronjé
straat no. 5. Huish. Art. (85 punten).
2de prijs: Mag. „De Lichtbron", Gen. Cron
jéstraat 109. verlichtingart. (82 punten).
3de prijs: Fa. J. H. Korstjens. Gen Cronjé
straat 82. Rijwielhandel (79 punten).
Eervolle vermelding: Fa H. M. Bakker.
Gen. Cronjéstraat 135 Behangselpapier.
Eervolle vermelding: Fa Harteg, Generaal
Cranjéstraat 83, kolenhandel.
Groep no. 3: Dames- en heerenmodezaken,
manufacturen en schoenzaken:
1ste prijs: Fa. J. G. Timmerman. Gen.
Cronjéstraat 60, tricotages, baby art. (103
punten».
2de prijs: N V. Alb. Kuyken. Gen Cronjé
straat 62-64, vakkleeding, heerenmodes, (98
punten).
3de prijs: M. M. van Ake, Gen. Cronjé
straat no. 64. Schoenhandel, (92 punten».
Eervolle vermelding: Fa. H. Schindeler.
Gen. Cronjéstraat no. 1 b heerenmodes.
Groep no. 4 Luxe Artikelen:
lste prijs: Fa. W. Bosch. Gen. Cronjéstraat
118. bloemisterij «88 punten).
2de prijs: Fa. J. H. Vierdag. Gen. Cronjé
straat 103. photohandel (87 punten).
8de prijs: Fa. J. G. Th. Bosman, Gen.
Cronjéstraat 146, Photographie (85 pun
ten).
Een-olie vermelding: Fa H. van Rlgteren.
Gen. Cronjéstraat 40. goudsmid.
Eervolle vermelding: W. D. Sanders, Gen.
Cronjéstraat 34. lederhandel.
De jury bestond uit de heeren G. W. P.
Stoutenbeek, C. Dingier Jr., en H. Tegel, allen
bestuursleden van de Beverwijksche Winke-
liersvereeniging.
OP BAVO'S TORENTRANS.
HOOG BOVEN DE GROOTE MARKT.
Wilt U van Bavo's torentrans
De lichtstad eens aanschouwen?
De in 't millloenen-kaarsen-licht
Zich badende gebouwen?
Aangelokt door dit vers hebben wij de 158
treden van de Groote Kerk beklommen en
onze oogen laten weiden over de oude Bavo-
veste. Om de waarheid te zeggen, is het ons
wat tegengevallen. Zeker er waren dingen,
die er op wezen, dat er meer „kaarsen"
brandden, dan in normale omstandigheden.
Maar het „millioenen-kaarsen-licht" bereik
te den ommegang niet, waarop wij na moei
zame klauterpartij waren aangeland.
„Je zou niet zeggen, dat er 'n lichtweek
begonnen is", merkte mijn metgezel op.
En inderdaad. Aan de Oost-, Noord- en
Zuidzijde van de kerk viel dat ook niet op.
De Nieuwe Kerk stak zijn verlichte toren in
den donkeren avondhemel op. de Bakenesser-
toren, dichterbij, kwam helverlicht, tegen
den zwarten achtergrond uit, een stukje van
den Stadsschouwburg was te zien en een
deel van de Groote Houtstraat. Maar dat
was dan ook vrijwel het eenige. De straten
zijn te nauw. Zij laten de verlichting niet
boven de huizen uitkomen.
Eigenlijk betreurden we onzen tocht naar
boven al. toen wc een torentje onderdoor
gingen en plotseling voor de Groote Markt
kwamen te staan. En dat was werkelijk de
moeite waard.
Recht over ons baadde het oude stadhuis,
met zijn twee of drie bouwstijlen in een zee
van licht. Aan weerszijden piekten de punt-
gevels van de Vleeschhal en andere oude ge
bouwen naar boven, en daar tusschenin, ver
beneden ons. krioelden de menschjes op het
plein. Een wriemelende troep, die zich voor
namelijk om de muziektent opgesteld had.
Het was of Laurens Janszoon Koster, een
slechts even zichtbare silhouet met opgehe
ven hand dirigeerde.
Daar hebben we even getoefd, hoog ver
heven boven het roezige gedoe, vanwaar uit
de orkestmuziek toch wat gezuiverd tot ons
kwam.
En toen het orkest zweeg, speelden de
klokken vlak bij ons in heldere tonen half
negen.
Concert in de Croote Kerk.
Het Lióhtweek-Comité-Haarlem had het
Kerkconcert op Vrijdag-middag gesteld. We
kunnen het besluit, om er geen avondcon
cert van te maken, niet anders dan billijken,
immers de avondiverlichting onzer Groote
Kerk is nog steeds een halve eeuw ten ach
ter en steekt erg af bij die van tal van klei
nere kerken in onze gemeente. Indien George
Robert zijn slotnummer „Fiat Lux" van
Thecd. Dubois met het oog ook daarop ge
kozen had. was de keuze dubbel zinrijk: liet
worde eindelijk eens licht op de avondcon
certen in onze beroemde oude St. Bavo. Wat
zijn andere solo-orgelnummers betreft: ook
In de keuze van „Crown with festal pomp
the day" en van de „Fire Music", beide van
Handel zal -meer de toepasselijkheid der titels
dan de muzikale waarde doorslag gegeven
hebben; de „Water Music" had voor een
jubileum van onze verdienstelijke Vrijwillige
Brandweer bewaard kunnen blijven.
Al die Handel-muziek werd me een beetje
hol en vervelend, hoe mooi geregistreerd de
watermenuet ook was. Daarbij kwam dan
nog een Aria uit „Saul" en een uit „Xerxes".
De eerste werd gezóngen door Maartje Of
fers, die ik den avond te voren in Mahlens
Derde Symbhonie te Amsterdam gehoord
had. Ook hier in de kerk waren het mooie
volle stemtimbre en de duidelijke uitspraak
opmerkelijk. Het komt me echter voor dat
de zangeres zich meer door vocale dan door
m-uzlkale of declamatorische factoren laat
leiden. Alles schijnt op schoone en groote
loonontwikkeling ingesteld; wat zij zingt
blijft bijzaak, evenals dat bij onze tegen
woordig meest gevierde sopraanzangeres.
Evenals van deze, moest daarom van Maartje
Offers de voordracht der liederen van
Schubert eenige teleurstelling opleveren en
alleen daar waar door het geluidsvolumen
dei Juister .indruk te wekker, was, a's in de
stijgingen van ..Dem Unendlichen", viel haar
voordracht onbeperkt te loven. Dat groote
klankvolumen was bij de Aria van Handel
en het slot van „Auf, auf zu Gottes Lob" van
J. W. Franck eveneens een voordeel.
Het timbre der stem is meer mezzo-sopraan
zooals hier in t programma vermeld was,
dan alt. zooals in het programma van 't
Concertgebouw stond. De zuiverheid der in
tonatie was meer endeels uitstekend; alleen
aan 't slot der liederen zong zy een paar
malen iets te laag.
Ook de baryton Willem Herckenrath be
schikt over fraaie stemmiddelenook hij zet
veel op rekening daarvan. Daardoor werd
zijn voordracht der aria's weinig afwisselend;
het „Jesuslied" van Hildach werd zelfs taai.
Een lied als Beethoven's „Die Ehre Gottes"
werd er imposant, door en ook zijn voor
dracht van Schubert ,X>ie Allmacht" had
grooische momenten. Echter lijkt me de be
geleiding van dit lied voor orgel minder ge
schikt. Het .Non Credo" van Widor had
grooter tegenstellingen in de voordracht kun
nen hebben; het mooie stemgeluid van den
zanger liet echter niet na. indruk te maken.
Het kerkconcert was vrijgoed bezocht.
K. DE JONG.
(Zie ook elders in dit nummer.)
MUZIEK.
Concert in de Ned. Herv. Kerk
te Bloemendaal.
Het oude orgel in de Ned. Herv. Kerk te
Bloemendaal bezit uitnemend klinkende la-
blaalstemmen en is voor de voordracht van
werken van oude meesters als Pachelbel en
Buxtehude zeer geschikt; de voordracht
dezer werken door den organist Piet Halsema
voldeed mij dan ook aanmerkelijk meer dan
die van de Fuga van Honnegger en de .Pièce
héroïque" van César Franck. die beiden, voor
al Franck, een grooter en rijker gedispo
neerd instrument en een grootere ruimte ver
langen. Het orgel heeft bovendien het nadeel
dat het pedaal te laat aanspreekt, wat soms
bepaald hinderlijk was, ook in de begeleidin
gen.
Met groot genoegen hebben we de mooie
altstem van Annie Hermes beluisterd. Haar
adembeheersching is nog niet volkomen en
dit speelde haar een paar malen parten. Wat
voordracht betreft heeft haar „Schlafendes
Jesuskind" van Hugo Wolf den grootsten in
druk gemaakt.
De keuze van Psalm 18 (Geistllches Kon-
2ert) van Helnrich Schütz. den grooten voor
ganger van Bach, mocht zeer belangwekkend
genoemd worden, zoowel wegens den muzl-
balen inhoud, als wegens do medewerking
met twee obligate violen. De heeren G. Bellis
en L. A. de Graaff vervulden deze partijen
verdienstelijk.
Eveneens met genoegen hebben we kennis
gemaakt met het nieuwe Instrument van den
heer Bcths. dat Vrijdagavond op dit concert
zijn „vuurdoop" kreeg. De door Bram Cornet
gebouwde viool is vooral op de G- en D-sr.aar
nobel en krachtig van toon; de A-snaar
klinkt iets minder vol. Desondanks kan men
den toon over t geheel goed geëgaliseerd
noemen.
De door Beths gespeelde .£a Folia" gaf
ruimschoots gelegenheid de kwaliteiten van
instrument en speler in het licht te stellen.
Dat Beths over goede viollstlsche en muzikale
eigenschappen beschikt bewees hij een *ijd
geleden door zijn voordracht van Bach's
E dur-concert. en nu weer in Corelli's ..La
Folia", vooral in de cadens. Aan zulk werk
kan hij zijn krachten beier wijden dan aan
de zeer onbelangrijke Kirchensonate van
Joseph Haas.
Dit concert was niet druk bezocht. Bij het
naar huis gaan den Kinderhuissingel passee-
rende. zagen we op een vlot „Fire" en
„Water" harmonieus vercenigd. doch zonder
de muziek van „Handel". Slechts het geluid
van den motor, die het achtwatcr in de
fonteinen pompt, accompagneerde. Zoo wer
den gezlchts- en gehoororganen bevredigd,
en o ja. ook het reukorgaan geprikkeld, en
deze laatste prikkeling deed ons verlangen
naar een Feestconcert met Handel's „Crown
with festal pomp the day" en diens „Wntor-
music". ter cere van dc inwijding van een
instal'atle. die ori7« «"-arhten desodorlficeert.
K. DE JONG.
UIT DE PERS.
HET GEBRUIK VAN NEDER*
LANDSCHE KOLEN.
GEEN NADEEL. MAAR EEN NATIONAAL
BELANG.
In „De Telegraaf van 3 October is een in
gezonden stuk geplaatst, onderteekend door
een kolenhandelaar uit Amsterdam, waarin
de schrijver bezwaren oppert tegen reclame,
welke aandringt op het gebruik van Nedcr-
landsche hulsbrandkolen, omdat er slechts
twee Limburgscho mijnen bestaan, welke
zuiver nationaal zijn, waarvan er slechts één
„echte anthracict" produceert, terwijl de an
dere slechts een zoogenaamde of seml-
anthracict oplevert. Een der overige Llm-
burgsche mijnen produceert ook „echte an-
thraciet", maar heeft een buitenlandsch be
stuur en de dan resteerende mijnen zijn ook
In buitenlandsche handen en producecren
eveneens slechts semi-anthraclet. Dc mijnen,
die „echte" anthraciet voortbrengen zouden
bij een grootere Nederlandsche vraag niet
aan de behoefte kunnen voldoen. Van een
soort protectie kan dus niets komen, aldus
de schrijver.
De Limburgse he Koerier teekent
hierbij het volgende aan:
De inzender heeft waarschijnlijk gelijk
wanneer hij zegt, dat slechts twee mijnen
althans wanneer hij daaronder verstaat
mijnondernemingen zuiver nationaal zijn.
Alléén'van de Staatsmijnen en van dc Doma-
niale mijn is het zeker dat het kapitaal in
Nederlandsche handen is.
Zijn de andere ondernemingen nu niet-
Nederlandsch, vooral, is de goede gang van
zaken in die bedrijven géén nationaal belang?
Als we de zaken iets breeder bezien, dan
de kolenhandelaar dat doet, blijkt dat zulks
wèl het geval ls. dat door het schaden der
belangen van de Limburgsche mijnindustrie
tevens groote nationale belangen worden ge
schaad. Dat geldt ook In het geval, dat voor
de geproduceerde hulsbrandkolen geen vol
doende afzet kan worden gevonden. Immers,
ongeveer één derde deel der totale productie
van de Limburgsche mijnen bestaat uit huls
brandkolen.
Als men dat weet, ls het duidelijk, dat ook
ongeveer een derde deel van het totaal aan
tal arbeiders der mijnen bij deze productie
betrokken is. Elf duizend arbeiders de dui
zend arbeiders, die in het buitenland wonen
en die voornamelijk op huisbrandmijnen wer
ken, laten we buiten beschouwing verdie
nen met hel delven en verwerken van huls
brandkolen een gemiddeld inkomen per Jaar
van 1500, welke kapitale som van 16 1 2 mil-
lioen gulden grootendecls in Nederland wordt
uitgegeven. Is het geen nationaal belang dat
dit bestendigd kan worden?
De inzender zal misschien na deze uiteen
zetting willen toegeven, dat een goede ver
koop van de huisbrandkolen onzer Limburg
sche mijnen al moge het kapitaal er van
In buitenlandsche handen zijn voor Neder
land van beteekenis ls. Als tweede argument
heeft hü dan echter nog het feit, dat dc Ne
derlandsche mijnen geen „echte anthraciet"
leveren, en dat zij „bij oen grootere Neder
landsche vraag niet aan de behoefte kunnen
voldoen".
Ware dit Juist, men zou op het buitenland
zijn aangewezen en een bevordering van het
gebruik van Nederlandsche huisbrandkolen
zou achterwege moeten bUJvcn.
Het tegendeel is echter waar. Feit is, dat de
kwaliteit der huisbrandkolen van de Lim
burgsche mUnen zelf goed ls, dat vooral de
laatste jaren, nu de stooktechnlek zich aan
de kolenkwalitelten heeft aangepast er geen
enkel bezwaar meer is om Nederlandsche
anthraciet te gebruiken. De Kwaliteit der
Limburgsche kolen is zeker gelijkwaardig aan
die van de uit België en Duitschland inge
voerde producten.
Het Nederlandsche publiek is daarvan
reeds goeddeels overtuigd. De Limburgsche
mijnen toch voorzien 60 a 70?i van de Neder
landsche behoefte aan huisbrandkolen. Naast
de rond 1.700.000 ton huisbrand geleverd door
de Nederlandsche. wordt nog slechts rond
1.000.000 ton buitenlandsche hulsbrandkolen
gebruikt. Deze mlllioen ton kolen zou gevoe
gelijk door het Nederlandsch product ver
vangen kunnen worden, op één betrekkelijk
klein deel na. n.l. met uitzondering van de
Wales-anthraciet. Deze is uniek wat kwaliteit
betreft en kan niet door Nederlandsche
maar ook niet door andere buitenlandsche!
kolen vervangen worden.
Zou de Nederlandsche mijnindustrie nu op
slag deze mlllioen ton kolen thans uit het
buitenland betrokken, kunnen leveren?
Neen. Zij heeft, daar Nederland de huis
brandkolen slechts gedeeltelijk afnam, naar
afzetgebieden in het buitenland moeten zoe
ken. waar de kwaliteit der Limburgsche kolen
misschien hooger gewaardeerd wordt dan hier
en ls door contracten tot levering verplicht.
Zou de afneming in Nederland echter grooter
worden dan zouden gelijktijdig de leveringen
naar het buitenland geleidelijk kunnen ver
minderen.
Dat te bevorderen lijkt ons een verstandig»
daad.