HET HAARLEMSCHE STADSBEELD. EDGAR WALLACE IN NIEUW EMPLOOI. Radiomuziek der week. EEN VOORBESPREKING Hoe het eens was.- Hoe het geworden is. Gezicht op de Raamgracht met den molen „de Hoopop den achtergrond. (Naar een teekening in 1790 *gemaakt) Politicus en prediker. LONDEN, 14 October. De vruchtbaarste schrijver van tooneel en verhalen van misdaad Edgar Wallace na tuurlijk heeft al weer meer taken op de breede schouders genomen. Wanneer hij niet bezig is de gangsters van Chicago „on the spot" te zetten of de onguurste holen van verderf en vergift in dc onderwerelden der groote steden te beschrijven, dan staat hij voor de microphoon in het B.B.C.-gebouw op Savoy Hill en vertelt er aan allen, die willen luisteren, dat er geen vak is zoo schoon, zoo bevredigend, zoo avontuurlijk en zoo moeilijk als het vak der journalistiek; en hij legt uit waarom en haalt op zijn eigen ervaringen in Mafeking en Lissabon, in konstantlnopel en St. Petersburg (wijlen). Indien men het meest luisterrijke voorbeeld zoekt van „journallsme" dat ..mène a tout" met nadruk op tout, dan zal men het waar schijnlijk in dezen Edger Wallace vinden. Een veelzijdig man, deze fabrikant van huiveringwekkend proza. Een wondermensch ook. Zelfs de ijverigsten en de begaafdsten zouden hem alleen in zijn emplooi van com ponist der verbeelde criminaliteit moeilijk kunnen evenaren. Als litterair massa-produ cent (en neem „litterair" dan in den meest onbekrompen zin) staat hij alleen in de we reld. Maar hij houdt tijd genoeg over om zich in een veelvoud van andere, min of meer gewaagde ondernemingen te steken. Hij heeft niet slechts verstand van inbrekers- en moordwerktuigen, van de interieurs der mis daad en van de kronkelende gemoederen der misdadigers, zijn kennis van paarden en jockeys en renbanen is deskundig genoeg om hem in staat te stollen druk gelezen race kolommen te schrijven in de dagbladen. Edgar Wallace is een bekende figuur op al die groenen dreven waar paarden rennen om het hardst, waar mannen en heeren, on- noozelen en schavuiten eensgezind verzameld staan voor den totalisator of om den book maker en zijn „Clcrk". Zijn pijp, zijn cigaret- tenpijp, zijn opzichtig lange cigarettenpijp, typeerend uitsteeksel van dat vormeloos ge laat, en onafscheidelijk van den man. is het atrribuut van zijn wezen en alles wat het vertegenwoordigt. Hij zuigt er zijn bezieling uit. En de rook is het zinnebeeld van de vluchtige waarde van de voortbrengselen van al.ln geest. Zijn boeken, zijn tooneelstukken, het zijn ephemerlden. hoewel zijn „thrillers" foor de planken soms runs maken. Wallace oprecht wanneer hij zoo hoog opgeeft van ie Journalistiek. Het komt. uit zijn hart. Want hij is zelf de Journalist par excellence, de verslaggever met de zoo wel versheden pen. met de gave der levendige voorstelling en der waarmakerij „in the teeth of" onge loof. Zijn verhalen, zijn „plots" in de opdie ning zijn driekwart uitnemende journalistiek en een kwart handigheid met de legkaart. Deze man heeft nieuw emplooi gezocht voor zijn overborrelende vitaliteit. Vele maanden geleden verklaarde hij dat hU zich met de politiek zou gaan inlaten. Er was toen nog weinig uitzicht dat hij mettertijd het politiek st.ri.jdperk zou moeten betreden. Men wist niet of en in hoeverre het Wallace meenens was. Die twijfel is nu opgeheven. Hij is can- didaat voor de Liberalen van de Lloyd George-tlnt. candidaat voor Blackpool, de slordige, luidruchtige zeebadplaats voor den gewonen man van Lancashire De plaats is een goede keuze, want haar bewoners en haar bezoekers moeten altegader versllnders zijn van Wallace-lectuur. Blackpool is fel en druk en rumoerig. Het is ingericht op een ambu lante bevolking, die alleen op sterke indruk ken kan reaae^ren Aan Wallace kan worden overgelaten zulke Indrukken te wekken, wan neer het er op aankomt de kiezers van dit gebied over te halen, de banier van Lloyd George te volgen. Hij is. blijkens den brief, welken hij aan Lloyd George heeft geschre ven, voornemens de kwesties van deze verkie zingen tegemoet te treden met de concepties van den criminalist. „Ik ga Blackpool redden uit de handen der voedselbelasters", heeft hij geschreven, „en ik geloof dat niemand meer geschikt is dezen zwendeltruc onder natlo- nalen dekmantel aan de kaak te stellen dan uw dienstwillige dienaar, die speciale studie heeft gemaakt van dezen vorm van misdaad". Wallace schijnt volledig vertrouwen te heb ben in den uitslag van zijn verkiezingsstrijd, want hij zegt in zijn brief aan den Witten Toovcnaar van Wales dat zijn adres na 27 October zal zijn: Lagerhuis, Londen, SW 1. En bij al deze besognes van Edgar den Groote komt nu nog de vervulling van een spreekbeurt in de Onafhankelijke Kerk te Fleetwood, op 25 October( dat is Juist wan neer de verkiezingsstrijd zijn felste hoogten zal hebben bereikt. Wallace als predikant is dus het nieuwste. De gebeurtenissen, welke tot dit merkwaardig gebeuren hebben geleld, zijn ongeveer als volgt; Onlangs hebben de Afgescheidenen in de stad Fleetwood een verzetsactie georganiseerd tegen openlucht spel op Zondag. De actie culmineerde ln de aanbieding van een petitie door een deputatie met den dominee van de Afgescheiden Kerk, een zekeren Dr. Porter, aan het hoofd. Dr. Porter hield bij de aanbieding van het ver zoekschrift aan hetr gemeentebestuur een rede, waarin hij o a. opmerkte dat de men- schen tegenwoordig liever drie uur lang ln boeken van Edgar Wallace Jezen dan een half uur in den Bijbel. Wallace hield juist verblijf ln het naburige Blackpool. En toen verslaggevers op hem afkwamen om te hoo- ren wat hij te zeggen had op de uitspraak van den dominee in Fleetwood was zijn be scheid dat dominees, die het inzicht of het verstand misten om den Bijbel belangwek kend te maken voor hun gemeente, klaar blijkelijk voor hun taak niet berekend waren. Wallace verklaarde verder dat hij Dr. Porter graag eens zou ontmoeten en voegde er aan toe dat hij, indien de predikant er geen be zwaar tegen had, wel eens voor hem zou willen preeken. Toen men hem vroeg wat het onderwerp van zijn prediking zou zijn antwoordde Wal lace dat hij zou spreken over „the great taboo" (het vele dat verboden is of dat on heilig wordt verklaard). Hij zou die men- schen onder handen nemen die één dag van de week op godsdienstige gronden van alles en nog wat uit den booze verklaren maar die zes andere dagen van de week hun gewe ten gesloten houden. De dominee voornoemd haastte zich het voorstel of de uitdaging of hoe men het noe men wil aan te nemen, en noodigde den schrijver van de verhalen van misdaad uit, in zijn kerk in Fleetwood te komen prediken. De belangstelling in deze ongewone spreekbeurt is groot en men kan wel bij voorbaat vaststellen dat het gehoor onder Wallace aanzienlijk grooter zal zijn dan de vaste dominee ooit de vreugde heeft gehad te zien. In het vooruitzicht van den toeloop is een groot schoollokaal per draad en luidspre ker mbt de kerk verbonden. En nu wacht men in spanning, natuurlijk in spanning, want spanning en Wallace zijn twee onafscheide lijke begrippen, de preek van den schrijver af, de preek over „the great taboo". ZOO NATUURGETROUW MOGELIJK. René Clair's nieuwe film. Aan ons de vrij heid speelt o.a. in een straatje met fruit winkels, slagerijen enz. voor die gelegenheid getrouwelijk nagebootst ir\ de studios. Toen nu de opnemingen eens een ganschen mor gen in beslag genomen hadden en het tijd stip voor de middagboterham reeds verstre ken was stapten enkele acteurs een winkeltje binnen in de studiostraat en pakten daar eetwaren weg. Een regisseur protesteerde daartegen, doch een der filmspelers antwoordde: „Beste man! Alles moet toch zoo natuurgetrouw mogelijk gaan. Als steeds alle artikelen in den winkel blijven, zal men gaan denken dat de winkels niets te doen hebben!" OVER GEHEUGEN GESPROKEN. Het wonderlijkste geheugen ter wereld bezit ongetwijfeld dr. Vincenzo Mancin. oud-pro fessor in de genceskundce in Italië. Als hij ééns jets gelezen of gehoord heeft, dan onthoudt hij het. Onlangs zijn hem de ingewikkeldste vragen gesteld die hij onbe rispelijk beantwoordde. Men vroeg hem bij zonderheden over de bevolking van honder den groote en kleine Itallaansche plaatsen. Op geen enkele vraag is hij het antwoord schuldig gebleven. Hij kon de détails geven zonder een enkele fout van het Italiaansche spoorboekje, dat even ingewikkeld is als het onze! Hij kan den naam noemen van eiken muil ezel die bij de artillerie in Italië hoort, en gaf de namen van den dirigent en de regi- mentsmarschen van elk regiment uit het le ger. De zwaarste „toer" was wel tenslotte deze. Men gaf hem 150 boekdeelen, waarvan de bladzijden verscheurd waren en door elkaar gegooid. In korten tijd had hij alle stukken weer op dc juiste wijze aan elkaar gevoegd en dc bladzijden in hun eigen boek gelegd! VII. DE RAAMGRACHT EN DE MOLEN „DE HOOP". De vorige week gaven wij eenige teekenin- gen die betrekking hadden op de omgeving van de Gedempte Raamgracht, waar nu het Wilsonsplein gevonden wordt. Wij kunnen nog geen afscheid nemen van de Raamgracht en omgeving, omdat wij in den Stedelijken Atlas op het Gemeente-archief nog een mooie teekening vonden van de Raamgracht nabij de Wolstraat. Wat was ook hier de oude toestand veel schilderachtiger! Alles op het oude plaatje is even mooi het hooge brug getje, de huizen met trapgevels en de molen De Hoop op den achtergrond. Wat er voor in de plaats gekomen is, zal niet licht een schil der aantrekken om het op doek te brengen. Alles is er nu even stijf, nuchter, koud. Wat is het toch jammer wij constateerden dit trouwens ook reeds bij vorige vergelijkingen dat in den loop der eeuwen zooveel mooi stadsschoon verdwenen is, terwijl er niet ge zorgd is, dat er wat anders, maar toch ook wat goeds, voor in de plaats gekomen is. Het was natuurlijk in verband met de ver- keerseischen indertijd noodlg om de Raam gracht te dempen. Toen het zal nu mis schien 5 jaar geleden zijn nog zware hoo rnen op de Gedempte Raamgracht stonden, had dit stadsdeel nog iets intiems, de minder- fraaie huizen werden door het dichte lover dak aan het gezicht onttrokken. Nu de zware boomen door kleinere boomen vervangen zijn, komt alles weer in het volle gezicht. Geluk kig, dat de boomen elk jaar grooter wor den „De Hoop" was een oliemolen. Wij hebben in de archieven niet kunnen vinden wanneer deze molen gesloopt is. Allan zegt niets over den molen. Van Damme, die in 1909 een stu die uitgaf over de uithangborden en molens te Haarlem zegt alleen, dat er indertijd een oliemolen nabij de Voldersgracht heeft ge staan. Dit kan niet anders dan „De Hoop" zijn geweest, want die naam staat aangege ven op de teekening op het gemeente-archief. Toen de Bereiderstraat (thans Sophia- straat) aangelegd is, zal de molen wel ge sloopt zijn. dooi KAREL DE JONG. Voor het eerst heb ik voor a.s. Zondag van Daventry Hollandsche medewerking te mel den: Jo Vincent zal in het vocale kwartet eener Bach-cantate zingen (ditmaal zonder haar vaste Hollandsche partneif!) en daar na een liederrecital geven. We mogen de En- gelsche waardeering voor een van onze voor aanstaande vocale artisten met blijdschap begroeten en de hoop uitspreken, dat die waardeering zich in den vervolge ook nog tot anderen moge uitstrekken. Ons landje kan op vocaal gebied gerust in het krijt tre den! Curieus is het. dat de naam Vincent nog een keer in het Daventry-programma van Zondag voorkomt: des avonds wordt een kerkdienst te Manchester uitgezonden waar bij Mr. Vincent orgel zal spelen. Dit zal ech ter wel geen verwant van onze zangeres zijn. Merkwaardiger is het optreden van den be roemden componist Richard Strauss (ook al iemand wiens naam vaak ten onrechte verwantschap heeft doen veronderstellen) Zondagavond als dirigent van het B.B.C.-or kest. Hij dirigeert natuurlijk alleen eigen werken (waar zouden anders de tantièmes blijven?); men make zich echter van zijn di rectie geen te groote illusies. Ik heb Richard Strauss als dirigent meermalen bijgewoond, maar steeds bevonden dat hij het suggestieve van Mengelberg niet bezit, en dit zal zich in de radio ook wel openbaren. In het VARA-programma voor Maandag vinden we de Sonate op. 58 van Chopin, Na tuurlijk is, wat de pianoprogramma's van de week betreft aan werken van den Poolschen meester geen gebrek; Warschau belooft zelfs weer een geheel Chopin-programma. Maar meest zijn het kleinere werken en de boven genoemde senate komt dan ook niet zoo vaak er op voor. Nu is het onloochenbaar dat Cho pin in de kleinere vormen het grootst is; in deze kon hij zijn geniale individualiteit ten volle uiten. In de grootere vormen als sonate en concert voelde hij zich minder goed thuis, en men krijgt den indruk dat hij die vormen hier en daar met kunst- en vliegwerk heeft moeten vullen. Symphonischen opbouw in zijn concerten, logische ontwikkeling zijner themas mist men gewoonlijk, de perioden zijn vaak door weinigzeggende verbindings stukken aaneengeregen. In de Sonate op. 58 komt dat vooral in het eerste hoofddeel aan het licht. Het beginthema. hoe sprekend op zich zelf ook, speelt verder nauwelijks een rol. en komt zelfs in de reëxpositie heele- maal niet terug; ook het zeer melodieuze zangthema komt min of meer episodisch voor zonder in verband of conflict met andere elementen te worden gebracht; de zooge naamde ..doorwerking" geeft den indruk, met moeite uit allerlei figuren, waaronder enkele fragmenten van het beginthema. sa mengesteld te zijn. Het Scherzo toont Cho pin natuurlijk meer in zijn kracht: het Largo is als een Nocturne, en.alleen wat lang uitgesponnen en in 't Rondó-achtige finale heeft de componist op eigenaardige wijze een werkzame climax bereikt, nl. door de bege leidingsfiguur van het hoofdthema eerst in triolen, de tweede maal in kwartolen en ten slotte in scxtolen te doen optreden. Van de drie Sonates die Chopin voor piano schreef (hij componeerde nog één sonate: voor piano en cello) wordt de eerste, op. 4 haast nooit gespeeld; deze is dan ook de minst be'teeke- nende der drie. De tweede, op. 35. is de So nate met den beroemden Treurmarsch; zij staat naar mijn smaak van de drie het hoogst, misschien juist, wijl de componist zich in dit werk het minst aan formeele overweging heeft laten gelegen liggen. Daar door kon hij aan elk der hoofddoelen eigen karakter geven, dat door geen bij-invloeden gestoord werd. De geheel vormlooze finale dezer Sonate is zelfs een unicum in de ge- heele pianolitteratuur. De herleving der belangstelling voor Men delssohn's werken uit zich nu ook in het pro gramma der N.C.R.V. voor Maandagavond- hot r%kest zal dan de Italiaansche sympho nic spelen. Mag men Mendelssohn wel eens een te groote formeele gemakkelijkheid, die tot Dezeljde plek in den tegenwoordig en tijd. veelschrijverij en oppervlakkigheid leidde, verwijten, de frissche geest en zonnige blij heid, die men, naast andere kwaliteiten en stemmingen in zijn Italiaansche Symphonic vindt maken het aanhooren altijd tot een ge noegen en tot een werkzame verstrooiing van malaise-ged achten. Of de moderne muzieken, die worden aan gekondigd, daartoe ook zoo geschikt zijn, is nog de vraag. De neutrale titels, waaronder zij zich aandienen, zouden misschien volbloed verstrooiïngskunst doen veronderstellen; het anti-romantisch karakter komt in die titels wel duidelijk uit en zelfs ten opzichte van den vorm geven ze niet het minste houvast. Men zie slechts: Hamburg, Maandagavond: „Muziek voor orkest" van Rudi Stephan: Frankfurt, Dinsdagavond: .Muziek voor viool en orkest" en Muziek voor orkest" van den zelfde (naam hier met f gespeld); Weenen. Dinsdagavond: „Concertmuziek van Paul Hindemuth. Onwillekeurig denk ik weer aan de befaamde definitie van J. C. Lobe: „De muziek is de kunst om het oor te streelen, het hart te roeren en het verstand aan genaam bezig te houden. Deze definitie is door de romantici terecht vaak aange vochten; aan de anti-romantici mag dus de taak voorbehouden zijn om haar in eere te herstellen! Men beluisteren dus deze „muzie ken" en ik hoop dat daardoor vele ooren ge streeld, vele harten geroerd, vele verstanden aangenaam beziggehouden zullen worden! Op het gebied van moderne muziek wil ik ook op het Strawinsky-concert van Vrijdag avond te Berlijn wijzen. Een splinternieuw vioolconcert wordt daar uitgevoerd. De erva ringen van Concert voor klavier met blaas instrumenten en van zijn Capriccio voor kla vier en orkest geven nu juist geen hoopvolle verwachtingen: de frissche oorspronkelijk heid van den componist van de „Petrouchka"- muziek scheen plaats gemaakt te hebben voor een door quasi-klassisisme, Bach, Handel en Mendelssohn werden de formeele model len. Hoe 't met zijn nieuw vioolconcert ge steld zal zijn, laat zich bij een veranderlijke geest als die van Strawinsky niet voorspel len: met belangstelling zullen wij het af wachten. Dat de realistische, van geest tin telende „Petrouchka" muziek daarna ge speeld wordt is te meer te waardeeren, wijl daardoor vergelijkende beoordeeling mogelijk wordt. Merkwaardig in meer dan één opzicht is ook het Vrijdagavond-concert te Warschau. De „Symphonie classique" van Prokofieff doet ook als klassistische tendenzen veron derstellen; Robert Cacadesus zal ons met Mozart's concert in c kl. t. werkelijke klassie ke kunst doen hooren: „Also sprach Zara- thustra" van Rich Strauss en de „Variations symphoniques" van César Franck comple- teeren het „inhaltschwere" programma. Tot slot wil ik nog de aandacht vestigen op de vioolduetten, die Doriderdagnam. door de N.C.R.V. worden uitgezonden; deze vorm van ensemblemuziek wordt niet zooveel beoefend als' zij, vooral in den huiselijken kring, ver diende. Plegel, Viotti, Hauptmann, Sjohr e.a. hebben goede werken op dit gebied geschre- diende. Plegel. Viotti, Hauptman, Spohr e.a. zeer mooie en volklinkende. DE DROOGLEGGING IN AMERIKA. ONTDUIKING DOOR „WIJNSTEENEN". Het nieuwste Amerikaansche antwoord op de drooglegging is de zoogenaamde wijn steen. Het zijn samengeperste druiven, die zóó geprepareerd zijn. dat ze binnen zes weken in goede wijn kunnen worden her schapen. Het grappige van 't geval is, dat het ver- koopen van die „steenon" uitgaat van de Ca- lifornische Druivenkweekersbond. die van de regeering een subsidie van 24 mlllioen gulden gekregen heeft voor dit product. Er hebben reeds verscheidene rechtsgedin gen plaats gehad om de wettigheid van den verkoop der steenen na te gaan. Maar de ver- koopers beweren steeds hun klanten ervoor gewaarschuwd te hebben, dat de steenen bin nen 5 dagen moeten worden geconsumeerd, daar ze anders gaan gisten en ,wijn worden. Een aardige gebruiksaanwijzing onder het mom van waarschuwing! Maar ook van een andere zijde wordt de Amerikaansche drooglegging aangevallen. Vooraanstaande handelsmenschen bepleiten een verzachting der wet. zoodat lichte wijnen en bier toegestaan zijn. Dit noemt men een „dringende noodzakelijkheid" en men zegt, dat het fabrlceeren van deze dranken aan tallooze werkloozen arbeid zal brengen. De Amerikaansche Arbeiderspartij steunt dit streven. Maar ook de liefhebbers van de drank zelf doen aan die actie mee. Want toen president Hoover onlangs op een openbare bijeenkomst verscheen, werden de kreten ge hoord: „Wij willen bier!" MET GOUD BESLAGEN RIJ PAARDEN. Oostersche vorsten en ook Europeesche verkwisters hebben hun paarden wel eens voorzien van gouden hoefijzers. De wereldge schiedenis kent echter ook een geval, waarin een geheel eskadron paarden met goud be slagen was. Dit geschiedde in 1533 in Peru Hernando Pizarro kampeerde bij de beroemde tempel stad Patschakamah. toen hij bericht ontving, dat de indiaansche hoofdman Tschalkutschl- ma met 30.000 man een opstand voorbereid de. Onmiddellijk brak Hernando op, *om de opstandelingen vóór te zijn, en trok naar Chaucha. Het was een moeilijke tocht door de bergen. Alle paarden verloren hun ijzers op de met steenen bezaaide paden en kregen wonden aan de hoeven zoodat de ruiters ge noodzaakt waren af te stijgen. Hoefijzers bezat men niet meer. En toch moesten de paarden beslagen worden. Door Peruaansche smeden werd toen hoefbeslag uit goud en zilver gemaakt en hiermede wa3 het mogelijk de besneeuwde passen te over schrijden. De geschiedschrijvers uit Peru verhalen, dat deze ijzers het veel langer volhielden dan de gewoonlijk gebruikte. Ze waren duur, maar Hernando kreeg in ruil hiervoor van den later verslagen Tschalkutschima groote schatten aan goud en zilver terug. WERKEN ONDER MUZIKALE BEGELEIDING. Een aardig voorbeeld, hoe men arbeid op prettige en doeltreffende wijze kan verrich ten, leverde een Engelsch fabrikant in bor duurwerken dezer dagen. Hij merkte, dat op de jonge meisjes, die de draden in de naalden der ouderen moeten, steken, financieele prikkels als premies, geen invloed hebben. Integendeel, de productie daalde van 96 dozijn per dag tot 75 dozijn bij een aansporing in die richting. Toen men de meisjes aanbood, hen na hon derd dozijn naar huis te laten gaan, waren zij om half drie al klaar. En toen aan record- breken dergelijke voorf.eelen werden verbon den voerden ze het aantal dozijnen tot 300 stuks per dag op. Verhoogde productie werd in andere geval len verkregen door het invoeren van rust tijden of met behulp van muziek. Deze laat ste prikkel, die pas geleden her-ontdekt is, is oorspronkelijk 160 jaar terug voor het eerst toegepast, toen aan een kade in Londen werd gewerkt. Hiervoor gebruikte men Schotsche arbeiders en een zestal doedelzakspelers, die het werk met hun spel begeleidden. ONBREEKBAAR GLAS. Ongevepr 25 jaar geleden was een Fransch scheikundige, Edouard Benedictus, bezig met proeven in zijn laboratorium, schrijft Tit- Bits, toen hij van een plank een flesch stoot te. Met een smak viel de flesch van een hoog te van twee meter op den grond. Benedictus verwachtte gruizelementen, en men kan zich voorstellen, hoe verbaasd hij was te zien, dat de flesch, hoewel het glas overal gebarsten was, niet was gebroken. Hij raapte de flesch op, zette haar weer weg en dacht verder niet over het geval. Tot hem een poos later de zaak weer te binnen schoot. Het was wel zéér wonderlijk. Hij nam de flesch in handen en onderzocht haar. Hij merkte op. dat de inhoud bestaan had uit een oplossing van vloeibaar celluloid. Deze was verdampt en had de binnenkant der flesch bedekt met een doorzichtig ce- ment-achtige laag. Hij begreep onmlddelijk, dat het toeval hem het onbreekbare glas geleverd had, maar In die tijden bestond daar nog niet zoo'n groote behoefte aan als nu. Toch werd er patent op genomen in 1910 en eenige Jaren later is het belang ervan ook ingezien, vooral met de groote vlucht, die het auto-wezen nam. De Triplex maatschappij werd opgericht en haar productie is gegroeid van 5000 vierkante meter in 1914 tot 700.000 in het afgeloopen Jaar,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 18