DE GEWIJZIGDE V1SSCHERIJWET. LETTEREN EN KUNST u A HAARLEM'S DACBLAD VRIJDAG 27 NOVEMBER 1931 (Zie ook elders in dit nummer.) MUZIEK. Feesfconcert der R. K. Harmonie „Euphonia". Ben tienjarig bestaan geeft gewis aanleï- üing'tot herdenking en. wanneer mede een ïoo°eervolle lijst van bekroningen als die in de feestgids van „Euphonia" vermeld zijn, herdacht kan worden, tot dankbaarheid en vreugde tevens. Deze gevoelens zijn dan ook, behalve in den feestgids zelf, op den avond van het feestconcert nog eens vertolkt door de voorzitters van de huldigingscommissie en van de jubileerende vereeniging. en door den eere-voorzitter van „Euphonia". Dat laatstgenoemde in zijn kwaliteit van voorzit ter van het Comité ter bestrijding der werk loosheid de gelegenheid te baat nam om de vele aanwezigen op te wekken tot hulp bij dc leniging der nooden mocht een sympathieke daad genoemd worden. In de tien jaren van haar bestaan is „Eu phonia"' flink gegroeid: bij haar geboorte honden van de 26 werkende leden slechts 5 een instrument bespelen, zoodat de directeur j w. Lefeber nagenoeg alles van den begin ne af vormen en ontwikkelen moest. We heb ben Donderdagavond de resultaten van zijn arbeid kunnen hooren. Voorwaar: er is door directeur en leden flink gewerkt: er wordt met lust en toewijding gemusiceerd en num mers als Mendelssohn's Hochzeitmarsch en popy's Balletsuite bewijzen dat ook tamelijk moeilijke werken met succes geëntameerd hunnen worden. Toch was bij de vertolking nog niet alles in den haak: vooral de onder linge zuiverheid moet nog heel wat beter wor den. wil ..Euphonia" haar naam eer aandoen, en de gelijkheid van het ensemble kan nog beter worden. Te roemen was de beschaafde hlank der meeste instrumenten, die in de zaal geen oogenblik hinderlijk hard werd; slechts de clarinetten mogen hun^toonpro- duc.tie nog zorgvuldiger cultiveeren. Het mannenkoor „St. Caecilia" werkte dezen avond mede; zong 2 koornummers op verdienstelijke wijze onder haar eigen diri gent en schaarde zich verder onder de leiding van „Euphonia's" directeur. Twee werken van zeer verschillenden aard hoorde ik door deze combinatie vertolken, werken die een aardige afwisseling brachten, maar waarvan het mu zikale gehalte mijn verwachtingen eenigs- zins teleurstelde. De laatste beide program- manummprs kon ik door het gevorderde uur niet meer hooren. Solisten waren de zangeres Jeanne Bacilek 'en de fluitist Joh. Feldkamp. Vermoedelijk geïnspireerd door het voorbeeld van een der grootste zangkunstenaressen van alle tijden, Jenny Lind (1320—1886), die men „de Zweed- sche nachtegaal" noemde, noemt Jeanne Ba cilek zich „de Boheemsche nachtegaal". On danks dit, gelooven we niet, dat zij evenals haar illustere Zwecdsche voorgangster, de wereld stormerderhand zal veroveren: haar stem is daartoe te klein; maar zij klinkt heel liefelijk en zij beschikt over een aardige colo ratuur. Met veel genoegen heb ik haar Tsche- cbische- en Zigeuner-Volksliederen gehoord, die zij in Boheemsch nationaal costuum zeer karakteristiek voordroeg, zich zelve aan den vleugel begeleidend en daarbij eenmaal ook het cymbaal geslaagd imiteeren. Deze voor drachten oogstten terecht een stormachtig succes en gaven tot een toegift aanleiding. In de „Cantate" van Scarlatti en ..Der Hirt auf dem Felsen" van Schubert bleef haar stem volume soms een beetje te klein voor de ruim te onzer groote zaal. De obligaatfluitpartij werd niet steeds voldoende vervuild: het in strument sloeg nog al eens over. Olivier Koop begeleidde deze nummers aan den vleugel, die door het onoordeelkundig strijken een zijner pooten brak. (De lezer begrijpt dat ik hier den vleugel bedoel). Een schat van bloemstukken sierde het po dium; bloemen werden ook aan de zangeres en aan Mevr. Lefeber aangeboden. K. DE JONG. MUZIEK. R. K. Mandolineclub „Santa Lucia" gecombineerd concert. Torn het laatstieTijfc bekend werd. dat wij in de toekomst Sancta Lucia niet meer op het podium zouden zien in de oude bezetting, hebben wij dit met leedwezen vernomen. Men herinnert zich gaarne de reeks zeer mooi geslaagde concerten, waarop een keur van solisten haar medewerking verleende. En im mer trof het fijne, verfijnde spel van dit korps, dat, het kon niet anders, onder den heer Hakkenberg van Gaasbeek, met blijk bare toewijding studeerde. Thans had men genoegen te nemen met een gezelschap, ge reduceerd tot op de helft. De gedachte lag dus vanzelf voor samenwerking -te zoeken met een drietal andere clubs en zoo te komen tot een flink ensemble, dat geen zwarigheden zou hebben met de uitvoering van goed deels groote werken. Zoo zagen wij dan naast Santa Lucia", nog Apollo". .Avanti Coraggio" en .Animato" en constateerden wij een in elk op zicht volledige bezetting. Men kon dan zonder bezwaar stukken uitvoeren .als van Marciocchl („een avond in Madrid") en meerdere orkest- fantasieën, valscn. marschen naast, wat klein goed van minder bekende grootheden. Het samenspel konden wij, 't spreekt van zelf. niet zóó welverzorgd verwachten als voorheen bij 't oude gezelschap. Maar het overtrof toch een heel eind onze verwach ting. Er was een prijzenswaardige eenheid, zelfs in nuanceering, en een enkele maal gen van chants angévins. in deze muziek het Santa Lucia zooals dit zoo menigmaal verraste. „Of er kans was. dat het nog weer werd zooals vroeger?" De mogelijkheid is niet uitgesloten. Doch dan moet er medewerking zijn van allen. Veelal laat men enkelen, die organisatorisch aangelegd zijn, het werk doen en geniet men gaarne van de voor deel die het vereenigingsleven biedt. Totdat ten beste die enkelen den boel prijsgeven en de ontbinding intreedt. Dan is veelal de club verloren. Komt nog eenmaal de medewerking van allen, dan is het nog te redden. Voor „Santa Lucia" en voor allen die het wei meenen met het korps, mag men dit gaarne wenschen. Ook ditmaal had men een gelukkige keus gedaan in 't zoeken naar medewerkenden op den concertavond. De hoboïst Leo van der Lek heeft met bijzonder fraaien toon. prach tige fraseering cn veel stijlgevoel, gespeeld een sonate van Handel 'c-mineur». Evenals in de Variazionen van J. We^mann assisteer de hem aan den vleugel de heer Jan Nibbe- ring, die de veeleischende partij van dit laat ste werk knap uitvoerde. Het is hoogst, inte ressante muziek, deze Variazionen. naar harmoniek en naar motievenbouw grooielijks ingesteld op César Franck, van wicn zelfs rechtstrecksche herinneringen, o.a. bewerkin gen van chonts angévins, in deze anuziek overgingen, waar zij evenwel een zeer logisch en bevredigend geheel hielpen vormen. De solist verrukte door in elk opzicht beheerscht spel, zooals men dat van een élève van Jaap Stotijn niet anders verwacht. Ook naar ons Haarlemsch solo-mannen- kwartet „Euphonia" hebben wij met meer dan gewone belangstelling geluisterd. Wij mochten ons immers afvragen, nu de tenor zanger Donkel was heengegaan wijl hij „Euphonia" niet weer kon dienen zooals hij zelf dit wenschte, hoe in de nieuwe bezetting het ensemble zou uitvallen. Gerust .mogen we met den nieuwen tenor G, Neumann het kwartet hartelijk gelukwensten. In vele op zichten evenaart hij in zijn zang den heer Donkel, die zooals bekend is, een zeer bij zonder falsetzanger is. Neumann heeft daar bij nog het voordeel, dat zijn borststem bij zonder krachtig en zeer mooi geëgaliseerd is. Daarbij doet hij in muzikaliteit niet voor de andere heeren onder. Tot het allerbeste wat zij zongen, rekenen we het mooie lied van Boedijn op tekst van Adama van Scheïtema („Bede", wel te onderscheiden, van die van denzelfden dichter, getoonzet door Roeske). In de andere stukken was er bij den nieuwen tenor nog weifeling, of hij falset dan wel borststem zou aanwenden en bood hij zijn vrienden dus nog niet de volle gelegenheid zich aan te passen. Maar. nog eens, Euphonia is in deze mutatie bijzonder geslaagd. Wij blijven den verderen groei van het mooie kwartet met belangstelling volgen. Na de pauze konden wij het niet meer hooren. daar de beschikbare tijd moest ver deeld worden over twee con'certen. G. J. KALT. Arbeiders Mandolineclub „Apollo". JUBILEUM-CONCERT. Op dezelfde plaats, waar vijf jaar geleden Apollo's tweede lustrum werd gevierd -met een mooi concert, was men nu bijeen om het vijftienjarig bestaan te herdenken. De feest commissie, onder voorzitterschap van den volijverigen Th. Dammiaans, heeft voor dit gedenkwaardig gebeuren tijd nog moeiten gespaard en slaagde er wonderwel in, een concert te organiseeren dat aan de Apollia- nen en allen die het wel met hen meenen nog lang zal heugen. Naast Apollo en Jong- Apollo had de feestcommissie beslag weten te leggen op Tilly Sylon's dansensemble, op den declamator Willem van Capellen, Me vrouw M. van Dam-Hilderink, den tenor Piet Zwager, het zangkoor „De Stem des Volks" Haarlem, de Arb. Zangvereen. „Kunst en Strijd" Aalsmeer en de Arb. Mandoline club „„Palvu" Amsterdam. Een schare me dewerkers dus van je welste, doch waarvan niemand kon gemist worden. Ik wilde zooals te begrijpen is graag we ten, hoe al die hulptroepen moesten gebor gen worden op het podium van den Schouw burg Jansweg. en dus zocht ik in de zaal naar Mevr. KleefVermeer, de altijd ge dienstige, gulle helpster. Eilieve, ik was ver geten, dat zij haar Apollo had moeten vaar wel zeggen door haar vertrek naar Indië. Dan maar penningmeester Dekker, Jan Dek ker, aangeklampt. Die glunderde maar, en zei „dat moet je straks maar eens zien". En daar zaten dan, bij apotheose aan 't slot van den avond, al de medewerkende gezelschap pen, nog versterkt door een groep blaasin strumenten en slagwerk, als gold het de uit voering van een groot oratorium. Vooraf had het mannenkoor van „De Stem" geas sisteerd bij dezelfde orkestbezetting en hel pen uitvoeren het frissche werk van Mar- ciocchi „La festa del grano'", hetzelfde werk dat dezen zomer ook werd gespeeld tijdens een uitvoering in Den Hout. Het mannen koor evenwel moest toen afzien van mede werking, daar de studietijd t-e kort was. De zen avond evenwel kwam het weibeslagen ten ijs, n.l. in het derde deel dezer orkest suite „Le chant du blé". Joh. B. Kok had orkest en koor ter dege in zijn macht en dit beloofde dus alles goeds voor de uit voering die nog zou volgen, een compositie van Joh. B. Kok „Het daagt". Piet Zwager had hiervoor den tekst geschreven, die het aanzijn gaf aan een toonzetting in drie dee- len. Deel 1 werd een tenorsolo, deel 2 een dito voor sopraan, en in 't slotdeel zongen gemengd koor en solisten te zamen. Kok heeft natuurlijk gezorgd voor een pompeus slotdeel, maar hiermee is niet gezegd dat hier 't hoogtepunt der compositie ligt. Veeleer ligt dit in het eerste deel, waar in mooie har- moniekleuren een goed geslaagde contra- puntische arbeid tot stand kwam. Het drie tonig motief der klokken t terts, kwint en sept) hielp later heel gelukkig het modern getinte slot. natuurlijk met .sext., bewerkstel ligen. Aan dit eerste deel, ik meen dit stel lig te weten, heeft de componist met liefde gearbeid en wij hebben er met meer dan ge wone belangstelling naar geluisterd. Piet Zwagers warmgevoelde zingen droeg ook zeer bij tot het welslagen en mevrouw van Dam- Hilderink stelde evenmin teleur. Het was en bleef met recht een feest concert, maar dat vóór alles de toon voor naam bleef, was ook voor een niet gering deel te danken aan het balletensemble van Tilly Sylon, waarvan wij Chopins Valse bril- lante zeer geslaagd vonden en Flor Feeters' „Vlaamsche kermis" keurig getypeerd. Bij Chopin heeft ons getroffen de mooi gevon den terugkeer, na 't middendeel, van de wals en de nog frisschere weergave der reprise. Door een ander concert, in deze stad moes ten we vóór de pauze Brahms, Chopin en Scharwenka missen, evenals de uitvoering door „Jong Apo'lo" en de declamatie van Willem van Capellen. Deze stelde ons daar voor schadeloos door verzen van Adama van Scheïtema, die wij echter niet tot zijn beste kunnen rekenen, daar hij het leed der lij dende menschheid wel in raker woorden heeft uitgezegd. Met een Falkland)e („een droom") oogstte de populaire declamator een fabelachtig succes. Al was het dezen avond laat geworden, zoo viel het aan hen, die 't podium tot den nok vulden, niet licht, uiteen te gaan. Het kon dan niet anders of dirigent Kok ontving, hed om den hals geworpen, den krans die hem voor zijn onvermoeid werken gaarne was toegedacht. Piet Zwager werd vereerd met een stu dielamp in den vorm van een fraaien zil veren beker. Mevrouw van Dam—Hilderink kreeg een keur van bloemen. Zoo werd dit feestconcert met zijn stijgende lijn een sym bool van het werken en streven van Apollo, dat vooral onder Joh. B. Kok immer excel sior ging. Onze hartelijke heilwensch voor dit altijd jonge, frissche gezelschap. G. J. KALT. PROF. EINSTEIN IN DE TWEEDE KAMER. Prof. Einstein, vergezeld van den Leid- schen hoogleer aar prof. Ehrenfest, heeft een gedeelte van de vergadering der Tweede Ka mer op de publieke tribune bijgewoond. INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Re dactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet teruggegeven. LIEFDADIGHEID. OFFERVAARIGHEID GEWENSCHT. NIET GEVEN ZONDER INLICHTINGEN VAN DEN ARMENRAAD. „Nu het wintersceizoen wedei-om is aange vangen, vestigen wij er de aandacht op. dat. gezien de groote werkloosheid en in verband hiermede ae bittere nood en armoede in tal rijke gezinnen, het zeer gewenscht is ae be staande instellingen van Weldadigheid krach tig te steunen. Het zou zeer te betreuren zijn wanneer particulieren bij wijze van bezuiniging hun steun aan dc instellingen van weldadigheid zouden onttrekken of verminderen, nu juist deze instellingen aan veelvuldige en vaak dringende aanvragen zullen moeten voldoen. Wij willen integendeel wijzen op de groote noodzakelijkheid, dat door het publiek in dezen crisistijd financieele offers voor liefda dige doeleinden worden gebracht, opdat de kerkelijke en particuliere vereenigingen haar zegenrijken arbeid met onverminderde kracht kunnen voortzetten. Ook wenschen wij nog eens te waarschuwen voor de schadelijke gevolgen van het geven aan hulpzoekenden zonder vooraf ingesteld onderzoek en voor het geven van gelden aan collectanten voor liefdadige instellingen, die men niet kent. Omtrent hulpzoekende personen of instel lingen van weldadigheid kan steeds worden geïnformeerd aan het Bureau van den Ar menraad, Jansweg 39, Telefoon no. 12700. HET BESTUUR VAN DEN ARMENRAAD. De verschillende vischakten. De visscherij wordt in ons land veelvuldig uitgeoefend. De hengelsport is een bij uit stek Nederlandsche sport. Er zijn twee groote groepen die bij de visscherij belang hebben n.l. de berocpsvisschers, de mcnschen dus die van het visschen hun beroep maken en cc gelegenheids- of sportvisschers, dat zijn zij die het visschen als sport uitoefenen. De Regeering heeft getracht de belangen van beroeps- en sportvisschers zooveel mogelijk met elkaar te verzoenen. Ondanks tallooze bemoeiingen is dit haar echter niet geheel en al mogen gelukken. De nieuwe visscherljwet heeft de bedoe ling mede te werken aan de verbetering van den vischstand. Wij willen de nieuwe wet, z coals zij door de beide Kamers der Staten Generaal is aangenomen eh waarin uit den aard der zaak velen belang zullen stellen, van naderbij bezien. De liefhebbers van de hengelsport kunnen we gerust stalen, wat betreft hot visschen met één hengel. Hiervoor zal ook in de toe komt geen akte vereischt zijn. Onder „hengel" verstaat de nieuwe wet niet mede sleephengel, hengel geaasd met Yisch of peur. Onder „hengel geaasd met vlsch" wordt niet begrepen een hengel geaasd met steur- krab of garnaal. Deze hengel toch is een baarshengel, die volkomen op één lijn is te stellen met andere hengels, waarmede op baars gehengeld wordt en die om die reden niet behoort te vallen onder het begrip „hengel geaasd met visch". Het visschen met twee peuren, dat ge woonlijk door arme lieden geschiedt om daarmede iets te verdienen zal volgens de nieuwe wet toegelaten zijn mits men voor zien is van een groote vischakte. Met „hengel geaasd met visch" wordt be doeld een snockhengel en daarvoor is noo- dig een akte en een schriftelijke vergunning van den rechthebbende op het vischrecht. Duidelijk is wel aar. het licht getreden, dat er een groot verschil bestaat ten aanzien van den omvang en den aard van de schade, welke het visscherij bedrijf ondervindt van het vrije visschen met den snoekhengel en dat met den gewonen hengel. Bij het visschen met den snoekhengel wordt het belang van den bcroepsvisscher in veel sterkere mate rechtstreeks geschaad door het wegvangen van een der belang rijkste visschen voor het bedrijf ln zoodanig aantal, dat daardoor de vangsten en dus de inkomsten van het bedrijf worden beperkt: bij het visschen met den gewonen hengel daarentegen treedt de rechtstreeksche schade meer op den achtergrond en is meer van een indirecte schade sprake, voor zoo veel de hengelvrijheid aan de verbetering van den vischstand cn de ontwikkeling van een rationeel visscherij bedrijf in den weg kan staan. Om het visschen met één hengel, van wel ken aard ook. in alle wateren aan een akte en een schriftelijke vergunning te binden, daarvoor bestaat volgens de regeering geen voldoende reden. Een zoodanige regeling toch, die iedere gelegenheid tot het visschen met den gewonen hengel in alle gevallen cn in alle wateren afhankelijk zou stellen van een schriftelijke vergunning van den recht hebbende op het vischrecht cn daardoor het hengelen op tal van plaatsen geheel onmo gelijk zou maken zou, naar de Regeering meent, niet te rechtvaardigen zijn cn veel te ruw ingrijpen in onze volksgewoonten. De opheffing van de vrijheid tot het vis schen met- den snoekhengel in de Rijkswa teren acht de Regeering alleszins gewenscht en ook volkomen gewettigd. Te dien aan zien heeft zij dan ook gemeend de ontvangen adviezen te moeten volgen door voor te stel len het visschen met den hengel geaasd met visch aan het bezit van een akte cn een schriftelijk vergunning te binden. De navolgende akten zullen worden uit gereikt: a. Groote vischakten A tot het visschen in de binnenwateren en de rivieren met alle ge oorloofde vischtuigen, tegen betaling van f7.50 (vroeger f2,50: b. groote vischakten B tot liet visschen uitsluitend in de rivieren met alle geoor loofde vischtuigen, tegen betaling van f2,50; met één peur, hetzij met één hengel geaasd c. kleine vischakten tot het visschen. hetzij met vlsch of met één sleephengel, tegen be taling van fl d. hengelaktcn tot het visschen met meer dan één hengel, tegen betaling van 10,50. De akten blijven geldig voor één jaar. aan vangende l Juli en eindigende 30 Juni daar opvolgende. Bij algemeene maatregel van bestuur zal nog nader worden bepaald, welke wateren als binnenwateren cn als rivieren zijn tc be schouwen. Volgens de bestaande wet worden de akten op schriftelijke aanvrage uitgereikt door den Commissaris der Koningin in de provincie, waarin de aanvrager woont of, zoo hij zijn woonplaats niet in het Rijk heeft, verblijft. Voor het aanvragen en uitreiken wordt de volgende weg gevolgd. Wie een akte verlangt, richt een schrifte lijke aanvrage, waarvoor een formulier is te verkrijgen op dc gemeentesecretarie, tot den Commissaris der Koningin. Deze aan vrage wordt, ingediend bij den Burgemeester der woonplaats van den aanvrager. De Bur gemeester zendt de aanvrage, vergezeld van zijn advies, aan den Commissaris der Ko ningin. De akten worden door dezen ter uitrei king toegezonden aan den ontvanger der registratie en domeinen, onder wiens kan toor de woonplaats van den aanvrager res sorteert. Na ontvangst zendt de ontvanger een kennisgeving aan den aanvrager, waarna deze de akte tegen betaling kan afhalen. Deze wijze van uitreiking geeft aanleiding tot veel administratieven omslag, terwijl op de provinciale griffies de behandeling der aanvragen en de vernieuwing der akten veel arbeid eischt. In de njeuwe wet is nu bepaald, dat dc akten voor de visscherij. zooals ook met de Jachtakten geschiedt, zullen worden uitge reikt door het hoofd der plaatselijke politie. In de meeste gemeenten zal het dan de bur gemeester zijn, die dc akten uitreikt. Ten slotte vermelden we nog, dat geen vischakte noodig is voor hem. die bij ziekte van den houder van een groote vischakte de zen vervangt, mits uit een afschriftelijk be wijs blijke, cat van de vervanging vooraf kennis is gegeven aan het hoofd van de plaatselijke politie der woonplaats van den houder, en de vervanger dc akte van den houder bij zich heeft. Evenmin is een akte noodig voor hen, die in dienst van den houder van een groote vischakte dezen of een ander, eveneens ln dienst van den houder zijnd persoon be hulpzaam zijn in het hanteeren van een vischtulg. dat door één persoon niet kan worden bediend, mits de akte van den hou der aanwezig is ter plaatse, waar gcvischt wordt. Amersfoort. OVER. ST.-NICOLAAS EN DE ZONDAGSRUST. De minister van Armbeid, Handel en Nij verheid, heeft toegestaan, dat door mannon of vrouwen op Zondag 6 December arbeid wordt verricht, bestaande in het vervoeren van banketbakkerswaren. SPOOR GEVONDEN IN DF. MOORDZAAK ZUIDBROFK? In de zaak van den moord te Zuidbrock. waarbij een oude vrouw en haar zoon. die eenzaam op een boerderij woonden, dood ge vonden werden, schijnt een spoor gevonden te zijn, dat leidt naar iemand, die uit ande ren hoofde in de gevangenis te Groningen zit. Er zouden aan de justitie belangrijke me- dedeelingen gedaan zijn. UIT DE STAATSCOURANT. BURGEMEESTERS. Benoemd is tot burgemeester van Lemster ltnd J. II. Slump. RI.TKSCOMM TOT WERKVERRUIMING. Benoemd is tot voorzitter der Rijkscom missie van Advies voor Werkverruiming mr, J. A. de Wilde, lid der Tweede Kamer. MIDDELBAAR ONDERWIJS. Met ingang van 1 Februari is benoemd tot leeraar aan de R. H. B. S. te Sneek. F. Janso- nius. thans leeraar aan het openbaar gym nasium te Apeldoorn. AUDIcNTIES. Maandag geen audiëntie door den minister van Financiën. STEUN AAN DE KASSEN DER GEMEENTEN. ONGEOORLOOFDE DWANG VAN HET RIJK? Stempelwee. Onder de vijf millioen werk loozen. die Duitschlai.d op het oogctiblii: teil, bekooren ook tallooze jeugdige personen. Hierboven een aantal jonge arbeiders in een Berlijnsch stempellokaal. Verschonen is liet voorloopig verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot het verleencn van steun uit 's Rijks kas in dc financiering der kasbehoeften van de ge meenten. De indiening van het ontwerp werd vrij algemeen toegejuicht. Toch zagen veie leden in het ontwerp een gebruik maken van ce financieele moeilijkheden, waarin de gemeen ten verkeeren om ze in verschillend opzicht aan banden te leggen. Zij weten de moeilijkheden niet aan min der goed beheer, maar aan de houding van de Nederlandsche Bank, die weigert ge meentelijk papier in disconto te nemen. Ge vraagd werd of het gerucht waarheid bevat, dat die bank aan verschillende bank-instel- lingen geadvniseerd hoeft geen crediet meer aan gemeente te verstrekken. Vele gemeen ten. die stee;is sober hebben geleefd en nim mer moeilijkheden onderbonden, werden daarvan de dupe. Andere leden waren niet afkeorig van een regceringsingrijpen, zij vonden, dat de pro vinciale besturen de groote gemeenten veel al niet. hard genoeg aanpakken. Zij vroegen een duidelijke uitspraak, of de regcering van Dlan is. in te grijpen in het gemeentelijk be leid. Verscheidene leden spraken don wensch uit, dat <ic Kamer op de hoogte zal worden gehouden van de te verleenen steun en de daaraan verbonden voorwaarden. Sommige leden bepleitten de mogelijkheid van beroep bij den Kroon voor gemeenten, Enkele leden wensch ten een centraal coile- wier aanvrage om kasgeld is afgewezen, ge van advies. IIET N.V.V. EN DE NIJVERHEIDS AVOND SCHOLEN. Het bestuur van het Ncderlandsch Verbond van Vakvereehiglngcn heeft een brief aan den minister van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen gericht, waarin het zegt met groote venvondering te hebben kennis ge nomen van het terugbrengen vaQ don cursus duur van Nijverheidsavondscholen met een langoren cursusduur dan zes maanden of een grooter aantal wckelijkschc lesuren dan 10 tot 26 weken en een aantal lesuren van 10, welke veranderingen moeten worden inge voerd op 1 Januari 1932. Na dc algemeene opmerking gemaakt te hebben, dat de Nijvorheldsavondseholen die nen te worden vervangen door dagscholen, zegt het bestuur, dat de maatregel bctce- kent het onthouden van een aantal lesuren aan de leerlingen, dlo bij het aanmelden van den cursus zijn toegezegd, waarvoor door hen betaald is. cn die ze noodig hebben. De brief van den minister komt in feite tegenover dc leeraren neer op contractbreuk. Het hoeft het bestuur zeer getroffen, dat geen overleg is gepleegd met de vakcentralen der arbeiders. Het bestuur verzoekt derhalve de maatrege len niet tot uitvoering te brengen en den brief aan de Nijverheidsavondscholen in to trekken. VIJF JAVANEN OFFEREN ZICH ZELF. „AAN DEN GEEST VAN DEN MER API". Vijf in geestvervoering verkccrcnde Java nen begaven zich. naar Aneta meldt, naar den vulkaan Merapi teneinde offers te bren gen aan On Geest van den Merapi. Aange zien dit vijftal thans een week zoek is wordt aangenomen dat hun voornemen ernst was.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 9