DE GEWIJZIGDE V1SSCHERIJWET.
LETTEREN EN KUNST
u A
HAARLEM'S DACBLAD
VRIJDAG 27 NOVEMBER 1931
(Zie ook elders in dit nummer.)
MUZIEK.
Feesfconcert der R. K. Harmonie
„Euphonia".
Ben tienjarig bestaan geeft gewis aanleï-
üing'tot herdenking en. wanneer mede een
ïoo°eervolle lijst van bekroningen als die in
de feestgids van „Euphonia" vermeld zijn,
herdacht kan worden, tot dankbaarheid en
vreugde tevens. Deze gevoelens zijn dan ook,
behalve in den feestgids zelf, op den avond
van het feestconcert nog eens vertolkt door
de voorzitters van de huldigingscommissie
en van de jubileerende vereeniging. en door
den eere-voorzitter van „Euphonia". Dat
laatstgenoemde in zijn kwaliteit van voorzit
ter van het Comité ter bestrijding der werk
loosheid de gelegenheid te baat nam om de
vele aanwezigen op te wekken tot hulp bij dc
leniging der nooden mocht een sympathieke
daad genoemd worden.
In de tien jaren van haar bestaan is „Eu
phonia"' flink gegroeid: bij haar geboorte
honden van de 26 werkende leden slechts 5
een instrument bespelen, zoodat de directeur
j w. Lefeber nagenoeg alles van den begin
ne af vormen en ontwikkelen moest. We heb
ben Donderdagavond de resultaten van zijn
arbeid kunnen hooren. Voorwaar: er is door
directeur en leden flink gewerkt: er wordt
met lust en toewijding gemusiceerd en num
mers als Mendelssohn's Hochzeitmarsch en
popy's Balletsuite bewijzen dat ook tamelijk
moeilijke werken met succes geëntameerd
hunnen worden. Toch was bij de vertolking
nog niet alles in den haak: vooral de onder
linge zuiverheid moet nog heel wat beter wor
den. wil ..Euphonia" haar naam eer aandoen,
en de gelijkheid van het ensemble kan nog
beter worden. Te roemen was de beschaafde
hlank der meeste instrumenten, die in de zaal
geen oogenblik hinderlijk hard werd;
slechts de clarinetten mogen hun^toonpro-
duc.tie nog zorgvuldiger cultiveeren.
Het mannenkoor „St. Caecilia" werkte
dezen avond mede; zong 2 koornummers op
verdienstelijke wijze onder haar eigen diri
gent en schaarde zich verder onder de leiding
van „Euphonia's" directeur. Twee werken van
zeer verschillenden aard hoorde ik door deze
combinatie vertolken, werken die een aardige
afwisseling brachten, maar waarvan het mu
zikale gehalte mijn verwachtingen eenigs-
zins teleurstelde. De laatste beide program-
manummprs kon ik door het gevorderde uur
niet meer hooren.
Solisten waren de zangeres Jeanne Bacilek
'en de fluitist Joh. Feldkamp. Vermoedelijk
geïnspireerd door het voorbeeld van een der
grootste zangkunstenaressen van alle tijden,
Jenny Lind (1320—1886), die men „de Zweed-
sche nachtegaal" noemde, noemt Jeanne Ba
cilek zich „de Boheemsche nachtegaal". On
danks dit, gelooven we niet, dat zij evenals
haar illustere Zwecdsche voorgangster, de
wereld stormerderhand zal veroveren: haar
stem is daartoe te klein; maar zij klinkt heel
liefelijk en zij beschikt over een aardige colo
ratuur. Met veel genoegen heb ik haar Tsche-
cbische- en Zigeuner-Volksliederen gehoord,
die zij in Boheemsch nationaal costuum zeer
karakteristiek voordroeg, zich zelve aan den
vleugel begeleidend en daarbij eenmaal ook
het cymbaal geslaagd imiteeren. Deze voor
drachten oogstten terecht een stormachtig
succes en gaven tot een toegift aanleiding. In
de „Cantate" van Scarlatti en ..Der Hirt auf
dem Felsen" van Schubert bleef haar stem
volume soms een beetje te klein voor de ruim
te onzer groote zaal. De obligaatfluitpartij
werd niet steeds voldoende vervuild: het in
strument sloeg nog al eens over. Olivier Koop
begeleidde deze nummers aan den vleugel,
die door het onoordeelkundig strijken een
zijner pooten brak. (De lezer begrijpt dat ik
hier den vleugel bedoel).
Een schat van bloemstukken sierde het po
dium; bloemen werden ook aan de zangeres
en aan Mevr. Lefeber aangeboden.
K. DE JONG.
MUZIEK.
R. K. Mandolineclub „Santa Lucia"
gecombineerd concert.
Torn het laatstieTijfc bekend werd. dat wij
in de toekomst Sancta Lucia niet meer op
het podium zouden zien in de oude bezetting,
hebben wij dit met leedwezen vernomen. Men
herinnert zich gaarne de reeks zeer mooi
geslaagde concerten, waarop een keur van
solisten haar medewerking verleende. En im
mer trof het fijne, verfijnde spel van dit
korps, dat, het kon niet anders, onder den
heer Hakkenberg van Gaasbeek, met blijk
bare toewijding studeerde. Thans had men
genoegen te nemen met een gezelschap, ge
reduceerd tot op de helft. De gedachte lag
dus vanzelf voor samenwerking -te zoeken met
een drietal andere clubs en zoo te komen tot
een flink ensemble, dat geen zwarigheden
zou hebben met de uitvoering van goed deels
groote werken. Zoo zagen wij dan naast Santa
Lucia", nog Apollo". .Avanti Coraggio" en
.Animato" en constateerden wij een in elk op
zicht volledige bezetting. Men kon dan zonder
bezwaar stukken uitvoeren .als van Marciocchl
(„een avond in Madrid") en meerdere orkest-
fantasieën, valscn. marschen naast, wat
klein goed van minder bekende grootheden.
Het samenspel konden wij, 't spreekt van
zelf. niet zóó welverzorgd verwachten als
voorheen bij 't oude gezelschap. Maar het
overtrof toch een heel eind onze verwach
ting. Er was een prijzenswaardige eenheid,
zelfs in nuanceering, en een enkele maal
gen van chants angévins. in deze muziek
het Santa Lucia zooals dit zoo menigmaal
verraste. „Of er kans was. dat het nog weer
werd zooals vroeger?" De mogelijkheid is niet
uitgesloten. Doch dan moet er medewerking
zijn van allen. Veelal laat men enkelen, die
organisatorisch aangelegd zijn, het werk
doen en geniet men gaarne van de voor
deel die het vereenigingsleven biedt. Totdat
ten beste die enkelen den boel prijsgeven en
de ontbinding intreedt. Dan is veelal de club
verloren. Komt nog eenmaal de medewerking
van allen, dan is het nog te redden. Voor
„Santa Lucia" en voor allen die het wei
meenen met het korps, mag men dit gaarne
wenschen.
Ook ditmaal had men een gelukkige keus
gedaan in 't zoeken naar medewerkenden
op den concertavond. De hoboïst Leo van der
Lek heeft met bijzonder fraaien toon. prach
tige fraseering cn veel stijlgevoel, gespeeld
een sonate van Handel 'c-mineur». Evenals
in de Variazionen van J. We^mann assisteer
de hem aan den vleugel de heer Jan Nibbe-
ring, die de veeleischende partij van dit laat
ste werk knap uitvoerde. Het is hoogst, inte
ressante muziek, deze Variazionen. naar
harmoniek en naar motievenbouw grooielijks
ingesteld op César Franck, van wicn zelfs
rechtstrecksche herinneringen, o.a. bewerkin
gen van chonts angévins, in deze anuziek
overgingen, waar zij evenwel een zeer logisch
en bevredigend geheel hielpen vormen. De
solist verrukte door in elk opzicht beheerscht
spel, zooals men dat van een élève van Jaap
Stotijn niet anders verwacht.
Ook naar ons Haarlemsch solo-mannen-
kwartet „Euphonia" hebben wij met meer
dan gewone belangstelling geluisterd. Wij
mochten ons immers afvragen, nu de tenor
zanger Donkel was heengegaan wijl hij
„Euphonia" niet weer kon dienen zooals hij
zelf dit wenschte, hoe in de nieuwe bezetting
het ensemble zou uitvallen. Gerust .mogen we
met den nieuwen tenor G, Neumann het
kwartet hartelijk gelukwensten. In vele op
zichten evenaart hij in zijn zang den heer
Donkel, die zooals bekend is, een zeer bij
zonder falsetzanger is. Neumann heeft daar
bij nog het voordeel, dat zijn borststem bij
zonder krachtig en zeer mooi geëgaliseerd is.
Daarbij doet hij in muzikaliteit niet voor de
andere heeren onder. Tot het allerbeste wat
zij zongen, rekenen we het mooie lied van
Boedijn op tekst van Adama van Scheïtema
(„Bede", wel te onderscheiden, van die van
denzelfden dichter, getoonzet door Roeske).
In de andere stukken was er bij den nieuwen
tenor nog weifeling, of hij falset dan wel
borststem zou aanwenden en bood hij zijn
vrienden dus nog niet de volle gelegenheid
zich aan te passen. Maar. nog eens, Euphonia
is in deze mutatie bijzonder geslaagd. Wij
blijven den verderen groei van het mooie
kwartet met belangstelling volgen.
Na de pauze konden wij het niet meer
hooren. daar de beschikbare tijd moest ver
deeld worden over twee con'certen.
G. J. KALT.
Arbeiders Mandolineclub „Apollo".
JUBILEUM-CONCERT.
Op dezelfde plaats, waar vijf jaar geleden
Apollo's tweede lustrum werd gevierd -met
een mooi concert, was men nu bijeen om het
vijftienjarig bestaan te herdenken. De feest
commissie, onder voorzitterschap van den
volijverigen Th. Dammiaans, heeft voor dit
gedenkwaardig gebeuren tijd nog moeiten
gespaard en slaagde er wonderwel in, een
concert te organiseeren dat aan de Apollia-
nen en allen die het wel met hen meenen
nog lang zal heugen. Naast Apollo en Jong-
Apollo had de feestcommissie beslag weten
te leggen op Tilly Sylon's dansensemble, op
den declamator Willem van Capellen, Me
vrouw M. van Dam-Hilderink, den tenor
Piet Zwager, het zangkoor „De Stem des
Volks" Haarlem, de Arb. Zangvereen. „Kunst
en Strijd" Aalsmeer en de Arb. Mandoline
club „„Palvu" Amsterdam. Een schare me
dewerkers dus van je welste, doch waarvan
niemand kon gemist worden.
Ik wilde zooals te begrijpen is graag we
ten, hoe al die hulptroepen moesten gebor
gen worden op het podium van den Schouw
burg Jansweg. en dus zocht ik in de zaal
naar Mevr. KleefVermeer, de altijd ge
dienstige, gulle helpster. Eilieve, ik was ver
geten, dat zij haar Apollo had moeten vaar
wel zeggen door haar vertrek naar Indië.
Dan maar penningmeester Dekker, Jan Dek
ker, aangeklampt. Die glunderde maar, en
zei „dat moet je straks maar eens zien". En
daar zaten dan, bij apotheose aan 't slot van
den avond, al de medewerkende gezelschap
pen, nog versterkt door een groep blaasin
strumenten en slagwerk, als gold het de uit
voering van een groot oratorium. Vooraf
had het mannenkoor van „De Stem" geas
sisteerd bij dezelfde orkestbezetting en hel
pen uitvoeren het frissche werk van Mar-
ciocchi „La festa del grano'", hetzelfde werk
dat dezen zomer ook werd gespeeld tijdens
een uitvoering in Den Hout. Het mannen
koor evenwel moest toen afzien van mede
werking, daar de studietijd t-e kort was. De
zen avond evenwel kwam het weibeslagen
ten ijs, n.l. in het derde deel dezer orkest
suite „Le chant du blé". Joh. B. Kok had
orkest en koor ter dege in zijn macht en
dit beloofde dus alles goeds voor de uit
voering die nog zou volgen, een compositie
van Joh. B. Kok „Het daagt". Piet Zwager
had hiervoor den tekst geschreven, die het
aanzijn gaf aan een toonzetting in drie dee-
len. Deel 1 werd een tenorsolo, deel 2 een
dito voor sopraan, en in 't slotdeel zongen
gemengd koor en solisten te zamen. Kok
heeft natuurlijk gezorgd voor een pompeus
slotdeel, maar hiermee is niet gezegd dat
hier 't hoogtepunt der compositie ligt. Veeleer
ligt dit in het eerste deel, waar in mooie har-
moniekleuren een goed geslaagde contra-
puntische arbeid tot stand kwam. Het drie
tonig motief der klokken t terts, kwint en
sept) hielp later heel gelukkig het modern
getinte slot. natuurlijk met .sext., bewerkstel
ligen. Aan dit eerste deel, ik meen dit stel
lig te weten, heeft de componist met liefde
gearbeid en wij hebben er met meer dan ge
wone belangstelling naar geluisterd. Piet
Zwagers warmgevoelde zingen droeg ook zeer
bij tot het welslagen en mevrouw van Dam-
Hilderink stelde evenmin teleur.
Het was en bleef met recht een feest
concert, maar dat vóór alles de toon voor
naam bleef, was ook voor een niet gering
deel te danken aan het balletensemble van
Tilly Sylon, waarvan wij Chopins Valse bril-
lante zeer geslaagd vonden en Flor Feeters'
„Vlaamsche kermis" keurig getypeerd. Bij
Chopin heeft ons getroffen de mooi gevon
den terugkeer, na 't middendeel, van de wals
en de nog frisschere weergave der reprise.
Door een ander concert, in deze stad moes
ten we vóór de pauze Brahms, Chopin en
Scharwenka missen, evenals de uitvoering
door „Jong Apo'lo" en de declamatie van
Willem van Capellen. Deze stelde ons daar
voor schadeloos door verzen van Adama van
Scheïtema, die wij echter niet tot zijn beste
kunnen rekenen, daar hij het leed der lij
dende menschheid wel in raker woorden
heeft uitgezegd. Met een Falkland)e („een
droom") oogstte de populaire declamator een
fabelachtig succes.
Al was het dezen avond laat geworden, zoo
viel het aan hen, die 't podium tot den nok
vulden, niet licht, uiteen te gaan. Het kon
dan niet anders of dirigent Kok ontving,
hed om den hals geworpen, den krans die
hem voor zijn onvermoeid werken gaarne
was toegedacht.
Piet Zwager werd vereerd met een stu
dielamp in den vorm van een fraaien zil
veren beker. Mevrouw van Dam—Hilderink
kreeg een keur van bloemen. Zoo werd dit
feestconcert met zijn stijgende lijn een sym
bool van het werken en streven van Apollo,
dat vooral onder Joh. B. Kok immer excel
sior ging. Onze hartelijke heilwensch voor dit
altijd jonge, frissche gezelschap.
G. J. KALT.
PROF. EINSTEIN IN DE TWEEDE KAMER.
Prof. Einstein, vergezeld van den Leid-
schen hoogleer aar prof. Ehrenfest, heeft een
gedeelte van de vergadering der Tweede Ka
mer op de publieke tribune bijgewoond.
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Re
dactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
LIEFDADIGHEID.
OFFERVAARIGHEID GEWENSCHT.
NIET GEVEN ZONDER INLICHTINGEN
VAN DEN ARMENRAAD.
„Nu het wintersceizoen wedei-om is aange
vangen, vestigen wij er de aandacht op. dat.
gezien de groote werkloosheid en in verband
hiermede ae bittere nood en armoede in tal
rijke gezinnen, het zeer gewenscht is ae be
staande instellingen van Weldadigheid krach
tig te steunen.
Het zou zeer te betreuren zijn wanneer
particulieren bij wijze van bezuiniging hun
steun aan dc instellingen van weldadigheid
zouden onttrekken of verminderen, nu juist
deze instellingen aan veelvuldige en vaak
dringende aanvragen zullen moeten voldoen.
Wij willen integendeel wijzen op de groote
noodzakelijkheid, dat door het publiek in
dezen crisistijd financieele offers voor liefda
dige doeleinden worden gebracht, opdat de
kerkelijke en particuliere vereenigingen haar
zegenrijken arbeid met onverminderde kracht
kunnen voortzetten.
Ook wenschen wij nog eens te waarschuwen
voor de schadelijke gevolgen van het geven
aan hulpzoekenden zonder vooraf ingesteld
onderzoek en voor het geven van gelden aan
collectanten voor liefdadige instellingen, die
men niet kent.
Omtrent hulpzoekende personen of instel
lingen van weldadigheid kan steeds worden
geïnformeerd aan het Bureau van den Ar
menraad, Jansweg 39, Telefoon no. 12700.
HET BESTUUR VAN DEN ARMENRAAD.
De verschillende vischakten.
De visscherij wordt in ons land veelvuldig
uitgeoefend. De hengelsport is een bij uit
stek Nederlandsche sport. Er zijn twee groote
groepen die bij de visscherij belang hebben
n.l. de berocpsvisschers, de mcnschen dus die
van het visschen hun beroep maken en cc
gelegenheids- of sportvisschers, dat zijn zij
die het visschen als sport uitoefenen. De
Regeering heeft getracht de belangen van
beroeps- en sportvisschers zooveel mogelijk
met elkaar te verzoenen. Ondanks tallooze
bemoeiingen is dit haar echter niet geheel
en al mogen gelukken.
De nieuwe visscherljwet heeft de bedoe
ling mede te werken aan de verbetering van
den vischstand. Wij willen de nieuwe wet,
z coals zij door de beide Kamers der Staten
Generaal is aangenomen eh waarin uit den
aard der zaak velen belang zullen stellen, van
naderbij bezien.
De liefhebbers van de hengelsport kunnen
we gerust stalen, wat betreft hot visschen
met één hengel. Hiervoor zal ook in de toe
komt geen akte vereischt zijn.
Onder „hengel" verstaat de nieuwe wet
niet mede sleephengel, hengel geaasd met
Yisch of peur.
Onder „hengel geaasd met vlsch" wordt
niet begrepen een hengel geaasd met steur-
krab of garnaal. Deze hengel toch is een
baarshengel, die volkomen op één lijn is te
stellen met andere hengels, waarmede op
baars gehengeld wordt en die om die reden
niet behoort te vallen onder het begrip
„hengel geaasd met visch".
Het visschen met twee peuren, dat ge
woonlijk door arme lieden geschiedt om
daarmede iets te verdienen zal volgens de
nieuwe wet toegelaten zijn mits men voor
zien is van een groote vischakte.
Met „hengel geaasd met visch" wordt be
doeld een snockhengel en daarvoor is noo-
dig een akte en een schriftelijke vergunning
van den rechthebbende op het vischrecht.
Duidelijk is wel aar. het licht getreden, dat
er een groot verschil bestaat ten aanzien
van den omvang en den aard van de schade,
welke het visscherij bedrijf ondervindt van
het vrije visschen met den snoekhengel en
dat met den gewonen hengel.
Bij het visschen met den snoekhengel
wordt het belang van den bcroepsvisscher
in veel sterkere mate rechtstreeks geschaad
door het wegvangen van een der belang
rijkste visschen voor het bedrijf ln zoodanig
aantal, dat daardoor de vangsten en dus de
inkomsten van het bedrijf worden beperkt:
bij het visschen met den gewonen hengel
daarentegen treedt de rechtstreeksche
schade meer op den achtergrond en is meer
van een indirecte schade sprake, voor zoo
veel de hengelvrijheid aan de verbetering
van den vischstand cn de ontwikkeling van
een rationeel visscherij bedrijf in den weg
kan staan.
Om het visschen met één hengel, van wel
ken aard ook. in alle wateren aan een akte
en een schriftelijke vergunning te binden,
daarvoor bestaat volgens de regeering geen
voldoende reden. Een zoodanige regeling
toch, die iedere gelegenheid tot het visschen
met den gewonen hengel in alle gevallen cn
in alle wateren afhankelijk zou stellen van
een schriftelijke vergunning van den recht
hebbende op het vischrecht cn daardoor het
hengelen op tal van plaatsen geheel onmo
gelijk zou maken zou, naar de Regeering
meent, niet te rechtvaardigen zijn cn veel te
ruw ingrijpen in onze volksgewoonten.
De opheffing van de vrijheid tot het vis
schen met- den snoekhengel in de Rijkswa
teren acht de Regeering alleszins gewenscht
en ook volkomen gewettigd. Te dien aan
zien heeft zij dan ook gemeend de ontvangen
adviezen te moeten volgen door voor te stel
len het visschen met den hengel geaasd met
visch aan het bezit van een akte cn een
schriftelijk vergunning te binden.
De navolgende akten zullen worden uit
gereikt:
a. Groote vischakten A tot het visschen in
de binnenwateren en de rivieren met alle ge
oorloofde vischtuigen, tegen betaling van
f7.50 (vroeger f2,50:
b. groote vischakten B tot liet visschen
uitsluitend in de rivieren met alle geoor
loofde vischtuigen, tegen betaling van f2,50;
met één peur, hetzij met één hengel geaasd
c. kleine vischakten tot het visschen. hetzij
met vlsch of met één sleephengel, tegen be
taling van fl
d. hengelaktcn tot het visschen met meer
dan één hengel, tegen betaling van 10,50.
De akten blijven geldig voor één jaar. aan
vangende l Juli en eindigende 30 Juni daar
opvolgende.
Bij algemeene maatregel van bestuur zal
nog nader worden bepaald, welke wateren als
binnenwateren cn als rivieren zijn tc be
schouwen.
Volgens de bestaande wet worden de akten
op schriftelijke aanvrage uitgereikt door den
Commissaris der Koningin in de provincie,
waarin de aanvrager woont of, zoo hij zijn
woonplaats niet in het Rijk heeft, verblijft.
Voor het aanvragen en uitreiken wordt de
volgende weg gevolgd.
Wie een akte verlangt, richt een schrifte
lijke aanvrage, waarvoor een formulier is
te verkrijgen op dc gemeentesecretarie, tot
den Commissaris der Koningin. Deze aan
vrage wordt, ingediend bij den Burgemeester
der woonplaats van den aanvrager. De Bur
gemeester zendt de aanvrage, vergezeld van
zijn advies, aan den Commissaris der Ko
ningin.
De akten worden door dezen ter uitrei
king toegezonden aan den ontvanger der
registratie en domeinen, onder wiens kan
toor de woonplaats van den aanvrager res
sorteert.
Na ontvangst zendt de ontvanger een
kennisgeving aan den aanvrager, waarna
deze de akte tegen betaling kan afhalen.
Deze wijze van uitreiking geeft aanleiding
tot veel administratieven omslag, terwijl op
de provinciale griffies de behandeling der
aanvragen en de vernieuwing der akten
veel arbeid eischt.
In de njeuwe wet is nu bepaald, dat dc
akten voor de visscherij. zooals ook met de
Jachtakten geschiedt, zullen worden uitge
reikt door het hoofd der plaatselijke politie.
In de meeste gemeenten zal het dan de bur
gemeester zijn, die dc akten uitreikt.
Ten slotte vermelden we nog, dat geen
vischakte noodig is voor hem. die bij ziekte
van den houder van een groote vischakte de
zen vervangt, mits uit een afschriftelijk be
wijs blijke, cat van de vervanging vooraf
kennis is gegeven aan het hoofd van de
plaatselijke politie der woonplaats van den
houder, en de vervanger dc akte van den
houder bij zich heeft.
Evenmin is een akte noodig voor hen,
die in dienst van den houder van een groote
vischakte dezen of een ander, eveneens ln
dienst van den houder zijnd persoon be
hulpzaam zijn in het hanteeren van een
vischtulg. dat door één persoon niet kan
worden bediend, mits de akte van den hou
der aanwezig is ter plaatse, waar gcvischt
wordt.
Amersfoort. OVER.
ST.-NICOLAAS EN DE ZONDAGSRUST.
De minister van Armbeid, Handel en Nij
verheid, heeft toegestaan, dat door mannon
of vrouwen op Zondag 6 December arbeid
wordt verricht, bestaande in het vervoeren
van banketbakkerswaren.
SPOOR GEVONDEN IN DF. MOORDZAAK
ZUIDBROFK?
In de zaak van den moord te Zuidbrock.
waarbij een oude vrouw en haar zoon. die
eenzaam op een boerderij woonden, dood ge
vonden werden, schijnt een spoor gevonden
te zijn, dat leidt naar iemand, die uit ande
ren hoofde in de gevangenis te Groningen
zit. Er zouden aan de justitie belangrijke me-
dedeelingen gedaan zijn.
UIT DE STAATSCOURANT.
BURGEMEESTERS.
Benoemd is tot burgemeester van Lemster
ltnd J. II. Slump.
RI.TKSCOMM TOT WERKVERRUIMING.
Benoemd is tot voorzitter der Rijkscom
missie van Advies voor Werkverruiming mr,
J. A. de Wilde, lid der Tweede Kamer.
MIDDELBAAR ONDERWIJS.
Met ingang van 1 Februari is benoemd tot
leeraar aan de R. H. B. S. te Sneek. F. Janso-
nius. thans leeraar aan het openbaar gym
nasium te Apeldoorn.
AUDIcNTIES.
Maandag geen audiëntie door den minister
van Financiën.
STEUN AAN DE KASSEN DER
GEMEENTEN.
ONGEOORLOOFDE DWANG VAN
HET RIJK?
Stempelwee. Onder de vijf millioen werk loozen. die Duitschlai.d op het oogctiblii:
teil, bekooren ook tallooze jeugdige personen. Hierboven een aantal jonge arbeiders in een
Berlijnsch stempellokaal.
Verschonen is liet voorloopig verslag der
Tweede Kamer over het wetsontwerp tot het
verleencn van steun uit 's Rijks kas in dc
financiering der kasbehoeften van de ge
meenten.
De indiening van het ontwerp werd vrij
algemeen toegejuicht. Toch zagen veie leden
in het ontwerp een gebruik maken van ce
financieele moeilijkheden, waarin de gemeen
ten verkeeren om ze in verschillend opzicht
aan banden te leggen.
Zij weten de moeilijkheden niet aan min
der goed beheer, maar aan de houding van
de Nederlandsche Bank, die weigert ge
meentelijk papier in disconto te nemen. Ge
vraagd werd of het gerucht waarheid bevat,
dat die bank aan verschillende bank-instel-
lingen geadvniseerd hoeft geen crediet meer
aan gemeente te verstrekken. Vele gemeen
ten. die stee;is sober hebben geleefd en nim
mer moeilijkheden onderbonden, werden
daarvan de dupe.
Andere leden waren niet afkeorig van een
regceringsingrijpen, zij vonden, dat de pro
vinciale besturen de groote gemeenten veel
al niet. hard genoeg aanpakken. Zij vroegen
een duidelijke uitspraak, of de regcering van
Dlan is. in te grijpen in het gemeentelijk be
leid. Verscheidene leden spraken don wensch
uit, dat <ic Kamer op de hoogte zal worden
gehouden van de te verleenen steun en de
daaraan verbonden voorwaarden.
Sommige leden bepleitten de mogelijkheid
van beroep bij den Kroon voor gemeenten,
Enkele leden wensch ten een centraal coile-
wier aanvrage om kasgeld is afgewezen,
ge van advies.
IIET N.V.V. EN DE NIJVERHEIDS AVOND
SCHOLEN.
Het bestuur van het Ncderlandsch Verbond
van Vakvereehiglngcn heeft een brief aan
den minister van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen gericht, waarin het zegt met
groote venvondering te hebben kennis ge
nomen van het terugbrengen vaQ don cursus
duur van Nijverheidsavondscholen met een
langoren cursusduur dan zes maanden of een
grooter aantal wckelijkschc lesuren dan 10
tot 26 weken en een aantal lesuren van 10,
welke veranderingen moeten worden inge
voerd op 1 Januari 1932.
Na dc algemeene opmerking gemaakt te
hebben, dat de Nijvorheldsavondseholen die
nen te worden vervangen door dagscholen,
zegt het bestuur, dat de maatregel bctce-
kent het onthouden van een aantal lesuren
aan de leerlingen, dlo bij het aanmelden van
den cursus zijn toegezegd, waarvoor door
hen betaald is. cn die ze noodig hebben.
De brief van den minister komt in feite
tegenover dc leeraren neer op contractbreuk.
Het hoeft het bestuur zeer getroffen, dat
geen overleg is gepleegd met de vakcentralen
der arbeiders.
Het bestuur verzoekt derhalve de maatrege
len niet tot uitvoering te brengen en den
brief aan de Nijverheidsavondscholen in to
trekken.
VIJF JAVANEN OFFEREN
ZICH ZELF.
„AAN DEN GEEST VAN DEN MER API".
Vijf in geestvervoering verkccrcnde Java
nen begaven zich. naar Aneta meldt, naar
den vulkaan Merapi teneinde offers te bren
gen aan On Geest van den Merapi. Aange
zien dit vijftal thans een week zoek is wordt
aangenomen dat hun voornemen ernst was.