FEM1NA ABR. MEIJER Hulpvaardigheid. Een Vrouwenhand, jrlem's )ag b I a_d Donderdag 3 Dec. 1931 WINTERMANTELS VOOR CROOTE EN KLEINE MEISJES. Vooral voor de kleine meisjes hebben de t-ntermantels bijna alle dit gemeen, dat rjj een kort, tamelijk strak lijfje hebben en naar beneden toe flink ruim vallen, hetzij coor plooien, hetzij anderszins. Zoodra het echter bakvisschen worden, d.w.z. meisjes van veertien, en daarboven, krijgen de man tels een meer damesachig cachet, zooals die jüeraardigste mantel rechts op de teekening set dat korte cape-je duidelijk laat zien. Van links naar rechts hebben wij om te be ginnen een leuke mantel voor een meisje van ten jaar of 8, van bijv. groene stof, velours cc laine of iets dergelijks. Het korte lijfje wordt aangegeven door twee stiksels aan den binnenkant. Het voorpand is met 3 festons aan weerskanten elk met een knoop. Naar beneden toe valt de mantel tamelijk wijd en daardoor klokkend. Aan 1.70 M. stof van 1.40 M. breed heeft men voor dit model (patroon er, 3194) voldoende. Daarnaast een mantel tje (patroon nr. 3195) voor een kleuter van 5 jaar, waarvoor 1.20 M. stof van 1.40 M. breed noodig is. Dit jasje was gedacht van gele velours de laine. Het lijfje is in groote schulpen aangezet en bij het begin van elke schulp loopt een stolpplooi naar beneden. Vervolgens een manteltje voor een 6-jarige Tan blauwe fantasie-stof. De stolpplooien 'oopen door tot aan de taille. Het lijfje is opzij iets ingenomen en is zeer kort wat bui tengewoon vlug staat. Er is 1.50 M. stof van 1.40 M. breed noodig voor dit model (patroon nr. 3196). Dan hebben wij nog een manteltje rooi- een 5-jarige dreumes nu van bruine ve lours de laine. ook al met ee'n hooge taille en nijd van onderen. Het rechter voorpand is van boven bezet met een dubbele rij van 3 hoopen. 1.20 M. stof van 1.40 M. breed is voor dit model (patroon nr. 3197) toereikend. En tenslotte dan ee'n matei voor de jonge dame, die van uit de hoogte op al dat gru-t neerziet, en die zich verheugt in een mantel van aardige beige fantasiestof. Het korte cape-je is aan het rechter voorpand aange knipt. Ceintuurtje opzij en in den rug. 2.40 M. stof van 1.40 M. breed moeten hiervoor (patroon nr. 3198) voldoende zijn. MADELEINE. Van deze jasjes zijn knippatronen ver krijgbaar a 65 ct. Postwissel zenden aan: De Beurs. Amstellaan 66. Amsterdam Z., leve ring binnen 1 week. Op het strookje nauw keurig vermelden, naam en adres van af zender, nummer van het gewenschte patroon en leeftijd van het kind. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. a 60 Cts. per regel. die 's avonds even met Puroi wordt inge wreven, is, hoe ruw cn rood zij ook van het huishoudelijk werk moge zijn, weer spoedig wit als sneeuw en zacht als zij. HET WOORD IS AAN.... DE KINDEREN Jantje had het kippenhok geschilderd voor grootvader en opa besloot, hem daar voor te beloonen. Jan kreeg niets meer of minder dan een echt horloge. Tot zijn onuitsprekelijke ver rukking en evenzeer die van het jongere broertje. Hans kon er niet over uitgepraat raken, tegen ieder, die het hoor en wildeEn het is zoo'n prachtig horloge, het loopt harder dan alle klokken in ons huis. SPONSEN. Weet U waar U op moet letten, a's U een spons koopt? In de eerste plaats mogen er niet tc groote gaten in zitten, omdat dc spons dan niet aan het doel, n.l. een groot opzuigvermogen van water, beantwoordt. Ver der moet men er op letten, dat er geen harde kalkachtige stukjes in zitten. Deze zouden allerhande krassen kunnen veroorzaken. Ver der mag de spons niet bestaan uit aan elkaar genaaide stukjes en er mogen ook geen roest vlekken in zitten, omdat die wijzen op een slordige behandeling bij de bereiding van de sponsen en omdat die roode plekken in dc spons later gaan bederven. Voor het werk zijn de bruine ongebleekte sponsen aan te be velen. omdat die sterk zijn. De lichtgekleurde sponsen, die in vele gevallen gebleekt zijn. zijn dus minder sterk. Geverfde sponsen zijn meestal onsterk en geven af, zoodra men ze in het water stopt. PATRONEN. Knippatronen van de genummerde afbeel dingen zijn verkrijgbaar a 1.75. mevr. Lily Oyen, Riouicstraat 1S7, Den Haag. \\e\ SPro°tje \iah p c} Natuurlijk is Sinterklaas ook dit jaar weer gekomen Ik stel me zoo voor. dat verschillende ouders dit jaar gezegd hebben: „Sinterklaas blijft dezen keer in Spanje, hij vindt de reis te duur, hij heeft geen geld genoeg om ca deautjes te koopen'. De kinderen waren te leurgesteld. Maar op een goeden dag komen ze stralend van blijdschap thuis. ..Moeder, het is niet waar, Sinterklaas komt toch! Er liggen borstplaten en chocola-lettors en een heeleboel leuke dingen van marsepein bij den banketbakker". ,X)an vergist de banketbakker zich zeker". „Maar de juffrouw op school zegt ook, dat hij komt We hebben al „Zie, ginds komt de stoomboot" gezongen". ..En ik geloof toch, dat hij in Spanje blijft". Maar na een paar dagen is het een feit: Sinterklaas is er! Ze hebben hem zelf gezien, rijdend in een auto, cadeautjes uitreikend in een magazijn. Daar helpt geeh redeneeren meer tegen. Nee, we ontkomen niet aan Sinterklaas. Hij blijft niet in Spanje, hij komt. hij komt ieder jaar wee"r en ieder jaar meer! Het is soms ontstellend hoeveel Sinterkla zen er zijn! In de drukke winkelstraten dik wijls huis aan huis. Overal duiken Sinter klazen en Zwarte Pieten op. allemaal men- schen werkloozen meestal die van het jaarlijksche feest willen profiteeren om wat te verdienen. Vertel de kinderen dan maar eens, dat Sinterklaas niet gekomen is! Het is wonderlijk, dat de jeugd bij het zien van al die Sinterklazen toch blijft gelooven in den eenen goeden bisschop. De Sinterklaas van de kinderverbeelding schijnt deelbaar te zijn. En als we willen, dat de kinderen in den ouden heilige zullen blijven gelooven. dan hoeft het dus niet verontrustend te zijn. dat öe quantiteit zoo toeneemt. Maar wel, dat de qualiteit afneemt. Sinterklaas. Hij behoort in de eerste plaats te zijn: voornaam, beminnelijk, verstandig. We zouden ook graag zien, dat hij de wijs heid had, die bij zijn grijze haren past, dat hij ieder kind in het diepst, van zijn zondig en berouwvol zieltje kon lezen. Maar we mo gen niet te veel verlangen. Er worden echter Sinterklazen op de kin deren losgelaten, die allerminst waardig en beschaafd zijn. Ze gaan in het gewone leven weinig met kinderen om, van paedagogie hebben ze nog nooit gehoord. Het is werke lijk zielig als het kind zoo vol vrees en eer bied naar zoo'n Sinterklaas opziet. Van die ongeschikte Sinterklazen ontmoe ten we overal. Het. zijn heusch niet alleen de ..gehuurde" die dikwijls voor hun taak on geschikt zijn. Daar is bijvoorbeeld ook de leuke oom, die zoo vreeselijk leuk voor Sin terklaas kan spelen en de heele familie amu seert ten koste van het kind. Oom Sinterklaas maakt allerlei niet al te fijne grapjes, waar het kind niets van begrijpt. Het begrijpt ook niet waarom er zoo gelachen wordt. Het had zich het be zoek zooveel plechtiger, mooier voorgesteld. En als het kind dan nog ondanks alles met een ernstig snoetje een liedje voor Sinter klaas zingt, dan is dat aandoenlijk en be schamend. De legende van Sinterklaas is bekoorlijk en ons allen dierbaar; het Sinterklaasfeest is een prettige, oude. traditie. En elk jaar is 5 December weer een feestdag: Sinterklaas komt ondanks crisis en malaise. En het kind wil op zijn beurt naar Sinterklaas. Zoek dan een goeden Sinterklaas uit voor uw kind: een. die tenminste plaats laat voor de illusie. Anders heeft het sprookje van Sin terklaas geen zin meer, wordt het een voor- de-malhouderijtje. Ofis onze tijd te nuchter voor goede Sinterklazen? Sinterklaas is een romantische figuur. En wie er tegenwoordig nog roman tisch is, wordt uitgelachen. Dan: arme kinderen van tegenwoordig. Want kinderen zijn nooit nuchter. Ze zijn zelfs zoo romantisch, dat. ze tegen beter we ten in blijven gelooven. zich telkens weer la ten meesleepen en bewust of onbewust het liedje negeeren. dat grootere kinderen als be wijs van hun mensch-worden langs de stra ten galmen: „Houten Klaas en steenen Piet, Allebei bestaan ze niet!" BEP OTTEN. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel WEEKNIEUWS CR. HOUTSTRAAT 16, HAARLEM Juist gisteren kregen wij een groote zending gebreide kinderjurkjes aandie voel zóó alleraardigst zijn, dat ik er uw aandacht op moet vestigen. De kleinste maat kost fl. 4.25 en de prijzen stijgen met ongeveer fl. 0.25 per maat. Nog nooit te voren hebben we u voor dien prijs een dergelijke kwaliteit kunnen leveren. De jurkjes zijn ijzer- sterk en waschecht en ze lijken me buitengewoon geschikt voor St. Nico- laas-cadeau. Een paar Sinterklaas-surprises. Sinterklaas nadert met rasse schreden. Ik weet niet, hoe het bij u is. maar hoewel wij Sinterklaas vieren onder het motto malaise, is de stemming er al weer in optima fornia, of zelfs, indien mogelijk, meer in optima for ma dan ooit. Oorverdoovend gegil, als je een deur inkomt, geheimzinnig gemoffel met pakjes, afgesloten kasten, ontoegankelijke zolders, sporen houtwol door het halve huis, een steeds grooter wordende vraag naar kranten, pakpapier en touwtjes. Voor wie er op het oogenblik nog met zijn handen in het haai- zit over zijn eigen gebrek aan ingenieuze ideeën, zijn behalve de ge wone stijfselpuddingen, rollades van watten en stroop, opgevulde worsten e.d., die overi gens van groot opvoedkundig nut zijn voor menschen. die er een beetje kriebelig van zijn om hun handen vuil te maken, de volgende ideecn misschien niet kwaad. Voor wie zelf borstplaat kan maken een uienborstplaat. Bijzonder smakelijk en geu rig. Een pot met erwten, waarvan sommige erwten groen geschilderde stukjes papier zijn, waarop een letter staat. De letters vormen samen een woord, b.v. kelder, en men ver- stoppe dan het pakje ook inderdaad in den kelder, en niet op zolder, zooals ik eens deed. Voor eventüeele vrinden of vriendinnen met een zwak voor parfums een Houbigant of Coty fleschje, liefst in een zijden bijpassend doosje, dat het geheel een bijzonder „duur" en echt aanzien geeft, gevuld met ammonia of een andere welriekende vloeistof. Voor hen. die dit jaar zes parapluies ver loren, en die men bij deze gelegenheid de zevende schenkt, is het niet kwaad, als men ze eerst, om de hooggespannen verwachtin gen een beetje van niveau te doen verande ren. de oudste parapluie stuurt, die men in de gezamenlijke huizen van familieleden en kennissen vinden kan. Om de pil weer een beetje te verzachten, hangt men de uiteinden van alle baleinen vol met kleine pakjes, waar in men steenkolen, keteldeksels, en meer van dergelijke nuttige voorwerpen verpakt. Of als men een dichtader heeft, het ééne ge'dicht na het andere van opvoedkundige strekking. Is men daar te goedertieren voor. dan kan men voor zijn eigen genoegen in één van de pak jes een kleinigheid verpakken. Men kan natuurlijk ook probeeren alle zes verloren parapluies terug te sturen, maar dergelijke goede plannen hebben gewoonlijk praktische bezwaren, die uitvoering ervan welhaast onmogelijk maken. W. T. Het wasschen van gebreid goed. Er worden in de laatste jaren zoo buiten gewoon veel gebreide en gehaakte kleeding- stukken gedragen, dat het geen overbodige weelde is om precies na te gaan. hoe dit goed gewasschen moet worden, teneinde teleur stellingen door uitrekken of krimpen te voorkomen. Het begin van alle wijsheid is, dat men de gebreide of gehaakte wollen kle dingstukken, of die nu wit of gekleurd zijn, vooraf eerst goed uitklopt, opdat alle losse aanhangende vuil bij voorbaat reeds verwij derd wordt. Bij wollen truien, vestjes, man teltjes. enz. enz. begint men verder met de maat te nemen van de lengte, breedte van de heupen, schouders en lengte van de mouw. Gaat het om een rokje, dan meet men vooraf de lengte, alsmede de wijdte boven en bene den. Bij gekleurd wollen goed moet men na tuurlijk met de noodige voorzorgen te werk gaan. Als het goed niet afgeeft (en dat is vooruit niet direkt te zeggen) kan het in lauw schoon water geweekt worden. Dit is be trekkelijk altijd een proef. Zoodra men echter ontdekt, dat het water begint te kleuren, haalt men het wollen goed eruit. Vervolgens wascht men het kleedingstuk heel voorzich tig. uitsluitend door de stof te knijpen en met de handen te drukken, in een lauw sopje van huishoudzeep. Men kan natuurlijk den koninklijken weg bewandelen en cr speciaal schaafzeep 'zeepvlokken, zooals Lux. enz.) voor gebruiken. Maar dat is natuurlijk duur der. Ziet het sop erg vuil, dan geeft men een tweede versch lauw sopje. Na het wasschen mag men natuurlijk niet sterk gaan wringen, omdat men anders het kleedingstuk uitrekt en ruïneert. Men mag het alleen voorzichtig met de handen uitknijpen. Daarna een paar keer in schoon lauw water uitspoelen, met de handen uitknijpen en vervolgens te drogen leggen en de stof zoo noodig rekken tot de oorspronkelijke lengte, enz. die men immers vooraf heeft opgemeten. Bij voorkeur droogt men, met het oog hierop, truien, vestjes, enz., liggend, omdat ze anders gauw uit model gaan. Wit gebreid of gehaakt wollen goed, als het ten minste om ondergoed gaat mag men bij het drogen wel ophangen, en dit liefst binnenste buiten. Het witte wollen goed kan bij het wasschen en weeken iets meer verdra gen. Daarom zet men het te weeken in lauw water met een scheut huishoudammonia er in, om het vervolgens op de aangegeven ma niet in een lauw vet sopje van huishoudzeep te wasschen. Zoodra het schuim wegtrekt, geeft men een tweede sop. Gaat het om een heel mooi wit wollen kleedingstuk. dan is het aan te beveien om dat in animoniakzeep te wasschen, al is die dan ook duurder. Op school in de geschiedenisles leerden we dat het land zoo nu en dan zeer moeilijke tijden doormaakte: dan was er oorlog, cr was hongersnood, er heerschten besmettelijke ziekten, er waren onderdrukten en overheer- schers, en dat vond je dan in je kinderbrein geweldige dingen die weieens heel lang ge leden waren gebeurd, en waarover je met een soort van helmeiijken afschuw sprak, als het in de les te pas kwam. Van economische crisis hoorde je echter nooit: het woord had natuurlijk geen vat op je gehad, maar zelfs in een omschreven vorm zou het geen indruk gemaakt hebben. Want wat begrijpt een kind. zelfs een leerling van het middelbaar onderwijs, die zich erg groot voelt, van een ontwricht, maatschappelijk leven. Niets immers, en dat is maar goed ook, want we mogen dankbaar zijn, als de kinde ren er tenminste buitengehouden worden. Toch is het niet juist om aan kinderen niets te vertellen van de economische crisis, die de wereld in dezen tijd doormaakt. Want al begrijpen zij er dan ook niets van. nog minder dan de volwassenen, toch is het niet goed om ze er totaal buiten te houden, en dat wel om een zeer speciale reden. Die reden, dat is datgene, waarom het in dit artikeltje gaat: de hulpvaardigheid. Om die bij kinderen aan te kweeken, kan men ze. op voor hen begrijpelijke wijze en zonder ze noodeloos onrustbarende toestanden voor te schilderen, een klein denkbeeld geven van de ontzaggelijke moeilijkheden, waarin velen verkeeren. van de zeer noodzakelijke hulp die er geboden moet worden, en van de macht van iedere kleine bijdrage voor die hulp, waarom de wereld ons vraagt. Voor alle financieele moeilijkheden is de daadwerkelijke hulp wel een eerste vereischte. en wanneer men dan in de bladen leest, dat in een H.B S in Bergen op Zoom de leerlin gen iedere week twee cent meenemen om daar een bedrag van te vormen voor het cri siscomité, dan is dat een zeer verheugend bericht. Er zullen kinderen bij zijn. wier ouders dit zeer kleine bedrag slecht kunnen missen, voor hen is elke cent er een. maar deze kinderen zullen trotsch kunnen zijn op hun hulp. die evengoed gevraagd wordt als van anderen, -wier ouders van dit kleine be drag niets bemerken. En toch zal het voor de laatsten ook zijn uitwerking niet missen, om dat erover gesproken wordt op school, omdat de belangstelling voor den nood van de mede- menschen ermee is opgewekt. Het leert den kinderen, misschien veelal nog onbewust, dat de menschen in de wereld zijn, om elkaar bij te staan: dat het in dezen tijd niet meer aangaat, om te zeggen: ieder een moet maar voor zichzelf zorgen, maar dat onze medemenschen wel degelijk recht hebben op onzen steun, voor zoover die in ons vermogen ligt natuurlijk. Dat geldt niet alleen voor de kinderen, die tenslotte maar weinig kunnen doen. maar in de eerste plaats voor ons volwassenen. Het is ondenkbaar dat cr in onze dagen nog menschen zouden zijn, die zich met een schouderophalen zouden afwenden van de aanvragen om hulp, die bijna dagelijks ge daan worden. Niemand zal van ze verlangen, dat ze wanneer ze zelf van een karig inko men met moeite rondkomen, met kwistige hand gaven rondstrooien voor anderen, die het nog slechter hebben dan zij. Dat zou hen noodzaken schulden te maken, waardoor weer anderen zouden zijn gedupeerd, en daar wordt de economische toestand steeds slech ter door. Maar zij, die wol wat te missen hebben, zijn er niet met een enkel „neen" af. wanneer hun hulp wordt ingeroepen. Ook niet, wanneer zU zich dan beroepen op hot onzekere van de toekomst, wat hen zou dwingen om te bewa ren wat zij hebben. De toekomst is even on zeker voor iedereen: do geheele wereld economie staat op zulke losse schroeven, dat niemand met vrij groote zekerheid kan zeggen 'volledige zekerheid bestaat natuurlijk nooit) als deze noodtoestand voorbij is, ben ik weer in dezelfde positie van voorheen. Natuurlijk komt bij die hulp aan anderen nog een gevoelselement, dat wij vrouwen toch zeker lang niet mogen onderschatten. Of denkt U. dat liet prettig ls. om van zichzelf te moeten denken: ik help niemand, hoewel ik er. desnoods op bescheiden schaal, toe ln staat ben. maar ik zorg ervoor, dat ikzelf niet in moeilijkheden kom. Hoe zouden deze menschen hun geweten tot zwijgen weten te brengen, wanneer dat eens begon te spreken? Maar aan den anderen kant zijn er geluk kig nog velen, die mot plezier voor een ander wat over hpbben. die hun hulp geven waar ze noodig is, en die er zich ook zelf wel wat voor kunnen ontzeggen. Dat velen van hen dat op voorzichtige wijze doen. en zich voor uit goed op de hoogte stellen, van de betrouw baarheid van de aanvrage, is niet meer dan begrijpelijk, en het bewijst, dat zij slechts geven willen, waar dit werkelijk noodig ls. Ih kleiner vcm bindt dit de banden der families dikwijls nauwer samen; men voelt, dat men gezamenlijk de schouders moet zet ten onder de kisten van de huidige moeilijk heden. en dat legt een band van weerskanten, die het leven mooier maakt en het familie gevoel vergroot. Eén ding over die hulp moet mij echter nog van hot. hart: meen nu vooral niet dat uw goede vriendin of uw buurvrouw of een oppervlakkige bekende zich van alle ellende niets aantrekt, omdat zij er nooit over praat, dat zij ook haar steentje bijdraagt voor dc leniging van den nood. Bedenk, dat er altijd nog heel velen zijn, die helpen waar het noo dig Is. maar die er nooit een woord over zeg gen tegen anderen. Veroordeel daarom nie- mind zoolang ge geen zekerheid hebt. dat zij geen hulp geeft, cn probeer dan liever eerst nog, of ge ze niet tot helpen kunt bewegen. E. E. J.—P. EEN WARME JUMPER. De jumper is voor den winter een onont beerlijk kleedingstuk geworden ter vervan ging van de wollen dassen en sjaals en ves ten van eenige jaren terug. Men kan de jumper zeer goed als blouse dragen ,daar èn wat kleurschakeeringen èn wat patronen betreft, deze zoo af zijn. dat zij voor een mooie blouse niet onderdoen en veel warmer zijn. Niet alleenédames die aan sport doen. maar iedere werkende vrouw, die b.v. fietsende naar haar werk gaat. za! veel genot van dit warme kleedingstuk hebben. Onze afbeelding toont u een zeer eenvou dig model jumper met een V-vormigé hals. lange aansluitende manchetten en een flin ke breede tailleband, waardoor- de jumper zelf eenigszins kan overblousen en door den aansluitenden band toch goed over den rok blijft zitten. Dit blouse-model is in het dragen heel prettig cmdat het bovenste gedeelte vrij wijd is en dus niet al te strak om het lichaam sluit, maar sierlijk valt, terwijl het tweede voordeel is, dat eenigszins gezette dames, die eigenlijk jnocilijk een jumper kunnen dra gen, in dit model niet dik worden, doch in tegendeel door het overblousen slanker schij nen. RECEPT. Schapcnvicesch met tomaten voor 4 personen maakt men van 6 ons ma ger schapenvleesch (tot poulet gesneden), 60 gr. boter. 2 groote uien. 2 groote aardap pelen. 4 flinke tomaten, wat peper en zout en 1 eetlepel azijn, 2 theelepels maggi aroma. De uien snippert men fijn, laat ze in een ge sloten pan in de boter gaar smoren (14 uur). Voeg er het gewasschen vleesch bij. den azijn en peper en zout. Laat alles dan nog 1 2 uur smoren in de goed gesloten pan, voeg er dan de door een zeef gewreven rauwe tomaten bij, de in vieren gesneden aardappelen en zooveel water als noodig is om het gerecht van de noodige saus te voorzien. Dan laat men alles nog een 1/2 uur stoven en roert er dan de aroma door. Dan dient men het ge recht op in een dekschaal. Droge rijst, ma caroni of gekookte aardappelen worden er bij gepresenteerd. EEN LAPPENDEKEN. Voor wie er van houdt In zijn huLs dingen te hebben, die nergens, zelfs niet voor goed geld, to koop zijn, is het maken van een ouderwetschc lappendeken een werk, dat wel vrij wat geduld vergt, maar dat ook, als het eenmaal af ls. de nijvere maakster er van iederen koer, dat zij het pronkstuk ziet, het genoegehjkc gevoel zal peven van: „En dat heeft nou lekker bijna niemand anders!" De kosten zijn, tenminste als men in het bezit is van een goed voorziene lappenmand, vrij wel nihil mocht do inhoud er van niet heelemaa! toereikend zijn. dan kan men de aanvulling het best bij stukjes en beetjes tegelijk opscharrelen op uitverkoopen en de wekelijkcciie markt. Er zijn natuurlijk diverse manieren van maken mogelijk. Wil men het werk werkelijk als deken gebruiken, dan Ls de aardigste op lossing wel, dat men vierkante wollen lapjes van tier. bij tien centimeter knipt, deze alle omhaakt met wol (zooveel mogelijk verschil lende kleuren, en niet bang zijn voor helle, of zelfs ..gemeene" tinten die geven juist dikwijls een alleraardigst effect), en ze ten slotte met één kleur aan mekaar zet met een eenvoudige haaksteek of gewoon „over- handsch". Men haakt in diezelfde tint nog een rand van plcotjes om den deken heen, en het geval Ls klaar en keurig afgewerkt en al. Wil men het geheel nog eentje .schilder achtiger .dan kan van de deken ook op de Dultsche manier een reusachtig kussen ma ken dat men aan alle kanten dicht naait, na cr een goed passende voeringzak mot veeren (geen kapok!) in gedaan te hebben. Een der gelijke bedekking Ls vooral 's winters ver rukkelijk warm, en staat grappig boersch. Mocht men geen béhoefte hebben aan de kens, maar wel aan een tafelkleed, dan kan de lappendeken ook hier oplossing brengen. Men gebruikt hier alleen geen wollen lapjes, maar katoenen (op de uitverkoopen te ver krijgen in een verscheidenheid, die zelfs de meest flegmatieke liefhebster in opwinding brengen moet!) en knipt er geen vierkanten maar zeshoeken van. die men met de machi ne aan mekaar naait. Met rangschikken van de lichte en donkere lapjes in figuren kan men bovendien bijzonder aardige effecten verkrijgen, en aLs men eens één. of desnoods een paar middagen besteedt aan het uitleg gen van de lapjes op een groote eetkamerta fel, en ze dan door nummeren gereed maakt voor het aan elkaar naaien, zal men waar schijnlijk tot de conclusie komen, dat de re sultaten verrassend kunnen zijn. Afwerken door omzoomen, of met een heel fijne franje in fioloselle. D.M C\, of desnoods machinezij in zooveel mogelijk tinten, of in dc hoofd toon van het geheele werk. WILLY VAN DER TAK.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 9