Een St. Nicolaasvertelling.
DE AMBACHTEN IN DEN LOOP DER EEUWEN.
Sint de Onrechtvaardige.
HAARLEM'S DAGBLAD
Een reeks interessante vergelijkingen tusschen verleden en heden
ZATERDAG 5 DECEMBER 19311 dced dat °P z°o'n oer-komische wijze, dat
hij er een open.doekje voor kreeg. De ande-
ren volgden hem niet op dezen weg, maar
wisten toch ook nog climax in den luchtigen
toon te brengen.
Van deze onschuldige cocktail zal zeker
niemand den volgenden morgen katterig zijn
geweect. Dat zij in den smaak van het pu
bliek is gevallen, bewees de bijval van de
volle zaal. die bijzonder gul was met ap
plaus, in ni zelfs herhaaldelijk bij open doek.
Maar voor een volgende keer hoop ik voor
mijn persoon toch op een wat hartiger en
prettiger drank van dit voortreffelijk en
semble
De kleermaker.
De machine heeft in den arbeid van den
kleermaker een groote omkeering gebracht.
In. den gildentijd werd alles met de hand ge
naaid, hetgeen natuurlijk veel tijd vorderde.
Do uitvinding der naaimachine dagteekent
van 1854. Het was maar goed, dat onze voor
ouders zoo lang met hun kleederen deden,
anders zouden de kleermakers en de naai
sters handen te kort gekomen zijn, om er
voor te zorgen dat alle burgers er behoorlijk
uitzagen! Bij het trouwen werd een zwart
pak of japon aangeschaft, waarvan de stof
zóó degelijk was, dat menigeen er nog zijn
zilveren huwelijksfeest in vierde! De mode
was ook aan minder wijziging onderhevig.
De kleermakers werden dan ook niet rijk
van de gewone poorters, zij moesten het
hebben van het maken der kleurige kleeding
van de waardigheidsbekleeders, officieren
der schutterij, regenten en regentessen, of
het praalzieke deel van de gezeten burgers.
Toen de kleermaker nog slechts met de hand
naaide.
De teekening van den kleermaker uit de
17e eeuw is van Luiken, die in de „spiegel van
het menschelijk bedrijf" het volgende versje
bij dichtte
Het kleed is noodig in den tijd,
Maar beide, kleed en vlees, verslijt;
En daarom is er groote reden
Om uit te zien met ons gemoed.
Naar hemels stof en heilig goed,
Dat ons voor eeuwig mogt bekleeden.
In den eersten tijd waren de snijders in
de meeste steden in één gilde vereenigd met
de droogscheerders, de mannen die het laken
scheerden, maar er kwamen in de grootste
sleden van beide vakken zooveel beoefenaars
dat elke groep zonder bezwaar zelfstandig
kon bestaan. In een vorig artikel wezen
wij er reeds op, dat de beoefenaars van twee
verschillende ambachten soms noodgedwon
gen in één gild vereenigd waren, omdat an
ti ers de kosten niet gedragen konden worden.
Elk gilde had namelijk een volledige admi
nistratie bij te houden, de overlieden kre
gen voor hun bestuurswerkzaamheden, die
soms veel tijd in beslag namen, een vergoe
ding, de gildeknecht moest betaald worden,
het onderhoud van het gildehuis bracht ook
zijn kosten mee, terwijl vooral veel geld ge-
altaar in de kerk.
mooid was met het onderhoud van het eigen
Te Haarlem waren de snijders vereenigd in
het klcer- en keurslijfmakersgilde. De
droogscheerders hebben zich na tic afschei
ding in 1535 een eigen, altaar in de St.-Bavo
gesticht.
Er waren in den tijd te Haarlem heel wat
wilden die bij het weversbedrijf betrokken
waren. Wij vinden op het archief aanteeke-
nlngen over het Drapeniers- en Lakenwe-
versgild, terwijl er ook nog zooveel bonte
lijn wadenwevers waren, dat die een eigen
gild konden financieren.Ook de Lakenkoo-
pers waren zelfstandig. Het Lakenkoopers-
veld (de grond ten zuiden van den Raamsin-
gcl) was indertijd eigendom van dit gild.
Dc droogscheerder die vroeger met den
kleermaker in één gilde
vereenigd was.
In den gildetijd waren er alleen kleine
klecrmakersbedrijven. Een Mr. kleermaker
werkte met een knecht en oen leerling. Na oc
invoering van de machine zijn de groote con
tractie fabrieken gekomen, maar in het alge
meen Is de meerderheid van de kleermakers
thuis het bedrijf blijven uitoefenen. De
meeste klcermakerszaken werken voor de
maatafdeellng met thuiswerkers, dat zijn
werklieden die een eigen bedrijfje thuis heb
ben ingericht en behalve voor den winkel
ook voor particuliere klanten werken.
Alleen de coupeur (de kleermaker die de
maat neemt, de stof snijdt en het door den
thuiswerker gemaakte kleedingstuk past) is
vast aan den winkel verbonden.
Aan oio confectie-afdeoling (groote confec
tiefabrieken bestaan te Haarlem niet) heeft
bovendien een pompier in. dienst, dat is een
kleermaker. aou het c*aIecU*»erk «Ut
op fabrieken elders gemaakt wordt) kleine
veranderingen aanbrengt, om het in overeen
stemming te brengen met het lichaam van
den kooper.
In vroeger eeuwen kende men het confec
tiewerk niet. Alles was toen maatwerk. Elke
kleermaker was toen zijn eigen coupeur. Het
is trouwens nog een elsch voor een geves-
tigden kleermakeT, dat hij kan maatnemen
en snijden.
In de vakopleiding van kleermakers is nog
weinig veranderd. Die geschiedt ook nu nog
bij den mr. kleermaker thuis, die een of meer
leerlingen in het vak bekwaamd. Voor cou
peurs zijn evenwel inrichtingen van onder
wijs.
Dc kleermakers hadden het vroeger nog al
eens te kwaad met de „kleerkoopers". Dat
waren menschen die oude kleeren langs de
huizen opkochten, die zelfs verstelden, om de
opgelapte broeken en jassen daarna weer te
koop aan. te bieden. Zij konden hun waren
zoo goedkoop aanbieden (en toch een zoet
winstje maken!) dat de snijders zich bena
deeld achtten. Er werd door de overheid ge
tracht een verzoening tot stand te bren
gen door te bepalen, dat de „kleerkoopei's"
aan het kleermakersgild moesten contri-
bueeren (dus de lasten, van het gild helpen
dragen) maar het bleef een geharrewar. De
„kleerkoopers" moesten 12 guldon aan het
gild betalen om het recht te krijgen een
winkel te openen, maar dat was blijkbaar
niet genoeg om den prijs der oude kleeren
zooveel te verhoogen, dat de snijders niet
meer over concurrentie te klagen hadden.
Aan de Nieuwe Gracht nabij de Kruisbru?
werd vroeger het gildehuis der kieer- en
keurslijfmakers gevonden, dat in 1686 werd
gebouwd. In den gevelsteen stond te lezen:
Schoon 't laken en de stof,
Heel treflich is geweeve,
Ten heeft nogh geen fatsoen.
Den mensch te kleen na 't leve,
De schaer die breeckt het eerst,
En 't wert weer zoo gevoecht
Dat boer en edelman
Te samen syn vernoccht.'.
Van dit gilde werd het eerst melding ge
maakt in 1560. Ingevolge een proclamatie
van het Uitvoerend Bewmd dd. 5 October
1798, werd het tegelijk met andere gilden op
geheven. Daardoor gingen de gildegoederen.
alsook het gildehuis, aan dc stad over In
1853 werd het huis in een publieke veiling
voor f 2050 verkocht.
De broeders van het gilde legden zich
ook op de rederijkerskunst toe. De snijders
van Haarlem pleegden bij den grooten. om-
meganch van St. Jansmisse het „Waghcn-
spel van den bergh van Thabor" te spelen.
De kleer- en keurslijfmakers hadden ook
een eigen altaar in de St.-Bavolcerk. Dit al
taar der transfiguratie (gedaanteverande
ring) der heeren, was bekend als het ,.Sny-
dersoutaer". Bij dit altaar behoorde een
eigen beschilderd glasvenster der kerk, het
geen bewezen wordt uit een rekening betref
fende hot herstel van dit raam.
C. J. v. T.
LETTEREN EN KUNST
HET TOONEEL
Centraal Tooneel-Theater.
KLOKSLAC 12.
Een „vroolijke cocktail" noemen Maltby en
Wynne hun stuk „Klokslag 12'. dat wfj gis
teren van het gezelschap van Louis de Bree in
den Schouwburg Jansweg hebben gezjen. Vijf
tig druppels klucht, twintig druppels blijspel,
tien druppels levenswijsheid, honderd drup
pels onzin en dat flink dooreen geschud met
water en klaar was de cocktail, die wij te
drinken kregen. Het was niet bepaald een
drank om tipsy van te woi'den. De smaak was
wat zoetig cn flauw en nu en dan deed dezo
cocktail ook wat verschaald aan, alsof zij erg
lang gelegen had, Wanneer wij in het pro
gramma niet gelezen hadden, dat deze drank
uit Engeland kwam, zouden wij hebben ge
zegd, dat het recept uit Duitschland afkomstig
was. Maar bij het drinken van een cocktail,
komt hot er voor een groot deel op aan, waar
en hoe ze wordt opgediend cn dat was giste
ren best in orde. Een zaal met louter genoc
gelijke, vroolijk gestemde menschen. die de
cocktail savoureerden, alsof het een Goden
drank was. En de dames cn heeren. die z<
ons serveerden, deden dat op een zoo char
mante en beminnelijke wijze, dat het on-
heusch zou schijnen er iets onvriendelijks
van te zeggen.
Van niets hebben de artisten van het Cen
traal Tooneel iets weten te maken en dat is
ook een kunst cn geen kleine zelfs. Welk een
voortreffelijk ensemble is dit troepje van
Louis de Bree. Uit zoo'n niemandalletje
want. niet waar dat was het toch feitelijk,
deze vroolijke cocktail weten zij alles te
halen, wat er uit te halen valt. Zij speelden
dit kluchtige gevalletje met een verve, een
charme en een zoo lichten toets, dat wij ten
slotte bijna ook zouden zijn gaan gelooven,
dat deze cocktail wonder wat was.
Mien van Kerckhoven gaf „Oma" met zoo'n
levendig entrain, dat wij de verliefdheid van
de heeren en de jatoezie der dames volko
men konden verklaren. Moeilijker viel het
ons, om het goedige geloof in deze opoe van
het hcelc gezelschap te accepteeren, maar
dat was de werking van de vijftig druppels
klucht. De twintig druppels blijspel kregen
wij in het eerste bedrijf, waarin de dames
en hoeren de verveling cn de kleine ruzie
tjes zoo fijn en prachtig op elkaar afge
stemd speelden. De drie paren Mary Dressel-
huys—Joh. Kaart. Lily Bouwmeester—Flor
la Roche en Guus Chrispijn—Philippe la
Chapelle gaven de verloofden, de pas ge
trouwden en de lang gehuwden met hun
eigen cachet karakteristiek cn geestig weer.
En daartusschcn door zeilde Louise de Bree
allervermakelijkst als de eeuwige vrijgezel,
die ten slotte gekoppe'd zou worden aan
oma. die geen oma was. Dat was van allen
uitstekend spel en van de Bree een staaltje
van zeer knappe regie.
Ook in II heeft Louis dc Bree den blij-
speltoon stcedsf weten vast te houden tot
heil van de schrijvers en het stuk. Het zou
met dat telkens herhalen van hetze'fdc 1
motief anders licht ongenietbaar zijn ge
worden. In het laatste bedrijf stapte Johan
K*art Bardoes «ver üt atc Klacht, maar hij
J- B. SCHUIL
EDUARD VAN BEINUM EN
HET U.S. O.
VOORLOOPIG LEIDER VAN EEN AANTAL
CONCERTEN.
Volgens Het Volk zal de heer Eduard van
Beinum zich voorloopig met de leiding van
het Utrechtsch Stedelijk Orkest belasten. Ge -
durende de maand December zal hij de con
certen leiden, welke termijn echter voor uit
breiding vatbaar is. De heer Cornells Dopper
is bereid gevonden zoo noodig eenige concer
ten te Amsterdam van den heer Van Beinum
over te nemen.
ONTVANGEN BOEKEN.
Binnenvaart-AImanak 1932.
Wij ontvingen de jaargang 1932 -van de
Binnenvaart-AImanak, jaarboekje van 'het on
derwijsfonds voor de Binnenvaart. De uitgave
is bedoeld als propaganda voor het vakonder
wijs en lager onderwijs voor schippers en
schipperskinderen. Zooals gewoonlijk bevat
de almanak een groot aantal wetenswaardig
heden, niet alleen voor belanghebbenden,
maar ook voor beoefenaars van watersport.
AVIOLANDA EN DE SNELLE
INDiëVLUCHT.
De heer Burgerhout zal gaarne
meewerken.
PLANNEN ECHTER NOG NIET GEMAAKT..
Over de plannen voor een vlucht naar
Tndië in droe dagen heeft de heer A. Burger
hout, directeur van de vliegboten fabriek
„Violanda" te Papendrecht aan de Tel. mee
gedeeld, dat hij de publicatie zeer praema-
tuur acht. De bouw van het vliegtuig brengt
buitengewone moeilijkheden mee, niet juist
is bovendien- dat de beste krachten van
Aviolanda zich er reeds mee bezig gehouden
hebben, in April wordt eerst begonnen met
het. maken van le plannen.
De heer Burgerhout achtte het zonder
eenige twijfel mogelijk om in zes dagen naar
Indiè en terug te vliegen-, mits de menschen
in den stuurstoel het physiek kunnen uit
houden. Ook dat moet men niet onderschat
ten. Er zal een ijzeren natuur voor noodig
zijn om bestand te blijven tegen invloeden
van de klimaatwisselingen, wanneer men
plotseling van de koude Hollandsche mist
wordt overgeplant in de tropische hitte. De
heer Burgerhout was er echter van overtuigd,
dat het er eens van zal komen. De heer Bur
gerhout eindigde met de verklaring tegeven,
dat hij gaarne zal medewerken aan een wel
overwogen plan, mits niets aan het toeval
wordt overgelaten.
STEUN AAN DEN TUINBOUW IN
WEST-FRIESLAND.
OOK CREDIETEN AAN BREEZAND'S
BOLLENCULTUUR.
Bij nota van wijziging. Ingediend door den
minister van binnenlandsche zaken, worden
nader uitgetrokken rentelooze voorschotten
ten behoeve van den groven tuinbouw in
West Friesland ten bedrage van 700.000 en
50.000 ten behoeve van de bloembollenteelt
te Breezand. gemeente Anna Paulowna.
De minister wil voor de bloembollencultuur
te Breezand credieten leenen tot een derde
van het beschikbaar te stellen kapitaal, on
der voorwaarde, dat door de gemeente en van
particuliere zijde, voornamelijk bankinstel
lingen, ieder voor een derde wordt bijgedra
gen.
MET EEN PUNTER NAAR EEN
GESTRANDE BOTTER.
VIER JONGELUI REDDEN TWEE
OPVARENDEN.
Over de stranding van een Harderwijker
botter bij Kuinre meldt de Tel. nog, dat nadat
de Öarderwijk 17 gerapporteerd had, dat de
Harderwijk 129 op een zandplaat was geloo-
pen. vier mannen uit Kuinre. G. Vlsscher, J.
dc Boer. G. Postma en G. Harder met een
punter zijn uitgevaren om de schipbreuke
lingen van boord te halen. In den stroom
werd het kleine vaartuig op de golfbrekers
geworpen, doch opnieuw ging men to water.
Men moest de pogingen tenslotte echter op
geven.
Tegen acht uur probeerden de jongelui het
noemaals. Burgemeester Bartjen van Kuinre
wilde mee, doch moest wegens overbelasting
van den punter daarvan afzien. Tegen half
elf werd het gestrande vaartuig bereikt; de
opvarenden, K. Petersen en H. de Boer. wer
den oververmoeid en verkleumd bij het ka
cheltje in de roef gevonden Zij werden in
den punter opgenomen en door de branding
naar den wal gebracht. Precies twaalf lau
werden de moedige redders door autoriteiten
en burgerij ingehaald.
Als onze kleine jongen, die nu nog in zijn
wieg ligt te spartelen, eenmaal de leeftijd
heeft, waarop men 's morgens met hoogroode
kleur uit z'n bedje sluipt om te zien of in de
nacht het wonder is gebeurd, of het witte
paard heusch het stuk roggebrood heeft op
gegeten en of de Zwarte Piet er een choco
ladeletter of een stuk borstplaat voor in de
plaats heeft gelegd, dan zullen we niet na
laten hem het oude sprookje van de goede
heilige te vertellen. Ik zou het hart niet heb
ben mijn kleine jongen te onthouden alle
heerlijkheid die voor een kinderziel verbon
den is aan het verblijf van Sint Nicolaas in
ons land. Het bericht op school, dat de Sint is
aangekomen „Heusch waar! De vader van
Riekje Jansen heeft zelf de boot aan zien ko
men in Amsterdam!" Het verrukkelijke grie
zelen bij een onverwachts gestommel in de
gang, het beverig gezang onder den schoor
steen om Sint te bedanken. Nee, onze jongen
mag dat niet missen. En tochHet is de
Sint geweest, die het eerst mijn kindergeloof
geschokt heeft. Mijn geloof, dat alles in de
wereld „was zooals het zijn moest", mijn
onbegrensd vertrouwen in de groote men
schen.
Ik moet toen een jaar of vijf geweest zijn.
Wij woonden in een klein dorp in het Noor
den van Groningen. Met de dorpskinderen
kwam ik weinig in aanraking; in elk geval
had ik nooit het gevoel gekregen dat er iets
onrechtvaardigs in was dat wij rijker waren
dan zij. Integendeel! Ik benijdde hen dikwijls.
Alle kinderen in het dorp liepen op klompen;
waarom moest ik schoenen dragen? Alle boe
renmeisjes droegen een ronde kam. die hun
piekhaartjes glad achterover streek; waar
om moest ik een haarlint in mijn haar heb
ben? Het is niet prettig een uitzondering te
zijn op den regel, en ik was die uitzondering.
Maar toen kwam dat bewuste St. Nicolaas-
feest. Ik was op den morgen van 6 December
van de eene verrukking in de andere geval
len. Onder de piano, achter de gordijnen, op
dc schoorsteen overal had de Sint 's nachts
speelgoed en lekkers verstopt, een rijkdom
ineens, die ik niet kon overzien.
Overgelukkig trok ik na het ontbijt het dorp
in, om een boodschap voor moeder te doen.
Ik moest naar het kruidenierswinkeltje van
vrouw Van Byssum. Voor het huis stond Allie,
de jongste van haar zeven kinderen. Ik kende
hem wel. want hij was even oud als ik en
kwam soms met zijn moeder mee, als die in
een groote mand de boodschappen bracht. Ik
was blij, want hier had ik iemand, bij wien
ik mijn blijdschap kon luchten. ,Dag Allie!"
zei ik. Hij zei niets terug, maar knikte. HIJ
keek niet zoo blij als ik van hem verwachtte
op den morgen van 6 December. Maar daar
dacht ik niet verder over na. Struikelend oï»:
mijn woorden, somde ik alle schatten op
Sinterklaas mij dien nacht gebracht had. zijn
blauwe oogen werden grooter en grooter,
maar hij zei niets. Eindelijk vroeg ik:
wat heb jij gekregen?"
Toen klonk het kortaf: „Een stoetkereltje".
Stoetkereltjes waren poppetjes van brood
(stoet brood) met oogen. neus en mond
van krenten, die voor de feestdagen, in 't bij,
zonder voor Palm-Paschen, gebakken werden.
Ze zagen er wel grappig uit, maar ze smaak
ten niet lekker. „Ja. en verder?" drong ik
aan. „Verder? Niks." „Nee", schudde
hij met zijn hoofd. Hij keek naar den grond
en schuurde met zijn eenen klomp over den
afidere.
„Maarhaperde ik. Ik kwam niet ver-
der. Allerlei gedachten dwarrelden door mijn
hoofd. Dat kón toch niet! Was Allie mis
schien stout geweest? Maar ik wist dat Allie
een heel lief jongetjes was, en zelf was ik
lang niet altijd zoet geweest! En de Sint die
zooveel wonderen kan doen, kan toch niet
een lief jongetje vergeten! Bovendien: hij
had hem immers niet vergeten, want hij had
hem een stoetkereltje gebracht!
Hoe ik ook dacht, het. was alles volkomen
raadselachtig en duister. ,,IIeb je soms niet
voor Sinterklaas gezongen?" vroeg ik einde
lijk schuchter. Hij boorde putjes in het zand
met zijn klompje, en glimlachte. Het was een
triestige en vroegwijze glimlach die mij een
hopeloos treurig en verlaten gevoel gaf.
,.uag Allie" fluisterde ik aarzelend en ik
slofte terug naar huis. Het kwartje dat moe
der me meegegeven had. hield ik nog altijd
krampachtig in mijn knuistje geklemd, maar
ik dacht er niet aan, dat ik de boodschap
vergeten had.
Thuis probeerde moeder een oplossing te
geven: ,.de Sint had zeker niet meer bij zich
gehad. Het volgend jaar zou hij dan het eerst
naar Allie toe gaan, en hem een heeleboel
speelgoed brengen".
Maar de eerste twijfel was mijn hartje
binnengeslopen, twijfel aan de volmaaktheid
van de Heilige, van wie moeder zelf toch ver*
teld had. dat hij zoo goed was en zoo wijs!
Later zijn er wel meer zulke teleurstellingen
gevolgd, teleurstellingen die stuk voor stuk
ons kinderparaaijs afbreken en die ons mid
den in de koude werkelijkheid plaatsen. Maar
deze eerste is me altijd bijgebleven.
G. A. FREVEL—NANNINGA.
SCHADELIJKE WERKING VAN
AMSTERDAM S NIEUWE BELASTINGEN.
Het orgaan van de Nederlandsche Ver
eeniging van Werkgevers maakt melding van
een geval van een harer leden te Amsterdam,
die een aanbieding om een buitenlandsch
product te gaan vervaardigen moest af wij
zen, wegens de hooge kosten, waarop de
nieuwe brandverzekeringsbelasting en de
zakelijke belasting op het bedrijf hem joegen
bij de uitbreiding van zijn bedrijf. Zoo ging
een nieuwe bron van inkomsten voor de in
dustrie verloren.
DE EERSTE KAMER OVER DE TARIEFS-
VERHOOGING.
Verschenen is het voorloopig verslag der
Eerste Kamer over het door de Tweede Ka
mer aangenomen wetsontwerp tot verhooging
van het tarief van invoerrechten. Nieuwe ge
zichtspunten zijn er niet in vermeld.
DE V.A.R.A. OP DEN VERSTERKTEN
ZENDER.
Zaterdagochtend is de V.A.R.A. begonnen
uit te zenden op den versterkten 298 M.
zender.
SCHEEPVAARTBERICHTEN
Abbekerk 4 Dec. te Antwerpen, Rotterdam
n. Japan.
BaJoeran 4 Dec. van Signapore, Batavia n.
Rotterdam.
Baarn 2 Dec. van Valparaiso naar Amster
dam.
Binnendijk 4 Dec. v.m. v. Batavia n. New
York.
Ohristiaan Huygens 3 Dec. van Colombo,
Amsterdam n. Batavia.
Colombia 2 Dec. van Barbados naar Port
Limon.
Dinteldijk 3 Dec. v,m. v. Cristobal, Rotter-
terdam n. de Pacifickust.
Edam, 3 Dec. v.m. te Tampico van Rotter
dam.
Kota Tjandi 4 Dec. 2 u. te Bremen van
Hamburg.
Kota Radja p. 3 Dec. 20 u. Ouessant, Rot
terdam n. Batavia.
Lochmonar 3 Dec. n.m. v. Liverpool, Paci
fickust n. Rotterdam.
Maaskerk 3 Dec., v. Bordeaux n. Las Palmas
Amsterdam n. West-Afrika.
Niokerie 3 Dec. te Paramaribo van Amster
dam.
Oranje-Nassau 3 Dec. te New York v. West-
Indië.
Foelau Laut 2 Dec. van Singapore, Batavia
n. Amsterdam.
Poelau Roebiah p. 2 Dec. Gibraltar, Amster
dam n. Batavia.
Poelau Tello 3 Dec. nm. van Amsterdam n.
Londen.
Rijnland p. 4 Dec. 10 u. Ouessant, Buenos
Aires n. Amsterdam.
Randfontein 3 Dec. te Port Sudan, Rotter
dam n. Beira.
Reggestroom 3 Dec. té Hamburg van Bre
men.
Slamat 4 Dec. 7 u. v. Port Said, Batavia
n. Rotterdam.
Sigli 3 Dec. te Belawan Deli.
Simon Bolivar 3 Dcc. 11 u. Barbados n.
Plymouth en Amsterdam
Serooskerk 4 Dec. v. Rotterdam n. Japan.
Talisse p. 3 Dec. Gibraltar, Australië naar
Rotterdam.
Tjimanoek 2 Dec. van Hongkong naar
Batavia.
Tjibadak 3 Dec. van Shanghai n. Batavia.
Tjisandane 2 Dec. van Batavia n. Hongkong.
Ulysses p. 3 Dec. v. Batavia n. Hongkong,
en Amsterdam.
Van Heutz 2 Dec. te Hongkong.
Waalkerk 3 Dec. te Port Elisabeth v. Oost-
Londen.
Zaanland 3 Dec. 18 u. van Santos Buenos
Aires n. Amsterdam.
Zeclandia 3 Dec. 16 u. van Rio Grande, Am
sterdam n. Buenos Aires.
Duisburg van Japan p. 4 Dec. Rio Grande,
Amsterdam n. Buenos Aires.
LANGS DE STRAAT.
V redesspeelgoed.
De heele winkel is vol speelgoed. Poppen
trams en treinen, vliegmachines, eenden op
rolletjes, blokkendoozen, teddybeertjes.
Naast me zoeken twee tantes een passend
Sinterklaasgeschenk uit voor een klein
nichtje. De oudste tante tegen de tachtig
is zelf verrukt van de poppenserviesjes en de
steenen babies-ïn-badjes. Ze zou, geloof ik,
wel alles zóó wallen koopen en er fijn zelf
mee spelen!
De andere tante is jonger en ziet er prin
cipieel uit. Gestreng inspecteert zij al het uit
gestalde speelgoed en begint dan de winkel
juffrouw te verhooren:
„Juffrouw! hebt u hier ook kanonnen, tanks
en ander oorlogstuig?"
De juffrouw, die juist een bel-op-wieletjes
wil demonstreeren, antwoordt zoo neutraal
mogelijk:
„Dat is te zeggen, ziet u, Ihebben wel. maar
we zetten het niet in de winkel. We zijn
niet van die riohting, ziet. u. Maarals u
er prijs op stelt, dan heb ik in ?t magazijn
heel aardige soldaatjes en voordeelig ook
Tante schermt afwerend. .Heen juffrouw,
dank u. Ik ben voor den vrede. Het doet
ine genoegen dat er hier ook zoo over ge
dacht wordt.en opeens staat er tusschen
winkeljuffrouw en klant een boom overeind.
Ik kijk de winkel rond. Indeordaad is ner
gens oorlogsspeelgoed te bekennen. Zijn er
dus heusch nog menschen die hun pacifis
tische ideeën in praktijk brengen?
Een luid gebel schrikt me op. De oudste
tante, die blijkbaar weinig voelt voor paci
fisme, cn véél voor speelgoed, is de bel-op-
wieletjes aan het beproeven. Op een sukkel
drafje loopt ze de lange smalle winkel door,
de bel achter zich aan. Twaalf meter heen,
twaalf meter terug. Tingeling.
Naast me een brokstuk gesprek: „en als
we er nu allemaal maar voor vechten juf
frouw. dan komen we er". Op tantes mantel
prijkt het gebroken geweertje. Zij. en de juf
frouw misschien en ik, en nog vele anderen..,
ik denk aan de Vlaamsche pacifisten die ik
sprak, nog geen week geleden, en die óók
zeiden: we komen erOnpractische idealis
ten? Ijlhoofden? Of.profeten?
Tingeling. Weer rijdt de bel rakelings langs
me heen, strandt tegen mijn schoenpunt en
derailleert. De consternatie die nu volgt brengt
het gesprek terug op zakelijk terrein.
Tot aanschaffing van de bel wordt beslo
ten. Het doet do oudste tante zichtbaar ge
noegen. Ze verheugt zich misschien al op een
beltoertje om de tafel, voordat het cadeau
voor nichtje moet worden ingepakt. Zalig zijn
de eenvoudigen van geestWat bekommert
het oude dametje zich om wereldproblemen,
crisis, oorlog?
JEn nu nog wat blokken"" decreteert vrc-
destante. als de bel ingepakt en betaald is.
En wanneer dan de blokken op tafel komen,
vraagt ze: „mag ik de voorstellingen even
zien, juffrouw?"
Dc lorgnet gaat er voor op en aandachtig
spiedt ze alle bonte plaatjes langs.
Bij op één na het laatste blok betrekt haar
gezicht. ..Juffrouw, wat is dit?"
De juffrouw moet benepen erkennen, dat
het een schildwacht is.
,Dan neem ik die blokken niet. We moeten
aan de opvoeding der jeugd denken, juffrouw
Kom Marie".
En daar gaan ze samen langs de rijen
glazigkijkende poppen de winkel uit. Marie
met de bel prijkt nog in 't voorbijgaan be-
geerig naar een groote witte beer. En vredes-
tante resoluut voorop volkomen bereid om
in de eerstvolgende winkel wéér haar over
tuiging te belijden
Óverdreven? Misschien. Maar er moesten
er meer zoo zijn.
L.