MEÜBhClkMOUB ZIJN ONZE HOTELS DUUR? r- - St. Nicolaas of de Lof der zoetheid. N DEN TUIN ZATERDAG 5 DECEMBER 1931 BIJVOEGSEL'VAN HAARLEM'S DAGBLAD VIJFDE BLAD Van chocolade, speculaas en marsepein. „Het St. Nikolaasfeest", van Jan Steen. St. Nicolaas is zonder deze drie paladijnen bijna ondenkbaar. Het trio vergezelt hem op zijn tochten over daken en door schoorstee- nen en heel de St. Nicolaastijd zingt den lof der zoetheid. De chocolade kennen we natuurlijk alle maal, zoowel in eetbaren als in drinkbaren vorm. De laatste is de oudste, de tabletten zijn van veel jongeren datum. De Spanjaarden, die in 1516 onder Ferdi nand Cortez Mexico veroverden, maakten daar voor het eerst kennis met den cacao- boom, die bij de inboorlingen in hooge ver eering stond en welks vruchten zelfs als ruil middel dienst deden. Uit de vruchten bereidde men een drank, die den naam droeg van „chocolatl". Hiertoe werden de vruchten geroosterd en fijnge stampt, met water gekookt en daarna met kruiden vermengd. Hij viel bij de Spanjaar den bijzonder in den smaak en Cortez zond de cacao in den vorm van koekjes naar het hof van Karei V. Langzamerhand verbreidde de cacao zich over andere landen van Europa en drong ook tot onze streken door. Merkwaardig is. dat hoewel de chocolade in vasten vorm werd verkocht, men ze niet at, doch oploste en als drank gebruikte; heel erg lekker moet ze naar onzen smaak niet geweest zijn, want ze was een slecht verteerbaar, vet papje. Het was de thans zoo bekende firma van Houten, wie het in 1828 mocht gelukken, om het vet gedeeltelijk te verwijderen, door het gehalte terug te brengen van 50 tot 30 pet. en van de overgebleven massa het cacaopoe der te fabriceeren. Vóór dien tijd werkten de cacaofabrieken nog tamelijk primitief; men roosterde de uit Amerika ingevoerde boonen, maalde ze tot een dikke pap, goot ze in vormen en liet ze afkoelen. Zóó ontstonden de chocoladekoek jes, die echter veel te bitter en te vet waren om ze te eten en ze dienden dan ook uitslui tend om te raspen, waarna men ze. zooals we reeds opmerkten, met warme melk en suiker aanmengde. De meeste kwamen uit Zeeland en waren te verkrijgen in vijf verschillende kwalitei ten, die met. de letter A werden aangege ven. Hoe grooter getal A's, hoe beter de kwa liteit. Ook na de uitvinding van Van Houten, hielden de Zeeuwsche fabrikanten zich aan hun oude systeem. Eén voor één moesten ze echter voor dun conservatisme boeten, de eens zoo bloeiende cacao-industrle ging te niet en het centrum verplaatste zich naar Amsterdam en omgeving. De oudste vorm van speculaas is de taai taai. Om de soms merkwaardige vormen van speculaas en taai-taai te begrijpen, moeten we teruggaan naar de tijden, dat nog dieren offers werden opgedragen. Met het opkomen van den akkerbouw werd het brood het sur rogaat voor het dierlijke offer. Dit is een al gemeen verschijnsel en naarmate een volk een bepaalden graad van ontwikkeling be reikte en zich ging toeleggen op cultiveering van den bodem, komt in plaats en ook dik wijls nog naast 't dierlijke offer, het offer der veldvruchten en van het brood. Doch om slechts bij ons land te blijven, zoo'n merkwaardig offerbrood vinden we nog in onzen beroemden duivekater, die terug gaat tot den oudsten vorm van het offer uit den eersten tijd van den akkerbouw. De bijgeloovige, heidensche mensch zocht hulp en steun bij den vruchtbaarheidsdemon dien hij zich steeds dacht als een mannelijk dier: een zwijn, een bok, een haan, een haas of een kater; de laatste schijnt in ons land bijzonder geliefd geweest te zijn en den de mon offerde men zijn evenbeeld in den ka ter, die later duive(l)kater werd genoemd. Zeer waarschijnlijk hebben we dus in het woord duivekater een vermenging te zien van Christen- en Heidendom, in de samenstel ling: duivel en kater. Tegenwoordig komt hij niet meer als feest gebak voor. maar zoowel op de beroemde ..St. Nicolaasavond" van Jan Steen, als op ..Bak ker Oostwaard" van' denzelfden schilder, vinden we een duivekater afgebeeld. In de speculaaskoekjes met hun eigenaardige vor men kunnen we nog het laatste overblijfsel terugvinden van de heidensche offerkoeken in diervorm. Vroeger werd veel werk gemaakt van het snijden der figuren voor speculaas en taai taai en die oude figuurplanken, de ..pren ten". worden in musea en door verzame laars nog als kostbare staaltjes van naieve volkskunst bewaard. Een andere speciaie St. Nicolaas-lekkernij is het marsepein, waarvan de bestanddeelen beter bekend zijn dan de naamoorsprong. Wellicht is de naam ontstaan uit Marei panis iMarcusbroodjeh dat tijdens een he- vigen hongersnood in Duitsohland en Oos tenrijk tegen hoogen prijs verkocht werd. Anderen zoeken den oorsprong in Venetië, waar St. Marcus, de patroon der stad. zijn naam aan het marsepein zou hebben ge schonken. Oorspronkelijk werd deze lekkernij ge maakt door de apothekers. Later namen de koekbakkers een gedeelte van deze taak over en zoo verhuisde ook de marsepein van de apotheek naar den suikerbakker. Aanvankelijk had het meestal den vorm van een hart en was met een laag witte sui ker bedekt, bovenop waren gekleurde figuur tjes aangebracht, zooals een altaartje met een vlammend hart. een cupldo'tje en derge lijke diepzinnige symbolen. Z'n buurmeisje zoo'n marsepeinen hart met een grooter. vrijer thuis te zenden, dat was in vroeger tijd de bevalligste vorm van liefdesverkla ring. W. S. Groen blijvende Houtgewassen. Deze gewassen worden in 2 groepen ver deeld. Namelijk in de groep der „conifeeren of kegeldragers" (het z.g. „naaldhout") en die der „bladhoudende heesters". Natuurlijk verwisselen deze gewassen ook van tijd tot tijd hun oude bladen of naalden voor nieuwe maar het geschiedt hier lang niet jaarlijks en op e enveel minder opvallende manier, dan het geval is bij de bocmen en heesters die alle winters kaal zijn. Evenals de vruchtheesters, waar ik ver- al eerder over schreef, moesten deze groen- blijvende gewassen in iederen turn worden aangeplant. Zij zijn van de grootste beteeke- nis gedurende den winter. Als alle andere boomen en heesters, na de eerste flinke nacht vorst, hun bladeren hebben laten vallen, gaan wij eens echt genieten van het blijven de groen en de kleurige vruchtjes, die nu alle maal pas goed tot hun recht komen. De kegeldragers komen gewoonlijk het mooist uit, wanneer zij alleen staan, of in groepen van een of meer soorten tezamen geplant zijn. Om tot hun volle, schoone ont wikkeling te kunnen komen, moeten zij aan alle zijden licht en lucht hebben, zij moeten dus ruim geplant worden. Dennen, sparren en jeneverbessen verte genwoordigen wel de meest bekende conifee- rcn. Er zijn verschillende gekweekte vormen die. vooral voor kleine tuinen, beter geschikt- zijn dan de in het wild voorkomende soor ten. Het is onmogelijk hier een volledig over zicht te geven van alle conifeeren die voor onze tuinen gebruikt kunnen worden, het zou een lijst worden om van te duizelen. Taxus. Thuya, Thuopsi, Pinus, Abies, Picea, enz. zij zijn er allen in zooveel vormen en verscheidenheden! Wel wil ik er even op wijzen, dat er van bijna alle kegeldragers variëteiten zijn, die klein blijven, die dus voor voortuintjes b.v. prachtig materiaal vor men. Juni paris nana. Picea Remonti. Pinus mon- fcana Mughus, Chamaecyparis obtusa nana en vele anderen. Kent u de z.g. Apenpuzzle? (Araucaria). Deze boem heeft misschien zijn aantrekkingskracht te danken aan zijn zeer uithcemschsn vorm, maar juist door dien vreemden vorm is hij niot geheel winterhard, ik kan hem niemand aan raden. Wie eenige conifeeren wenscht aan te plan ten. raad ik aan een deskundige te raadplegen omtrent de keus. veel hangt af van de ruimte die beschikbaar is. Bij de bladhoudende gewassen is de keus niet zoo uitgebreid, wei bestaan cr massa's verschillende soorten van deze groenblijvers, doch het aantal, dat bij ons winterhard is, is eenigsztns beperkt. Nu moet men niet den ken, dat er dus niet anders zijn dan de alom bekende, acuba's. hulsten en laurieren. Er zijn cr toch nog zooveel, dat ik ze hier niet- allen kan bespreken! Een voordeel voor velen, die slechts over een klein stukje grond beschikken, is, dat de meeste grcenblijvcnde struiken langzame groeiers zijn. Ondanks dit feit. hebben zij be hoefte aan een jaarlijksche flinke bemesting, teneinde sterk a-noeg te blijven om een flinke vorst te weerstaan. Bovendien wordt het blad door een goede bemesting mooier van kleur! Voor kleine tuinen wil ik de aandacht eens vestigen op de kruipende Evor.ymus iaponica radicans die zoo'n prachtige grond- bedekking vormt, Tot- de wintergroenen kunnen wij ook ver- vers cl lillende Heidesoorten rekenen, daar is bv. de voor j aars-Heide. i Erica caraea) die zeer aan te bevelen is, zij bloeit in Februari reeds. Onder de dwergmispels (cotoneasters) zijn er ook, die bladhoudend zijn o.a.de kruipende Cotoneaster microphylla, die vele roode bes sen draagt. Ook dc Lavendel mogen wij niet vergoten, de grijsblauwe kleur is een versie ring van den wlnterschen tuin. Een flink groot wordende, bladhoudende heester, is de viburnum rhytidopyllum. een struik die waar schijnlijk haast iedereen van aanzien kent, de bladen zijn zeer langwerpig cn hangen aan hun steel naar beneden. Er is een groep Wintergroenen, die een veenachtigen grond verlangen, hiertoe be- hooren de verschillende Skimmia's Gaultreria's Pernethia's, Rhododendrons, Azalia's. Kal mia's ea. De eerste drie besprak ik in mijn artikel van 14 November. Rhododendrons en Azalia's zijn algemeen bekend, van de Kalniia's kan ik Kalmia latifolla. die vuurroode bessen en een prachtige herfsttint heeft, zeker aanraden, deze siruik kan ongeveer 1 M. hoog worden. Tot slot een aanmaning om vooral niet te veel verschillende soorten te planten. Een flinke groep Heide doet het veel mooier, dan op die zelfde oppervlakte, maagd? pa lm kruipende Evonymus, dwergmispel en Helde bij elkaar geplant T. SCHELLING. In Londen worden dezer dagen dc Beiersche kroonjuweel en geveild. Hierboven het kroon- dicdcan van loning Lztdwig 1 van Beierendate~~*ndc uit 1S32. PAPIEREN JACK IN DE OPEN LUCHT. In Surrey (Engeland) woont een man. bekend onder den "naam van ..Papieren Jack" Hij heeft een langen baard en is slechts ceklecö in dik bruin papier met touwtjes vastgemaakt. Of het warm of koud is, hij leeft in een houten hutje in het vrije veld. Hij drinkt noch rookt en eet slechts wat bruin brood. Jk ben 58 jaar", zei hij tot Tit Bits. ..Ten minste. dat geloof ik. Want ik heb niet veel idee meer van den tijd. Ik kijk nooit meer op een klok. krijg geen brieven of rekenin gen. slaap meestal onder de sterren, draag al sinds 10 jaren geen kleeren meer en ben in dien tijd ook nooit»ziek geweest". Hij is de zoon van een rijk Londensch zakenman. Hij studeerde wiskunde, doch werd rheumatisch. zoodat hij niets meer doen kon: ech zijde van zijn lichaam was vrijwel verlamd. Doktoren konden niets meer voor hem doen. En toen nam hij de zaak in eigen hand. Hij ging terug naar het natuurleven, liet de zon en de frissche lucht doen wat zij wilden met hem. Hij is nu van herculische gestalte cn kern gezond. Een vergelijking met het buitenland. Die voor ons goed uitvalt. In de komende jaren zal de wedloop om vreemdelingen te trekken zich nog moer toe spitsen, dan thans reeds het geval is. Die strijd, met een oogenschijnlijk vreedzaam ka rakter, kent twee partijen, die daarbij een be langrijke functie vervullen, te weten het Ho- telbedrijf en de organisaties van Vreemdelin genverkeer. De positie, welke het Hotelbedrijf daarbij inneemt is in zooverre gecompliceerd, omdat eenerzijds een buitenlandsche-, ander zijds een binnenlandsche concurrentie over wonnen moet worden. Tevens beijvert „Vreemdelingenverkeer" zich om de aantrek kelijkheden van land en stad zoo duidelijk mogelijk te doen uitkomen en de aandacht te vestigen op de geriefelijke accomodatie. Maar al is het land en a 1 is de stad nu nog zoo mooi, een goed geoutilleerd hotel- bedrijf is een vereischte voor een inten sief vreemdelingenbezoek. Bovenbedoelde strijd culmineert voorts in de vraag: is Hol land duur. te duur misschien, of zijn wij hier goedkooper dan in het buitenland? Een ant woord daarop is zonder meer niet te geven. Niets is gevaarlijker dan ten aanzien van deze vraag te generaiiseeren. Door het bewaren van een aantal hotel-ge gevens uit verschillende landen, is het mij mogelijk geweest een inzicht te verkrijgen in prijsverhoudingen, waarbij echter wel be dacht moet worden, dat allerhande bijzondere factoren het trekken van conclusies zeer be moeilijken, zoo niet onmogelijk maken. In April 1929 kostte een 1-persoons kamer met badkamer op de vijfde verdieping van Hotel Palace te Madrid, zonder ontbijt, per nacht, zeventien Hollandsche guldens. Men vertelde mij, dat dit hotel als op één na het beste van Madrid werd beschouwd. In Juli 1930 was de prijs van een 2-persoons kamer met badkamer in Hotel Terminus te Kopen hagen, zonder ontbijt, tien Hollandsche gul dens. het ontbijt kostte er per persoon 1.50. de maaltijd f 5. een half fleschje Fransche wijn circa 8. In hetzelfde jaar. in einde Augustus en in de eerste dagen van September was de pen- sionprijs per dag per persoon aan de boule vard in Knocke, op de 1ste verdieping, zee zijde, circa 4 12 gulden. Omstreeks denzelf den tijd, dus gedurende de bekende Antwerp- sche tentoonstelling, waren de prijzen in de Antwerpsche hotels geen maatstaf voor juiste vergelijkingen. Het feit evenwel, dat men ïr» Hotel Century kon marchandeeren, zegt boekdoelen. In Zagreb, de tweede stad van Joego Slavic, bedroeg de prijs van een 1-per soons kamer, zonder badkamer en zonder ont bijt. in Hotel Esplanade, circa 10 gulden. Be denkt men voorts, dat een 1-persoons kamer en een 2-persoons kamer, met badkamer zonder ontbijt, in verschillende Amerikaan- sche hotels resp. 3 12 en 6 12 dollar kosten, dan zijn deze voorbeelden het duidelijkste bewijs, hoe voorzichtig men moet zijn met generaiiseeren. Juist die bijzondere factoren maken oen vergelijking zoo moeilijk. Het komt bij het vreemdelingenverkeer voor velen in de eerste plaats aan op een zindelijke slaapkamer, be hoorlijk eten en een zekere hotel-,.service", tegen matige prijzen. De belde eerste clschcn zijn dikwijls gemakkelijk te verwezenlijken, bij de laatste heeft dc persoonlijke apprecia tie een overwegenden invloed. Dat men in de seizoen-plaatsen in het algemeen duurder uit Is. dan in de stad. is duidelijk. Het hotelbe drijf ls daarbij afhankelijk van tal van in vloeden. die het zelf r.iet beheerscht Nog daargelaten, dat het de weersomstandig heden niet naar zijn hand kan zetten, onder vindt het de scherpe concurrentie van wa renhuizen cn lunchrooms. Het heelt voorts rekening te houden met de eischen van eigen landgenooten, die gesteld zijn op een ecnlgs- zins uitgebreid ontbijt en een groote keuzo van gerechten voor den middagmaaltijd. Tevens heeft de veranderde wijze van reizen haar invloed uitgeoefend. Door het zeer veel vuldig gebruik van auto's is men. 's ochtends uitgaande, gewoonlijk gemakkelijk 's avonds weer thuis, om in den eigen kring te middag malen. Daarbij komt dan nog. dat v.ij !n het algemeen onze maaltijden niet buitenshuis plegen te gebruiken. De roep. dat onze hotels meestentijds duur zijn. is m.i. niet juist. Ver gelijkt men het gebodene met dat. wat men in het buitenland krijgt, dan slaat dc balans gewoonlijk naar Nederlandsche zijde over. De hotelkamers zijn in het algemeen goed koop ln prijs. Dat men op het bij-goed", in den vorm van kleine verteringen, wel eens een te hoog winstpercentage vraagt, valt m.l. niet te ontkennen. Toch zal de hotelier op den duur langs dien weg zijn doei niet kun nen bereiken. Tevens hebben service, entourage, aanklee ding enz. een functie van betcokenis. Nie mand ergert er zich aan. dat men in de loge van den schouwburg meer voor z'n plaats be taalt. dan op de bovenste galerij: iedereen begrijpt, dat de bezoeker op de overdekte tri bune bij een voetbalwedstrijd meer heeft moeten betalen dan de staanplaats-bezitter, zoo ls dc eene hotelkamer niet gelijk aan de andere, zoo is het publiek van de eene gele genheid niet identiek aan dat van een andere. Men verlangt verschil: men voelt voor selec tie. Wie zoo denkt en zoo wenscht. moet daar voor betalen. Het is lntusschcn zoo gemakke lijk over ..duurte'' in onze hotels te spreken. Het begrip „duurte" op zich zelf wil er vooral in dezen tijd zoo goed in. Maar mijn eigen re's-ervaringen van de laatste jaren hebben mij de overtuiging bijgebracht, dal. men in ons land ln verhouding tot andere landen niet „duurder" behoeft te reizen. Vóór alles zal men zich echter hebben af te vragen: wat krijg ik voor mijn geld: dan geloof ik. dat wij. voor zoover ons land betreft, niet te kla gen hebben. MOLLERUS. JAPANSCHE GEVANGENISSEN. Uit een artikel in de Kern, die geput heeft uit the Asiatic Review, nemen wij het vol gende over. In den regel worden de gevangenen ge durende de eerste zes maanden in eenzaam heid opaedoten, teneinde hun gelegenheid te geven tot overdenking. Gevangenen, die naar het oordeel der bewaarders invloed op de anderen hebben, blijven voortdurend een zaam opgesloten. De één-persoons cellen die altijd in gebruik zijn. moeten een ruimte hebben van minsten 18 kubieke meter, ter wijl de cellen, die alleen des nacht worden bewoond, een ruimte van niet meer dan 15 kubieke meter behoeven te hebben. Een gemeenschappelijke cel bevat door gaans acht tot twaalf personen. De ruimte moet minstens negen kubieke meter per per soon zijn. Elke cel heeft een eetgelegenheid en een toilet en is voorzien van: rljstkom, eetstokjes en bord: tandenborstel, tandpasta, zeep. toiletpapier en handdoek: tafel, bekken voor water, bezem en dweil: de gevangenis krant. de Soetra (het heilige boek der Boed dhisten». de Bijbel en dc catalogus van de gevangenisbibliotheek. Iedere gevangene, die zich goed gedraagt, mag een pot bloemen en een schilderij in lijst in zijn cel hebben, terwijl hij ook boeken uit de gevangonisbibliotheck kan leenen.Een bekend an&rchist in Japan was gewoon, eiken keer. dat hij in de gevangenis werd opgesloten, een nieuwe taal te gaan Jeeren. Op deze wijze leerde hij verscheidene talen, vanwege de rust die hij bij zijn diverse op sluitingen genoot. Zijn gezegde: „elke ge vangenisstraf is een taal", is dan ook bc- faamd onder de radicalen in Japan. Wat dc gevangenis-discipline betreft, vol gens dc wet zijn er twaalf soorten atraffen, di in g'.va van nor* moge w rde toege past; hiertoe bchooren berisping, opschor ting van gunsten, die voor goed gedrag wor den gegeven; intrekking van die gunsten; opschorting van dc gunst om te werken, verbod om in drie maanden, te lezen; ont zegging van bijzonder voedsel, ligging en kleeding, gedurende vijf dagen niet luchten; inhouden van een deel van het loon; ver mindering van het voedsel-rantsoen gedu rende hoogstens zeven achtereenvolgende dagen, (het maximum der vermindering mag twee derden zijn); voortdurende opsluiting in oen speciale cel gedurende hoogstens twee maanden, opsluiting in een donkere cel gedurende hoogstens zeven dagen; de ge vangene krijgt dan geen bed. maar er moet voldoende licht in de cel doordringen, op dat hij met behulp van een lamp zichzelf kan verzorgen. Van deze straffen zijn de voedselvcrmln- dering en de opsluiting In een donkere cel dc strengste. Dc gevangenis-ambtenaren zUn het er over eens, dat een vermindering van de portie rijst en perst nadcelig is voor den gevangene, zoowel ln lichamelijk als ln gees telijk opzicht: de voedsolbepcrking. zooals die thans wordt toegepast, bestaat dan ook in het Inhouden van een bijgerecht of in vermindering der kwaliteit. De Amerikaansche professor Gault (links) heeft een apparaat geconstrueerd, dat voor een kleine microfoon uitgestoten klanken versterkt en weergeeft op een membraan, dal dc doove in de hand houdt. Dit is een dankbaar hulpmiddel bij het spreekonder- richt aan stommen, die thans nauwkeurig kunnen nagaan ov nrlkc wijze een bepaalde Ir'mnl- QaitsLtlClt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 15