Uit den Strijd
Chaplin en zijn reclame-agente.
VREEMDE SCHRIFTUREN.
Een uitvoering van moderne NederlandscKé
muziek te Weenen.
De Vroolijke Kant
door
A. HEEROMA, Oud-Commississarïs van Politie te Amsterdam.
Een heer komt op het bureau en overhan-
digi me een smoezelige envelop met een
nauw te ontcijferen adres en bevattende een
velletje papier, dat er op het eerste gezicht
onrustbarend uitziet. Er is een soort doods
hoofd op geteekend en iets dat een paar
pistolen moet verbeelden, voorts een kruis
en de onderteekening luidt: „De zwarte
hand", waarbij ter verduidelijking nog een
hand is geteekend. Dood spreekt uit dit alles
en de verdere inhoud van den brief stol;
den dood in het vooruitzicht, wanneer niet
op een bepaalde plaats een bedrag in geld
wordt gedeponeerd.
Als je in Chicago zoo iets ontvangt, is er
misschien reden je eenigszins ongerust te
maken, want daar nemen ze het niet zoo
nauw op het punt van leven en dood, maar
in onze goede stad Amsterdam behoeft zoo'n
geschrift je geen slapeloozen nacht te bezor
gen, want daar is dat „apekool". Als politie
man lach je er om. maar de ontvanger van
den brief, schoon hij beweert, dat hij er niets
ernstigs in vindt, schijnt toch niet heelemaal
Ap zijn gemak; je kan nooit weten. Neen, je
kan nooit weten of er geen lui zijn zoo on-
noozel, dat ze zich gaan inbeelden, dat
iemand werkelijk geld op de aangegeven
plaats zal neerleggen, in de hoop dat hem
dan geen leed zal geschieden en die vrees
zou dan de leden van het geheime genoot
schap „De zwarte Hand" een welkome ver
sterking van de vereenigingskas bezorgen.
Als politieman ben je dan eenigszins nieuws
gierig om te weten, of Amsterdam werkelijk
zulke onnoozele lieden herbergt. We zeiden
daarom tot den heer, dat hij een pakje op
de bewuste plaats moest neerleggen en om
dat hij er niet zoo heel veel zin in had, ver
zekerden we hem, dat de noodlge recher
cheurs in de nabijheid zouden zijn, waar
op hij toestemde.
We zorgden ons behoorlijk verdekt op te
stellen tegen het in den brief eveneens aan
gegeven tijdstip en wachtten. Ik vergat nog
te zeggen, dat het Vondelpark en wel een
nauwkeurig aangeduide boom aldaar als
plaats van deponeering was aangewezen en
in den schemeravond stevende een zenuw
achtig om zich heen ziend heer naar dien
boom toe en legde een pakje aan den voet,
waarna hij in versneld tempo den terug
tocht aanvaardde.
Wij wachtten, in struikgewas verscholen
en met zwerversallurcs op een bank liggende
en jawel daar dook uit de duisternis een
gestalte op, die wachtte tot een tweede ge-
Beiden snelden naar den boom.
stalte was verschenen en beiden snelden
naar den boom, raapten het pakje op en
voelden zich meteen van verschillende kan
ten besprongen.
Daar hadden we het geheime genootschap
van de Zwarte Hand te pakken en het bleek,
dat dit bestond uit twee kwajongens van
een jaar of zeventien, die buiten de Zwarte
Hand kruideniersbedienden waren en die
dus werkelijk in de meening hadden ver
keerd, dat de heer, te wiens huize zij voor
hun baas boodschappen moesten brengen en
die in hun oog een millionair was, op hun
eerste gelui hun zijn millioenen in de zak
ken zou doen overgieten.
Och, zulke briefjes baren geen ongerust
heid, maar er zijn andere, die den ontvanger
zweetdroppels op het voorhoofd brengen en
waarmee hij gewoonlijk niet direct naar d:
politie loopt- Die briefjes zien er niet drei
gend uit, althans voor den oningewijde niet:
voor dezen loert geen dood van het blad,
maar wellicht grijnst de Dood er tusschen
de regels door.
Het was een gebroken man, die mijn bu
reau betrad en hij behoefde mij niet te zeg
gen, dat het een ernstige zaak was, die
....het was een gebroken man
hem tct mij voerde. Ik wist de zaak, toen
hij slechts een paar woorden gesproken had:
ik kende die wanhoop van den man, die zich
omstrengeld voelt door poliepen, die hem
niet zullen loslaten, voordat zijn levens
kracht is uitgeput
Hij toonde mij den eersten brief, hoffelijk
gesteld, waarbij hij tot een onderhoud werd
uitgenoodlgd naar aanleiding van een „zeker
voorval" in den avond van den zooveelsten
Maart.
Ik vroeg hem niet naar dat „zeker voor
val"; ik wist het en vroeg alleen hoeveel
geld hij gegeven had.
„Dus u begrijpt het", zei de heer en hij
scheen eenigszins opgelucht dat hij niet alles
beho fde te vertellen, maar ik wenschte
graag alles te weten en zoo vernam ik. dat
hij het gevraagde onderhoud had verleend
dat hij gemeend had met een paar dui
zend gulden de stilzwijgendheid van een
stelletje schurken te kunnen koopen, ten
einde te voorkomen, dat zijn familieleven
niet werd verscheurd en zijn maatschappe
lijke positie onmogelijk werd gemaakt. Dat
was hem een paar duizend gulden waard,
al was hij nu juist niet iemand, voor wien
geld geen rol speelde.
Toen was de tweede brief gekomen, even
hoffelijk gesteld en waarin nogmaals om
een onderhoud werd gevraagd. Hij was et-
weer heengegaan en in 't café, waar de con
ferentie plaats had, had hij weer tegenover
de twee heeren gezeten, die nu een beroep
kwamen doen op zijn welwillendheid, om
dat ze in groote ongelegenheid verkeerden
en nog een paar duizend te leen vroegen,
den heer verzekerend, dat hij het geld terug
kreeg. De heer voelde de onuitgesproken be
dreiging in hun verzoek en betaalde.
De derde brief kwam, maar nu van een
ander, die vernomen had hoe hij in handen
gevallen was van een paar chanteurs en
die, eveneens op de hoogte van het gebeurde,
zich voordeed als de reddende engel, die
hem tegen die lieden zou beschermen. Die
man wilde geen geld, hoogstens een klein?
tegemoetkoming voor zijn te nemen moeite,
die hij bij voorbaat op vijfhonderd gulden
taxeerde.
Ook die vijfhonderd gulden werden be
taald en de goede man vleide zich met de
hoop dat hij een steun in den nood had.
Dra zou hij ondervinden, wat die steun
was, want weldra verscheen een verontwaar
digd schrijven van de eerste heeren, dat zij
vernomen hadden, hoe hij tegen hen wild?
ageeren en die daarom al de vorige afspra
ken als niet gedaan beschouwden, omdat hij
twijfelde aan hun eerlijkiteid.
De heer was de wanhoop nabij en vreem
de plannen nestelden zich in zijn hersens,
tot logisch denken onbekwaam.
Gelukkig dreef een vriendenhand hem
naar het bureau en konden we beproeven
aan het luguber bedrijf een eind tc maken,
wat ook gelukte, dank zij den overmoed dei-
schurken, die aLle voorzichtigheid overboord
hadden gegooid en gemakkelijk in de val
liepen.
DE EERSTE VLIEGER?
Brazilië heeft in Bartholome de Cusmao
een pionier op vlieggebied gehad. Hij stierf
meer dan 100 jaar geleden en Brazilië zal nu
een monument voor hem oprichten.
Zijn eerste vluchten schijnt hij gemaakt
te hebben in 1705. maat- waar en of dit
waar is, valt te betwijfelen. Dan volgt het
jaar 1709 voor nieuwe vluchten wat bewezen
wordt uit een brief van de Portugeesche
koningin aan haar moeder. De brief is ge
schreven één dag na de vlucht, die zij bij
gewoond heeft, en zij schrijft: „Ik zag het
vliegende schip van Cusmao triomfantelijk
de lucht in gaan"
Twee maal vloog hij. De eerste maal be
reikte hij een hoogte van ongeveer de derde
verdieping van een huis, vloog daarom heen
en landde veilig. De tweede maal, dat hij
opsteeg, liep op een val uit.
In de rijksarchieven van Brazilië zoowel
als Portugal moeten nog teekeningen aan
wezig zijn van zijn machine.
DE HELDEN VAN HET WITTE
DOEK.
John en Lionel in één film.
Voor het eerst gedurende hun fllmloop-'
baan zullen John en Lionel Barrymore in
de zelfde film optreden. Zij zullen beiden een
rol vervuUne in de verfilming van Maurice
Leblanc's avonturengeschiedenis „Arsene
Lupin", waarvoor de opnamen spoedig in de
Metro Goldwyn Mayer studio's zullen be
ginnen.
Victor McLaglcn.
heeft op zijn terrein in Flintridge bij Holly
wood een Tuin der Vriendschap aangelegd.
Hij plant daar boomen en heesters, die hij
van zijn vrienden gekregen heeft, en naar
hen noemt. Er staat een koperen plaatje bij,
waarop de gegevens genoteerd staan. Giften
van Mary Pickford. Douglas Fairbanks, Wini
fred Sheehan, Mariene Dietrich, Janet
Gaynor, Elissa Landi, Lew Cody en Carl
Laemlle zijn reeds aanwezig.
Emil Jannings.
is geboren in New-York uit Duitsche ouders.
Zij trokken weer naar Duitschland en daar
werd Emil filmacteur na moeilijke jaren op
het toor.eel. Hij is in Hollywood geweest, doch
de sprekende film dreef hem, die slecht
Engelsch spreekt, weer terug naar Duitsch
land, waar hij in de Blauwe Engel optrad.
In de Engelsche versie daarvan moest hij,
om de gebreken aan zijn Engelsche taal
kennis te verbergen, als Duitsch leeraar ver
schijnen.
Le Bourget gecopieerd..
Het bekende Fransche vliegveld Le Bour
get, zooals het voor ongeveer vijftien jaren
was, zal gecopieerd worden op de terreinen
van de Metro Goldwyn Maver studio's voor
enkele opnamen van de film ..Mata Hari".
Raman Novarro, die reeds in „De Lucht
vloot" de rol van een vliegenier vervulde,
moet op dit vliegveld aankomen in een ma
chine, zooals deze gedurende den wereld
oorlog gebruikt werden.
Metro Goldwyn Mayer heeft verschillende
pogingen in het werk gestrid om een der
gelijk vliegtuig te vinden, doch waarschijn
lijk zal voor de opnamen een model naar
oude teekeningen gebouwd moeten worden.
Mariene Dietrich.
de filmster o.a. uit het Blauwe Engel,
Marokko, Onteerd e. a. vertelde aan de Daily
Mirror, wat zij van Hollywood dacht.
„Hét is heerlijk, te werken in Hollywood. De
studio's zijn bewonderenswaardig ingericht.
Alles, zelfs het geweldigste werk wordt in
verbijsterende snelheid uitgevoerd. Alleen de
sociale kant, het gewone leven is vreesehik.
De contrasten tusschen en arm en rijk zijn
bitter en ik voel ze als iets afschuwelijks.
Hier een groot huis. helverlicht voor een
soirée. En iets verder twee kinderen, die het
oor tegen een raamkozijn leggen om iets
van de binnenhuis gemaakte muziek op te
vangen. Deze dingen komen ook elders voor.
Maar in Hollywood merkt men ze veel feller.
Ik begrijp Hollywood eigenlijk niet. Mis
schien komt dat, omdat ik een vreemdeling
ben.
Niet alleen de sterren gaan goed (en meer)
gekleed, maar alle vrouwen. En wat de ju-
weelen betreft, ik heb er nergens en nooit
nog zóóveel gezien.
Maar. zooals al gezegd, het werken hier
is heerlijk. Wanneer de filmstad in actie is.
dan is het héél prettig".
De Weensche vereeniging ,,Oesterreich-Holland'
Plannen om een „Hollandhuis" Ie Weenen op te richten.
(Van onzen Wecnschen correspondent).
Weenen, 25 November. 1
Eenigen tijd geleden werd hier te Weenen
het initiatief genomen zoogenaamde „Euro-
païsche Austauschkonzerte" to laten plaats
vinden. Deze „rail-concerten" zooals de
letterlijke vertaling luidt bestaan uit het
volgende. Te Weenen worden muziekwerken
van hedenöaagsche buitenlandscbe compo
nisten ten gehoore gebracht en ongeveer op
denzelfden tijd worden in het land. waarin
die toonkunstenaars leven en werken, com
posities van moderne Oostenrijksche toon
dichters gespeeld. Op deze wijze zou men
heele concertenseries in het leven roepen en
zouden de verschillende volken van ons we
relddeel elkander op muzikaal gebied beter
leeren kennen en begrijpen. De .Oesterreichi-
scher Komponistenbund". welke zijn zetel te
Weenen heeft, zocht contact met vereeni-
gingen van componisten in andere landen
van Europa. Door tusschenkomst van de ver
eeniging „Oesterreich-Holland"' trad hij in
verbinding met de Nederlandsche Vereeni
ging voor Nieuwe Muziek, welke zelf een aan
tal werken van moderne Nederlandsche com
ponisten uitzocht en deze keur naar Weenen
zond. In het begin van de volgende maand
zullen nu te Amsterdam en te Utrecht con
certen van werken van Oostenrijksche mu
sici plaats vinden. Dat men in Oostenrijk de
Nederlandsche hedendaagsehe muziek op
hooge waarde schat, bewijst wel het feit, dat
'net „Hollandisches Konzert" de rij van bui-
tenlandsche muziekuitvoeringen opent. Ons
land en ons volk mogen daarop trotsch zijn!
Men had de serie .wanneer men gewild had,
evengoed met een avond van moderne Fran
sche of Scandinavische meestors kunnen ope
nen! Maar men gaf de voorkeur aan de Ne
derlandsche componisten!
Reeds sedert eenigen tijd bestond er groote
belangstelling voor het naderende concert,
dat onder de bescherming van onzer. Neder
landschen gezant, baron F. E. M. H. Michiels
Van Verduynen, stond. Vooral in muzikale
kringen werd er veel over gesproken en veel
van verwacht en enkele vooraanstaande
Weensche dagbladen hadden hun lezers in
artikelen op de naderende muzikale gebeur
tenis attent gemaakt.
Hedenavond heeft- het concert in de kleine
zaal van het „Musikvereinsgebaude" plaats
gevonden. Onder de aanwezigen bemerkte
men in de eerste plaats onzen gezant en den
Nederlandscher consul-generaal, den heer J.
Z. Lapair met echtgenoote. Verder den ge
wezen Oostenrijk-Hongaarschen minister
president baron dr. Max Vladimir Beck, die
voorzitter van de vereeniging ..Oesterreich-
Holland" is. en tal van vooraanstaande per
sonen uit de Nederlandsche kolonie en uit de
Weensche muziekwereld. De vice-kanselier
dr. Schober had zich laten verontschuldi
gen. daar hij een zitting van den minister
raad moest bijwonen.
De zaal was zeer goed bezet, er waren meer
menschen dan tegenwoordig doorgaans bij
concerten het geval pleegt te zijn.
De avond werd ingezet met een-sonate voor
viool en klarinet van Jan Ingenhoven. Een
a-capella-koor. .Die Neue Wiener Madrigal-
ereinigung" bracht „drie aphorismen" van
Max Vredenburg ten gehoore. een zeer inte
ressante koor-sonatine van Daniel Ruyne-
man dit was eeh „Uraufführang" en
het Wachterlied van Sem Dresden, welk laat
ste stuk bijzonder veel applaus kreeg. Ook
Miss Shepherd won haar proces.
LONDEN, 2 December 1931.
Hoeveel winst van harten, vereering en be
langstelling. die een filmartiest opstrijkt,
moet- op rekening worden gesteld van zijn
talent, zijn persoon op het doek, zijn kunst?
En. hoeveel van die winst wordt „meegeno
men" door middel van reclame, van die
„publicity" welke volgens opvattingen van
dezen tijd de adem of het bloed is van elk
bedrijf?
Zulke vragen dringen zich op wanneer men
als thans door een proces voor een Lon-
denschen rechter leert wat reclame voor
een filmartiest wel is en omvat. Toen Charlie
Chaplin in Februari naar Engeland kwam
nam hij een zekere Miss Shepherd als secre
taresse en reclame-agente in dienst. Deze
dame had op dit gebied haar sporen verdiend.
Sterren van de eerste grootte aan het film
firmament, dames als Mary Pickford. Norma
Shearer en Jeanette MacDonald en heeren en
jongeheeren als Rudolph Valentino en Jackie
Coogan, hadden van haar diensten in den
loop der jaren gebruik gemaakt en haar be
loond met weekloonen van 5 tot 40. Het
bleek boven allen twijfel dat Miss Shepherd
doorkneed was in haar vak, dat zij „publici
ty" voelde, dacht en zag.
Chaplin engageerde haar op 19 Februari en
bedankte haar voor haar diensten, met een
week opzegging, op 13 April. Een vaste
overeenkomst was blijkbaar niet gemaakt.
Maar toen het op afrekenen aankwam was de
secretaresse-reclame-agente niet tevreden
met het haar verstrekte loon, dat tennaasten-
bij 75 bedroeg. Haar rekening was 100
hooger. Een aangezien zij dit verschil niet
met overreding zoogezegd los kon krijgen,
gaf zij haar vordering in handen van een
advocaat, die wat later van den rechter ge
daan kreeg dat deze haar de vordering toe
wees.
De schatkist-beheerder van de onderne
ming die Chaplin's films aan den man
brengt, (dat is de United Artists Corpora
tion), moest een deel van de reis- en verblijf
kosten van Charlie betalen. Hij vond dat deel
wat aanzienlijk en meende dat het bedrag,
dat aan Charlie's secretaresse werd betaald,
moest worden verminderd. Toen Chaplin naar
Duitschland was gegaan werd Miss Shepherd
wat kort bij kas. Zij had een werkkamer in
het dure hotel. dat. Chaplin gedurende zijn
Londensch verblijf had geherbergd, Het
hotel was het Londensch adres van den ar-
ties. gebleven en zijn secretaresse moest er
dus zijn: en zij gebruikte er haar maaltijden.
Maar terwijl Chaplin Unter den Linden ver
keerde kreeg Shepherd geen loon, hetgeen zij
trouwens ook voor dien nog niet had ontvan
gen. Zij klopte dus bij een van de „United
Artists" aan. Deze, het gevleugelde woord
..spaarzaamheid" van den tijd indachtig, be
knibbelde op haar rekening, gaf haar 75 en
meende dat hiermede de zaak was afgere
kend. Hij had echter buiten den waard gere
kend. Die waard was in dit geval een waardin,
de dame die het in de kunstgrepen der publi
citeit ver had gebracht, die dit besefte en dus
loon naar begaafdheid verlangde. Zij schreef
naar den particulieren secretaris van Chap
lin (filmartisten hebben secretarissen in
soorten als eerste-ministers) in Berlijn, die
haar beloofde het tekort aan te vullen, zoo
dra hij met zijn meester naar Londen zou
zijn teruggekeeerd. Maar toen het zoo ver
was kwam die schatbewaarder van de United
Artists weer tusschenbeide. Miss Shepherd
had voor de afrekening van 75 geteekend
en de zaak was daarmee aan kant. En toen
ging de secretaresse de hulp van de wet in
roepen.
In haar getuigenverklaringen voor den
rechter was zij buitengewoon interessant en
gaf zij een levendig denkbeeld van wat er
geschiedt in de schaduw van een filmkunste
naar, die zijn joyeusen intocht komt maken
in Londen of op de Promenade des Anglais
of in Berlijn. Die heele toer van mijnheer
Chaplin, zeide zij, was een grootsch reclame
denkbeeld. Haar verklaringen kwamen hier
op neer dat men in al hetgeen Chaplin in
Londen deed en in al hetgeen over hem in do
pers werd geschreven de leidende hand moest
zien van zijn begaafde alles bedisselende en
veel sussende reclame-agente. Wanneer
Chaplin, om der wille van de reclame voor
zijn persoon, een gevangenis wilde bezoeken
dan werd dit bezoek in de puntjes en natuur
rijk in geuren en kleuren geregeld en beschre
ven door Miss Shepherd. Zij zocht en der
groote mannen van het bestuur van de City
op en sprak met hem af dat de Lord Mayor
Chaplin op de lunch zou noodigen en dat
onze grootste film-clown in een statie-rijtuig
zou worden afgehaald van zijn hotel. Afge
scheiden van het statierijtuig kwam de zaak
in orde en kwamen zooveel andere zaken in
orde, zooals bezoeken aan Gandhi en Lord
Irwin, maaltijden met den Prins van Wales
en met Lady Louis Mountbatten en met vele
groote en minder groote maar toch vooraan
staande menschen.
Do kleine man van Hollywood bracht een
bezoek aan de vermaarde crlmineele recht
bank. Old Bailey: en Miss Shepherd zorgde er
voor alsmede voor het verslag van het bezoek.
dat door „bitter weenende vrouwen" werd
„opgeluisterd", dat wil zeggen van reclame-
standpunt „opgeluisterd". De weenende vrou
wen vormden den factor „human interest",
het persoonlijk element dat zoo goed is voor
„publicity". Dat was ook de reden waarom
Chaplin "altijd werd voorgesteld toen zijn
„City Lights" volle zalen moest trekken in
Londen als op zoek naar de buurten van
zijn sjofele, zielige jeugd. Dat was ook de
reden, die factor van ..human interest", waar
om Charlie naar een school ging. die mis
schien de school van zijn jeugd was, met zijn
zakken vol zuurtjes en sixpences, voor ver
deeling onder de daar aanwezige knapen.
Er zou een diner zij geweest bij den Pre
mier, waar Charlie Chaplin de eeregast zou
zijn geworden. Maar een paar dagen voor
dien gedenkwaardigen dag was Chaplin plot
seling naar Berlijn vertrokken. Hij had het
diner en de eeregastvrijheid, welke hij van
niemand minder dan den Premier van Groot
Brittannië zou hebben ontvangen, vergeten
Miss Shepherd moest deze zaak sussen en zij
deed het in een brief aan den Premier, die
volgens het oordeel van den rechter van
ongemeene tact getuigde.
Bij al dit werk. dat maar niet door iedereen
kon worden gedaan, moest Miss Shepherd
nog zoowat 800 brieven per dag openen. 40
brieven schrijven en 50 bezoekers ontvangen.
De rechter kreeg een zeer gunstIgen indruk
van haar. Toen bij de voortzetting van het
proces den volgenden dag Chaplin zelf als ge
tuige verscheen kreeg hij het hard te verant
woorden. Zijn advocaten beproefden de mee
ning ingang te doen vinden dat Miss Shep
herd slechts ondergeschikt werk opgedragen
keeg. Chaplin getuigde dat haar werk was de
correspondentie te schiften, de „fan mail"
(brieven van vereerders van filmhelden' te
scheiden van de zakelijke brieven. De rechter
beet hem hierop toe dat zijn secretaresse on
der eede had gezworen dat dit werk door
ondergeschikten werd gedaan en dat hij
Chaplin's getuigenis niet kon toestaan. Het
verdrlette Chaplin zeer dat In den loop van
het verhoor namen waren genoemd van per
sonen. wier vriendschap en kennismaking hij
hoogachtte. Hij wilde een verklaring afleg
gen ter verdediging van zijn houding tegen
over Miss Shepherd. De rechter vroeg hem
bijtend of hij er excuus in wilde maken bij
den Premier en liet hem voorts weten dat hij
op zijn verklaring niet gesteld was. 'Klaar
blijkelijk omdat er niet genoeg voldoening
in werd gegeven aan de secretaresse. Toen de
rechter later Chaplin op de advocatcnbank
in de rechtzaal zag zitten (hetgeen tegen het
gebruik is) merkte hij op dat hij dergelijke
vrijpostigheden niet kon gedoogen. waarop
de kleine filmkunstenaar snel opstond en
een paar rijen achterwaarts ging zitten. Dit
moet een beweging zijn geweest als uit een
van zijn films gelicht; het hoedie. het stokje,
het snorretje en de voeten ontbraken er
slechts aan. De publiclty-dame kreeg haar
eisc)- toegewezen; en eenigo verdachtmakin
gen aan haar adres, door de partij van den
gedaagde geuit, werden ingetrokken.
A. K. v. R.
„Die Küsse" von Robert de Roos. den Neder
landschen componist, die zich tegenwoordig
te Parijs ophoudt, bleek bijzonder in don
smaak te vallen.
Op meesterlijke wijze brachten Josef Nie-
derrnayer van öc Weensche staatsopera op
de fluit en dr. Hans Pless op het klavier een
sonate van Willem Pijper ten gehoore. De
avond werd met een strijktrio van Mathijs
Vermeulen besloten.
Het publiek toonde zich dankbaar, in de
gelegenheid te zijn geweest persoonlijk ken
nis te kunnen maken met de werken van
moderne Nederlandsche componisten, welke
hier in het openbaar nog nimmer gehoord
werden.
Een gedeelte van de werken, uit welke1 het
programma van hedenavond was samenge
steld. zal in den loop var. de maand Decem
ber door de ..Ravag', de Oostenrij ksche radio-
omroepmaatschappii .in het luchtruim wor
den gestuurd, zoodat een nog veel grootere
kring belangstellenden van deze muziek zal
kunnen genieten.
De vereeniging Oesterreich-Holland" werd
op den vijfden November 1924 onder cere-
voorzitterschap van den toenmaligen Neder
landschen gezant opgericht.
Dr. Har aid E. Br a urn. een van de oprich
ters van „Oesterreich-Holland". die van het
begin af aan liet ambt van algemeen secre
taris heeft bekleed, vertelde mij een cn ander
omtrent zijn drukke werkzaamheden. Hij is
als secretaris aan de Kommer für Handel.
Gewerbe und Industrie verbonden en in zijn
bureau in het gebouw van deze handelskamer
aan den Stubenring krijgt hij voortdurend
bezoek van lieden, die inlichtingen omtrent,
ons land willen inwinnen, en ook heeft hij
steeds een uitgebreide correspondentie te be
antwoorden, welke zich op hetzelfde gebied
beweegt. Vaak brengt dit tal van moeilijkhe
den met zich en moet hij eerst naar Holland
schrijven om van daar weer informaties te
verkrijgen.
Zijn plan is hier te Weenen een zooge
naamd .Hollandhuis" op te richten, dat door
een ieder bezocht kan worden, die een en an
der omtrent ons land wil weten. De directeur
van de Oostenrij ksche nationale bibliotheek
(welke vroeger „Hofblbllothek" heette en in
den tijd van Maria Theresia onder de lei
ding van een beroemden landgenoot. Ger
hard van Swieten heeft gestaan), dr. J. Bick,
hoogleeraar aan de Weensche universiteit,
heeft hem reeds voor eenigen tijd beloofd
een tweetal vertrekken voor dit doel vrij te
maken. Hier zouden alle werken, welke zich
op het gebied van Nederlandsche kunst en
literatuur, Nederlandsche geschiedenis en
wetenschappen en der Nederlandsche kolo
nies bewegen cn welke zich bezig houden met
Nederlanders, welke (in grooten getale) een
belangrijke rol in Oostenrijk hebben ge
speeld. bijeen kunnen worden gebracht.
Thans zijn deze werken over alle mogelijke
afceelir.gcn van de nationale bibliotheek ver
spreid. De vereeniging „Oesterreich-Holland"
welke ook ever een aardige boekerij beschikt,
zou haar werken hierheen brengen, dr.
Braum zou er een aantal zijner eigen boe
kenverzameling in plaatsen en dan zou men
c-r Nederlandsche couranten en tijdschriften
in kunnen nederleggen.
Ik wil niet eindigen zonder er nog eens op
te hebben gewezen dat hier ter stede ook een
Nederlandsche school bestaat. D.w.z. er vin
den hier regelmatige bijeenkomsten van kin
deren en volwassenen plaats, die in ons land
zijn geweest en die de taal niet gaarne zou
den willen vergeten. Op deze bijeenkomsten
worden lessen in het Nederlandsch gegeven
en voordrachten over ons land gehouden. De
school staat onder leiding van Fraulein Mar-
garete Neidl die ook over een paar honderd
Nederlandsche boeken voor kinderen en voor
de rijpere jeugd beschikt, welke eveneens
een plaatsje in het „Hollandhuis" zouden
krijgen.
W. M. BEK AAK
Op don Dam te Amsterdam tijdens een
koninklijk bezoek aan de hoofdstad.
Moeder: Kom Jantje, loop nou alsje
blieft mee.
Jantje: Nee, ik wil de koningin zien.
Moe-der: Die gaat vandaag niet uit.
Jantje: Waarom niet?
MoederOmdat lk het zeg.
Een dagbladschrijver merkt op. dat er nog
heel wat menschen zijn. die niet kunnen le
ven van een inkomen van 25000 gulden.
Zeer Juist, daar zijn wij ook.bij.
Een Engelsch politicus heeft onlangs in
een openhartige bul verklaard, dat hij drie
kwart van zijn leven verknoeid had. Het
vierde kwart heeft hij natuurlijk geslapen.
Een bioloog verklaart, dat olifanten de
eigenaardigheid hebben, dat zij nooit iets
vergeten.
Hot vervelende is, dat het nooit een olifant
ls, die een boek of een paraplu van je leent.
In Australië heeft men een electrische
schaar geconstrueerd, waarmee 2000 scha
pen per dag kunnen worden geschoren.
Wij hooren in gedachten reeds het hoo-
nend gelach van den fiscus, als hij dit leest.
In Arabic Ls het bij sommige stammen aan
jonggetrouwde vrouwen verboden te spreken
voor haar man het woord tot haar heeft ge
richt.
Jeugdige bruidegoms in dit gebied zijn
dientengevolge bekend om hun hardnekkige
zwijgzaamheid.