Filmkunst. 's ,,Le Million' 10 LESSEN F 10.- DANSINS TITUUT ft HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAC 24 DECEMBER 1931 99 Eén der beste films van hef jaar 1931. Een kostelijke parodieerendc operascène Al te lang hebben wij de frissche Fransche geest in de filmprogramma's van de laatste maanden, moeten missen. Al te lang hebben wij ons blind moeten staren op de gepolijste en zangerige Duitsche films, waarin Fritsch, Harvey, Ronate Muller, Forst en geestverwan ten in een geheel glad geschaafde en fraai gepolitoerde omgeving, hun „schlager" zin gen. „Le Million" van Rcné Clair doet ons een zucht van verlichting slaken cn met een „eindelijk weer een film!" verlaten we inner lijk na-genietend, de duistere zaal met het uitzicht op het vierkante veld der volkomen illusie. „Lo Million", in de Nederlandsche vertaling terecht „De Honderdduizend" geheeten, is de burleske geschiedenis van den berooiden en door schuldeischers omzwermden schilder, die de „honderd duizend" wint, maar het jasje waarin lot en bewijsnummer zich bevindt, door een reeks wonderlijke toevalligheden kwijt is geraakt. Kunstschilder, vriend, vrien din. parasieten, schuldeischers en een mis- dadigersbende tijgen op zoek naar het jasje en beginnen aldus een allerdwaaste ronde dans door Parijs, met een halte hier en een halte daar en evenzoovele krankzinnige situaties. Réné Clair heeft, zooals in „Cha- pcau de Paille dItalië", waarmee het geval „Le Million" menige overeenstemming ver toont, de film zwierig en joyeus gehouden, licht en luchtig en zoo krijgt men als toe schouwer het gevoel, dat men een lid is van die vroolijke bende, die als een troep koord dansers over de draden der wisselvalligheid en noodlottigheid huppelt. Merkwaardig is de overeenkomst tusschen „Le Million" cn „Der Mann der seinen Mör- der sucht". maar terwijl deze Duitsche film ondanks alle kluchtigheid, zwaar van tech nisch meesterschap en stroef van knappe structuur is, is het Fransche product vroolijk. opgewekt, geestig en pittig, piquant en aan- genaam-zinnestreelend. Het verschil schuilt in het wezenlijke verschil tusschen de ge aardheid der volken aan dezen en aan genen kant van den RijnDer Mann der seinen Mörder sucht" is door en door Duitsch, wat traag van handeling, quasi diepzinnig en van een soort wcemoedig-sombere grappig heid die wanneer zij tenminste niet in het burleske overslaat zelfs min of meer navrant kan zijn. In „Lc Million" is één van de beste en aantrekkelijkste eigenschappen van den Franschen geest uitgecristalliseerdeen licht, als het ware dronken-makend optimisme, een uiterst fijnzinnige en beschaafde, zeggings wijze en een gezond vis comica. Aan het onvergetelijke „Sous les toits de Paris", doet „Lc Million" in menig opzicht herinneren. Toch was „Sous les tolts" uit den aard der zaak -teederder en met opzet Ven timen teeler dan „Le Million", welke film ken illustere grap is, met als hoofdmotief, het toeval, of zoo men wil, het noodlot, dat de toalve stad in rep en roer brengt, omdat op toekeren namiddag „Le père la Tulipe", een Verucht bendeleider, in zijn overhemd een kamer binnenvlucht, sentimenteele wijsjes op de piano begint te tokkelen (voor het ver baasde jongemeisje) en aldus aan de aan dacht van de hem achtervolgende politie weet te ontsnappen. Het meisje, dat medelijden met de vluchteling heeft, is zelfs wel zoo goed hem het jasje van haar vriend den schilder te leenen. En in dat verfoeilijke jasje zit nota bene het lot waar dezelfde schilder straks „le million" op zal winnen. Wij raden onze lezers aan het jasje op zijn weg door Parijs te gaan volgenMen ge niet van deze film, zooals men alleen maar van een „Réné Clair" kan genieten, dat wil zeggen, op twee manieren: om het wonder van sprankelende cinegrafische artisticiteit en om het parodiecrende vernuft van den maker der film. L. A. De film draait in het ..Rembrandt Theater". Het werk is op bijzonder geslaagde wijze door middel van intermezzi begrijpelijk ge maakt voor het Nederlandsche publiek. Voorts vermelden wij. dat op hetzelfde programma een voortreffelijke film van het orkest van het Amsterdamsch Concertge bouw, onder leiding van Dr. Willem Mengel berg voorkomt (Oberon-ouverture). Deze film is vooral om de uiterst interessante opnemingen van Mengelberg tijdens de uit voering, van zeer grooto documentaire en historische waarde. Men misse deze unieke gelegenheid om een aparten kijk op het werk van den moester te krijgen, niet! EEN NEDERLANDSCHE SMALFILMLIGA. Te Amsterdam is opgericht een „Smalfilm liga" voor Nederland. In het voorloopig be stuur zijn o.a. gekozen de heeren Dick Laan en J. C. Mol. Het ligt in de bedoeling reeds in Januari voorstellingen te organiseeren. DEN HELDER SCHAFT DE KERMIS AF. Do gemeenteraad van Den Helder heeft met 11 tegen 10 stemmen besloten tot het af schaffen van de kermis. De sociaal-democra ten en de protestant-christelijke partijen wa ren er voor. DE KAASINVOER IN ZWITSERLAND. Het Haagsch Corr. Bur. meldt: De directie van den landbouw maakt bekend, dat blijkens een bericht van den gezant te Bern in verband met een tijdelijk verbod van invoer van harde kaas uit Frank rijk, bij den import van dit artikel uit andere landen een certificaat van oorsprong moet worden overlegd. Voor Nederlandsche kaas wordt door de betrokken Zwitsersche auto riteiten ten dien aanzien genoegen genomen met het Nederlandsche Rijkskaasmerk. Dc goede ajloop. NEDERLAND ZWAARDER BEWAPEND DAN BELGIë? Onjuiste wijze van vergelijking CIJFERS VAN INDlï EN EUROPA VERWARD Men schrijft aan dc N. R. CL, dat in de statistiek, welke de Belgische regeering dezer dagen zou hebben laten samenstellen om trent dc militaire uitgaven van de verschil lende landen en berustende op de gegevens, ingediend naar aanleiding van de as. ont- waoeningsconferentie, Nederland tenaanzien van de uitgaven voor de bewapening n.b. twee is onder de 5 mogendheden „van mid- dclmatigen rang" waaronder België en die door hun ligging in Europa min of meer zijn blootgesteld. België zou dan vijfde zijn. De Belgische statistische mededeeling gaat ovenwei aan een principieel euvel mank. De gezamenlijke uitgaven van Nederland en van de overzeesche gewesten, zijnde 171 mil- lioen gulden, te weten de uitgaven voor twee afzonderlijke legers en een vloot, waarvan pl.m. 80 pet. in de overzeesche gewesten aan wezig moet blijven, worden in het Belgische overzicht gebezigd n.b. ter vergelijking met de uitgaven van landen, die óf in het geheel geen overzeesche gebieden bezitten óf wier overzeesch gebied wat ligging, uitgestrekt heid en belangrijkheid betreft, zelfs voor een vergelijking met het Nederlandsche niet in aanmerking komt. Een juiste en eerlijke beoordeeling van deze totale Nederlandsche verdedigingsuit- gave van 171 millioen gulden (2448 milhoen B. francs) had moeten vermelden, dat deze betreffen een rijk in Europa, Azië van 70 millioen inwoners. Voor de landmacht en luchtmacht van Nederland in Europa werd in 1929 (het jaar van vergelijking) echter 52 millioen gulden besteed. Dit totaal is duidelijk af te leiden uit de aan den Volkenbond verstrekte gege vens en derhalve aan de verschillende sta tistische rekenaars niet onbekend gebleven. Neemt men nu voor België het in het bedoelde statistische bericht aangegeven bedrag van 1548 millioen frs als basis en trekt men hier van nog af 200 millioen fres (is vermoedelijk twee maal te veel) voor het onderhoud van de weermacht in den Congo en mandaatgebied, dan zou België aan de land- cn luchtmacht in Europa besteden on geveer 88 millioen guden of 11 gulden per hoofd der bevolking. L Hiertegenover staat voor hetzelfde doel in Nederland 52 millioen of f 6.50 per hoofd. Met belangstelling zien wij in tusschen de desbe treffende Volkenbondsopgave en nopens de Belgische defensie-uitgaven tegemoet. De vergelijking van alle, wél officieel be kende gegevens geeft aanleiding tot een nog duidelijker conclusie nopens den graad van bewapening der beide landen. 1. De totale vredessterkte van land- en luchtmacht van Nederland toch bedroeg ge middeld voor 1929 (zonder de marechaussee 17,102 man, van België bedraagt de opgege ven gemiddelde vredessterkte van land- en luchtmacht (zonder de gendarmerie)' 71.760 Op 10 man voor de land- en luchtmacht in Nederland zijn dus onder de wapenen in België, dat een nagenoeg even sterke be volking heeft. 42 man. 2. Het gemiddelde verblijf m werkelijke dienst der gewont dienstplichtigen bedraagt in Nederland 7 maanden en in België 12 maanden. 4. In België zijn 50 pet. meer militaire vlieg tuigen aanwezig dan in Nederland. Een vergelijking van de bewapening van Nederland met die der overige rijken zou hier te ver voeren. Zij zou evenwel tot de slot som leiden, dat Nederland in Europa zoowel als in zijn overzeesche gewesten, onder aan de lijst der bewapeningen staat. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. H. KWEKKEBOOM NIEUWE GRACHT 98 EERSTE KAMER. EENIGE HOOFDSTUKKEN DER BEGROO TING AANGENOMEN. De Eerste Kamer heeft heden z.h.s. aange nomen een reeks wetsontwerpen. Onder meer Hoofdstuk I der Rijksbegrooting voor 1932 (Huis der Koningin). Hoofdstuk VIIa (Nat. Schuld)Hoofdstuk XII (Onvoorziene Uitgaven) zoo mede het wetsontwerp tot toekenning van de bevoegd heid tot het tijdelijk treffen van maatrege len ter regeling van de uitvoer van bepaalde goederen. De vergadering is gesloten tot nadere bij eenroeping.. KERSTVIERING DOOR DE KONINKLIJKE FAMILIE. UITDEELING VAN GESCHENKEN AAN WERKLOOZEN. Voor het eerst sinds negen jaar heeft de Koninklijke familie ten paleize Het Loo weer liet Kerstfeest gevierd. 180 genoodigden za ten aan. De Koningin had het voornemen kerstge schenken uit te deelen aan de te Markelo te werk gestelde honderd wcrklooze Nederlan ders uit Duitschland. Op het laatse oogen- blik was de Koningin echter verhinderd, waarop de kerstgeschenken toch uitgedeeld zijn. VERGUNNING IDZERDA RADIO BLIJFT INGETROKKEN. TECHNISCHE PROEFNEMINGEN ONTAARD. De Avondpost heeft van het hoofdbestuur der P. T. T. vernomen dat do zendvergunning aan Idzerda-radio ls ingetrokken, omdat men van meening was, dat de technische proef nemingen, waarvoor zij 1 1/2 jaar geleden verleend was. nu lang genoeg hadden ge duurd, en zij bovendien ontaard waren in een nachtelijken omroep, die o.a. graaofoonpla- ten draalt. Bovendien wordt het, 's nachts den aether drukker en drukker, waarbij ook Kootwijk komt op de 298 M. golf, die ook door den heer Idzcrda gebezigd werd. Men is niet geneigd om op dc eenmaal ge nomen beslissing terug te komen. Kerstnacht. Sneeuw over dc landen en over de bergen, sneeuw over de bosschen en de verlaten ve nen. En een hemel vol sterren, hoog en wijd, omvat de wereld. Maar dan vaart er een fluistering over het besneeuwde land, van boom naar boom, van struik naar struik, en de wind, die langs de flanken der bergen strijkt, zingt het: hij komt, hij komt. Dan snelt er een schim langs de sterren, dan schuift er een schaduw over de sneeuw, dan trillen de sparren, dat de sneeuw dof- ploffend van hun doorgebogen takken glijdt. En weg is hij weer. Machtig groot draaft hij over de vlakten, door de breede dalen, over de bergruggen, die zich krommen tegen den hemel. Wijd-uit staan de blauw-lich- tende takken van zijn forsch gewei, hoog zijn zijn schoften, gespierd de pooten, die de sneeuw niet beroeren. En hij draaft voort, den ganschen langen Kerstnacht, van de bos schen van Dalarne tot de vlakten van Lap land, van de fjall, die naar den hemel reikt tot de bevroren moerassen aan zijn voet. Rusteloos draaft hij over de witte wereld, de reuzen-eland, om ieder, die in den Kerst nacht een eland gaat jagen, die zoo den Kerstnacht niet heiligt, mee te lokken, door de dalen en over de bergen, de witte wijdheid in, waaruit hij niet zal wederkeeren naar zijn rood-houten hut op de helling bij de berken. Zoo vertelt het de oude Kerstsage van de boeren en stroopers, de houthakkers en ko lenbranders uit de Midden-Zweedsche bos schen en bergen. Begin December draaide de wind. De wol ken, die wekenlang laag in 't dal hadden ge hangen, en met hun onophoudelijke triesten regen de paden en weitjes op de hellingen hadden doorweekt, trokken weg over de ber gen in 't Westen. Het vroor opeens een graad of tien, de waterloopjes onder de grij ze elzenhagen verstomden, het laatste groen werd bruin en hard en de sneeuw, die in den nacht begon te vallen, maakte de stilte die per. Het bleef sneeuwen. Soms zakten de groote vlokken zacht en regelmatig en gloorde over dag de zon er goud doorheen. Soms speelde de storm met de sneeuw, zoodat die omhoog vloog als branding tegen de hellingen op, rusteloos rondedanste om de roode hoeven en hutten en schuren van het gehucht, neer plofte in een luwte, om even later weer op te stuiven, een anderen kant uit, het wilde spel opnieuw weer te beginnen. Maar tegen Kerstmis veegde de hemel schoon. De smalle maan stond geel-groen in de sterren-beprikte vrieslucht, pas tegen tie nen klaaTde het boven den golvenden kam van de bergen en nauwelijks een uur lang zette de bleeke zon 't besneeuwde land in een vaal-rossen gloed met lange blauwe schadu wen achter elke hoogte, elke wit-doorstoven berk, elk ruig kreupelboschje. Maar spoedig vloeiden de schaduwen weer in een, nóg licht te de sneeuw onder den dieper en dieper wor denden hemel, waarin de sterren begonnen te flikkeren. En tegen drieën gloorde nog slechts een hooge top in 't zuid-westen, vreemd, geweldig, boven het verlaten land. Strak-gëtrokken lag het ski-spoor langs de helling. Er naast, nu eens links, dan weer rechts, stonden de grove prenten van een eland. De beide sporen verdwenen in een ber- kenboschje, dat zich wonderlijk licht tegen den hemel afteekende, slingerden tusschen de stammen door, liepen over een veentje, met kale, haast ondergesneeuwde elzen- en wilgenstruiken, bogen dan tegen een volgen de hoogte op, een lage' rug zonder boom of struik, zonder staketsel of hooischuur. En verder gleden de sporen, den door sterren verlichten, wonderen winternacht in, telkens weer door andere dalen, telkens weer naar nieuwe hoogten. Regelmatig plantte Olie de staven, hard kraakte de sneeuw onder de ski's, prikkelend was de wind die hem tegenwoei. die de huid schrijnde, het zweet in den wollen halsdoek deed bevriezen. En snel. doorgezakt in de knieën, 't hoofd laag gebogen, stoof Olie de glooiing dan af, even zochten zijn oogen het spoor van den eland: daar was-ie gegaan, verder 't dal in, naar de sparren daar ginds Maar kort voor het donkere hout ging het spoor weer naar links, wéér de helling op, en moeizaam zwoegde Olie voort, een uur, twee uur misschien voor hij de staven weer kon laten sleepen. In 't Oosten betrok de lucht. Sneeuw? Over 'n goed uur zou dan het spoor niet meer te volgen zijn, het mooie spoor, dat daar zoo fijn gedrukt stond in de sneeuw. Zou die eland er tóch nog van tusschen weten te ko men. Zouden ze op Kerstmis tóch alleen maar brood van meel en gemalen berkenbast met stinkende koffie en slechte aardappelen hebben? En Olie peinsde weer. zooals hij 't de laatste weken zoo vaak gedaan had. over de mislukking van den aardappelenoogst, waardoor hij cn honderden anderen in heel het gewest geen petroleum en geen meel, geen spek en geen gezouten haring in kon den slaan voor den winter, over het- sterk verminderde werk in de bosschen en bij het en bittere moeilijkheden. Maar dan schoot het opeens door zijn kop: Waar is-ie nu heen? Hier? Nee, ginder, prach tig, toe maar. ga je gang, naar links een beetje, dan blijf je boven den wind. Als nu Berglund maar niet komt. Komt natuurlijk niet. Zal vannacht wel met de slee naar de kerk gaan. Mooi paard heeft-ie. En de sneeuw houdt het best. Maar als-ie Olie in de gaten zou krijgenWaarom lachte-n-ie zoo gis teren? Zou-ie denken, dat oude Olie nu nog t er op wagen zou, voor een maand naar Harnösand gestuurd te worden voor zoo'n ciand? Maar hij weet, dat we geen vleesch meer hebben, hij weet dat de elanden hier in de buurt zitten Is-ie nu weer de hoogte in? „Jackla racka- re!" Olie remde. Haalde de cognac-flesch van onder zijn jas vandaan, 'n Slok maar. Hij voelde hoe zijn knieën trilden, hoe 't zweet langs zijn rug liep, zijn handen waren stijf bijna. Maar met een stoot van de staven schoot hij weer vooruit, dan een eind naar links, dan langzaam tegen een nieuwe hel ling op. En daarboven, tegen de sterren, daar bewoog zich een zwarte schim. Stil nu. Hier langs. Waarom kraakt die sneeuw ook zoo. 1 Tegen de sneeuw teekende hij zich af, dc eland, 'n mannetje, 'n forschc knaap, de breede kroon van 't gewei op den grootcn kop. Langzaam stapte hij door de sneeuw, onder den kam van den rug. En geluidloos stak Olie voort, de oude Noorsche dubbelloops nu los over den schouder. Dan zwaaide de eland den kop op, draafde rustig voort, nu eens naar beneden, dan weer hooger op, om eindelijk over den kam te verdwijnen. De wolken schoven langs den hemel op. Maar de maan stond nu laag in 't Zuidoosten cn de sneeuw glansde blauwig. En telkens zag Olie den eland daar draven, 'n paar hon derd meter ver weg, donker cn groot. Hij voelde zijn knieën, zijn beenen waren zwaar telkens gleden de ski's onderuit, struikelde hij bijna, zakte de buks met een smak in zijn arm. Het werd den ouden man wonderlijk te moede. De sneeuw was zoo vreemd, het land leek zoo wijd, de sterren straalden zoo helder. Er verschoot er een. En de eland daar ginds in de laagte scheen groot, onwezenlijk groot, als een dier dat over de hoogste sparren kon springen, dat snel als de Oostenwind over de vlakten kon gaan Was het de0 Olie schoot de oude sage te binnen, die hem verteld was heel vroeger, toen hij 's zomers met de vrouwen en meis jes naar de bergweiden ging om op de koeien te passen, later ook, als hij in een vervallen houthakkershut met vrienden 't vleesch van een pas geschoten eland zat te roosteren bo ven het rookende open vuur, de sage' van den reuzen-eland, die in den Kerstnacht over de witte wereld draaft. Olie lachte, nam een nieuwe slok uit dé flesch. Gleed weer een laagte in, verloor een staaf, schuifelde terug, stootte zich. dan weer voort. Daar, bij dien sneeuwval, daar stond-ï^ rustig nu, den kop geheven, t gewei in derf ruigen nek. Maar het spoorhet spoor was er niet meer; glad lag de sneeuw, onberoerd rondom. En de zware takken van het gewei schenen vaag blauwig te glanzen en het leek of het silhouet van het zwarte dier groeide tegen de sneeuw. Was het tóch de reuzen-eland? Was hëS dan waar, wat de menschen zeiden over dat vreemde dier, dat meelokt wie in den heili gen Kerstnacht op elanden jagen gaat? Ollé knielde. Twee korte schoten knalden hard m oe stilte, riepen echo's wakker achter de hel lingen. De oude man zakte voorover in dé droge sneeuw. En de eland draafde voort, langs de glooiing omhoog, stond even stö, groot nu tegen de sterren. Dan was hij weg. In den Kerstmorgen toen de zon door dé zacht-vallende sneeuwvlokken gloorde, reed de jachtopzichter met zijn slee naar het ge hucht, dat daar met zijn roode. huizen eri hutten lag in de dikke sneeuw De bel van het paard rinkelde fijn in de sereene stilte. En naast Berglund zat Olie, wat versuft nog van de koffie en de cognac, die hij naar binnen had gekregen, sedert Berglund hem vond. Want toen de jachtopzichter in den nacht naar de kerk was gereden, had hij het ver- sche ski-spoor gezien naast de elandenpren- ten, had hij geweten, dat niemand anders dan Olie Petterson, vroeger de ergste stroo- per van heel de streek, er op uit was, had hij ook geweten, dat Olie den „reuzen-eland" zou ontmoeten. En was hij zestig, misschien zeventig kilometer ver langs de twee einde loos schijnende sporen gereden. Stockholm. C. G. B SCHEEPVAARTBERICHTEN Alphacca p. 22 Ouessant. Buenos Ayres n. Rotterdam, 23. 24 uur verwacht. Alcinous 21 v. Marseille, Batavia n. Am sterdam. Abbekerk p. 23 Gibraltar, Amsterdam naar Japan. Arnfried 21 v. Bahia, Amsterdam n. Zuid- Amerika. Beemsterdijk 22 te Norfolk v. Rotterdam. Eemland 22 te Bordeux, Amsterdam n. W.- Afrika. Flandria p. 23 8 u. Fernanda Noronha, Am sterdam n. Buenos Ayres. Gaasterkerk p. 22 Perim, Australië naar Rotterdam. Grootekerk 22 v. Hongkong, Rotterdam naar Japan. Gaasterland 21 v. Freetown n. Conakry. Heemkerk 23 v. Marseille n. Antwerpen, Beira n. Rotterdam. Helder 22 v. Callao n. Valparaiso. J. P. Coen p. 22 Perim, Batavia na Amster dam. Kota Tjandi p. 23 4 u. Suez, Rotterdam n. Batavia. Kennemerland 23 te Amsterdam v. London derry. Kota Baroe 17 te Los Angeles, Calcutta n. Vancouver. Maasdam 23 te Antwerpen. Rotterdam n. New Orleans. MontferIand<22, 20 u. van Hamburg n. Am sterdam. Nictheroy 22 v. Antwerpen te New Westmin ster verwacht. Nijkerk 23 v. Amsterdam n. Amsterdam. Nieuwkerk 22 v. Oost-Londen n. Port Elisa beth Orestes 22 20 u. te Havre, Sauchez naar Am sterdam. Poelau Roebiah 22 v. Sabang, Amsterdam n. Batavia. P. C. Hooft 23 v. Amsterdm n. Batavia. Poelau Tello 23 tc Amsterdam v. Londen. Randfontein 22 v. Mozambique n. Beira. Rijnland p. 23. 10 u. Brunsbuttelkoog Hol ding n, Amsterdam. Siaoe 21 te Rangoon. Sigli 22 v. Belawon Deli n. Singepore. Tabian 21 v. Penang, Amsterdam naar Ba tavia. Tosarl 23 1 u. te Antwerpen. Rotterdam n. Batavia. Tjikandi 22 v. Macassar. Tjisondari 22 te Sjanhai v. Hongkong Tabinta 23 van Suez, Amsterdam naar Ba tavia. Blommerslijk 22 8 u. 30 m. 280 myl West v. Scilly. Rotterdam n. Baston Deucalion 20 te Kingston J. v. A'dam, ver trok n. Haiti. Tasman 22 v. Port Louissc Maus n. Lorenco Marques. Patria 23. 11 u v. Colombo, Batavia naar Rotterdam. Kota Inten p. 23, 12 u. Dover, Batavia n, Rotterdam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 10