Filmkunst.
's ,,Le Million'
10 LESSEN F 10.-
DANSINS TITUUT
ft
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAC 24 DECEMBER 1931
99
Eén der beste films van hef jaar 1931.
Een kostelijke parodieerendc operascène
Al te lang hebben wij de frissche Fransche
geest in de filmprogramma's van de laatste
maanden, moeten missen. Al te lang hebben
wij ons blind moeten staren op de gepolijste
en zangerige Duitsche films, waarin Fritsch,
Harvey, Ronate Muller, Forst en geestverwan
ten in een geheel glad geschaafde en fraai
gepolitoerde omgeving, hun „schlager" zin
gen.
„Le Million" van Rcné Clair doet ons een
zucht van verlichting slaken cn met een
„eindelijk weer een film!" verlaten we inner
lijk na-genietend, de duistere zaal met het
uitzicht op het vierkante veld der volkomen
illusie.
„Lo Million", in de Nederlandsche vertaling
terecht „De Honderdduizend" geheeten, is de
burleske geschiedenis van den berooiden en
door schuldeischers omzwermden schilder, die
de „honderd duizend" wint, maar het jasje
waarin lot en bewijsnummer zich bevindt,
door een reeks wonderlijke toevalligheden
kwijt is geraakt. Kunstschilder, vriend, vrien
din. parasieten, schuldeischers en een mis-
dadigersbende tijgen op zoek naar het jasje
en beginnen aldus een allerdwaaste ronde
dans door Parijs, met een halte hier en een
halte daar en evenzoovele krankzinnige
situaties. Réné Clair heeft, zooals in „Cha-
pcau de Paille dItalië", waarmee het geval
„Le Million" menige overeenstemming ver
toont, de film zwierig en joyeus gehouden,
licht en luchtig en zoo krijgt men als toe
schouwer het gevoel, dat men een lid is van
die vroolijke bende, die als een troep koord
dansers over de draden der wisselvalligheid
en noodlottigheid huppelt.
Merkwaardig is de overeenkomst tusschen
„Le Million" cn „Der Mann der seinen Mör-
der sucht". maar terwijl deze Duitsche film
ondanks alle kluchtigheid, zwaar van tech
nisch meesterschap en stroef van knappe
structuur is, is het Fransche product vroolijk.
opgewekt, geestig en pittig, piquant en aan-
genaam-zinnestreelend. Het verschil schuilt
in het wezenlijke verschil tusschen de ge
aardheid der volken aan dezen en aan genen
kant van den RijnDer Mann der seinen
Mörder sucht" is door en door Duitsch, wat
traag van handeling, quasi diepzinnig en
van een soort wcemoedig-sombere grappig
heid die wanneer zij tenminste niet in het
burleske overslaat zelfs min of meer navrant
kan zijn.
In „Lc Million" is één van de beste en
aantrekkelijkste eigenschappen van den
Franschen geest uitgecristalliseerdeen licht,
als het ware dronken-makend optimisme, een
uiterst fijnzinnige en beschaafde, zeggings
wijze en een gezond vis comica.
Aan het onvergetelijke „Sous les toits de
Paris", doet „Lc Million" in menig opzicht
herinneren. Toch was „Sous les tolts" uit den
aard der zaak -teederder en met opzet
Ven timen teeler dan „Le Million", welke film
ken illustere grap is, met als hoofdmotief, het
toeval, of zoo men wil, het noodlot, dat de
toalve stad in rep en roer brengt, omdat op
toekeren namiddag „Le père la Tulipe", een
Verucht bendeleider, in zijn overhemd een
kamer binnenvlucht, sentimenteele wijsjes
op de piano begint te tokkelen (voor het ver
baasde jongemeisje) en aldus aan de aan
dacht van de hem achtervolgende politie weet
te ontsnappen. Het meisje, dat medelijden
met de vluchteling heeft, is zelfs wel zoo goed
hem het jasje van haar vriend den schilder
te leenen. En in dat verfoeilijke jasje zit nota
bene het lot waar dezelfde schilder straks „le
million" op zal winnen.
Wij raden onze lezers aan het jasje op zijn
weg door Parijs te gaan volgenMen ge
niet van deze film, zooals men alleen maar
van een „Réné Clair" kan genieten, dat wil
zeggen, op twee manieren: om het wonder
van sprankelende cinegrafische artisticiteit
en om het parodiecrende vernuft van den
maker der film.
L. A.
De film draait in het ..Rembrandt Theater".
Het werk is op bijzonder geslaagde wijze
door middel van intermezzi begrijpelijk ge
maakt voor het Nederlandsche publiek.
Voorts vermelden wij. dat op hetzelfde
programma een voortreffelijke film van het
orkest van het Amsterdamsch Concertge
bouw, onder leiding van Dr. Willem Mengel
berg voorkomt (Oberon-ouverture). Deze
film is vooral om de uiterst interessante
opnemingen van Mengelberg tijdens de uit
voering, van zeer grooto documentaire en
historische waarde. Men misse deze unieke
gelegenheid om een aparten kijk op het werk
van den moester te krijgen, niet!
EEN NEDERLANDSCHE SMALFILMLIGA.
Te Amsterdam is opgericht een „Smalfilm
liga" voor Nederland. In het voorloopig be
stuur zijn o.a. gekozen de heeren Dick Laan
en J. C. Mol.
Het ligt in de bedoeling reeds in Januari
voorstellingen te organiseeren.
DEN HELDER SCHAFT DE KERMIS AF.
Do gemeenteraad van Den Helder heeft
met 11 tegen 10 stemmen besloten tot het af
schaffen van de kermis. De sociaal-democra
ten en de protestant-christelijke partijen wa
ren er voor.
DE KAASINVOER IN ZWITSERLAND.
Het Haagsch Corr. Bur. meldt:
De directie van den landbouw maakt
bekend, dat blijkens een bericht van den
gezant te Bern in verband met een tijdelijk
verbod van invoer van harde kaas uit Frank
rijk, bij den import van dit artikel uit andere
landen een certificaat van oorsprong moet
worden overlegd. Voor Nederlandsche kaas
wordt door de betrokken Zwitsersche auto
riteiten ten dien aanzien genoegen genomen
met het Nederlandsche Rijkskaasmerk.
Dc goede ajloop.
NEDERLAND ZWAARDER
BEWAPEND DAN BELGIë?
Onjuiste wijze van vergelijking
CIJFERS VAN INDlï EN EUROPA VERWARD
Men schrijft aan dc N. R. CL, dat in de
statistiek, welke de Belgische regeering dezer
dagen zou hebben laten samenstellen om
trent dc militaire uitgaven van de verschil
lende landen en berustende op de gegevens,
ingediend naar aanleiding van de as. ont-
waoeningsconferentie, Nederland tenaanzien
van de uitgaven voor de bewapening n.b.
twee is onder de 5 mogendheden „van mid-
dclmatigen rang" waaronder België en
die door hun ligging in Europa min of meer
zijn blootgesteld. België zou dan vijfde zijn.
De Belgische statistische mededeeling gaat
ovenwei aan een principieel euvel mank.
De gezamenlijke uitgaven van Nederland en
van de overzeesche gewesten, zijnde 171 mil-
lioen gulden, te weten de uitgaven voor twee
afzonderlijke legers en een vloot, waarvan
pl.m. 80 pet. in de overzeesche gewesten aan
wezig moet blijven, worden in het Belgische
overzicht gebezigd n.b. ter vergelijking met
de uitgaven van landen, die óf in het geheel
geen overzeesche gebieden bezitten óf wier
overzeesch gebied wat ligging, uitgestrekt
heid en belangrijkheid betreft, zelfs voor een
vergelijking met het Nederlandsche niet in
aanmerking komt.
Een juiste en eerlijke beoordeeling van
deze totale Nederlandsche verdedigingsuit-
gave van 171 millioen gulden (2448 milhoen
B. francs) had moeten vermelden, dat deze
betreffen een rijk in Europa, Azië van 70
millioen inwoners.
Voor de landmacht en luchtmacht van
Nederland in Europa werd in 1929 (het jaar
van vergelijking) echter 52 millioen gulden
besteed. Dit totaal is duidelijk af te leiden
uit de aan den Volkenbond verstrekte gege
vens en derhalve aan de verschillende sta
tistische rekenaars niet onbekend gebleven.
Neemt men nu voor België het in het
bedoelde statistische bericht aangegeven
bedrag van 1548 millioen frs als basis en
trekt men hier van nog af 200 millioen fres
(is vermoedelijk twee maal te veel) voor het
onderhoud van de weermacht in den Congo
en mandaatgebied, dan zou België aan de
land- cn luchtmacht in Europa besteden on
geveer 88 millioen guden of 11 gulden per
hoofd der bevolking. L
Hiertegenover staat voor hetzelfde doel in
Nederland 52 millioen of f 6.50 per hoofd. Met
belangstelling zien wij in tusschen de desbe
treffende Volkenbondsopgave en nopens de
Belgische defensie-uitgaven tegemoet.
De vergelijking van alle, wél officieel be
kende gegevens geeft aanleiding tot een nog
duidelijker conclusie nopens den graad van
bewapening der beide landen.
1. De totale vredessterkte van land- en
luchtmacht van Nederland toch bedroeg ge
middeld voor 1929 (zonder de marechaussee
17,102 man, van België bedraagt de opgege
ven gemiddelde vredessterkte van land- en
luchtmacht (zonder de gendarmerie)' 71.760
Op 10 man voor de land- en luchtmacht
in Nederland zijn dus onder de wapenen in
België, dat een nagenoeg even sterke be
volking heeft. 42 man.
2. Het gemiddelde verblijf m werkelijke
dienst der gewont dienstplichtigen bedraagt
in Nederland 7 maanden en in België 12
maanden.
4. In België zijn 50 pet. meer militaire vlieg
tuigen aanwezig dan in Nederland.
Een vergelijking van de bewapening van
Nederland met die der overige rijken zou
hier te ver voeren. Zij zou evenwel tot de slot
som leiden, dat Nederland in Europa zoowel
als in zijn overzeesche gewesten, onder aan
de lijst der bewapeningen staat.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
H. KWEKKEBOOM
NIEUWE GRACHT 98
EERSTE KAMER.
EENIGE HOOFDSTUKKEN DER BEGROO
TING AANGENOMEN.
De Eerste Kamer heeft heden z.h.s. aange
nomen een reeks wetsontwerpen. Onder meer
Hoofdstuk I der Rijksbegrooting voor 1932
(Huis der Koningin).
Hoofdstuk VIIa (Nat. Schuld)Hoofdstuk
XII (Onvoorziene Uitgaven) zoo mede het
wetsontwerp tot toekenning van de bevoegd
heid tot het tijdelijk treffen van maatrege
len ter regeling van de uitvoer van bepaalde
goederen.
De vergadering is gesloten tot nadere bij
eenroeping..
KERSTVIERING DOOR DE
KONINKLIJKE FAMILIE.
UITDEELING VAN GESCHENKEN AAN
WERKLOOZEN.
Voor het eerst sinds negen jaar heeft de
Koninklijke familie ten paleize Het Loo weer
liet Kerstfeest gevierd. 180 genoodigden za
ten aan.
De Koningin had het voornemen kerstge
schenken uit te deelen aan de te Markelo te
werk gestelde honderd wcrklooze Nederlan
ders uit Duitschland. Op het laatse oogen-
blik was de Koningin echter verhinderd,
waarop de kerstgeschenken toch uitgedeeld
zijn.
VERGUNNING IDZERDA RADIO
BLIJFT INGETROKKEN.
TECHNISCHE PROEFNEMINGEN
ONTAARD.
De Avondpost heeft van het hoofdbestuur
der P. T. T. vernomen dat do zendvergunning
aan Idzerda-radio ls ingetrokken, omdat men
van meening was, dat de technische proef
nemingen, waarvoor zij 1 1/2 jaar geleden
verleend was. nu lang genoeg hadden ge
duurd, en zij bovendien ontaard waren in een
nachtelijken omroep, die o.a. graaofoonpla-
ten draalt. Bovendien wordt het, 's nachts
den aether drukker en drukker, waarbij
ook Kootwijk komt op de 298 M. golf, die ook
door den heer Idzcrda gebezigd werd.
Men is niet geneigd om op dc eenmaal ge
nomen beslissing terug te komen.
Kerstnacht.
Sneeuw over dc landen en over de bergen,
sneeuw over de bosschen en de verlaten ve
nen. En een hemel vol sterren, hoog en wijd,
omvat de wereld.
Maar dan vaart er een fluistering over
het besneeuwde land, van boom naar boom,
van struik naar struik, en de wind, die
langs de flanken der bergen strijkt, zingt
het: hij komt, hij komt.
Dan snelt er een schim langs de sterren,
dan schuift er een schaduw over de sneeuw,
dan trillen de sparren, dat de sneeuw dof-
ploffend van hun doorgebogen takken glijdt.
En weg is hij weer. Machtig groot draaft
hij over de vlakten, door de breede dalen,
over de bergruggen, die zich krommen tegen
den hemel. Wijd-uit staan de blauw-lich-
tende takken van zijn forsch gewei, hoog zijn
zijn schoften, gespierd de pooten, die de
sneeuw niet beroeren. En hij draaft voort,
den ganschen langen Kerstnacht, van de bos
schen van Dalarne tot de vlakten van Lap
land, van de fjall, die naar den hemel reikt
tot de bevroren moerassen aan zijn voet.
Rusteloos draaft hij over de witte wereld,
de reuzen-eland, om ieder, die in den Kerst
nacht een eland gaat jagen, die zoo den
Kerstnacht niet heiligt, mee te lokken, door
de dalen en over de bergen, de witte wijdheid
in, waaruit hij niet zal wederkeeren naar
zijn rood-houten hut op de helling bij de
berken.
Zoo vertelt het de oude Kerstsage van de
boeren en stroopers, de houthakkers en ko
lenbranders uit de Midden-Zweedsche bos
schen en bergen.
Begin December draaide de wind. De wol
ken, die wekenlang laag in 't dal hadden ge
hangen, en met hun onophoudelijke triesten
regen de paden en weitjes op de hellingen
hadden doorweekt, trokken weg over de ber
gen in 't Westen. Het vroor opeens een
graad of tien, de waterloopjes onder de grij
ze elzenhagen verstomden, het laatste groen
werd bruin en hard en de sneeuw, die in den
nacht begon te vallen, maakte de stilte die
per.
Het bleef sneeuwen. Soms zakten de groote
vlokken zacht en regelmatig en gloorde over
dag de zon er goud doorheen. Soms speelde
de storm met de sneeuw, zoodat die omhoog
vloog als branding tegen de hellingen op,
rusteloos rondedanste om de roode hoeven en
hutten en schuren van het gehucht, neer
plofte in een luwte, om even later weer op
te stuiven, een anderen kant uit, het wilde
spel opnieuw weer te beginnen.
Maar tegen Kerstmis veegde de hemel
schoon. De smalle maan stond geel-groen in
de sterren-beprikte vrieslucht, pas tegen tie
nen klaaTde het boven den golvenden kam
van de bergen en nauwelijks een uur lang
zette de bleeke zon 't besneeuwde land in een
vaal-rossen gloed met lange blauwe schadu
wen achter elke hoogte, elke wit-doorstoven
berk, elk ruig kreupelboschje. Maar spoedig
vloeiden de schaduwen weer in een, nóg licht
te de sneeuw onder den dieper en dieper wor
denden hemel, waarin de sterren begonnen
te flikkeren. En tegen drieën gloorde nog
slechts een hooge top in 't zuid-westen,
vreemd, geweldig, boven het verlaten land.
Strak-gëtrokken lag het ski-spoor langs de
helling. Er naast, nu eens links, dan weer
rechts, stonden de grove prenten van een
eland. De beide sporen verdwenen in een ber-
kenboschje, dat zich wonderlijk licht tegen
den hemel afteekende, slingerden tusschen
de stammen door, liepen over een veentje,
met kale, haast ondergesneeuwde elzen- en
wilgenstruiken, bogen dan tegen een volgen
de hoogte op, een lage' rug zonder boom of
struik, zonder staketsel of hooischuur. En
verder gleden de sporen, den door sterren
verlichten, wonderen winternacht in, telkens
weer door andere dalen, telkens weer naar
nieuwe hoogten.
Regelmatig plantte Olie de staven, hard
kraakte de sneeuw onder de ski's, prikkelend
was de wind die hem tegenwoei. die de huid
schrijnde, het zweet in den wollen halsdoek
deed bevriezen. En snel. doorgezakt in de
knieën, 't hoofd laag gebogen, stoof Olie de
glooiing dan af, even zochten zijn oogen het
spoor van den eland: daar was-ie gegaan,
verder 't dal in, naar de sparren daar
ginds
Maar kort voor het donkere hout ging het
spoor weer naar links, wéér de helling op,
en moeizaam zwoegde Olie voort, een uur,
twee uur misschien voor hij de staven weer
kon laten sleepen.
In 't Oosten betrok de lucht. Sneeuw? Over
'n goed uur zou dan het spoor niet meer te
volgen zijn, het mooie spoor, dat daar zoo
fijn gedrukt stond in de sneeuw. Zou die
eland er tóch nog van tusschen weten te ko
men. Zouden ze op Kerstmis tóch alleen
maar brood van meel en gemalen berkenbast
met stinkende koffie en slechte aardappelen
hebben? En Olie peinsde weer. zooals hij 't
de laatste weken zoo vaak gedaan had. over
de mislukking van den aardappelenoogst,
waardoor hij cn honderden anderen in heel
het gewest geen petroleum en geen meel,
geen spek en geen gezouten haring in kon
den slaan voor den winter, over het- sterk
verminderde werk in de bosschen en bij het
en bittere moeilijkheden.
Maar dan schoot het opeens door zijn kop:
Waar is-ie nu heen? Hier? Nee, ginder, prach
tig, toe maar. ga je gang, naar links een
beetje, dan blijf je boven den wind. Als nu
Berglund maar niet komt. Komt natuurlijk
niet. Zal vannacht wel met de slee naar de
kerk gaan. Mooi paard heeft-ie. En de sneeuw
houdt het best. Maar als-ie Olie in de gaten
zou krijgenWaarom lachte-n-ie zoo gis
teren? Zou-ie denken, dat oude Olie nu nog
t er op wagen zou, voor een maand naar
Harnösand gestuurd te worden voor zoo'n
ciand? Maar hij weet, dat we geen vleesch
meer hebben, hij weet dat de elanden hier
in de buurt zitten
Is-ie nu weer de hoogte in? „Jackla racka-
re!"
Olie remde. Haalde de cognac-flesch van
onder zijn jas vandaan, 'n Slok maar. Hij
voelde hoe zijn knieën trilden, hoe 't zweet
langs zijn rug liep, zijn handen waren stijf
bijna. Maar met een stoot van de staven
schoot hij weer vooruit, dan een eind naar
links, dan langzaam tegen een nieuwe hel
ling op. En daarboven, tegen de sterren, daar
bewoog zich een zwarte schim. Stil nu. Hier
langs. Waarom kraakt die sneeuw ook zoo. 1
Tegen de sneeuw teekende hij zich af, dc
eland, 'n mannetje, 'n forschc knaap, de
breede kroon van 't gewei op den grootcn
kop. Langzaam stapte hij door de sneeuw,
onder den kam van den rug. En geluidloos
stak Olie voort, de oude Noorsche dubbelloops
nu los over den schouder. Dan zwaaide de
eland den kop op, draafde rustig voort, nu
eens naar beneden, dan weer hooger op, om
eindelijk over den kam te verdwijnen.
De wolken schoven langs den hemel op.
Maar de maan stond nu laag in 't Zuidoosten
cn de sneeuw glansde blauwig. En telkens
zag Olie den eland daar draven, 'n paar hon
derd meter ver weg, donker cn groot. Hij
voelde zijn knieën, zijn beenen waren zwaar
telkens gleden de ski's onderuit, struikelde
hij bijna, zakte de buks met een smak in zijn
arm.
Het werd den ouden man wonderlijk te
moede. De sneeuw was zoo vreemd, het land
leek zoo wijd, de sterren straalden zoo helder.
Er verschoot er een. En de eland daar ginds
in de laagte scheen groot, onwezenlijk groot,
als een dier dat over de hoogste sparren kon
springen, dat snel als de Oostenwind over de
vlakten kon gaan
Was het de0 Olie schoot de oude sage
te binnen, die hem verteld was heel vroeger,
toen hij 's zomers met de vrouwen en meis
jes naar de bergweiden ging om op de koeien
te passen, later ook, als hij in een vervallen
houthakkershut met vrienden 't vleesch van
een pas geschoten eland zat te roosteren bo
ven het rookende open vuur, de sage' van
den reuzen-eland, die in den Kerstnacht over
de witte wereld draaft.
Olie lachte, nam een nieuwe slok uit dé
flesch. Gleed weer een laagte in, verloor een
staaf, schuifelde terug, stootte zich. dan weer
voort.
Daar, bij dien sneeuwval, daar stond-ï^
rustig nu, den kop geheven, t gewei in derf
ruigen nek. Maar het spoorhet spoor was
er niet meer; glad lag de sneeuw, onberoerd
rondom. En de zware takken van het gewei
schenen vaag blauwig te glanzen en het leek
of het silhouet van het zwarte dier groeide
tegen de sneeuw.
Was het tóch de reuzen-eland? Was hëS
dan waar, wat de menschen zeiden over dat
vreemde dier, dat meelokt wie in den heili
gen Kerstnacht op elanden jagen gaat? Ollé
knielde. Twee korte schoten knalden hard m
oe stilte, riepen echo's wakker achter de hel
lingen. De oude man zakte voorover in dé
droge sneeuw. En de eland draafde voort,
langs de glooiing omhoog, stond even stö,
groot nu tegen de sterren. Dan was hij weg.
In den Kerstmorgen toen de zon door dé
zacht-vallende sneeuwvlokken gloorde, reed
de jachtopzichter met zijn slee naar het ge
hucht, dat daar met zijn roode. huizen eri
hutten lag in de dikke sneeuw De bel van het
paard rinkelde fijn in de sereene stilte. En
naast Berglund zat Olie, wat versuft nog van
de koffie en de cognac, die hij naar binnen
had gekregen, sedert Berglund hem vond.
Want toen de jachtopzichter in den nacht
naar de kerk was gereden, had hij het ver-
sche ski-spoor gezien naast de elandenpren-
ten, had hij geweten, dat niemand anders
dan Olie Petterson, vroeger de ergste stroo-
per van heel de streek, er op uit was, had hij
ook geweten, dat Olie den „reuzen-eland"
zou ontmoeten. En was hij zestig, misschien
zeventig kilometer ver langs de twee einde
loos schijnende sporen gereden.
Stockholm.
C. G. B
SCHEEPVAARTBERICHTEN
Alphacca p. 22 Ouessant. Buenos Ayres n.
Rotterdam, 23. 24 uur verwacht.
Alcinous 21 v. Marseille, Batavia n. Am
sterdam.
Abbekerk p. 23 Gibraltar, Amsterdam naar
Japan.
Arnfried 21 v. Bahia, Amsterdam n. Zuid-
Amerika.
Beemsterdijk 22 te Norfolk v. Rotterdam.
Eemland 22 te Bordeux, Amsterdam n. W.-
Afrika.
Flandria p. 23 8 u. Fernanda Noronha, Am
sterdam n. Buenos Ayres.
Gaasterkerk p. 22 Perim, Australië naar
Rotterdam.
Grootekerk 22 v. Hongkong, Rotterdam naar
Japan.
Gaasterland 21 v. Freetown n. Conakry.
Heemkerk 23 v. Marseille n. Antwerpen,
Beira n. Rotterdam.
Helder 22 v. Callao n. Valparaiso.
J. P. Coen p. 22 Perim, Batavia na Amster
dam.
Kota Tjandi p. 23 4 u. Suez, Rotterdam n.
Batavia.
Kennemerland 23 te Amsterdam v. London
derry.
Kota Baroe 17 te Los Angeles, Calcutta n.
Vancouver.
Maasdam 23 te Antwerpen. Rotterdam n.
New Orleans.
MontferIand<22, 20 u. van Hamburg n. Am
sterdam.
Nictheroy 22 v. Antwerpen te New Westmin
ster verwacht.
Nijkerk 23 v. Amsterdam n. Amsterdam.
Nieuwkerk 22 v. Oost-Londen n. Port Elisa
beth
Orestes 22 20 u. te Havre, Sauchez naar Am
sterdam.
Poelau Roebiah 22 v. Sabang, Amsterdam n.
Batavia.
P. C. Hooft 23 v. Amsterdm n. Batavia.
Poelau Tello 23 tc Amsterdam v. Londen.
Randfontein 22 v. Mozambique n. Beira.
Rijnland p. 23. 10 u. Brunsbuttelkoog Hol
ding n, Amsterdam.
Siaoe 21 te Rangoon.
Sigli 22 v. Belawon Deli n. Singepore.
Tabian 21 v. Penang, Amsterdam naar Ba
tavia.
Tosarl 23 1 u. te Antwerpen. Rotterdam n.
Batavia.
Tjikandi 22 v. Macassar.
Tjisondari 22 te Sjanhai v. Hongkong
Tabinta 23 van Suez, Amsterdam naar Ba
tavia.
Blommerslijk 22 8 u. 30 m. 280 myl West v.
Scilly. Rotterdam n. Baston
Deucalion 20 te Kingston J. v. A'dam, ver
trok n. Haiti.
Tasman 22 v. Port Louissc Maus n. Lorenco
Marques.
Patria 23. 11 u v. Colombo, Batavia naar
Rotterdam.
Kota Inten p. 23, 12 u. Dover, Batavia n,
Rotterdam.