FEM'NA ABR. MEIJER Het Moeilijke Jaar. Haarl em s Da g b I a d Dond eraag 24 Dec. 1931 Een aardig sportief ensemble Voor dit leuke. Jeugdige ensemble is de mantel bij vaorkeur gedacht van die popu laire eenlgszins ruwe. grove, wollige stof. die zooveel voor wintermantels wordt toegepast op het oogenblik en dan liefst in het gara- niumrood. De mantel is gegarneerd met een drievoudig stiksel dat van de schouders naar beneden loopt en zoo om den zak heen. De mantel bij voorkeur gedacht van die popu- en steekt er buiten uit. De mouw is verder met een opgestikteljp met knoop, die men ook weer op den zak terug vindt. Geheel overeenkomstig de mode heeft deze mantel natuurlijk /eer brcede revers. De ceintuur is van dezelfde stof. met een metalen gesp en metalen oogjes voor de rlemgaatjes. Aan 2 50 M. stof van 1.40 M. breed heeft men voor den mantel patroon no. 3212) genoeg. De japon is van iets minder grove stof en een tintje lichter dan de mantel. Het lijfje is van voren met een ingezet rechthoekig pandje, waaraan de twee lippen (met knoop) zijn aangeknipt. Dit pandje zet zich beneden de taille in den rok voort, waar er aan weerskanten een stolpplooi langs valt. Het kraagje is van crêpe de chlne en wordt gedrapeerd met de uiteinden onder de met een knoop gesloten lippen van het voor pand. Voor deze japon is 2 M. stof van 1 40 M. breed genoeg, (patroon no. 3213). Een belangrijk onderdeel van onze „uit rusting" vormen de handtaschjes. Opmerke lijk is het groote aantal zwarte en grijze tasschen, waarbij men veel glimmend leer, lakleer, enz. aantreft,'doch waarbij ook zeer veel reptielenhuiden zijn verwerkt. Was enkele jaren geleden het slangenleer bijna uitsluitend de groote mode voor schoenen thans worden allerlei soorten slangenhuid, hagedis en krokodil gebruikt voor de ver vaardiging en garncerlng van damestas- schen, kleine koffers, enz. Van den mantel, zoowel als de japon, zijn patronen verkrijgbaar a 75 cent elk. Post wissel zenden aan: De Beurs. Amstellaan 66. Amsterdam (Z.). Op het strookje nauwkeurig vermelden: Naam en adres van afzender, nummer van liet gewcnschte patroon en maat. Levering binnen een weck. De maten van 40 tot 52 zijn verkrijgbaar). .rn.nf Tja, en daar helpt geen lieve vadertje of moedertje aan. Je mag dan beginnen met je neus op te trekken voor alles wat er lichtzin nig en oppervlakkig op deze aarde is, met Maurice Chevalier boven aan, je mag ein digen met mekaar verontwaardigd te vertel len. dat hij in Londen een honorarium heeft gekregen voor oen paar avonden liedjes te zingen, dat zoo fabelachtig is. dat je allang niet meer weet, of er drie of vier of zeven of acht nullen achter stonden, omdat je nu eenmaal op zulke getallen niet Ingesteld bent, maar ondertusséhen - - Maurice stoort er zich niet aan, en hij grinnikt zijn vergenoegd grinnikje eens, steekt zijn onderlip-als-een- centebak vooruit, slingert nonchalant met zijn zeemansbeenen. en daar ga je! O nee. niet ik alleen! U ook. Ik weet van een oude dame. o ja. een verschrikkelijk in getogen oude dame. die het bestond om een halve gramofoonplaat lang haar mond in de preut.sehe plooi te houden, waarin ze hem gebracht had, toon niettegenstaande haar protesten de plaat van ..die afschuwelijke Maurice Chevalier" toch door haar klein dochters werd opgezet, die de andere helft een wanhopige strijd voerde tegen de lach rimpeltjes. die aan alle kanten uit haar ge zicht. dreigden te barsten, en die. toen het eindelijk afgeloopen was. een ongelooflijk diepe zucht slaakte, en zei: „Zet hem nog eens op". Ze wist het natuurlijk niet. maar als u mij vraagt, dan had ze zoowat haar hecle leven op Maurice gewacht. En als u mij dan nog eens vraagt, dan hebben we allemaal ons hecle of ons halve leven op Maurice gewacht, want anders zou hij niet zoo populair geworden zijn. Maurice Chevalier, de lieveling van het pu bliek. de lieveling der goden, de lieveling van For tuna, de afgod van Parijs eerst, toen die van Hollvwood, nu die van de heele wereld! En waaraan heeft hij het te danken? Er zijn er eenigen, die het onbehoorlijke woord ..sex appeal" noemen. Hm. Ik geloof er niets van. Ik ken mannen bij het dozijn, die even groote bewonderaars en aanbidders van Chevalier zijn als hun vrouwen, zusters, en verloofden. 'Zijn goddelijke stem? Kom nu. Een jaar of zes geleden, lang voor zijn grooten roem, heb ik hem in Parijs hooren zingen, en toen zou je al tegen hem gezegd hebben, als hij het over zijn stem had: „Breng hem eens mee". Het beetje stem, dat Maurice Chevalier ooit gehad heeft, ls al lang kapot, al moet ge zegd worden, dat hij met de mankementen van dat stemgeluid beter woekert dan Ri chard Tauber het doet met zijn fluweelige dieptefi en hemelsche hoogten Maar wat dan? Zijn acteeren? Onmogelijk, want al is Maurice een ras-acteur van zijn hoofd tot zijn voeten, en al verliest hij nooit dat jolige plezier in zijn eigen spel. dat elke scène van hem tot een verrukkelijk tooneeltje maakt, zijn gramofoonplatcn, waarop hij niets tot zijn beschikking heeft dan die verschrikkelijk te kort schietende stem, zijn even populair als zijn films. Maar wat dan? waarom, waarom, vraag ik u, is Maurice Chevalier, de Parijsche straat jongen, die door Mistinguett „ontdekt" werd en die van het Casino de Paris uit zonder slag of stoot de wereld veroverde, dat alles geworden: lieveling der dames, maar der meneeren ook, lieveling van de heele we reld? Zal ik het u zeggen? Omdat Maurice plezier in zijn leven heeft, en er rond voor uit komt ook. Ik weet, dat het verhaal van hem de ronde doet, dat hij in gewonen doen een norsche nurks is, zooals dat de ronde doet van alle komieken. Melancholiek en zoo. Somber en in zich zelf gekeerd. En tja, ik weet niet, wat ik er van gelooven moet. maar veel is het niet. En daar heb ik in allen ge valle niets mee te maken. Ik kan me best begrijpen, dat Maurice boos is, als mevrouw Chevalier zijn kousen niet op tijd 'gestopt heeft. Dat zou ik ook zijn. En als ik mevrouw Chevalier was. dan zou ik die kousen vast op tijd stoppen. Maar ik ben mevrouw Chevalier niet. en ik ken haar man alleen, zooals de meesten hem kennen, en dat is als een men vergeve me het woord lollige vlotte vent met een rappe lach en plezierige beenen. Een mensch zooals er te weinig zijn. Een mensch. die lacht, als er te lachen valt, en die oo klacht, als ieder ander zou huilen. Eén die in plaats van wat wij allemaai doen, elke zwaarwichtige situatie net zoolang uitspin nen tot wc onzen zin en er'een heele trage die uit gedistilleerd hebben, eens grinnikt, een mop tapt, één van zijn lange beenen uit steekt en er overheen stapt. Gezondheid, Maurice! En tot in lengte van dagen! WILLY VAN DER TAK. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel WEEKNIEUWS CR. HOUTSTRAAT 16, HAARLEM Nu is het echt winterweer. Draagt zorg voor uw lichaam! Een goede warme wollen kous en daarover een wollen slobkous be- schermt uw beenen voldoende en geeft u een behagelijk gevoel. Voor Heeren raden wij aan stevige wollen sokken. Juist nu in den uitver koop kunt u voor xoeinig geld iets heel goeds koopen. EEN HAAS IN DE POT. Met de feestdagen. Kerstdagen of Oud en Nieuw, is het in talrijke gezinnen de ge woonte van den maaltijd een min of meer feestelijke gelegenheid te maken. Zelfs daar. waar men anders er niet aan zou denken om „wild" of „gevogelte" op tafel te zetten, maakt men voor deze feestelijkheid, dat er een „haas" of een ander beestje in den pot is. Nu, wat de voedingswaarde aangaat, deze is van wild niet minder dan van het vieesch, dat wij gewoonlijk gebruiken. Het wild heeft nu eenmaal de z.g. „wildsmaak", een eigenaardig aroma, dat toe te schrijven is aan het groote gehalte aan extractiestoffen. Het werkelijke wild is mager, doch de daarvan afgeleide tamme soorten (tam konijn, ge meste gans) zijn veel rijker aan vet. Om nu het magere wild toch vetter te maken, gaat men dikwijls over tot lardeeren. d.w.z. doorrij gen me dunne reepjes spek of omwikkelen met een plakje spek. Daardoor wordt voor komen. dat het magere wild al te droog zou zijn. Het wild wordt meestal gebraden, om dat men, evenals bij het gewone vleecsh, dan de meeste kans heeft, at zoowol wild als jus heel smakelijk worden. Natuurlijk vraagt 'iet braden veel toezicht, omdat men hier met een veel grootere hitte werkt. Het stoven, dat ook een goede methode ls en heele lekkere resul taten kan opleveren, eischt veel minder toe zicht. Stoven past men vooral toe bij het be reiden van de z.g. hazepcpcr. waarbij de haas (of andere stukken of restjes van gebraden vlecsch) in kleine stukkon worden oijeengc- voegd en gestoofd, met kruiden en azijn. De smaak van al de toegevoegde bestanddeelen deelt zich tijdens het stoven veel vollediger aan het vieesch mede, dan bij braden het ge val zou zijn, terwijl door dit stoven in oen toegedekte pan het. vieesch veel minder uit droogt dan bij het braden van een heel beest 'Om een haas dan naar alle regelen van de kunst te braden, ga men als volgt te werk: men begint met de haas met 11/2 ons lardeer spek te lardeeren. Met behulp van een lar- deernaald rijgt men het in dunne reepjes ge sneden spek in lange rijen door het wild. Ver volgens wascht men do haas overgiet hem met kokend water wrljtt hem in met eon af gestreken eetlepel zout waarna men hem in de braadslede legt, waarin men 2 ons boter lichtbruin gebraden heeft. Do overblijvende spekresten doet men er ook bij. De aJctus ge reed gemaakte braadslede zet men in een hee ten oven. waarna we de haas op do gewone wijze, zooals bij groot vieesch gebruikelijk is. gaar braden. Dit bradon duurt ongeveer 11/2 uur. d.w.z. zoo lang, dat t vieesch van den rug gemakkelijk met een lepel kan worden los gemaakt, Den bovenkant moet men dikwijls met de jus bedruipen, zoodat het vieesch niet uitdroogt Tenslotte maakt men de Jus af door er een scheutje melk of room bij te voegen en er daarna 2 kopjes bouillon door te roeren, die men gemaakt heeft van 1 maggi bouillon blokje op 2 kopjes water. KERSTBOOMEN. Ik wilde u vertellen van een kerstboom, die ik dezer dagen zag, en die, hoewel het veel te vroeg en nog lang geen Kerstmis was, stond te schitteren en te flonkeren, zoo schoon, als ik in geen jaren een Kerstboom zien zal, denk ik, hoewel ik er al een vrij groot aantal zag en er meer hoop te zien nogWant Kerstboomen, die kan men nooit genoeg zién.... kerstboomen hebben stemming, en ze brengen een beetje vreugde en een beetje geluk en een beetje goede ge dachten mee. en die kunnen we allemaal nog wel een beetje meer gebruiken in deze wereld van onvolmaaktheden en tekortkomingen De Kerstboom, die ik zag, was er geen, die met tientallen kaarsen stond te stralen in een kamer, waar het rook naar dennetakken en gebrande dennenaalden, waar geen ander licht was dan het goudige, warme schijnsel van de flakkerende kaarsen, waar een heer lijk koesterende warmte hing van veel bran dende kaarsenpitten en veel smeltend kaars vet. Het was er ook geen, zooals ik hem laatst aangeprezen zag in 'n brochure van weet-ik-wat voor electrisch bedrijf, dat het waagde te beweren, dat electrisch verlichte kerstboomen verre en nog eens verre te verkiezen waren, boven onze lieve, goede oude kerstboomen-met-kaarsjes. die onhygiënisch en onpractlsch en van alles nog meer wa ren; uitgever en brochure-schrijver mogen het mij vergeven, maar zoo lang ik leef, zal ik een strijd op leven en dood blijven voeren met electrisch verlichte kerstboomen; en al bleven er voor de kerstboom met kaarsen niets anders den zwaarwichtige, importante en welluidende en nog beter inslaande be- zwarn over, dan zou hij het bij mij nog win nen. omdat hij nu eenmaal de kerstboom is, zooals hij moet zijn De kerstboomen dien ik zag, was er ook geen moeizaam getorst door een klein jongetje met een verrukt snuit en een roode neus, die hem misschien wel stiekem van zijn laatste centen had gekocht, en hem nu glorieus naar huis droeg. Het was ook geen berijpte boom in een witte, witte wereld, en ook niet die kerstboom bij uitnemendheid, die het nog weer wint van den ouden kerstboom met kaarsjes: een besneeuwde, donkergroene den met ruige takken als baarden van statige oude kabouters, waarop de winter ondeu gend een machtige, bolle laag glinsterende sneeuw heeft gelegd, zoodat al dat zwaar be laden groen zwijgend naar beneden gaat, zij gen. en de boom eruit ziet, of hij zich eer biedig buigt voor iets, dat wij niet zien En de bekoring van het nieuwe. Nog een weekje, en dan is het jaar 1931 al weer aan zijn laatsten dag gekomen. Voor velen zal het een niet aangename herinne ring achterlaten een herinnering van weinig werk of heelemaal geen, van zakelijke moei lijkheden, van groote verliezen, van gesloten afzetgebieden, van scherpe concurrentie - in een woord van veel onaangenaams en van weinig vreugde. En voor de anderen, wien het lot geen zware slagen heeft toegebracht, zijn alle moeilijkheden zeker ook niet onopgemerkt voorbijgegaan. Wie zou er met zijn hand op zijn hart kunnen beweren, dat hij niets, maar dan ook heelemaal niets van de economische malaise bemerkt in zijn eigen zaken of zijn werk! Niemand immers. Niet alleen de man heeft met de moeilijk heden te kampen, en de vrouw voor zoover zij in zaken is, maar ook natuurlijk de huis vrouw, wier taak het is, naast de organisatie en de gang van het huishouden en de hulp bij de opvoeding der kinderen, het grootste gedeelte van het inkomen van den man te be- heeren en op verstandige wijze te gebruiken. En dat is vaak, in een gezin waar school gaande kinderen zijn, en waar een oaperkt inkomen wordt ingebracht, een heel kunst stuk. Moeilijker wordt het echter nog. vinneer het inkomen gedaald is, en wanneer *r das bezuinigd moet worden, omdat anders schul den maken er het beangstigend gevolg van is. Voor iemand met een klein inkomen is zulk een salarisvermindering natuurlijk het ergste: Wanneer men al, zoo zuinig mogelijk levend, moeite heeft om rond te komen, kan een sa larisvermindering rondweg een onoverkome lijke moeilijkheid beteekenen. Erger worde dat natuurlijk nog, wanneer het werk plus de inkomsten geheel ophouden, dat is niet alleen financieel, maar ook geestelijk een ramp voor een gezin, welke men vooral niet moet onder schatten. Maar ook voor hen. die een goed inkomen genoten, en die nu daarin belangrijk geknot worden, zijn de moeilijkheden plotseling legio. Een mensch is o zoo spoedig gewend aan luxe, waarbij ik dan niet de onnoodige over dadigheid op het oog heb, maar de tamelijk eenvoudige weelde-genoegens, die het leven veraangenamen. 2tooals daar zijn: een nkele keer uitgaan, nieuwe meubels aanschaffen voor het huis, in een woord, alle niet direct noodige dingen om het bestaan te verleven digen. Menschen met een goed inkomen voelen dit echter allemaal niet meer als weelde, het is zoo'n onverbreekbaar deel van hun bestip geworden, dat het tot een noodzakclijkhtü is uitgegroeid. En nu moeten zij daarvan opeens afstanj doen. Is dat nu zoo erg, zal menigeen misschim zeggen, daar kun je toch wel buiten. Neen, zoo erg is het niet, maar omdat betrokkenen het niet meer als weelde voelc^ denken zij er niet aan, dat hierin een bezuip, ging zou kunnen liggen. En daarom veten 2j; meestal geen raad, waar zij de vernunderlnj van het inkomen in kunnen uitsparen. j Menige huisvrouw, die een royaal leven op bescheiden schaal gewend was. heeft zich lp het afgeloopen jaar in wanhoop afgevraagd, waarop zij ter wereld zou moeten bezuinigen. Dan speelde de theorie: goedkoop is duur- koop. haar door het hoofd, dus zij mocht nietj goedkoops nemen, dat bracht haar nog meer achterop. Totdat zij tot de slotsom moest komen, dat in sommige gevallen „goedkoop" een uitkoms; kan zijn, en dat het ook juist niet minder- waardig behoeft te zijn, omdat het niet vee! geld kost. Waarbij zij dan ook begon in te zien, welke we'eldegewoonten het gezin eigen- lijk wel zou kunnen missen, en die niemand vroeger als luxe had gevoeld. Zoo is er in het afgeloopen jaar heel wat geploeterd en heel wat gezwoegd door de huis vrouwen, om de beide eindjes, welke steeds van elkaar wilden losschieten, bijeen te houden. En menigeen onder haar heeft het voor- uitzicht, dat in 1932 dit nog wel voorloopi» zoo blijven zal. Toch is dit geen reden, om met enkel som- bere gevoelens het nieuwe jaar in te gaan. Het is tenslotte toch een nieuw begin: wel zelden zal een oud jaar met zoo weinig leed wezen. uitgesproken of niet, achtergelaten zijn als dit jaar 1931. Het nieuwe staat daar voor de deur en het heeft die ondefinieerbare bekoring welke er van alle nieuwe dingen uitgaat. Alles wat nieuw is, brengt een illussie me; zich mee, ook het nieuwe jaar. en met die illusie in het hart behooren wij het dan ook te beginnen. Denk eraan zelfs in dezen tijd zijn illusies schatten waard; wie in tijden van tegenspoed geen enkele illusie meer weet te behouden, zal, wanneer de kans keert, en de voorspoed weer binnenkomt verleerd hebben om zich illussies te scheppen. En dan is het lever. geer. leven meer, maar een dood bestaan. E. E. J.-P De kerstboom die ik zag en u moet nu vooral niet gaan denken, dat het iets bij zonders was was, schrikt u niet, een ge wone. kale. een beetje spichtige, een beetje uit zijn krachten gegroeide iep. Hij stond langs een weg, ergens hier bij mij in dc buurt, en 's zomers zag hij er eigenlijk wei luit. met zijn nikken bladerdos en met de spreeuwen en merels; die tusschen al dat groen verstoppertje speelden als kleine kin deren in oen geweldig bosch, als een flinke, forsche boom., als een jong iepje wel, maal ais een jong iepje toch, dat cr wezen mocht. Maar 's winters, dan komt hij. ontdaan van al dat flatteuze groen pas in zijn ware ge daante te voorschijn, spichtig, sprieterig, hul peloos naakt en armelijk. En toch en toch, heb ik een paar ochten den geleden stil gestaan bij dat iepje. dat zich ter eere van den komenden Kerstmis ge tooid had, zoo mooi, zoo fijntjes, zoo geraffi neerd simpel en kostbaar, dat 't opeens geen armzalig iepje meer was, maar een jonge, schoone, kostelijk opgesierd en flonkerend voor haar eerste bal. Het had dien ochtend een beetje gehageld, en een beetje geregend, en toon weer een beetje, gesneeuwd, en toen had de zon het noodig geoordeeld om te laten zien, dat zij er ook nog was, en zc had de heele wereld gezet in een glans Hier en daar lag nog een plukje wit. en hier en daar was een plas, die stilletjes lag te blikken in dat zonnelicht onder dien ijlen, ragfijnén herfst hemel, en te midden van dat alles stond dat iepje van.me, volgehangen met juweelen! Het schitterde en flonkerde van dc fel blauw witte diamanten, kouder en brutaler glanzend en stralen schietend dan de mooiste echte; de teerlila en donkerpaarse amethysten wa ren erbij dozijnen In te tellen bleekc en diep bruine topazen hadden zich gehecht aan iedere tak, aan ieder takje; en een paar bloedroode robijnen hingen te boven en te vonken aan een paar pas beginnende blad knoppen, dat het leek of dc heele wereld er een warmer gloed van kreeg! Een auto kwam langs gedreund, en van het uiterste eind van een wintersch In mekaar gedoken knop kwam na een paar weifelende trillingen een warme rondo roode robijn naar beneden getuimeld! Mijn hand schoot uit, en ik ving hem op en erin lag. nog zachtjes naderend, en de heele wereld weerspiegelend in zijn bol op pervlak, een kristalheldere doorschijnende waterdruppel Daar moet je weer de natuur voor zijn om uit een oude iep. wat waterdruppels en oen paar straaltjes herfstzon en mooiste kerst boom te tooveren. die een mensch in al de lange jaren van zijn leven tegen komt. Het zal lang duren voor ik dat iepje daar vergeet, prilletjes, spichtigjes met zijn kale. iele takgewirwar tegen den fijnblauwon herfsthemel, en dc zon. die het opsierde tot oen blinkend sprankelend sprookjesboompje, vol licht, dat weerkaatste op edclsteenen van het zuiverste water! Ach. die natuur. Wie kan daartegen op. als die eenmaal aan een gang gaat, als die het in haar hoofd haalt om in haar eentje langs een eenzamer, weg, wol een week te vroeg. Kerstmis te gaan vie ren? Toch niemand? En zoo doet het er ook al weer niet toe. of t wij menschen een beetje kibbelen over de I voors en tegens van kerstboomen met en I kerstboomen zonder kaarsjes en over de I Ha/epeper maken we van 1 haas., 1 afge gestreken eetlepel zout, wat peper, 1 /2 ons tarwebloem, 1 ons boter, 8 gewone theekopjes bouillon, bereid van 3 maggi bouillonbolkjes met 8 kopjes water, 1 gewoon theekopje azijn. 2 afgestreken eetlepels suiker, een stukje Spaansche peper, 2 flinke uien. 4 kruidnage len cn 2 laurierbladen. Dc in stukken verdeel de haas wordt gewasschen cn daarna met peper en zout ingewreven. Dan braadt men ze in een ijzeren potje met de boter rondom bruin (ongeveer 1/2 uur). Daarna neemt men de stukken uit dc pan en laat de over blijvende boter, de bloem en de fijn gesnip perde uien bruin worden; dan roert men er den bouillon door en blijft dit roeren, tot het eenlgszins gebonden is. Nu doet men de ge braden stukken haas in de saus en voegt er den azijn bij, de suiker en de verschillende kruiden. De pan dekt men dicht en laat alles zachtjes doorstoven (minstens uur), tot dat de haas door en door gaar is. Op een ver warmden schotel brengt, men de tukk-n over; zeef dan dc saus en giet ze over den haas. VRLCHTENCAKE. Nu wij zooveel feestdagen te wachten zijn is het aardig bij alles wat de banketbakker ons brengt, ook zelf eens iets te maken. Hier onder volgt het recept van een vruchten- cake. Benooödgdheden hiervoor zijn: 175 gram suiker 175 gram bloem 125 gram boter 4 eieren een kwart geraspte schil van een citroen 12 ons Blrgareaux Fruits assortls. Bereiding De suiker, dc eieren en de geraspte citroen schil moeten flink geslagen worden, zoodat de massa wit is. De boter wordt gesmolten en er heel voorzichtig doorheen gewerkt. Nu voegt men de bloem en dc vruchten bij de massa en werkt dit heol luchtig door elkaar. Het beslag wordit nu in een beboterd en met bloem bestoven bakblik gedaan en drie kwartier in een matig verwarmde over gebakken. Als men wil zien of de cake gaar is, dan duwt men heel even zijn vinger zacht op de cake. Gaat het deukje weer dadelijk omhoog, zoodat de cake sponsachtig is, dan is hij gaar. Botersaus: Bij gekookte visch of aard appelen maakt men van 1 2 L. water 2 maggi bouillonblokjes, 40 gr. tarwebloem en 80 gr. boter een fijne botersaus. In het kokende water laat men de bouillonblokjes oplossen. De helft van de boter verwarmt men roe rende met de bloem tot een gelijk papje; daar giet men, steeds roerende, den bouillon bij en laat dan dc saus een oogenblik door koken, Dan neemt men de pan van het vuur en maakt de saus af, door er de in kleine klontjes verdeelde overgehouden boter mee te vermengen. Voor een magere of vegeta rische saus laat men bouillonblokjes weg, maar roert er bij het afmaken van 1 thee lepel maggi aroma door cn voegt bij het water 1 volle theelepel zout. KAARSVETVLEKKEN. Kaarsvetvlekkcn verwijdert met het beste, door eerst zoo veel mogelijk het kaarsvet af te breken of met een mesje voorzichtig af te krabben.. Wat er dan nog over blijft, strijkt men er uit met een heet strijkijzer, nadat men eerst onder en boven op het goed een stuk grauw papier heeft gelegd met den ru wen kant tegen het goed aan. Natuurlijk moet men telkens nieuw papier nemen, tot de vlek op deze manier heelemaal weggestreken is. Blijft er dan nog een „moet" over, dan kan men die waarschijnlijk met een watje met benzine weg wrijven, doch denk om het brandgevaar. voordeelen en nadeelen van kerstboomen met en kerstboomen zonder electrische verlich ting. Moeder Natuur met haar onvergelijke lijke handigheid en ingenieusheid. toovert robijnen en diamanten uit waterdroppels en wint het toch altijd weer! WILLY VAN DER TAK. „Temidden van de duisternis is een licht opgegaan." Ik denk, dat deze woorden in menige Kerst rede in menige preek tot onderwerp worden gekozen. Dat gebeurt andere jaren ook wel, maar zelden lag het zoo voor dc hand als nu. Duisternis, crisis, malaise. Ze zijn er, het zou dwaas zijn het te ontkennen. Als er nog iets te verbeteren is, dan kan dat alleen gebeuren door de feiten onder de oogen te zien. Te zeggen, da het zoo erg niet is, dat de hecle malaise op suggestie berust en dat er in vroegere tijden ook wel eens een crisis is geweest die zich zelf oploste het klinkt ze ker optimistisch, maar de gronden voor een dergelijk optimisme ontbreken. Maar de feiten onder de oogen zien., bctec- kent daarom nog niet: tot uitzichtloos pes simisme vervallen. We weten geen oplossing, maar er zal er toch een moeten komen, hoe dan ook. Een oplossing, die van ons zelf uit gaat. Het Is hier de kwestie van dc kip en het el. Wat was er eerder dc economische crisis of de geestelijke crisis? Voelen wij ons zoo onrustig en onzeker, omdat het in de wereld zoo slecht gaat. of gaat het in de wereld zoo slecht, omdat het met den mensch niet in orde is? Ik geloof het laatste. De mcnschen maken de gebeurtenissen de gebeurtenissen niet de menschen. Wij allemaal hebben door onze manier van denken, van voelen, van hande len min of meer schuld aan wat er op het oogenblik in de wereld gebeurt. De schuld hoeft ons niet te ontmoedigen, integendeel! Wie schuld heeft, kan veel goed maken. Bekijken we de wereldcrisis zóo van buiten af, dan staan we machteloos.Wat kun nen wij daar tegen beginnen! Maar tegenover onze eigen geestelijke malaise staan we an ders; daar is tegen te vcehten, die is te over winnen! Er is eits wat veranderen moet in ons. En als het dan weer Kerstmis wordt, het feest van Vrede en Liefde, ran voelen we iets van warmte in deze grimmige kou, dan zien we een lichtje opgaan in de duisternis. Ik kan u natuurlijk niet vertellen, wat er precies in ons veranderen moet; we zullen dat allen voor ons zelf moeten vinden. Maar dat er veel vrede en vooral heel veel liefde bij te pas komt, dat is zeker. Daaromlaat Kerstmis dit jaar niet en- gemerkt voorbij gaan. „Het is geen tijd voor feesten", wordt er beweerd. Maar voor Kerst feest is het steeds tijd! Het hoeft immers zoo weinig te kosten! Als een boom te iuv ls. dan brengen hulst en wat rood papieren klokken al stemming in dc kamer. Gasten hoeven er niet gevraagd, kostbare diner's zijn overbodig en cadeautjes geven hoorde meer bij de Sinter Klaas thuis. Wees niet nuchter en zeg: wat helpen hulst takjes cn papieren versiering, ze brengen geen vrede of verbroederingMet die moderne „intellectueele" nuchterheid komen vc niet verder, zinken we steeds dieper weg in de duisternis van intellect cn techniek. Kerstversiering in de kamer spreekt tot ons van het Kerstfeest. En als we het Kerstfeest ln ons voelen dan weten we ook, dat niet alles verloren is. Dan voelen we ons weer ster ker. niet verloren in de chaos, die de wereld is. We vieren allen Kerstmis, dat is mooi. daar is saamhoorigheid in. Saamhoorigheid. liefde, vrede, de redding! De redding, die uit, naoet gaan van elk menschenhart! Laten wc ons over geven aan het Kerstfeest Misschien dat het ons iets leert, wat wijzer maakt. n Mooie tijd om Kerstfeest te vieren!" Ja zeker, een prachtige tUd! BEP OTrEJI.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 14