ÉK
RAADSELS
(Deze raadsels zijn Ingezonden
door Jongens en Meisjes, die Onze
Jeugd lezen.
Iedere maand worden onder de
beste oplossers vier boeken verloot.)
AFDEELING I
(Leeftijd 10 Jaar en ouder)
1. (Ingez. door Dik Trom) Verbor
gen jongensnamen.
a. Ik ben nog niet klaar met mijn
werk.
b. Je klecren zijn in het kamp iets
vuil geworden.
c. Ha! nu heb ik je eindelijk ge
vonden.
d. De visschers voeren uit ter rob
bevangst.
e. Ja manneke, Essen is een stad
in Duitschland.
f. Bestel nog even wat vleesch bij
den slager, Ritmeester K. komt di-
neeren.
g. Hij won het toch en kreeg den
lsten prijs.
2. (Ingez. door Jan G. P.) Strikvra
gen.
a. Er lagen drie jongens in bed en
Niemand lag vooraan. Hoe kan dat?
b. (Ingez. door de Katuil.)
Zijt ge ervoor, dan zijt ge erin.
Zijt ge er niet voor, dan zijt ge er
Ook niet in. Wie ben ik?
c. (Ingez. door Jac. H.)
Wie branden dag en nacht en
Verbranden toch niet?
d. Welke pitten vindt men niet in
een vrucht?
e. Welke klompen draagt niemand
aan den voet?
f- Wat is de overeenkomst tus-
schen de maan en een uurwerk?
g. Twee beenen zetten zich wijd
uit elkaar
En planten hun voeten gelijk als
een schaar,
Maar de oogen waren vergeten.
Hoe zou toch dat beenenstel
heeten?
h. Welke spiegel is niet stuk te
gooien?
i. Zij wordt door de zon beschenen
Maar nadert haar de zon
Dan vlucht ze ijlings henen,
j. (Ingez. door Gladiooltje.)
Welken appel eet men niet?
k. (Ingez. door de Gelaarsde Kat)
t Is een straatje met witte paal
tjes. 't Is er altijd nat, doch 't regent
er nooit. Wat is dat?
1. Hoeveel wegen gaan naar de
kerk?
m. Hoe groot was het aantal vijan
den, nadat Simson er 600 had ver-
alagen?
3. (Ingez. door Chrlstiaan W.)
Mijn lste is een jongensnaam.
Mijn 2de verkoopt de slager. Mijn
geheel moet steeds grappen verkoo-
pen.
4. (Ingez. door Rangeerdertje.)
Ik ben een plaats in Ned. Oost-
In die van 10 letters.
4 2 5 3 is een jongensnaam.
9 10 zit aan een schip.
6 10 9 verkeerde vroeger aan 't
hof.
4 3 9 is een werkbij.
7 8 is versterkend.
1 2 3 4 heeft een boek.
5. (Ingez. door President Kruger)
Verborgen steden.
Welke stad is Adam Stern? En
Aal Meers? En Dora Pelon?
6. (Ingez. door Meiroosje.)
Ik ben een spreekwoord van 30
Jetters.
3 2 4 5 6 groeit op het land.
I 7 4 is een meisjesnaam.
7 8 9 10 is niet weinig.
II 12 13 is een ander woord voor
.tam.
14 15 15 6 is een jongensnaam.
16 17 18 19 20 21 22 zijn huisdie
ren.
23 24 is een voorzetsel.
25 26 27 is een lidwoord.
28 29 30 is een verblijfplaats van
fcïieren.
AFDEELING II
(Leeftijd 9 jaar en jonger)
,1. (Ingez. door Mowgli.)
Verborgen diernamen.
a. Ik ga morgen naar Rotterdam.
b. Dat is een Zebra Toos.
c. Ik heb ijs op de sloten gezien.
d. Hier heb je een paar dikke bo
terhammen.
2. (Ingez. door Vaders Hulp).
Ik ben een Rubriekertjesnaam van
10 letters.
5 8 10 6 is een schadelijk insect.
.7 8 9 6 zit om een flesch.
i 7 2 1 4 5 eet een paard.
3 2 9 ligt tusschen bergen.
3. (Ingez. door Knipperdolletje.)
Haal uit de volgende schuilnamen
telkens één letter, zoodat er een
nieuwe schuilnaam komt.
Vliegeniertje, Prinses Zonneglans
Heidebloemje, Duinroosje, Blauw
oog je, Boertje, Hansje Teddybeer.
De kleine Sportman.
4. (Ingez. door Slaapmutsje.)
De blinde zag een haas.
De lamme greep hem met beide
handen,
De naakte stad hem in zijn zak.
De doove hoorde hem braden in
de pan.
Wat is dat?
5. (Ingez. door Mowgli.)
Wie kan van onderstaande letters
een viervoetig dier maken?
ddrrommeais
6. (Ingez. door Pechvogeltje.)
Mijn geheel was iets prettigs van
17 letters, waar we gaarne aan te
rugdenken.
9 6 15 5 is een meisjesnaam.
3 2 7 9 is een jongensnaam.
1 17 2 14 4 is een meisjesnaam.
13 6 15 3 is een meisjesnaam.
10 3 5 11 is een meisjesnaam.
14 9 16 is een meisjesnaam.
12 17 2 3 10 is een meisjesnaam.
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen cW vorige
week zijn;
AFDEELING I
1. Viooltje, Uitlooper, Trikey Mouse
Konijntje, Tamboer, Dik Trom.
2. Roodkapje.
3. Slakkenhuis.
4. Wie een kuil graaf voor een an
der, valt er zelf in.
5. Vele handen maken licht werk,
6. Gerda.
AFDEELING H.
1. Buikpijn, Betalen, Hooibergen.
2. Maastricht.
3. Boertje.
4. Juffertje Leesgraag.
5. Spar, beuk, den, linde, eik, kas
tanje.
6. Crocus, crysant, lelie, meidoorn,
viool, theeroos.
Goede oplossingen ontvangen van:
Hansje Teddybeer 6 Heidebloem
pje 6 De kleine Vogelvriend 6 Micky
Mouse 6 De kleine Sportman 6 Mei
roosje 6 Duinpieper G Asschepoester
6 Rompelsteeltje 5 Cyclame 5 Blauw
druifje 4 Bijenprinsesje 5 Gelukspop
6 Danseresje 6 Boschviooltje 6 Tam-
boeï 6 Een naamlooze 6 Handwerk-
stert-je 6 De kleine Violist 6 Jaap
Verhoef 6 Klaproosje 6 Juffertje
Leesgraag 6 Vliegeniertje 6 Moeders
Kleinste 6 Trambestuurder 5, Wip-
nesje 5 Klaproosje 6
KERSTWEDSTRIJD.
Goede inzending ontvangen van:
Duinpieper, oud? Frans Hekker,
oud 15 jaar.
Rubriekertjes-lijst
Marietje Neele, oud 12 jaar, Woon
plaats?
Wilhelmlna v. Dijck, oud 11 jaar,
Tugelastraat 78.
Cor Verhoef, Adr. Loosjesstr. 23,
oud 9 jaar.
Jaap Verhoef, Adr. Loosjesstraat
23, oud?
RUILRUBRIEK
GE-RRIT OTTER, Leidschestraat
96B. heeft 10 Victoria. 3 Klok. 87
Quick, 17 Koopman, 1 Meco (2 pun
ten) 9 Bussink, l Rakker en zijn
makker, 18 Koorn (bloemen), 10
Funke, 5 Clysma, 2 Hoe heet die
vogel? (2de deel) 158 Siekesz, 5 So-
pla, 1 Bobbie, 3 Miss Blanche. 6
Vlinders. 4 Weegschaaltjes, 45 Kwat
ta, 6 Erdal, 7 Aquarium, 1 Kamer
planten. Hiervoor vraagt hij Hil-
les-zwerftochten en boeken bons, of
Turmac.
TINIE SNOEK. Rozenprieelstraat
52 r., heeft 198 Hille (Gelderland) 3
tegen 1, 38 Hille (Utrecht) 2 tegen 1
3 Franken nrs. 26, 34. 57, 1 tegen 1,
34 Edal 2 tegen 1. Ook heeft ze nog
een Funke-Album, dat op 15 pi. na
gevuld is. Hiervoor vraagt ze 50 Zee
water-aquarium en terrarium, voor
de andere ook Zeewater-aquarium.
Ruiltijd Zaterdag van 2—7.
HUISVLIJT
KALENDERSCniLD
Voor 't nieuwe jaar gaan we een
eenvoudig kalenderschildje maken,
we nemen daarvoor de teekening* in
tweeën over, n.l. de uiltjes, maan
en sterren en ook het ovaal afzon
derlijk. Het ovale plankje wordt
netjes ron<J gevijld en van een
haakje voorzien. Hierna worden dè
uiltjes enz. er op gelijmd in den
stand zooals de teekening aangeeft.
Even onder het takje lijmen we een
kalenderblokje, waarna 't geheel ge
schilderd wordt. Het plankje zwart
of donkerblauw, de uiltjes bruin en
grijs. Met blanke lak wordt 't geheel
afgewerkt. In de Tijdingzaal kun
nen jullie 't modelletje bekijken.
POSTZECELRUBRIEK.
FRANKRIJK
rx.
se /oe Joe /se j oe jrc
v. e=^PvrtH
/e.
JO c
Joe.
Soe
óo c
/oe
/ae
O*
/ae
Gedurende 1906'20 verschenen
in het zaaierstype (zonder horizon
en zon) de volgende waarden: 5
centimes (groen), 10 centimes (ver
miljoen), 20 centimes (violet en
bruin), 25 centimes (blauw), 30 cen
times (oranje, 35 centimes (violet).
Grootte van de vakjes 2.8 bij 2.3
c.M. Al deze zegels zijn in zeer ver
schillende tinten gedrukt. De 25
centimes bijv. komt lichtblauw en
zwartblauw voor. Bovendien vinden
we in de 10 c. en 35 c. nog verschil
in teekening. De waardecijfers in 't
woord „Postes" zijn n.l. zeer ver
schillend van dikte.
In de teekening van fig. 9 (zie art.
werden nog uitgegeven: 45 centi
mes (groen en blauw), 60 centimes
(violet en blauw) en 2 franc (rood
en blauwgroen. Grootte van de vak
jes 2.8 bij 4.2 c.M.
In 1907 werd de 10 centimes (ver
miljoen) van de laatste serie over
drukt met de letters FM. Grootte
.van 't vakje 2.8 bij 2.3 cM.
Gedurende 1908—23 verschenen
eenige portzegels, geheel afwijkende
van de tot nog toe behandelde. Ze
werden gebruikt voor in te vorde
ren kwitantiewaarden. Het zijn een
voudige zegels, waarop in een blan
co ovaal een geheel verhaal is ge
drukt. Behalve de waarde is ver
meld: „Recouvrements-Valeurs im-
payées-Loide Finances du 26 Janvier
1892 art 29''. De waarden zijn: 1
centime (olijf), 10 centimes (violet),
20 centimes (geel-bruin), 30 centi
mes (geelbruin), 50 centimes (rood),
en 60 centimes (rood). Grootte van
de vakjes 2.6 bij 2.2 c.M.
In 1914, bij 't begin van den we
reldoorlog werd de 10 centimes (ver
miljoen) van de serie 1906-'20 over
drukt met een rood kruis en 5 c.
ten bate van 't Roode Kruis. In het
zelfde jaar werd hiervoor een af
zonderlijke weldadigheidszegel ge
drukt in dezelfde teekening, doch
waarbij de waarde in plaats van
links onder, links boven is geplaatst.
In den linkerbenedenhoek is een
witte rechthoek aangebracht, waar
in een rood kruis en 5 c. Langs den
rechterkant is behalve 't woord
„Postes" gedrukt: „Croix-Rouge".
Grootte van de vakjes 2.8 bij 2.3
cM. Zie voor de indeeling 't schetsje.
Nieuwe deelnemers:
14. Frans Pieterse, Van 't Hofstr.
138.
17. Wijnand Akkerman, Judith
Leysterstraat 6.
Nog een laatste herinnering aan
de tentoonstelling op a.s. Maandag
en Dinsdag 28 en 29 December. Ook
de nieuwelingen zijn dan tusschen
en 12 welkom.
Rustenburgerlaan 23.
S.
Middel tegen zeeziekte. In een
oud boek van 1662 wordt als middel
tegen zeeziekte aangeraden een paar
dagen van te voren wijn met zeewa
ter innemen.
OP KERSTAVOND.
(Een verhaal voor de grootere
jongens en meisjes.)
Het was een echte witte
Kerstmis.
Daar had Dolf van Aelst zoo
naar verlangd.. Een echte
Kerstmis met mooie droge sneeuw.
Dan leek het of de wereld er heel
anders uitzag dan anders. Dat was
natuurlijk ook zoo, omdat alles met
een dik pak sneeuw bedekt was. Men
zag dan geen straatsteenen meer en
zelfs van 't trottoir kwam alleen hier
en daar, voor winkels, waar men de
sneeuw had weggeruimd wat van de
steentjes te zien. Maar dat was het
niet wat Dolf bedoelde met „an
ders".
Voor hem was het net, of er een
sprookjesfee door het land getrok
ken was, die al het leelijke en slech
te wat er op aarde te zien was, weg-
getooverd had. Hoe zacht en goed
en stil zag alles er toch uit, vond Dolf
Tot zelfs de menschen zijn
heelemaal veranderd, dacht hij-
ledereen was vroolijk en prettig
gestemd. Hun stemmen klonken
anders. Er lag een opgewekte en
vriendelijke toon in, die je anders
niet hoorde. Hij vroeg zich af, of dat
allemaal misschien alleen in zijn
Verbeelding bestond.
Ha, het begon te sneeuwen, Nog
al meer? dacht Dolf blij. Nu zal het
morgen pas geweldig gaan met de
sleeën. Zou het aanhouden? Van uit
de vensterbank, waar hij zat, boven
op zijn kamertje, keek hij hoog over
de daken- van de andere omliggende
huizen. Het waren nog maar enkele
vlokjes, die hij omlaag zag dwarrelen
Even opletten of het sterker wordt,
mompelde Dolf bij zich zelf. Ja. de
macht vlokken groeide gestadig aan
en enkele minuten later sneeuwde
het zoo dicht, dat je geen zes meter
voor je uit kon zien. Wat een grap
pig gezicht was dat. Al die witte
balletjes, die over en langs elkaar
heen dwarrelden. Hij sprong op en
riep over de trapleuning: Het
sneeuwt weer! Geweldig sneeuwt 't.
Kijk es naar buiten! Meteen liep hij
vlug de trap af.
Mevrouw van Aelst stond in de
huiskamer en hield het gordijn een
beetje opzij.
Neemaar, wat een weer, riep
ze zachtjes uit.
Nou! Reuze fijn hè Moeder,
liep Dolf enthousiast.
Glimlachend keek Mevrouw van
Aelst haar jongen eens aan.
Ja, voor jou misschien wel,
maar heb je er wel aan gedacht, dat
het niet voor iedereen zoo prettig is?
Toen werd ze plotseling ernstiger.
We hadden je er mee willen
verrassen Dolf en daarom hebben we
je er niets van verteld. Vader komt
vanavond thuis. Toch thuis! Je
weet., dat er eerst geen sprake van
zou zijn, dat hij Kerstmis thuis zou
kunnen vieren. De dringende zaak
waarvoor hij naar Italië moest,
vergde zooveel tijd van hem, dat het
in den beginne vrijwel als een on
mogelijkheid moest worden be
schouwd, dat hij vanavond thuis
zou kunnen komen. Vanmorgen
heeft Vader een telegram gestuurd,
waarin hij me vertelde, dat hij on
derweg was naar ons toe, en zoo
doende toch op Kerstavond thuis
zou zijn.
Hoera, hoera! riep Dolf blij
verrast. Nu wordt het pas heele
maal heerlijk! Net als andere ja
ren, hè Moeder. Wanneer kan hij
hier zijn? We zullen den kerstboom
aansteken voor hij komt en als hij
dan hier binnenstapt, vindt hij
Kerstmis ineens in zijn volle glorie-
We zullen moeten afwachten
jongelief, wanneer Vader hier kan
zijn. En dat is nu juist, wat ik je
wilde vertellen. Die sneeuwjacht zal
het hem niet gemakkelijker maken.
Ik vrees zelf, dat hij stukken per
vliegmachine zal afleggen en uit
Rotterdam per auto hier naar toe
zal moeten komen. Als dat zoo Is,
wat ik bijna zeker geloof, dan ben
ik er heelemaal niet zoo gerust op,
dat Vader hier zoo heel erg vroeg
zijn zal. Misschien wordt het wel
heel erg laat in den nacht, om nog
niet eens te durven denken aan al
les wat er met een automobiel in
zulk een weer gebeuren kan.
Dolfs gezicht betrok. Daar had hij
heelemaal niet aan gedacht. Moeder
had natuurlijk gelijk. Hij had dien
middag nog zelf staan kijken naar
een groote vrachtautomobiel, die
bijna niet over den weg kon komen.
Eerst toen men ook nog zware ket
tingen om de banden had geslagen,
kon de wagen vooruit komen.
Hij keek zijn Moeder eens aan en
toen hij het angstige en verdrietige
gezicht zag, waarmede zij naar bui
ten stond te zien, sloeg hij zijn ar
men troostend om haar hals en
kuste haar.
Kom Moedertje, geen muize
nissen voor den tijd, U zult zien,
over een kwartiertje is Vader hier
en dan is alles immers in orde-
Mevrouw van Aelst schudde be
zorgd het hoofd, maar daar zij bij
voorbaat den avond voor Dolf niet
wilde vergallen, deed ze maar alsof
ze aan zijn optimistische woorden
geloofde en ging van het raam weg,
om nog het een en ander in de huis
kamer te beredderen.
Dolf schoof de suitedeuren van
elkaar, om nogeens naar den prach-
tigen Kerstboom te gaan kijken, die
daar stond opgesteld. Hij had hem
met behulp van Moeder en Annet de
meid, heelemaal zelf versierd. Vier
pakjes kaarsen waren in den boom
verspreid. O, als die eens allemaal
zouden branden, wat een prachtig
gezicht zou dat niet moeten zijn!
O Moeder, riep hij naar de voor
kamer nu kunnen we de pakjes voor
Vader er toch ook inhangen? Waar
zijn ze? Zullen we het even samen
doen?
Ja, dat ls een idee, zei Mevrouw
van Aelst en een oogenblik later
kwam ze met een paar pakketjes in
haar handen bij den kerstboom.
Ik zal even het trapje krijgen,
Dolf, Vader is zoo groot, dat zijn
cadeautjes wel het hoogste kunnen
hangen.
Voorzichtig bond hij, terwijl zijn
Moeder het trapje vasthield, de
pakjes in den rijk versierden boom.
Nauwelijks waren ze er mede ge
reed, of er werd gebeld.
Ha, daar is ie! schreeuwde Dolf
verrukt en ook Mevrouw van Aelst
spoedde zich naar den voordeur.
Een besteller, een telegram,
riep Dolf, die door het ruitje keek
en hij zag de doodelijke bleekheid
niet, welke zich over het gezicht van
zijn Moeder verspreidde
Mevrouw van Aelst's voorgevoelens
bleken maar al te waar te zijn. Het
telegram behelsde een bericht, dat
haar man op zijn autotocht door den
sneeuwstorm overvallen was en een
ongeluk gekregen had. Zwaar ge
wond was hij in het ziekenhuis te
's Gravenhage opgenomen. Haar
overkomst was dringend gewenscht.
Zonder een woord te spreken liep
Mevrouw van Aelst naar de huiska
mer en bereikte nog juist in tijd en
wankelend een groote stoel, waar zij
in bezwijmde. Dolf, die het doods-
bleeke gezicht van zijn Moeder zag,
die daar nu als levenloos in den
stoel lag. uitte een doordringende
gil. Annette kwam verschrikt uit de
keuken aangeloopen. Zij was een
oude gedienstige en een flinke kor
date vrouw. Na over haar eerste
schrik heen gekomen te zijn, bracht
zij haar mevrouw met behulp van
Dolf, die zij eens flink toegesproken
had, naar de divan, waar zij Me
vrouw van Aelst neerlegde. Toen
werd er getelefoneerd om den dok
ter.
Zoo verkeerde de avond, die zich
zoo feestelijk en vreugdevol had la
ten aanzien, in een avond van ver
driet en droefenis. De dokter ver
bood Mevrouw van Aelst op reis te
gaan en liet de noodige orders bij
zijn vertrek achter. Wat voelde Dolf
zich eenzaam. Bleek en stil lag Moe
der in het groote bed. Haar oogen
gesloten. Zwijgend paste Annet bij
haar op. De kerstboom zou dien
avond niet branden. Stil zocht Dolf
zijn kamertje op en ging naar bed.
Hij begroef zijn gezicht in de kus
sens en rijkelijk vloeiden de tranen.
Zoo viel hij in slaap en droomde.
Hij liep op een langen witten
landweg en de sneeuw zwiepte hem
in het gezicht. Plotseling hoorde hij
het getjingel van bellen achter zich
en toen hij omkeek zag hij dat een
groote arreslee met twee prachtige
witte paarden ervoor hem achter
op kwam rijden. Vlak bij hem hield
de slee stil en In den dik-ingepakten
koetsier herkende hij Kerstmannetje
Zoo alleen op den wandel?
vroeg Kerstmannetje.
Ja, zei Dolf verdrietig, ik ben
op weg naar den Haag, mijn Vader
ligt in het hospitaal en ze zijn bang
dat hij dood zal gaan. Tot zijn eigen
verwondering sprak hij met een
vaste en kalme stem en hij huilde
niet, toen hij Kerstmannetje het
treurige nieuws vertelde.
Kunt U mij niet helpen. Kerst
man? vroeg hij toen hoopvol.
Maar Kerstman schudde beden
kelijk het hoofd en zei: Stap in,
dan zullen we samen zien of er wat
aan te doen is.
In pijlsnelle vaart schoot de groote
slee vooruit, door den jachtenden
sneeuwstorm. Zoo kwamen ze bij een
heel groot wit huis. dat eenzaam op
een ontzettend wijde sneeuwvlakte
lag.
Ga daar binnen, zei Kerstman
en zie wat je er doen kunt.Verder
kan ik je nu niet meer helpen. Al
leen één ding nog. Vergeet niet, dat
ik hier op je blijf wachten om je
straks weer terug te brengen. Han
del dus snel en kom gauw weerom.
Aan het witte huis zat een groote
gouden belknop. Dolf trok eraan en
op hetzelfde oogenblik zwaaide de
deur open. De gang was echter ge
heel verlaten en er was niemand te
zien. Hij ging binnen en de zware
deur sloot geluidloos achter hem
dicht. De gang voerde naar een an
dere deur, waarachter zich een rui
me kamer bevond. Dolf ging binnen
en schrok toen hij in een der uiter
ste hoeken een stokoude man zag
zitten, die opkeek, toen de jongen
binnenkwam. Dolf herkende hem
dadelijk. Het was Vader Tijd, zijn
groote scherpe zeis stond achter
hem tegen den muur en een zware
zandlooper stond op den tafel voor
hem. De grijsaard schreef in een
zwaar en dik boek met een ouder-
wetschcn ganzepen.
Waar kom je voor? vroeg de
grijze man somber.
Vader Tijd, ik kom U vragen
om het niet te willen laten gebeuren
Laat Vader nog bij ons blijven.
Moeder en ik kunnen hem niet mis
sen.
Vader Tijd schudde echter het
hoofd en zei: Wat je vraagt is on
mogelijk. Mijn boeken moeten klop
pen. Kijk hier links staan alle ge
boorten en hier rechts alle gestor
venen.
Dolf boog zich voorover en met
een ontzettenden schrik zag hij op
den laatsten regel staan Jaques van
AeVaders naam. Door zijn
binnenkomen had de schrijver moe
ten ophouden met schrijven en zoo
kwam het dat de heele naam nog
niet ingeschreven was.
Smeekend viel de knaap voor den
schrijver op de knieën en vroeg hem
den naam te willen doorhalen.
Dat is onmogelijk, zei Vader
Tijd nogccns verdrietig, mijn boeken
moeten kloppen. Tenzij
O, riep Dolf hoopvol, zeg mij
wat ik doen kan om Vader te be
houden.
Vader Tijd zweeg en keek den ver-
drietigen knaap heel ernstig aan.
Alleen, als er in zijn plaats een
andere naam kan komen te staan,
kan ik er verandering in brengen...
Maar dat moet dan snel en geheel
vrijwillig gebeurenEn de grijze
man in de lange bruine pij reikte
Dolf den ganzenveder
Een oogenblik schrok Dolf angstig
achteruit. Hij beefde over zijn gan-
sche lijf. Toen greep hij met sidde
rende hand de ganzeveer- Door een
raam zag hij Kerstman in zijn
groote slee zitten. Hij wenkte naar
Dolf, dat hij vlug voort moest ma
ken
Toen was het besluit genomen.
Dolf doopte de pen diep in den
dikken inktpot en haalde met een
ferm en haal den naam van zijn
Vader door, om er zijn eigen naam
voor ln de plaats te zetten.
Ineens zat hij weer naast den Kerst
man in de slee, die vliegensvlug door
de sneeuw gleed, harder en harder,
de paarden renden over den weg.
Er kwam een groote gouden poort
aan het einde van den weg en daar
reden ze pijlsnel op af. De slee
schoot onder de poort door en
Dolf schrok wakker.
Het was ochtend en zijn Moeder
stond bij zijn bed.
Ik ga naar Vader toe Dolf, zul
je goed oppassen? vroeg ze en ze
kuste hem vaarwel. De dokter had
tenslotte zijn toestemming voor de
reis kunnen geven. Na een uitste
kende nachtrust had Mevrouw van
Aelst haar krachten nagenoeg weer
geheel en al teruggewonnen.
Ik zal goed oppassen Moeder,
zei Dolf, gaat U maar gerust. Alles
zal in orde komen, dat zult U zien.
Mevrouw van Aelst glimlachte
zwakjes en vertrok.
Natuurlijk zijn droomen maar
droomendoch zeker is. dat Dolf
vast in het herstel van zijn Vader
geloofde. Dagen en dagen achter
een bleef hetgeen hij gedroomd had
levendig in zijn geheugen bewaard.
Enhij kreeg gelijk.
Mevrouw van Aelst begreep niets
van de zekerheid, waarmede Dolf
de goede berichten uit 't hospitaal
opnam. Zij wist niets van zijn vast
vertrouwen af, want Dolf bewaarde
zijn droom, als een stil geheim voor
zichzclven.
Mijnheer van Aelst herstelde ge
heel en kwam twee maanden later
thuis in den familiekring.
Ook aan zijn Vader vertelde Dolf
nooit van den droom.
Waarom, dat wist hijzelf niet....
LIT DEN MOPPELTROMMEL
Ingez. door Dik Trom.
Onderwijzer: Weet jij wel zeker,
dat je broer Wim tweemaal zoo oud
is als Jij.
Frederlk: Ja meneer, want toen
ik 5 jaar was, was hij 10.
De oudste almanak in ons land.
In 1496 verscheen te Middelburg de
eerste almanak ln ons land, Andere
oude almanakken zijn de Enkhui-
zer, waarvan de eerste uitgave ver
scheen in 1597 verscheen; de Luik-
sche, die in 1836 verscheen en een
Zuid-Fransche, die in 1618 voor het
eerst verscheen.
KERSTMAN.
Wie brengt er vreugd in Winter
land?
Wie glundert er bij kaarsen-brand?.
En laat de klokken lulden?
Kerstman!
Wie treedt met zachten tred,
Over 't witte wijde bed,
Van sneeuw, tot bij de menschen?
Kerstman!
Wie lacht er vriendelijk en vroolijk?
Wie schenkt zijn goede gaven oolijk
Aan takken van denneboom en spar?
Kerstman!
Kerstman is zeker wat van plan!
Wat zal de Kerstboom brengen?
Waar droomen alle kinderen van?
Van Kerstman!