ÉK RAADSELS (Deze raadsels zijn Ingezonden door Jongens en Meisjes, die Onze Jeugd lezen. Iedere maand worden onder de beste oplossers vier boeken verloot.) AFDEELING I (Leeftijd 10 Jaar en ouder) 1. (Ingez. door Dik Trom) Verbor gen jongensnamen. a. Ik ben nog niet klaar met mijn werk. b. Je klecren zijn in het kamp iets vuil geworden. c. Ha! nu heb ik je eindelijk ge vonden. d. De visschers voeren uit ter rob bevangst. e. Ja manneke, Essen is een stad in Duitschland. f. Bestel nog even wat vleesch bij den slager, Ritmeester K. komt di- neeren. g. Hij won het toch en kreeg den lsten prijs. 2. (Ingez. door Jan G. P.) Strikvra gen. a. Er lagen drie jongens in bed en Niemand lag vooraan. Hoe kan dat? b. (Ingez. door de Katuil.) Zijt ge ervoor, dan zijt ge erin. Zijt ge er niet voor, dan zijt ge er Ook niet in. Wie ben ik? c. (Ingez. door Jac. H.) Wie branden dag en nacht en Verbranden toch niet? d. Welke pitten vindt men niet in een vrucht? e. Welke klompen draagt niemand aan den voet? f- Wat is de overeenkomst tus- schen de maan en een uurwerk? g. Twee beenen zetten zich wijd uit elkaar En planten hun voeten gelijk als een schaar, Maar de oogen waren vergeten. Hoe zou toch dat beenenstel heeten? h. Welke spiegel is niet stuk te gooien? i. Zij wordt door de zon beschenen Maar nadert haar de zon Dan vlucht ze ijlings henen, j. (Ingez. door Gladiooltje.) Welken appel eet men niet? k. (Ingez. door de Gelaarsde Kat) t Is een straatje met witte paal tjes. 't Is er altijd nat, doch 't regent er nooit. Wat is dat? 1. Hoeveel wegen gaan naar de kerk? m. Hoe groot was het aantal vijan den, nadat Simson er 600 had ver- alagen? 3. (Ingez. door Chrlstiaan W.) Mijn lste is een jongensnaam. Mijn 2de verkoopt de slager. Mijn geheel moet steeds grappen verkoo- pen. 4. (Ingez. door Rangeerdertje.) Ik ben een plaats in Ned. Oost- In die van 10 letters. 4 2 5 3 is een jongensnaam. 9 10 zit aan een schip. 6 10 9 verkeerde vroeger aan 't hof. 4 3 9 is een werkbij. 7 8 is versterkend. 1 2 3 4 heeft een boek. 5. (Ingez. door President Kruger) Verborgen steden. Welke stad is Adam Stern? En Aal Meers? En Dora Pelon? 6. (Ingez. door Meiroosje.) Ik ben een spreekwoord van 30 Jetters. 3 2 4 5 6 groeit op het land. I 7 4 is een meisjesnaam. 7 8 9 10 is niet weinig. II 12 13 is een ander woord voor .tam. 14 15 15 6 is een jongensnaam. 16 17 18 19 20 21 22 zijn huisdie ren. 23 24 is een voorzetsel. 25 26 27 is een lidwoord. 28 29 30 is een verblijfplaats van fcïieren. AFDEELING II (Leeftijd 9 jaar en jonger) ,1. (Ingez. door Mowgli.) Verborgen diernamen. a. Ik ga morgen naar Rotterdam. b. Dat is een Zebra Toos. c. Ik heb ijs op de sloten gezien. d. Hier heb je een paar dikke bo terhammen. 2. (Ingez. door Vaders Hulp). Ik ben een Rubriekertjesnaam van 10 letters. 5 8 10 6 is een schadelijk insect. .7 8 9 6 zit om een flesch. i 7 2 1 4 5 eet een paard. 3 2 9 ligt tusschen bergen. 3. (Ingez. door Knipperdolletje.) Haal uit de volgende schuilnamen telkens één letter, zoodat er een nieuwe schuilnaam komt. Vliegeniertje, Prinses Zonneglans Heidebloemje, Duinroosje, Blauw oog je, Boertje, Hansje Teddybeer. De kleine Sportman. 4. (Ingez. door Slaapmutsje.) De blinde zag een haas. De lamme greep hem met beide handen, De naakte stad hem in zijn zak. De doove hoorde hem braden in de pan. Wat is dat? 5. (Ingez. door Mowgli.) Wie kan van onderstaande letters een viervoetig dier maken? ddrrommeais 6. (Ingez. door Pechvogeltje.) Mijn geheel was iets prettigs van 17 letters, waar we gaarne aan te rugdenken. 9 6 15 5 is een meisjesnaam. 3 2 7 9 is een jongensnaam. 1 17 2 14 4 is een meisjesnaam. 13 6 15 3 is een meisjesnaam. 10 3 5 11 is een meisjesnaam. 14 9 16 is een meisjesnaam. 12 17 2 3 10 is een meisjesnaam. Raadseloplossingen De raadseloplossingen cW vorige week zijn; AFDEELING I 1. Viooltje, Uitlooper, Trikey Mouse Konijntje, Tamboer, Dik Trom. 2. Roodkapje. 3. Slakkenhuis. 4. Wie een kuil graaf voor een an der, valt er zelf in. 5. Vele handen maken licht werk, 6. Gerda. AFDEELING H. 1. Buikpijn, Betalen, Hooibergen. 2. Maastricht. 3. Boertje. 4. Juffertje Leesgraag. 5. Spar, beuk, den, linde, eik, kas tanje. 6. Crocus, crysant, lelie, meidoorn, viool, theeroos. Goede oplossingen ontvangen van: Hansje Teddybeer 6 Heidebloem pje 6 De kleine Vogelvriend 6 Micky Mouse 6 De kleine Sportman 6 Mei roosje 6 Duinpieper G Asschepoester 6 Rompelsteeltje 5 Cyclame 5 Blauw druifje 4 Bijenprinsesje 5 Gelukspop 6 Danseresje 6 Boschviooltje 6 Tam- boeï 6 Een naamlooze 6 Handwerk- stert-je 6 De kleine Violist 6 Jaap Verhoef 6 Klaproosje 6 Juffertje Leesgraag 6 Vliegeniertje 6 Moeders Kleinste 6 Trambestuurder 5, Wip- nesje 5 Klaproosje 6 KERSTWEDSTRIJD. Goede inzending ontvangen van: Duinpieper, oud? Frans Hekker, oud 15 jaar. Rubriekertjes-lijst Marietje Neele, oud 12 jaar, Woon plaats? Wilhelmlna v. Dijck, oud 11 jaar, Tugelastraat 78. Cor Verhoef, Adr. Loosjesstr. 23, oud 9 jaar. Jaap Verhoef, Adr. Loosjesstraat 23, oud? RUILRUBRIEK GE-RRIT OTTER, Leidschestraat 96B. heeft 10 Victoria. 3 Klok. 87 Quick, 17 Koopman, 1 Meco (2 pun ten) 9 Bussink, l Rakker en zijn makker, 18 Koorn (bloemen), 10 Funke, 5 Clysma, 2 Hoe heet die vogel? (2de deel) 158 Siekesz, 5 So- pla, 1 Bobbie, 3 Miss Blanche. 6 Vlinders. 4 Weegschaaltjes, 45 Kwat ta, 6 Erdal, 7 Aquarium, 1 Kamer planten. Hiervoor vraagt hij Hil- les-zwerftochten en boeken bons, of Turmac. TINIE SNOEK. Rozenprieelstraat 52 r., heeft 198 Hille (Gelderland) 3 tegen 1, 38 Hille (Utrecht) 2 tegen 1 3 Franken nrs. 26, 34. 57, 1 tegen 1, 34 Edal 2 tegen 1. Ook heeft ze nog een Funke-Album, dat op 15 pi. na gevuld is. Hiervoor vraagt ze 50 Zee water-aquarium en terrarium, voor de andere ook Zeewater-aquarium. Ruiltijd Zaterdag van 2—7. HUISVLIJT KALENDERSCniLD Voor 't nieuwe jaar gaan we een eenvoudig kalenderschildje maken, we nemen daarvoor de teekening* in tweeën over, n.l. de uiltjes, maan en sterren en ook het ovaal afzon derlijk. Het ovale plankje wordt netjes ron<J gevijld en van een haakje voorzien. Hierna worden dè uiltjes enz. er op gelijmd in den stand zooals de teekening aangeeft. Even onder het takje lijmen we een kalenderblokje, waarna 't geheel ge schilderd wordt. Het plankje zwart of donkerblauw, de uiltjes bruin en grijs. Met blanke lak wordt 't geheel afgewerkt. In de Tijdingzaal kun nen jullie 't modelletje bekijken. POSTZECELRUBRIEK. FRANKRIJK rx. se /oe Joe /se j oe jrc v. e=^PvrtH /e. JO c Joe. Soe óo c /oe /ae O* /ae Gedurende 1906'20 verschenen in het zaaierstype (zonder horizon en zon) de volgende waarden: 5 centimes (groen), 10 centimes (ver miljoen), 20 centimes (violet en bruin), 25 centimes (blauw), 30 cen times (oranje, 35 centimes (violet). Grootte van de vakjes 2.8 bij 2.3 c.M. Al deze zegels zijn in zeer ver schillende tinten gedrukt. De 25 centimes bijv. komt lichtblauw en zwartblauw voor. Bovendien vinden we in de 10 c. en 35 c. nog verschil in teekening. De waardecijfers in 't woord „Postes" zijn n.l. zeer ver schillend van dikte. In de teekening van fig. 9 (zie art. werden nog uitgegeven: 45 centi mes (groen en blauw), 60 centimes (violet en blauw) en 2 franc (rood en blauwgroen. Grootte van de vak jes 2.8 bij 4.2 c.M. In 1907 werd de 10 centimes (ver miljoen) van de laatste serie over drukt met de letters FM. Grootte .van 't vakje 2.8 bij 2.3 cM. Gedurende 1908—23 verschenen eenige portzegels, geheel afwijkende van de tot nog toe behandelde. Ze werden gebruikt voor in te vorde ren kwitantiewaarden. Het zijn een voudige zegels, waarop in een blan co ovaal een geheel verhaal is ge drukt. Behalve de waarde is ver meld: „Recouvrements-Valeurs im- payées-Loide Finances du 26 Janvier 1892 art 29''. De waarden zijn: 1 centime (olijf), 10 centimes (violet), 20 centimes (geel-bruin), 30 centi mes (geelbruin), 50 centimes (rood), en 60 centimes (rood). Grootte van de vakjes 2.6 bij 2.2 c.M. In 1914, bij 't begin van den we reldoorlog werd de 10 centimes (ver miljoen) van de serie 1906-'20 over drukt met een rood kruis en 5 c. ten bate van 't Roode Kruis. In het zelfde jaar werd hiervoor een af zonderlijke weldadigheidszegel ge drukt in dezelfde teekening, doch waarbij de waarde in plaats van links onder, links boven is geplaatst. In den linkerbenedenhoek is een witte rechthoek aangebracht, waar in een rood kruis en 5 c. Langs den rechterkant is behalve 't woord „Postes" gedrukt: „Croix-Rouge". Grootte van de vakjes 2.8 bij 2.3 cM. Zie voor de indeeling 't schetsje. Nieuwe deelnemers: 14. Frans Pieterse, Van 't Hofstr. 138. 17. Wijnand Akkerman, Judith Leysterstraat 6. Nog een laatste herinnering aan de tentoonstelling op a.s. Maandag en Dinsdag 28 en 29 December. Ook de nieuwelingen zijn dan tusschen en 12 welkom. Rustenburgerlaan 23. S. Middel tegen zeeziekte. In een oud boek van 1662 wordt als middel tegen zeeziekte aangeraden een paar dagen van te voren wijn met zeewa ter innemen. OP KERSTAVOND. (Een verhaal voor de grootere jongens en meisjes.) Het was een echte witte Kerstmis. Daar had Dolf van Aelst zoo naar verlangd.. Een echte Kerstmis met mooie droge sneeuw. Dan leek het of de wereld er heel anders uitzag dan anders. Dat was natuurlijk ook zoo, omdat alles met een dik pak sneeuw bedekt was. Men zag dan geen straatsteenen meer en zelfs van 't trottoir kwam alleen hier en daar, voor winkels, waar men de sneeuw had weggeruimd wat van de steentjes te zien. Maar dat was het niet wat Dolf bedoelde met „an ders". Voor hem was het net, of er een sprookjesfee door het land getrok ken was, die al het leelijke en slech te wat er op aarde te zien was, weg- getooverd had. Hoe zacht en goed en stil zag alles er toch uit, vond Dolf Tot zelfs de menschen zijn heelemaal veranderd, dacht hij- ledereen was vroolijk en prettig gestemd. Hun stemmen klonken anders. Er lag een opgewekte en vriendelijke toon in, die je anders niet hoorde. Hij vroeg zich af, of dat allemaal misschien alleen in zijn Verbeelding bestond. Ha, het begon te sneeuwen, Nog al meer? dacht Dolf blij. Nu zal het morgen pas geweldig gaan met de sleeën. Zou het aanhouden? Van uit de vensterbank, waar hij zat, boven op zijn kamertje, keek hij hoog over de daken- van de andere omliggende huizen. Het waren nog maar enkele vlokjes, die hij omlaag zag dwarrelen Even opletten of het sterker wordt, mompelde Dolf bij zich zelf. Ja. de macht vlokken groeide gestadig aan en enkele minuten later sneeuwde het zoo dicht, dat je geen zes meter voor je uit kon zien. Wat een grap pig gezicht was dat. Al die witte balletjes, die over en langs elkaar heen dwarrelden. Hij sprong op en riep over de trapleuning: Het sneeuwt weer! Geweldig sneeuwt 't. Kijk es naar buiten! Meteen liep hij vlug de trap af. Mevrouw van Aelst stond in de huiskamer en hield het gordijn een beetje opzij. Neemaar, wat een weer, riep ze zachtjes uit. Nou! Reuze fijn hè Moeder, liep Dolf enthousiast. Glimlachend keek Mevrouw van Aelst haar jongen eens aan. Ja, voor jou misschien wel, maar heb je er wel aan gedacht, dat het niet voor iedereen zoo prettig is? Toen werd ze plotseling ernstiger. We hadden je er mee willen verrassen Dolf en daarom hebben we je er niets van verteld. Vader komt vanavond thuis. Toch thuis! Je weet., dat er eerst geen sprake van zou zijn, dat hij Kerstmis thuis zou kunnen vieren. De dringende zaak waarvoor hij naar Italië moest, vergde zooveel tijd van hem, dat het in den beginne vrijwel als een on mogelijkheid moest worden be schouwd, dat hij vanavond thuis zou kunnen komen. Vanmorgen heeft Vader een telegram gestuurd, waarin hij me vertelde, dat hij on derweg was naar ons toe, en zoo doende toch op Kerstavond thuis zou zijn. Hoera, hoera! riep Dolf blij verrast. Nu wordt het pas heele maal heerlijk! Net als andere ja ren, hè Moeder. Wanneer kan hij hier zijn? We zullen den kerstboom aansteken voor hij komt en als hij dan hier binnenstapt, vindt hij Kerstmis ineens in zijn volle glorie- We zullen moeten afwachten jongelief, wanneer Vader hier kan zijn. En dat is nu juist, wat ik je wilde vertellen. Die sneeuwjacht zal het hem niet gemakkelijker maken. Ik vrees zelf, dat hij stukken per vliegmachine zal afleggen en uit Rotterdam per auto hier naar toe zal moeten komen. Als dat zoo Is, wat ik bijna zeker geloof, dan ben ik er heelemaal niet zoo gerust op, dat Vader hier zoo heel erg vroeg zijn zal. Misschien wordt het wel heel erg laat in den nacht, om nog niet eens te durven denken aan al les wat er met een automobiel in zulk een weer gebeuren kan. Dolfs gezicht betrok. Daar had hij heelemaal niet aan gedacht. Moeder had natuurlijk gelijk. Hij had dien middag nog zelf staan kijken naar een groote vrachtautomobiel, die bijna niet over den weg kon komen. Eerst toen men ook nog zware ket tingen om de banden had geslagen, kon de wagen vooruit komen. Hij keek zijn Moeder eens aan en toen hij het angstige en verdrietige gezicht zag, waarmede zij naar bui ten stond te zien, sloeg hij zijn ar men troostend om haar hals en kuste haar. Kom Moedertje, geen muize nissen voor den tijd, U zult zien, over een kwartiertje is Vader hier en dan is alles immers in orde- Mevrouw van Aelst schudde be zorgd het hoofd, maar daar zij bij voorbaat den avond voor Dolf niet wilde vergallen, deed ze maar alsof ze aan zijn optimistische woorden geloofde en ging van het raam weg, om nog het een en ander in de huis kamer te beredderen. Dolf schoof de suitedeuren van elkaar, om nogeens naar den prach- tigen Kerstboom te gaan kijken, die daar stond opgesteld. Hij had hem met behulp van Moeder en Annet de meid, heelemaal zelf versierd. Vier pakjes kaarsen waren in den boom verspreid. O, als die eens allemaal zouden branden, wat een prachtig gezicht zou dat niet moeten zijn! O Moeder, riep hij naar de voor kamer nu kunnen we de pakjes voor Vader er toch ook inhangen? Waar zijn ze? Zullen we het even samen doen? Ja, dat ls een idee, zei Mevrouw van Aelst en een oogenblik later kwam ze met een paar pakketjes in haar handen bij den kerstboom. Ik zal even het trapje krijgen, Dolf, Vader is zoo groot, dat zijn cadeautjes wel het hoogste kunnen hangen. Voorzichtig bond hij, terwijl zijn Moeder het trapje vasthield, de pakjes in den rijk versierden boom. Nauwelijks waren ze er mede ge reed, of er werd gebeld. Ha, daar is ie! schreeuwde Dolf verrukt en ook Mevrouw van Aelst spoedde zich naar den voordeur. Een besteller, een telegram, riep Dolf, die door het ruitje keek en hij zag de doodelijke bleekheid niet, welke zich over het gezicht van zijn Moeder verspreidde Mevrouw van Aelst's voorgevoelens bleken maar al te waar te zijn. Het telegram behelsde een bericht, dat haar man op zijn autotocht door den sneeuwstorm overvallen was en een ongeluk gekregen had. Zwaar ge wond was hij in het ziekenhuis te 's Gravenhage opgenomen. Haar overkomst was dringend gewenscht. Zonder een woord te spreken liep Mevrouw van Aelst naar de huiska mer en bereikte nog juist in tijd en wankelend een groote stoel, waar zij in bezwijmde. Dolf, die het doods- bleeke gezicht van zijn Moeder zag, die daar nu als levenloos in den stoel lag. uitte een doordringende gil. Annette kwam verschrikt uit de keuken aangeloopen. Zij was een oude gedienstige en een flinke kor date vrouw. Na over haar eerste schrik heen gekomen te zijn, bracht zij haar mevrouw met behulp van Dolf, die zij eens flink toegesproken had, naar de divan, waar zij Me vrouw van Aelst neerlegde. Toen werd er getelefoneerd om den dok ter. Zoo verkeerde de avond, die zich zoo feestelijk en vreugdevol had la ten aanzien, in een avond van ver driet en droefenis. De dokter ver bood Mevrouw van Aelst op reis te gaan en liet de noodige orders bij zijn vertrek achter. Wat voelde Dolf zich eenzaam. Bleek en stil lag Moe der in het groote bed. Haar oogen gesloten. Zwijgend paste Annet bij haar op. De kerstboom zou dien avond niet branden. Stil zocht Dolf zijn kamertje op en ging naar bed. Hij begroef zijn gezicht in de kus sens en rijkelijk vloeiden de tranen. Zoo viel hij in slaap en droomde. Hij liep op een langen witten landweg en de sneeuw zwiepte hem in het gezicht. Plotseling hoorde hij het getjingel van bellen achter zich en toen hij omkeek zag hij dat een groote arreslee met twee prachtige witte paarden ervoor hem achter op kwam rijden. Vlak bij hem hield de slee stil en In den dik-ingepakten koetsier herkende hij Kerstmannetje Zoo alleen op den wandel? vroeg Kerstmannetje. Ja, zei Dolf verdrietig, ik ben op weg naar den Haag, mijn Vader ligt in het hospitaal en ze zijn bang dat hij dood zal gaan. Tot zijn eigen verwondering sprak hij met een vaste en kalme stem en hij huilde niet, toen hij Kerstmannetje het treurige nieuws vertelde. Kunt U mij niet helpen. Kerst man? vroeg hij toen hoopvol. Maar Kerstman schudde beden kelijk het hoofd en zei: Stap in, dan zullen we samen zien of er wat aan te doen is. In pijlsnelle vaart schoot de groote slee vooruit, door den jachtenden sneeuwstorm. Zoo kwamen ze bij een heel groot wit huis. dat eenzaam op een ontzettend wijde sneeuwvlakte lag. Ga daar binnen, zei Kerstman en zie wat je er doen kunt.Verder kan ik je nu niet meer helpen. Al leen één ding nog. Vergeet niet, dat ik hier op je blijf wachten om je straks weer terug te brengen. Han del dus snel en kom gauw weerom. Aan het witte huis zat een groote gouden belknop. Dolf trok eraan en op hetzelfde oogenblik zwaaide de deur open. De gang was echter ge heel verlaten en er was niemand te zien. Hij ging binnen en de zware deur sloot geluidloos achter hem dicht. De gang voerde naar een an dere deur, waarachter zich een rui me kamer bevond. Dolf ging binnen en schrok toen hij in een der uiter ste hoeken een stokoude man zag zitten, die opkeek, toen de jongen binnenkwam. Dolf herkende hem dadelijk. Het was Vader Tijd, zijn groote scherpe zeis stond achter hem tegen den muur en een zware zandlooper stond op den tafel voor hem. De grijsaard schreef in een zwaar en dik boek met een ouder- wetschcn ganzepen. Waar kom je voor? vroeg de grijze man somber. Vader Tijd, ik kom U vragen om het niet te willen laten gebeuren Laat Vader nog bij ons blijven. Moeder en ik kunnen hem niet mis sen. Vader Tijd schudde echter het hoofd en zei: Wat je vraagt is on mogelijk. Mijn boeken moeten klop pen. Kijk hier links staan alle ge boorten en hier rechts alle gestor venen. Dolf boog zich voorover en met een ontzettenden schrik zag hij op den laatsten regel staan Jaques van AeVaders naam. Door zijn binnenkomen had de schrijver moe ten ophouden met schrijven en zoo kwam het dat de heele naam nog niet ingeschreven was. Smeekend viel de knaap voor den schrijver op de knieën en vroeg hem den naam te willen doorhalen. Dat is onmogelijk, zei Vader Tijd nogccns verdrietig, mijn boeken moeten kloppen. Tenzij O, riep Dolf hoopvol, zeg mij wat ik doen kan om Vader te be houden. Vader Tijd zweeg en keek den ver- drietigen knaap heel ernstig aan. Alleen, als er in zijn plaats een andere naam kan komen te staan, kan ik er verandering in brengen... Maar dat moet dan snel en geheel vrijwillig gebeurenEn de grijze man in de lange bruine pij reikte Dolf den ganzenveder Een oogenblik schrok Dolf angstig achteruit. Hij beefde over zijn gan- sche lijf. Toen greep hij met sidde rende hand de ganzeveer- Door een raam zag hij Kerstman in zijn groote slee zitten. Hij wenkte naar Dolf, dat hij vlug voort moest ma ken Toen was het besluit genomen. Dolf doopte de pen diep in den dikken inktpot en haalde met een ferm en haal den naam van zijn Vader door, om er zijn eigen naam voor ln de plaats te zetten. Ineens zat hij weer naast den Kerst man in de slee, die vliegensvlug door de sneeuw gleed, harder en harder, de paarden renden over den weg. Er kwam een groote gouden poort aan het einde van den weg en daar reden ze pijlsnel op af. De slee schoot onder de poort door en Dolf schrok wakker. Het was ochtend en zijn Moeder stond bij zijn bed. Ik ga naar Vader toe Dolf, zul je goed oppassen? vroeg ze en ze kuste hem vaarwel. De dokter had tenslotte zijn toestemming voor de reis kunnen geven. Na een uitste kende nachtrust had Mevrouw van Aelst haar krachten nagenoeg weer geheel en al teruggewonnen. Ik zal goed oppassen Moeder, zei Dolf, gaat U maar gerust. Alles zal in orde komen, dat zult U zien. Mevrouw van Aelst glimlachte zwakjes en vertrok. Natuurlijk zijn droomen maar droomendoch zeker is. dat Dolf vast in het herstel van zijn Vader geloofde. Dagen en dagen achter een bleef hetgeen hij gedroomd had levendig in zijn geheugen bewaard. Enhij kreeg gelijk. Mevrouw van Aelst begreep niets van de zekerheid, waarmede Dolf de goede berichten uit 't hospitaal opnam. Zij wist niets van zijn vast vertrouwen af, want Dolf bewaarde zijn droom, als een stil geheim voor zichzclven. Mijnheer van Aelst herstelde ge heel en kwam twee maanden later thuis in den familiekring. Ook aan zijn Vader vertelde Dolf nooit van den droom. Waarom, dat wist hijzelf niet.... LIT DEN MOPPELTROMMEL Ingez. door Dik Trom. Onderwijzer: Weet jij wel zeker, dat je broer Wim tweemaal zoo oud is als Jij. Frederlk: Ja meneer, want toen ik 5 jaar was, was hij 10. De oudste almanak in ons land. In 1496 verscheen te Middelburg de eerste almanak ln ons land, Andere oude almanakken zijn de Enkhui- zer, waarvan de eerste uitgave ver scheen in 1597 verscheen; de Luik- sche, die in 1836 verscheen en een Zuid-Fransche, die in 1618 voor het eerst verscheen. KERSTMAN. Wie brengt er vreugd in Winter land? Wie glundert er bij kaarsen-brand?. En laat de klokken lulden? Kerstman! Wie treedt met zachten tred, Over 't witte wijde bed, Van sneeuw, tot bij de menschen? Kerstman! Wie lacht er vriendelijk en vroolijk? Wie schenkt zijn goede gaven oolijk Aan takken van denneboom en spar? Kerstman! Kerstman is zeker wat van plan! Wat zal de Kerstboom brengen? Waar droomen alle kinderen van? Van Kerstman!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 20