HET HAARLEMSCHE STADSBEELD. Amsterdamsche Stadsbeelden. Zondag. H.D. VERTELLING Hoe het eens was. Hoe het geworden is. De Spekstraat Jiaar een teekening van J. Pannebakker in 1810. De echte Amsterdammer, hoe gehecht hij mag zijn aan zijn stegen en sloppen, gaat er 's oZndags uit. en als ik zeg Zondags, bedoel ik al den nacht van Zaterdag op Zondag, want weet, hij is van oudsher vlsscher beweert men niet. dat Amsterdam In haar prille jeugd eon visschcrsdorp was? Zoo vol ledig mogelijk toegerust, en dat zegt wat, want hij torst tasschen, een vat aan een riem, diverse netten, hengels, een oliejas en eeli paar waterlaarzen, om van den Inhoud der tasschen niet te spreken trekt hij er op uit om de boot te bereiken, die speciaal voor die sportliefhebbers vaart en hen naar een of ander vischrijk watergebied voert, met weemoed nagestaard door hen. die tengevolge van een vrouwelijke discipline zich dien tocht moeten ontzeggen, maar dan 's middags in het café. waar 't visohoollege vergadert, het geen blijkt uit de sierlijke ledenlijsten en visscherijemblemen, deelgenoot worden ge maakt van de gekoesterde verwachtingen en de wonderbare resultaten. Is er een prijsvis- scherlj geweest, dan ls er 's avonds een full, waar de dames mee aanzitten. Maar zij zijn de eenigen niet, die de stad den rug toekeeren. want ik spreek vooral van den zomer is 't al vroeg een uittocht van fietsers jong volk en autobezitters zeer gemengd. Voorts worden de booten naar IJmuidcn en Zaandam wat ze in Zaandam zoeken mag Joost weten be stormd, zoodat er bereden politie aan te pas moet komen om de file op de De Ruylerkade in bedwang te houden en den draad af te knippen, als de boot vo! is. De Haarlemsche tram nog een van die trams, die werkelijk snel rijden en waarvan het personeel nog zoo kinderlijk is om te ge- looven, dat het er is ten behoeve van de rei zigers en niet om ze te onderrichten over het vraagstuk van kapitaal en arbeid, waarin zo dus bij vele Amsterdamsche collega's ten achter staan, die tram zuigt zich op het Spui vol als een bloedzuiger op het hart van Am sterdam geplaatst en snelt dan weg om Zand voort te bevolken. Zoo wordt Amsterdam aan alle kanten bloed afgetapt, tot het er lusteloos gaat uitzien. Eén punt is er echter, waar van lusteloos heid geen sprake is; dat is de oudroestmarkt in den Jodenhoek, want die trekt, als een magneet bezoekers uit alle stadsdeelen. Daar vindt men de zielige overblijfselen van alles, wat het menschelijk vernuft heeft ge/c napen. Had die kinderwagen in de glans van nieuwheid niet het oog van de Jonge moeder verrukt? En nu staat hU daar: scheef gezakt, smoezelig, krakend en piepend als een oude werkster, die ook nog blij mag zijn, als ze voor wat vuil werk wordt gebruikt. Zoo staan er fietsen, zoo staat en ligt daar alles, wat oud is en als onbruikbaar opge ruimd. doch waarin een ondernemend joodje nog wat ziet. Het manvolk graait in den hoop. delft er een of ander uit op, zooals een baas uit de oude. verschrompelde kereltjes er een kiest, die 's nachts bij weer en wind waakt bij zijn bouwwerk. Maar is Amsterdam op Zondagmorgen leeg en stil, dan gaat van die stilte een zekere be koring uit. Als je langs de kaden dwaalt, komt er een weldadige rust over Je. Nu geen kuchende motorbooten, geen ratelende win ches, geen gebons van kisten en vaten op de ijzeren hekken, geen gedreun en getoeter van zware vrachtauto's, geen jachtig geloop op de stoepen, die toegang geven tot de kanto ren, geen benzinewalm, die nïet felle puffen het water doet opspatten en opwolkt langs den achtersteven. De schuiten zijn dicht en stom, de kaden leeg, behalve dat hier en daar wat pakken wegschuilen onder het beschermend zeil; de kantoordeuren zijn gesloten, een enkele wa ker leeft er zijn rustig wakersbestaan en op een hoogc stoep verschijnt slechts een uit gaand meisje, dat de handschoenen aantrekt, daarmee haar toilet voltooiend. In de havens liggen rijen dekschuiten en aan de steigers de stoombooten. uit wier grimmige pijpen geen rookwolkje kringelt.; de schipper leunt tegen den ketel, roakt. zijn pijp, wuift gedag aan vrouw en dochter, die over de loopplank stappen om de stad in te gaan. Meeuwen bewegen zich in sierlijke glij vlucht en een enkel klein motorbootje met pleziervaardcrs striemt door het water. In de volksbuurten geburen de vrouwen van één en twee hoog uit de ramen, zitten kin deren op de stoepen, scharrelt een jongen op een flets door een verboden straatje. Een man verschijnt midden op straat, zingt eon lied vol weemoed: welluidend is het niet-, maar hij staat daar ook niet om kunstuiting te geven; hij staat er om centen te ontvan gen en de vrouwen wikkelen enkele munt stukjes in een papiertje, dat op straat open val'. waarop de kinderen bereidwillig de centen oprapen, om ze den man te geven. Hij gaat verder, zijn lied kauwend; je kan hem lfiter voor een toonbank terugvinden. Als do kerkgangers huiswaarts kecren, ga dan ook naar huis en verstoor je illusie niet, want in den namiddag komt, wat in de stad is achtergebleven, opzetten. Famlhes met kinderwagens. Jongens met bruine gepoli toerde schoenen, sigaret in 't hoofd en een meisje met hooge hakken, aan den arm, dringen naar 't centrum, verstoppen Leid- sche- en Kalverstraat, overstroomen lunch rooms en bioscopen. Jongelieden sjouwen tienmaal de Kaiverstraat op en neer, speu rend naar de andere sekse. Verdwijnen de kinderen van de straat, dan trekken nieuwe legioenen bioscoopwaarts en rusten uit in grijsgerookte café's, waar ra- diogramofonen galmen en dreunen. Na elf uur Ls 't gauw afgeloopen, want de volgende dag Ls weer werkdag; te midder nacht zeult de laatste tram met de achter geblevenen door de stille straten, dooven de lichtreclames; de diender op het Muntplein stopt peinzend zijn pijp, loert naar de nacht vlinder, die daar nog wat rondfladdert; don ker ligt daar de Amstel. EEN DUUR STUKJE KALK. Het was in Weenen in een hotel. Daar lo geerde een heel bekende violiste, die een prachtige viool had. Op een morgen dat zij aan het studeeren was ze zou dien avond optreden gebeurde er iets heel ergs. De kamer waar ze logeerde nJ. was mooi ge- stucadoord. Vele lachende engeltjes keken neer op de beroemde musicienne en het was alsof ze met plezier naar haar luisterden. Een der engeltjes scheen het spel zoo mooi te vinden, dat het van dichterbij wilde genieten. Het engeltje kwam dus van den zolder en nam plaats op de beroemde Amati- viool. Met andere woorden: een kopje van een der engeltjes van kalk liet los van den zolder en kwam ongelukkig genoeg precies op de viool terecht, die daardoor een leelijke barst kreeg, want zooals men weet bestaan die oude Italiaansche violen uit kurkdroog hout, dat bij een sterke aanraking direct barsten kan. Men kan zich den schrik en ontsteltenis voorstellen van de violiste, toen zo haar in strument bedorven zag. Het spreekt vanzelf, dat ze flauw viel, en bijgekomen enorm ims- baar maakte. Het concert voor dien avond kon niet doorgaan, de hotelier werd aange klaagd en de violiste eischte van hem een schadevergoeding van tienduizend gulden. En het hielp den goeden man niet, of hij al beweerde, dat hij er toch niets aan doen kon, dat er in een der kamers een stuk kalk van den zolder viel, er bleef hem niets anders over dan te betalen, want, zoo zeide eisclieresse, zij had ook enorme schade ge leden doordat zij haar concert in den steek had moeten laten. Den hotelhouder moest betalen. Tienduizend guldens is echter wel veel voor een concert., dat men niet bijge woond heeft. POSTZEGELS. Drie menschen zijn onlangs in Berlijn ver moord om een zeldzamen postzegel. Eerst had de moordenaar geprobeerd het voorwerp te koopen. doch toen dat niet gelukt was, heeft h\j tot moord zijn toevlucht genomen. Het is niet de eerste maal. schrijft Tit- Bite. In 1910 zag een neger, die bij een post- zegelhandel werkzaam geweest was en er dus eenig verstand van had tusschen eenige waardelooze zegels voor een winkelraam een bepaalde Mauritius zegel liggen. Er bestaan nog slechts 23 van die zegels op de wereld, en een exemplaar wordt geschat op 4000 pond. De neger kon de heele verzameling krijgen voor luttele shillings. In een café zat hij er over op te snijden wat tot gevolg had. dat hij bij het naar huis gaan door een café-bezoe ker gevolgd werd en doodgestoken. De post zegel bleek echter een vervalsching te zijn Een der grootste postzegelverzamelingen ter wereld is die van baron P. de Ferrary te Parijs. Begonnen werd in 1865 met de collec- niet. die haar eigenaar tot nu toe ongeveer 4 millioen gulden heeft gekost. Ook in het Britsche museum is een prachtverzameling aanwezig, misschien wel, na die van de Fer rary. de fraaiste ter wereld. Zij is eigendom van de natie, die haar gekregen heeft van T. K. Tapling een pariementslid, ongeveer 40 Jaar geleden. Op het oogenblik is in Eond-Street in Lon den bij Harmer Rookes een tentoonstelling, waar o.a. 4 postzegels liggen ter waarde van 25.000 pond, n.l. de een-cent Britsch-Guiana, waarvoor in 1922 7.750 pond betaald is; de duurste zegel ter wereld. Dan twee roorie pen nyzegels, die aBrnard, een plaatselijke horlogemaker maakte voor de vrouw van den gouverneur in Mauritius om haar ultnoodl- ging voor een bal in 1847 te frankeeren. Voor de enveloppe, welke deze zegels droog, werd een prijs van 11.000 pond geweigerd. En tenslotte nog de blauwe twee penny-zegel van Barnard op dezelfde enveloppe, die vermoe delijk 5.000 pond waard is. In die 120 jaar is het stadsbeeld hier wel sterk veranderd. De trotsche Bavo en de Vleeschhal op den achtergrond zijn gebleven maar het begin van ae Spekstraat en de hoeken der Houtstraat zijn geheel veranderd. En helaas niet verfraaid! Het wonderlijke geval van Mevrouw Laverge. door WILLY VAN DER TAK. Het was een vreemd geval r.iet mevrouw Laverge, vond de heele wereld. Wie zijn schuld was het? Waar zat hem de kneep? Waardoor was het zoo opeens gekomen? Nie mand wist het. Er werd gefluisterd en gegist zooaLs er altijd gefluisterd en gegist werd, cr werd gekletst en gelachen, zooals er altijd gekletst en gelachen werd, maar er was geen touw aan vast te knoopen. En na een poosje gebeurden er andere vreemde gevallen, die frisschc belangstelling vroegen, en mevrouw Laverge raakte een beetje op den achter grond. Meneer Laverge zegende den hemel, en het feit, dat de menschelijke geest nooit lang bij één ding blijft stil staan, en bleef ge stadig en plichtsgetrouw als een machine zijn werk doen. En daarboven lag mevrouw La verge in bed, kon ternauwernood een vin ver roeren, laat staat een voet verzetten, en staarde maar. Het was gebeurd, toen meneer en mevr. Laverge al ruim zes jaar getrouwd waren. Ze hadden geen kinderen, maar niettegenstaan de dat, leek mevrouw Laverge gelukkig en tevreden en lachte op tijd er. had ook op zijn tijd eens een slecht humeur en de zaken van meneer Laverge gingen goed en het mankeerde hun aan niets. Hun huis was aardig gemeubeld en gezellig; ze hadden aar dige, vriendelijke beste vrienden, ze hielden beiden van bridgen en gingen ongeveer eens in ee maand naar den schouwburg, en zoch ten dan het stuk uit, waarover in de kran ten de beste kritieken waren verschenen. Mevrouw Laverge beschikte over een zeer behoorlijk kleedgeld, kon er een uitstekende dienstbode op na houden, die prompt en vlot ai het werk deed, er zelfs dikwijls er tijd bij over had om de .sokken van meneer Laverge te stoppen, en dit alles maakte, dat zij er na een zesjarig huwelijik nog betrekkelijk wei nig ouder uitzag dan toen zij, zeven en twin tig jaar oud, den braven, van alle deug den voorzienen Emile Laverge had getrouwd, die een jaar lang met gestage hardnekkigheid om haar hand gedongen had. Als er ooit een gelukkig huwelijk geweest was, dan was het dit, vond de werelc, en als er ooit een don derslag uit heideren hemel het zonnig, onbe wolkt uitspansel van het vredig. harmonLsch samenleven van twee menschen was komen verstoren, dan was het de gebeurtenis, die voorviel op den ochtend van een mooien Septembermorgen, die zich verder kenmerkte door niets bijzonders. Op den morgen van dien dag verklaarde mevrouw Laverge plot seling, dat zij niet meer loopen kon en voeg de de daad bij het woord, door haar even wicht te verliezen en om te vallen tegen het tafeltje aan, toen meneer Laverge een half uur lang zijn overredingskracht gebruikt had om te trachten haar te bewegen het toch eens te probeeren. Onmiddellijk daarop snel de meneer Laverge gansch en al onthutst naar den dokter, die evenwel mevrouw La verge niet uit haar bed vermocht te krijgen. Twee maanden lang was meneer Laverge in de weer met specialisten en professoren, en zij schudden allen zeer geleerd het hoofd, cn hun bezoeken kostten handen vel geld, maar haalden niets uit. Mevrouw Laverge staarde hen van uit haar bed aan met haar verschrikte, klagelijke bruine kinderoogen, gaf ternauwernood antwoord op de dingen, die zij haar vroegen, schudde van tijd tot tijd ontkennen.d het hoofd en bevestigde deze ontkenning door onmiddellijk het even wicht te verliezen als zij haar op haar voeten zetten om te trachten haar te laten loopen. Na twee maanden gaf meneer Laverge het op. Hij hervatte zijn leven van eertijds, maar nu alleen. Boven lag mevrouw Laverge in bed, liet zich bedienen door de trouwe ge dienstige, zag het dag in, dag uit, licht en donker worden in haar kamer, keek toe, ter wijl de toppen van de boomen in den tuin. die ze niet zien kon door haar raam, groener en groener worden om dan hun bruin gewor den bladeren weer één voor één te verliezen, hoorde de vogels kwinkeleeren overdag en zoetjes lokkend fluiten in den nacht, en bleef achterover in haar bed liggen staren met haar bruine, onbewogen, een beetje ver schrikte kinderoogen, alsof het haar niets aanging. Af en toe deed meneer Laverge nog een pessimistische poging om verandering in haar bewegingloosheid te brengen, maar die gelukte nooit. Langzamerhand staakte hij ook -dat, en hij nam het leven van alledag waar, handelde zijn zaken af, bezocht zijn vrienden, deed al die dingen, die een degelijk vrijgezel pleegt te doen alsof <ie gestalte bo ven in bed nog maar een schim was, waar mee men in de practijk van het leven geen rekening houdt, en wier bestaan men zich alleen herinnert op sentimenteele oogenblik- ken, gewijd aan het verleden en de zwarte plekken uit het heden. Mevrouw Laverge lag en staarde, at uitstekend, werd iets dikker en niet ouder. Het werd steeds stiller om haar, en de weinige vrienden, die haar sporadisch waren komen bezoeken, bleven de één na den ander weg, afgeschrikt door haar onbewo genheid, en de koele onverschilligheid, waar mee haar bruine oogen hen opnamen als zij aan haar bed zaten en zich belachelijk voel den, terwijl zij hun best deden om een bloed - arme conversatie gaande te houden. Zij vroeg nooit naar hen. Ze scheen hen allen niet te zien en meneer Laverge op zijn trouwe drie maal daagsche bezoeken, kon zij soms zoo verwonderd bekijken, dat hij zich haastig uit dc voeten maakte, en bui ten de deur zich zelf betastte om er zich van te overtuigen, dat hij werkelijk bestond. Dat duurde twaalf jaar. Toen stierf meneer Laverge betrekkelijk onverwacht, na een kor te ziekte, een longontsteking, waarschijn lijk opgedaan, toen hij op het tochtige station oppertoezicht hield op het verladen van eenige goederen. Mevrouw Laverge, toen vijf en veertig hoorde het nieuws aan, zoo onbe wogen. alsof zij ternauwernood wist, vrfe de man was, die gestorven was. Maar den dag na zijn begrafenis kwam zij plotseling haar bed uit, wat wankel welis waar. en wat onvast staand op haar aan be weging ontwende beenen, maar zeer doelbe wust. De oude, trouwe gedienstige kwant haar teger. op de trap. in kieeren van eenige modes her en hield zich trillend vast aan de leuning. Zij ontving een vriendelijk knikje, en kreeg order om de koffietafel, zooals ge woonlijk voor één persoon te dekken. Nu ech ter met voor meneer, maar voor mevr. La verge. Twee dagen later verscheen zij op straat. In Dit zelfde punt ruim, 120 jaar later. simpele, maar dure en zéér modieuze kleedij. En het duurde ditmaal aanmerkelijk lan ger, voor de wereld, die fluisterde en giste, zooals de wereld altijd fluisterd en gist, en die lachte en kletste, zooals de wereld altijd lacht en kletst, uitgefluisterd en uitgegist was. DE BESTIJGING VAN DEN MOUNT EVEREST. MET OF ZONDER ZUURSTOFAPPARATEN? De Mount Everest, de hoogste berg ter we reld, uit het Himalaya gebergte, is 9700 M. hoog, ongeveer 2 maal zoo hoog als de Euvo- peesche reus, de Mont-Blanc van 4810 M. Om dezen berg te veroveren hebben 3 expedities plaats gehad, zooals Arnold Lunn in Onze Wonderbaarlijke Wereld schrijft. De eerste in 1921 verkende de toegangen en ontdekte een begaanbare route naar den top. De tweede expeditie, in 1922, bereikte een hoogte van 9100 M. In 1924 werden George Mallory en Andrew Irvine voor 't laatst ge zien door een scheur in de wolken op een hoogte van meer dan negenduizend vierhon derd Meter. Met hen is het geheim van den Mount Everest vergaan. Zij, die aan deze expedities hebben deelge^ nomen, kunnen in twee klassen worden ver deeld: de romantische klasse, die graag zou willen bewijzen, dat de Mount Everest zonder de kunstmatige hulp van zuurstof kan wor den beklommen en de wetenschappelijke klasse, die beweert dat het hoofddoel is om den top te bereiken en dat het dwaasheid is zich druk te maken over de keuze der metho den die men toepast om dit doel te bereiken. George Finch was een voorvechter van dc wetenschappelijke klasse en hij en Geofiry Bruce hebben in 1922 met behulp van zuurstof het hoogterecord gevestigd op negenduizend eenhonderd M. In 1924 slaagden kolonel Norton en dokter Somervell er in op 9350 M. te komen zonder zuurstof, een bewonderenswaardig staaltje van uithoudingsvermogen. Op die hoogte is iedere stap pijnlijk en moet om de zooveel minuten worden gerust. Dc expeditie van 1924 heeft aangetoond, dat acclimatisatie tot veel grooter hoogten mogelijk is dan men vroeger had verondersteld. De laatste aanval werd. als gezegd, in 1924 ondernomen. Mallory hacl aan alle drie ex pedities deelgenomen. Hij was een bergbe klimmer met een lange en gevarieerde erva ring in de Alpen. Irvine was een nieuweling in het bergbestijgen, doch van groote, physic- ke kracht. De Mount Everest zou een vrij ge makkelijk te beklimmen berg zijn, als hij niet zoo hoog was. Kracht en uithoudingsver mogen zijn noodzakelijker dan bergbestij gingskunst en ervaring om hem te beklim men. Irvine had in een winnende Oxford- acht geroeid en in ski-kringen sensatie ver wekt door de snelheid waarmee hij zich die kunst had eigen gemaakt. Op 7 Juni kampeerden Mallory en Irvine op een hoogte van 9000 M. Op 8 Juni kreeg Odell zijn vrienden nog even te zien op een hoogte van 265 M. beneden den top. Oat was het laatste. Is de Mount Everest beklommen? Sir Mar tin Conway, een groot ontdekkingsreiziger In de Himalaya. G. W. Young, een van de knapste bergbeklimmers van dezen tijd, die Mallory zeer goed kenden, en Odell zijn er van overtuigd, dat Mallory en Irvine den top hebben bereikt en misschien op den terug weg naar het kamp don dood hebben gevon den. Het is wel mogelijk, dat zij uitgegleden zijn. toen zij trachtten snel langs de gemak kelijke, maar verraderlijke helling boven het kamp af te dalen voor de avond viel. Ieder bergbeklimmer hoopt dat een vol gende expeditie niet alleen zal bewijzen, dat de Mount Everest te bestijgen is, maar ook, dat de Mount Everest bestegen is. OP JACHT NAAR OLIE IN DE SAHARA. Dc geheimen van de Sahara zijn nog lang niet onthuld. We weten, dat de Sahara geenzins een onvruchtbare en slechts zan dige woesternij is, maar dat ze zelfs buiten gewoon vruchtbaar zou zijn, wanneerer slechts water was. Nu zijn er velerlei mogelijkheden in dc Sahara. Een der nieuwste zou daarin be staan. dat zich in of onder de Sahara olie bevindt. Olie in geweldige hoeveelheden, olie in zulk een massa, dat Frankrijk onafhan kelijk van alle olieuitvoerende landen zou worden. De wensch heeft he^ Laboratorium voor koloniale wetenschap te Parijs, aanleiding gegeven, een interessante expeditie te on dernemen. waarvan dc Franschen zelf weinig weten, want het geschiedt een beetje in het. geheim. Men heeft onder het hoofd: ..Onderzoeken naar het overbrengen van koorts door vliegen en onderzoek naar de verandering van den loop van den Niger" een aanzienlijk bedrag gevoteerd, welke bedrag voldoende is. om vanuit Algiers tot diep in de Sahara door te dringen en zekere zeer lang uitge droogde meren te onderzoeken. De schepper van het plan is Prof. Cheva lier, de leider van het bovengenoemde Labo ratorium voor koloniale wetenschap. Reeds 32 jaar geleden trok prof. Chevalier eens door Afrika. Hij kwam van Timboektoe en kwam in e endal, waar juist dien dag regen viel. Uit de diepte kwam met het water olie naar boven. Dit feit legde prof. Chevalier vast in zijn dagboek. En jaren later las hij deze aanteekeningen weer. Ge baseerd op zijn vroegere waarnemingen en andere mededeelingen. welke hij kreeg uit de kringen van inboorlingen, werkte hij een plan voor een expeditie uit, die hem zeker heid zou geven. Nu gaat men met boor machines naar de woestijn. Optimisten en pessimisten hebben te Marseille en in Algiers weddenschappen afgesloten, toen de „Tim- gad" met de expeditie aan boord in de haven kwam. Frankrijk laat naar rijkdom men zoeken, die in dc woestijn liggen. En wanneer dat niet het geval is, dan wordt het werkelijk een onderzoekingsreis naar het overbrengen van koorts door vliegen. SCHRIKKELJAAR. Het nieuwe jaar. 1932, is wederom een schrikkeljaar, een jaar, waarin de meisjes „de" vraag weer mogen stellen. Althans, zoo zegt men. Of het dan ook gebeurt, weet ik niet. Evenmin weet ik, of het in andere (niet-schrikkel) jaren niet gedaan wordt..-. In ieder geval, de astronomen van Julius Caesar zijn verantwoordelijk voor het feit, dat dit jaar een dag langer is dan 1931. In Schotland werd in 1228 een parlements wet aangenomen waarbij, gedurende de re geering van koningin Margareta, ieder meisje het recht had om zich uit te spreken tegen den man, die haar beviel. Weigerde deze het meisje tot zijn vrouw te nemen, dan werd hij gestraft met een boete van 100 pond. In Engeland zouden de afgewezen meisjes een zijden jurk ontvangen van den man, die haar een „blauwtje lieten loopen". Dc pract-ischc kant van dc zaak is, dat op den extra-dag in Februari door hen, die niet per dag worden uitbetaald, doch maan delijks of per kwartaal, een dag werk ge daan wordt zonder betaling daarvoor. Velen zullen dit jaar op 29 Februari een verjaardag vieren die voor 4 telt. En er zul len kinderen worden geboren, die de 3 eerst volgende jaren niet jarig zullen zijn. HELDEN VAN HET WITTE DOEK. Schaljapiri op de sprekende film! Charlie Chaplin heeft een scenario geschreven voor een nieuwe film, waarin de groote Russische zanger Schaljapin zal optreden. Wanneer de opne mingen zullen beginnen, staat nog niet vast De film zal vermoedelijk gespeeld worden in Londen en het scenario is geschreven in het Engelsch, Fransch en Duitsch. Schaljapin heeft in den beginne 1000 pond sterling gevraagd per dag gedurende den hee'en duur van de opnemingen cn later nog 33 pet. van de recettes. Deze vraag had nogal belemmerenden invloed op den vlot ten loop der onderhandelingen. Doch toen de kunstenaars elkaar ontmoetten in Biarritz was de zaak spoedig beklonken, Clara Bow, de filmster, die een tijdlang niet gespee'd heeft wegens ziekte en wier huwelijk on langs gemeld werd met den cow-boy-acteur Rex Bell, is weer bij de film teruggekeerd en speelt reeds weer voor de Columbia-maat- schappij. In haar tijdelijke afwezigheid van het witte doek ontving ze meer dan 200.000 brieven uit a'le deelen der wereld met de vraag, wanneer ze weer zou optreden! Maurice Chevalier kreeg op één dag 409 brieven en Mariene Dietrich 300. Beiden besloten echter ze in den prullemand te gooien en aldus te ris- keeren, dat hun een ongeluk zou overkomen Want het waren van die „ketting"-brieven, die je negenmaal moet overschrijven en aan vrienden sturen, die op hun beurt dat weer moeten doen. Beiden hebben ze het echter te druk om aan die rage, die in Hollywood thans woedt, mee te doen. Richard Barthelmess is een der weinige fi'msterren, die een eigen huis heeft op Malibu Beach. De meeste gTond behoort aan één persoon, vau wie de sterren hun land pachten. Een deel ervan ls onlangs gekocht voor een onbekende. Een paar dagen later begon men daarop een huls te zet'en en het fcleek. dat de onbe kende Barthelmes geweest was. Joan Crawford en Douglas Fairbanks Jr. hebben een Spaansche woning laten bouwen bij hun huwelijk maar zij merkten al spoe dig, dat zij te weinig Spaansch b'oed in zich hadden om daar naar genoegen te wonen. Zij zijn gezamenlijk aan het ontwerpen en teekenen gegaan en hebben hun huis geheel laten veranderen. Zij zijn blij, thans in een echt, soiled Engelsch huis te wonen. John Gilbert, die onlangs gescheiden is van Ina Claire tusschen haakjes, hij schijnt het nu weer uitstekend met haar te kunnen vinden bezit een woning on een der hoogste heuvels om Hollywood. Hij houdt niet van drukte en zijn huis ligt dan ook op behoorlijken af stand van buren en van de openbare wegers

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 16