HET HAARLEMSCHE STADSBEELD.
Amsterdamsche Stadsbeelden.
Zondag.
H.D. VERTELLING
Hoe het eens was.
Hoe het geworden is.
De Spekstraat Jiaar een teekening van J. Pannebakker in 1810.
De echte Amsterdammer, hoe gehecht hij
mag zijn aan zijn stegen en sloppen, gaat er
's oZndags uit. en als ik zeg Zondags, bedoel
ik al den nacht van Zaterdag op Zondag,
want weet, hij is van oudsher vlsscher
beweert men niet. dat Amsterdam In haar
prille jeugd eon visschcrsdorp was? Zoo vol
ledig mogelijk toegerust, en dat zegt wat,
want hij torst tasschen, een vat aan een
riem, diverse netten, hengels, een oliejas en
eeli paar waterlaarzen, om van den Inhoud
der tasschen niet te spreken trekt hij er op
uit om de boot te bereiken, die speciaal voor
die sportliefhebbers vaart en hen naar een
of ander vischrijk watergebied voert, met
weemoed nagestaard door hen. die tengevolge
van een vrouwelijke discipline zich dien tocht
moeten ontzeggen, maar dan 's middags in
het café. waar 't visohoollege vergadert, het
geen blijkt uit de sierlijke ledenlijsten en
visscherijemblemen, deelgenoot worden ge
maakt van de gekoesterde verwachtingen en
de wonderbare resultaten. Is er een prijsvis-
scherlj geweest, dan ls er 's avonds een full,
waar de dames mee aanzitten.
Maar zij zijn de eenigen niet, die de stad
den rug toekeeren. want ik spreek vooral
van den zomer is 't al vroeg een uittocht
van fietsers jong volk en autobezitters
zeer gemengd. Voorts worden de booten
naar IJmuidcn en Zaandam wat ze in
Zaandam zoeken mag Joost weten be
stormd, zoodat er bereden politie aan te pas
moet komen om de file op de De Ruylerkade
in bedwang te houden en den draad af te
knippen, als de boot vo! is.
De Haarlemsche tram nog een van die
trams, die werkelijk snel rijden en waarvan
het personeel nog zoo kinderlijk is om te ge-
looven, dat het er is ten behoeve van de rei
zigers en niet om ze te onderrichten over het
vraagstuk van kapitaal en arbeid, waarin zo
dus bij vele Amsterdamsche collega's ten
achter staan, die tram zuigt zich op het Spui
vol als een bloedzuiger op het hart van Am
sterdam geplaatst en snelt dan weg om Zand
voort te bevolken.
Zoo wordt Amsterdam aan alle kanten bloed
afgetapt, tot het er lusteloos gaat uitzien.
Eén punt is er echter, waar van lusteloos
heid geen sprake is; dat is de oudroestmarkt
in den Jodenhoek, want die trekt, als een
magneet bezoekers uit alle stadsdeelen.
Daar vindt men de zielige overblijfselen
van alles, wat het menschelijk vernuft heeft
ge/c napen.
Had die kinderwagen in de glans van
nieuwheid niet het oog van de Jonge moeder
verrukt? En nu staat hU daar: scheef gezakt,
smoezelig, krakend en piepend als een oude
werkster, die ook nog blij mag zijn, als ze
voor wat vuil werk wordt gebruikt.
Zoo staan er fietsen, zoo staat en ligt daar
alles, wat oud is en als onbruikbaar opge
ruimd. doch waarin een ondernemend joodje
nog wat ziet.
Het manvolk graait in den hoop. delft er
een of ander uit op, zooals een baas uit de
oude. verschrompelde kereltjes er een kiest,
die 's nachts bij weer en wind waakt bij zijn
bouwwerk.
Maar is Amsterdam op Zondagmorgen leeg
en stil, dan gaat van die stilte een zekere be
koring uit. Als je langs de kaden dwaalt,
komt er een weldadige rust over Je. Nu geen
kuchende motorbooten, geen ratelende win
ches, geen gebons van kisten en vaten op de
ijzeren hekken, geen gedreun en getoeter van
zware vrachtauto's, geen jachtig geloop op
de stoepen, die toegang geven tot de kanto
ren, geen benzinewalm, die nïet felle puffen
het water doet opspatten en opwolkt langs
den achtersteven.
De schuiten zijn dicht en stom, de kaden
leeg, behalve dat hier en daar wat pakken
wegschuilen onder het beschermend zeil; de
kantoordeuren zijn gesloten, een enkele wa
ker leeft er zijn rustig wakersbestaan en op
een hoogc stoep verschijnt slechts een uit
gaand meisje, dat de handschoenen aantrekt,
daarmee haar toilet voltooiend.
In de havens liggen rijen dekschuiten en
aan de steigers de stoombooten. uit wier
grimmige pijpen geen rookwolkje kringelt.;
de schipper leunt tegen den ketel, roakt. zijn
pijp, wuift gedag aan vrouw en dochter, die
over de loopplank stappen om de stad in te
gaan. Meeuwen bewegen zich in sierlijke glij
vlucht en een enkel klein motorbootje met
pleziervaardcrs striemt door het water.
In de volksbuurten geburen de vrouwen van
één en twee hoog uit de ramen, zitten kin
deren op de stoepen, scharrelt een jongen op
een flets door een verboden straatje. Een
man verschijnt midden op straat, zingt eon
lied vol weemoed: welluidend is het niet-,
maar hij staat daar ook niet om kunstuiting
te geven; hij staat er om centen te ontvan
gen en de vrouwen wikkelen enkele munt
stukjes in een papiertje, dat op straat open
val'. waarop de kinderen bereidwillig de
centen oprapen, om ze den man te geven. Hij
gaat verder, zijn lied kauwend; je kan hem
lfiter voor een toonbank terugvinden.
Als do kerkgangers huiswaarts kecren, ga
dan ook naar huis en verstoor je illusie niet,
want in den namiddag komt, wat in de stad
is achtergebleven, opzetten. Famlhes met
kinderwagens. Jongens met bruine gepoli
toerde schoenen, sigaret in 't hoofd en een
meisje met hooge hakken, aan den arm,
dringen naar 't centrum, verstoppen Leid-
sche- en Kalverstraat, overstroomen lunch
rooms en bioscopen. Jongelieden sjouwen
tienmaal de Kaiverstraat op en neer, speu
rend naar de andere sekse.
Verdwijnen de kinderen van de straat, dan
trekken nieuwe legioenen bioscoopwaarts en
rusten uit in grijsgerookte café's, waar ra-
diogramofonen galmen en dreunen.
Na elf uur Ls 't gauw afgeloopen, want de
volgende dag Ls weer werkdag; te midder
nacht zeult de laatste tram met de achter
geblevenen door de stille straten, dooven de
lichtreclames; de diender op het Muntplein
stopt peinzend zijn pijp, loert naar de nacht
vlinder, die daar nog wat rondfladdert; don
ker ligt daar de Amstel.
EEN DUUR STUKJE KALK.
Het was in Weenen in een hotel. Daar lo
geerde een heel bekende violiste, die een
prachtige viool had. Op een morgen dat zij
aan het studeeren was ze zou dien avond
optreden gebeurde er iets heel ergs. De
kamer waar ze logeerde nJ. was mooi ge-
stucadoord. Vele lachende engeltjes keken
neer op de beroemde musicienne en het was
alsof ze met plezier naar haar luisterden.
Een der engeltjes scheen het spel zoo mooi
te vinden, dat het van dichterbij wilde
genieten. Het engeltje kwam dus van den
zolder en nam plaats op de beroemde Amati-
viool. Met andere woorden: een kopje van
een der engeltjes van kalk liet los van den
zolder en kwam ongelukkig genoeg precies
op de viool terecht, die daardoor een leelijke
barst kreeg, want zooals men weet bestaan
die oude Italiaansche violen uit kurkdroog
hout, dat bij een sterke aanraking direct
barsten kan.
Men kan zich den schrik en ontsteltenis
voorstellen van de violiste, toen zo haar in
strument bedorven zag. Het spreekt vanzelf,
dat ze flauw viel, en bijgekomen enorm ims-
baar maakte. Het concert voor dien avond
kon niet doorgaan, de hotelier werd aange
klaagd en de violiste eischte van hem een
schadevergoeding van tienduizend gulden.
En het hielp den goeden man niet, of hij al
beweerde, dat hij er toch niets aan doen
kon, dat er in een der kamers een stuk kalk
van den zolder viel, er bleef hem niets
anders over dan te betalen, want, zoo zeide
eisclieresse, zij had ook enorme schade ge
leden doordat zij haar concert in den steek
had moeten laten. Den hotelhouder moest
betalen. Tienduizend guldens is echter wel
veel voor een concert., dat men niet bijge
woond heeft.
POSTZEGELS.
Drie menschen zijn onlangs in Berlijn ver
moord om een zeldzamen postzegel. Eerst had
de moordenaar geprobeerd het voorwerp te
koopen. doch toen dat niet gelukt was,
heeft h\j tot moord zijn toevlucht genomen.
Het is niet de eerste maal. schrijft Tit-
Bite. In 1910 zag een neger, die bij een post-
zegelhandel werkzaam geweest was en er dus
eenig verstand van had tusschen eenige
waardelooze zegels voor een winkelraam een
bepaalde Mauritius zegel liggen. Er bestaan
nog slechts 23 van die zegels op de wereld, en
een exemplaar wordt geschat op 4000 pond.
De neger kon de heele verzameling krijgen
voor luttele shillings. In een café zat hij er
over op te snijden wat tot gevolg had. dat hij
bij het naar huis gaan door een café-bezoe
ker gevolgd werd en doodgestoken. De post
zegel bleek echter een vervalsching te zijn
Een der grootste postzegelverzamelingen
ter wereld is die van baron P. de Ferrary te
Parijs. Begonnen werd in 1865 met de collec-
niet. die haar eigenaar tot nu toe ongeveer 4
millioen gulden heeft gekost. Ook in het
Britsche museum is een prachtverzameling
aanwezig, misschien wel, na die van de Fer
rary. de fraaiste ter wereld. Zij is eigendom
van de natie, die haar gekregen heeft van
T. K. Tapling een pariementslid, ongeveer 40
Jaar geleden.
Op het oogenblik is in Eond-Street in Lon
den bij Harmer Rookes een tentoonstelling,
waar o.a. 4 postzegels liggen ter waarde van
25.000 pond, n.l. de een-cent Britsch-Guiana,
waarvoor in 1922 7.750 pond betaald is; de
duurste zegel ter wereld. Dan twee roorie pen
nyzegels, die aBrnard, een plaatselijke
horlogemaker maakte voor de vrouw van den
gouverneur in Mauritius om haar ultnoodl-
ging voor een bal in 1847 te frankeeren.
Voor de enveloppe, welke deze zegels droog,
werd een prijs van 11.000 pond geweigerd. En
tenslotte nog de blauwe twee penny-zegel van
Barnard op dezelfde enveloppe, die vermoe
delijk 5.000 pond waard is.
In die 120 jaar is het stadsbeeld hier wel
sterk veranderd. De trotsche Bavo en de
Vleeschhal op den achtergrond zijn gebleven
maar het begin van ae Spekstraat en de
hoeken der Houtstraat zijn geheel veranderd.
En helaas niet verfraaid!
Het wonderlijke geval van
Mevrouw Laverge.
door WILLY VAN DER TAK.
Het was een vreemd geval r.iet mevrouw
Laverge, vond de heele wereld. Wie zijn
schuld was het? Waar zat hem de kneep?
Waardoor was het zoo opeens gekomen? Nie
mand wist het. Er werd gefluisterd en gegist
zooaLs er altijd gefluisterd en gegist werd,
cr werd gekletst en gelachen, zooals er altijd
gekletst en gelachen werd, maar er was geen
touw aan vast te knoopen. En na een poosje
gebeurden er andere vreemde gevallen, die
frisschc belangstelling vroegen, en mevrouw
Laverge raakte een beetje op den achter
grond. Meneer Laverge zegende den hemel,
en het feit, dat de menschelijke geest nooit
lang bij één ding blijft stil staan, en bleef ge
stadig en plichtsgetrouw als een machine zijn
werk doen. En daarboven lag mevrouw La
verge in bed, kon ternauwernood een vin ver
roeren, laat staat een voet verzetten, en
staarde maar.
Het was gebeurd, toen meneer en mevr.
Laverge al ruim zes jaar getrouwd waren. Ze
hadden geen kinderen, maar niettegenstaan
de dat, leek mevrouw Laverge gelukkig en
tevreden en lachte op tijd er. had ook op
zijn tijd eens een slecht humeur en de zaken
van meneer Laverge gingen goed en het
mankeerde hun aan niets. Hun huis was
aardig gemeubeld en gezellig; ze hadden aar
dige, vriendelijke beste vrienden, ze hielden
beiden van bridgen en gingen ongeveer eens
in ee maand naar den schouwburg, en zoch
ten dan het stuk uit, waarover in de kran
ten de beste kritieken waren verschenen.
Mevrouw Laverge beschikte over een zeer
behoorlijk kleedgeld, kon er een uitstekende
dienstbode op na houden, die prompt en vlot
ai het werk deed, er zelfs dikwijls er tijd bij
over had om de .sokken van meneer Laverge
te stoppen, en dit alles maakte, dat zij er
na een zesjarig huwelijik nog betrekkelijk wei
nig ouder uitzag dan toen zij, zeven en twin
tig jaar oud, den braven, van alle deug
den voorzienen Emile Laverge had getrouwd,
die een jaar lang met gestage hardnekkigheid
om haar hand gedongen had. Als er ooit een
gelukkig huwelijk geweest was, dan was het
dit, vond de werelc, en als er ooit een don
derslag uit heideren hemel het zonnig, onbe
wolkt uitspansel van het vredig. harmonLsch
samenleven van twee menschen was komen
verstoren, dan was het de gebeurtenis, die
voorviel op den ochtend van een mooien
Septembermorgen, die zich verder kenmerkte
door niets bijzonders. Op den morgen van
dien dag verklaarde mevrouw Laverge plot
seling, dat zij niet meer loopen kon en voeg
de de daad bij het woord, door haar even
wicht te verliezen en om te vallen tegen het
tafeltje aan, toen meneer Laverge een half
uur lang zijn overredingskracht gebruikt had
om te trachten haar te bewegen het toch
eens te probeeren. Onmiddellijk daarop snel
de meneer Laverge gansch en al onthutst
naar den dokter, die evenwel mevrouw La
verge niet uit haar bed vermocht te krijgen.
Twee maanden lang was meneer Laverge in
de weer met specialisten en professoren, en
zij schudden allen zeer geleerd het hoofd, cn
hun bezoeken kostten handen vel geld,
maar haalden niets uit. Mevrouw Laverge
staarde hen van uit haar bed aan met haar
verschrikte, klagelijke bruine kinderoogen,
gaf ternauwernood antwoord op de dingen,
die zij haar vroegen, schudde van tijd tot
tijd ontkennen.d het hoofd en bevestigde
deze ontkenning door onmiddellijk het even
wicht te verliezen als zij haar op haar voeten
zetten om te trachten haar te laten loopen.
Na twee maanden gaf meneer Laverge het
op. Hij hervatte zijn leven van eertijds, maar
nu alleen. Boven lag mevrouw Laverge in
bed, liet zich bedienen door de trouwe ge
dienstige, zag het dag in, dag uit, licht en
donker worden in haar kamer, keek toe, ter
wijl de toppen van de boomen in den tuin.
die ze niet zien kon door haar raam, groener
en groener worden om dan hun bruin gewor
den bladeren weer één voor één te verliezen,
hoorde de vogels kwinkeleeren overdag en
zoetjes lokkend fluiten in den nacht, en bleef
achterover in haar bed liggen staren met
haar bruine, onbewogen, een beetje ver
schrikte kinderoogen, alsof het haar niets
aanging. Af en toe deed meneer Laverge nog
een pessimistische poging om verandering in
haar bewegingloosheid te brengen, maar die
gelukte nooit. Langzamerhand staakte hij
ook -dat, en hij nam het leven van alledag
waar, handelde zijn zaken af, bezocht zijn
vrienden, deed al die dingen, die een degelijk
vrijgezel pleegt te doen alsof <ie gestalte bo
ven in bed nog maar een schim was, waar
mee men in de practijk van het leven geen
rekening houdt, en wier bestaan men zich
alleen herinnert op sentimenteele oogenblik-
ken, gewijd aan het verleden en de zwarte
plekken uit het heden. Mevrouw Laverge lag
en staarde, at uitstekend, werd iets dikker en
niet ouder. Het werd steeds stiller om haar,
en de weinige vrienden, die haar sporadisch
waren komen bezoeken, bleven de één na den
ander weg, afgeschrikt door haar onbewo
genheid, en de koele onverschilligheid, waar
mee haar bruine oogen hen opnamen als zij
aan haar bed zaten en zich belachelijk voel
den, terwijl zij hun best deden om een bloed -
arme conversatie gaande te houden. Zij
vroeg nooit naar hen. Ze scheen hen allen
niet te zien en meneer Laverge op zijn trouwe
drie maal daagsche bezoeken, kon
zij soms zoo verwonderd bekijken, dat hij
zich haastig uit dc voeten maakte, en bui
ten de deur zich zelf betastte om er zich
van te overtuigen, dat hij werkelijk bestond.
Dat duurde twaalf jaar. Toen stierf meneer
Laverge betrekkelijk onverwacht, na een kor
te ziekte, een longontsteking, waarschijn
lijk opgedaan, toen hij op het tochtige station
oppertoezicht hield op het verladen van
eenige goederen. Mevrouw Laverge, toen vijf
en veertig hoorde het nieuws aan, zoo onbe
wogen. alsof zij ternauwernood wist, vrfe de
man was, die gestorven was.
Maar den dag na zijn begrafenis kwam zij
plotseling haar bed uit, wat wankel welis
waar. en wat onvast staand op haar aan be
weging ontwende beenen, maar zeer doelbe
wust. De oude, trouwe gedienstige kwant haar
teger. op de trap. in kieeren van eenige
modes her en hield zich trillend vast aan de
leuning. Zij ontving een vriendelijk knikje, en
kreeg order om de koffietafel, zooals ge
woonlijk voor één persoon te dekken. Nu ech
ter met voor meneer, maar voor mevr. La
verge.
Twee dagen later verscheen zij op straat. In
Dit zelfde punt ruim, 120 jaar later.
simpele, maar dure en zéér modieuze kleedij.
En het duurde ditmaal aanmerkelijk lan
ger, voor de wereld, die fluisterde en giste,
zooals de wereld altijd fluisterd en gist, en
die lachte en kletste, zooals de wereld altijd
lacht en kletst, uitgefluisterd en uitgegist
was.
DE BESTIJGING VAN DEN
MOUNT EVEREST.
MET OF ZONDER ZUURSTOFAPPARATEN?
De Mount Everest, de hoogste berg ter we
reld, uit het Himalaya gebergte, is 9700 M.
hoog, ongeveer 2 maal zoo hoog als de Euvo-
peesche reus, de Mont-Blanc van 4810 M. Om
dezen berg te veroveren hebben 3 expedities
plaats gehad, zooals Arnold Lunn in Onze
Wonderbaarlijke Wereld schrijft.
De eerste in 1921 verkende de toegangen
en ontdekte een begaanbare route naar den
top. De tweede expeditie, in 1922, bereikte
een hoogte van 9100 M. In 1924 werden George
Mallory en Andrew Irvine voor 't laatst ge
zien door een scheur in de wolken op een
hoogte van meer dan negenduizend vierhon
derd Meter. Met hen is het geheim van den
Mount Everest vergaan.
Zij, die aan deze expedities hebben deelge^
nomen, kunnen in twee klassen worden ver
deeld: de romantische klasse, die graag zou
willen bewijzen, dat de Mount Everest zonder
de kunstmatige hulp van zuurstof kan wor
den beklommen en de wetenschappelijke
klasse, die beweert dat het hoofddoel is om
den top te bereiken en dat het dwaasheid is
zich druk te maken over de keuze der metho
den die men toepast om dit doel te bereiken.
George Finch was een voorvechter van dc
wetenschappelijke klasse en hij en Geofiry
Bruce hebben in 1922 met behulp van zuurstof
het hoogterecord gevestigd op negenduizend
eenhonderd M.
In 1924 slaagden kolonel Norton en dokter
Somervell er in op 9350 M. te komen zonder
zuurstof, een bewonderenswaardig staaltje
van uithoudingsvermogen. Op die hoogte is
iedere stap pijnlijk en moet om de zooveel
minuten worden gerust. Dc expeditie van 1924
heeft aangetoond, dat acclimatisatie tot veel
grooter hoogten mogelijk is dan men vroeger
had verondersteld.
De laatste aanval werd. als gezegd, in 1924
ondernomen. Mallory hacl aan alle drie ex
pedities deelgenomen. Hij was een bergbe
klimmer met een lange en gevarieerde erva
ring in de Alpen. Irvine was een nieuweling
in het bergbestijgen, doch van groote, physic-
ke kracht. De Mount Everest zou een vrij ge
makkelijk te beklimmen berg zijn, als hij
niet zoo hoog was. Kracht en uithoudingsver
mogen zijn noodzakelijker dan bergbestij
gingskunst en ervaring om hem te beklim
men. Irvine had in een winnende Oxford-
acht geroeid en in ski-kringen sensatie ver
wekt door de snelheid waarmee hij zich die
kunst had eigen gemaakt.
Op 7 Juni kampeerden Mallory en Irvine op
een hoogte van 9000 M. Op 8 Juni kreeg
Odell zijn vrienden nog even te zien op een
hoogte van 265 M. beneden den top. Oat was
het laatste.
Is de Mount Everest beklommen? Sir Mar
tin Conway, een groot ontdekkingsreiziger In
de Himalaya. G. W. Young, een van de
knapste bergbeklimmers van dezen tijd, die
Mallory zeer goed kenden, en Odell zijn er
van overtuigd, dat Mallory en Irvine den top
hebben bereikt en misschien op den terug
weg naar het kamp don dood hebben gevon
den. Het is wel mogelijk, dat zij uitgegleden
zijn. toen zij trachtten snel langs de gemak
kelijke, maar verraderlijke helling boven
het kamp af te dalen voor de avond viel.
Ieder bergbeklimmer hoopt dat een vol
gende expeditie niet alleen zal bewijzen, dat
de Mount Everest te bestijgen is, maar ook,
dat de Mount Everest bestegen is.
OP JACHT NAAR OLIE IN DE
SAHARA.
Dc geheimen van de Sahara zijn nog lang
niet onthuld. We weten, dat de Sahara
geenzins een onvruchtbare en slechts zan
dige woesternij is, maar dat ze zelfs buiten
gewoon vruchtbaar zou zijn, wanneerer
slechts water was.
Nu zijn er velerlei mogelijkheden in dc
Sahara. Een der nieuwste zou daarin be
staan. dat zich in of onder de Sahara olie
bevindt. Olie in geweldige hoeveelheden, olie
in zulk een massa, dat Frankrijk onafhan
kelijk van alle olieuitvoerende landen zou
worden.
De wensch heeft he^ Laboratorium voor
koloniale wetenschap te Parijs, aanleiding
gegeven, een interessante expeditie te on
dernemen. waarvan dc Franschen zelf
weinig weten, want het geschiedt een beetje
in het. geheim.
Men heeft onder het hoofd: ..Onderzoeken
naar het overbrengen van koorts door
vliegen en onderzoek naar de verandering
van den loop van den Niger" een aanzienlijk
bedrag gevoteerd, welke bedrag voldoende
is. om vanuit Algiers tot diep in de Sahara
door te dringen en zekere zeer lang uitge
droogde meren te onderzoeken.
De schepper van het plan is Prof. Cheva
lier, de leider van het bovengenoemde Labo
ratorium voor koloniale wetenschap.
Reeds 32 jaar geleden trok prof. Chevalier
eens door Afrika. Hij kwam van Timboektoe
en kwam in e endal, waar juist dien dag
regen viel. Uit de diepte kwam met het
water olie naar boven. Dit feit legde prof.
Chevalier vast in zijn dagboek. En jaren
later las hij deze aanteekeningen weer. Ge
baseerd op zijn vroegere waarnemingen en
andere mededeelingen. welke hij kreeg uit
de kringen van inboorlingen, werkte hij een
plan voor een expeditie uit, die hem zeker
heid zou geven. Nu gaat men met boor
machines naar de woestijn. Optimisten en
pessimisten hebben te Marseille en in Algiers
weddenschappen afgesloten, toen de „Tim-
gad" met de expeditie aan boord in de
haven kwam. Frankrijk laat naar rijkdom
men zoeken, die in dc woestijn liggen.
En wanneer dat niet het geval is, dan
wordt het werkelijk een onderzoekingsreis
naar het overbrengen van koorts door
vliegen.
SCHRIKKELJAAR.
Het nieuwe jaar. 1932, is wederom een
schrikkeljaar, een jaar, waarin de meisjes
„de" vraag weer mogen stellen. Althans, zoo
zegt men. Of het dan ook gebeurt, weet ik
niet. Evenmin weet ik, of het in andere
(niet-schrikkel) jaren niet gedaan wordt..-.
In ieder geval, de astronomen van Julius
Caesar zijn verantwoordelijk voor het feit,
dat dit jaar een dag langer is dan 1931.
In Schotland werd in 1228 een parlements
wet aangenomen waarbij, gedurende de re
geering van koningin Margareta, ieder
meisje het recht had om zich uit te spreken
tegen den man, die haar beviel. Weigerde
deze het meisje tot zijn vrouw te nemen,
dan werd hij gestraft met een boete van
100 pond.
In Engeland zouden de afgewezen meisjes
een zijden jurk ontvangen van den man, die
haar een „blauwtje lieten loopen".
Dc pract-ischc kant van dc zaak is, dat
op den extra-dag in Februari door hen, die
niet per dag worden uitbetaald, doch maan
delijks of per kwartaal, een dag werk ge
daan wordt zonder betaling daarvoor.
Velen zullen dit jaar op 29 Februari een
verjaardag vieren die voor 4 telt. En er zul
len kinderen worden geboren, die de 3 eerst
volgende jaren niet jarig zullen zijn.
HELDEN VAN HET WITTE
DOEK.
Schaljapiri
op de sprekende film! Charlie Chaplin heeft
een scenario geschreven voor een nieuwe
film, waarin de groote Russische zanger
Schaljapin zal optreden. Wanneer de opne
mingen zullen beginnen, staat nog niet vast
De film zal vermoedelijk gespeeld worden in
Londen en het scenario is geschreven in het
Engelsch, Fransch en Duitsch.
Schaljapin heeft in den beginne 1000 pond
sterling gevraagd per dag gedurende den
hee'en duur van de opnemingen cn later
nog 33 pet. van de recettes. Deze vraag had
nogal belemmerenden invloed op den vlot
ten loop der onderhandelingen. Doch toen
de kunstenaars elkaar ontmoetten in Biarritz
was de zaak spoedig beklonken,
Clara Bow,
de filmster, die een tijdlang niet gespee'd
heeft wegens ziekte en wier huwelijk on
langs gemeld werd met den cow-boy-acteur
Rex Bell, is weer bij de film teruggekeerd
en speelt reeds weer voor de Columbia-maat-
schappij. In haar tijdelijke afwezigheid van
het witte doek ontving ze meer dan 200.000
brieven uit a'le deelen der wereld met de
vraag, wanneer ze weer zou optreden!
Maurice Chevalier
kreeg op één dag 409 brieven en Mariene
Dietrich 300. Beiden besloten echter ze in
den prullemand te gooien en aldus te ris-
keeren, dat hun een ongeluk zou overkomen
Want het waren van die „ketting"-brieven,
die je negenmaal moet overschrijven en aan
vrienden sturen, die op hun beurt dat weer
moeten doen. Beiden hebben ze het echter
te druk om aan die rage, die in Hollywood
thans woedt, mee te doen.
Richard Barthelmess
is een der weinige fi'msterren, die een eigen
huis heeft op Malibu Beach. De meeste
gTond behoort aan één persoon, vau wie de
sterren hun land pachten. Een deel ervan ls
onlangs gekocht voor een onbekende.
Een paar dagen later begon men daarop
een huls te zet'en en het fcleek. dat de onbe
kende Barthelmes geweest was.
Joan Crawford en
Douglas Fairbanks Jr.
hebben een Spaansche woning laten bouwen
bij hun huwelijk maar zij merkten al spoe
dig, dat zij te weinig Spaansch b'oed in zich
hadden om daar naar genoegen te wonen.
Zij zijn gezamenlijk aan het ontwerpen en
teekenen gegaan en hebben hun huis geheel
laten veranderen. Zij zijn blij, thans in een
echt, soiled Engelsch huis te wonen.
John Gilbert,
die onlangs gescheiden is van Ina Claire
tusschen haakjes, hij schijnt het nu weer
uitstekend met haar te kunnen vinden
bezit een woning on een der hoogste heuvels
om Hollywood. Hij houdt niet van drukte en
zijn huis ligt dan ook op behoorlijken af
stand van buren en van de openbare wegers