NIEUWS UIT VELSEN, IJMUIDEN EN BEVERWIJK Van Bouwen en Wonen. BEGRAFENIS A. B. VISSER. HAARLEM'S DACBLAD DINSDAG 5 JANUARI 1932 IJMUIDEN. Een treffende plechtigheid. De heer C. Oud, directeur van het Staats visschersbedrijf, spreekt aan de geopende groeve. Onder groote belangstelling had Maandag middag op de algemeene begraafplaats te IJmuiden de teraardebestelling plaats van het stoffelijk overschot van wijlen A. B. Visser, in leven onder-halchef bij het Staatsvis- schershavenbedrijf. Onder de zeer vele belangstelenden merk ten wij op de heeren: C. Oud. directeur van het Staatsvisschershavenbedrijf; J. D. Hey- koop, halchef bij het Staatsvisscherijbedrijf; H. L. van Marken, opziener Staatsvisschers havenbedrijf; verschillende ambtenaren en beambten van bovengenoemd bedrijf; het be stuur der Umuider Vischhandelvereeniging; eenige beambten der halpolitie, verschillende vischhandelaren, vischknechts en havenar beiders, een deputatie der schietvereeniging „Velsen" e.a. Nadat de kist in d groeve was neergelaten trad als eerste spreker naar voren de heer C. Oud, directeur van het Staatsvisschershaven bedrijf, die zeide, met diepe ontroering het bericht op Nieuwjaarsdag te hebben ontvan gen: „Visser is niet meer". Een plotselinge dood heeft aan zijn leven, voor kort nog zoo werkzame leven een einde gemaakt. Het zij mij vergund, zeide spreker, als di recteur van het bedrijf, waaraan Visser zoo lange reeks van jaren zijn beste krachten heeft gegeven, aan deze groeve een kort woord te zijner nagedachtenis te spreken en al heb ik hem persoonlijk slechts gedurende betrekkelijk korten tijd in zijn arbeid kunnen gadeslaan, het is mij bekend, dat zijn ver diensten voor het bedrijf, waarin Visser zijn levenstaak had gevonden vele waren. Op 1 November 1899 in lossen dienst bij de Vis- schershaven getreden, werd hij met ingang van 1 Mei 1901 benoemd tot hulp-afslager, den lsten Mei 1913 bevorderd tot afslager en 1 April 1916 tot onder-halchef. In zijn dienst tijd van 30 jaar heeft hij in de verschillende functies blijk gegeven van buitengewonen liver, toewijding en groote vakkennis, zoodat zijn optreden bij de verschillende directies van het bedrijf, alsmede in de bij den vlschver- koop belanghebbende kringen, veel waardee ring heeft ondervonden. In een kort woord samengevat kunnen wij zeggen: Hij heeft zijn moeilijke taak bij het Staatsvisschershavenbedrijf op bijzonder lof felijke wijze vervuld. Bij zijn vertrek hebben wij hem allen nog zeer vele jaren van rust toe gewenscht. Het heeft helaas zoo niet mogen zijn. Thans staan wij hier om hem de laatste eer te bewijzen. Zijn arbeid zal in dankbare herinnering blijven voortleven in velen har ten en persoonlijk zal ik hem blijven geden ken als een zeer verdienstelijk en >p -"cht ambtenaar. Wij willen niet heen gaan. dan, nadat wij, prsoneel van het Staatsvisschers havenbedrijf een laatsten groet hebben doen hooren: „Rust zacht, beste Visser". De tweede spreker de heer J. D. Heykoop, bracht als de gewezen onmiddellijke chef van den overledenen een laatste groet van het Staatsvisschershavenbedrijf over en legde te vens uit erkentelijkheid een krans op het graf. De plichtbetrachting van den overledene was al die jaren welke hij onder mij gediend heeft zeide spreker voorbeeldig. Spr. herin nerde aan een vriendschapsband welke gedu rende 40 jaar tusschen hem en den overle dene bestond. „Waarde vriend Dolf, rust in vrede in gedachten zal je steeds bij mij zijn." Nadat door de heeren W. van Pel, voorzitter van dc IJmuider vischhandelvereeniging en Ds. F. F. Milatz. doopsgezind predikant te IJmuiden nog eenige woorden waren gespro ken. dankte een schoonzoon van den over ledene voor de laatste eer den overlednie be wezen. Diep onder den indruk verlieten ij aan wezigen den doodenakker. Onder de zeer vele kransen, welke de baar dekten, zagen wij er o.a. een van de vischhandelvereeniging tn van het Staatsvisschershavenbedrijf. het visscherijbedrijf in 1931. ZEER SLECHTE RESULTATEN IN ALLE BEDRIJFSTAKKEN. De omzet aan den Rijksvisch- afsiag ruim drie milliocn gulden minder dan in 1930 en ruim vijf millioen gulden minder dan in 1929. Re«ds vóór dat de crisis, die thans alle be drijven heeft aangegrepen, haar invloed deed gevoelen, maakte ons visscher ij bedrijf een moeilijken tijd door. Van daar dat reeds het geheele jaar 1930 eveneens ongunstig was. hoofdzakelijk tengevolge van slechte vang sten van de meest loonende vischsoorten. Geen wonder, dat, terwijl deze oorzaken evenzeer in 1931 hun invloed deden gelden, nu dc algemeene malaise den toestand nog veel heeft verergerd. Bij het begin van het jaar waren nog ongeveer een 140 van do 190 trawlers in de vaart. Door de steeds slechter wordende besommingen, vooral voor de kustbooten, daalde dit aantal tot ongeveer 60 gedurende de maand Mei. In den nazomer leek het weer eenlgszins op te leven en wei-den weer heel wat booten in de vaart gebracht, doch over het algemeen bleef de zoo zeer gewensohte verbetering uit en werd or slechts met meer of minder groot verlies gevaren. De maand December maakte al een heel slecht figuur en de helft van de vloot is dan ook tot opleggen gedoemd. Weliswaar worden dc vangsten van tong en tarbot gedurende het verslagjaar iets ruimer en blijken deze vischsoorten zich lang zamerhand weer te vermeerderen, maar juist voor deze duurdere soorten liet de invloed van de algemeen heerschende depressie zich het meest gevoelen. De prijzen waren over het algemeen aan den lagen kant en de handel flauw. De val van het Engelsche pond in Septem ber j.l. was in dit verband ook niet zonder betcckenis en was een gevoellgen klap voor deze consignatiehandcl op Engeland. In die zelfde maand werden wij opgeschrikt doo- dc berichten van invoerbeperking door de Fransche Regeering. Gelukkig werd deze be dreiging gsrootendeels afgewend, ofschoon steeds weer het protectiespook in allerlei vorm het vissche rij bedrijf blijft bedreigen Ook van Belgische zijde gaan stemmen op voor bescherming van de binnenlandsche vis- scherij. Wat voor den economischen toestand over de geheele wereld geldt, dat de vooruitzich ten zeer somber zijn, geldt zeker niet minder voor het visscherijbedrijf. Reeds moesten enkele kleine reederijen het onderspit delven en ongetwijfeld hebben de meeste maatschap pijen met financieeie moeilijkheden te kam pen. Het kapitaalverlies op onze vloot is dan ook enorm. De bloeiperiode van 19271928 is dan ook al te plotseling door een onge kende depressie gevolgd. Voor den vischhandel moge deze tegen stelling minder scherp zijn, zeker is, dat ook de vischhandelaren een slecht jaar hebben gehad. Wat het vervoer betreft, valt het verschijnsel waar te nemen, dat de vracht auto steeds meer den spoorwagen verdringt Meerdere binnenlandsche vischzaken komen den laatsten tijd zelf hier hun visch koopen, hetzij direct of door bemiddeling van den vischhandel. Wij gelooven stellig dat het auto vervoer. ook voor het vervoer naar het buiten land nog een groote toekomst heeft. Overigens bracht het jaar 1931 geen ingrij pende veranderingen, ook niet waar men hst verwacht zou hebben n.l. in de wijze van verkoop. Ofschoon het electrisch mijn toestel het geheel jaar door van tijd tot tijd bij wijze van proefneming werd gebruikt en ge durende de laatste maanden voor den verkoop van versche haring en makreel zelfs regel matig, zijn de vischhandelaren van oordeel dat bij de tegenwoordige wijze van visch - sorteeren de nadeelen grooter zijn dan de voordeelen. Op sociaal gebied was dc toestand vrij rus tig. De arbeidsovereenkomst met de opvaren den van de trawlervloot werd in het, begin van dit jaar vernieuwd en voor den tijd van 2 jaar vastgesteld. Uiteraard werden dit jaai aan het Fonds voor sociale voorzieningen hooge eischen gesteld. Ongeveer f 100.000 werd aan werkloozensteun uitgekeerd. Aan het einde van het verslagjaar verviel de arbeidsovereenkomst met de haven- en transportarbeiders, de onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst zijn geopend en het vertrouwen bestaat, dat aan heide zijden de goede wil voorzit om tot een redelijk verge lijk tc komen en rekening te houden met de ernstige tijdsomstandigheden, opdat het be drijf voor arbeidsconflicten bewaard moge blijven. Voordat wij bij dc gedetailleerde bedrijfs resultaten nog enkele opmerkingen maken, willen wij dit algemeen overzicht niet be sluiten zonder een woord van eerbiedige hulde aan de nagedachtenis van de slachtoffers van de zeerampen, die onze vloot in 1931 helaas niet bespaard bleven. Wij denken dan inzon derheid aan den ramp met de „Noordpool' in Maart j.l. aan de Schotsche kust, waarbij alle opvarenden het leven lieten. Het warme medeleven van de Schotsche vlsschersbevol- king, alsmede de actie die van hieruit met medewerking van autoriteiten uit andere vis- scherijplaatsen is gevoerd om de inmiddels geborgen lijken een laatste rustplaats in der. vaderlandsche bodem te bezorgen, was een lichtstraal in dezen donkeren rouwnacht. Ook een matroos van de „Emerald" IJm. 79 werd helaas het slachtoffer van zijn be roep. Overigens hadden nog wel enkele scheepsongevallen plaats, maar gelukkig zonder verder verlies van menschenlevens. In October ontviel aan het. bedrijf de heer S. Koster, directeur der V. E. M. en een van de meest vooraanstaande personen in het reedersbedrijf. Den lsten Augustus verliet de heer F. J. Schneiders, van de oprichting af directeur van het Staatsvisschershavenbe drijf zijn post wegens het bereiken van den pensioengerechtigden leeftijd en werd als zoodanig opgevolgd door den heer C. Oud, onder-directeur van het bedrijf. Langzamer hand neemt een nieuwe generatie de plaat sen der ouderen in, want ook de in het af- slagbedrijf gegroeide algemeen bekende on derchef A. B. Visser (inmiddels overleden) verliet op 1 September het bedrijf met pen sioen. De trawlervloot bleef nagenoeg even groot. Door zeerampen gingen verloren de „Noord pool" en de „Maria van Hattem". Verder werd één trawler naar Engeland verkocht, waar tegenover ook weer de aankoop van eén Engelschen trawler staat. Respectievelijk naar Rotterdam en naar Urk werd één trawler verkocht en één werd voor de sloop van de vloot afgevoerd, zoodat de vloot die aan het begin van 1931 uit 198 trawlers bestond,, aan het einde van dat jaar nog 193 trawlers telde. De vermindering in het, omzetcijfer aan den Rljksafslag van ruim f 3.000.000 komt bijna geheel ten laste van de trawlervloot. De be somming per reis was vrijwel gelijk aan het gemiddelde van 1930, te weten f 2450. Toon wil dit niet zeggen dat de financieeie uitkomsten voor de reederijen niet slechter zijn geweest dan in 1930. Als men weet, dat de opgelegde schepen voor het grootste ge deelte kustbooten, dus kleine trawlers waren, zal het duidelijk zijn, dat het hier een be langrijke vermindering beteekent. Zoowel het aantal als de besommingen van de motor loggers blevep vrijwel onveranderd. Wij zullen zeker niet mistasten, als wij constateeren, dat deze groep van visschers- vaartuigen en ook de motorvisscihers, wat de resultaten betreft, gunstig afsteken bij de trawlervloot. Hoe men daar overigens ook over denke, deze resultaten geven opnieuw een aanwijzing, dat in de toekomst de stoom trawler vloot plaats zal moeten maken voor motorschepen. Van de binnengekomen buitenlandsche schepen valt op de vermeerdering van het aantal Dccnsche en Belgische motorkotters, De aanvoer van Deensche visch heeft in de laatste maanden onzen handel zeer bemoei lijkt, daar niet alleen hier, maar ook in Dultschland en België groote hoeveelheden Deensche visch geïmporteerd worden. De aanvoer van pekelharing was belang rijk minder dan in 1930. Voor dezen tak van visscherij waren de resultaten zoo mogelijk nog slechter dan van de versche visch en zijn de vooruitzichten eveneens uiterst somber. Er viel een belangrijke toeneming van Engel sche drifters te cantateeren Er kwamen 642 drifters aan de markt tegen 192 in 1930. Wel waren de besommingen niet hoog maar tegen den lagen pondenkoers toch blijkbaar voor de Engelsche en Schotsche visschers nog beter dan aan de eiegn markt. Vooral voor de haven arbeiders en voor enkele neringdoenden was dit nog een buitenkansje. De stoombeugerij blijft nog door de Vlaar- dinger reedexs uitgeoefend. Dank zij de soms zeer hooge prijzen voor levende schelvisch en kabeljauw kunnen deze vaartuigen ook bij geringe vangst soms nog een redelijke be somming maken. Meer dan een -kwijnend be staan schijnt overigens voor de beugvisscherij niet meer weggelegd. Aan den Rijksvischafslag werd in het ver slagjaar in zijn geheel omgezet voor een bedrag van f 11.504.088.30, aangevoerd door 12924 schepen; in 1930 voor een bedrag van f 14.549.837.53, aangevoerd door 11953 schepen en in 1929 voor een bedrag van f 16.702.233.67 aangevoerd door 12336 schepen. De vermindering vergeleken bij 1930 be draagt dus 1' 3.045.748.60 en vergeleken bij 1929 f 5.198.144.74. Vergeleken bij het jaar 1929 dus een terug gang met een derde deel en ruim f 100.000 minder ontvangen aan retributiegelden van het halbedrijf. En zoo zijn wij het jaar 1932 dan weer reeds ingetreden. Niemand, ook de knapste econoom niet, weet wat de naaste toekomst ons brengen zal. Een moeilijke tijd staat ns visscherijbedrijf zeker te wachten. Moge in 1932 spoedig het hoogtepunt der crisis worden bereikt en moge dit jaar dan eindigen onder betere vooruitzichten dan h*t besproken verslagjaar. Vrijstaande woonhuizen. Landelijke bouw. De nieuwe zakelijkheid slooperswerk. Met een bok is men thans bezig de laatste overblijfselen van de helling en werf der Am- sterdamsche Ballast Mij. aan de Zuidzijde van het Noordzeekanaal, nabij de halte Ca- sembrootstraat, te verwijderen. De zware bal ken en andere groote stukken worden 'uit den grond getrokken en per schuit vervoerd. Zoo verdwijnt een stuk entourage van het kanaal, waaraan we gewoon waren gewor den. Maar veel erger is, dat hierdoor voor ve len de werkzaamheden zijn weggenomen. GYMNASTIEK EN ATHLETIFK VEREENI- GING „OLYMPIA". Nu de feestdagen voorbij zijn beginnen de oefeningen weer. voor de meisjes en dames Dinsdag 5 Januari, voor de jongens en hee ren Vrijdag 8 Januari. Woensdag 20 Januari wordt de jaarverga dering gehouden. In aansluiting op het in mijn vorig artikel beschreven woningplan voor aaneengesloten bebouwing, laat ik thans een schetsontwerp zien voor een vrijstaande woning. Deze wo ning waarvan ik U hier den plattegrond, de verdieping en een aanzicht van den grond af laat zien, heeft een grondoppervlak van 12x7 M. Dit zijn zoo ongeveer de maten voor de gebruikelijke middenstandswonmgen, waarvan de bouwkosten niet meer dan f7000 a f8000 behoeven te bedragen. Een dergelijk vrijstaand woonhuis kan die nen tot woning van een gezin bestaande uit vijf of zes personen. Bij het ontwerpen is ge rekend op centrale verwarming, terwijl een ruimte van 4x5 M. als garage of bergplaats dienst kan doen. Zooals uit de plattegronden blijkt, is in de woonkamer wederom een eet plaats gereserveerd, terwijl dc hal zoo ruim is tan* BtJj.G-CöWDRAM genomen, dat er gelegenheid is om te zitten en zij dus als spreekkamer dienst kan doen. De keuken is dóór een dienluikje met de eetnis verbonden, de kachel der centrale verwar ming is in de bijkeuken ondergebracht. Boven zien we drie flinke slaapkamers en een bergruimte, die eventueel als logeerkamer kan dienen, een badkamer met aanliggend zonnebad. Alle woon- en slaapvertrekken zijn op het Zuiden gelegen. De hal heeft een doorgaand trapraam dat als daklantaarn is opgelost. Zcoals het aanzicht van den grond af toont, is de architectuur zakelijk bij het nuchtere af. Gestreefd is naar goede onderlinge ver houdingen dr bouwdeelen en een rustige vormgeving met vermijding van alle versie ring of opsmuk. Een dak is bij dit woonhuis, als overbodig niet aangebracht. Wanneer we de ontwikkeling van dezen woningbouw in ons land en in het buiten land bezien, dan nemen we overal een stre ven naar economische bouw en soberheid in de architectuurvormen, waar. Door het voor opstellen van uiterste doelmatigheid en het voldoen aan hygiënische eischen, is ruimte verspilling en opsmuk vermeden cn zijn we aangeland in een tijdperk van zakelijkheid. Deze zakelijkheid is vooral niet als modegril te beschouwen, maar is het gevolg van de eco nomische omstandigheden waarin we leven, dus rationeel. De romantische vormgeving van vorige tijdperken is ook in de bouw kunst van heden verdrongen door de nuch tere zakelijkheid. Dit is vooral merkbaar in de woningbouw. Zelfs in Frankrijk, het .and der romantiek, heeft de zakelijke bouwstijl onder aanvoering van Le Corbusier haar in trede gedaan. Wat Nederland betreft, werden de woon huizen op het platte land en in de dorpen en kleine steden en meer speciaal de villa's en landhuizen tot nu toe meestal in een op de behuizingen van boeren geïnspireerd?n bouw stijl gebouwd, een bouwstijl die aan de vorm geving der Engelsche Cottages verwant is. Deze bij uitstek romantische stijl, waarbij naar een schilderachtig uiterlijk is gestreefd, wordt nog algemeen in ons land toegepast. Een voor. eeld hiervan is het dorp Laren met de omliggende plaatsen waar bijna alle villa's aan boerenhuizen doen denken. Deze gelijke nis is echter slechts uiterlijk, want onder die hooge rietdaken en achter die van kleurige steenen gemetselde lage muren, treft men niet het sobere, interieur van een boerderij aan, doch veelal de meest geraffineerde luxe en comfort, de kostbaarste houtsoorten en tapijten. Die hooge rietdaken, die bijna tot den grond worden voortgezet, die zoo uiterst karakteristiek zijn en doelmatig voor de borenstallen, omdat deze als huisvesting voor ve; en bergplaats voor hooi en graan worden gebruikt, zijn als omsluiting van de woon- en slaapvertrekken van villa's door de ruimteverspilling en door gebrek aan ge legenheid tot toetreding van het licht, on doelmatig en niet rationeel. We zien dan ook veelal dat de rieten daken, die bij boeren huizen zoo mooi gesloten zonder dakvensters zijn, bij villabouw door -ele uitbouwsels van dakvensters in hun rust gestoord en bedor ven worden. Bij het ontwerpen van een villa in boerenhuisstijl bestaat dan ook de groot ste moeilijkheid in het aanpassen van de zakelijke eischen van het moderne leven aan de schilderachtigheid van een boerenstal, een moeilijkheid die niet is op te lossen. Naar ik bemerkt heb zijn sommige architecten in dit aanpassen reeds zoover gevorderd, dat zé hét puntige rietdak hebben vervangen door een plat dak, met, schuinstaande wanden cn deze schuine wanden met riet. hebben beklead, zoo dat van den grond af gezien de indruk van een gewoon dak is behouden. Dit is camou flage een verre van rationeel tc noemen, ja eigenlijk is het boerenbedrog. De nieuwe zakelijkheid breekt zich niet het hoofd met het streven naar schilderachtige effecten in de bouwkunst, doch laat haar' woonhuizen ontstaan uit de eischen van eco nomie, hygiëne en comfort, ze bouwt niet van VBiDIEPING-PtAD buiten, doch van binnen uit, ze bouwt als het ware om de menschen en hunne levensbe hoeften heen, en geeft deze allereerst licht, lucht en ruimte in een gemakkelijk vein te houden woongelegenheid. Ook de interieurs der hedendaagsche woon huizen zijn bezig eene totale verandering te ondergaan, waarvan ik u in mijn volgende artikel een en ander denk mede te deelcn. B ARTELS. scheepvaartnieuws. Het Spaansche stoomschip „Josina" is Za terdagavond na lossing harer lading ijzererts aan het Hoogovenbedrijf te IJmuiden in bal last naar Newport Mon vertrokken. Het Duitsche stoomschip „Industria" is Zondagmorgen na lossing harer lading ijzer erts aan het Hoogovenbedrijf, te IJmuiden, in ballast naar Stettin vertrokken, alwaar het schip zal worden opgelegd. Het Engelsche stoomschip „Selvistan" is Zondagmorgen met een volle lading graan van Buenos Aires te IJmuiden aangekomen en opgevaren naar Amsterdam. Het Spaansche stoomschip „Arinda Mcndi" Is Zondagmorgen met een volle lading ijzer erts van Bougie voor het Hoogovenbedrijf te IJmuiden aangekomen. Het Noorsch stoomschip ..Falkeid" is Zon dagmorgen met een gedeeltelijke lading ver sche visch van Bergen voor de Visschersha- ven te IJmuiden aangekomen. Het schip heeft Maandagmorgen met restant lading de reis o^aar Antwerpen vervolgd. Het Duitsche stoomschip „Tirpitz" van de H. A. L. is Zondagmorgen met stukgoederen van Makassar te IJmuiden aangekomen en opgevaren naar Amsterdam, alwaar een ge deelte der lading zal worden gelost. opgelegd. De stoomtrawler „Aneta" IJ.M. 32 wordt door de slechte resultaten der visscherij op gelegd. scheepvaartberichten. Binnengekomen schepen. 4 Januari: Duitsche motor, Watassi, Hamburg Ned., Texelstroom, Bristol. Zweedsch, Grangiberg. Emden. Ned Hebe, Hamburg. Engelsch, The Emperor, Rouaan. Noorsch, Ek, Oslo. Zweedsch. Dana Skoghall. Duitsch, Rhein, Hamburg. Ned. Jaarstroom, Liverpool. Vertrokken schepen. 4 Januari: Zweedsch, Fulkeid, Antwerpen. Spaansch, Atalaya, Rotterdam. Decnsch, Belgien, New-Cast ie. Ned., Poelau Laut, Hamburg. EngeLsch, Tudwal Exmouth. Zweedsch, Iddesleigh, Thijne. 5 Januari: Duitsch, Marie Ferdinand, Immingham. WEER NAAR ZEE. De stoomtrawler „Petten" IJm. 49, vertrekt weer naar zee om de vischvangst uit te oefenen. GEBROKEN REIS. Dc stoomtrawler .Amsterdam" IJm. 58 kwam na 5 dagen weer binnen met machine- schade.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 10