FILMKUNST Het derde deel van de Maha-Cyclus. LUXOR THEATER. MENSCHEN ACHTER TRALIES. Een felle film van Paul Féjos. Uit de Filmwereld. HAARLEM'S DACBIAD ZATERDAG 23 JANUARI 1932 Naar Celebes en Nieuw Guinea. Een Papoea kind, dat is bekend. Vindt op de zee zijn element. Met. Mahaboeasa is de belangwekkende trilogie, welke de operateur I. A. Ochse van Tropisch Nederland vervaardigde, voltooid. Java.Sumatra en Borneoen thans het minder bekende Celebes en het mysterieuze haast ondoordringbare Nieuw Guinea. Mahakoeasa (het Al Machtigeis eon document van hooge cultureele waarde. Hoe (kunnen wij ons eigenlijk een juiste voor stelling maken van de religieuze gebruiken der Berg-Toradja's op Midden-Celebes, of de „struggle for life" bij de Papoea's zonder een levendige illustratie als deze? Ochse voert ons met het opmerkzame ook van de camera in een wereld waarvan wij. Westerlingen, ons met behulp van de bestaande beschrijvingen slechts een vaag idee kunnen vormen. Celebes is het eerste gebied, dat wij na een imposante bootreis langs de kust, met de expeditie betreden. Door dicht bebosohte streken leidt de 'tocht naar het. hart van het eiland, Midden Celebes, waar de Berg Tor ad - ja's hun natuurbestaan voeren nog bijna vrij van lederen Westerschen invloed. De camera verrast hen in hun Inheemsche feeja-foeja industrie, 'het. -maken van kleercn uit. boombast, on vereeuwigt de grotesk be schilderde gezichten van de vrouwen en kin deren. zijn. Dc opnemingen die Oolise hier verricht heeft, vertegenwoordigen, vooral wat de ethnografische zijde van het experiment be treft, een niet geringe beteekenis. De rooi van den argeloozen Papoea, de wraak van de verontwaardigde stamgenooten en tenslobte de 'primitieve conferentie tusschen folkloristische hoofd<en, mogen werkelijk folkloristische juweeltjes genoemd werden. En tal van andere fragmenten zijn er, die ons dc maatschap pelijke en geestelijke gesteldheid van de Papoea's op unieke v/ijze demonstreeren. Met dit laatste bedrijf uit de boeiende Maha Cyclus is het helaas wel wat al te schaarsche repertoire van de Nederlandsche kunstfilm met een documentaire rolprent van hooge cultureele waarde verrijkt. Maha Koeasa, is zooals onze lezers bekend zal zijn, een product van de N.V. Ned.- Indische Film Maatschappij te Haarlem. Zondagmorgen wordt dc film in het 'Rem brandt Theater alhier gedraaid. J. H. V. HET TOONEEL Uit Maha KoeasaOude Papoeavroutc. Eon doodenfeest. Dc hooge priester van Gin toe is met zijn vier vrouwelijke trawan ten gearriveerd cn voert met hen, temidden van de toegestroomde inboorlingen een ge wijde, rhytlvmlsche dans uit ,dic misschien dagen achtereen ?al durenNu eens gaan de bewegingen der dansenden gelijkmatig op. dan plotseling wordt het tempo razend snel opgevoerd cn schijnen dc priester cn zijn vrouwelijke discipelen in een soort extaze- toestand te geraken. En verder trekt de expeditie. Steeds nieuwe sensaties, steeds nieuwe mysteries. Via de Molukkcn hem ken wij het donkere Guinea, dat slechts spaarzaam door Europeanen be reisd wordt. Den vreemdelingen valt bij hun ontmoeting met de Papoea-stammen een op windende begroeting ten deel. In een wilde, massale dans en onder schel gefluit en ge- krJJsch rennen dc Papoea's als bezetenen heen cn weer. Merkwaardig is de bloeiende 'ruilhandel, die bestaat tusschen de bewoners van het bin nenland en de Inboorlingen van de eilanden voor de kunst. De labasten zetten op den „marktdag" in groote getalcn met hun ranke snelvarende kano's koers naar de kust., waar dc anderen met rijke voorraden sagomeel. suikerriet en vruchten de landing afwachten. De eilandbewoners voeren visschen, schaal dieren, aeckomkommers en andere zcepro- diUCten met zich mede. Niet zoodra hebben zij de voet aan wal gezet of de primitieve ruilhandel neemt een aanvang. 1PMenschon uit het steenen tijdperk" noemt de vervaardiger van Mahakoeasa do zwarte kroeskoppen van Nieuw-Guinea en inderdaad is deze benaming juist gekozen, wanneer men bedenkt, dat het voornaamste en dikwijls eenige werktuig van de Papoea-samenleving uit de sternen bijl bestaat. Dieper trekt de expeditie de vrijwel onbe kende binnenlanden in. totdat wc doordrin gen in dc streken, waar koppeumellcrij en menschroof nog aan de orde van den dat Moskauer Künstlertheater. DE REVISOR. Allen, die het geluk hadden de voorstelling der Russen gisterenavond bij te wonen zullen wel beseft hebben, dat zij een avond van hoogste Kunst hebben meegemaakt. In een steeds groeiende bewondering hebben wij dit phenomenalc spel, dat in het laatste bedrijf een zelfs voor deze kunstenaars ongekende vlucht nam, gevolgd en toen het doek zich sloot voor dat fascineerendc tableau, waarin al deze spelers plotseling als verstard sche nen. barstte de zaal in een zóó geestdriftig gejubel los, als ik nog maar zelden in onzen schouwburg gehoord heb. De Russen hebben ons gisteren opgevoerd naar de hoogste regio nen der tooneelspeelkunst. Wat na zoo'n voorstelling te schrijven? Ik weet, dat de gewone woorden hier te kort schieten, omdat zij niet kunnen weergeven hoe groot mijn bewondering on mijn dank baarheid voor zoo'n avond van zeldzaam ge nieten is. Dit hebben wij allen gevoeld: hier werd het volmaakte in de tooneelspeelkunst bereikt- Zondagavond kwamen de Russen met een stuk, dat slechts voor 20 procent tooneel was: gisteren brachten zij Gogol's De Revisor, dat dc volle 100 procent geeft, cn waarin dc Mos- kouors eerst volkomen konden toonen. tot welk een graad van perfectie hun spel kan stijgen. Dat spel gaat ver boven hot gewoon realisme uit, omdat deze kunstenaars dc menschen in hun fouten en zwakheden sterk vergroot geven. Zij naderen de caricatuur, maar weten precies bij de grens halt te hou den, zoodat. zij in hun vergrooten vorm toch steeds menschen blijven. Het is grotesk, maar het wordt nooit onwezenlijk. Wanneer Pavloff de begenadigde kunstenaar, tegen het slot in een paroxysme van woede zich tot dc zaal wendt cn ons toeschreeuwt: ..Menschen, jul lie lacht, om je zelf!" dan voelen wij de diepe waarheid van deze woorden. De Russen heb ben ons een lachspiegel voorgehouden en wij herkennen onze buren en ons zelf. Dat is het bewonderenswaardige van deze vlijmscherpe, rake satire, die van 1835 da teert. maar in haar spot van alle tijden is. En die, zóó opgevoerd, ook als tooneelstuk, nog niets van haar frlschheïd verloren heeft. Welk een levendigheid en welk een kleur! Zouden wij ooit weer zulk eon volmaakt sa menspel te bèwonderen krijgen? Hier werd zelfs de kleinste rol tot Iets heel bijzonders. Ir dit b'hsnel komt eer klein rolletie voor van Mischka, een jong knechtje, dat bijna niets tc doen heeft. In c'k ander ensemble zou hij ononcemerkt door't. sdpI zijn gegaan. Zie nu, wat E. Korsak. dc actrice die in Schuld en Boete zoo ontroerend mooi Sonia speeldf van dit rolletje maakt. Is een mooier, en meer volkomen travesti denkbaar? Dat was een Russische dorpsjongen en in niets her kenden wij ook maar het. minst de vrouw die hem speelde! Hoe prachtig cn volkomen af was dat spel! Een voortdurend genot om er naar tc kijken. Ik noem juist deze kleinste rol, omdat zij wel hot beste bewijs gaf, hoe INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. a 60 Cts. per regel. Aan Lippits Hoedenmagazijnen Afdceling Fabricage werd opgedragen de levering der Uniformpetten der Noord-Zuid-Holl. Tram Mij. (Circa 550 stul$a.) deze voorstelling tot in de kleinste finesses tot het hoogst-dankbare was ongevoerd. Kunstenaars zijn deze Russen allen! Waar toe het samenspel van zulke artisten kan leiden, dat heeft deze avond in tal van ver rassende, grootsche momenten bewezen. Wie, die deze voorstelling bijwoonde, zal ooit dat tafereel vergeten, waarin het gezelschap ambtenaren zat te luisteren naar het ver haal over den revisor, dat Dobtchynsky en Bobtchynslcy hun doet! Een levend schilderij, waarop elke figuur een meesterstuk was! En was het daarna niet, of er een storm vlaag over het tooneel ging? Wie heeft ooit een zoo groteske vertooning van drukke zenuwachtigheid cn gejaagdheid op de plan ken meegemaakt. Het was oer-komïsch. Wij zouden kolommen over deze voorstel ling kunnen schrijven, wanneer wij het spel van deze kunstenaars allen wilden ontleden. Wie heeft in Loukitch, den stotterenden schoolopziener ook maar één oogenbhk Bogdanoff, die Zondag Raskolnikoff speelde, herkend? Was dat geen volkomen transfiguratie!En was het te verwezenlijken, dat de Marmeladoff van Zondag gisteren Zemllanika met het bete masker was? En Anna Andreevna mevrouw Gretch de moeder in Schuld en Boete? Maar ik wil geen namen meer noemen; ik zou er de andere kunstenaars onrecht mee doen. Neen, toch, Pavloff, hem kan ik onmo gelijk overslaan! Welk een geniaal speler is hij. Het was vooral in het laatste bedrijf, dat hij met zijn magistraal spel heel de zaal magnetiseerde. Hij was geweldig in zijn uit barsting van woede en wanhoop en hief het stuk plots op tot de tragl-komedie. De lach bestierf op onze lippen. En een wonder van samenspel, zooals wij het ons alleen nog maar herinneren in Armoede is geen schan de, werd ons ln dat tooneel door die groep gegeven. En daarna als apotheose het ta bleau, een groep, die tot titel zou kunnen dragen: Panische Schrik! Het was prachtig en prachtig. En op den dezen avond van verwond erlijk- groote Kunst, was de schouwburg slechts matig bezet. Niet de Russen maar de Haar lemmers hebben zich daarover te beklagen. Zij hebben zeer. zeer veel gemist. J. B. SCHUIL. Hoe de film „Trader Hom" werd opgenomen. Van Dyke's expeditie. Trader Horn, de veelbesproken Metro Gold- wyn Mayer film, is geheel in Centraal Afrika opgenomen. W. S. van Dyke, die deze film regisseerde, vertrok den. 29sten Maart 1929 uit New York met dc „Ile de France". Zijn expeditie bestond uit Edwina Booth, Harry Carey en Duncan Renaldo, de drie hoofdpersonen en 35 technici. Onder de apparaten was een speciaal ge construeerde kortcgolfzender, die dc expedi tie in voortdurend contact met de beschaaf de wereld hield. Een der merkwaardigheden was een „gas- kanon". Hiermede kon men bedwelmende gassen naar de wilde dieren schieten, waar door zij ongevaarlijk werden, wanneer zij een der leden van dc expeditie wilden aan vallen, zonder dat men ze behoefde te doo- den, hetgeen men zoo weinig mogelijk wilde doen. Gemiddeld \Varen voor lederen blanke van het gezelschap twintig tot dertig inlan ders aanwezig. De Belgische regeering stelde twee kudden olifanten ter beschikking, ieder ongeveer vijftig dieren tellend. Van Dyke ge bruikte tusschen de negen- cn tienduizend inboorlingen bij de verfilming van zijn on derwerp. Na het vertrek uit Amerika ging de expe ditie voor het eerst aan land te Le Havre, vervolgens scheepte men zich in naar Genua, daar ging men weer aan boord voor de lange reis door het Suez Kanaal naar Mombasa, aan de kust van Engelsch Oost-Afrika, Alle leden der expeditie waren ingeënt te gen koortsen cn slaapziekte alvorens men uit Mombasa vertrok. Een Ëngelsche legerarts reisde mee. Van Mombasa aan de kust tot Nairobi was tamelijk gemakkelijk, omdat men hier nog gebruik kon maken van de hulpmiddelen der beschaving, zooals spoor wegtrajecten en stoomschepen. Verder moest men zich bedienen van auto's, ossenwagens, inlandsche voertuigen cn booten. Men moest zich bewegen langs smalle, gekapte voetpaden. Eerst trok men het geweldige Tanganyika territorium bin nen, vermaard om den overvloed van wilde en zeldzame dieren, daarna ging men door Oeganda-land, om vervolgens naar het hartje der Belgische Kongo te gaan, waar de Afrikaanschc dwergstammen huizen, de Pygmeeën. Edwina Booth, dc twintigjarige blonde ac trice. die na veel moeite do hoofdrol be machtigd had, liep twee of drie verschillen de soorten van koorts op cn talrijke blaren en schrammen, maar haar plezierige stem ming werd daardoor nauwelijks benadeeld Zij verklaarde dat haar grootste vriend de vasclincpoi was geweest. Later in Amerika teruggekeerd werd zij ziek als gevolg van de ontberingen en infecties, waaraan zij maan denlang was blootgesteld in de Afrikaanschc wildernis. De reis, waarbij 25.000 kilometer werd af gelegd, dwars door wildernissen, oerwouden cn moerassen, waaraan een klein lager van vrachtauto's en automobielen deelnam, was bijzonder rijk aan sensaties. De operateurs kropen met. hun toestellen tot in dc onmid dellijke nabijheid van leeuwen, luipaarden, rhinocerossên, krokodillen en andere woeste bewoners van Afrika's wildernis. Microfoons werden geplaatst om de kreten en geluiden op te nemen. Vanzelfsprekend waren aan deze taak geweldige gevaren verbonden. Op zekeren keer stormde een rhinoceros op de camera af, slechts enkele voeten voor het toestel viel het dier ne.er, getroffen door een schot van W. S. van Dyke. Dc expeditie trok door dichte oerwouden, waar de Inboorlingen met, kapmessen een i doorgang voor de auto's moesten hakken, er werd gexampeerd in het diepste der wilder nis, honderden ontberingen moest men lij- 1 Gustav Diessl in Menschen achter tralies. Paul Fcjos, de regisseur van Menschen achter Tralies, heeft in deze film de toestan den in de AmeriKaansehe! gevangenissen machtig fel en aangrijpend weergegeven. Machtig in de grootsche opzet en bouw, fel in het gevangenisoproer, aangrij pend bijv. in de onderaardsche kerker- sccne. Hij heeft door geniale combinatie van klank en beeld en ook door weglaten van het eerste sfeer weten te scheppen, die soms beangstigend is. Met een hopeloos ge knars valt het gevangenishek achter den veroordeelde in het slot. De doffe, regelma tige stap langs de eimdelooze rijen cel len is huiveringwekkend. En als Morris naar de strafhokken gebracht is en luid met den eveneens daar opgesloten Butch spreekt zonder dat men iets anders ziet dan de kel derkerkers met gegrendelde massief-ijzeren deuren, dan geeft dat met het ontbreken van elk ander geluid en het iets wazige beeld een lugubere stemming. Ook ontroerende tooneeltjes komen in de film voor. Butch (Heinrich George) ont vangt bericht, dat zijn moeder die hij in vele jaren niet meer gezien heeft, is overleden. Dan is de forsche kerel niet meer de ge vreesde misdadiger, die ook in de gevan genis zijn meerderheid doet gelden en geen gevoel schijnt te kennen, dan is hij een een zaam, diepbedroefd zoon-En acht menschelijk. schaamt hij zich voor zijn droefheid en dc. enkele tranen, die hij liet. en hij wil dat niet weten voor de anderen. Geweldig speelt Heinrich George van het Staatstheater in Berlijn de rol van Butch. Hij beheerscht. het geheele tooneel, niet slechts door zij* - imposante figuur, doch den, ondanks dc uitmuntende voorzorgen waarmede de expeditie was uitgerust. De vreemdsoortige ceremoniën der inboor lingen, hun dansen, de magische, hysteri sche godsdienstoefeningen en allerlei andere bijzonderheden van het leven der wildernis werden naar de werkelijkheid opgenomen, even als de sensationeele dieren-opnamen. Honderden krokodillen, nijlpaarden, rhino- cerossen en practisch ieder in Centraal Afrika levend dier, tot de groote wilde oli fanten toe, dragen bij tot de cultureele en waaraan meer dan twee jaar gewerkt werd. MUZIEK. Vierde Gemeentelijk Orgelconcert. Oude en nieuwe tijd waren door de koffie- (en ijs-) cantate gescheiden. De oude bracht ons een weinig bekende trio van N. A. Strungk, een componist die zich vooral op operagebied werkzaam getoond heeft en als violist Corelli geïmponeerd moet hebben. Zijn suite-muziek klinkt nog al formalistisch en weinig verwarmend; in de combinatie der 3 strijkinstrumenten met het orgel domineerde het laatste nog al eens, trots zijn slechts har monisch-aanvullende rol; ook was het in den aanvang wat vooruitstrevend. Meer warmte ging uit van de muziek der solo-cantate „O Gottes Stadt"; de beroemde Lübecker orgel meester Buxtehude, wiens spel in 1705 Bach tot een pelgrimstocht te voet van Arnstadt naar Lübock noopte, toont zich daarin als com ponist bijna een evenknie van Bach; merk waardig is, dat enkele momenten, als de kwartenstijging bij „zu Dir", naar Haydn vooruit wijzen. In deze cantate was de sa menklank der strijkinstrumenten, (nu vier in getal) met het orgel veel mooier en de so- praanstem van To van der Sluys klonk glan zend boven het ensemble uit. Bach's Passa- caglia cn Dubbelfuga sloot zich daarbij aan: een zeer goede vertolking met mooie stij ging in de registreering, slechts nog wat meer plastiek in de voordracht als desidera tum overlatend. De nieuwere tijd (niet de allernieuwste!) kondigde zich aan met een mij onbekend strijktrio van den mij onbeken den componist J. Cras. Cras' trio, (ik meen het Strijktrio: do naam des componisten is niet gunstig) beweegt zich niet langs zeer moderne wegen. Maar het is me ook niet dui delijk geworden waar dc componist heen wil. Er komen aardige invallen in voor en een paar goed klinkende melodieën ook, maar het is, althans bij een eerste auditie, of het alles bij aanloopjes blijft, lange aanloopen wel, maar die geen bepaald doel openbaren en geen organische ontwikkeling toonen. Het begin van het „Lent" klinkt goed; de kwinten orgi, die dan volgt en die aan een doedelzak- concours doet denken verstoort de stem ming en het stuk eindigt als een onopgelc/t raadsel met de viool in onwaarschijnlijke hoogte op de g snaar. Obstinate pizzicati met een haast even obstinate melodie er tegen vooral door zijn meesterlijk spel. Groot is hij in de plotselinge uitbarsting in dc eetzaal, groot in zijn razernij, wanneer hij denkt, dat Morris dc zaak verraden heeft, groot door de heele film heen. Ook Gustav Diessl moet met lof genoemd worden. Hij is de man, die door het zien van de zuster van zijn celgenoot in de wachtka mer, op haar verliefd wordt en zijn leven daarvoor gaat beteren. Die ln een lijkwagen de gevangenis ontvlucht, het meisje opzoekt en haar liefde wint. Die opgespoord en weer teruggebracht wordt cn tenslotte gratie krijgt, omdat hij tijdens het oproer de ci piers weet te beschermen tegen de opstan delingen. Een geweldige film- En men vergeeft het daarom Paul Fejos gaarne, dat hij zijn werk besluit met het Amerikaansche gelukkige slot, waar hij misschien ook niet aan ont komen kon. De Metro-Goldwyn-Mayer heeft de film Menschen achter Tralies zoowel in het Ame- rikaansch als Duitsch opgenomen. Voor de laatste versie zijn de hoofdpersonen uit Duitschland naar Amerika gekomen. Hein rich George vertelt over zijn indrukken in de Vereenigde Staten het volgende: „Een moeilijke tijd in een vreemd land tus schen mij onbekende menschen, die boven dien nog een taal spraken, waarvan ik geen woord kon verstaan, wachtte mij. Het was Paul Fejos dikwijls niet mogelijk te wachten op den tolk, die mij zeggen moest, wat ik in een scène had te doen. En daar Fejos even veel Duitsch sprak als ik Engelsch (hij kon ja en neen zeggen, evenals ik yes en no) Heinrich George bil „Menschen achter tralies moest hij zich dikwijls in gebarentaal uit drukken en hij zag kans dit met zoo'n over- - tuigende duidelijkheid tc doen, dab ik hem r vrijwel steeds direct begreep. Hoe wij ons voelden? Iedere scène was een gebeurtenis voor ons- zoo sleepte de hande ling ons mee." K. J. C. VL. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. a 60 Cts. per regel. TER OPFRISSCHING VAN HET BLOED drinke imen «enige dagen achtereen s ochtends vroeg een glas natuurlijk „Franz-Jo«ef"-bitterwater Bij Apothcke ncn Drogisten verkrijgbaar. kenmerken het/ „Animé"; snelle figuren do finale, het „Trés animé". Toch4, maakt deze finale den indruk van een langzaam stuk door het sleepende the ma. De impressie van het eerste hoofddeel heb ik hierboven al genoemd. Voor de ver tolking door „Haarlem's Strijktrio" (de hee- ren F. Vonk, F. Leidner en C. de Wilde) heb ik alle respect: zij gaf de bewijzen van ernstige studie en technische zekerheid. To van der Sluys zong daarna den cyclus „Miroir de Peine" van Hendrik Andriessen, archaiseerende muziek die geen bepaalde stemming openbaart en zeker geen illustreer rende beteekenis doet vermoeden. En Geor ge Robert sloot met het Eerst Choral van onzen stadgenoot, een werk dat zich nog vrij eng bij de school van César Franck aansluit, en in zijn mooie harmonische op volgingen mij persoonlijk liever is dan de la tere van dezen componist. Vermeld zij nog dat de heer Jac. Reinalda vóór de pauze in het strijkers-ensemble de tweede vioolpartij uitstekend vervulde. Een talrijk auditorium woonde dit alles zins interessante concert bij. K. DE JONG. DUBBELGANGERS. Een tijd. geleden heeft een bekend .profes sor zich eens uitgesproken omtrent 'het ver schijnsel „dubbelgangers". Zooals men weet zijn dubbelgangers menschen. die zoo sterk op een ander lijken, dat men ze niet uit el kaar kent en men den een voor den ander aanziet. Volgs dezen professor nu, bestaat er altijd verwantschap tusschen dergelijke menschen. Wehswaar kan die verwantschap heel ver zijn be zoeken dikwijls liggen er ge heele geslachten tusschen maar verwant zijn ze aan elkaar. Professor gaf ook als zijn meening te kennen, dat wij menschen veel meer familie van elkaar zijn, dan wij zelf weten. Wij kennen immers alleen maar onze naaste en nabije verwanten cn voor de mees ten »an ons is het te veel werk om eens uit te pluizen van welken stam zij zijn. Maar, zoo is (wanneer men dez§ stelling aanneemt) de natuurlijke vraag: hoe komt het dan, dat er niet veel meer dubbelgangers voorkomen? Wanneer we zoo nauw aan elkaar verwant zijn, moesten we toch veel en veel meer op elkaar gelijken? Dit komt, volgens den professor, hierdoor, dat dc gelaatstrekken van de een. pas vele geslachten later weer bij den ander 'terug tc vinden zijn. Zoo ont staan dubbelgangers,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 16