RH N.V. UI RANDOE GIERSTRAAT 16-22-24 SCHAAKRUBRIEK i pir füp f Kr ffi m B jjj i A i i i PU fif iÜl li a M I i 1 HP i i Ai I A i I ÉH if s rijf; m sa.' tÜ; ONZE DAGELIJKSCHE KINDERVERTELLING. Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterland. NOG SLECHTS DEZE WEEK HAARLEM ONHERROEPELIJK TIM 30 JANUARI HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAC 25 JANUARI 1932 Oplossingen, vragen enz. te zenden aan 'den Schaakredacteur van Haarlem's Dag- bladGroote Houtstraat 93, Haarlem. PROBLEEM No 607 (No. 4 van den wedstrijd, 14e ladder). wm Mat in drie zetten. Stand der stukken: Wit: Kg5, Dg2, Tdl. La7, Le8, Pa5, Pfo, a4, b4, c4, d4, e4, e7, f4, g4. Zwart: Ke3, Da8, Tel, Phl, b5, c5, d5, e5, f5, h5. PARTIJ No. 702 Gespeeld in het Kersttournooi te Hastings, 29 December 1931. Wit: Zwart: WeraMentschik Dr. M. Euwe (St. Leonards on-Sea). (Amsterdam). GEWEIGERD DAME-GAMBIET (TSJECHISCHE VERDEDIGING) d2—d4 1 d7—d5 c2—c4 2 c7—c6 Pgl-f3 3 Pg8-f6 Pbl—c3 4 d5Xc4 Reeds Alapin speelde deze voortzetting tegen Rubinstein in het tournooi te Pistyan (1912), welke feitelijk hierop neerkomt dat het oorspronkelijk geweigerd gambiet, ach terna alsnog wordt aangenomen. Ook de groote kenner van het onderhavige gam biet. grootmeester Dr. S Tarrasch 'Mün- chen», speelde den tekstzet tegen Dr. A. A. Aljechin (Parijs) in het tournooi te Hastings (1922). a2— a4 5 In bovenbedoelde partijen en later in vele andere, speelde men eerst 5. e2e3, maar het antwoord van Zwart (5. b7b5) bleek toch op den duur voor Wit niet aan genaam te zijn. Daarom werd de laatste jaren eerst 5. a2a4 gespeeld om b7b5 te verhinderen. Natuurlijk kost de tekstzet een gewichtig tempo en brengt Zwart in het be zit van het punt b4, zoodat hij een zeer be vredigend, zoo niet het betere spel krijgt. Dr. Aljechin heeft zulks aangetoond In twee partijen tegen Bogoljubow en Rubinstein (tournooi te Londen, 1922). 6 Lc8—f5 e2—e3 6 Pb8-a6 De zet van Dr. Lasker. Aljechin speelde G ele6, waarna volgde: 7. Lfl X c4. Lf8b4; 8. 0—0, 0—0 en Zwart had een goed spel. LflXc4 7 Pa6—b4 0-0 8 eT-eó Pf3-e5 9 Lf8 d6 De Looper staat hier slecht, omdat het Wit's bedoeling is den e-pion naar voren te brengen, welke dien Looper kan aanvallen. Ddl—e2 10 c7— c5 Dezen zet speelde Dr. L. Rödl (Neurenberg) in zijn 4e matchpartij tegen Bogoljubow (12 November 1931), Zwart bekommert zich blijkbaar niet om de dreiging 11. e4. Lg6; 12 Pg6:. gevolgd door 13. e5 Pirc speelde in het tournooi te Bied <27 Aug. 19311 10 Pb4d5 <zie partij No. 693, rubriek 23 No vember 1931). Lc4b5f 11 Kc8—e7 e3—e4 12 Lf5-g6 Pc5Xg6f 13 h7Xgh e4—e5 14 c5Xd4 4 y.. mm ÊM mm - Tfl-dl! 15 In bovenbedoelde partij speelde Bogoljubow hier minder goed e5 X d6r (Dd6; 16 h3; a6; 17. Lc4, Tac8; 18. Tdl. Dc5!^. Slecht, zou zijn 15. ef6 want na gf6: dreigt Lh2'f, Lg3t, Thlt Dh8i' gevolgd door mat zoodat Zwart den officier op c3 terugwint. En indien Pc3 teruggaat volgt d4d3, b.v.: 16. Ld3:, Le5:!. 15 Ld6-c7 Wellicht ware Ld6c5 beter geweest (zie 18Lb6). e5Xf6f 16 g7Xf6 g2 g3 17 a7—a6 Lel—e3! 18 Mooi gespeeld, want Zwart kan Lb5 niet nemen, wegens 19. Td4:, Ld6; 20 Tadl. 18 Lc7—b6 Lb5c4 19 Ke7—f8 Pc3—e4 20 Kf 8 g7 Zwart heeft wel een sterken aanval, waar tegen Miss Mentschik (de wereldkampioene) zich uitmuntend verdedigt. Tal cl 21 Th8—h5 Overweging verdiende Pb4c6. Le3-f4! 22 e6—e5 g3_g4! 23 Waarmede de aanval is gepareerd. 23 Th5-h8 Lf4-g3 24 Dd8e7 Pe4-d2 25 Tb8-e8 De2e4! 26 Dc7—d7 Pd2—13 27 Dd7—c6 Er dreigde g4—g5. De4Xc6 28 Pb4Xc6 Lc4-d5 29 Ta8c8 Ld5-e4 30 Tc8-c7 Pf3—el 31 Te8—c8 Pel—d3 32 Pc6-e7 Tc1Xc7 33 T c8Xc7 Kglfl 34 Beter was g4—g5, maar Wit was in tijd nood. 34 Tc7—c4 Ten einde na 35. b3, Tc3; 36. Lb7:, Tb3:; 37. La6:, e5e4 te kunnen spelen. Le5Xb7 35 Tc4Xa4 Tdl-cl 36 gö—g5 Om g4g5 te beletten. f2—f3 37 Ta4—a2 Lg3—el 38 a6—a5 Er dreigde Lelb4. Lel - d2 39 De Zwarte Toren is in het net. Direct La6 ging nog niet, wegens Pd5 en Pe3t. 39 f6—f5! g4Xf5 40 a5—a4 Kfl—cl 41 a4—a3 b2—b4! 42 Dc Toren is nog niet verlost. 42 Kg7 f6 Lb7-a6 43 q5—g4 La6 c4 44 Ta2Xd2 KelXd2 45 g4Xf3 De drie verbonden vrijpionnen zijn nog zeer kansrijk. Pd3-c5 46 Kf6Xf5 Lc4Xf7 47 Lb6d8 Op 47.e5e4 kan volgen 48. Pc5 X e4!, Kf5 x e4; 49. Telelt, met verlies derhalve van den pion, omdat het geofferde Paard weder wordt heroverd (Pe7). Lf7 - c6f 48 Kf5-f6 Le6-g4 49 Pe7-d5 Lg4Xf3 50 Pd5Xb4 Lf3c4 51 Ld8—e7 Pc5-d3 52 Pb4-a2 Tel—c6+ 53 Kf6-g5 Tc6-»6f 54 Kg5-h4 Pd3Xe5 55 Pa2—c3 Kd2d3 56 en Zwart gaf op (na enkele zetten). Indien Wit 56. Le4—d3 had gespeeld, zou Zwart nog remise hebben kunnen afdwingen door: 56. a3a2; 57. Tg6-a6; Le7-a3!l; 58. Ta6Xa3, Pc3-blf; 59. Kd2—c2. PblXa3f; 60. Kc-b2. Pa3—bl; 61. Ld3Xbl, a2Xbl D.f; 62. Kb2Xbl, Kh4-h3; 63. Pe5-f3, Kh3-g2 (64. h2—h4?, Kg2Xf3; 65. h4-h5, d4—d3 en Zwart wint). Niets half te doen is het karakter van edele geesten. WIELAND. OPLOSSING PROBLEEM No. 602 (No. 9 van den wedstrijd, 13e ladder). Stand der stukken: Wit: Kf6, Dbö. Pc5. Zwart i Ke4, d5, 14. (B. O. Laws, 1861—1931). 1. Dbö—gl, d5-d4; 2. Dgl hlf, enz. f4—f3; 2. Dgl-f2, enz. Goed opgelost door: Chr. Gerritsen, te Bennebroek; H. de Ruijter, te Bloem end a al; N. E. Rost, te 's-Gravenhage; M. D. L. Artz, J. J. H. Bauer, H. Beck, C. v. Dort, H. W. van Dort, L. Germeraad, J. Hil- lebrand, F. W. Hoogerbeets, J. Hoogevcen, J. ten Hove, B. A. Snelleman, H. Steenbergen en C. Warlé, allen te Haarlem; J. E. Baalbergen, E. G. v. d. Kaay en L. A. Patoir, allen te Heemstede; J. Onstein, te Overveen; J. Germeraad, P. Mars en K. Siegerist. allen te Santpoort; H. C. Kemp, te Vijfhuizen; (allen drie punten). OPLOSSING SCHERTSPROBLEEM No. 52 (No. 10 van den wedstrijd, 13e ladder.) Stand der stukken: Wit: Khl, Da4, Tb3, Lg1. Lh3, Pb4. Ph8, a5, h2. Zwart: Kb7, Df8, Tdl, Tel, La8, Le5, Ph6, c7, d3, d6, f6, g7. (J. Mendheim, plm. 1832). 1. Pb4—c6f, Kb7—a6; 2. Tb3-b6f. c7Xb6; 3. a5Xb6f, Kaö-b7; 4. Da4—a7f, Kb7Xc6; 5. Lh3- d7f, Kc6-d5; 6. Da7—a2f, Kd5-c4; 7. Da2-g2f, Ke4-f4; 8. Ph8 -g6+. Goed opgelost door: N, E. Rost, te 's-Gravenhage; H. Beck, C, van Dort; H. W. van Dort, L. Germeraad, J. Hoogeveen en C. Warlé, allen te Haarlem; E. G. v. d. Kaay en L. A. Patoir, beiden te Heemstede; J. Germeraad, P. Mars en K. Siegerist. allen te Santpoort; (allen één punt). CORRESPONDENTIE Heemstede, E. G. v. d. K. Juist omdat de schaakwaarde van schertsopgaven be trekkelijk gering is, zooaLs u terecht op merkt, achten wij het billijk voor dc goede oplossing het minst aantal punten toe te kennen. Zij, die uit principe dergelijke curi osa niet oplossen, worden derhalve niet de dupe van een scherts. UIT DE PERS. KNOTSSLAG AAN DE SAMEN WERKING VAN OSLO". Grove onvriendelükheid jegens een bevriend land. HET CONTINGENTEEREN VAN DEN VLEESCHINVOER. Elders in dit nummer vindt men vermeld, dat Nederland den invoer van vleesch gaa: beperken, door een contingent vast te stellen van 60 pet. van den invoer uit een land ge durende de jaren 1928, '29 en '30. Van deze contingenteering is het eerst ge bleken door mededeelingen van een Deensche onderhandelingsdelegatie aan het Neder- landsch Correspondentiebureau en de Nieu we Rotterdamsche Courant ver wondert zich thans „over het ongewone feit, dat. een belangrijke maatregel van de Ne derlandschc rc-geering voor liet. eerst ter ken nis van het Nederlandschc volk werd ge bracht door mededeelingen. welke Deensche onderhandelaars aan het Nederlandschc cor- respondentieburcau hadden verstrekt. Die mededeelingen waren tevens zoo ernstig dat menigeen zal hebben gemeend aan de juist heid ervan te mogen twijfelen. Daartoe be stond echter geen reden". „De feiten zijn ais volgt: In 1931 heeft De nemarken in ons land 13.000 ton vleesch in gevoerd en in 1930 11.000 ton. Vóór dat jaar echter was de Deensche vleeschinvoer in Nederland van zeer weinig belang. Nu heeft men een reeks jaren genomen waarbij ook reeds jaren zijn die voor den huidigen toe stand geen beteekenis hadden, en van het zoo verkregen gemiddelde heeft men 60 pet. als contingent bepaald. Denemarken krijgt dus, inplaats van de 13.000 ton van 1931, voor de volgende drie maanden een contingent toegewezen, dat berekend is op een invoer van 2250 ton per jaar. Dit is een contingen teering niet tot de formeele 60 pet. maar tot ongeveer 20 pet. als wij den maatstaf aanleg gen, waarop wij zelf in gelijke omstandighe den aanspraak zouden maken en 1930 en 1931 in rekening brengen. Het is een geval van zoo grove contingenteering als moeilijk aan tc wijzen zal zijn onder de onverkwikkelijke voorbeelden, waaraan het laatste jaar zoo rijk is geweest". „Een dergelijk optreden moet worden ge signaleerd daar het een ernstig gevaar vormt zoowel voor het economisch leven als voor het aanzien van ons land; dit te meer omdat het onder zeer verzwarende omstandigheden heeft plaats gevonden". „Deze krasse maatregel dan, die tegenover naburige groote mogendheden ternauwer nood zonder zeer ernstige economische gevol gen mogelijk zou zijn, wordt toegepast tegen over een land dat onze mede-onderfceekenaar is van de overeenkomst van Oslo, en dat zelfs onder die onderteekenaars zich nog heeft on derscheiden door een zeer welwillende hou ding tegenover ons land. Denemarken heeft toen het meende, zelf door tariefmaatregelen bescherming te moeten toepassen, zoo zorg vuldig als mogelijk was, rekening gehouden met onze belangen. Waar het die getroffen heeft en dat is op geen onkel punt ernstig het geval geweest was dit een uitvloeisel van maatregelen, die het tegen invoer op groote schaal van andere landen nam". Denemarken had ons ernstig kunnen scha den en kan ons nog ernstig schaden, omdat het veel grooter afnemer is van onze pro ducten dan wij van de zijne. De Deensche regeering heeft totnogtoe weerstand geboden aan allerlei aandrang van belanghebbenden tegen onze bloembollen en andere producten onzer bloemkweekcrij. De nemarken is een belangrijk afnemer van onze schoenenindustrie, van onze steenkolen, enz. Waarom nu een zoo ongewoon krasse maat regel genomen moest worden tegen het kleine zeer bevriende land dat totnogtoe op prij zenswaardige wijze er naar gestreefd heeft op het gebied c;r handelspolitiek met ons in harmonie te blijven, lijkt ons niet bijster dui delijk; te minder nog daar dit land juist te genover ons verre van weerloos is. ..Het belang van den maatregel kan ook niet in overeenstemming zijn met de zeer be denkelijke strekking er van. Dit sterke staal tje van contingenteering is voorloopig alleen een uiting van sterr.mingspolitiek, niet van nuchtere berekening". Het blad vreest voorts, dat een gevaarlijk precedent is geschapen. Er is een knotsslag toegebracht aan de sa menwerking van Oslo. Hoe kunnen wij nog verder spreken zooals de heer Colijn herhaal delijk te Genève heeft gedaan, mot dergelijke feiten op onze rekening, nogal liefst tegen over een vriend uit den kring van Oslo? Als dit het voorbeeld is voor de me thode, waarop men verder te werk zal gaan, dan zullen wij weldra gerekend moeten worden tot de ernstigste lijders aan de beschermingspsychose, die op het oogenblik de wereld teistert. En zullen wij er wel bij varen? Ons land, met zijn fijn economisch organisme, behoort tot de zeer kwetsbare staten! OPBRENGST DER WELDADIGHEIDSZEGELS. IETS GROOTER DAN VERLEDEN JAAR. Van de weldadigheidszegels, die van 10 December tot en met 9 Januari verkrijgbaar waren, zijn naar het Handelsblad meldt, volgens voorloopige opgaven de volgende aantallen verkocht: 11'2 cent (bijslag 11/2 ct.) 1719.979 <v. J. 1.539.018). 5 cent (bijslag 3 cent) 1 06.685 (v. J. 1.056.453». 6 cent (bijslag 4 cent) 1.718.179 (v. J. 1.664.640). 12 l 2 cent (bijslag 3 1 2 cent) 427.241 (v. J. 512.116). Totaal 4.882.084 (v. j. 4.772.227). DE SCHILDERIJEN VAN DE KONINGIN. OOK ELDERS TENTOONGESTELD? De met 10 p"aten geïllustreerde catalogus der tentoonstelling van schilderijen van de koningin is gereed gekomen en verkrijg baar voor den prijs van f 1. De geheele opbrengst, ook van deze cata logus, is voor de noodlijdende kunstenaars. Het ligt in de bedoeling van de Koningin om haar werken eveneens ten behoeve van de noodlijdende kunstschilders, ten toon te stellen in eenige andere plaatsen. WETHOUDERSBENOEMING TE ROTTERDAM De burgemeester van Rotterdam heeft den raad bijeengeroepen op Donderdag, o a. voor de benoeming van twee wethouders. De rechtsehe raadsfracties hebben mr. W. Baars verzoehmf zich candidaal te stellen, doch deze heeft wegens particuliere werk zaamheden moeten weigeren. De Vrijheidsbond houdt zich voorloopig nog buiten het overleg. „Wat moeten we voor jullie doen?" vroeg Tuimeltje en daar begonnen de wurmen ineens door elkaar te roepen, dat ze een dooien boom gevonden hadden, dien ze best konden gebruiken en dat de kaboutertjes hen moesten helpen. „Zeg maar, waar wc moeten zijn,' zei Tuimeltje, en daar ging heel de stoet over bloemen en dennenappels naar het bosch. Bij een groot stuk boom gekomen, hielden de wurmen stiL Dc wurmen hadden nu het grootste woord. „Je moet den boom recht zetten," commandeerden ze en de kaboutertjes deden het. De wurmen zagen zwijgend toe en toen de boom heel stevig stond, waren ze tevreden. „Dat moet ons huis worden," begon dc wurmencommandant. „Juilie zijn nog niet klaar. Nu moeten er gaten in gemaakt worden." En toen ze dat hoorden trokken de kaboutertjes een be denkelijk eczicht. Maar daar de wurmen hen geholpen hadden, zouden ze er maar niets van zeggen. Ze boorden gaten in den boom, hingen vlaggetjes op, Tuimeltje moest op een bord schrijven. „Tehuis voor werkende wurmen" en nu pas waren de dieren tevreden. „Nu kunnen we daar fijn in wonen," zeiden de wurmen en ze dankten de kaboutertjes voor hun hulp.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 9