Onterfd Rijp in den dierentuin te Amsterdam. Het huwelijk van prins Lennart. tEUlLLLlUN Naar het Engelschvan DOLF WYLLARDE. (Nadruk verboden). 27) Hij rukte het kind de teugels uit de handen en poogde uit alle macht de paarden tot stil stand te brengen. Maar inplaats van hun vaart te verminderen, begonnen ze wild te ga lop peeren. Als een razende trok Edward aan de teugels. Vóór hem zette de weg zich kronkelend voort door het bosch en hij besefte maar al te goed dat het rijtuig groot gevaar liep tegen de boomen tot splinters geslagen te worden, wanneer hij de hollende dieren niet spoedig tot stilstand zou weten te brencen. Kiddie leunde zoo ver mogelijk achterover om hem meer ruimte te geven en klemde zich krampachtig aan do leuning vast. ,.In vredesnaam, Kiddie, zit st.il!" schreeuw de Edward heesch en op hetzelfde oogenblik hoorde hij een angstkreet achter hem. Wil liams was, buiten zichzelf van angst, van het achterbankje gesprongen. Ted kon zich onmogelijk omkeeren. Hij spande zijn uiterste krachten in om nog wat richting te geven aan de wild-voorthollende paarden en zoo te voorkomen, dat het rijtuig, dat achter de dieren aanslingerde, tegen de boomen geworpen werd. Maar hij kon de catastrophe, die onvermij delijk was, niet tegenhouden. De phaeton vloog enkele seconden later met een schok te gen een zwaren eik en werd aan splinters ge slagen bij de hevige botsing. Direct bleven de paarden staan: de schrik had hun dolle vaart gebroken. Toen raakten hun pooten verward in het tuig en beide die ren vielen neer. Edward verloor door den .u/i..,, ..tu fciuüu was gewoi- worpén, onmiddellijk 't bewustzijn, maar Kid die was als door 'n wonder ongedeerd. Eerst was ze verdoofd door den schrik, maar al spoedig kwam de reactie en begon ze hevig te huilen. Verwilderd keek ze om zich heen en zag toen opeens Lord Edward liggen. Dat bracht haar weer tot het besef van wat er gebeurd wasze stond met moeite op, ging op de beweginglooze gestalte toe en knielde snikkend naast hem neer. „Oom Ted. heb je je erg bezeerd?" vroeg zij met een klagelijk stemmetje toen zij zag, dat. zijn voorhoofd hevig bloedde en ze legde zijn hoofd voorzichtig in haar schoot. Eindeloos lang bleef ze geduldig in dezelfde ongemak kelijke houding zitten; het kind had er geen besef van hoe lang. want het duurde eenige uren voor Edward eindelijk de oogen opsloeg. „Kiddie", zei hij zwak. ..Heb je je bezeerd? Ik dacht heusch, dat het met ons gedaan was". En zacht ging hij voort ..Ik geloof, dat ik bijna of is het alleen mijn been?" Hij probeerde op te staan, maar viel onmid dellijk weer achterover, trillend van pijn. „O. oom Ted, heb je je erg bezeerd?" vroeg Kiddie angstig. „Blijf maar heel stil liggen. Ik kan je we! houden, heusch!" ..Mijn been. Kiddie", klaagde Edward. ..Ik ben bang, dat het heelemaal gebroken is. Kan je niet hulp gaan halen in de herberg verder op?" Maar Kiddie durfde hem niet alleen laten. Bovendien wist het kind den weg naar de her berg niet. die midden in het bosch aan eer. smal zijpad lag en Edward was bang dat ze zou verdwalen, als hij haar liet gaan. „Ik vrees, dat wij niets anders kunnen doen dan wachten tot ze ons gevonden hebben; ze zullen ons we! missen en gaan zoeken. Maar ben je koud. Kiddie? Je rilt zoo?" ..Een beetje. Maar dat is heusch niet erg. Als ik u maar kan helpen, oom Ted". „Kijk maar niet naar mijn been. Kiddie!" Zijn stem werd steeds zwakker en hij ge raakte in een toestand van half-bewusteloos- ne;u. iviooie zat nog sieeus gtKn«io op ut» vochtige mos en klappertance van koude. Het was langzamerhand donker geworden en nog steeds kwam geen hulp opdagen. Zouden zij hier den heen nacht moeten blijven? dacht ze angstig. En zou oom Ted doodgaan als zc hem niet gauw vonden? En weer begon zij hevig te snikken. Na eenigen tijd liet Edward een diepen zucht hooren. „Koud", mompelde hij. Kiddie boog zich over hem heen. En plot seling flitste haar iets door het hoofd: zij legde voorzichtig zijn hoofd op het zachte mas en stond op. Bevend trok zij haar jurkje uit en bedekte daarmee' Edward's been. Toen ging zij in haar dunne onderjurk weer op den grond zitten en legde het hoofd van haar oom voor zichtig op haar arm. HOOFDSTUK XVII. Hot was laat in den middag, toen Barbara en Kenyon van hun rijtoer terugkwamen en zij was regelrecht naar haar kamer gegaan om zich te kleeden. Haar truc had succes ge had, de kuren van .Queen of Haerts" hadden een gerergeld gesprek met haar begeleider zoo goed als onmogelijk gemaakt. „Het was misschien niet heelemaal te ver dedigen, dat ik het paard zulke kunsten liet uithalen", dacht ze, terwijl ze zch kleedde, „maar in de liefde en den oorlog is alles ge oorloofd! Gelukkig dat het dier mij zoo góed begrijpt!" Zij wierp een biik op de klok die op den schoorsteenmantel stond en deed haastig een paarlen collier om. „Ik ben laat", dacht ze. ..Ik kan niet meer naar Kiddie toe vóór het diner, maar straks ga ik nog even bij haar". „Weet je ook of Kiddie al naar bed is?" wendde zij zich tot de kamenierster. „Ik geloof van wel, mylady. De kinderjuf frouw is vanmiddag uitgegaan en heeft het kamermeisje gevraagd, om haar naar bed te brengen". „uocu, v.ni mjui in. ftudiui nog even Dy naar Toen Barbara den salon binnenkwam, vond ze daar mevrouw Cartwright en Harrel in druk gesprek met Lady Bryant, terwijl mevrouw Morrence in beslag genomen was door Lester Kenyon, die zich vlug verkleed had. Barbara begroette Dlgby alsof er niets tusschen hen voorgevallen was. maar toen ze de uitdrukking in zijn oogen zag, peinsde ze': „Hij heeft het niet opgegeven! Vast en ze ker begint hij er weer over!" Toen dacht ze opeens weer aan wat Nell Morrence gezegd had en ze had een gevoel, alsof de gloeiende vlammen haar uitsloegen. ..Als ik het eens mis heb gehad? Als het nog niet te Iaat is „Waar blijft Ted toch?" vroeg Lady Bryant ongeduldig en ze' drukte op een bel, die voor haar op tafel stond. Een der bedienden verscheen. „Martin, ga direct naar boven en zeg Lord Edward, dat- wij op hem wachten". „Lord Edward is nog niet thuis, mylady". „Nog niet thuis? Waar is hij dan heenge gaan?" Een oogenblik bleef het doodstil in den salon en er was iets drukkends en dreigends ndie stilte. Barbara was doodsbleek gewor den: ze ging op haar moeder toe en legde haar hand op Lady Bryant's arm. „Hij was van plan naar Nettleton te gaan" zei zij zacht, „om de paarden af te rijden. Hebt u hem zien weggaan, moeder?" „Weggaan?" herhaalde Lady Bryant. „Neen. ik ben dadelijk na de lunch gaan rusten". Even zweeg zij. „Groote hemel", riep zij toen opgewonden uit. „als ce paarden eens op hol geslagen waren! Martin, wie van het stalper soneel is met Lord Edward meegegaan?" „Williams, mylady. en lady Catherine was ook bij Lord Edward Lady Catherine kwam naar binnen om haar hoed op te zetten, ter wijl de kinderjuffrouw beneden was; we dach ten. dat u gezegd had, dat zij met Lord Ed ward mee mocht". „Ik? Ik heb het kind heelemaal niet ge- z.en: *.r is natuuriijk -ets gebeurd! Barbara, wat moeten wij doen?" „Het zal wel niet zoo erg zijn, moeder", ant woordde Barbara op geruststellenden toon, of schoon de angst haar bijna den adem benam. „Ik heb Ted gevraagd om Kiddie niet mee te nemen, en als hij dat toch gedaan heeft, zijn de paarden natuurlijk volkomen rustig go- woestMaar als u er geen bezwaar tegen hebt, dat ik niet aan tafel kom. ga ik dadelijk met de auto naar Nettleton Wood". „Maar wij kunnen het diner toch niet mt- stellen, omdat Ted een of andere krankzinnige streek heeft uitgehaald", ze: Lady Bryant ge prikkeld. „Stel je voor, we kunnen onze gas ten toch niet vragen om nog een poosje te wachten, omdat jij je ongerust maaktr* „Dat heb ik ook niet voorgesteld-, wierp Barbara tegen. „U gaat gewoon aan tafel. Ted cn ik zullen straks wel dinecrcn. Martin, zeg tegen den chauffeur, dat hij onmiddellijk met de auto voor komt". Zij ging haastig naar haar kamer en trok een dikken mantel aan over haar avondjapon. Zij gunde zich den tijd niet om haar hoed op te zetten, maar sloeg een groote shawl over haar hoofd. Zij bedacht, dat KWdle het waar schijnlijk koud zou hebben cn greep ook nog een warmen omslagdoek. Het kind hoestte en zou er wel niet aan gedacht hebben om wat warms aan te trekken en er was niemand bij geweest om daarvoor te zorgen, toen zc van huis was gegaan. Toen ze beneden kwam. reed Juist de auto voor. Naast den chauffeur zat een van de stalknechts en bij den wagen ontdekte ze de forsche gestalte van een man, met een overjas over zijn avondkleedlng. „Digby!" riep ze verrast. „Ik ga ook mee", zd hij rustig. „Lady Bryant vond het een goed Idee. maar ik zou In eik geval zijn meegegaan. Bahs". ..Naar Nettleton. Miles-, wendde hij zich tot den chauffeur. „Maar icijJc vooral goed uit", a (Wcedlt vecvolgdS 4 BRAND. Donderdagavond brak brand uit in den winkel van Maison Moderne aan het Spui 23 to Amsterdam. De inventaris verbrandde geheel. RIJP. De Amsterdamsche dierentuin was Donderdagochtend in een wit kleed gestoken. De rijp had de boomen een wintersch aspect gegeven en de verblijfplaatsen der levende have van de hoofdstedelijke diergaarde hadden er een heel bijzonder aspect door gekregen. Dc enkele bezoekers in de morgenuren konden er van een interessant schouwspel getuigen zijn. DE HEER J. M. BURGERS, waterbouwkundige bij het Heemraadschap Mark en Din- tel is dezer dagen overleden DEMONSTRATIES IN DELHI. - Door nationalisten werden onlangs in Delhi betoogingen gehouden. Toen de politie poogde de demonstranten uiteen te drijven kwam het tot een handgemeen, waarbij van dc wapenen gebruik gemaakt moest worden. DE LARENSCHE KUNST SCHILDER E. PIETERS is deze weck plotseling over leden. PRINS LENNART. hertog van Smoland cn zoon van prina Wilhelm van Zweden, zal eind dezer maand in het huwelijk treden met Miss Karin Nissvnndt uit Stockholm. De huwelijks voltrekking zal in Londen plaats vinden, waarna het echtpaa* zijn intrek zal nemen in kasteel Mainau in Zuid-Duitschland. HET HUIS TE LEIDEN aan de Hecrengracht 14. waar Woensdagavond op den heer Brand een aanslag werd gepleegd door onbekende indi viducn. De recherche verlaat het huis na bet onderzoek. .NAAR BED. NAAR BED. ZEI DUIMELOT. EERST NOG WAT ETEN. ZEI LIKKEPOT Z.K.H. PRINS HENDRIK heeft Dondcrdagmidda g dc huldiging bijgewoond van den afgetreden voorz. van dc roei- cn zeilvereeniging „Dc Maas" te Rotterdam, den heer L. M. A. Hoffmann. Deze huldiging vond plaats in het clubgebouw Dc Maas".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 9