President Hindenburg's radiorede.
BRIEVEN UIT BERLIJN.
BUITENLAND.
"I
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 11 MAART 1932
Zijn motieven voor het aanvaarden der
candidatuur. Zij werd hem door alle
lagen van het volk aangeboden. De
aanvaarding een vaderlandsche plicht.
Persoonlijke aanvallen afgeslagen. „Wie
mij niet kiezen wil, die late het". Uit
GenèveDe ontwerpresolutie van de
buitengewone Assemblee. Spaansche
commissie veroordeelt ex-koning Alfonso
tot zo jaar deportatie.
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS.
Hindenburg.
De Duitsche Rijkspresident Von Hinden
burg heeft gisteravond via de Duitsche zen
ders een rede gehouden, waaraan wij het
volgende ontleenen:
Toen mij, aldus begon Von Hindenburg,
zeven jaren geleden voor de eerste maal dc
vraag werd gesteld mij voor Duitschlands
hoogste ambt ter beschikking te stellen, heb ik
het nadrukkelijk vermeden voor door partijen
georganiseerde vergaderingen het woord te
voeren en derhalve slechts een maal per radio
het geheele Duitsche Volk toegesproken.
Thans nu mij ten tweeden male het presi
dentschap van het Duitsche Rijk wordt aan
geboden, wil ik mij in den verkiezingsstrijd
geheel afzijdig houden. Het verloop van den
strijd noodzaakt mij evenwel uit deze terug
houdendheid naar voren te komen en draad
loos het geheele Duitsche Volk toe te spreken
Want allen zullen uit mijn mond vernemen,
waarom ik de nieuwe candidatuur heb aan
genomen. Tegelijkertijd wil ik door deze toe
spraak bewijzen, dat ik niet bereid ben de in
den laatsten tijd over mij ,verbreide onwaar
heden onweersproken te laten. Een politieke
programmaredevoering wil ik derhalve niet
houden, omdat ik zulks niet noodig acht:
Mijn leven en mijn levenswerk zeggen U van
piijn streven en willen meer dan woorden
kunnen doen.
Indien ik na rijp beraad besloten heb mij
voor een herkiezing ter beschikking te stel
len, dan heb ik dat slechts gedaan in het
gevoel daarmede een vaderlandsche plicht
te vervullen. Indien ik geweigerd zou hebben,
zou het gevaar bestaan dat bij de sterke par
tijversnippering, in het bijzonder bij de on-
eenigheid der rechterzijde bij de stemming
óf de candidaat der radicale rechterzijde of
een der radicale linkerzijde tot president
van het Duitsche Volk gekozen zou worden.
De verkiezing van een partijman, den ver
tegenwoordiger van oen eenzijdige en ex
treme politieke opvatting zou ons vaderland
in zware, niet te overziene moeilijkheden
hebben gebracht.
Zekere politieke kringen hebben mijn be
sluit mij weer candidaat te stellen anders
uitgelegd. Ook zijn ongerechtigdheden, zoo
al niet geheel bewuste leugens over mij in
omloop Daartegen kom ik thans op. Er Is
beweerd dat ik mijn candidatuur zou hebben
gekregen uit handen der linkerzijde, of van
een zwart-roode coalitie. Dat is. onjuist. De
candidatuur is mij aangeboden uit alle lagen
en kringen van het Duitsche volk, zoowel
door een groot deel mijner oude kiezers, als
ook door hen die in 1925 hun stemmen aan
andere candidaten hebben gegeven. De
eerste tot mij gerichte verzoeken mij weer
tö candideeron, kwamen van groepen der
rechterzijde. Hierbij sloten zich andere par
tijen en organisaties aan. Ik zelf heb evenwel
eerst toegestemd in een candidatuur nadat
ik mij er van overtuigd had dat in geheel
Duitschland breede lagen den wensch heb
ben dat ik verder in functie blijf.
In den verkiezingsstrijd zijn persoonlijke
aanvallen tegen mij gericht over mijn be
stuur tot nu toe.
In de eerste plaats wordt mij de ondertee-
kening van het Youngplan voorgehouden,
waardoor ik mij openlijk tegenover het z.g.
nationale front geplaatst zou hebben. De
onderteekening is mij waarlijk niet licht ge
vallen. doch ik hem haar gegeven, in de
overtuiging, dat ook deze étappe noodzake
lijk was om tot onze nationale vrijheid te
geraken en ik geloof juist te hebben gehan
deld. Het Rijnland is vrij. De buitcnlandsche
toeziende autoriteiten zijn verdwenen. Het
Youngplan met zijn voorwaarden is door de
feitelijke ontwikkeling reeds achterhaald
Een verder verwijt, dat in de agitatie tegen
mij een rol speelt is, dat ik de noodverorde
ningen heb onderteekend. Ik weet- wel dat ik
door de uitvaardiging er van het Duitsche
Volk zware lasten heb opgelegd en mij ten
zeerste aan persoonlijke critiek heb blootge
steld.
Aangezien de eigenlijke wetgever, de Rijks
dag, te kort schoot en niet in staat was langs
den normalen weg der wetgeving de ver-
eischte maatregelen te treffen tot het koe
ren van onmiddellijk gevaar voor industrie,
staatsfinanciën en valuta, moest ik insprin
gen en zelf handelen binnen het kader van
de mij bij de Rijksgrondwet gegeven buiten
gewone bevoegdheden.
Het is volkomen begrijpelijk, dat over en
kele der getroffen maatregelen mcenings-
verschillen bestaan en ik heb dikwijls slechts
met een zwaar hart kunnen besluiten tot
enkele dezer noodverodeningen. Ik zelf ben
van meening dat menige maatregel welke in
moeilijke, slecht te overziene situatie in
derhaast moest worden getroffen, voor ver
betering vatbaar is. Geen der critici kan mij
ten minste het motief van zeer warme vader
landsliefde cn sterken wil voor Duitschlands
vrijheid als basis van mijn willen ontzeggen
en zelfs zij die het luidst hun stem verhef
fen in den strijd tegen het z.g. „systeem"
zullen moeten toegeven, dat ik bij deze moei
lijke beslissingen vrij van iederen band, uit
eigen persoonlijke verantwoordelijkheid heb
gehandeld. Wij staan nog midden in den
strijd. De beslissingen op het veld der bui
tcnlandsche politiek staan nog voor ons. Be
langrijke taken in het binnenland, in het
bizonder het lenigen der vreeselijke werk
loosheid wachten een oplossing.
Het groote doel kunnen wij echter slechts
bereiken, indien wij ons tot een ware volks
gemeenschap aaneensluiten. Ik kan niet ge-
looven dat Duitschland in binnenlandsche
twisten en in burgeroorlog zal verzinken,
waar het er om gaat in de worsteling om de
vrijheid en de waarde der Duitsche natie
tezamen te staan. Ik herinner aan den geest
van 1914 en aan den geest van het front,
welke naar den man vraagt en niet naar den
stand of de partij.
Wie mij niet wil kiezen, late het. Ik zal
evenwel niemand afstooten, die de eenheid
van het Duitsche Volk in mijn persoon wil
vinden.
De verantwoordelijkheid waardoor ik het
in den oorlog kon uithouden, tot dat ik het
leger in het vaderland had teruggeleid, de
verantwoordelijkheid die mij als Rijkspresi
dent alle beslissende besluiten afdwong, deze
verantwoordelijkheid voor mijn geweten
dwingt, mij ook thans vol te houden en het
Duitsche volk in trouw te dienen.
Hiervoor mijn laatste krachten te geven,
daarvoor heb ik opnieuw mij ter beschikking
gesteld. Dat is zin en doel mijner candida
tuur.
Na de redevoering van den Rijkspresident
werd het „Duitschlandlied" gespeeld.
Het Presidium van de buitengewone As
semblee van den Volkenbond, heeft gisteren
een ontwerp-resolutie goedgekeurd, waarin
het resultaat van de besprekingen der As-
semblée cn de grondslagen voor de verdere
behandeling van het conflict in het Verre
Oosten door den Volkenbond worden vast
gelegd. De resolutie herinnert aan het bin
dende karakter van statuten en verdragen
van den Volkenbond en wijst erop, dat alle
leden-staten verplicht zijn geen enkelen
toestand of overeenkomst te erkennen, die
in strijd is met de bepalingen van het Vol
kenbondsverdrag. Voorts wordt erop ge
wezen dat nooit gepoogd kan worden het
Japansch-Chineesche conflict met wapenge
weld te regelen.
Tenslotte wordt besloten tot het instellen
van een speciale commissie van 19 leden, be
staande uit den President der Assemblée, de
12 leden van den Volkenbondraad en zes
andere vertegenwoordigers, door dc Assem
blée aan te wijzen.
Deze Commissie zal beschikken over
verstrekkende volmachten en moet een rap
port uitbrengen over het staken der vijan
delijkheden, en het sluiten van een defini
tieve overeenkomst. Zij moet toezicht houden
op de uitvoering van de tot nog toe door den
Raad genomen beslissingen cn een alge-
meene overeenkomst tot regeling van liet
conflict uitwerken, waarbij zoo noodig het
juridisch advies moet worden ingeroepen
van het Permanente Hof voor Internationale
Justitie te Den Haag. De speciale Commissie
wordt gemachtigd de Assemblée alle maat
regelen voor te stellen, die zij noodig acht en
uiterlijk twee Mei a.s. moet zij rapport uit
brengen aan de Assemblée over den alge-
meenen toestand. De zitting der Assemblée
wordt niet officieel gesloten en de voorzitter
wordt gemachtigd de plenaire vergadering,
wanneer hij zulks noodig acht, opnieuw bij
een te roepen.
Ierland,
Amnestie voor twintig
politieke gevangenen.
Nog geen vierentwintig uur nadat de Valera
het. bewind heeft aanvaard zijn twintig poli
tieke gevangenen op vrije voeetn gesteld.
Deze gevangenen ondergingen straffen, die
waren opgelegd door de militaire rechtbank,
ingesteld door de afgetreden regeering voor
de berechting van delicten en vergrijpen te
gen de veiligheid van den staat. Verwacht
wordt dat nog meer gevangenen in vrijheid
zullen worden gesteld.
Spanje.
Twintig jaar deportatie tegen
Alfonso geëischt.
De commissie, ingesteld tot het onderzoeken
van de verantwoordelijkheid voor den staats
greep van 193G heeft haar rapport over
de straffen, die zullen worden opgelegd aan
de leiders van dezen staatsgreep, met name
de leden van het directorium van Primo de
Rivera en dc ministers, die hebben tót-
gemaakt van de dictaturen van December
1925 tot Januari 1928, uitgebracht. Het rap
port eischt voor alle beschuldigden deportatie
voor den duur van twintig jaar met duur
zaam verlies van hun burgerrechten. On
der de beschuldigden bevinden zich de vroe
gere koning Alfonso, de generaals Saro, Cal-
vacanti, Frederico Berenguer, Jordaria, Ami-
do en vele andere militaire en civiele perso
nen, onder de laatsten ook Yanguas. De be
schuldiging luidt: hoogverraad. De consti-
tueerende Cortes zullen ais hooggerechtshof
fungeeren, tegen welks uitspraak geen hooger
beroep mogelijk Is.
China.
Vereenigde Staten niet tegen
woordig bij een Ronde T af el-
conferentie.
De Japansche minister van Buitenlandsche
Zaken, Josjisawa, heeft een mededeellng ont
vangen van den Japanschen ambassadeur te
Washington, dat de Amcrlkaansche regecring
voorloopig niet zal deelnemen aan een
Ronde-Tafel-Conferentie in het Verre Oos
ten. Zij heeft er geen belang bij, bij een der
gelijke conferentie vertegenwoordigd te zijn.
Naar verluidt zou men in Japansche krin
gen met groot misnoegen van dit besluit ken
nis hebben genomen.
Extra-trein van generaal
Honjo overvallen.
De extratrein, waarmede de Japansche
opperbevelhebber generaal Honjo naar
Moekdeir reisde na liet bijwonen der inhul
diging van het nieuwe staatshoofd te
Tsjangtsjoen. is aangevallen door 300 bere
den bandieten, die verdreven werden door
een detachement Japansche troepen.
De Japansche opperbevel-
hebber beschouwt den oorlog
als geëindigd.
De opperbevelhebber der Japansche troe
pen te Sjanghai, generaal Sjirokawa, heeft
den specialen correspondent van de ..Petit
Parisien" te Sjanghai een interview toege
staan, waarin hij verklaarde, dat hij den
Chineesch-Japanschen oorlog beschouwt als
definitief te zijn geëindigd, en dat thans het
woord aan de diplomaten is
Aan het geheele front lieerscht rust en
slechts af en toe komt het tot kleine scher
mutselingen wanneer de patrouilles van een
van beide partijen zich te ver naar voren
wagen.
Generaal Sjirokawa sprak sfijn bewondering
uit over de voortreffelijke houding van het
negentiende Cliineesche leger, dat hij het
beste leger van geheel China noemde.
Dc Japansche opperbevelhebber verklaar
de tenslotte, dat hij niet geloofde dat de Chi-
neezen een nieuwen aanval zouden doen.
Des te meer geloofde hij aan het spoedige uit
breken van eën nieuwen burgeroorlog in
China, waarbij de Japansche troepen werke-
looze toeschouwers zouden zijn.
Nog steeds stijging der werkloosheid. Onrust
barende toeneming van de criminaliteit en het
politiek radicalisme. Naar de presidentsver
kiezingen. Hindenburg of Hitier?
(Van onzen correspondent)
BERLIJN, Maart.
Zes en een kwart millioen werkloozen heeft
Duitschland volgens de laatste telling en het
is aan te nemen, dat dit aantal intusschen
grooter geworden is. De practijk heeft ge
leerd, dat elk jaar de stijging tot midden
April voortduurt en dan langzaam naar den
zomer toe weer afneemt. Zeven millioen had
de Rijkskanselier eenige maanden geleden,
toen de barre winter begon, geschat. Een
schatting, die met opzet zeer hoog genomen
was om niet later het verwijt van optimisme
uit te lokken.
Men moet over dit cijfer van zes en een
kwart millioen even nadenken om te beseffen,
wat het beteekent. Ook Nederland heeft
werkloozen in grooten getale, en zelfs het
rijke Frankrijk kent sedert eenige maanden
deze ramp, die onder omstandigheden erger
kan werken dan een epidemie, die zich ten
slotte nog door knappe medici laat bestrij
den. Maat wat beteekenen die getallen bij
ons en elders vergeleken met het arme
Duitschland. dat vijf en zestig millioen zie
len telt, grijsaards, kinderen, huisvrouwen,
alles natuurlijk meegerekend, van wie er een
zeer belangrijk percentage voor werk niet
maar of nog niet in aanmreking komt. Schat
ten we het aantal van hen, die zouden kun
nen werken, op dertig tot vijfendertig mil
lioen, dan komen we dus tot het resultaat, dat
op elke zes Duitschers er een volkomen zonder
werk zit en op kosten van de overigen in het
leven moet worden gehouden. Maar nog on
gunstiger is deze verhouding als we beden
ken, dat zeker nog tien millioen werkende
menschen hier op half rantsoen gezet zijn en
slechts enkele dagen in oe week nog werk
vinden, terwijl we ons niet eens aan een schat
ting van hen willen wagen, die in den laat
sten tijd een korting van hun inkomsten met
tien tot dertig procent zich hebben moeten
laten welgevallen.
Met cijfers en statistieken is intusschen
deze ellende nog lang niet te overzien. Ze
wordt pas duidelijk, als men in kringen ver
keert, waarin zulke werkloozen voorkomen
en als men met hen spreekt en een poging
doet om zich in him stemming in te denken!
Arme. zeer arme menschen zijn er altijd
geweest en hun aantal is in dezen tijd van
machine's en rationallseering er niet minder
op geworden. Maar wie arm is. heeft toch
altijd nog hoop. en zelfs werk gehad, al was
het. dan ook meestal geen aangename bezig
heid en een, die weinig verdienste met. zich
bracht. Wie al te veel pech had. wist toch,
dat vereenigingen van weldadigheid op tact
volle wijze voor hem zorgden, totdat de
grootste ellende geleden was. En zelfs voor
den ouden dag behoefden de allerarmsten
niet. bang te zijn. Het was geen ideale toe
stand. dat staat en stad voor dien ouden dag
moesten zorgen, en het „genadebrood"
smaakte voor zekere karakters altijd weer
bitter. Maar men leefde, men wist zich ge
borgen, men mopperde alleen maar omdat
men oud was en zooveel tijd had voor mop
peren. Dat was de achteraf gezien nog geluk
kige tijd van de zoogenaamde sociale wet
geving, die met de bloeiperiode van het libe
ralisme verbonden was.
Het liberalisme in Duitschland is dood, dc
sociale wetgeving is geen bijzonder eigen ver
schijnsel meer, geen evolulionnaire conces
sie. Een revolutie heeft de partif der arbeiders
jaren lang vrijwel onbeperkte macht gege
ven, die hier goed, daar slecht toegepast
werd en den staat ten slotte ondermijnde in
een periode, waarin experimenten op dit
gebied ad calendas graecas verschoven had
den moeten worden. Onverstand van binnen
en van over de grenzen hebben samenge
werkt om Duitschland in een crisisperiode te
brengen die alles overtreft wat dc schepping
van Bismarck aan beproevingen heeft moe
ten doormaken.
Nu is het zwaarste juk niet de som van
twee milliard, die het plan Young Duitsch
land heeft opgelegd en die in het afgeloopen
jaar en in de naaste toekomst toch niet be
taald werd en zal worden, evenmin den tol-
oorlog met tal van staten, en de daarmee
verbonden onmögelijkheid, waren aan het
buitenland af te zetten. Ten slotte ook niet
de crisis in den landbouw, ofschoon die dc
schatkist eveneens honderden millioenen
gekost heeft en nog heden kost. Maar de
werkloosheid, die sommen verslindt, waarmee
vergeleken de oorlogslasten slechts kinder
spel zijn. Sommen, die evenals deze oorlogs
lasten onproductieve uitgaven zijn. en die
nóg zwaarder morééle last beteekenen, om
dat zij die geven moeten, de zekerheid heb
ben. dat dit offer door hen die ontvangen
met begrijpelijke bitterheid aanvaard wordt.
Er moge een deel dezer werkloozen zijn.
dat het geld voor do staatsondersteuning
opsteekt met het gevoel, geld te krijgen waar
voor niets gepresteerd wordt. En dat deel dei-
bevolking, dat van nature lui en zonder eer
zucht is. verlangt wellicht niet eens naar
betere toestanden, die weer werk zullen bren
gen Maar zulke karakters zijn toch stellig
in de minderheid. De Duitscher is integendeel
een uiterst vlijtig mensch. Hoe moeilijker de
tijden, hoe harder hij werkt, en de geschie
denis heeft geleerd, dat het Duitsche volk
zich bij zijn concurrenten op de wereldmarkt
vóór 1914 eerder gehaat dan geliefd gemaakt
had, door in tijden van overvloed toch zulk
een overmatige werkkracht ten toon te sprei
den, dat men buiten Duitschland nerveus
werd cn deze verhoudingen zelfs op de in
ternationale politiek niet zonder grooten in
vloed bleken.
Het overgroote deel van de Duitsche werk
loozen maakt daarom tegenwoordig een tijd
door, dien de buitenstaander zich nauwelijks
zal kunnen voorstellen. Men behoeft slechts
eenige weken achtereen Duitsche dagbladen
te lezen om versteld te staan van de toene
mende criminaliteit, die onmogelljk-wreede
vormen heeft- aangenomen, van dc toenemen
de zelfmoorden .van de enorme toeneming
van het politieke radicalisme, dat over eenige
dagen bij de verkiezing van een nieuwen
Rijkspresident duidelijk genoeg uit de getal
len der kiezers van Hitier en Thalmann blij
ken zal.
Men kan deze politieke ontwikkeling ook
slechts begrijpen als men weet. dat in vrij
wel alle Duitsche gezinnen werkloozen voor
komen en dat deze menschen niet alleen zelf
aan de wanhoop tert prooi zijn maar boven
dien op hun omgeving een uiterst ongunsti-
gen invloed uitoefenen, zoodat het heusch
geen wonder is, dat millioenen Duitschers,
die nog heden werk hebben, door het in zich
opnemen van de stemming der werkloozen tot
het grootcf leger der ontevredenen gerekend
moeten worden, een toestand, die nog ver
scherpt is door de massale vlucht uit de ker
ken, die door het linksradicalisme is aange
moedigd cn uit oorlogsverschijnselcn verder
verklaard kan worden
Men moet er zich over verwonderen, dat
een en ander nog niet tot veel ernstiger con
flicten cn desnoods tot burgeroorlogen ge
voerd heeft. Wie Duitschland uit lange erva
ring kent, weet, dat men dit moet toeschrij
ven aan de bijna bovenmenschelijke neiging
der Duitschers om te gehoorzamen aan de
machten, die hen regeeren. Er Ls wellicht
geen volk ter wereld, dat beter gedisciplineerd
ls en minder neiging vertoont tot verzet te
gen de overheid. Maar het ware onjuist daar
in alleen onderworpenheid te zien. Een zeker
fatalisme, door al te veel en al te groote el
lende veroorzaakt, werkt natuurlijk in deze
tijden mede en moet tot op zekere hoogte
nog als een geluk beschouwd worden.
Men zal in het buitenland waarschijnlijk
niet begrepen hebben hoe het mogelijk ls,
dat straks millioenen rechts staande Duit
schers niet hun stem zullen uitbrengen op
den ouden en eerwaardigen generaal-vcld-
maarschalk von Hindenburg, ofschoon deze
zich op zijn 84ste jaar nogmaals voor een
verkiezing tot- Rijkspresident ter beschikking
gesteld heeft. Men weet in alle kringen van
het Duitsche volk, dat Hindenburg niet eer
zuchtig is. het waarschijnlijk nimmer geweest
is. ..De oude heer" is het type van den Prui-
sischen plichtmcnsch. Nimmer in zijn lange
leven heeft hij geweigerd een werkzaamheid,
hoe onaangenaam oók op zich te nemen, als
hij de overtuiging had, dat volk en staat, en
in vroeger jaren natuurlijk ook zijn Keizer
het, van hem verlangden. Slechts noode is hij
na de revolutie nog eenmaal uit zijn een
zaamheid in Hannover naar Berlijn verhuisd
om de erfenis van Ebert op zich te nemen.
Men zou meenen, dat zijn volk hem meer dan
dankbaar moest zijn. dat hij wil aanblijven,
ofschoon hij nu toch een rustigen levens
avond meer dan verdiend had.
Geheel afgezien van de onhandige wijze,
waarop door de verschillende burgerlijke
partijen dc candidaatstelling van Hindenburg
ditmaal voorbereid is. moet toch geconsta
teerd worden, dan aan zeer groot percentage
van het Duitsche volk. waaronder in de oer >ic
plaats de werkloozen te noemen zijn, Hin
denburg niet kiezen zal, omdat men in deze
kringen elk gezond verstand verloren heeft
en nog slechts van een radicale wijziging in
den toestand die men nu eenmaal van
een nieuwen man als Hitler verwacht nog
eenig heil voor de toekomst verwacht. Dc
hopeloosheid in de kringen der werkloozen
heeft een mentaliteit veroorzaakt, die het
enorme succes van een Adolf Hitler alleen
maar verklaren kan. Men heeft geen ver
trouwen meer in den ouden Hindenburg en
vooral niet in diens onmiddellijke raadslie
den. Daar ook vereert men den Rijks
president. maar meent, dat het de hoogste
tijd is. dat hij rust gaat nemen om niet nóg
meer sympathieën te verliezen. Men gunt
hem het beste en i.s bereid, hem onder de
grooten van het volk naast Bismarck op te
nemen. Maar men wenscht iemand anders
voor de situatie van heden. Een jonge kracht,
een. die door God gezonden Ls. een wonder
man. die over bovennatuurlijke krachten be
schikt. Het is onverschillig, hoe die man heet,
wat men van zijn leven weet. uit welke krin
gen hij is voortgekomen. Ditmaal heet hij
Hitler en was hij Oostenrijksch huisschilder.
Wat doet het er toe? De maagd van Orleans
was een boerendeern.
Het is maar de vraag, of de ontevredenen,
die met- Ibsen's Nora op het wonder wachten
op dertien Maart of tien April in'de meerder
heid zullen zijn!
H, X, B,
INGEZONDEN MEDEDF.ELINGEN
a 60 Cts. per regel
STOFZUIGERHUIS MAERTENS
Barfeljorisstraat 16 Telefoon 10756
VAMPYR STOFZUIGERS f 105.-
Vrees voor een epidemie in
Sjanghai.
De Agence Indo-Paclfique verneemt urt
Sjanghai, dat men in de internationale con
cessie vreest, dat er een epidemie zal uitbre
ken. daar in de Chineesche stad en in Tsjapel
talrijke lijken zijn blijven liggen, die nog
steeds niet zijn begraven.
Uit Nanking wordt gemeld, dat de voor
zitter der Chineesche buitengewone commis
sie voor buitenlandsche aangelegenheden ver
klaard heeft, dat dc nationale regeering
slechts dan aan een te Sjanghai te houden
conferentie zal deelnemen, wanneer Japan
Zijn troepen uit Sjanghai volkomen cn on
voorwaardelijk terugtrekt Het Sjanghai-
vraagstuk, zoo zeide hij, mag niet worden ge
scheiden van het Mandsjoerijsche vraagstuk.
Krachtens een besluit van het bestuur der
Kwomintang zal op 1 April een nationale con
ferentie plaats vinden.
Samenstelling der Mandsjoe
rijsche regeering.
De eerste regeering van den nieuwen
Mandsjocrljschen staat bestaat volgens Reu
ter o m uit den voorzitter van den geheimen
raad Tsjang Tsjin-hoei. den premier Tsjeng
Hsiau-Hsoe, die vroeger gouverneur was van
Poe-Nji, terwijl tot minister van Financiën
Hai-hsia is benoemd en tot minister van Bui
tenlandsche Zaken Hsieh Kai-tsjek.
De Japansche consul-generaal te Tjsangts-
joen, de nieuwe hoofdstad van het zelfstan
dige Mandsjoerije, heeft, naar V D. seint, aan
de regeering van Poe-Nji medegedeeld, dat
Japan de erkenning van den Mandsjoerij-
schen staat voor onbepaa'.den tijd heeft uit
gesteld.
De Japansche troepen blijven
in Mandsjoerije.
De commandant van het Japansche leger
in Mandsjoerije. generaal Honjo, heeft een
langdurig onderhoud gehad mot den presi
dent van den Mandsjoerijschcn staat Poe Nji,
waarna hij verklaarde gemachtigd te zijn of
ficieel mede te doelen, dat zijn troepen voor
loopig in MandsjoerUe zouden blijven, ten
einde den nieuwen staat in het binnenland
cn naar buiten te beschermen. Honjo ver
klaarde verder nog, dat voorloopig in Moek-
den en Tsjangtsjoen twee Japansche divi
sies zullen worden ondergebracht.
Een echec der Japansche
troepen.
Het telegraafagentschap der Sovjet Unie
deelt mede dat een aanval der Japansche
troepen op Taincan door de Chineesche troe
pen werd afgeslagen.
De Japansche troepen zouden groote ver
liezen hebben geleden. Op andere plaatsen is
het tot kleine botsingen tusschen Japanners
en Chineezen gekomen.
Polen.
Oud-minister-president Witos
met vergiftiging bedreigd.
Naar dc ..Kurjer Codzienny" meldt, heeft
de hoofdredacteur van het rcgceringsgezin-
de boerenblad „Der Polnischc Landwirt" van
een in dc Karpathen woonachtigen boer een
brief ontvangen, waarin deze aanbood, den
leider der oppositioneclc boeren, oud-minis
ter Witos. met vergiftigden honing om het
leven te brengen. Witos is door de politie ge
waarschuwd voor het in ontvangst nemen
van geschenken in levensmiddelen of dran
ken. Tegen den schrijver van den brief Is
een gerechtelijke instructie geopend.
Italië.
Oud-premier Boselli over
leden.
De voormalige Italiaansche minister-presi
dent Boselli is Donderdag op 93-jarigen
leeftijd overleden.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
Bescherming hvm griep.
keelontsteking en verkoudheden
AGENDA
n,
VRIJDAG 11 MAART
Gern. Concertzaal: Orgelconcert door
George Robert. Declamatie: Jan Musch.
8.15 uur.
Ged. Oude Gracht 68: N V. Haarlemschc
Hypotheekbank. Vergadering van aandeel
houders, 3 uur.
Gem. Concertgebouw: Tentoonstelling
Mond- en Tandhygicnc 25.30 en 710 uur.
Gebouw Haarl. Kegelbond. Inst. voor Ar-
beidsontwikkellng. Filmavond. 8 uur.
Palace: „Afzwaaien". Op het tooncel: De
Terrek Kozakken. 8.15 uur.
Rembrandt Theater: „In 't Gouden An
ker". Op het tooneel: Grossmann Comp.
7 en 9.15 uur.
Luxor Sound Theater: „Inspiratie". Op het
tooneel: Variété-attractie. 8.15 uur.
Teyler's Museum, Spaarne 16 Geopend op
werkdagen van 11—3 uur, behalve s Maan
dags, toegang vrij.
ZATERDAG 12 MAART
Stadsschouwburg: N V. Het Schouwtooncel
„Een man van geld". 8 uur.
Bioscoopvoorstellingen des middags en des
avonds.
APOTHEKEN (AVOND- EN NACHTDIENST»!
Firma C. C Loomeyer cn Zoon, Barteljo-
risstraat II. Telef. 10175.
Park Apotheek, Kleverpark weg 13. ToW.
11783. 4