President Hindenburg's radiorede. BRIEVEN UIT BERLIJN. BUITENLAND. "I HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 11 MAART 1932 Zijn motieven voor het aanvaarden der candidatuur. Zij werd hem door alle lagen van het volk aangeboden. De aanvaarding een vaderlandsche plicht. Persoonlijke aanvallen afgeslagen. „Wie mij niet kiezen wil, die late het". Uit GenèveDe ontwerpresolutie van de buitengewone Assemblee. Spaansche commissie veroordeelt ex-koning Alfonso tot zo jaar deportatie. HET BELANGRIJKSTE NIEUWS. Hindenburg. De Duitsche Rijkspresident Von Hinden burg heeft gisteravond via de Duitsche zen ders een rede gehouden, waaraan wij het volgende ontleenen: Toen mij, aldus begon Von Hindenburg, zeven jaren geleden voor de eerste maal dc vraag werd gesteld mij voor Duitschlands hoogste ambt ter beschikking te stellen, heb ik het nadrukkelijk vermeden voor door partijen georganiseerde vergaderingen het woord te voeren en derhalve slechts een maal per radio het geheele Duitsche Volk toegesproken. Thans nu mij ten tweeden male het presi dentschap van het Duitsche Rijk wordt aan geboden, wil ik mij in den verkiezingsstrijd geheel afzijdig houden. Het verloop van den strijd noodzaakt mij evenwel uit deze terug houdendheid naar voren te komen en draad loos het geheele Duitsche Volk toe te spreken Want allen zullen uit mijn mond vernemen, waarom ik de nieuwe candidatuur heb aan genomen. Tegelijkertijd wil ik door deze toe spraak bewijzen, dat ik niet bereid ben de in den laatsten tijd over mij ,verbreide onwaar heden onweersproken te laten. Een politieke programmaredevoering wil ik derhalve niet houden, omdat ik zulks niet noodig acht: Mijn leven en mijn levenswerk zeggen U van piijn streven en willen meer dan woorden kunnen doen. Indien ik na rijp beraad besloten heb mij voor een herkiezing ter beschikking te stel len, dan heb ik dat slechts gedaan in het gevoel daarmede een vaderlandsche plicht te vervullen. Indien ik geweigerd zou hebben, zou het gevaar bestaan dat bij de sterke par tijversnippering, in het bijzonder bij de on- eenigheid der rechterzijde bij de stemming óf de candidaat der radicale rechterzijde of een der radicale linkerzijde tot president van het Duitsche Volk gekozen zou worden. De verkiezing van een partijman, den ver tegenwoordiger van oen eenzijdige en ex treme politieke opvatting zou ons vaderland in zware, niet te overziene moeilijkheden hebben gebracht. Zekere politieke kringen hebben mijn be sluit mij weer candidaat te stellen anders uitgelegd. Ook zijn ongerechtigdheden, zoo al niet geheel bewuste leugens over mij in omloop Daartegen kom ik thans op. Er Is beweerd dat ik mijn candidatuur zou hebben gekregen uit handen der linkerzijde, of van een zwart-roode coalitie. Dat is. onjuist. De candidatuur is mij aangeboden uit alle lagen en kringen van het Duitsche volk, zoowel door een groot deel mijner oude kiezers, als ook door hen die in 1925 hun stemmen aan andere candidaten hebben gegeven. De eerste tot mij gerichte verzoeken mij weer tö candideeron, kwamen van groepen der rechterzijde. Hierbij sloten zich andere par tijen en organisaties aan. Ik zelf heb evenwel eerst toegestemd in een candidatuur nadat ik mij er van overtuigd had dat in geheel Duitschland breede lagen den wensch heb ben dat ik verder in functie blijf. In den verkiezingsstrijd zijn persoonlijke aanvallen tegen mij gericht over mijn be stuur tot nu toe. In de eerste plaats wordt mij de ondertee- kening van het Youngplan voorgehouden, waardoor ik mij openlijk tegenover het z.g. nationale front geplaatst zou hebben. De onderteekening is mij waarlijk niet licht ge vallen. doch ik hem haar gegeven, in de overtuiging, dat ook deze étappe noodzake lijk was om tot onze nationale vrijheid te geraken en ik geloof juist te hebben gehan deld. Het Rijnland is vrij. De buitcnlandsche toeziende autoriteiten zijn verdwenen. Het Youngplan met zijn voorwaarden is door de feitelijke ontwikkeling reeds achterhaald Een verder verwijt, dat in de agitatie tegen mij een rol speelt is, dat ik de noodverorde ningen heb onderteekend. Ik weet- wel dat ik door de uitvaardiging er van het Duitsche Volk zware lasten heb opgelegd en mij ten zeerste aan persoonlijke critiek heb blootge steld. Aangezien de eigenlijke wetgever, de Rijks dag, te kort schoot en niet in staat was langs den normalen weg der wetgeving de ver- eischte maatregelen te treffen tot het koe ren van onmiddellijk gevaar voor industrie, staatsfinanciën en valuta, moest ik insprin gen en zelf handelen binnen het kader van de mij bij de Rijksgrondwet gegeven buiten gewone bevoegdheden. Het is volkomen begrijpelijk, dat over en kele der getroffen maatregelen mcenings- verschillen bestaan en ik heb dikwijls slechts met een zwaar hart kunnen besluiten tot enkele dezer noodverodeningen. Ik zelf ben van meening dat menige maatregel welke in moeilijke, slecht te overziene situatie in derhaast moest worden getroffen, voor ver betering vatbaar is. Geen der critici kan mij ten minste het motief van zeer warme vader landsliefde cn sterken wil voor Duitschlands vrijheid als basis van mijn willen ontzeggen en zelfs zij die het luidst hun stem verhef fen in den strijd tegen het z.g. „systeem" zullen moeten toegeven, dat ik bij deze moei lijke beslissingen vrij van iederen band, uit eigen persoonlijke verantwoordelijkheid heb gehandeld. Wij staan nog midden in den strijd. De beslissingen op het veld der bui tcnlandsche politiek staan nog voor ons. Be langrijke taken in het binnenland, in het bizonder het lenigen der vreeselijke werk loosheid wachten een oplossing. Het groote doel kunnen wij echter slechts bereiken, indien wij ons tot een ware volks gemeenschap aaneensluiten. Ik kan niet ge- looven dat Duitschland in binnenlandsche twisten en in burgeroorlog zal verzinken, waar het er om gaat in de worsteling om de vrijheid en de waarde der Duitsche natie tezamen te staan. Ik herinner aan den geest van 1914 en aan den geest van het front, welke naar den man vraagt en niet naar den stand of de partij. Wie mij niet wil kiezen, late het. Ik zal evenwel niemand afstooten, die de eenheid van het Duitsche Volk in mijn persoon wil vinden. De verantwoordelijkheid waardoor ik het in den oorlog kon uithouden, tot dat ik het leger in het vaderland had teruggeleid, de verantwoordelijkheid die mij als Rijkspresi dent alle beslissende besluiten afdwong, deze verantwoordelijkheid voor mijn geweten dwingt, mij ook thans vol te houden en het Duitsche volk in trouw te dienen. Hiervoor mijn laatste krachten te geven, daarvoor heb ik opnieuw mij ter beschikking gesteld. Dat is zin en doel mijner candida tuur. Na de redevoering van den Rijkspresident werd het „Duitschlandlied" gespeeld. Het Presidium van de buitengewone As semblee van den Volkenbond, heeft gisteren een ontwerp-resolutie goedgekeurd, waarin het resultaat van de besprekingen der As- semblée cn de grondslagen voor de verdere behandeling van het conflict in het Verre Oosten door den Volkenbond worden vast gelegd. De resolutie herinnert aan het bin dende karakter van statuten en verdragen van den Volkenbond en wijst erop, dat alle leden-staten verplicht zijn geen enkelen toestand of overeenkomst te erkennen, die in strijd is met de bepalingen van het Vol kenbondsverdrag. Voorts wordt erop ge wezen dat nooit gepoogd kan worden het Japansch-Chineesche conflict met wapenge weld te regelen. Tenslotte wordt besloten tot het instellen van een speciale commissie van 19 leden, be staande uit den President der Assemblée, de 12 leden van den Volkenbondraad en zes andere vertegenwoordigers, door dc Assem blée aan te wijzen. Deze Commissie zal beschikken over verstrekkende volmachten en moet een rap port uitbrengen over het staken der vijan delijkheden, en het sluiten van een defini tieve overeenkomst. Zij moet toezicht houden op de uitvoering van de tot nog toe door den Raad genomen beslissingen cn een alge- meene overeenkomst tot regeling van liet conflict uitwerken, waarbij zoo noodig het juridisch advies moet worden ingeroepen van het Permanente Hof voor Internationale Justitie te Den Haag. De speciale Commissie wordt gemachtigd de Assemblée alle maat regelen voor te stellen, die zij noodig acht en uiterlijk twee Mei a.s. moet zij rapport uit brengen aan de Assemblée over den alge- meenen toestand. De zitting der Assemblée wordt niet officieel gesloten en de voorzitter wordt gemachtigd de plenaire vergadering, wanneer hij zulks noodig acht, opnieuw bij een te roepen. Ierland, Amnestie voor twintig politieke gevangenen. Nog geen vierentwintig uur nadat de Valera het. bewind heeft aanvaard zijn twintig poli tieke gevangenen op vrije voeetn gesteld. Deze gevangenen ondergingen straffen, die waren opgelegd door de militaire rechtbank, ingesteld door de afgetreden regeering voor de berechting van delicten en vergrijpen te gen de veiligheid van den staat. Verwacht wordt dat nog meer gevangenen in vrijheid zullen worden gesteld. Spanje. Twintig jaar deportatie tegen Alfonso geëischt. De commissie, ingesteld tot het onderzoeken van de verantwoordelijkheid voor den staats greep van 193G heeft haar rapport over de straffen, die zullen worden opgelegd aan de leiders van dezen staatsgreep, met name de leden van het directorium van Primo de Rivera en dc ministers, die hebben tót- gemaakt van de dictaturen van December 1925 tot Januari 1928, uitgebracht. Het rap port eischt voor alle beschuldigden deportatie voor den duur van twintig jaar met duur zaam verlies van hun burgerrechten. On der de beschuldigden bevinden zich de vroe gere koning Alfonso, de generaals Saro, Cal- vacanti, Frederico Berenguer, Jordaria, Ami- do en vele andere militaire en civiele perso nen, onder de laatsten ook Yanguas. De be schuldiging luidt: hoogverraad. De consti- tueerende Cortes zullen ais hooggerechtshof fungeeren, tegen welks uitspraak geen hooger beroep mogelijk Is. China. Vereenigde Staten niet tegen woordig bij een Ronde T af el- conferentie. De Japansche minister van Buitenlandsche Zaken, Josjisawa, heeft een mededeellng ont vangen van den Japanschen ambassadeur te Washington, dat de Amcrlkaansche regecring voorloopig niet zal deelnemen aan een Ronde-Tafel-Conferentie in het Verre Oos ten. Zij heeft er geen belang bij, bij een der gelijke conferentie vertegenwoordigd te zijn. Naar verluidt zou men in Japansche krin gen met groot misnoegen van dit besluit ken nis hebben genomen. Extra-trein van generaal Honjo overvallen. De extratrein, waarmede de Japansche opperbevelhebber generaal Honjo naar Moekdeir reisde na liet bijwonen der inhul diging van het nieuwe staatshoofd te Tsjangtsjoen. is aangevallen door 300 bere den bandieten, die verdreven werden door een detachement Japansche troepen. De Japansche opperbevel- hebber beschouwt den oorlog als geëindigd. De opperbevelhebber der Japansche troe pen te Sjanghai, generaal Sjirokawa, heeft den specialen correspondent van de ..Petit Parisien" te Sjanghai een interview toege staan, waarin hij verklaarde, dat hij den Chineesch-Japanschen oorlog beschouwt als definitief te zijn geëindigd, en dat thans het woord aan de diplomaten is Aan het geheele front lieerscht rust en slechts af en toe komt het tot kleine scher mutselingen wanneer de patrouilles van een van beide partijen zich te ver naar voren wagen. Generaal Sjirokawa sprak sfijn bewondering uit over de voortreffelijke houding van het negentiende Cliineesche leger, dat hij het beste leger van geheel China noemde. Dc Japansche opperbevelhebber verklaar de tenslotte, dat hij niet geloofde dat de Chi- neezen een nieuwen aanval zouden doen. Des te meer geloofde hij aan het spoedige uit breken van eën nieuwen burgeroorlog in China, waarbij de Japansche troepen werke- looze toeschouwers zouden zijn. Nog steeds stijging der werkloosheid. Onrust barende toeneming van de criminaliteit en het politiek radicalisme. Naar de presidentsver kiezingen. Hindenburg of Hitier? (Van onzen correspondent) BERLIJN, Maart. Zes en een kwart millioen werkloozen heeft Duitschland volgens de laatste telling en het is aan te nemen, dat dit aantal intusschen grooter geworden is. De practijk heeft ge leerd, dat elk jaar de stijging tot midden April voortduurt en dan langzaam naar den zomer toe weer afneemt. Zeven millioen had de Rijkskanselier eenige maanden geleden, toen de barre winter begon, geschat. Een schatting, die met opzet zeer hoog genomen was om niet later het verwijt van optimisme uit te lokken. Men moet over dit cijfer van zes en een kwart millioen even nadenken om te beseffen, wat het beteekent. Ook Nederland heeft werkloozen in grooten getale, en zelfs het rijke Frankrijk kent sedert eenige maanden deze ramp, die onder omstandigheden erger kan werken dan een epidemie, die zich ten slotte nog door knappe medici laat bestrij den. Maat wat beteekenen die getallen bij ons en elders vergeleken met het arme Duitschland. dat vijf en zestig millioen zie len telt, grijsaards, kinderen, huisvrouwen, alles natuurlijk meegerekend, van wie er een zeer belangrijk percentage voor werk niet maar of nog niet in aanmreking komt. Schat ten we het aantal van hen, die zouden kun nen werken, op dertig tot vijfendertig mil lioen, dan komen we dus tot het resultaat, dat op elke zes Duitschers er een volkomen zonder werk zit en op kosten van de overigen in het leven moet worden gehouden. Maar nog on gunstiger is deze verhouding als we beden ken, dat zeker nog tien millioen werkende menschen hier op half rantsoen gezet zijn en slechts enkele dagen in oe week nog werk vinden, terwijl we ons niet eens aan een schat ting van hen willen wagen, die in den laat sten tijd een korting van hun inkomsten met tien tot dertig procent zich hebben moeten laten welgevallen. Met cijfers en statistieken is intusschen deze ellende nog lang niet te overzien. Ze wordt pas duidelijk, als men in kringen ver keert, waarin zulke werkloozen voorkomen en als men met hen spreekt en een poging doet om zich in him stemming in te denken! Arme. zeer arme menschen zijn er altijd geweest en hun aantal is in dezen tijd van machine's en rationallseering er niet minder op geworden. Maar wie arm is. heeft toch altijd nog hoop. en zelfs werk gehad, al was het. dan ook meestal geen aangename bezig heid en een, die weinig verdienste met. zich bracht. Wie al te veel pech had. wist toch, dat vereenigingen van weldadigheid op tact volle wijze voor hem zorgden, totdat de grootste ellende geleden was. En zelfs voor den ouden dag behoefden de allerarmsten niet. bang te zijn. Het was geen ideale toe stand. dat staat en stad voor dien ouden dag moesten zorgen, en het „genadebrood" smaakte voor zekere karakters altijd weer bitter. Maar men leefde, men wist zich ge borgen, men mopperde alleen maar omdat men oud was en zooveel tijd had voor mop peren. Dat was de achteraf gezien nog geluk kige tijd van de zoogenaamde sociale wet geving, die met de bloeiperiode van het libe ralisme verbonden was. Het liberalisme in Duitschland is dood, dc sociale wetgeving is geen bijzonder eigen ver schijnsel meer, geen evolulionnaire conces sie. Een revolutie heeft de partif der arbeiders jaren lang vrijwel onbeperkte macht gege ven, die hier goed, daar slecht toegepast werd en den staat ten slotte ondermijnde in een periode, waarin experimenten op dit gebied ad calendas graecas verschoven had den moeten worden. Onverstand van binnen en van over de grenzen hebben samenge werkt om Duitschland in een crisisperiode te brengen die alles overtreft wat dc schepping van Bismarck aan beproevingen heeft moe ten doormaken. Nu is het zwaarste juk niet de som van twee milliard, die het plan Young Duitsch land heeft opgelegd en die in het afgeloopen jaar en in de naaste toekomst toch niet be taald werd en zal worden, evenmin den tol- oorlog met tal van staten, en de daarmee verbonden onmögelijkheid, waren aan het buitenland af te zetten. Ten slotte ook niet de crisis in den landbouw, ofschoon die dc schatkist eveneens honderden millioenen gekost heeft en nog heden kost. Maar de werkloosheid, die sommen verslindt, waarmee vergeleken de oorlogslasten slechts kinder spel zijn. Sommen, die evenals deze oorlogs lasten onproductieve uitgaven zijn. en die nóg zwaarder morééle last beteekenen, om dat zij die geven moeten, de zekerheid heb ben. dat dit offer door hen die ontvangen met begrijpelijke bitterheid aanvaard wordt. Er moge een deel dezer werkloozen zijn. dat het geld voor do staatsondersteuning opsteekt met het gevoel, geld te krijgen waar voor niets gepresteerd wordt. En dat deel dei- bevolking, dat van nature lui en zonder eer zucht is. verlangt wellicht niet eens naar betere toestanden, die weer werk zullen bren gen Maar zulke karakters zijn toch stellig in de minderheid. De Duitscher is integendeel een uiterst vlijtig mensch. Hoe moeilijker de tijden, hoe harder hij werkt, en de geschie denis heeft geleerd, dat het Duitsche volk zich bij zijn concurrenten op de wereldmarkt vóór 1914 eerder gehaat dan geliefd gemaakt had, door in tijden van overvloed toch zulk een overmatige werkkracht ten toon te sprei den, dat men buiten Duitschland nerveus werd cn deze verhoudingen zelfs op de in ternationale politiek niet zonder grooten in vloed bleken. Het overgroote deel van de Duitsche werk loozen maakt daarom tegenwoordig een tijd door, dien de buitenstaander zich nauwelijks zal kunnen voorstellen. Men behoeft slechts eenige weken achtereen Duitsche dagbladen te lezen om versteld te staan van de toene mende criminaliteit, die onmogelljk-wreede vormen heeft- aangenomen, van dc toenemen de zelfmoorden .van de enorme toeneming van het politieke radicalisme, dat over eenige dagen bij de verkiezing van een nieuwen Rijkspresident duidelijk genoeg uit de getal len der kiezers van Hitier en Thalmann blij ken zal. Men kan deze politieke ontwikkeling ook slechts begrijpen als men weet. dat in vrij wel alle Duitsche gezinnen werkloozen voor komen en dat deze menschen niet alleen zelf aan de wanhoop tert prooi zijn maar boven dien op hun omgeving een uiterst ongunsti- gen invloed uitoefenen, zoodat het heusch geen wonder is, dat millioenen Duitschers, die nog heden werk hebben, door het in zich opnemen van de stemming der werkloozen tot het grootcf leger der ontevredenen gerekend moeten worden, een toestand, die nog ver scherpt is door de massale vlucht uit de ker ken, die door het linksradicalisme is aange moedigd cn uit oorlogsverschijnselcn verder verklaard kan worden Men moet er zich over verwonderen, dat een en ander nog niet tot veel ernstiger con flicten cn desnoods tot burgeroorlogen ge voerd heeft. Wie Duitschland uit lange erva ring kent, weet, dat men dit moet toeschrij ven aan de bijna bovenmenschelijke neiging der Duitschers om te gehoorzamen aan de machten, die hen regeeren. Er Ls wellicht geen volk ter wereld, dat beter gedisciplineerd ls en minder neiging vertoont tot verzet te gen de overheid. Maar het ware onjuist daar in alleen onderworpenheid te zien. Een zeker fatalisme, door al te veel en al te groote el lende veroorzaakt, werkt natuurlijk in deze tijden mede en moet tot op zekere hoogte nog als een geluk beschouwd worden. Men zal in het buitenland waarschijnlijk niet begrepen hebben hoe het mogelijk ls, dat straks millioenen rechts staande Duit schers niet hun stem zullen uitbrengen op den ouden en eerwaardigen generaal-vcld- maarschalk von Hindenburg, ofschoon deze zich op zijn 84ste jaar nogmaals voor een verkiezing tot- Rijkspresident ter beschikking gesteld heeft. Men weet in alle kringen van het Duitsche volk, dat Hindenburg niet eer zuchtig is. het waarschijnlijk nimmer geweest is. ..De oude heer" is het type van den Prui- sischen plichtmcnsch. Nimmer in zijn lange leven heeft hij geweigerd een werkzaamheid, hoe onaangenaam oók op zich te nemen, als hij de overtuiging had, dat volk en staat, en in vroeger jaren natuurlijk ook zijn Keizer het, van hem verlangden. Slechts noode is hij na de revolutie nog eenmaal uit zijn een zaamheid in Hannover naar Berlijn verhuisd om de erfenis van Ebert op zich te nemen. Men zou meenen, dat zijn volk hem meer dan dankbaar moest zijn. dat hij wil aanblijven, ofschoon hij nu toch een rustigen levens avond meer dan verdiend had. Geheel afgezien van de onhandige wijze, waarop door de verschillende burgerlijke partijen dc candidaatstelling van Hindenburg ditmaal voorbereid is. moet toch geconsta teerd worden, dan aan zeer groot percentage van het Duitsche volk. waaronder in de oer >ic plaats de werkloozen te noemen zijn, Hin denburg niet kiezen zal, omdat men in deze kringen elk gezond verstand verloren heeft en nog slechts van een radicale wijziging in den toestand die men nu eenmaal van een nieuwen man als Hitler verwacht nog eenig heil voor de toekomst verwacht. Dc hopeloosheid in de kringen der werkloozen heeft een mentaliteit veroorzaakt, die het enorme succes van een Adolf Hitler alleen maar verklaren kan. Men heeft geen ver trouwen meer in den ouden Hindenburg en vooral niet in diens onmiddellijke raadslie den. Daar ook vereert men den Rijks president. maar meent, dat het de hoogste tijd is. dat hij rust gaat nemen om niet nóg meer sympathieën te verliezen. Men gunt hem het beste en i.s bereid, hem onder de grooten van het volk naast Bismarck op te nemen. Maar men wenscht iemand anders voor de situatie van heden. Een jonge kracht, een. die door God gezonden Ls. een wonder man. die over bovennatuurlijke krachten be schikt. Het is onverschillig, hoe die man heet, wat men van zijn leven weet. uit welke krin gen hij is voortgekomen. Ditmaal heet hij Hitler en was hij Oostenrijksch huisschilder. Wat doet het er toe? De maagd van Orleans was een boerendeern. Het is maar de vraag, of de ontevredenen, die met- Ibsen's Nora op het wonder wachten op dertien Maart of tien April in'de meerder heid zullen zijn! H, X, B, INGEZONDEN MEDEDF.ELINGEN a 60 Cts. per regel STOFZUIGERHUIS MAERTENS Barfeljorisstraat 16 Telefoon 10756 VAMPYR STOFZUIGERS f 105.- Vrees voor een epidemie in Sjanghai. De Agence Indo-Paclfique verneemt urt Sjanghai, dat men in de internationale con cessie vreest, dat er een epidemie zal uitbre ken. daar in de Chineesche stad en in Tsjapel talrijke lijken zijn blijven liggen, die nog steeds niet zijn begraven. Uit Nanking wordt gemeld, dat de voor zitter der Chineesche buitengewone commis sie voor buitenlandsche aangelegenheden ver klaard heeft, dat dc nationale regeering slechts dan aan een te Sjanghai te houden conferentie zal deelnemen, wanneer Japan Zijn troepen uit Sjanghai volkomen cn on voorwaardelijk terugtrekt Het Sjanghai- vraagstuk, zoo zeide hij, mag niet worden ge scheiden van het Mandsjoerijsche vraagstuk. Krachtens een besluit van het bestuur der Kwomintang zal op 1 April een nationale con ferentie plaats vinden. Samenstelling der Mandsjoe rijsche regeering. De eerste regeering van den nieuwen Mandsjocrljschen staat bestaat volgens Reu ter o m uit den voorzitter van den geheimen raad Tsjang Tsjin-hoei. den premier Tsjeng Hsiau-Hsoe, die vroeger gouverneur was van Poe-Nji, terwijl tot minister van Financiën Hai-hsia is benoemd en tot minister van Bui tenlandsche Zaken Hsieh Kai-tsjek. De Japansche consul-generaal te Tjsangts- joen, de nieuwe hoofdstad van het zelfstan dige Mandsjoerije, heeft, naar V D. seint, aan de regeering van Poe-Nji medegedeeld, dat Japan de erkenning van den Mandsjoerij- schen staat voor onbepaa'.den tijd heeft uit gesteld. De Japansche troepen blijven in Mandsjoerije. De commandant van het Japansche leger in Mandsjoerije. generaal Honjo, heeft een langdurig onderhoud gehad mot den presi dent van den Mandsjoerijschcn staat Poe Nji, waarna hij verklaarde gemachtigd te zijn of ficieel mede te doelen, dat zijn troepen voor loopig in MandsjoerUe zouden blijven, ten einde den nieuwen staat in het binnenland cn naar buiten te beschermen. Honjo ver klaarde verder nog, dat voorloopig in Moek- den en Tsjangtsjoen twee Japansche divi sies zullen worden ondergebracht. Een echec der Japansche troepen. Het telegraafagentschap der Sovjet Unie deelt mede dat een aanval der Japansche troepen op Taincan door de Chineesche troe pen werd afgeslagen. De Japansche troepen zouden groote ver liezen hebben geleden. Op andere plaatsen is het tot kleine botsingen tusschen Japanners en Chineezen gekomen. Polen. Oud-minister-president Witos met vergiftiging bedreigd. Naar dc ..Kurjer Codzienny" meldt, heeft de hoofdredacteur van het rcgceringsgezin- de boerenblad „Der Polnischc Landwirt" van een in dc Karpathen woonachtigen boer een brief ontvangen, waarin deze aanbood, den leider der oppositioneclc boeren, oud-minis ter Witos. met vergiftigden honing om het leven te brengen. Witos is door de politie ge waarschuwd voor het in ontvangst nemen van geschenken in levensmiddelen of dran ken. Tegen den schrijver van den brief Is een gerechtelijke instructie geopend. Italië. Oud-premier Boselli over leden. De voormalige Italiaansche minister-presi dent Boselli is Donderdag op 93-jarigen leeftijd overleden. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel Bescherming hvm griep. keelontsteking en verkoudheden AGENDA n, VRIJDAG 11 MAART Gern. Concertzaal: Orgelconcert door George Robert. Declamatie: Jan Musch. 8.15 uur. Ged. Oude Gracht 68: N V. Haarlemschc Hypotheekbank. Vergadering van aandeel houders, 3 uur. Gem. Concertgebouw: Tentoonstelling Mond- en Tandhygicnc 25.30 en 710 uur. Gebouw Haarl. Kegelbond. Inst. voor Ar- beidsontwikkellng. Filmavond. 8 uur. Palace: „Afzwaaien". Op het tooncel: De Terrek Kozakken. 8.15 uur. Rembrandt Theater: „In 't Gouden An ker". Op het tooneel: Grossmann Comp. 7 en 9.15 uur. Luxor Sound Theater: „Inspiratie". Op het tooneel: Variété-attractie. 8.15 uur. Teyler's Museum, Spaarne 16 Geopend op werkdagen van 11—3 uur, behalve s Maan dags, toegang vrij. ZATERDAG 12 MAART Stadsschouwburg: N V. Het Schouwtooncel „Een man van geld". 8 uur. Bioscoopvoorstellingen des middags en des avonds. APOTHEKEN (AVOND- EN NACHTDIENST»! Firma C. C Loomeyer cn Zoon, Barteljo- risstraat II. Telef. 10175. Park Apotheek, Kleverpark weg 13. ToW. 11783. 4

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 5