B. PRIJS.
B. PRIJS,
GORDIJNEN
J. TH. KORT
I#
MASSAGE- EN
ONTHARINGSINRICHTING
DAMESKAPSALONS EN
MASSAGE-INRICHTING
■i
MODE 1932.
GEN.CRONJESTRAAT 54 H.-N. - TEL. 14726
N.V. WED. OOSTEN ZOON
HAARLEM
n. MOTORRiwpiifiis
FRANS IP. iö MP1
H.D. VERTELLING
Met het oog op de naderende feestdagen is het zeer wen-
schelijk, dat dames, die zich alsnog willen laten behandelen
zich zoo spoedig mogelijk aanmelden, om teleurstelling te
voorkomen. Verwijdering van overtollige en ongewenschte
haargroei. Volkomen afdoende met garantie f 2.per
behandeling van een M uur. Bij abonnement f 1.50.
Automatische bandmassage 10 cent per keer. Verwijdering
van wratten, puistjes enz. enz. per keer f 0.75
PERMANENT WAVE (alles inbegrepen) f 3.50
BARTELJORISSTRAAT 13-17
HAARLEM
Opgor. 1853
In onze etalages geven wij vanaf
heden een overzicht van 't nieuwste
in onze diverse artikelen.
Thans GEasgordijnen
Tapijten, Karpetten
BH en Loopers k
van 't sedert jaren gunstig bekende
Anker fabrikaat.
BEHANCERIJ
STOFFEERDERIJ
COMPL. MEUBILEERING
KOMT U EENS KIJKEN?
OOK NAAR DE ETALAGES?
DE NIEUWE COLLECTIE ALLOVERNET,
VOILE. MARQUISETTE. ENZ. VOOR
GORDIJNEN HEBBEN WIJ THANS GEHEEL
COMPLEET.
IHET IS EEN ZEER UITGEBREIDE SORTEERING,
EEN COLLECTIE ZOOALS U DIE ELDERS
TEVERGEEFS ZULT ZOEKEN.
LANGE VEERSTRAAT
GR. HOUTSTRAAT 50
HET IS NU DE TIJD
om een nieuw Motorrijwiel te koopen (Uw oude eventueel in te ruilen). Wij hebben
voorradig een pracht collectie die zoo uitgebreid Is, dat onze etalage te klein
bleek, cn wij ecu tweede oiigebouwd hebben om U de vele modellen te kunnen
toonen. - Komt eens zien en bespreekt eventueelc BETALINGSCONDITIES.
De Nieuwe None-Better Junior vanaf f 198.
D. K. W. met verlichting f 298.
R. M W. f 339 -
New Imperial met verlichting f 395.
Calthorpe 6 volts verlichting f450.
Norton 6 f 695.
SPAARNWOUDERSTRAAT 103/105 - TEL. 13127
Een oud en vertrouwd adres, welke volledige garantie en perfecte Service waarborgt
Kleuren en vormen als verweer tegen somberheid.
De sobere japon heeft afgedaan.
In de sombere lente van 1932 schept de
Mode een spel van levende lijnen en klin
kend harde kleuren, die aan het leven, dat
in een langen en grauwen winter dreigde te
vergrijzen, nieuwen gloed en nieuwen luister
bijzetten.
De show der Mode is de show der vroo-
lijke, sprekende tin ten, dit jaar, de show
van gevarieerde en kwistige vormen. Het
project van de mode voor het crisisjaar 1932
kwam voort uit de reactie op een tot luste
loosheid neigenden tijdgeest. De Mode 1932
draagt een nog belangrijker, een nog voor
namer karakter dan andere jaren, zij heeft
de taak om zelfs, wanneer deze zomer zon-
loos bleef, warmte en zon te geven. En zij
zal die taak met waardigheid dragen.
De show der mode is even grillig als de
verlangens harer bewonderaars en even
standvastig tevens als de regelmaat van hun
immer verjongde belangstelling. Zij is de
verwezenlij king ieder jaar. van het nieuwe
en door de jaren heen verwezenlijkt zij niets
dan de bevestiging harer eigen historie.
En zoo hoorden wij, die over de mode de
directies van drie groote Haarlemsche mode-
huizen en van één bekende zaak in dames
hoeden haar meening vroegen, dat de mode
nu terug is tot den jare 1900. Het zou ge
waagd zijn om te zeggen, dat zij nóg verder
terug was, want dan raakten wij in de pof
mouwtjes en de ingesnoerde tailles en de
protesten zouden vele zijn. In het algemeen
sluit de dracht van het zomerseizoen zich
aan bij dezen winter, de wijzigingen bepalen
zich tot onderdeelen. Zoo bleef de lengte van
de japonnen vrijwel gelijk, zij moge enkele
centimeters korter zijn geworden, wij zijn tot
het korte rokje, noch tot de sleepjurk ge
naderd. En dat de taille enkele centimeters
hooger is gekomen, maakt niet zoo'n groot
verschil als ei1 is tusschen getailleerde en
ongetailleerde japonnen. Sinds de laatste
verdwenen, is er weer meer vrouwelijke lijn
in japonnen, de vorm werd wat sierlijker. In
het algemeen zijn de mooie vrouwelijke mo
dellen teruggekeerd in de dameskleeding en
de garnituren passen zich daar goed bij aan.
Voor de eenvoudige sobere japon, gesneden
uit één stuk, kwam een rijker, weelderiger
vorm, de japon van 1932 is afgezet met vo
lants en dc hoeden zijn afgewerkt met
bloemen, de historie herhaalt zich, inder
daad.
Over de japon met korte mouwen wordt
het korte jasje gedragen met lange mouwen,
in een bijpassende kleur; de pélerine, het
schoudermanteltje, zal dit jaar weer op
gang maken. Er zal meer fantasie in mou
wen zijn, herinnering maar niet al te ge
durfde herinnering aan den pofmouw.
En dan de sjaaltjes.'De sjaals zullen gedra
gen worden in de kleuren van de hoedjes
cn gestrikt met een kwieken strik op zij
Vooral natuurlijk door de jongelui. De oude
ren zullen er wat grooter hoeden bij moeten
hebben, het kleine hoedje van dit seizoen
is werkelijk zéér jeugdig.
Het hoedje zal schuin op het hoofd gedra
gen worden, diep in 't gezicht. Iets nieuws is
de voile, die natuurlijk op zich zelf weer
heelemaal niet nieuw is, maar waarvan de
dracht een flinke stap terug beteekent. In
dien tijd is de voile kleiner geworden en de
mazen grooter. De voile is nog slechts zeer
kort en laat den neus vrij. Gelukkig zouden
wij zeggen, maar wie weet, hoe lang de voile
volgend jaar is?
Het vilten hoedje is verdwenen. De hoeden
zullen van stroo zijn, „pedal" of „racello'' in
de fijne stroosoorten. Van den zomer zullen
er ook groote stroohoeden zijn, en veel in
maïskleur. En voor een zeer vlot, en zeer
jongensachtig model zal er de hoed zijn, die
den vorm heeft gekregen van de Amerikaan-
sche matrozenmuts, die daarvoor opzettelijk
is uitgekozen. Ge kent die wel van de film.
Wie nog verwacht mocht hebben, dat de
struisveer dit jaar terug zou zijn, dien moe
ten wij teleurstellen. De struisveer is er niet.
De show der Mode toont u in den loop
der jaren alle kleuren en al deze kleuren op
nieuw, maar zij zal de fout niet maken, dat
zij twee seizoenen achtereen dezelfde kleur
kiest.
De kleuren 1932 zijn blauw en rood en ook
wel grijs en terra. Groen en geel zullen niet
in aanmerking komen en de fantasiekleuren
zijn er uit. Hard en effen zullen de moedige
en vastberadenkleuren zijn in een seizoen,
dat optimisme en vertrouwen noodlg heeft.
Met de kwikjes en de strikjes zullen het de
tinten zijn, die de Mode tot de draagster
van een blijde levenshouding maken. Blauw
is er in oneindige variaties. Maar het don-
derblauw „bleu digital", zal de modekleur
bij uitstek zijn. bij het korenblauw, het ma
rineblauw, het „regatta", het bleu Laval, dat
genoemd werd naar het blauw, dat Laval's
dochter droeg, toen zij in New York aan land
stapte. En dan het aardbeirood, „cocktail" en
nog wat rood, dat ook naar bruin varieert,
van donkerbruin tot maïskleur toe. Van den
zomer zal er evenveel wit gedragen worden
als altijd. De hoedjes zullen dezelfde kleuren
dragen als de japonnen en ook de mantels
zullen effen zijn.
Gebloemde stoffen hebben afgedaan, maar
wie bij alle effen en harde kleuren toch wat
gemoedelijker wil zijn, vindt een groote keuze
in stoffen met moesjes en nopjes. Maar ver
der behooren de kleine dessins tot het verle
den. En tot de toekomst zouden wij haast
zeggen. Op het gevaar van de verontwaardi
ging aller dames af.
Koperen knoopen. Het is wel wat martiaal
en tegen den geest des tijds, maar ze zullen
toch veel te zien zijn aan de korte jasjes als
militaire equipementen, voorop en op de
mouwen.
En nu de stoffen nog.
De directie van het modehuis is als de
waarzegster, die in de koffie leest, wat aan
gaat haar voorspellingen.
Zij zegt, dat er veel kunstzij gaat (fla-
menga) dit jaar en indien zij dit zegt, dan
zal het ook zoo zijn, want in eerste instan
tie beslist het publiek niet over dc mode
maar de man in Parijs, die de mode lanceert.
Het zou zeer gemakkelijk en zeer vleiend zijn,
om te zeggen, dat degene, die de mode maak
een vrouw is, en wel de eerste, die met het
aardigste japonnetje loopt, wijl er geen
vrouw zou zijn, die dat japonnetje niet óók
zou willen hebben, maar er zou een geschil
kunnen ontstaan, wie er waarlijk de eerste
geweest, zou zijn. en mogen alle geschillen
verre van ons blijven bij de behandeling van
een zóó delicaat onderwerp als het onder
havige 1
Voorts wordt er veel ajour gedragen, éta-
mlne en andere opengewerkte stof.
De nieuwe stof is „Shetland". Shetland
is een Engelsche wollen stof, de mantels zul
len er van gemaakt zijn, voornamelijk in
bleu. In het begin zullen er veel fantasie-
stoffen gedragen worden, later krijgt het
unis de overhand. Machinestiksels sullen de
mantels afzetten. De lengte van de mantels
wordt, een nuance korter dan dezen winter.
Voor de gekleede mantels komen bouclé-
achtige stoffen in aanmerking, de rage van
de tweedmantels is voorbij. De sportmantels
zullen van Shetland zijn.
Bont handhaaft zich. Niet alleen voor voor-
j aarsmanleis zal het georuiKb worden, ook
voor garneering van kragen, met „buenos"
bijvoorbeeld, een bont met een krulletje, en
„galjacs" een glimmend bont.
Blijven de effen kleuren hoofdzaak, de
twee-deelige costuums zullen meest in twee
kleuren uitkomen. Jakjes en bolero's en rok
leenen zich daartoe wel.
Het complet blijft tot de gevraagde ar
tikelen behooren.
De jumpers blijven mode, in „Wiener Strick-
waren", tricotages, wordt zeer veel op de
markt gebracht. En daarin zullen fel-con-
trasteerende kleuren het steeds het beste
doen.
De blouse zal haar aandeel opeischen, zoo
goed als zij het altijd gedaan heeft. De man-
telcostumes zijn er niet uit..
En wat kousen betreft, die zullen zich wat
meer aan de bovenkleeding aanpassen, dan
in langen tijd het geval geweest is.
Tenslotte een belangrijke zaak; de prijzen.
Zeker, de prijzen zullen over het algemeen
lager zijn. Het geheele levenspeil is op een
lager niveau. Maar het diepste punt schijnt
voor de prijzen nu toch wel bereikt te zijn.
Het kan weinig slechter, zegt de fabrikant.
Velen produceeren nog slechts om zich te
handhaven. Zij verkoopen met verlies. En
dan; er is de contingenteering va?i den in
voer. De contingenteering heeft in het bij
zonder de modebranche getroffen, omdat zij
afhankelijk is van seizoendruktc, die zich
niet door maatregelen laat dwingen. En om
dat zij allerlei uit het buitenland betreft, dat
in Holland tot dusver niet gemaakt werd.
Maar een voordeel is, dat ons land de gele
genheid la-ijgt om te toonen wat het maken
kan, als het noodig is. „En waarom zouden
wij het eigenlijk niet kunnen?". Maar goed-
kooper zal het er in elk geval niet op worden.
Bont is zeer belangrijk goedkooper gewor
den. Van hoeden zijn de prijzen zeer gedaald,
wat kon, omdat de materie ele waarde van
een hoed betrekkelijk gering is.
Dc groote industrie van damesconfectie is
voor Holland gevestigd in Berlijn en Weenen.
ih geven een nauwkeuriger afwerking dan
Frankrijk.
Maar Parijs geeft den toon aan. De geest
der mode is de fijne Fransche geest en er is
niemand, die daar een individueele meening
tegenover kan stellen.
De winkelier, die dat durfde zou spoedig
aan de Mode ten onder gaan.
Pk.
MOED.
O zon. gij komt mij weer genezen!
O geurenvolle zomerwind,
Ik wil in u gelukkig wezen
Een diep-gelukkig menschenkind!
Ik worstel in uw licht naar boven,
Ik stijg weer uit uw schaduwen,
Ik wil weer in mijzelf gelooven,
Dat ik gezond gezegend ben!
„Zie 'k heb mijn hoofd weer opgeheven,
Ik wil een dapp're kerel zijn,
Ik wil weer vechten met het leven,
En lachen in den zonneschijn!
Zie, 'k heb den moed om niet te klagen,
Om ide're vreugd en ied're pijn
Glimlachend aan mijn hart te dragen: -
Den moed om een blij mem :.i te zijn!
Den moed om zelf mijn lot te lezen,
Tot het mij dood van 't vechten vindt -
O zon! ik wil gelukkig wezen
Een diep-gelukkig menschenkind
"Uit „Eenzame Liedjes" van
C. S. Adania van Scheltema.
Waarom de krekels krieken
door
WILLY VAN DER TAK.
In de veranda zitten de menschen bijeen,
nuchter-opgewekte, luidruchtig pratende
menschen, die vacantie hebben, en boven, op
het smalle houten balcon van het Zwitser-
sche chalet, precies op het Zuiden, waar de"
zon gloeide en stoofde cn waar het heerlijk
lui niet doen en dommelen en een beetje
babbelen en dan weer een beetje slapen is,
ligt er nog één en roept af cn toe loom wat
naar beneden, waar ieder het veel te druk
heeft met zlchzelven en de anderen om ook
nog op dien eenzame daarboven te letten,
zoodat hij zich dan maar tevreden stelt met
een beetje door de spijlen van de balustrade
naar beneden te kijken, langs de sappige
groene hellingen het dal in, waar boven de
schilderachtig neergegooide daken van de
huisjes de warme lucht staat te trillen, en,
zich ten slotte weer achterover zakken laat,
op zijn wit en rood geblokte kussens en de
weldadige zon weer vangt in zijn glimmend
vet gezicht,
Voor ons, reusachtig brok steen, met op
zijn top nog wat glinsterend wit, ligt de
berg, kolossaal, wonderlijk, bijna ontzettend
in de lieflijke, heel vredige stilte van het
dal; heel vaag ruischt de rivier beneden,
waarlangs wij gisteren een tocht maakten,
glibberend langs het smalle paadje nat,
want het heeft de laatste dagen veel ge
regend en deze zonnige, stralende dag is een
onverwacht geschenk van de goden. En nog
vager klepelen de koeiebellen van de Alpen
weiden daar boven de koeien zelf zien wij
niet. Daar ginds, heel hoog, daar net ver
dwijnend achter dien boom, dat witte vlekje
is dat er een? Ik ben te lui om goed te
kijken, en het interesseert mij ook al niet
meer. De rust, de verrukkelijke stilte, dat
zalige nietsdoen hier! De middag is loom,
de vliegen en de muggen zelfs zijn loom, en
ik, zoo loom als ik ben! Het ruikt hier zoa'
heerlijk, en de lucht is zoo diep blauw en de
dikke witte wolk, die net om den top van
den berg komt kijken, is zoo bol en zoo don
zig en zoo zacht, en het groen is zoo groen!
Groen is altijd groen, en blauw is altijd
blauw en wit is natuurlijk altijd wit, maar
hier is alles toch groener en blauwer en wit
ter dan altijd.
Het gepraat van de menschen in dc
veranda, dat allang doorgegaan is. dringt
opeens weer met een schok t;ot me door, en
ik besef hoe vreeselijk lui ik wel ben, en hoe
loom en een beetje sentimenteel ik daar lig
te denken over groene boomen en witte wol
ken. Een vlieg zet zich slaperig op mijn hand
en het is, of hij tegen mij knipoogt. Maar
ik laat mij niet voor den gek houden, en ik
beweeg mijn hand,en ten overvloede zeg
ik_ luid op in een taal, die gansch geen
vliegentaal is: „Weg vlieg!" Wonder boven'
wonder schijnt hij me te verstaan, want hij
verdwijnt. Ik sta op en rek mij uit. Zoo lui
als ik toch ben! En ik stap om het chalet
heen, en zeg tegen de menschen, die daar
zitten, allemaal met een handwerk of een
krant of een pijp zoo actief als die men
schen toch zijn! „Ik ga boven een beetje
In het Alpenweitje liggen. Ik ben zoo vreese-f
lijk lui!"
Verbeeld ik het mij, of kijken ze me beetje
spottend, een beetje minachtend aan? Zie
ik er dwaas uit? Haastig monster ik mij-
zelve. Nee, er is niets bijzonders aan mij j
„Wij", zegt er een, en duidt met een hoofd
knik zijn overbuurman en hem zelf aan,
„gaan dadelijk naar Gsteig wandelen". De
wandeling naar Gsteig is ik weet het
lang en vermoeiend.
Wij", zeggen drie anderen en kijken vol
zelfbewustzijn naar den berg voor hen, „wij
gaan vanavond om zeven uur den Diablerets
op".
„Ik", zegt een zesde, „ga meteen den-
taart voor morgen bij den banketbakker in
het dorp halen. Het is vermoeiend loopen
met zoo'n groote taart
Alleen hij daarboven op het balkon zegt
niets.
Ik zeg eerst ook niets, cn kijk hen een
beetje bedremmeld aan. Dan hervat ik moe
dig: „Ik ga een beetje op het Alpenweitje
achter het chalet liggen. Ik ben zóó moe
En haastig maak ik mij uit de voeten,
„Misschien", roept er een mij spottend
achteraan, „misschien zul je daar uit kun
nen vinden, waarom de krekels krieken F"
Terwijl ik wegloop zingt zijn uitroep mij
nog in de ooren. Misschien zal ik er uit
kunnen vinden waarom de krekels krieken!
Weet eigenlijk wel een mensch, waarom de
krekels krieken? Zou er een reden zijn»
waarom krekels krieken?
Zoo peins ik, terwijl ik een paar dingen"
bij elkaar zoek; een jas, waar ik waarschijn
lijk niet op zal liggen, een boek, waar ik
zeker niet in zal lezen, een parasol die ik
misschien wel boven mijn hoofd zal houden,
omdat het licht zoo vroolijk door de oranje
en gele bloemen, waarmee hij bezaaid is,
schemert, en omdat de zon daar wel heel
warm op mijn onbedekt hoofd zal gloeien.
Zoo peins ik, terwijl ik de achterdeur uit
stap, en regelrecht in het onderste gedeelte
van het Alpenweitje achter het chalet te
recht komt. Wat ben Ik heerlijk lui!
En oef! wat waren die menschen actief!
De roeiers cn roctitcrs van Hel Spaans 2iJn alweer krachtig in actie.