De centrale vischkweekerijen der Ned. Heide maatschappij. HET GEHEIM VAN HET KONINGSGRAF BIJ EMST OP DE VELUWE Ugg«fl dt central» viachkweekerijen van de Nederland sche HelderoaatschappH, waar behalve karper, zeeh en goudwinden ene. ook zalm en forellen worden gekweekt. Ecnige details van dit interessant bedrijf, dat een belangrijk onderdeel der werkzaamheden van de Ned. Heidemaatschappij vormt. EEN GEZELSCHAP VAN 30 BEKENDE GEOLOGEN uit Nederland maakt onder leiding van Prof. L." van Vuuren uit Utrecht een excursie in den Gelderschen Achterhoek. Aan den Ouden IJsel te Doetinchem. AFGEDANKT. De paarden-postwagens In Amsterdam, die vervangen zl|n door auto's zijn Donderdag voor de laatste maal uitgereden. De karretjes, even voor het vertrek. DE EERSTE WERKZAAMHEDEN OP HET LAND zijn weer aangevangen. De zaaier aan den arbeid in de buurt van het Belgische plaatsje Kortrijk. DE NEDERLANDSCHE GYMNASIASTEN-FE DERATIE heeft Donderdag op de hockeyvelden te Deventer een sportdag gehouden. Een spelmoment tijdens een der wedstrijden. ER ZATEN KLEINE KLEU1ERJES. De Paaschvacantic is voor dc jeugd een geschikte tijd, conferenties te beleggen, al zijn die dan ook maar in miniatuur. En een vroolijk deuntje kan geen kwaad. FEUILLETON OORSPRONKELIJKE ROMAN door HERM. N. v. d. VOORT. 28ï Met vereende krachten begonnen ze de tegen den rotswand aangestapelde blokken op te ruimen, maar dat viel niet erg mee. Kleine stukken konden zij gemakkelijk ver wijderen; maar het wegschuiven van groo- tere steenen ging boven hun krachten. Bo- venriiien was het gevaarlijk, daar de bovensio reeds begonnen te glijden. Carew krabde zich verlegen achter het oor. „Waarmee zullen we dat nu klaar spelen?" Plotseling viel zijn blik op de paarden. ..Niets gemakkelijker dan een van hen dat karweitje op te laten knappen". „Een prachtidee!" riep Benoit opgetogen „Henry. je overtreft je zelf vandaag". Het plan van Carew bleek heel goed uit voerbaar. Het sterke tentlinnen vouwden zij tot op eeo brce.de dikke rol, die ze voor de borst van het lastpaard vastbonden. Ver volgens knoopten zij aan de beide uiteinden stevige touwen vast. „All right, zei Carew, hun werk voldaan in oogenschouw nemend. „We kunnen be ginnen". Hij slingerde het touw vele malen om een groot blok heen, en op zijn com mando trok Benoit het paard bij de teugels vooruit. En'het ging uitmuntend. Gehoor zaam sleepte het paard de zware steenen van hun pkrats. Binnen een half uur was de rots muur bijr.a vrijgekomen, alleen een schuin stuk graniet van ruim een manshoogte steunde er nog tegen aan. Carew streek een Jucifer af en keek tusschen de smalle spleet Een groot donker gat gaapte er achter! ..We zijn er Archy!" riep hij uit. „Ik zie een ope ning!" Ten prooi aan een zenuwachtige spanning maakte hij het touw aan den bo venkant van den steen vast. teneinde dezen te doen kantelen Benoit keek nieuwsgierig toe. „Klaar?" Carew knikte. „Trekken Archy maar zachtjes aan." Benoit trok de teugels aan. doch als bij ingeving keek hij even naar boven, en het bloed stolde hem bijna in de aderen van ontzetting! Een tiental meters boven de plek waar Carew stond, maakte zich langzaam een groote gedeelte van den rotsmuur los! ..Uit den weg, Henry?" gilde hij woest. „Gauw!" Carew sprong snel opzij- De waarschuwing was geen seconde te vroeg gekomenMet een dreunenden slag bon9de een duizenden kilo's zwaar rotsblok op den grond; nog geen twee passen achter hem. Door den schok werd hij omvergeworpen, maar ongedeerd stond hij weer op. Een ge voel van misselijkheid kwam over hem en zijn knieën knikten. Doodsbleek staarde hij naar het reus achtige brok steen dat hem bijna had ver pletterd. en keek toen naar Benoit, die half bezwijmd tegen het paard aanleunde. „Goede hemel", bracht hij eindelijk schor uit. .Dat scheelde niet veelF' ..Je lag er bijna onder", antwoordde Benoit met witte lippen. Carew herstelde zich echter snel. „Wel beschouwd is bijna nog niet half', zei hij met een geforceerde poging tot scherts, ,,'t Was mij niet beschoren, dat ik zou vallen als een slachtoffer van „de stille wachters". Zonder jouw tijdige waarschuwing, was.... enfin", brak hij eensklaps af. „Laten we er niet meer over spreken. De weg naar de schatkamer van koning Thyrus is vrij!" Een poos stonden beiden voor de duistere opening. Een duffe lucht kwam hun tege moet. Vlak boven hun hoofden bevond sioh een dikke bronzen stang, geheel kromge bogen en in het blok graniet, dat de ope ning had afgesloten, was een groote kram van hetzelfde metaal gedreven. „Vernuftig en tevens eenvoudig gevon den", zei Carew. ..Door het omtrekken van die afsluiting schoof die stang, die blijkbaar het geweldige rotsblok daarboven in even wicht hield, mee. Ik zegen het moment Archy. dat jij omhoog keek", zei hij, maar bemerkend, dat Benoit opnieuw verbleekte bij de herinnering aan dat verschrikkelijk oogenblik, vervolgde hij snel: ,Doe me een genoegen, boy, en haal dat pak kaarsen even uit m'n zadeKasch. Het is daarbinnen helsch donker". Toen de ander met het verlangde terug kwam en Carew een kaars had aangestoken zagen zij, dat dc opening het begin vormde van een lange tunnel. Carew trad het eerst binnen. Gebogen moesten ze voortloopen om niet met hun hoofden tegen de lage zoldering te stooten. Plotseling stonden zij voor een onoverkome lijke hindernis. Een groote deur van kunstig brons smeedwerk versperde hun den weg! .Dat v<Jlk van vijfentwintig eeuwen geleden moet reeds op een hoogen trap van ontwik keling hebben gestaan, merkte Benoit op. ,De deur laat aan soliditeit niets te wen- sohen over". ,.Het is prachtwerk", antwoordde Carew, terwijl hij de kaars dichterbij hield en de figuren bekeek. „Maar hoe krijgen we haar open?" Hij sloeg met de vuist op het metaal. Het gaf een doffen, hollen klank, maar trilde zelfs niet onder zijn stevige slagen. .De schijnt vrij dik te zijn", zei hij er met zijn schouders tegen aandrukkend. „Maar zoo komen wij er niet in". „Kan je geen slot vinden?" vroeg Benoit tamelijk nuchter. ..Kan je gelooven", grinnikte Carew. ..Be denk niet dat er een veiligheidsslot op zit De volgelingen van koning Thyrus waren wel knappe smeden maar <üe kunst verstonden zij nog niet. Ha. wacht eens! Hier heb ik een soort knop! Licht eens bij. ArChy". Met beide handen rukte Carew aan het stuk jnetaal; er was ecnige beweging in te bespeuren. Hij zetote zich schrap, en trok uit alle macht. Zijn pogingen hadden succes! Ze hoorden een korten knap en langzaam draaide de wware deur open. Eindelijk! HOOFDSTUK Vin. Het was een ruim vertrek waarin zij nu stonden, geheel in de rotsen uitgehakt. De wanden waren versierd met zonderlinge voorstellingen van menschen en dieren; epi soden uit het leven van koning Thyrus-Ben- Abbhas. In het midden van deze" vreemd soortige rotskamer bevond zich een verhoo ging, waarop een gebeeldhouwde steen lag. een man voorstellend. Dit was ongetwijfeld de sarcophaag van den vroegeren heer- scher. Er^naast, op den grond, lag een groot, krom zwaard. Maar aan dit alles schonken de twee man nen slechts vluchtig hun aandacht. Ze waren niet enkel met archaeologlsche bedoe lingen hier gekomen. Langs den muur ston den een zestal steenen potten. Carew liep op een er van toe, en tilde niet zonder eenlge moeite het zware deksel er af De pot was gevuld met allerlei voorwerpen van een grauw metaal. Carew nam een breeden ring op, en kaste er eenige malen met zijn mes over. Het veroorzaakte glimmende gele stre pen op de vuile oppervlakte. „Goud!" riep Benoit met een stem heesch van onderdrukte opwinding. Carew antwoordde niet, maar hij tilde zwij gend een ander deksel op. Het flikkerende kaarslicht weerkaatste flauw een mengeling van kleuren. Diaman ten. robijnen en safieren van verschillende grootte lagen in bote waorde dooreen en vulden de groote vaas tot aan den rand. Op hun knieën liggend lieten zij met be- ende handen de dof-glazende edelsteenen oor hun vingers glijden. Eenklaps klonk achter hen een harde slag en verschrikt wendden zij het hoofd om. Dc deur was dichtgeslagen! Een oogenblik waren zij te verbijsterd om te beseffen wat dat beteekende Toen ren den ze beiden tegelijk naar de deur, en wrongen en rukten aan de metalen sta ven. Tevergeefs! Zij zaten als muizen in den val. Tot overmaat van ramp hoorden zij aan de andere zijde van de deur een spottenden lach. Ze waren ontdekt! Carew rukte zijn re volver uit den holster en schoot het gchecle magazijn leeg op de plaats, waar hij ver moedde dat de knop zich bevond. Nutteloos! De kogels veroorzaakten niets anders dan kleine putjes in het dikke brons. Opeens vernamen zij een zacht sissend ge luid, dat van achter de deur scheen te ko men. en gelijktijdig rfrong een eigenaardige scherpe geur In hun neusgaten. „Homcl", mompelde Benoit. zich de hand voor den mond drukkend. „Ik geloof dat ze ons willen doen stikken!" Met trillende vingers stak Carew de kaar sen aan. die hij bij zich had. „We zullen meer licht maken, Archy, we moeten hier uit". De doordringende geur werd steeds ster ker en hun ademhaling ging moeilijk. Werk tuigelijk raapte Carew het groote zwaard op. en zocht om zich heen naar een uitweg. IJdele hoop. Ze waren In de ingewanden van den berg en het kaarslicht bescheen de kale rotswanden en de hermetisch ge sloten deur. Benoit gaf plotseling een schreeuw. „Alle machtig, wat gaan mijn oogenzeer doen, en wat wordt het donker!" Carew trad een paar passen dichterbij, en op hetzelfde oogenblik voelde ook hij een stekende pijn in zijn oogen. Ze begonnen te tranen en stom van ontzetting zag hij het licht flauwer en flauwer worden. Een klam zweet bedekte hem van het hoofd tot de voeten. Won!»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 9