LETTEREN EN KUNST
JONGENSBOEKEN
TH. SMIT Fa. KLEIN
HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 12 APRIL 1932
VIERDE BLAD
HET TOONEEL
Haarlem's Tooneel
ALS IK WILDE....
Het geestige blijspel „Als ik wilde'' heeft
thans ook zijn entree' in de dilettanten-wereld
gemaakt. Wij kunnen den artistieken leider
van Haarlem's Tooneel, die er natuurlijk, ver
antwoordelijk voor is. niet anders dan erken
telijk zijn. want Als ik wilde, blijft nog steeds
een der charmantste comedies van het Fran-
sche repertoire van de laatste 10 jaren.
Géraldy heeft zijn gegeven op fijne en
gracieuse wijze behandeld. Als in zijn .Aimer"
en ..Noces d'argent" is hij ook in dit blijspel
de schrijver, die steeds met teere toetsen
werkt. Het is een comedie van prettige dis
tinctie en met een fond: De dialoog is als
geciseleerd, steeds volkomen in toon en van
zuiver Franschen geest. In de ik zou kun
nen zeggen reine behandeling van zijn ge
geven. gaat Géraldy boven de meesten van
zijn Fransche confraters uit en het is de eer
van dezen auteur, dat hij de fatsoenlijke
vrouw op het Fransche tooneel weer op een
piëdestal heeft geplaatst.
Zooals Vera Bondam bij het beroepstooneel
de aangewezen actrice is voor de „fatsoen
lijke vrouw", zoo is mevr. Tijsseling het bij
de dilettanten. Er gaat van haar warm. na
tuurlijk spel een groote bekoring uit. Het is
zonder tooneeltrucs, absoluut niet gemanië
reerd, eenvoudig en echt. Zij was dan ook
het gewone vrouwtje, dat in het huwelijk
haar geluk gevonden had. geheel en al.
Haar spel was zelfs nu en dan wat te
eenvoudig eir gewoon en evenals haar zeer
sympathieke, maar wat kleine stem
niet genoeg er op berekend, dat het ook over
het voetlicht heen moest. Het had alles wat
voller en breeder en nu en dan ook wat
spontaner gekund. Maar voor een liefhebster
was 'het toch wel weer bijzonder knap.
Mevrouw Tijsseling is een van de weini
gen van het dilettantentooneel bij wie men
niet denkt: „Wat is tooneelspelen toch
moeilijk". Het gaat haar alles zoo gewoon
en natuurlijk af, dat men vergeet hoogste
lof voor een rol als die van Germaine dat
het komediespelen is. Een kleine opmerking
het loopen over het tooneel met de te groote
stappen en zwaaiende armen is van har niet
altijd even fraai. Maar een zoo talentrijke
actrice als mevrouw Tijsseling zal niet veel
anoeitc hebben dit te verbetexen.
Mej. Pim Zimmerman was Marcelle, de
rol, die vroeger door Minny ten Hove ge
speeld is. Opmerkelijk was het ,hoe zeer mej.
Zimmerman in haar spel maar vooral in
haar spreken aan Minny ten Hove deed den
ken. Het was mij soms, alsof ik haar voor
gangster in deze rol hoorde. Mej. Zimmerman
speelde Marcelle als een slachtoffer van haar
charme en deed dit met een zekere kinder
lijke naïeviteit lang niet onaardig. Zij hield
zich zooals het ook moest verre van de
geraffineerde kokette en onderging alles
als of zij wilde zeggen: „Wat kan ik er aan
«toen?"
Mej. Zimmerman bevestigde volkomen den
goeden indruk, dien zij reeds een vorige maal
bij Haarlem's Tooneel had gemaakt. Een
actrice met distinctie, die in de salonstukken
ook door de wijze waarop zij zich weet te
kleeden volkomen op haar plaats is.
Heel het stuk was met de Hollandsche ver
taling ook naar Holland overgeplaatst. Fran
schen hebben wij in deze dames en heeren en
vooral in de heeren onmogelijk kunnen zien.
Maar laten wij dadelijk erbij zeggen, dat dit
bij het beroepstooneel ook zelden anders is.
De heer Van der Horst heeft Philippe zeer
goed gespeeld. Ook in zijn spel trof dezelfde
natuurlijkheid als in dat van mevrouw Tijs
seling en daarom bleek hij een uitstekend
tegenspeler van haar te zijn. Daar was tus-
schen Germaine en Philippe volkomen de
sfeer van het kalm, evenwichtige, maar ook
'n1- beetje vervelende geluk en men voelde,
dat een klein stormpje voor de twee geen
kwaad kon. Hij was het best in het slot-
tooneel van I, waarin hij niets van Germaine
begreep cn hij zeer geestig op haar vragen
reageerde. In III zocht hij zijn effect te veel
in een te groote bewegelijkheid, waarbij hij
echter zijn handen al te voorzichtig in zijn
zakken hield. Daar ging de rol even boven
zijn krachten uit
De heer Van Dongen blijft zich zelf altijd
wat gelijk. Hij was ook gisteren meer Van
Dongen dan André Berthier, de Parijzenaar,
die op de boulevards het leven van den vrij
gezel leeft. Maar Van Dongen brengt steeds
zijn routine mee op de planken en is voor
Haarlem's Tooneel een onmisbare kracht. In
het groote tooneel met Germaine in II zocht
hij het te veel in stemuitzetting, waar een
geconcentreerde kracht zeker meer effect zou
hebben gesorteerd. In te veel stemuitzetting
zocht ook de heer W. T. Pauw het in de
zeer moeilijkerol van René. De heer Pauw
maakte dezelfde fout als indertijd Herman
Kloppers: hij overdreef te zeer in het grap
pige en maakte daardoor in I de figuur van
René onaannemelijk. Langzamerhand werd
het echter beter en in het t-ooneeltje met
Germaine en vooral in III wist hij aan de rol
het juiste relief te geven. Dat was zeer aardig
spel,
Het stuk is gespeeld in een exquis decortje
en de lof, die na afloop der voorstelling de
heer Van der Horst aan de directie van den
Schouwburg aan den Jansweg maakte, was
volkomen verdiend. Wel heeft ook het. dilet
tantentooneel in den laatsten tijd zijn
cischen al hooger en hooger gesteld. Wie
zou in vroeger jaren er ooit aan gedacht
hebben, voor opvoeringen van liefhebbers
zooals in De Twee Dasjes en nu weer in
Als ik wildeexpres nieuwe decors te la
ten maken? En wat voor decors! Wij zagen
daar op het tooneel een zoo smaakvol inge
richt. cosy home. dat je er dadelijk in haat
willen stappen. Alleen de vele brandende
lampen waren in I een al te groote overvloed
en bleken een beletsel voor onze concentra
tie op het spel.
Na afloop der voorstelling was het een
weelde van bloemen voor de dames en ver
scheen ook de regisseur, de heer Joh. Kaart
Jr. ten tooneele. om met een krans, een
soeech van den heer van der Horst en een
enthousiast apfplaus terecht gehuldigd te
worden.
In de entre-actes speelde de jazz-band The
hot Svncopaters uit Amsterdam. In het pro
gramma las ik dat The hot Syncopaters de
prijswinnaars waren in het jazz-band con
cours te Amsterdam. Welk een oor-pijni
gende verschrikking moet dat concours zijn
geweest, en wat ben ik dankbaar dat ik nooit
in de jury van zoo'n concours behoef te zit
ten. Voor dansen is zoo'n jazz-band misschien
ideaal, maar voor entre-acte muziek is het
de grootst denkbare gruwel. Mocht men dat
toch eens gaan begrijpen!
J. B. SCHUIL-
FRANSCHE SCHILDERKUNST
IN AMSTERDAM.
ECOLE DE PARIS.
Zaterdagmiddag werd in het Gemeente
museum te Amsterdam een tentoonstelling
geopend, die, door 'n twee-en-een half hon
derd schilderijen ons een beeld moet geven
van de Fransche kunst der laatste dertig jaar.
Ze doet clit vrij volledig en verdient dus de
belangstelling van den kunstliefhebber. Er
is bovendien onder het tentoongestelde een
zoodanig hoog percentage mooie dingen, dat
ik mijn lezers mag aanraden de expositie in
den loop van April tc gaan zien. Wanneer ze
vau de „école de Paris" wellicht nog geen
klare voorstelling hebben, kan ik ze daaraan
tot mijn leedwezen niet helpen. Dat etiket,
die benaming, is naar mijn inzicht een pure
onzin en een volstrekte misleiding. Om van
een „school" te kunnen spreken moet er in de
eerste plaats een groepeering van gelijkge
stemde elementen zijn, waaronder er Aan
zijn die door aard. capaciteit en karakter aan
die groepeering leiding geven, althans als
leiders erkend worden. Nu zijn er in de kunst,
die de laatste dertig jaar in Parijs geprodu
ceerd werd wat nog weer iets anders is
dan Fransche kunst niet één maar mis
schien wel Lwinig zulke groepccringen denk
baar, en lijkt het mij oen dier resultaten van
de bekende gemakzucht, het geheele alle
gaartje dier vele groepeeringen onder één
hoedje te willen vangen. Ecole de Paris klinkt
even nietszeggend als onaangenaam daar liet
aan de befaamde „articles de Parisdoet
denken en kunst daar tot nu toe niet onder
ressorteerde.
De school van Barbiron, de Haagsche
school, die van Laethem, Worpswede of Ter-
vueren, dat alles heeft zin. Men denkt daar
bij dadelijk aan een bepaalde gemeenschap
pelijke tendens in denken en doen dier aan
geduide groepen. „L'école de Paris" bestaat
alleen in de verbeelding der kunsthandela
ren, die een nieuwe „cry" noodig hadden, en
hunne trawanten, de niet critiseerende maar
slechts propagandeerende schrijvers.
Waar geen éénheid bestaat is die door een
étiket niet in het leven te roepen en wie, zij
het zelfs op een afstand de ontwikkeling der
schilderkunst de laatste dertig jaar gevolgd
heeft, erkent gaarne de veelheid der strevin
gen, der inzichten, der grondvereischten zelfs
die aan „kunst" gesteld worden, doch mist
een eenheid die een soortnaam wettigen zou.
Juist in dat tijdsbestek is de kunstproductie
op zoodanige wijze los van alle banden ge
worden (wat hier niet losbandig behoeft te
beteekenen), ook op dit terrein heeft de de
mocratie zoo zeer aan macht gewonnen, dat
van „scholen" in den ouden zin. steeds min
der sprake zal zijn. Een tot het uiterste ge
voerd individualisme is daarvan het gevolg
geweest, tot vandaag of morgen weer daar
op een reactie komt. Maar voorloopig doen
we dan toch maar beter, niet van de school
van Parijs te praten als wij het complex van
al die divergeerende individualiteiten bedoe
len. Nog iets: wij gebruikten daar juist het
woord democratie in de kunstproductie. En
nu herinner ik mij. dat George Moore in zijn
Confession schreef dat ,,1'art est l'antithèse
directe de la démocratie". Hij schreef dat in
1889 en voerde als bewijs aan. dat de Ame
rikanen, die democraten bij uitnemendheid,
Manet en Degas niet konden waardeeren en
aan Bouguereau de voorkeur gaven. Van
daag staan Manet en Degas bij de Yankees
in hooge gunst en wc zien daaruit alweer de
betrekkelijkheid van zulk een uitspraak, die
op het eerste gezicht veel aanlokkelijks heeft.
Toch moeten wij vaak aan Moore's uitlating
denken als wij hedendaagsche kunst be
schouwen en daarin missen wat wij gaarne
het aristocratisch element zouden noemen.
En evenzeer blijft het een open vraag of de
Amerikanen van nu Manet en Degas om hun
aristocratische qualiteiten bewonderen. Nu
zouden wij zoo kunnen doorgaan tot Sint
Juttemis en ons ten slotte kunnen neerleg
gen bij vriend Huebner's vroolijke uit-spraak:
„Niets is geheel waar, zelfs dit niet Dan
heb ik echter bereikt met deze inleiding U in
de juiste stemming te brengen de Fransche
tentoonstelling te gaan zien. Van veel zal U
de beteekenis betrekkelijk voorkomen, van
veel het aristocratisch karakter direct op
vallen. ge zult weinig verband doch groote
verscheidenheid vinden en vaak wat het
voornaamste is door het ondefinieerbare
dat echte kunst eigen is bekoord worden.
Bekoring, charme, dat is wat het werk van
den geboren Franschman in de eerste plaats
kenmerkt. Zelfs bij de wildsten gaat die niet
verloren, zelfs bij de abstractsten blijft die
aanwezig en de zwakke broeders en zusters
vinden er immer weer hun excuus in. Charme
en savoir-faire zijn hem eigener qualiteiten
dan diepzinnigheid en theorie. Waar ge die
laatste in Fransche kunst tegenkomt, blijken
ze meestal geïmporteerd geestesbezit. Albert
Besnard was dertig jaar geleden de vijftig
al gepasseerd, maar ik beschouw het als een
hulde aan die charme en savoir-faire dat
men een prachtig werkje van den ouden heer.
in 1930 geschilderd, op een aparte plaats op
het schot voor den ingang, heeft opgehan
gen. Een kleine compositie van een meisje
met kinderen, die in de kleur even aan Renoir
doet denken, in de teekening iets scherper
is dan deze. Dunoyer de Ségonzac en Char
les Guérin zijn nog zulk een stel schilders die
ge niet buiten Frankrijk's grenzen denken
kunt evenmin als de oude Vuillard, van wien
hier een prachtig groot Parijsch stadsgezicht
hangt, dat teer-grijs-groen van sfeer is maar
even stevig in elkaar zit als de beste Breitner.
De Ségonzac is vooral prachtig in zijn aqua
rellen Guérn toont in Anita" en het
„Park" wel twee hem typeerende stalen, a-
zagen wij nog wel eens fijner specimens. Het
is jammer dat van Bonnard die een jaar in
leeftijd met Vuillard verschilt, geen belang
rijker dingen zijn meegekomen. Het groote
liggend naaktfiguur vertoont, bij zijn ouder
werk vergeleken, een ongedachte verslapping
en de beide i'.lctne schilderijen maken niet
veel goed. Men moet niet meenen door deze
drie stukken Bonnard te kennen: hij is in
werkelijkheid veel belangrijker. Maurice
Denis der Dritte im Bunde, ontbreekt h lei-
geheel en al, om de een of andere duistere
reden schijnt die niet tot de school van Parijs
te behooren evenmin als Luc Albert Mo-
reau die naast Ségonzac en Boussingault
«makkers uit de loopgraveni had behooren
aanwezig te ziüi. Daarmee zijn de. mijns in
ziens meest Fransche naturen onder de niet
meer jongeren eervol vermeld en gaan wc
tot dc massa der exposanten over in een vol
gend artikel.
J. H. DE BOIS.
Rein Valkhoff. Het Meezennest in
de Alpen. (Uitg. van Holkema cn
Warendorf, Amsterdam.
De grootste moeilijkheid voor een auteur
van jongensboeken ik schreef dit reeds
vroeger eens is het treffen van den juis-
ten toon. Voordat hij met schrijven begint,
moet hij het met zich zelf eens zijn voor
.welken leeftijd zijn boek bestemd is en hier
naar moet hij zoowel den inhoud en de con
ceptie van zijn verhaal als zijn stijl geheel
regelen.
Wanneer ik een boek als „Het Meezennest
in de Alpen' lees. krijg ik wel heel sterk den
indruk, dat de schrijver, de heer Rein Valk
hoff zich van te voren niet voldoende heeft
afgevraagd, voor welken leeftijd hij ging
schrijven. Het cene oogenblik is dit een boek
voor jongens van 12 tot 14 jaar. even later
denk je weer aan een verhaal voor oudere
meisjes en soms lijkt het wel. of de heer
Valkhoff geheel' en al vergeten heeft, dat hij
voor de jeugd schreef. Zoo vertelt dc heer
Valkhoff bijvoorbeeld van een meisje, dat
een huis met bloemen versiert en hij doet
dat in de volgende bewoordingen:
„Scabioscn, wollegraseen theekopje
vol blanke Parnassiain het Saksisch
porceleinen vaasje op tafel in de ..salon"
zeldzaam mooie, groote lila orchideeën, zoo
maar achter hun huis een eindje den berg
op. gevonden. In een koperen pan nog een
voorraad „Rhodo's". Alpenroozen, die dc jon
gens bij de beklimming van „la Palette" wel
voor Kees geplukt hadden en die hen nog
dagelijks deden denken aan het overweldigen
de uitzicht van dien bergtop. In Moeder's
slaapkamer een groote vaas Astrantia vol
gens haar smaak de mooiste bloemen van
Zwitserland: maar hot mooiste waren toch
op de ladenkast jn de „salon" de gele gen
tianen in een bruine kan: lange stelen, wel
tot het plafond reikend, met de gele sterren
als het ware in bakjes van bladeren zorg
vuldig gedragen".
Is dat de toon voor een jongensboek? Is het.
niet veel meer dc stijl van een boek voor
oudere meisjes? Ik ben er wel zeker van, dat
90 procent der jongens zoo'n gedeelte grif
overslaat en ik vrees zelfs, dat een zeker
percentage zal denken: „de rest is net zoo!"
en niet verder leest.
En wat te zeggen van het laatste hoofd
stuk, waarin een moeder weduwe aan
haar kinderen vertelt, dat zij voor de tweede
maal gaat trouwen? Dat gedeelte is zeker
fijn geschreven, maarhet staat zoo ver
van de sfeer der jeugdige lezers, die alles
heel anders, veel minder gecompliceerd zien
en hun gevoelens op een enkele uitzonde
ring na misschien niet zoo uitrafelen. En
wat zegt voor een jongen of een meisje
Gustav Mahler's melodie Ging heut' Morgen
iiber 's Feld"? Ik wil gaarne gelooven, dat de
Moeder daar in dc bergen een melodie uit
de cyclus eines fahrenden Gesellen floot,
maar voor haar had dat daar in de bergen
beteekenis. Voor de jeugdige lezers ook?
Kleinigheden, zal Rein Valkhoff misschien
denken, maar aan zulke kleinigheden voelt
men on middellij k^dat een schrijver niet aan
de jonge lezers, voor wie het verhaal toch
bestemd is. heeft gedacht. Trouwens telkens
dacht ik: wat zou van zoo'n verhaal van een
vacantie in dc bergen veel meer te maken
zijn geweest! Dit verhaal had zooals het
thans is evengoed op de Veluwc of in
Limburg kunnen spelen als in de Alpen.
De jeugd houdt gelukkig nog altijd
van romantiek en welk een romantiek nu
eens zonder verborgen schatten en detecti
ves biedt een logeerpartij in een berg
landschap een schrijver niet! Het is alles wel
fijntjes beschreven, maar het is behalve
dan de episode van de verdwaling van klei
nen Koen zoo gewoontjes en uitgeplozen,
precies zou mijn kleine neef zeggen als
in een „boek voor groote .mensehen". Maar
de jeugd wil iets anders, die verlangt óf ge
zonden. uitbundigen humor of het groote
avontuur en beide missen wij vrijwel in dit
bock.
Het zijn altijd beste, bravo, fijngevoelige
jongens en meisjes, die Rein Valkhoff in zijn
boeken geeft, maar die zijn in een boek
evenals in de werkelijkheid niet altijd het
meest interessant. Misschien dat Rein Valk
hoff dat ook nog eens zal inzien en hij dan
een verhaal zal schrijven in een laat ik
zeggen minder vrouwelijke sfeer.
N. K. Bieger, Dc Jongen van
de Plaggenhut. (Uitg. Gebr.
Kluitman Alkmaar).
Van N. K. Bieger herinner ik mij een uit
stekend jongensboek. ..Flips Indische Lotge
vallen". dat ik in dit blad in zeer enthou
siaste termen heb gerecenseerd. Dc Jongen
van de Plaggenhut, dat ik thans ter recen
seering ontving, staat daar wel heel ver be
neden, zoo ver zelfs, dat ik mij nauwelijks
kan begrijpen, dat de schrijver van dit brok
kelig en ouderwetsch verhaal dezelfde is als
do auteur, die een der beste Indische jongens
boeken heeft geleverd Ook in De Jongen van
de Plaggenhut trof mij dezelfde fout als in
Het Meezennest in de Alpen, namelijk, dat de
auteur zich er niet voldoende rekenschap
van heeft gegeven voor welken leeftijd hij
schreef. In het "begin denk je, dat het voor
jongens van 14 of 15 jaar is maar later ko
men er gedeelten, die meer berekend schij
nen voor kinderen van 10 jaar. Er is geen
eenheid in dit boek, noch in den stijl noch
in het verhaal.
De heer Bieger begint zijn verhaal met een
ontmoeting van den hoofdpersoon Rengeï
met een jeugdig aardig geteekend zwer
verstype. Dat type zal de jeugdige lezers
zeker pakken, zoo zelfs, dat zij teleurgesteld
zullen vragen: „Waar blijft die jongen nou?"
als hij dadelijk verdwijnt en in het heele boek
niet meer voor komt. Wat doet die jongen
dan in het boek? Een groote fout natuurlijk
in de conceptie van dit verhaal. En wat wij
verder krijgen: Renger, de nobele jongen van
de Plaggenhut bij zijn hardvochiigen. vrek-
kigen oom en zijn goedige, gulle tante
vooral de beschrijving van den hardvochti-
gen Kees oom is van een oudbakken
'roest, welke wel heel ver afstaat van de
frischneid var. Flips Indische Avonturen.
Wat te zeggen var. dat drakerige gedeelte,
waarin Renger, de boerenjongen, zijn oom
nadat die als een marqué uit het oude
melodrama zijn jongen neef de zwaarste be-
leedigingen naar het hoofd heeft geslingerd,
de rijksdaalders in het gezicht werpt en hem
toe „brult": „Raap maar op. raap op. maar
weet. dat dit geld vervloekt is!" om daarna
—Je hoort het. niet waar? schril te lachen,
verachtelijk op den grond tc spuwen en tc
roepen: „Bah! Bah! Bah!"
Neen. dat is toch geen lectuur om de jeugd
op te tracteeren. En het wordt er niet beter
op, als de graaf en dc gravin de Laval op de
proppen komen, adclijkc personagtes, die in
dit boek een zelfde rol spelen als de ..baron
cn dc barones" het in de oudbakken boeken
altijd pleegden te doen.
Et: hoeveel slordiger schrijft de heer Bieger
in dit boek. Wanneer Renger een boeren
jongen van 15 jaar een zwerverstype ont
moet. dan lezen wij. dat hij denkt: „een le
vend vraagteeken!" en als hij voor een groote
villa staat, gaan er deze gedachten door dit
jonge boerenhoofd: ..Wat een fluweelen
grasvlakten om dc sprookjesachtige, fel-
vlammendc bloembedden!"
Het zijn van die schromelijke fouten, die
wij telkens weer ontmoeten in boeken, waar
in de schrijvers inplaats van de jongens gaan
denken.
J B. SCHUIL.
DE VERVALSCHTE VAN GOGH'S.
DRIE NEDERLANDSCHE DESKUNDIGEN
GEHOORD.
Maandag werd te Berlijn het proccs-
Wacker voortgezet. We ontleenen liet vol
gende hierover aan dc Tel.: O.a. werd mr. J.
Baert de la Faille voor de tafel der getuigen
geroepen. Deze deelde, mede, zoowel kunst
handelaar als schrijver over kunst te zijn.
HU heeft zich sedert zijn jeugd met dc mo
derne schilderkunst van 1850 af bezig gehou
den. In het voorjaar van 1926 heeft hij met
Wacker kennis gemaakt, die hem te Bloe-
mcndaal een schilderij toonde, dat hij als
een werk van Vincent van Gogh heefi be
schouwd. Daar Wacker wist. dat mr. Baert
de la Faille met liet opstellen van een Van
Gogh-catalogus bezig was, stelde eerstge
noemde hom er mee In kennis, dat hij nog
andere doeken Ln zijn bezit had, waarvan
hij dc herkomst nog niet kon meeccelen.
Nog in hetzelfde jaar heeft Wacker hem
verzocht naar Berlijn over ie komen en hem
claar verscheidene schilderijen getoond, die
getuige alle voor echt heeft verklaard. Ge
tuige heeft alle dertig doeken, die Wacker
in den handel heeft gebracht, gezien. Het was
hem echter destijds niet mogelijk, een dor
doeken met echte tc vergelijken.
In 1928 heeft mr. Baert de la Faille
Wacker's schilderden in commissie genomen
en naar Parijs verkocht.
Langzamerhand kwam hij tot de overtui
ging. dat alle schilderijen, die door Wacker
waren verkocht, vervalschingen waren ge
weest. Daarop heeft hU in December 1928 als
supplement op zijn catalogus de vervalschin
gen gepubliceerd.
Getuige, die destijds het gevoel had, dat hij
met zwendelaars te doen had gehad, is in zijn
reactie waarschijnlijk te ver gegaan.
Hier voor de rechtbank meent hü de ver
klaring te moeten afleggen, dat hij zijn mee
ning heeft gewijzigd en dat hij van de der
tig door Wacker verhandelde doeken cr thans
vijf als echt beschouwt. Onder deze vijf, die
hij nu als echt erkent, bevinden zich zoowel
het zelfportret van Vincent van Gogh. dat
titans in het bezit is van den heer Chester
Dale te New-York, als de „Twee populieren"
wolk doek zich ln Nederlandsch bezit bevindt
De voorzitter vraagt den getuige waarom
hij niet vroeger zijn gewijzigde opvatting
heeft, meegedeeld.
Mr. Baert de la Faille zegt. dat hij dit pro
ces de juiste gelegenheid achtte om zulks
tc doen. HU heeft tot op heden tegenover
niemand zUn veranderd standpunt bekend
gemaakt.
De volgende getuige is de hoer H. P. Brom
mer, die zich loeraar in de practlsche aesthe
tics neemt. Hij heeft wel eens expertises ge
leverd. maar dat zUn uitzonderingen geble
ven. In 1926 is Wacker te samen met zijn
broer bij hem gekomen en Het hem het
Chester Daleportret zien. HU heeft het des-
tijds voor echt verklaard en is ook thans
nog onvoorwaardelijk van de echtheid ervan
overtuigd.
Nadat de Berlljnsche kunstkenner Hans
Rosenhaghe is gehoord komt de Nederland-
sche kunsthandelaar Willem Scherjon aan
het woord.
Deze geeft een beschrUving van de wijze
waarop de Van Gogh-schilderücn óorspron-
kelUk bU cc familie Van Gogh werden be
waard. ZU lagen op zolder opgestapeld en
men kon ze daar zonder eenige controle zien.
Mevrouw Van Gogh-Bonger heeft hem ver
klaard dat vele schilderijen zijn verdwenen.
In Nederland bestaan Van Gogh-collecties
die weinig bekend zijn.
Na een debat over de vraag, of morgen de
heeren Baert de la Faille en Bremmer, als
deskundigen zullen worden gehoord, deelt dc
voorzitter mede. dat de rechtbank daarom
trent in de volgende zitting haar besluit be
kend zal maken.
LANCS DE STRAAT.
Vijftig jaar.
Het steegje vlagt. Behalve dat vlaggen
van allerlei grootte en diverse tinten roo*
wit en blauw hangen uit alle ramen -- ben
gelen lange guirlandes van papieren bloe
men en lampions boven de hoofden van de
verraste voorbUgangers. Er is feest.
Boven dc deur van het armelUke winkeltje
hangt in volle glorie een groot kartonnen
schild: „Hulde Aan het Gouden Bruidspaar
Op rood fond gouden letters, en daarom
heen een breede rand. wederom van je puur
ste goud. Dit schoons wordt geflankeerd door
waarom? de Amcrikaanschc cn Chl-
neeschc oorlogsvlag, benevens twee lange
oranjewimpels.
Waarschijnlijk is dit de „eerepoort", waar
voor dc jeugd uit het straatje al dagen van
te voren "s avonds heeft gecollecteerd.
Het oude vrouwtje staat nog zelf achter
de toonbank. Als je ook „pas" zeventig
bent Ze straalt over heel haar rimpel-
gezichtje. Dc man zit binnen: rheumatick.
Weliswaar is hU tachtig, maar ik voor mij
zie hierin toch wederom een triomf van het
zwakke geslacht, Hoe het ook zU. de gouden
bruid is nog Sn volle glorie werkzaam. Ze
heeft plezier in het feest. En daar ze een
kruidenierswinkeltje heeft, en dies dropjes
enz. kan ronddeelcn. is de jeugd zeer rijke
lijk aan het serenades brengen. Na ieder
huldebetoon namelijk worden versnaperin
gen rondgedeeld. Zoodat het gezang niet van
de lucht is
„As je het mij vraagt" zegt een dikke juf
frouw tegen haar buur. „dan snap ik niet,
dattc ze d'r zoo'n drukte van gemaakt heb-
be.... nogal een lolletje om vijftig jare...
en die ouwe is zoo ongemakkelijk! Nee, weet
je waar ze voor vlagge kenne? Als je vijftig
jare an de narigheid ontsnapt ben....".
„Niks dan kif' zegt buurvrouw, „omdat JU
geen man heb kenne krgge. met. Je zurc-
azljn-gozicht enne. je rijkeluismanlere,
enne dikke regenwurm'"
De mannenhaatster ls op het punt het
hare hierop te zeggen, als een schraal en
schichtig manspersoon door het- steegje komt.
„Dag Tinus" zegt de dikke allervriendelijkst,
de heele ruzie vergetend. „Gaat de ncgot.le
goed?" Tlnus. verlegen, mompelt wat cn
verdwijnt.
Alvorens haar deur te sluiten schiet buur
vrouw haar laatste pijl af: ..Nou' Je zou
anders wat graag Tinus wille hebbe... En
as dié het vijftig jare met jou uithoudt, nou
dan vlagge we allemaal. Voor hem!"
Pats! zegt haar deur.
L. S.
KINDERKOOR INTER NOS.
Haarlem's Kinderkoor ..Inter Nas", dirigent
do heer Jan Booda. zal Maandag 25 April een
concert geven in de Gemeentelijke Concert
zaal alhier. O.m. zal worden uitgevoerd de
zeer mooie cantate ..Naar dc heide" van A. TI.
Amory.
R.-K. REDERIJKERSKAMER „ALBERDINGK
THIJM".
Bovengenoemde Rederijkerskamer geeft
on Donderdag 21 April haar jaarlljksche do
na teursuii voering. Opgevoerd zal worden het
bekende blijspel: Gebroeders Kalkoen
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Vermeer. Godfra v. Bouillonstraat 51. acte-
tasch m .i; Bur. van Politie. Smedestrnnt 9.
zak aardappelen, autodop, v. Waveren, Julla-
napark 50, foto's; Rljkelehuyze, Kwcektuin-
s'raat 6. Muit: Sevrijnzc. Mr. Joostenlaan 29.
huissleutel. Steenhove. Breostraat 2. hond;
Keeleve'd, Hccrensingel 37f. handschoen:
Kennel Fauna. Parklaar zwarte hond. kat:
de Grood. Maerten van Heemskerkstraat 37.
dame.-handschoen: Smit. Eemstraat 16. muts,
I oer akker. Kenemernlein 16 Paranlule: Duys
Koninginneweg 36 rd.. rijwlelbelastingplaatje.
Roozekrans. Spaarnc 98. idem en rozenkrans:
Wesselius. Zuid Brouwerssrtaai 4 regenjas:
Hoogerwerf. Wilhelminastraat 51. radiateur-
vorwarmer: Holleman. Prinsen Bolwerk 30,
rozenkrans: Alders. Tulpensraat 43 rd.. tang:
v. d. Bur". Luitensteeg 13. kindertasch; Klcy-
zing. Wilhelminastraat 63. vulpen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
Meer ïteun voor den voet
d«- nieuwe
„ORTHOLUXE" STEUNSCHOEN
met voetkuiten*
NASSAUSTRAAT 1 TELEF. 13490
AGENDA.
Heden:
DEUTSCHER KLUB HAARLEM.
Men schrijft ons:
Zaterdagavond gaf onze stadgenoote mevr.
Hlldegard Dörries-Brune voor de „Deutsche
Klub Haarlem" in het restaurant Hildebrand
een schitterende demonstratie van moderne
fantasie-dansen. Daarbij wisselden sierlijk
heid met vroolijkheld, uitslaand vuur met
diep innerlijke extase, terwijl de smaakvolle
costumes steeds aan het behandelde onder
werp wonderbaarlijk waren aangepast. Het
moc-st deed de jonge kunstenares hare toe
schouwers wel genieten ln een danscreatie
op het „Prélude" van Rachmaninoff.
De dikwijls zeer moeilijke accompagnatie
was in uitstekende handen bij mejuffrouw
Verdel!.
DE VERMAKELIJKHEIDSBELASTING
TE LEIDEN.
DE VERHOOGING AANGEHOUDEN.
De Tel. verneemt uit Leiden:
TUdens de Maandag gehouden vergadering
van den gemeenteraad deelde de voorzitter
mede, dat het voorstel tot heffing van een
crisistoeslag op de vermakelijkheidsbelasting
wordt aangehouden. Eenige leden drukten
er nog hun verwondering over uit. dat B. en
W. met dit voorstel zUn gekomen. ZU stelden
de vraag of het college gedacht heeft aan
hetgeen te Groningen was gebeurd.
Het voorstel tot verhooging van de opcen
ten op de vermogensbelasting van 15 tot 50
werd aangenomen.
DINSDAG 12 APRIL
Gcm. Concertgebouw: Concert Mannen
koor Dio Spacrne-Sanghers. 8 uur.
Rozekruisersgenootschap. Bakcnessergracht
Genezingsdienst, lezing. Onderwerp: .JDc
ware gezondheid" 8.15 uur.
Luxor Sound Theater: „Kameradschaft"
geprolongeerd, 3 15 uur.
Palace: Emil Jannlngs ln .Hecrschcr der
Duisternis". Op 't tooneel: Booth and Booth.
8.15 uur.
Rembrandt Theater: ,De brave zondaar",
met Max Pallenberg. 7 cn 9.15 uur.
Kunstzaleu „Reeker". Wagenweg 102. Cri
sis-tentoonstelling van werken van Haarl.
Kunstenaars.
WOENSDAG 13 APRIL
Gemeenteraadsvergadering Haarlem. Prin
senhof. 1 -30 uur 's middags en 's avonds.
Bioscoopvoorstellingen des middags cn des
avonds
Kunstzalen „Reeker". Wagenweg 102. Cri
sis-tentoonstelling van werken van Haarl.
Kunstenaars.
Teyler's Museum, Spaarnc 16. Geopend op
werkdagen van 113 uur, behalve 's Maan
dags, toegang vrij.
APOTHEKEN (AVOND- EN NACHTDIENST)
P. Th. A. van Rijn, KI. Houtweg 15. Teler.
10539.
Firma C. G- Loomeyer cn Zn., Zijlweg 34.
Tel. 12495.
Schoterbosch-Apotheek, Rijksstraatweg 19.
Tel. 12711.