LETTEREN EN KUNST JONGENSBOEKEN TH. SMIT Fa. KLEIN HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 12 APRIL 1932 VIERDE BLAD HET TOONEEL Haarlem's Tooneel ALS IK WILDE.... Het geestige blijspel „Als ik wilde'' heeft thans ook zijn entree' in de dilettanten-wereld gemaakt. Wij kunnen den artistieken leider van Haarlem's Tooneel, die er natuurlijk, ver antwoordelijk voor is. niet anders dan erken telijk zijn. want Als ik wilde, blijft nog steeds een der charmantste comedies van het Fran- sche repertoire van de laatste 10 jaren. Géraldy heeft zijn gegeven op fijne en gracieuse wijze behandeld. Als in zijn .Aimer" en ..Noces d'argent" is hij ook in dit blijspel de schrijver, die steeds met teere toetsen werkt. Het is een comedie van prettige dis tinctie en met een fond: De dialoog is als geciseleerd, steeds volkomen in toon en van zuiver Franschen geest. In de ik zou kun nen zeggen reine behandeling van zijn ge geven. gaat Géraldy boven de meesten van zijn Fransche confraters uit en het is de eer van dezen auteur, dat hij de fatsoenlijke vrouw op het Fransche tooneel weer op een piëdestal heeft geplaatst. Zooals Vera Bondam bij het beroepstooneel de aangewezen actrice is voor de „fatsoen lijke vrouw", zoo is mevr. Tijsseling het bij de dilettanten. Er gaat van haar warm. na tuurlijk spel een groote bekoring uit. Het is zonder tooneeltrucs, absoluut niet gemanië reerd, eenvoudig en echt. Zij was dan ook het gewone vrouwtje, dat in het huwelijk haar geluk gevonden had. geheel en al. Haar spel was zelfs nu en dan wat te eenvoudig eir gewoon en evenals haar zeer sympathieke, maar wat kleine stem niet genoeg er op berekend, dat het ook over het voetlicht heen moest. Het had alles wat voller en breeder en nu en dan ook wat spontaner gekund. Maar voor een liefhebster was 'het toch wel weer bijzonder knap. Mevrouw Tijsseling is een van de weini gen van het dilettantentooneel bij wie men niet denkt: „Wat is tooneelspelen toch moeilijk". Het gaat haar alles zoo gewoon en natuurlijk af, dat men vergeet hoogste lof voor een rol als die van Germaine dat het komediespelen is. Een kleine opmerking het loopen over het tooneel met de te groote stappen en zwaaiende armen is van har niet altijd even fraai. Maar een zoo talentrijke actrice als mevrouw Tijsseling zal niet veel anoeitc hebben dit te verbetexen. Mej. Pim Zimmerman was Marcelle, de rol, die vroeger door Minny ten Hove ge speeld is. Opmerkelijk was het ,hoe zeer mej. Zimmerman in haar spel maar vooral in haar spreken aan Minny ten Hove deed den ken. Het was mij soms, alsof ik haar voor gangster in deze rol hoorde. Mej. Zimmerman speelde Marcelle als een slachtoffer van haar charme en deed dit met een zekere kinder lijke naïeviteit lang niet onaardig. Zij hield zich zooals het ook moest verre van de geraffineerde kokette en onderging alles als of zij wilde zeggen: „Wat kan ik er aan «toen?" Mej. Zimmerman bevestigde volkomen den goeden indruk, dien zij reeds een vorige maal bij Haarlem's Tooneel had gemaakt. Een actrice met distinctie, die in de salonstukken ook door de wijze waarop zij zich weet te kleeden volkomen op haar plaats is. Heel het stuk was met de Hollandsche ver taling ook naar Holland overgeplaatst. Fran schen hebben wij in deze dames en heeren en vooral in de heeren onmogelijk kunnen zien. Maar laten wij dadelijk erbij zeggen, dat dit bij het beroepstooneel ook zelden anders is. De heer Van der Horst heeft Philippe zeer goed gespeeld. Ook in zijn spel trof dezelfde natuurlijkheid als in dat van mevrouw Tijs seling en daarom bleek hij een uitstekend tegenspeler van haar te zijn. Daar was tus- schen Germaine en Philippe volkomen de sfeer van het kalm, evenwichtige, maar ook 'n1- beetje vervelende geluk en men voelde, dat een klein stormpje voor de twee geen kwaad kon. Hij was het best in het slot- tooneel van I, waarin hij niets van Germaine begreep cn hij zeer geestig op haar vragen reageerde. In III zocht hij zijn effect te veel in een te groote bewegelijkheid, waarbij hij echter zijn handen al te voorzichtig in zijn zakken hield. Daar ging de rol even boven zijn krachten uit De heer Van Dongen blijft zich zelf altijd wat gelijk. Hij was ook gisteren meer Van Dongen dan André Berthier, de Parijzenaar, die op de boulevards het leven van den vrij gezel leeft. Maar Van Dongen brengt steeds zijn routine mee op de planken en is voor Haarlem's Tooneel een onmisbare kracht. In het groote tooneel met Germaine in II zocht hij het te veel in stemuitzetting, waar een geconcentreerde kracht zeker meer effect zou hebben gesorteerd. In te veel stemuitzetting zocht ook de heer W. T. Pauw het in de zeer moeilijkerol van René. De heer Pauw maakte dezelfde fout als indertijd Herman Kloppers: hij overdreef te zeer in het grap pige en maakte daardoor in I de figuur van René onaannemelijk. Langzamerhand werd het echter beter en in het t-ooneeltje met Germaine en vooral in III wist hij aan de rol het juiste relief te geven. Dat was zeer aardig spel, Het stuk is gespeeld in een exquis decortje en de lof, die na afloop der voorstelling de heer Van der Horst aan de directie van den Schouwburg aan den Jansweg maakte, was volkomen verdiend. Wel heeft ook het. dilet tantentooneel in den laatsten tijd zijn cischen al hooger en hooger gesteld. Wie zou in vroeger jaren er ooit aan gedacht hebben, voor opvoeringen van liefhebbers zooals in De Twee Dasjes en nu weer in Als ik wildeexpres nieuwe decors te la ten maken? En wat voor decors! Wij zagen daar op het tooneel een zoo smaakvol inge richt. cosy home. dat je er dadelijk in haat willen stappen. Alleen de vele brandende lampen waren in I een al te groote overvloed en bleken een beletsel voor onze concentra tie op het spel. Na afloop der voorstelling was het een weelde van bloemen voor de dames en ver scheen ook de regisseur, de heer Joh. Kaart Jr. ten tooneele. om met een krans, een soeech van den heer van der Horst en een enthousiast apfplaus terecht gehuldigd te worden. In de entre-actes speelde de jazz-band The hot Svncopaters uit Amsterdam. In het pro gramma las ik dat The hot Syncopaters de prijswinnaars waren in het jazz-band con cours te Amsterdam. Welk een oor-pijni gende verschrikking moet dat concours zijn geweest, en wat ben ik dankbaar dat ik nooit in de jury van zoo'n concours behoef te zit ten. Voor dansen is zoo'n jazz-band misschien ideaal, maar voor entre-acte muziek is het de grootst denkbare gruwel. Mocht men dat toch eens gaan begrijpen! J. B. SCHUIL- FRANSCHE SCHILDERKUNST IN AMSTERDAM. ECOLE DE PARIS. Zaterdagmiddag werd in het Gemeente museum te Amsterdam een tentoonstelling geopend, die, door 'n twee-en-een half hon derd schilderijen ons een beeld moet geven van de Fransche kunst der laatste dertig jaar. Ze doet clit vrij volledig en verdient dus de belangstelling van den kunstliefhebber. Er is bovendien onder het tentoongestelde een zoodanig hoog percentage mooie dingen, dat ik mijn lezers mag aanraden de expositie in den loop van April tc gaan zien. Wanneer ze vau de „école de Paris" wellicht nog geen klare voorstelling hebben, kan ik ze daaraan tot mijn leedwezen niet helpen. Dat etiket, die benaming, is naar mijn inzicht een pure onzin en een volstrekte misleiding. Om van een „school" te kunnen spreken moet er in de eerste plaats een groepeering van gelijkge stemde elementen zijn, waaronder er Aan zijn die door aard. capaciteit en karakter aan die groepeering leiding geven, althans als leiders erkend worden. Nu zijn er in de kunst, die de laatste dertig jaar in Parijs geprodu ceerd werd wat nog weer iets anders is dan Fransche kunst niet één maar mis schien wel Lwinig zulke groepccringen denk baar, en lijkt het mij oen dier resultaten van de bekende gemakzucht, het geheele alle gaartje dier vele groepeeringen onder één hoedje te willen vangen. Ecole de Paris klinkt even nietszeggend als onaangenaam daar liet aan de befaamde „articles de Parisdoet denken en kunst daar tot nu toe niet onder ressorteerde. De school van Barbiron, de Haagsche school, die van Laethem, Worpswede of Ter- vueren, dat alles heeft zin. Men denkt daar bij dadelijk aan een bepaalde gemeenschap pelijke tendens in denken en doen dier aan geduide groepen. „L'école de Paris" bestaat alleen in de verbeelding der kunsthandela ren, die een nieuwe „cry" noodig hadden, en hunne trawanten, de niet critiseerende maar slechts propagandeerende schrijvers. Waar geen éénheid bestaat is die door een étiket niet in het leven te roepen en wie, zij het zelfs op een afstand de ontwikkeling der schilderkunst de laatste dertig jaar gevolgd heeft, erkent gaarne de veelheid der strevin gen, der inzichten, der grondvereischten zelfs die aan „kunst" gesteld worden, doch mist een eenheid die een soortnaam wettigen zou. Juist in dat tijdsbestek is de kunstproductie op zoodanige wijze los van alle banden ge worden (wat hier niet losbandig behoeft te beteekenen), ook op dit terrein heeft de de mocratie zoo zeer aan macht gewonnen, dat van „scholen" in den ouden zin. steeds min der sprake zal zijn. Een tot het uiterste ge voerd individualisme is daarvan het gevolg geweest, tot vandaag of morgen weer daar op een reactie komt. Maar voorloopig doen we dan toch maar beter, niet van de school van Parijs te praten als wij het complex van al die divergeerende individualiteiten bedoe len. Nog iets: wij gebruikten daar juist het woord democratie in de kunstproductie. En nu herinner ik mij. dat George Moore in zijn Confession schreef dat ,,1'art est l'antithèse directe de la démocratie". Hij schreef dat in 1889 en voerde als bewijs aan. dat de Ame rikanen, die democraten bij uitnemendheid, Manet en Degas niet konden waardeeren en aan Bouguereau de voorkeur gaven. Van daag staan Manet en Degas bij de Yankees in hooge gunst en wc zien daaruit alweer de betrekkelijkheid van zulk een uitspraak, die op het eerste gezicht veel aanlokkelijks heeft. Toch moeten wij vaak aan Moore's uitlating denken als wij hedendaagsche kunst be schouwen en daarin missen wat wij gaarne het aristocratisch element zouden noemen. En evenzeer blijft het een open vraag of de Amerikanen van nu Manet en Degas om hun aristocratische qualiteiten bewonderen. Nu zouden wij zoo kunnen doorgaan tot Sint Juttemis en ons ten slotte kunnen neerleg gen bij vriend Huebner's vroolijke uit-spraak: „Niets is geheel waar, zelfs dit niet Dan heb ik echter bereikt met deze inleiding U in de juiste stemming te brengen de Fransche tentoonstelling te gaan zien. Van veel zal U de beteekenis betrekkelijk voorkomen, van veel het aristocratisch karakter direct op vallen. ge zult weinig verband doch groote verscheidenheid vinden en vaak wat het voornaamste is door het ondefinieerbare dat echte kunst eigen is bekoord worden. Bekoring, charme, dat is wat het werk van den geboren Franschman in de eerste plaats kenmerkt. Zelfs bij de wildsten gaat die niet verloren, zelfs bij de abstractsten blijft die aanwezig en de zwakke broeders en zusters vinden er immer weer hun excuus in. Charme en savoir-faire zijn hem eigener qualiteiten dan diepzinnigheid en theorie. Waar ge die laatste in Fransche kunst tegenkomt, blijken ze meestal geïmporteerd geestesbezit. Albert Besnard was dertig jaar geleden de vijftig al gepasseerd, maar ik beschouw het als een hulde aan die charme en savoir-faire dat men een prachtig werkje van den ouden heer. in 1930 geschilderd, op een aparte plaats op het schot voor den ingang, heeft opgehan gen. Een kleine compositie van een meisje met kinderen, die in de kleur even aan Renoir doet denken, in de teekening iets scherper is dan deze. Dunoyer de Ségonzac en Char les Guérin zijn nog zulk een stel schilders die ge niet buiten Frankrijk's grenzen denken kunt evenmin als de oude Vuillard, van wien hier een prachtig groot Parijsch stadsgezicht hangt, dat teer-grijs-groen van sfeer is maar even stevig in elkaar zit als de beste Breitner. De Ségonzac is vooral prachtig in zijn aqua rellen Guérn toont in Anita" en het „Park" wel twee hem typeerende stalen, a- zagen wij nog wel eens fijner specimens. Het is jammer dat van Bonnard die een jaar in leeftijd met Vuillard verschilt, geen belang rijker dingen zijn meegekomen. Het groote liggend naaktfiguur vertoont, bij zijn ouder werk vergeleken, een ongedachte verslapping en de beide i'.lctne schilderijen maken niet veel goed. Men moet niet meenen door deze drie stukken Bonnard te kennen: hij is in werkelijkheid veel belangrijker. Maurice Denis der Dritte im Bunde, ontbreekt h lei- geheel en al, om de een of andere duistere reden schijnt die niet tot de school van Parijs te behooren evenmin als Luc Albert Mo- reau die naast Ségonzac en Boussingault «makkers uit de loopgraveni had behooren aanwezig te ziüi. Daarmee zijn de. mijns in ziens meest Fransche naturen onder de niet meer jongeren eervol vermeld en gaan wc tot dc massa der exposanten over in een vol gend artikel. J. H. DE BOIS. Rein Valkhoff. Het Meezennest in de Alpen. (Uitg. van Holkema cn Warendorf, Amsterdam. De grootste moeilijkheid voor een auteur van jongensboeken ik schreef dit reeds vroeger eens is het treffen van den juis- ten toon. Voordat hij met schrijven begint, moet hij het met zich zelf eens zijn voor .welken leeftijd zijn boek bestemd is en hier naar moet hij zoowel den inhoud en de con ceptie van zijn verhaal als zijn stijl geheel regelen. Wanneer ik een boek als „Het Meezennest in de Alpen' lees. krijg ik wel heel sterk den indruk, dat de schrijver, de heer Rein Valk hoff zich van te voren niet voldoende heeft afgevraagd, voor welken leeftijd hij ging schrijven. Het cene oogenblik is dit een boek voor jongens van 12 tot 14 jaar. even later denk je weer aan een verhaal voor oudere meisjes en soms lijkt het wel. of de heer Valkhoff geheel' en al vergeten heeft, dat hij voor de jeugd schreef. Zoo vertelt dc heer Valkhoff bijvoorbeeld van een meisje, dat een huis met bloemen versiert en hij doet dat in de volgende bewoordingen: „Scabioscn, wollegraseen theekopje vol blanke Parnassiain het Saksisch porceleinen vaasje op tafel in de ..salon" zeldzaam mooie, groote lila orchideeën, zoo maar achter hun huis een eindje den berg op. gevonden. In een koperen pan nog een voorraad „Rhodo's". Alpenroozen, die dc jon gens bij de beklimming van „la Palette" wel voor Kees geplukt hadden en die hen nog dagelijks deden denken aan het overweldigen de uitzicht van dien bergtop. In Moeder's slaapkamer een groote vaas Astrantia vol gens haar smaak de mooiste bloemen van Zwitserland: maar hot mooiste waren toch op de ladenkast jn de „salon" de gele gen tianen in een bruine kan: lange stelen, wel tot het plafond reikend, met de gele sterren als het ware in bakjes van bladeren zorg vuldig gedragen". Is dat de toon voor een jongensboek? Is het. niet veel meer dc stijl van een boek voor oudere meisjes? Ik ben er wel zeker van, dat 90 procent der jongens zoo'n gedeelte grif overslaat en ik vrees zelfs, dat een zeker percentage zal denken: „de rest is net zoo!" en niet verder leest. En wat te zeggen van het laatste hoofd stuk, waarin een moeder weduwe aan haar kinderen vertelt, dat zij voor de tweede maal gaat trouwen? Dat gedeelte is zeker fijn geschreven, maarhet staat zoo ver van de sfeer der jeugdige lezers, die alles heel anders, veel minder gecompliceerd zien en hun gevoelens op een enkele uitzonde ring na misschien niet zoo uitrafelen. En wat zegt voor een jongen of een meisje Gustav Mahler's melodie Ging heut' Morgen iiber 's Feld"? Ik wil gaarne gelooven, dat de Moeder daar in dc bergen een melodie uit de cyclus eines fahrenden Gesellen floot, maar voor haar had dat daar in de bergen beteekenis. Voor de jeugdige lezers ook? Kleinigheden, zal Rein Valkhoff misschien denken, maar aan zulke kleinigheden voelt men on middellij k^dat een schrijver niet aan de jonge lezers, voor wie het verhaal toch bestemd is. heeft gedacht. Trouwens telkens dacht ik: wat zou van zoo'n verhaal van een vacantie in dc bergen veel meer te maken zijn geweest! Dit verhaal had zooals het thans is evengoed op de Veluwc of in Limburg kunnen spelen als in de Alpen. De jeugd houdt gelukkig nog altijd van romantiek en welk een romantiek nu eens zonder verborgen schatten en detecti ves biedt een logeerpartij in een berg landschap een schrijver niet! Het is alles wel fijntjes beschreven, maar het is behalve dan de episode van de verdwaling van klei nen Koen zoo gewoontjes en uitgeplozen, precies zou mijn kleine neef zeggen als in een „boek voor groote .mensehen". Maar de jeugd wil iets anders, die verlangt óf ge zonden. uitbundigen humor of het groote avontuur en beide missen wij vrijwel in dit bock. Het zijn altijd beste, bravo, fijngevoelige jongens en meisjes, die Rein Valkhoff in zijn boeken geeft, maar die zijn in een boek evenals in de werkelijkheid niet altijd het meest interessant. Misschien dat Rein Valk hoff dat ook nog eens zal inzien en hij dan een verhaal zal schrijven in een laat ik zeggen minder vrouwelijke sfeer. N. K. Bieger, Dc Jongen van de Plaggenhut. (Uitg. Gebr. Kluitman Alkmaar). Van N. K. Bieger herinner ik mij een uit stekend jongensboek. ..Flips Indische Lotge vallen". dat ik in dit blad in zeer enthou siaste termen heb gerecenseerd. Dc Jongen van de Plaggenhut, dat ik thans ter recen seering ontving, staat daar wel heel ver be neden, zoo ver zelfs, dat ik mij nauwelijks kan begrijpen, dat de schrijver van dit brok kelig en ouderwetsch verhaal dezelfde is als do auteur, die een der beste Indische jongens boeken heeft geleverd Ook in De Jongen van de Plaggenhut trof mij dezelfde fout als in Het Meezennest in de Alpen, namelijk, dat de auteur zich er niet voldoende rekenschap van heeft gegeven voor welken leeftijd hij schreef. In het "begin denk je, dat het voor jongens van 14 of 15 jaar is maar later ko men er gedeelten, die meer berekend schij nen voor kinderen van 10 jaar. Er is geen eenheid in dit boek, noch in den stijl noch in het verhaal. De heer Bieger begint zijn verhaal met een ontmoeting van den hoofdpersoon Rengeï met een jeugdig aardig geteekend zwer verstype. Dat type zal de jeugdige lezers zeker pakken, zoo zelfs, dat zij teleurgesteld zullen vragen: „Waar blijft die jongen nou?" als hij dadelijk verdwijnt en in het heele boek niet meer voor komt. Wat doet die jongen dan in het boek? Een groote fout natuurlijk in de conceptie van dit verhaal. En wat wij verder krijgen: Renger, de nobele jongen van de Plaggenhut bij zijn hardvochiigen. vrek- kigen oom en zijn goedige, gulle tante vooral de beschrijving van den hardvochti- gen Kees oom is van een oudbakken 'roest, welke wel heel ver afstaat van de frischneid var. Flips Indische Avonturen. Wat te zeggen var. dat drakerige gedeelte, waarin Renger, de boerenjongen, zijn oom nadat die als een marqué uit het oude melodrama zijn jongen neef de zwaarste be- leedigingen naar het hoofd heeft geslingerd, de rijksdaalders in het gezicht werpt en hem toe „brult": „Raap maar op. raap op. maar weet. dat dit geld vervloekt is!" om daarna —Je hoort het. niet waar? schril te lachen, verachtelijk op den grond tc spuwen en tc roepen: „Bah! Bah! Bah!" Neen. dat is toch geen lectuur om de jeugd op te tracteeren. En het wordt er niet beter op, als de graaf en dc gravin de Laval op de proppen komen, adclijkc personagtes, die in dit boek een zelfde rol spelen als de ..baron cn dc barones" het in de oudbakken boeken altijd pleegden te doen. Et: hoeveel slordiger schrijft de heer Bieger in dit boek. Wanneer Renger een boeren jongen van 15 jaar een zwerverstype ont moet. dan lezen wij. dat hij denkt: „een le vend vraagteeken!" en als hij voor een groote villa staat, gaan er deze gedachten door dit jonge boerenhoofd: ..Wat een fluweelen grasvlakten om dc sprookjesachtige, fel- vlammendc bloembedden!" Het zijn van die schromelijke fouten, die wij telkens weer ontmoeten in boeken, waar in de schrijvers inplaats van de jongens gaan denken. J B. SCHUIL. DE VERVALSCHTE VAN GOGH'S. DRIE NEDERLANDSCHE DESKUNDIGEN GEHOORD. Maandag werd te Berlijn het proccs- Wacker voortgezet. We ontleenen liet vol gende hierover aan dc Tel.: O.a. werd mr. J. Baert de la Faille voor de tafel der getuigen geroepen. Deze deelde, mede, zoowel kunst handelaar als schrijver over kunst te zijn. HU heeft zich sedert zijn jeugd met dc mo derne schilderkunst van 1850 af bezig gehou den. In het voorjaar van 1926 heeft hij met Wacker kennis gemaakt, die hem te Bloe- mcndaal een schilderij toonde, dat hij als een werk van Vincent van Gogh heefi be schouwd. Daar Wacker wist. dat mr. Baert de la Faille met liet opstellen van een Van Gogh-catalogus bezig was, stelde eerstge noemde hom er mee In kennis, dat hij nog andere doeken Ln zijn bezit had, waarvan hij dc herkomst nog niet kon meeccelen. Nog in hetzelfde jaar heeft Wacker hem verzocht naar Berlijn over ie komen en hem claar verscheidene schilderijen getoond, die getuige alle voor echt heeft verklaard. Ge tuige heeft alle dertig doeken, die Wacker in den handel heeft gebracht, gezien. Het was hem echter destijds niet mogelijk, een dor doeken met echte tc vergelijken. In 1928 heeft mr. Baert de la Faille Wacker's schilderden in commissie genomen en naar Parijs verkocht. Langzamerhand kwam hij tot de overtui ging. dat alle schilderijen, die door Wacker waren verkocht, vervalschingen waren ge weest. Daarop heeft hU in December 1928 als supplement op zijn catalogus de vervalschin gen gepubliceerd. Getuige, die destijds het gevoel had, dat hij met zwendelaars te doen had gehad, is in zijn reactie waarschijnlijk te ver gegaan. Hier voor de rechtbank meent hü de ver klaring te moeten afleggen, dat hij zijn mee ning heeft gewijzigd en dat hij van de der tig door Wacker verhandelde doeken cr thans vijf als echt beschouwt. Onder deze vijf, die hij nu als echt erkent, bevinden zich zoowel het zelfportret van Vincent van Gogh. dat titans in het bezit is van den heer Chester Dale te New-York, als de „Twee populieren" wolk doek zich ln Nederlandsch bezit bevindt De voorzitter vraagt den getuige waarom hij niet vroeger zijn gewijzigde opvatting heeft, meegedeeld. Mr. Baert de la Faille zegt. dat hij dit pro ces de juiste gelegenheid achtte om zulks tc doen. HU heeft tot op heden tegenover niemand zUn veranderd standpunt bekend gemaakt. De volgende getuige is de hoer H. P. Brom mer, die zich loeraar in de practlsche aesthe tics neemt. Hij heeft wel eens expertises ge leverd. maar dat zUn uitzonderingen geble ven. In 1926 is Wacker te samen met zijn broer bij hem gekomen en Het hem het Chester Daleportret zien. HU heeft het des- tijds voor echt verklaard en is ook thans nog onvoorwaardelijk van de echtheid ervan overtuigd. Nadat de Berlljnsche kunstkenner Hans Rosenhaghe is gehoord komt de Nederland- sche kunsthandelaar Willem Scherjon aan het woord. Deze geeft een beschrUving van de wijze waarop de Van Gogh-schilderücn óorspron- kelUk bU cc familie Van Gogh werden be waard. ZU lagen op zolder opgestapeld en men kon ze daar zonder eenige controle zien. Mevrouw Van Gogh-Bonger heeft hem ver klaard dat vele schilderijen zijn verdwenen. In Nederland bestaan Van Gogh-collecties die weinig bekend zijn. Na een debat over de vraag, of morgen de heeren Baert de la Faille en Bremmer, als deskundigen zullen worden gehoord, deelt dc voorzitter mede. dat de rechtbank daarom trent in de volgende zitting haar besluit be kend zal maken. LANCS DE STRAAT. Vijftig jaar. Het steegje vlagt. Behalve dat vlaggen van allerlei grootte en diverse tinten roo* wit en blauw hangen uit alle ramen -- ben gelen lange guirlandes van papieren bloe men en lampions boven de hoofden van de verraste voorbUgangers. Er is feest. Boven dc deur van het armelUke winkeltje hangt in volle glorie een groot kartonnen schild: „Hulde Aan het Gouden Bruidspaar Op rood fond gouden letters, en daarom heen een breede rand. wederom van je puur ste goud. Dit schoons wordt geflankeerd door waarom? de Amcrikaanschc cn Chl- neeschc oorlogsvlag, benevens twee lange oranjewimpels. Waarschijnlijk is dit de „eerepoort", waar voor dc jeugd uit het straatje al dagen van te voren "s avonds heeft gecollecteerd. Het oude vrouwtje staat nog zelf achter de toonbank. Als je ook „pas" zeventig bent Ze straalt over heel haar rimpel- gezichtje. Dc man zit binnen: rheumatick. Weliswaar is hU tachtig, maar ik voor mij zie hierin toch wederom een triomf van het zwakke geslacht, Hoe het ook zU. de gouden bruid is nog Sn volle glorie werkzaam. Ze heeft plezier in het feest. En daar ze een kruidenierswinkeltje heeft, en dies dropjes enz. kan ronddeelcn. is de jeugd zeer rijke lijk aan het serenades brengen. Na ieder huldebetoon namelijk worden versnaperin gen rondgedeeld. Zoodat het gezang niet van de lucht is „As je het mij vraagt" zegt een dikke juf frouw tegen haar buur. „dan snap ik niet, dattc ze d'r zoo'n drukte van gemaakt heb- be.... nogal een lolletje om vijftig jare... en die ouwe is zoo ongemakkelijk! Nee, weet je waar ze voor vlagge kenne? Als je vijftig jare an de narigheid ontsnapt ben....". „Niks dan kif' zegt buurvrouw, „omdat JU geen man heb kenne krgge. met. Je zurc- azljn-gozicht enne. je rijkeluismanlere, enne dikke regenwurm'" De mannenhaatster ls op het punt het hare hierop te zeggen, als een schraal en schichtig manspersoon door het- steegje komt. „Dag Tinus" zegt de dikke allervriendelijkst, de heele ruzie vergetend. „Gaat de ncgot.le goed?" Tlnus. verlegen, mompelt wat cn verdwijnt. Alvorens haar deur te sluiten schiet buur vrouw haar laatste pijl af: ..Nou' Je zou anders wat graag Tinus wille hebbe... En as dié het vijftig jare met jou uithoudt, nou dan vlagge we allemaal. Voor hem!" Pats! zegt haar deur. L. S. KINDERKOOR INTER NOS. Haarlem's Kinderkoor ..Inter Nas", dirigent do heer Jan Booda. zal Maandag 25 April een concert geven in de Gemeentelijke Concert zaal alhier. O.m. zal worden uitgevoerd de zeer mooie cantate ..Naar dc heide" van A. TI. Amory. R.-K. REDERIJKERSKAMER „ALBERDINGK THIJM". Bovengenoemde Rederijkerskamer geeft on Donderdag 21 April haar jaarlljksche do na teursuii voering. Opgevoerd zal worden het bekende blijspel: Gebroeders Kalkoen GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Vermeer. Godfra v. Bouillonstraat 51. acte- tasch m .i; Bur. van Politie. Smedestrnnt 9. zak aardappelen, autodop, v. Waveren, Julla- napark 50, foto's; Rljkelehuyze, Kwcektuin- s'raat 6. Muit: Sevrijnzc. Mr. Joostenlaan 29. huissleutel. Steenhove. Breostraat 2. hond; Keeleve'd, Hccrensingel 37f. handschoen: Kennel Fauna. Parklaar zwarte hond. kat: de Grood. Maerten van Heemskerkstraat 37. dame.-handschoen: Smit. Eemstraat 16. muts, I oer akker. Kenemernlein 16 Paranlule: Duys Koninginneweg 36 rd.. rijwlelbelastingplaatje. Roozekrans. Spaarnc 98. idem en rozenkrans: Wesselius. Zuid Brouwerssrtaai 4 regenjas: Hoogerwerf. Wilhelminastraat 51. radiateur- vorwarmer: Holleman. Prinsen Bolwerk 30, rozenkrans: Alders. Tulpensraat 43 rd.. tang: v. d. Bur". Luitensteeg 13. kindertasch; Klcy- zing. Wilhelminastraat 63. vulpen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel Meer ïteun voor den voet d«- nieuwe „ORTHOLUXE" STEUNSCHOEN met voetkuiten* NASSAUSTRAAT 1 TELEF. 13490 AGENDA. Heden: DEUTSCHER KLUB HAARLEM. Men schrijft ons: Zaterdagavond gaf onze stadgenoote mevr. Hlldegard Dörries-Brune voor de „Deutsche Klub Haarlem" in het restaurant Hildebrand een schitterende demonstratie van moderne fantasie-dansen. Daarbij wisselden sierlijk heid met vroolijkheld, uitslaand vuur met diep innerlijke extase, terwijl de smaakvolle costumes steeds aan het behandelde onder werp wonderbaarlijk waren aangepast. Het moc-st deed de jonge kunstenares hare toe schouwers wel genieten ln een danscreatie op het „Prélude" van Rachmaninoff. De dikwijls zeer moeilijke accompagnatie was in uitstekende handen bij mejuffrouw Verdel!. DE VERMAKELIJKHEIDSBELASTING TE LEIDEN. DE VERHOOGING AANGEHOUDEN. De Tel. verneemt uit Leiden: TUdens de Maandag gehouden vergadering van den gemeenteraad deelde de voorzitter mede, dat het voorstel tot heffing van een crisistoeslag op de vermakelijkheidsbelasting wordt aangehouden. Eenige leden drukten er nog hun verwondering over uit. dat B. en W. met dit voorstel zUn gekomen. ZU stelden de vraag of het college gedacht heeft aan hetgeen te Groningen was gebeurd. Het voorstel tot verhooging van de opcen ten op de vermogensbelasting van 15 tot 50 werd aangenomen. DINSDAG 12 APRIL Gcm. Concertgebouw: Concert Mannen koor Dio Spacrne-Sanghers. 8 uur. Rozekruisersgenootschap. Bakcnessergracht Genezingsdienst, lezing. Onderwerp: .JDc ware gezondheid" 8.15 uur. Luxor Sound Theater: „Kameradschaft" geprolongeerd, 3 15 uur. Palace: Emil Jannlngs ln .Hecrschcr der Duisternis". Op 't tooneel: Booth and Booth. 8.15 uur. Rembrandt Theater: ,De brave zondaar", met Max Pallenberg. 7 cn 9.15 uur. Kunstzaleu „Reeker". Wagenweg 102. Cri sis-tentoonstelling van werken van Haarl. Kunstenaars. WOENSDAG 13 APRIL Gemeenteraadsvergadering Haarlem. Prin senhof. 1 -30 uur 's middags en 's avonds. Bioscoopvoorstellingen des middags cn des avonds Kunstzalen „Reeker". Wagenweg 102. Cri sis-tentoonstelling van werken van Haarl. Kunstenaars. Teyler's Museum, Spaarnc 16. Geopend op werkdagen van 113 uur, behalve 's Maan dags, toegang vrij. APOTHEKEN (AVOND- EN NACHTDIENST) P. Th. A. van Rijn, KI. Houtweg 15. Teler. 10539. Firma C. G- Loomeyer cn Zn., Zijlweg 34. Tel. 12495. Schoterbosch-Apotheek, Rijksstraatweg 19. Tel. 12711.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 9