BRIEVENBUS. Briev .1 aan de Redactie van de Kindei-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG ZEEMAN, Marnlxstraat 20. NEVADA en UITLOOP ER. Het doet me genoegen, dat het boek zoo naai je zin is. Nu is werken weer de boodschap hè? DE TLJGERKAT. Je was de vo rige week te laat. Ik kan me best be grijpen. clat er op moeders verjaar dag van schrijven niet kwam. Je raadsels mogen toch nog meerekenen PRINSES MARSEPEINTJE. - - Hoe ls 't nu met moeder? Flink, dat je het huiswerk doet. Ik hoop. dat je me de volgende week een vroolijker brief kunt schrijven. Gelukkig maar, dat jij weer beter was. LEZERESJE. Neen. de zomer - ma;inden is Onze Bibliotheek geslo ten Dan wordt er toch zoo weinig gelezen. Oom Bouwe doet nu geen leelijkc dingen meer. Maar Knipper dolletje is haast uit. Wat prettig, dat jo niet meer zooveel huiswerk hebt te maken. Nu lees je zeker wel eens een mooi boek. BRUINOOGJE. 'k Vind het een eenig boek. Prettig, dat Kleine Wlm zoo flink groeit. Jullie houden ze ker allemaal dolveel van hem. Is 't ook een Bruinoogje? M. M. MANDIE. Hartelijk ge feliciteerd met moeders verjaaroa». Wat fijn, dat 't op Zaterdag valt. Heeft broertje plezier gehad op zijn verjaardag? Wat heeft hij van je ge kregen? OPTIMIST. Ik denk. dat ze ln een Ziekenhuis graag die jaargangen van Jong-Nederland willen hebben. Breng ze maar eens naar een Zie kenhuis toe. VIOOLTJE. Domme viooltje om je leeftijd te vergeten bij Je wed- strljdwerk. En dan nog al zoo'n oud klantje. Die pop van Je heeft zeker een linnenkast vol klecrcn. Is 't vest ook af'' Hoe is 't nu met Ans? Ze mag niet ziek worden. DWERGKONINGIN - Hoe gaat 't nu met grootmoeder? Dat zijn zelcer zorgelijke dagen geweest. Gaat moeder er alle dagen heen? Wat aardig, dat jij gelijk met moeder Ja rig bent. Ik kan Je Ruil-Aanvraag niet plaatsen, want Je gaf geen adre.s op. BELLAROONTJE. Bevalt het Je weer goed op school? C. D W. Je raadsels zijn goed. ZWEMSTERTJE. - Kon jU niet helpen ln O. B.? Wat heerlijk, dat Korfballer al zoo flink Ls aangeko men. Ja. ik heb ook een kaart van hem gehad. IIANDBALLERTJE. Hoest je niet meer? l.ELUKSPOP en BIJENPRINSES JE. - Hebben jullie nu mooie boe ken uit O. B.? Broertje wil zeker alle dagen op zijn fietsje rijden. En de zusjes misschien ook? WIELEWAAL. Wou je daarom zoo heeten, omdat de Wielewaal zich maar af en toe laat hooren? Ik weet wel, dat je leven erg bezet is. Groot moeder zal 't zeker prettig vinden, dat jij 't prettig vindt om haar te mogen rijden. Wat een voorrecht, dat 0:11a altijd zoo opgewekt is. E11 ze mist toch zooveel hé? BRAMMETJE. Stuur me die tcekeningen maar eens. Ik wil er mijn oordeel wel over zeggen. LENTEKIND. Ben Je weer hee- lemaal beter? Ik denk dat een lcn- tczon netje je wel goed "al doen. Die narcis van Je heefv daar zeker ook op gewacht. GENTIAANTJE. Daar waren il wat attractie? op die ba- str Heb je met raden ook nog wat gewonnen? Weet Je al. hoe die pop heette? Goed succes op je Zanguit voering JUFFERTJE ZWEMORAAO. Ik hoop. dat je veel plezier zult heb ben op 19 April. Moet Je ook ergens aan meedoen? Wel leuk, dat 'l pro gramma een verrassing ls. Inplak ken van die verkeersregels was ze ker een gezellig werkje en meteen leerzaam. Je raadsel ls goed. PECHVOGELTJE. Je hebt dus op die openbare les ook geen pech gehad Zou Je Je naam niet gaan veranderen? NIKKERTJE. - Dat is maar een fijne vacantle geweest. Ik dacht wel. dat zoo'n Nikkertje op school ook plezier zou hebben. CROCUSJE, Ja kind. de tijd gaat snel. Soms wel eens al te gauw raar on ren zin. Knappe meid. dat voor je zelf een onderjurk hebt gemaakt Dat boek van Wilde Jo ken ik niet. Wie is de schrijfster? ACCACIATAKJE. Je was vroeg genoeg. Dek je alle dagen de tafel? Flink zoo. Nog wel gefeliciteerd met je verjaardag. Wat ben je goed be deeld 0 Is 't Woensdag een fijn avondje geweest? DIRECTEURTJE. Jij bent er al gauw bij voor den St. Nic. wedstrijd. Maar je hebt gelijk, dat je er voor bedankt om je te vervelen. KERSTROOSJE. Nog hartelijk gefeliciteerd met vaders verjaardag. Is de quatre mains goed gegaan? Wat prettig, dat je zooveel succes hebt gehad met je rull-aanvraag. EEN NAAMLOOZE bedankt me voor 't mooie boek en vraagt, of zij? of hij? de volgende week een ruil- aanvraag in mag sturen. Dat mag, als er een naam bijstaat. De TWEE BLONDJES. De strik vragen zijn goed. Allebei zoo gezond als twee vischjes? Geen keelpijn meer gehad? Mochten jullie Maan- dagweer naar school? Dat kleine vlekje was niets erg. DE KLEINE VOGELVRIEND. Prettig, dat het je zoo goed bevalt op de Avondschool. Moet je er voor naar Haarlem of is die in Santpoort? En wat een bofje, dat je dank zij je zwemkunst mee mag naar B^Wan- neer ga je? LEZERESJE. Nu zul je je naam ln de Brievenbus zien staan. Die Bibliotheek is tot Juni geopend. Lees het, bericht maar. GRUTTO mag haaT schuilnaam houden. W. L- Voorjaarsbuien, die beduien Dat de Lente aan komt kruien. Ik geloof heusch, dat 't voorjaar cr al ls. Kijk maar om je heen. Het doet me genoegen, dat je ten slotte toch kunt zeggen dat 't een goed jaar is geweest voor O. B. Mis schien weet Zwemstertje nog wel een hulpje voor je. BOSCH VIOOLTJE. Leuk. dat Loekie zoo flink groeit. Hij heeft 't ook maar best getroffen bij zoo'n goed vrouwtje, 't Is nog heerlij ker, dat kleine Rietje zoo opschiet. Moeder zal zeker de handen vol met haar hebben. Je raadsels zijn goed- DUINPIEPER, Wat ben Ik blij voor je, dat het pianospelen zoo goed is afgeloopen. Ik miste je Zondag. Ik dacht wel, dat Je niet in orde was. Hoe gaat 't er nu mee? MEIROOSJE. Jij vindt de raad seis gemakkelijk en een ander bloem pje zucht, omdat ze zoo moeilijk zijn. Wat, moet ik daar nu van den ken? Moet je nog dikwijls naar den tandarts? Straks zul je een gezon den mond met tanden en kiezen heb ben. En dat is heel wat waard. Wat zal Jopie blij zijn geweest met Je poppen kamer. Je raadsels zijn goed. KERSTPOP Je vorige raad sels staan bij mij opgeteekend* Dus je naam is zeker bij ongeluk van de lijst ontglipt. Je raadsels zijn goed. KI,KIN DUIMPJE. 't Is maar gemakkelijk voor je, dat moeder je zoo goed helpt. Ik vind 't aardig, dat jij altijd zoo naar Onze Jeugd verlangt. PROCHEL. Laten we hopen, dat Prochel en Prichel het heele Jaar gezond blijven. Komt er al iets op van de 17 gezaaide pitten? Zonder briefje mag je ook best de raadsels ..turen. Nu maar mooi weer bentel len voor den 20sten. GRASPIEPER. Nog heel har telijk gefeliciteerd met je verjaar dag. Is 't een heerlijk dagje geweest? AN9EPANS. Een meisje, dat voetbalt, daar heb ik nooit van ge hoord. Ik wist niet. dat ik lets in Jullie leesboek geschreven had. Is 't een verhaaltje of een versje? BOERINNETJE. Gelukkig, dat oma minder pijn heeft. Ben je Je nu flink aan 't trainen voor den zwemwedstrijd? Wanneer ls het? Is je verkoudheid nu over? MUURBLOEMPJE. Wat heb Je een heerlijken verjaardag gehad. Wat zal die Prichel blij zijn ge weest, dat ze ook mocht komen. Welk boek heb je gekregen? Moet de pop nog aangekleed worden? Heb Je Je Aardrijkskunde goed gekend? DE KLEINE D. S. V.r. Je moogt dezen schuilnaam houden. Wat heerlijk, dat t met Willy goed gaat. Is de pijn nu weg? Komt ze morgen thuis? Heb je het schildje klaar gekregen? Speel je ook wat op Je mondorgel, als welkom thuis? LELIETJE VAN DALEN. Wat een vreugd, dat belde zusjes weer beter zijn. Die Rozenknopje was maar een aardig kippetje. Zitfen jullie nog mooi in d° bloemetjes? HAARKNIPSTERTJE. Deur- knipstertje mogen ze je wel gaan noemen. De kleinste was dus de dapperste. Dat komt meer voor. VADERS JONGEN. Natuurlijk heb ik je gemist. Dus je bent aan den boemel geweest. Ik vergeef het je graag, dat je toen niet meer aan de Rubriek dacht. Nu je weer op school bent, krijg ik zeker spoedig een briefje zonder taalfouten, hè? WIM. Ben je in Hilversum h«t nette schrijven verleerd? Ik geloof het heusch. Maar nu je alle dagen de letters op papier moet zetten, komt het vast gauw in orde. Afge sproken? GWENDOLINE. Natuurlijk mag je ook een Ruil-aanvraag sturen. Zoodra ik je strikvragen tegenkom, zal ik ze plaatsen. Ja, Knipperdol letje is nu gauw uit. SCHRIKKELKINDJE. Als de schildpad nu nog geen beweging ge maakt heeft vrees ik ook, dat hij dood is. Ben je nu aan 't fietsen leeren? Wat heb jij een besten oom. TUIMELT JE. Je raadsels wa ren goed en van DUINKONINGIN NETJE ook. SLAAPMUTSJE. Je raadsels zijn goed. RITMEESTER. Prettig, dat de raadselprijs naar je zin is. Hoeveel boeken ben je rijk? Wat aardig, dat je van school ook ieder jaar een boek krijgt Waar ga je op school? BOSCHNIMF. 'k Ben blij, dat Onze Jeugd je 's Zondags vrijwaart voor verveling. Als je één strikvraag niet hebt en de andere wel. telt het raadsel toch goed. Knappe nimf. dat je moeder flink geholpen hebt aan den schoonmaak. Maar je moet er niet hardop van droomen. Dan maak je 's nachts ook nog schoon, 't Is maar gemakkelijk, dat Jullie zoo'n knappe naaister in huis hebben- W. v. d. L. Wat voor een be trekking heeft K. gekregen? Weet je zijn adres niet? Je gaat Zondag ze ker ook naar de Jaarvergadering0 Ik ben het met je eens: een mensch moet één dag in de week het werk op zij kunnen zetten. DE LOOZE VOS. Wat zijn er deze week veel jarige Rubriekertjes. Je werd al vroeg met cadeaux over laden. Vaders cadeau draag je ze ker eiken dag. En tantes cadeau ls natuurlijk al verslonden. MANDARIJNTJE. Natuurlijk mag Je tante boven je briefje zet ten. E11 nu je me vraagt, om Je taal fouten op te noemen, zal ik maar dadelijk van wal steken, „Wat wordt verbrand?" Daar moet wordt met dt. Jij schrijft alleen een d. Andere fouten waren er niet. Knap zoo. Je raadsels zijn goed. HANSJE TEDDYBEER Een teddybeer houdt altijd van spelen. Hij geeft niet om den regen. Heer lijk. dat jullie zoo dichtbij een land hebben, waar je op spelen kunt. Hoe is 't met den gebranden arm? Doet 't nog pijn? Je hebt een knap pen secretaris. DE KLEINE SPORTMAN. Ge niet JIJ maar jongen van sport en buiten-zijn. Daar word je sterk en groot van. Kun je goed tegen Je verlies? Dat moet hoor! HEIDEBLOEMPJE. 'k Betl blij, dat Jij zoo genoten hebt ln je va cantle. Je hebt 't minder mooie weer maar op den koop toe geno men. Dat is verstandig. Mag ie nu alle dagen in een schrift schrijven? BALLENBREISTERTJE. Vind je de sommen al wat gemakkelijker? Wat aardig, dat de belde grootmoe ders in een week jarig zijn. Hoe Ls de bokkenstal uitgevallen? Ik zal je klcurenwedstrijd over de post stu ren. Schiet moeder op met de schoon maak? ROZENKNOPJE. Heerlijk, dat moeder vooruit gaat. In Amsterdam ls heel wat moois te zien en te koo- pen. hè? Als je maar flink geld mee brengt. Hoe gaat 't met de konijn tjes? Wat leuk. dat je met dat raad sel een p:HJ« gewonnen hebt. 't Is een mooi boek. Je ingestuurde raad sels tellen mee. HEIDEPRINSESJE. 't L pret tig. dat het met je Franseh steeds boter gaat. Nu maar zorgen, dat dat ééne puntje gauw ls ingehaald. Zit Waterrotje naast je? Wat fijn, dat Jullie nu zoo weinig huiswerk heb ben. WATERROTJE. 'k Zou haast medelijden met je hebben, omdat Je zooveel te doen hebt. Gelukkig, dat Je Zondag jarig bent en dan lek ker kunt uitblazen. Vast heel harte lijk gefeliciteerd. De volgende week hoor ik er zeker meer van. W. BLOMBERG—ZEEMAN KNIPPERDOLLETJE. door 56) W. B.—Z. Oom Bouwe werd met vreugde la 't achterstraatje begroet. Veel rust» gunde hij zich zelf niet. Al spoedig» t rok hij naar 't huis. waarover zij a .zuster geschreven had.Den volgenden dag was 't zijn eigendom. Tante Greet lag er een heelen nacht van wakker Was het geen sprookje, dat zij zou wonen ln zoo'n vriendelijk huis in zoo'n mooie omge ving. Was 't maar een prettige droom' Ze kneep zich in de handen, om te voelen of ze heusch wakker was. Za stond 's morgens maar voor dag en dauw op om haar hart uit te storten aan Maartje. Zou ze 't kind nu maar weer tot zich nemen? Straks zou ze dit alles met Bouwe bepraten. Er viel nog zoo heel, heel veel te praten. Ze keek eens rontt ln haar kamer. Bij een jaar geleden was er al heel wat opgeknapt en vernieuwd. Maar hoe moest ze dat huis meubileeren van haar weinige meubeltjes, die gemakkelijk in één kamer konden geplaatst worden. Broer Bouwe süep dien nacht ook niet veel. 't Kwam niet alleen door de blijdschap, die hij nu aan zijn zuster kon bereiden, 't kwam ook door groote vermoeidheid. Hij wou' daar niet over spreken met zuster Greet. Ze maakte zich maar be zorgd. 't Leven moest voor haar nu eens eindelijk zonder zorgen worden. Toen ze hem sprak over haar meubeltjes, antwoordde hij dadelijk:'- „Welnu, dan koopen we meer meu bels. Tob jij daar maar niet over. Laat Ik dat allemaal eens voor je op knappen." Bouwe Wapstra deed. of hij geen vermoeidheid voelde, toen hij eerst in de nieuwe woning ging passen en meten en toen stadwaarts ging. Zeil matten, kleeden. meubels en nog veel meer bestelde hij. De porte feuille met bankpapier werd aardig dunner, maar de blijdschap van den bezitter werd steeds grooter. „Mis schien, dat je later Maartje weer tot je kunt nemen. Voorloopig liet lk haar stil, waar ze is. Ze heeft het daar goed.was Bouwes raad aan gaande zijn nichtje. Natuurlijk moest buurvrouw Mul der het ook weten, dat dit de laat ste maand zou zijn, dat ze hier woonden. ,.'k Heb het direct ge dacht. toen ik dien deftigen broer van je zag", zei vrouw Mulder. Er klonk iets van droefheid in haar stem. Waar verdriet menschen sa menbrengt. wordt een band geslo ten. die hecht en stevig is. En dan doet scheiden pijn. „Je komt maar dikwijls aan. dan vervreemden we niet van elkaar," zei vrouw Dijkstra hartelijk En oom Bouwe Het erop volgen: „als onze villa kant en klaar ls. vragen we alle kennissen, natuurlijk ook de oude buren." „Dan komen we zeker," antwoord de vrouw Mulder. ,Jk zal toch vaak naar de jongens verlangen." lederen dag kwam Bouwe Wapstra thuis met stalen van dit en stalen an dat. Dan moest zijn zuster uit een. Vaak zei ze lachend: „Hoe 'i Je als man dit n 1 allemaal op- \u- n?" Dan antwoordde hij: „Vc;.; l niet. da- ik in Amerika ben geweest, waar ik alles heb leeren aanpakken." „Daar heb je gelijk in." zei ze zacht. Wat had ze er voor wiilen geven om juist die jaren weg te cij feren. En toch hadden ze een man van hem gemaakt, een werker. Dijkstra had druk werk. dus kon zich niet veel met de aangelegen heden van de nieuwe woning be moeien. Maar hij zag wel aan de schitterende oogen van zijn vrouw hoe innig gelukkig zij zich voelde. Ze raakte er ook niet over uitge praat. En met de jongens ging het net zoo Ze praatten er zelfs over in hun slaap. De maand duurde de familie Dijk stra eigenlijk veel te lang. Maar oom Bouwe had de laatste dagen zooveel te doen. c'it hij de k'ok graag had willen stil zetten. Tante Qreet mocht niet meer iu 't nieu we huls komen. HU deed alles. Dik wijls knorde zijn zuster, omdat hij er zoo moe en afgewerkt uitzag en soms niet eten kon van moeheid. Oom Bouwe lachte maar. (Wordt vervolgd.» BIJ VOEGSEL No. 27ó AAN ALLEN! 'k Zal ditmaal weer een vraag uit een van jullie briefjes neerschrijven: „Weet U, dat 't in Afrika manna heeft geregend? Wat is dat toch eigenlijk?" Ja, 'k heb het ook gelezen, 'k Heb zelf wel eens manna geproefd. Het smaakte heel zoet, net honing. Ik kreeg het van iemand, die in Ara bic had gereisd. Daar werd 't ver kocht aan de toeristen. Wie van jullie uit den BUbel heeft hooren vertellen, heeft misschien ook wel gehoord, hoe Mozes veertig jaar met de Israëlieten door de woestijn zwierf. Toen er gebrek aan voedsel was, viel er 's morgens op eens wat wits en korreligs op den grond. Dit werd manna genoemd. Dit is een Hebreeuwsch woord. Het betcekent gave, geschenk. Het was dan ook een geschenk uit den hemel. Er zijn planten, die manna afschel don. Soms na inkerving, net als hars bU de dennen. Men spreekt dan ook van csch-manna, eik-manna. tama- rinda-manna. Deze boomen komen voor in Klcin-Azië, Perzië. Arabië en ook wel op 't eiland Sicilië. De Arabieren eten manna als lekkernij. De Bedouinen, een zwervende volks stam, persen het in blikken en ver- koopen het aan de vreemdelingen, die hun land bezoeken. Er zijn ook insecten, de zoogenaam de manna-luizen die manna afschei den. Deze komen vooral voor op Sinai. Een regen van manna, zooals eeni- gen tijd geleden in Afrika heeft plaats gehad, zal ook waarschijnlijk veroorzaakt zijn door insecten. Aanvankelijk valt het neer als wa terdroppels. Als een taaie stof lig gen ze op den grond. De droppels verharden zien spoedig tot witte kor rels- Takken en bladeren van boo men en planten zUn er soms mee bezaaid. De smaak ervan lijkt, zoo- als ik roods zeide, veel op honing. De beste tUd om manna te verzamelen ls 's morgens, zoodra ze gevallen is. 's Nachts kristalliseert ze en is dan spoedig aan bederf onderhevig. Vaak wordt manna gebruikt om dranken zoeter te maken. In dezen tijd wordt in de landstreken, die ik jc noemde, veel manna verza meld Eén persoon kan wel 2 kilo per dag winnen. Dat duurt zoo 1 a 2 maanden. Mieren zijn dol op manna. Zelfs de manna-luizen worden door mieren gegeten. Ook de groote brui ne spin, die veel in de Tropen voor komt. Ls cr verzot op. Mannadrup- pels zijn daarom ook vaak bedekt met een dikke laag spinrag. De mannakorrel Ls vaak zoo groot als een erwt, soms zitten ze in klompjes bij elkaar ter grootte van een noot. Als Je ze op de hand legt kleven ze alsof 't louter stroop was. 't Is wel heel eigenaardig, dat de afscheiding van manna alleen bij dag plaats vindt- Nu je dit alles weet kun jo ook begrijpen, waarom den Israëlieten geboden werd het manna niet ie bewaren, maar dagelijks op nieuw te vergaderen. W. B Z. Goedkoop reizen. In de 15e eeuw kon men voor de reis van Haarlem naar den Haag een schip huren voor 16 cent; maar een flink arbeider verdiende toen 7-5 cent per dag. DE AANLEIDING. Sedert waren Frits Bastiaanse en Karei Brugge de trouwste vrienden welke men zich bedenken kan Dat kwam zoo. Beide jongens waren ongeveer even oud en zU zaten in dezelfde klasse. Beider rapporten verschilden haast niets van elkaar. Voor de vak ken waar Frits geen uitblinker in was, bleek Karei ook niet van de sterkste te zijn. Dit was natuurlUk louter toeval. Ik vertel het alleen maar, om goed te laten uitkomen, dat Frlts en Karei werkelijk niet veel van elkaar verschilden. Nu zou men zoo denken, dat er ook in het geheel geen roden was, om naijverig op elkaar te zijn. Toch was dat wel het geval en dat kwam door het cijfer voor gymnas tiek. Waar zU er schUnbaar geen van tweeën om gaven elkaar in weten schap en kennis naar de kroon te steken, daar deden zoowel Frits als Karei hun uiterste best. nummer een te zUn op het gebied van athle- tiek en sport. Een schermwedstrUd hereikte haar hoogtepunt eerst, als Frlts en Karei, natuurlijk de eind overwinnaars, de degens kruisten voor den eindstrijd. Dan werd ge vochten met een felheid en een uit houdingsvermogen. die aan het on gelooflijke grensden. Geen van hen beiden wilde zich gewonnen geven en meermalen moest de strijd onbe slecht worden verklaard. Zoo was het met hardloopen, zoo was het met turnen. EerlUkheidshalve dient hier bij te worden verteld, dat Frlts het mees ten tUds als hardlooper won, ter- wUl Karei doorgaans bij het turnen sterker cn vlugger bleek dan Frlts. Nu zou dat allemaal niet erg zUn geweest, als niet Karei zoowel aLs Frits hun volgelingen en bewonde raars hadden. Op die wijze ontston den er als liet ware twee partijen op school. Een Frits-partU en een Ka- rel-partlj. Het grappigste was nog. dat deze twee partijen weer dikwijls met elkaar ruzie kregen over de vraag, wie van de twee „aanvoer ders" nu wel de beste, de grootste of de sterkste en vlugste was. Kreeg een lid van de Fritspartij twist met een volgeling van de partU Karei, over een potlood, een boek. een stuk je vloeipapier, dan was het strijk en zet, dat de anderen zich onmiddellijk in twee groepen verdeelden, waar van de eene helft het opnam voor den cenen ruziemaker en de andere helft in de bres sprong voor den tweeden onruststoker. Wel kwam het haast nooit tot handtastelUkheden, maar de onderlinge verhouding was daardoor natuurlijk lang niet pret tig. Het ergste kwam dit in de la gere klassen, bU de kleinere jongens naar voren. Zoo'n kleine baas. van de school waar Frlt3 en Karei op waren, dacht zich maar een ideaal: te worden als Karei óf als Frits. Het was nooit de kwestie te worden als Karei e n als Frits, maar altijd moest er sprake zUn van een keus tusschen de twee afgoden. Je voelde voor Frits of je voelde voor Karei. Voor allebei tegelUk be wondering te hebben, scheen een on mogelijkheid te zUn. Het spreekt vanzelf, dat de onder wijzers reeds lang gemerkt hadden, dat er een soort splitsing ontstond, zoodra er op de speelplaats tusschen twee kemphanen iets gaande was. Dan was het, of de eene helft der jongens zich dadelijk om de eene partij schaarde, terwijl de andere helft partij trok voor den ander. Hoe zij echter ook zochten cn navorsch- ten, zij konden er niet achter ko men, waar de eigenlUke oorzaak van dit partijtrekken vandaan kwam. Geen wonder. Want ook zelfs de jon gens onder elkaar hadden er nooit over gesproken. Ze merkten en voel den van elkaar: O. die heeft be wondering* voor Flits. Reuze! Net als ik. Of er werd geconstateerd: -Hé. hU schUnt Karei toch geweldiger te vinden dan Frits. Dat valt me van hem tegen. Ook Karei en Frits zelf repten er nooit met een woord over. al wisten zij beiden maar al te goed. dat ze een groot aantal stille „aanhangers" hadden. Zoo bij voorbeeld op het sportterrein. Deed Frlts een mooie sprong, dan brak cr een gejuich van goedkeuring los links van de spring plank. Sprong daarentegen Karei het volgende oogcnbllk iets verder, dan brak er een storm van loftui- gingen los rechts van het sprlngpunt Het, was allcrvermakclijkst. Bij wed strijden tusschen Karei cn Frits, bleken er altijd twee groepen te zijn, die bij elkaar hokten. ZIJ bleven vanzelf streng gescheiden. De na-ijver van Karei voor Frits en omgekeerd, was het begin van de gansche tweedracht over de geheele school heen. Tot op een goeden dag Dat kwam zoo: Mijnheer Bastiaanse. Frits* Vader was een ware hondenllefhebber. Hij had twee prachtige exemplaren in eigendom, Een groote Duitsche Her dershond en een kortharige Terrier, die veel kleiner van soort was. Deze dieren waren mijnheer Bastiaanse'5 trots Geen wonder, het waren be kroonde prljswlnncr3 van het zui verste ras. Het scheen, dat Frits de llefheb- berU van zijn Vader overgeërfd had. want geen moeite of zorg was hem teveel, wanneer het een van deze twee hulsgenooten betrof. DikwUls ging hij met de twee hon den uit wandelen, die hU stevig aan een sterken lederen riem vasthield. ZUn Vader had hem n.l. verboden, de honden ooit vrU te laten rond- loopen in de stad. wanneer mUnheer Bastiaanse er niet zelf bij was. Eerst buiten de kon» der gemeente, ln het vrije veld, mochten de dieren volko men vrU zU«- Er zou een voetbalmatch gcipceld worden op een open terreintje ach ter de school, door de jongste elf tallen. Dit was natuurlijk niets bU- zonders, dat wil zeggen, niets bij zonders voor de grootere jongens. Maar toen Frits dien middag eens met de honden wandelen ging, dacht hij: Kom ik ga eens naar het voetballen kUkcn. Zoo gezegd, zoo gedaan. Op het terrein aange komen, bleek de wedstrUd toch span nender te zijn. dan men wel gedacht zou hebben Frits tenminste vergat er heelemaal den tUd door en bleef geestdriftig toeschouwer. Nu heb ben honden heelemaal geen ver stand van voetballen. ZU begrUpen er niets van en hoogstens worden zij een beetje zenuwachtig van al dat gedraaf en geloop, waar zU alleen maar naar mogen kijken. Daardoor kwam het zeker dat Berend, de her dershond, en Flandry, de terrier, zich stierhjk begonnen te vervelen. Eerst waren zU geduldig een beetje gaan liggen maar spoedig werd hun deze rustige rust te rustig en zij begon nen te draalen en te trekken aan de lederen riem, die hun gevangen hield. Ga toch liggen, vervelende pi sangs, snauwde Frlts. - Doe niet zoo vervelend Jullie, Nog eventjes kijken, dan gaan we weer. Je kunt van een Duitsche herder en een kortharige Iersche terrier niet verwachten, dat zU vloeiend Hollandsch verstaan, maar het woord „gaan" beteckende toch eca heeleboel voor hun. Ze begrepen Frits schijnbaar verkeerd en begon nen te blaffen van vreugde cn kwis pelstaarten en trokken des te harder aan de leiband. Hoe Frits ook verdere moeite deed ze tot bedaren te brengen, het gaf niemendal. Hij had nu eenmaal ge sproken van „gaan" en zU lieten zich niet meer met een kluitje ln het riet sturen. Tenslotte waren zij zoo luidruch tig en ongezeggclijk, dat Frlts hun den zin wel geven moest. Hevig mop perend toog hU met het tweetal vaa het voetbalterrcln weg. Een paar minuten later echter, be dacht hij dat hU toch elzenlUk wel wat onredelUk was. Hoe kon hU nu belangstelling voor voetballen zoeken bU zUn viervoetige vrienden, die met hem uitgegaan waren om te „wan delen". Om het weer goed te maken, zet te hU het op oen loopen, tot groote vreugde van Berend en Flandry, dia onder helsch geblaf voorultstormdca Aan den rand van het voetbalveldje was een droge greppel. Allez, hup! riep Frlts vroolUk en nam een sprong. Berend en Flan dry sprongen ook, maar de vaart van den grootcn herder was zoo groot, dat hU veel onstuimiger en verder sprong dan noodlg was. Daar door trok hij de lijn plotseling zoo strak aan, dat Frlts het evenwicht verloor en op den grond plofte. Snel sprong hU weer op. doch met een kreet van pUn moest hU weer gaan zitten. HU .scheen zijn enkel verzwikt te hebben. HU kon onmo gelijk nog een stap doen. Het ergste was echter nog. dat de riem gebro ken was cn Berend, die zich vrj voelde, rende, ln zUn eerste uitbun dige vreugde, aLs een pijl uit den boog den weg af. Misschien dacht de hond wel, dat hU vrij „gelaten" was en dat hU volkomen mocht doen wat hij wilde, vooral nu hU geen tegen-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 19