STA TEN- GENERAAL. De motie-Knottenbelt ingetrokken. Waarschuwing Wood-MiSite ^edc»^en BULLDOG hakken 23.50 H. J. v. LEEUWEN's „MEUBELHUIS", ONDERLINGE NERGENS VOORDEELIGER HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 21 APRIL 1932 TWEEDE KAMER. Het doel bereikt doordat de tongen los kwamen. De regeering wil geen dwang tot loonsverlaging. Maar haar wel stimuleeren. W;j moeten naar lager niveau.. De motie-Hiemstra wordt verworpen. Men wil geen Planwirtschaft. Ruzie tusschen de heeren Kersten en Colijn. 20 April. Gelijk wij Woensdag meldden nam de Kamer met 73—1 stem het wetsontwerp- I Ebels aan, dat maatregelen treft voor de ver- laging van de pachtprijzen uit loopende pachtcontracten, wanneer daartoe aanlei ding is. Alleen de heer Wijnkoop stemde tegen. De heeren Ebels en Oud zullen het ontwerp tn de Eerste Kamer verdedigen. Eindelijk is de behandeling van de motie- Knottenbelt geëindigd. De motie-Knotten belt werd ten slotte ingetrokken. Alleen zal er nog gestemd moeten worden over de motie-Hiemstra, die een „Planwirtschaft" Wenscht in te voeren. Vandaag hebben nog gesproken de heeren Colijn en Kuiper, vervolgens Dr. v. d. Heide, die den heer Kersten wilde duidelijk maken, dat de crisis bepaalde, duidelijk sprekende, oorzaken heeft en dat niet „de zonde" als zoodanig mag worden aangemerkt. En ten slotte de heer Albarda, die de gelegenheid aangreep om Dr. Cdlijn nog enkele tegen argumenten toe te dienen. De heer Colijn heeft betoogd, allereerst, dat de regeering niet dwingen mag of moet tot loonsverlaging, al zal dan ook z.i. loons verlaging voor de maatschappij noodig zijn. Hoe noodig ook, loonsverlaging acht ook Dr. Colijn niet het eenige middel, om tot verla ging der productiekosten te komen. En bo vendien geloofde hij niet, dat een fundamen- teele crisis-oplossing door ons land te geven is. Om dit te onderstreepen, vestigde hij nog op groote landen de aandacht: wat Enge land en Duitschland deden om den toestand te verbeteren is op niets uitgeloopen, heeft althans niet gebracht wat er van verwacht werd. Vooral moeten meende Dr. Colijn in de exportbedrijven de loonen naar beneden. Export is noodig, val ons land het leven hou den, wil ons talrijk volk het leven kunnen houden. Maar de arbeiders in die bedrijven zullen daarvoor compen.fatie moeten ontvan gen in verlaging van de productieprijzen en van de huren. Ook de tarieven van de over heidsbedrijven zullen naar beneden moeten, door loons- en salarisverlaging. Ook wan neer niveaudaling zou uitblijven zelfs wanneer de regeering daartoe stimuleeren wil -dan zullen toch na eenigen tijd de econo mische feiten wel tot verlaging dwingen. De motie-Knottenbelt uit te voeren achtte de heer Colijn daarvoor niet noodig. Dr. Colijn verzette zich evenzeer tegen de motie-Hiemstra. De heer Albarda sprak Dr. Colijn en niet ten onrechte tegen, dat er thans overal reeds van een nationale Planwirtschift sprake is door de c on tin gen- teeringsmaatregeleir, een plan, dat nog niets dan ellende bracht. Maar aan den anderen kant kwam de heer Albarda wel tot het uit spreken van een volledige identiteit tusschen „Planwirtschaft" en .socialisatie". Dat door deze verklaring de motie-Hiemstra in het licht gezien werd van een volledige congruen tie tusschen beide begrippen is duidelijk. Ook dat de minister van Arbeid haar afwees en ook dat ze, wanneer ze morgen in stemming komt, zal worden afgewezen. De heer Albarda wist 't overigens te waar- öeeren, dat de heeren Slotemaker en Colijn van een dwingend ingrijpen op de loonen niet wete nwilden. De regeering het bleek duidelijk uit de woorden van Mr. Verschuur zal tot dwang evenzeer niet overgaan. Maar wel wil de regeering stimuleerend op treden. Wijl ze het bereiken van een lager levensniveau noodzakelijk acht. De R.-K. arbeidersafgevaardigde Kuiper betoogde al evenzeer, dat hij niet a priori te gen loonsverlaging is, wanneer deze noodza kelijk zou zijn. Hij verweet wol de werkge vers, dat zij nog geen loyale poging hebben gedaan om tot overeenstemming te komen. Hij zelf zeide heelemaal geen behoefte te hebben aan krachtmetingen. Aan den ande ren kant keurt hij ook de gedachte af. dat de arbeiders zich niet zduden te bekommeren hebben om de productiekosten. Er kunnen oogenblikken komen, waarop het volksinko men den loonstandaard niet meer dragen kan. De heer Kuiper hoopt, dat samenwer king iets zal kunnen doen bereiken. Gelijk gezegd, ook minister Verschuur acht loonsverlaging in de exportbedrijven zeker, absoluut geboden. Hij koos zich een argument uit het steeds stijgende aantal werkloozen. Maar geen loonsverlaging door dwang! Zeker niet door de ontbinding van contracten, zooals Mr. Knottenbelt wilde. Diens motie noemde hij een revolutionnaire motie. Het motie-debat was overigens meer een algemeen crisisdebat geworden en daar om zei Mr. Verschuur, ietwat plagend, dat de motie-Knottenbelt „een zekere rol" in het debat heeft gespeeld- De minister hield den heer Knottenbelt voor, dat het wel mogelijk is, contracten te ontbinden, maar dat daartegenover de re geering geen nieuwe rechtsverhoudingen scheppen kan. Waarom alleen reeds de uiter ste voorzichtigheid geboden is. Ook Mr. Verschuur ziet 't als noodzakelijk dat, wanneer in de exportbedrijven de loo nen naar beneden gaan. de arbeiders daar voor een compensatie moeten vinden in de verlaging van de kosten van levensonder houd. door de loondaling elders, b v. in de beschutte bedrijven en in huurverlaging. Minister Verschuur hoopt hier door onder ling overleg iets te bereiken, wijl het loon in de gezamenlijke productie kosten een veel grooteren invloed heeft, dan oppervlakkig wel eens gemeend wordt. Vooral is dit het geval in de bouwbedrijven. De regeering wil alles doen b.v. door bouwcredieten om de bouwbedrijvigheid te stimuleeren. Door meer woningen zullen de huurprijzen dalen. Minister Verschuur hoopt voorts door pu blicatie van prijzen en kosten van den Mid denstand de kleinhandelprijzen naar bene den te werken. Maar van inflatie wil de bewindsman in het geheel niets weten. Hij achtte discussie daarover, zonder tevens de deuren te sluiten „bepaald staatsgevaarlijk". Hij wees op het voorbeeld in Duitschland, dat weet wat in flatie is, maar er in geen enkel opzicht toe wil overgaan. De motie-Knottebelt werd ingetrokken. De voorsteller zeide zijn doel te hebben bereikt, nu een debat over loonsverlaging werd ge houden. Het slot van de discussie was een heel scherp debatje tusschen Ds. Kersten en Dr. Colijn over de sociale verzekering. De laatste verweet den eersten daemagogie Dr. Co lijn werd tot de orde geroepen en leugen. Daemagogie, terwijl Ds. Kersten beweerde, dat het de a.r. groepeering koud laat of de 'kinderen honger of gebrek lijden, wanneer de zegeltjes maar geplakt worden, wijl hij sprak van z.g. Christelijke heeren en de a.r. groep verweet de verarmde boeren te trap pen, zonder mededoogen. We erkennen: de woorden „daemagogie" en „in strijd komen met het 9e gebod" zijn wat sterk, maar inderdaad: Ds. Kersten had ook enkele, laten we zeggen, zeer onvriende lijke woorden gebezigd. Zoo was het slot van de behandeling der motie-Knottebelt. EERSTE KAMER. Wijziging der departementale indeeling. De Senaat nam z.h.st. het ontwerp aan betreffende nieuwe indeeling dér departe menten. Minister Ruys beloofde ook hier in de komende maanden naar een ideale de partementale indeeling te zullen zoeken en deelde, namens minister Verschuur mee, dat deze ernstig de noodzaak zal overwegen van de aanstelling van een Directeur-gene raal van den Landbouw. INTIMUS. LETTEREN EN KUNST Jacob van Lennep. ER ZIJ RECHT. Huldiging van den heer H. J. J. van Zandbergen. Het tooneelspel Er zij Recht, dat Jacob van Lennep gisteravond heeft gegeven, is hier vroeger reeds door Cremer onder den titel Fiat Justitia en later op een wedstrijd door Vrije Werkkring uit Amsterdam speeld. De Duitsche schrijver behandelt in dit stuk het geval, dat een officier van justitie In de noodzakelijkheid komt zijn eigen zoon aan te klagen. Het is opmerkelijk, welk een voor liefde auteurs steeds voor deze toevalligheid hebben getoond. Men behoeft dan ook niet bepaald een tooneelneus te hebben om bij Mr. Brandenburg's ernstig vertoog tegen vrouw Wild, dat de ouders door hun opvoe ding verantwoordelijk zijn voor de zonden van hun kinderen te voorspellen, dat dit in een der volgende bedrijven aan den officier van justitie in eigen persoon zal worden ge demonstreerd. Het toeval speelt in dit stuk wel een zeer groote ro.l De schrijver was niet tevreden met den vader als officier van justitie tegen over zijn eigen zoon te plaatsen, hij vond het ook nog noodig dezen openbaren aan klager ee"n rechter als president van de rechtbank te geven, die zijn eigen broer zag veroordeelen en sterven door het al te streng requisitoir van een jong substituut officier dietoevallig al weer één en de zelfde persoon was als de strenge officier van justitie uit dit stuk. Dat zijn van die toeval ligheden. welke een stuk allerminst ten goe de komen. Er is veel in „Er zij Recht", dat men niet onder de critische loupe moet bekijken. Zoo zou men kunnen vragen, hoe het mogelijk is. dat een schrander officier van justitie de eenige kan zijn, die niet in de gaten heeft, dat zijn zoon een eerste klas boemelaar en doordraaier is, iets, dat wij op het eerste ge zicht al wisten. Om tot den „moord" te ko men in zijn stuk was het noodig, dat Ott-o von Brandenburg de ongeloofelijke dwaas heid beging uit vrees voor zijn vader zich aan handen en voeten te binden aan een vrouw als Mirzel Schmidt, door een schuldbekentenis te teekenen van geleend geld, waarvoor elk wettig bewijs ontbrak. Het was niet alleen Mirzel, maar de auteur, die kon zeggen: „Ziezoo, nu heb ik je! Nu kun je den moord begaan!" Heel die scène is van een opzettelijkheid, die artistiek absoluut onverantwoord is. Maar dit alles kon Carl Schuller blijkbaar weinig schelen. Het was hem alleen om de speelscènes te doen. Daarom ook heeft hij de geschiedenis van Kaspar Wild een veel te lange inleiding in zijn stuk gebracht. Zij biedt gelegenheid tot dramatisch spel. dat door het publiek steeds dankbaar wordt aanvaard- Trouwens als „speelstuk" heeft „Er zij Recht" ongetwijfeld verdienste. Heel het drama is feitelijk om de speelscènes al leen geschreven en dan vergeten de toe schouwers al spoedig, hoe een auteur tot die scènes komt. Het tooneel en niet het le ven wordt dan hoofdzaak. De voorstelling van Van Lennep was wat ongelijkmatig, maar had zeer goede momen ten, vooral in het eerste bedrijf, dat verre weg het best gespeeld is. Die inzet van I met den scherp gemarkeerden officier van jus titie een uitstekenden rol van den heer Van Hemert de ontroerend gespeelde vrouw Wild de beste rol, die ik tot nu toe van mevrouw Lingeman heb gezien den soberen en toch overtuigenden Kaspar Wild van den heer de Vries, de bescheiden en gevoelige Liesbeth van mevrouw Tuninga, den geestig getypeerden bode van den heer Tuninga en den in zijn spel zuiver reagee- renden gevangenisbewaarder van den heer Groeneweg beloofde zelfs heel veel.. Heel da: bedrijf werd niet alleen in den goeden stijl, maar ook sterk gespeeld en öe regie verdient lof voor de stemming, welke zij in I heeft weten te brengen, Het' wat melodramatisdhe tooneel tuschen Vrouw Wild, Kaspar en den Officier van Justitie maakte indruk en het was hierin vooral, dat mevrouw lingeman zich onderscheidde en de Vries knap tegenspel gaf. De volgende bedrijven brachten geen climax, wat voor een deel aan tegenwerkende om standigheden moet worden toegeschreven. De heer Van Zandbergen speelde met zware griep en kon zich dus in zijn belangrijke rol niet geven, zooals hij wilde. Dat was wel heel jammer, daar het toch zijn jubileum was en hij het stuk had gekozen. De edelaardige rechter kreeg van Van Zandbergen nu niet de volle maat, ai was er in zijn dictie zeer veel te waardeeren. En de heer de Lugt, hoe wel blijkbaar geen onverdienstelijk speler kon niet geheel tegen ae zware rol van O:~o op. Deze figuur eisebt sterker spel, vooral in in, wanneer hij door angst om de gevolgen van den moord wordt opgejaagd. Door het te zwakke spel van Otto kwam thans bijvoor beeld het tooneeltje met den commissaris den heer Geeüs onvoldoende tot zijn recht. Mevrouw Groeneweg ook al gehandicapt door griep maakte wel niet geheel den in druk van een Weensche courtisane, maar zij speelde haar dankbare scène met entrain en het noodige aplomb, zoodat zij er een ver diend succes mee oogsttte. De heer Visca bracht even een komische noot met zijn ver schijning als advocaat Schneller, al paste zijn spel meer in een blijspel dan in dit tooneelspel. Wie zijn rol tot het laatst .toe beheerschte, was de heer Van Hemert. De kapper had hem een markanten, aristocratisch en meer Fransch dan Duitschen kop ge maakt en de domineerende figuur, die hij hierdoor uiterlijk was, bleef hij ook in zijn spel. Deze officier van justitie is een van de beste rollen door Van Hemert gespeeld. Van Hemert toonde weer een dramatische rol te kunnen dragen en de groote momenten kwa men bij hem dan ook volkomen tot hun recht. Uitstekend was ook zijn luisteren, waarbij hij en hoe weinig dilettanten kunnen dit evenzeer spel gaf, als wanneer hij sprak. Voor Van Hemert en mevrouw Lingeman was gister wel voornamelijk het succes, dat niet gering was. Na afloop der voorstelling heeft Jacob van Lennep den heer H. J. J. van Zandbergen, die 12 1/2 jaar werkend lid der vereeniging is, gehuldigd. Terecht roemde de voorzitter van Van Lennep, de heer J. Maris, Van Zandbergen's bescheidenheid en ernst. Van Zandbergen is een dilettant, die zich nooit ten koste van anderen op den voorgrond plaatst en van alle rollen, die men hem op draagt - tzij kleine of gToote - altijd evenveel werk maakt. Zijn rolkennis is steeds prefect en hij geeft altijd het beste, dat hij te geven heeft. Dit alles mocht wel eens gezegd wor den en de heer Maris deed dit dan ook onder aanbieding van een krans in een speech, die klonk als een klok. Van de prettige samenwerking en de vriendschappelijke verhouding van de wer kende leden met den heer Van Zandber gen getuigde ae heer M. de Vries, die ook weer de bescheidenheid van den nooit naar persoonlijk succes jagenden jubilaris roemde. En in zijn hulde betrok de heer de Vries ook mevrouw Van Zandbergen, die haar man in alles steeds trouw bijstaat. Namens de werkende leden en het bestuur bood de heer de Vries een gouden ring aan, waarbij me vrouw Co van den Berg zich met bloemen aansloot. De heer Van der Storm was de woordvoer der van het huldigingscomité en overhan digde met woorden van waardeering den heer Van Zandbergen een gouden horloge met inscriptie en een rookstel, terwijl me vrouw van Zandbergen bloemen kreeg. En nog was het niet gedaan met de hulde. Bloemen van de Kon. Letterl. Ver. Cremer, van de tooneelver. Phoenix uit Zandvoort en van vrienden en kennissen werden opgedra gen en zoo kreeg het tooneel langzamerhand dat feestelijk aanzien, waarvan wij in de laatste jaren bij jubilea van dilettanten zoo dikwijls getuige zijn geweest. „Ik zelf heb nooit, geweten, dat het zoo'n verdienste was 121/2 jaar lid van een dilet tanten-vereeniging te zijn!" aldus de heer Van Zandbergen, in zijn korte toespraak, waarin hij allen dank zei voor de hulde hem gebracht. Zoo'n verdienste is dat ook zeker niet, maar het maakt een verschil, hoe men het is en het is zeker geen geringe lof, als men van een dilettant-tooneelspeler op zijn jubileum zegt, dat hij steeds bescheiden is gebleven. En hierom vooral waardeert Van Lennep den heer Van Zandbergen, zooals gisterenavond in dit hartelijk jubileum wel heel duidelijk tot uiting is gekomen. J. B. SCHUIL. HET TOONEEL Arb. Tooneelvereeniging „Vooruitgang' „Drie Wijze Gekken.' De „Drie Wijze Gekken" schijnen voor di lettanten een groote aantrekkelijkheid te hebben. „Vooruit-gang" had er voor haar slot- voorstelling in dit seizoen nu ook haar keuze op doen vallen. Men had nu eens niet Heyer- mans willen spelen, maar voor afwisseling een blijspel genomen, zoo vertélde vóór het begin van do voorstelling de heer H. van Dokkum, die, of-schoon thans te IJmuiden wonende, niet geaarzeld had, nu de regisseur van „Vooruitgang" die vereeniging plotseling verlaten had, de regie van dit stuk op zich te nemen en dus zijn oude vereeniging niet in den steek had gelaten. Je zou zoo zeggen, dat deze wijze gekken nu wel langzamerhand doodgespee'.c zijn. maar de leiding van „Vooruitgang" heeft gemeend, dat hun weer nieuw leven moest worden ingeblazen. DÉt hebben we te aan vaarden en dan moet worden erkend, dat de werkende leden blijkbaar bij het instuceeren hun uiterste best hebben gedaan. Verder dar. een tamelijk goede opvoering, maar met heel weinig relief, hebben zij het echter niet ge bracht. Uit. verschillende scènes was veel meer te „halen" geweest. Die van den inval van Benny Suratt in de woning der drie oude heeren deed het bij voorbeeld niet. Er zat geen gang en geen spanning in; alles was te effen. Sydney, wier spel trouwens aldoor veel te vlak was, hep naar het raam om de politie te waarschuwen als was dit de ge woonste zaak van de wereld: van eenige felle bewogenheid was geen sprake. En Benny zocht naar den rechter, als zocht hij 'n paar handschoenen, die hij had laten liggen; neen hier niet. dan daar maar'.? kijken! Mr. Fir.öley, de bankier, stak na boven de anderen uit. Hij gaf cien or. die bij voorbeeld Dr. Gaunt absoluut ontbrak. Meest al bracht deze het bij zijn uitbeelding niet verder dan de voorstelling van een zeurig heer, die bovendien door zijn grime eerder den indruk maakte van een man van 'n jaar of 30, 35, die al door zijn haren is heen- gegroeid, dan van een dokter op jaren. Rechter Trumbull was voldoende, maar als je in een boon eetstuk 'n pruik draagt-, moet die ook goed zitten en als de pruik grijs is, niet bij de ooren donker haar komer. uit kijken. De huisknecht, Gray en Mrs. Potter von den een goede vertolking en ook Fred had wel goede momenten. De souffieuse ging in *t begin wat al te zeer in haar rol op. Het publiek apprecieerde de voorstelling buitengewoon en viel van den eenen schater lach in den anderen. Luid applaus loonde de spelers. Na afloop van de voorstelling kreeg de heer van Dokkum een bloemenmand met woorden van hartelijken dank. door „Fred" namens „Vooruitgang" gesproken. E. MUZIEK. Kinderkoor „De kleine Stem". Eerst kwamen ons de kinderen vertellen in hun mooie frissche „Vacantiefeestlied", waarheen dit jaar de zomertocht- zal gaan. Van zes tot elf Augustus gaan de jeugdige zangers naar Enschedé, en in die dagen zul len ae ouders die hun kinderen goed bezorgd weten, gastvrijheid verleenen aan het kinder koor uit Dordrecht, dat evenals ,De kleine Stem is aangesloten aan den Bond van Ar- beiders-zangvereenigingen. Dat zal weer een prettige vacan-tie geven, nu er zulk een mooi en afwisselend programma is ingestu deerd. De heer Jan Post koes een paar mooi klinkende zangen van Hendrika van Tussen broek en ging daarbij, zooals zijn gewoonte is, alles instudeeren met de viool, terwijl hij ook weer niet verzuimde, de stemmen verder te ontwikkelen door voorzingen. Dat was goed te hooren. Want niet alleen dat weer bij de kinderen de kopstem geheel naar eisch was ontwikkeld, maar er was ook het opmer kelijk zuiver-zingen. Het gaf den directeur niet de minste moeite ,om alles op toon te houden. Wil men beschaafde kinderzang hoo ren, zoo raad ik het bijwonen eener uitvoe ring van dit kinderkoor niet te verzuimen. Meen nu niet dat er een klein koortje staat te zingen: op het podium was geen plaats meer, en over de geheele linie: bij de groctere meisjes, bij de heel kleine, bij de jongens was alles in de puntjes. Aan de ontwkkeling van het gehoor is voorts (met. betrekking tot ae trefzekerheid) ook zorg besteed, want Nico van der Linden maakt het de kinderen in zijn koortje „De koeien en de ganzen" niet gemakkelijk. Halve toon-dissonanten, ge waagde overgangen, het kostte blijkbaar geen moeite en daarbij bleef alles aangenaam klinken voor het gehoor, terwijl smaakvolle fraseering het genot van het aanhooren zeer verhoogde. t Hoofdwerk van dezen avond werd draadloos uitgezonden dcor de V.A.R.A. Het was de cantate „Lente" van Anna Lambrechts-Vos. Een wonder zou het mogen heeten, wanneer ook in deze omvangrijke cantate, na den inspannenden vooravond, alles zonder uit zondering ongerept zuiver had geklonken. Daar de radio ook de geringste onzrrtvertwfd vergroot overbrengt, zal het slotdeel van „Jonge muschjes" wel eenige wrijving heb ben gegeven, al is het stellig niet- heel sto rend geweest. Maar voor het overige klonk ook hier weer liet geheel zóó frlsch, cn daar bij zóó natuurlijk en ongedwongen, dat het eind der cantate nog onverwacht spoedig kwam. Een lief melsjes-sopraant-je zong de solo partijen, waaruit ik vooral heb onthouden ..Eindlijk was de torenhaan"- Zóó zingen al leen kinderen, en wij kunnen het nooit ge noeg hooren. Voorts waren ook de alten mooi in ..Nu ligt de tuin zoo stil", cn luister de men ademloos naar het koor der grootere meisjes, dat in 't lagere register de twee daaropvolgende strofen zong. De tekst ('t is jammer) is wat huisbakken, en de muziek, op Gade's veel gebruikte leest geschoeid, kan dit euvel niet overal verhelpen. Het was prettig, dat de pianiste, Mej. G. v. d. Haak den vleugel zoo mooi deed klinken en zoo hoogst volgzaam begeleidde. Nu ontstond een klankbeeld, dat althans voor het oor geen wenschen onbevredigd liet. Het moet ook voor de kinderen een feest zijn geweest, na zooveel inspannende repetities deze cantate zóó mooi te kunnen uitvoeren. Niet minder voor den heer J. Post zal het een buitenge wone voldoening hebben gegeven, nu hij ongetwijfeld zijn wenschen zóó zag bevre digd. Het is waarlijk geen kleinigheid, een hcelen avond een kinderkoor ongerept zui ver te laten zingen, en 't mag hem een vol doening zijn, dat hij in dit opzicht hier ter stede zonder rivalen is. Maar boven dit al waardeeren wij in hem de zorg, waarmee bij de kinderstem behandelt. Dit is waarlijk voor beeldig. De medewerking der accordeon-vercenl- ging „Crescendo", al is in het kader dezer korpsen haar werk zeker te prijzen, viel eenigszins uit den toon van 't geheel- Naast kinderzang past eerder vioolspel of solo zang. Mia Peltenburg kwam, heel jong nog, voor 't voetlicht met Loots' kinderliederen. Sepha Jansen (Mevrouw van Beinum) speelde viool, en wie 't hoorde, weet het nog als de dag van gisteren, hoe deze uitvoe ring van Jan de Nobel's groote „Haar lem's Kinderkoor" een blij gebeuren werd. En de kinderen namen cr wat van mee. G. J. KALT. RIKA HOPPER NAAR WEST-INDIc. Bij het gezelschap, dat onder auspiciën van het Algemeen Nederlandsch Verbond een kunstreis onderneemt onder leiding van Willem van der Veer naar West-Indië en Venezuela heeft zich thans definitief Rika Hopper verbonden. Het vertrek is bepaald op 3 Juni met het stoomschip „Crynsen" van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij. BETTY AMANN. Eenige dagen geleden gaven wij het be richt, dat de jeugdige Betty Amann ten ge volge van een koortsaanval, in Afrika opge- loopen. in Londen overleden was. De N. R. Ct. meldt thans, dat dit bericht In de Filmkurler pertinent tegengesproken wordt: Betty Amann bevindt zich gezond cn wel in Londen waar zij. volkomen genezen van haar bij haar Afrikaansche expeditie opgeloopen ongesteldheid, aan een nieuwe film werkt. Betty Amann verklaart, dat het bericht niet van haar zelf afkomstig was, daar alle reclame-bedoelingen haar vreemd zijn. laat U geen onbekend merk aanpraten, als zijnde «net zoo goed" D© beste rubber, ooit gemaakt De bekende BULLDOG bakken wor den heden zóó nagemaakt, dat het verschil alleen door de naam te on derscheiden is. Het prijsverschil be draagt slechts enkele centen, doch na eenige dagen reeds be merkt men het enorme verschil in kwaliteit. Ook het echte „Wood-Milne rub berleder" kan nooit vervangen wor den door de gewone soorten plaat- rubber. Het geeft U de grootste besparing, is absoluut antl-slipping en minstens 3'/a maal sterker dan het beste leder. let vooral op hef ronde stempel en den naam» I „Bi/efkenschoenmakervericn'/gbaor" I 2 Fauteuils, 4 Stoelen met moquette, moderne garnituren met losse zit ting, prima moderne moquette f 39.50, f 42.50; eiken Dressoirs f 25.50, f28.50, f29.75, f32.50 enz.; Thcemcubels f8.95, f 11.90, f 13.90 enz. Groote geslepen Spiegel (eiken lijst) f8.75, f 9 25. f9.90, f 10.90. Ovale en ronde eiken Salontafels vanaf f 5.90. Divans f8.90. f1190, f 13.90, f22.50. Eiken Kapstok f 2.25, dito, modern, f 3.75, f 4.25 enz. Divan- klccden vanaf f5.25. Tafelklcedcn f3.75. Kapstokk'ecden f2 25; 2-pcr- soons Spiraalmatras op beugel (systeem Auping) met garantie f 12.90. 2-persoons 3-dcelig Matrasstel met schuine peluw cn 2 kapokkusseiu f 19.75, f 22.50, f2700. Eiken Rookfautcui! met kussens f 11.50. ZIE ETALAGE 40 OUDE GROENMARKT 26, HAARLEM. Brandwaarborgvcrecnlglng <oor de gemeente Haarlem Kant oor: Z. B. SPAARNE 126 Tolcfoon 16492 Opgericht 189 2 bij zoo V0LLEPI8E ZEKERHEID.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 11