.JL
HET HAARLEMSCHE STADSBEELD.
BRIEVEN UIT BERLIJN.
ONS EIGEN LAND.
v!
Van alles en nog wat.
Hoe het eens was.
Hoe het geworden is.
aaj .-M
Spaarnc gezien van af den Koudenhorn naar de Houtmarkt. 'Naar een teekentng
van 1790.)
(Van onzen correspondent)
Filmdiva-aanbidding.
Niet ver van mijn woning, in een stille vil
lastraat van dc verrukkelijke voorstad Zeh-
lendorf-Mitte, woont een beroemd gewor
den filmdiva. Den Nederlandschen lezer zegt
dat waarschijnlijk niet al te veel. Nederland
heeft geen filmacteurs met wereld reputatie
en dc weinige bekende filmactrices wie
Neerland's bloed door d'aderen vloeit, met
name Lien Deycrs en Truus van Aalten, wo
nen in de eerste plaats in.... Berlijn, en
kunnen met den besten wil nog niet wereld
beroemd genoemd worden. Onze vaderland -
sche acteurs zijn in het algemeen niet van
talent ontbloot en zoo nu en dan wordt bij
ons te lande ook nog wel eens een tooneel-
spelcr van genialen aanleg geboren. Maar
laten wc eerlijk zijn: trekken we ons van
deze groep van kunstenaars al te veel aan,
verwennen we ze, overstelpen we ze met
bloemen en met aanvragen om handteeke-
ningen?
In Duitschland, in Berlijn vooral, is dat
anders.
Hier zijn acteurs en actrices al sinds tien
tallen jaren in hooge mate populair. En nu
de film, vooral de sprekende, er bij gekomen
is, kan men zich de geliefdheid der sterren
hier niet voorstellen, als men er niet zelf de
staaltjes van meegemaakt heeft.
Schrijver dezes heeft nimmer aanleg ge
had, een Nurks te worden. En in de lente
komt hij zeker niet op sombere of sarcasti
sche ideeën. Maar het kost toch moeite, kalm
te blijven bij de wijze, waarop in de Duitsche
hoofdstad filmsterren gevierd plegen te wor
den. We hebben hier ervaring op dit gebied.
Reeds in de jaren 19001914 kwam de.stand
der tooneelspelers in Duitschland wel zeer
bijzonder in aanzien. Niet alleen artistiek,
maar wel degelijk ook maatschappelijk. Ik
wil van do Nederlandsch tooneelspelerswereld
geen kwaad spreken. Onder onze acteurs en
actrices zijn vele hoogst beschaafde men-
schen, die een sieraad van intellectueelc sa
lons vormen, voor zoover ze er prijs op stel
len en gelegenheid krijgen, daarin te ver-
keeren. Maar zij zullen het er met mij wel
over eens zijn, dat het percentage, dat in
het gewone leven èn op de planken werke
lijk dame of heer is. nog altijd grooter kon
zijn. Wat met het talent op zichzelf minder
te maken heeft dan met „kom-af" en op
voeding.
In Duitschland is ook niet ieder tooneel-
speler in kasteelen of paleizen of tenminste
in de woning van patricische ouders opge
groeid. Maar het doorsnee-peil is toch an
ders dan bij ons en wie goede Duitsche op
voeringen gezien heeft, zal moeten beken-
enn, dat de toon-eelspeler hier evengoed den
,iord" n de „lady" ais den proletariër of
den kleinen burgerman kan voorstellen.
Waarbij zeker nog komt, dat over het alge
meen in Duitschland met heel wat meer ta
lent gespeeld wordt dan bij ons. Wat slechts
ten deele te wijten is aan de omstandigheid,
dat bij de meeste Duitsche gezelschappen het
afjakkeren en elk oogenblik instudeeren van
nieuwe stukken onbekend is. en dus de ac
teurs zich vee! beter voorbereiden kunnen
en niet zoo afgetobt zijn als in Nederland.
Hier verkeeren dan ook vele tooneelspelers
in de allerbeste kringen. Men stelt er prijs
op, met hun bekend te zijn. Zij huwen zoons
en dochters uit zeer gefortuneerde familie's
en de banden met het goede publiek zijn
daarom veel nauwer dan bij ons. waar de
acteurs altijd nog een wereldje op zichzelf
plegen te vormen, met alle daaraan verbon
den geestelij"ke nadeelen.
Met die waardeering voor het artistiek be
roep en die absolute maatschappelijke ge
lijkstelling ging echter een ander verschijn
sel gepaard: een onnatuurlijke, ongezonde
verafgoding van bepaalde, bij de massa nu
eenmaal zeer geliefde tooneelspelers. En in
dit opzicht neemt Berlijn zoolang ik het
ken. en dat is nu al zeer vele tientallen jaren
een uitzonderingspositie in. Voor den
oorlog waren het naast de acteurs ook de
beroemde musici, die door zekere kringen uit
het publiek gefêteerd werden op een wijze,
die zoo nu en dan werkelijk afstootend aan
deed. Tegenwoordig zijn het vooral de ..groo-
ten" op het gebied van film en sport, die
alle records der populariteit geslagen heb
ben.
Ook bij ons stelt de jeugd en stellen oude
theetantes prijs op foto's van acteurs, actri
ces. musici, wielrenners en vliegers van
groote reputatie, door deze beroemdheden
persoonlijk onderteekend. En bij weldadig
heidsfeesten pleegt men van deze neiging ook
in Nederland een dankbaar gebruik te ma
ken. Maar wij overdrijven zooiets niet!
In Duitschland, in Berlijn vooral, heeft
deze verafgoding in de laatste jaren gro
teske vormen aangenomen. De film heeft tot
excessen geleid, die er aan doen twijfelen of
een zeker deel van het publiek nog over
voldoende gezond verstand beschikt.
Onze filmdiva heeft ontegenzeggelijk ta
lent. Ze heeft het laatste halve jaar naam
gemaakt een naam. dien ik natuurlijk ver
zwijg; maar de Nederlandsche bioscoopbe
zoeker kan haar juist in deze weken in
verschillende ..Ufa"-films bewonderen en
is groote mode geworden. Sindsdien' heeft ze
natuurlijk haar eigen villa met chauffeur
en kamenierster, manicure en pédicure, mas
seuse en wat daar verder nog bij hoort. Ze
verdient genoeg om dit alles te kunnen be
talen Een jaar of twee drie nog. dan zal ze
waarschijnlijk door de noodige nieuwe ster
ren rongen zijn en haai1 ..staf" wellicht
oo! trom pc use woning, cenigsc is moe
ten imkrimpen. Vermoedelijk zal ze dan niet
gesierd hebben.' en een bescheiden engage
ment bij een Tooneelgezelschap moeten
zoeken. Tenzij ze intusschen er in slaagde,
een rijken jongeling te vinden, aan aan
zoeken in deze tijden van beroemdheid waar
lijk geen gebrek die verder met haar
„wettig" door het leven wil gaan.
Voorloopig verheugt zich onze diva we
kunnen het van ons venster uit waarnemen
in een populariteit, die allé traditie over
treft en die in niet de minste verhouding
staat tot haar vriendelijke begaafdheid voor
het filmvalk. Haar eigenlijke prestatie is na
melijk minder aan haar zelf dan wel aan
haai' ouders te danken ze is slank en ele
gant en ziet er lief en aantrekkelijk uit,
Zonder, ook maar alleen uiterlijk, een mar
kante persoonlijkheid genoemd te kunnen
worden. Ze is 'n typische filmster, niet min
der, maar ook niets meer. Op de planken
stond ze nog nooit. Groot rollen heeft ze
nimmer gespeeld. De enorme routine de ja
renlange Inspanning, de geweldige zeifbe-
heersching, het onvermoeide doorzettings
vermogen van haar tooneelcollega's zijn
haar onbekend. Een jaar geleden had ze nog
niets gepresteerd. Tot ze een regisseur opviel
en paar dikke filmrollen kreeg, in films op
trad. die succes hadden en hun weg rond
om de aarde begonnen. Sindsdien genieten
we vrijwel elke week haar portret in alle mo
gelijke en onmogelijke tijdschriften en in
de dagbladpers. Er verschijnt dezer dagen
een „levensbeschrijving" over haar, men ziet
haar afgebeeld op alle reclamezuilen. Wer
kelijke beroemdheden en geniale acteurs als
Werner Krauss en Albert Bassermann zijn
reeds haar partners geweest. Engagementen
naar Parijs en Hollywood zullen spoedig
volgen.
Vraagt men zich af. wat ze dan eigen
lijk voor prestaties geleverd heeft, dan blijft
men het antwoord schuldig. Ze heeft ra twee
of drie zeer, zeer middelmatige films, die
met kunst niet het minste te maken heb
ben, een hoofdrol gespeeld, niet zonder ta
lent, maar evenmin overweldigend. Ze heeft
er „goed uitgezien". Dat is tegenwoordig vol
doende. In dezelfde straat, waar ze haar mo
derne en weelderig ingerichte villa heeft,
woont een componist, eveneens van interna
tionale reputatie. Geen merusch bekommert
zich om hem, ofschoon hij reeds tientallen
werkelijke meesterwerken geschreven heeft
en o.a. ook in het Amsterdamsche Con
certgebouw roem heeft geoogst. Onze film
diva slaat hem op het gebied der populari
teit met stukken. Voor haar deur staan tot
in de late avonduren drommen van meest
piepjonge menschen. Haar brievenbus is vol.
tot boven aan toe. Ze heeft er een tweede
naast laten maken. Rijdt zij uit, dan volgt
een gejuich alsof het een geliefden monarch
gold. Zij moet honderden handen drukken
en zich onstuimig beide handen laten kus
sen. Men rent achter haar auto aan en werpt
haar bloemen na. Zelfs als ze op reis is staan
er jongelieden en jonge dochters en kieken
haar villa en vooral het raam van haar
slaapkamer. Men poogt het kamermeisje
om te koopen. om even in haar huis te mo
gen komen er.' op haar stoel te mogen zitten.
Men tracht, als leverancier of gasfitter ver
momd naar binnen te komen cn iets van haar
aan te raken.
En heeft zij .diaar première" bijgewoond,
dan moet buiten- de bioscoop de verkeerspo
litie er aan te pas komen. Dan ontstaat een
levensgevaarlijk gedrang om de dame te zien
die er „goed uitziet" en die „levend gefilmd
is".
Dat is het Berlijn van heden.
Ondanks honderdduizenden werkloozen,
ondanks armoede en ellende, ondanks too-
neelcrisis en onnoemelijk veel leed in
kunstkringen. Het is een zeer, zeer vreemd
geval!
H. v. B.
PING PONG IS GEEN KINDER
SPEL!
WIE TAFEL-TENNIS BEOEFENEN.
Het feit dat de Oxford-ploeg veel ping
pong speelde gedurende de training voor de
Varsity boot-race in Putney, heeft eenige ver
wondering gewekt bij hen, die nooit aan ta
feltennis dachten als een ..echt spel".
Inderdaad is ping pong een der goede en
snelle binnenhuisspelen, maar ongelukkiger
wijs werd het een rage toen het spel ge
ïntroduceerd werd, althans in Engeland. Voor
korten tijd speelde leder het, toen kwam wat
anders en men vergat ping-pong.
Maar het spel bleef bestaan, en velen be
oefenden het, niet omdat het mode was, doch
omdat men het prettig vond. Vooral voor
tennisspelers is het spel geschikt, en vele ten
nisclubs hebben dan ook een pingpongtafel
in het clubhuis.
En nu vaart er weer een ping-pong storm
over dc wereld. Ruim een jaar geleden begon
het in Midden-Europa. Vandaar verspreidde
het zlcli naar het Middellandsche zeegebied,
waar wedstrijden georganiseerd werden om
het kampioenschap van Europa.
Dc Vereenigde Staten hebben het overge
nomen. Groote tournaments vinden in New-
York plaats, die een hoog publiek, in avond-
kleeding zelfs, trekt. Onder de spelers treft
ge namen aan van Tilden. Sidney Lenz, den
bekenden Bridge-expert. Max Schmeling, den
zwaargewicht bokskampioen enz.
Er ls zelfs een pint,-pong costuum, in spe
ciale clubkleuren!
Deze vergelijking valt ook helaas
niet ten gunste van den nieuwen toestand.
Hoe pittig en schilderachtig waren de oude
toegangetjes, hoe ijzig nuchter de gebouwen
die er voor in de plaats gekomen zijn.
Lord Buckmaster wil een wijziging aan
brengen in de Engelsche Verkeerswet. In het
Hoogerhuis stelde hij o.a. voor: een gevange
nisstraf van ten hoogste 6 maanden op te
leggen aan den automobilist die na een on
geluk veroorzaakt te hebben, doorrijdt, waar
bij den chauffeur dan tevens het rijbewijs
voor minstens één jaar wordt ontnomen.
Adolphc Menjou
Toen Adolphe Menjou na zijn bezoek aan
Engeland weer naar Hollywood terugkeerde,
zeide hij nooit meer contracten voor langen
tijd te zullen afsluiten. „Na 10 Jaren slavernij
bij de filmmaatschappijen wil ik nu eens een
vrij man zijn. Ik ontvang rissen aanbiedingen
van tooneel, vaudeville en film, en er is er
een bij, waar ik graag op in zou gaan. In Sep
tember kom ik terug en vermoedelijk zal ik
dan nog eenige films hier maken".
De pinguïn cn het ci.
Een pinguin heeft eieren gelegd op de
Guano-eilanden, meer dan 8000 mijlen hier
vandaan. Ze zijn naar Kaapstad gebracht en
vandaar met de Imperial Airways naar Lon
den. Men hoopt, dat de eieren nog in zcoda-
nigen toestand in de Zoo arriveeren, dat ze
nog uitgebroed kunnen worden. Mocht dit ex
periment slagen dan is weer 'n probleem op
gelost, want het is uiterst moeilijk levende
pinguins veilig in den Dierentuin te brengen.
Beethoven
staat nog steeds bovenaan de lijst der best
sellers. De opgaven van uitgevers toonen aan
dat zijn menuet in g den verkoop van andere
composities ver overtreft.
In dc Tafel Baai
is een Kaapstad-syndicaat zijn werkzaamhe
den begonnen voor hel. bergen van wrakken
die daar in den loop der laatste drie eeuwen
gekomen zijn. Duikers gebruikten een zoek
licht van 70.000 kaarsen en vonden het wrak
van 200 jaar oud, van de brik „Haarlem", on
der de stoomboot Ryvengen, die 40 jaar ge
leden zonk. Bij die plaats liggen nog 12 an
dere wrakken.
Twee gedichten en een volledige novelle,
tezamen 8100 woorden tellende, zijn geschre
ven op beide zijden van een gewone brief
kaart. Dit kunststuk is onlangs volbracht door
een inwoner van München.
DE SCHATTEN IN DE VUILNIS
BAK.
Wij weten allen dat niet al wat blinkt, goud
ls, maar omgekeerd is ook niet alles waai'de-
loos, wat in de vuilnisbak gevonden wordt.
Een Engelsch vuilnisman vertelt hierover het
volgende.
„M'n maat Jimmy was een- dier zuinige
menschen die alles bewaren en niet kunnen
hebben dat dingen weggegooid worden. Toen
hij dan ook eens een dameshoed in een bak
vond, pikte hij die eruit en bracht hem
thuis. Hij ging wel niet zoo ver door te den
ken dat zijn vrouw het vod op zou zetten,
doch: de versiering kan nog eens te pas ko
men. zeid'ie Tusschen de versierselen vond hij
een diamanten ring, die al eenige jaren ge
leden verloren was. Jimmy bracht het
kleinood terug en ontving vijf pond als beloo
ning! Zoo'n boffer!
Van alles komt in de vuilnisbak terecht:
platen, horloges, kranten, zelfs (liefdes)brie
ven. Wat me herinnert aan dit.
Ik had juist een bak geleegd, toen een niet
te jonge dame op me toe kwam. „Het is een
vergissing!" riep ze ult.4 „Een pakje brieven
die ik bewaren wilde, is per ongeluk in de
prullemand terecht gekomen. Ze zijn.... ze
zijn met rose linten samengebonden. O.
alstublieft, geef ze me terug!"
Ze lagen gelukkig tusschen droge asch. zoo
dat ze niet veel geleden hadden. Minnebrie
ven.
De menschen zijn dikwijls zoo nonchalant
met het weggooien van dingen. Een dame
had aan een juwelier haar halssnoer en oor
bellen in reparatie gegeven en erbij gezegd,
dat ze in elk geval de oorbellen den volgen
den dag moest dragen. De juwelier zond haar
ook het halssnoer hersteld terug. De eigena
res deed het pakje open. nam de oorbellen er
uit en, zonder nader onderzoek van het- pak
papier, wierp ze dat weg. Plus het halssnoer.
Het snoer verhuisde in de vuilnisbak, van
daar naar de belt en is. geloof ik, nooit weer
teruggevonden'
DE OUDE WERELD, EEN
VERDRONKEN STAD.
In 1618 sloeg een geweldige storm bij
Goeree, in 't westen van het eiland Goeree
en Overfiakkee, een stuk van duinen en
strand weg. Toen bleken daar de overblijf
selen te liggen van een oude, verdronken
stad. Aan de breede straten en zware fun
damenten was te zien. dat het eertijds een
bloeiende stad geweest moest zijn; maar nie
mand had ooit. van een vroegere stad op die
plek gehoord. Er werden Romelnsche mun
ten gevonden met beeltenissen van Adrlanus
en Antonius- En allerlei merkwaardigheden
spoelden aan "net strand aan. Ringen met
steenen. antieke kruiken, scherven van ge
kleurd glas en heele boomen, die totaal
zacht en sponsachtig waren geworden.
Al gauw kwamen de gissingen. Sommigen
beweerden dat het een oude Romeinsche
vesting was. die door de zee was verzwolgen
en waarvoor in de plaats later de stad Goeree
meer landwaarts in de duinen was gebouwd.
Dan werd gedacht aan het in de 12de eeuw
verdronken stadje Oud-Vlaardingen aan een
Maasmond. Dan nog aan een vlootbasis van
de Romeinen en tenslotte aan de legendari
sche koopstad Witlam. Dat moet een rijke
en machtige stad geweest zijn, die in de
9de eeuw nog bloeide. Toen kwamen de De
nen en verwoestten op eenzelfde strooptocht
Antwerpen en Witlam iWitla. Willand, Wit
land of Vithe). Die raadselachtige stad Wit
lam is inmiddels nog steeds niet- met zeker
heid, ergens ondergebracht en de geleerden
zoeken haar nu eens aan de Maas. dan weer
aan den Wiedel een zijriviertje van de
Maas. waarnaar de stad genoemd zou kun
nen zijn. Het is inmiddels te betreuren, dat
er in den Lijd van de ontdekking der Oude
Wereld geen kunsthistorici bestonden: de
weinigen, die er belang in stelden, legden
het op een heel kinderlijke manier aan en
beperkten zich tot het oprapen van scherf
jes aan het Goereesche strand en het doen
van allerlei vreemdsoortige gissingen, waar
zelfs Arabië nog aan te pas kwam!
Tegenwoordig is er van de verdronken stad
niets meer tc vinden- Na 1618 schijnt zij
nooit meer bovengekomen te zijn en dc gol
ven zullen wel altijd over dc oude funda
menten blijven spoelen.
Hoe die plek er nu uitziet.
FLAKKEE.
Officieel geheeten: Goeree en Overfiakkee
in de wandeling Flakkee genaamd, stam
land van eenige écht-Flakkeesche families,
die hun mede-eilanders direct aan naam of
accent herkennen, stuk Nederlandsche his
torie, brokje natuurschoon, heerlijk, afge
legen eiland!
U begrijpt al wel dat ik het genoegen heb
tot dc ingewijden te behooren. 't zij dan ook
dat ik niet voor volle 100 pet. eilander ben.
Maar de liefde voor de polders en de dij
ken heb ik, en ik zou er iedereen wel bij de
haren heen willen slepen. Dat heele vette
kleieiland (alleen in 't uiterste westen, bij
Ouddorp, zijn duinen) is voet voor voet aan
de baren ontworsteld, Ls een groote leg
kaart van polders, die tezamen Flakkee vor
men. 't Ls zoo omstreeks het jaar 1000 be
gonnen, en 't heeft tot 1780 geduurd eer de
twee eilanden Goeree in 't westen en
Overfiakkee één geheel waren. Nu, doordat
er telkens weer stukken land aangeplakt
zijn, loopen er kris en kras in alle richtingen
door het eiland zware dijken heen. die ieder
op z'n beurt vroeger buitendijken zijn ge
weest. Links en rechts de lage wijde polders,
met dan weer opeens zoo'n hooge dijk met
boomen, die het gezicht afsluit. En van. de
buitendijk af heerlijke vergezichten over
Grevelingen, Krammer, Volkerak, Haringvliet
of Brouwershavensche Gat. Een zeilgelegen-
heid om van te smullen. Maar dan met een
schipper die het water hier kent, want be
paald gemakkelijk zijn de Zuid-Hollandsche
stroomen nu niet! Niets fijner dan een beet
je wind op het Haringvliet, schuimkoppen
op de golven, wolkenschaduwen over 't wa
ter strijkend, en dan zandplaten vol vogels
en hier en daar de glimmende kop van een
zeehond, die lucht komt schepen. In de
verte wazig een „kustlijn" met teen stompe
toren boven de boomen.
Wie er z'n boot niet aan waagt, pakt de
tramboot van Numansdorp langs Ooltgens-
plaats en dc zuidkant naar Zijpe In Zeeland,
of van Middelharnis terug langs dc noord
kust naar Hellevoetsluls, en hij zal ook een
heelcboel moois van zon, wolken en water
zien.
Het landschap op 't eiland is Hollandsch;
geen ander woord voor. Dijken, prachtige
koeien, bouwland, polders en sloten en
boerderijen laag beneden aan den dijk. Oude
dorpjes en oude mooie gebouwen. En daar
achter zit een stuk geschiedenis verborgen,
dat nog maar weinigen kennen en waar de
eilanders zoo trotsch op zijn.
Daar hebben we de stad Goeree: eens een
trotsche koopstad, iets als Veere en de Zui-
derzee-steden. Een stadje, dat zoo om en bij
1100 al vloten naar Britlanje stuurde en
tot in de 16de eeuw machtig was; toen een
snel verval en nu de vergetelheid van de
Villes Mortes-
Maar wat er aan dijkdoorbraken, branden,
belegeringen en overstroomingen gebeurd
is, is bijna niet tc gelooven. In 1490 sloegen
de Goereesche inwoonsters de manslui
waren op zee in haar dooie eentje een
stormaanval van de Hoekschen af. die met
26 schuiten de stad kwamen belegeren. Het
probate middel was, evenals later in Haar
lem bij Kenau, pek, teer en kokende olie.
En zoo gaat het maar door in de kronij-
ken: 1418 de stad neergebrand door de troe
pen van Jan IV van Brabant, man van Ja-
coba van eieren1421 stad totaal over
stroomd 1482 stad afgebrand en zoo
voort.
Dan de eenige Hollandsche paus. Adriaan
VIdie was langen tijd pastoor in Goeree:
er is nog altijd een kazuivel op 't eiland van
hem, maar veel is er niet meer van over. En
dan de heerlijke legenden over verdronken
steden, meermannen, piraten en betooverde
polders.
In 1792 zaten er Franschen op 't eiland,
en die zijn er tot 1813 eigenlijk steeds blij
ven rondhangen, waren bij de hoogst oran
je-gezinde eilanders erg gehaat. Van een
van m'n eigen voorvaderen ik schaam me
over den man gaat 't verhaal dat,hij een
Fransch soldaat, die om wat melk vroeg, op
z'n hoofd in een trog karnemelk zette met
de woorden „zuup maer" en de stumper net
zoolang vasthield tot hij gestikt was. Ik
wou maar zeggen dat het eiland dapper
mee heeft gedaan in de strijd om de vrij
heid.
En nu kom ik op een grappig iets: ik heb
hier een afschrift van de Aanteekeningen
van den Commissaris van politie voor het
eiland Overfiakkee en Goeree. van Juli tot
einde December 1811. Het gLstte toen al
overal, en de commissaris had blijkbaar in
structies gekregen om precies te melden wat
er onder de bevolking omging Nu blijkt
achteraf, dat hij het met de diverse oproe
rige elementen volkomen eens was; maar in
z'n rapport komt nooit iets over complotten
of zoo voor. Dies vult hij het met zeer merk
waardige en gedetailleerde berichten over....
niemendal.
31 Juli-, Vol k s ge c s t. De Inwoners hou
den zich bijna uitsluitend met de gebeur
tenissen van den dag bezig. De middelen
van bestaan vormen het gewone onderwerp
der gesprekken. De volksgeeset is zeer mee
gaand.
Straatverlichting. In den zomer
is er geen verlichting, al is het donker. In
den winter wordt er niet veel drukte van
gemaakt, de ingezetenen gaan vroeg naar
bed.
Diefstal. Een paar schoenen met zil
veren gespen bij een boer: van de dienst
bode uit een koffiehuis te Middelharnis een
gouden oorbelletje en van een timmerman,
ook uit deze gemeente, een handzaag.
10 Augustus. Gebeurtenissen, Een
kind van 4 jaar is in de haven gevallen en
bijna verdronken.
En zoo gaat het door. Eerst in November
1813 schrijft diezelfde commissaris een heel
laconiek briefje aan de brigadier van de
gendarmerie te Goeree om hem te ver
tellen, dat een paar inwoners van Stel
lendam het wachthuisje van de Fransche
douane waren komen afbreken, „omdat dat
voortaan niet meer gebruikt zou worden".
Maar toen was er niets meer aan te doen. en
na een heel huiselijk opstandje werd de
oranjevlag van het fort te Ooltgensplaat
geheschen en de „vijand verjaagd".
In vroeger tijden zwierf er ook altijd
vreemd volk door het eiland. Dat waren dan
luidjes, die „van den turek gevangen ge
weest" waren en allemaal hun terugreis
over Flakkee schenen te nemen, Die kre
gen dan aalmoezen uit de gemeentekas. Er
waren allerlei wonderlijke types onder: een
„verjooge" predikant, een Schotsen edelman
een Engelsch soldaat met vrouw en kroost,
een Hongaarsch student, een „siecke dominee
die met een hys vol kynders sat" etc. Soms
waren er bepaald ongure elementen bij, en
dan vinden we in de gemeenterekening een
extra uitgaaf van een gratificatie aan „Piel
den diender wegens extra-ordinaris devoir
int jagen vant gebouffte".
In die oude papieren zijn verbazend leuke
dingen te vinden b v. de benoeming van een
„schoolmeester". Dan werd aan de candida-
ten een soort examen afgelegd in het lesen
ende singhen; er waren er, die .,wel tot lesen.
bequaem" waren, maar niet „Int singhen",
en die moesten dan herexamen doen, met
als oefenmateriaal de psalme. Ook was er
een keer een schoolmeester, die bij 't examen
wel heel mooi las, maar zóó slecht zong, dab
hij alleen aangenomen werd „midts balofte-
nïsse, dat hij hem selver naerstelijc int lee-
ren der musyeke" oefenen zou.
Dan heb ik hier een gedicht op den brand
te Middelharnis anno 1778, waaruit blijkt,
dat de beide brandspuiten defect waren,
zoodat men het maar moest laten branden-
Toevallig was er in Dirksiand een spuit die
wèl werkte, en daarmede werd toen het
„schrikkelijk vier" bestreden!
Als je zoo begint te snuffelen In die oude
paperassen, dan komt er geen ophouden aan.
Ik mag er niet verder op ingaan, maar raad
werkelijk ieder natuur- en rustminnend
mensch, ieder zeiler en ieder archiefsnuffe
laar aan, eens naar Flakkee te gaan!
L. S.
LANGS DE STRAAT.
Keyzerlei.
Antwerpen ligt in voorjaarszonneschijn. En
op de breede trottoirs voor de café's verschij
nen de stoelen alweer. Zoo in 't zonneke, zul
le, met een glazen schot in je rug. kun je
je best voorstellen dat het zomer is. Dan
hindert het cok niets dat de koffie zoo mise
rabel smaakt, want cp een gezegenden dag als
vandaag is alles goed.
Op de vrijgebleven halve meter tusschen
uiterste stoelen en trottoirband schuifelt het
flaneerpubliek van Keyzerlei en Meir zonder
ophouden voorbij. Stroohoeden, korte bont-
jasjes. pommade hooiden, pieterige zwarte
snorretjes. En dan klinkt opeens boven het
gemeleerde gebrabbel een deel Fransch op
tien deelen Vlaamsch een luid gerinkel
op.
Een klein bruin kereltje baant zich een
weg tot vóór de caféstoelen. Een Italiaantje
vermoedelijk. Op zijn hoofd heeft hij een
blinkendgepoetsten' hoed Pierrot-model
van geel koper, van onder tot boven behan
gen met belletjes. Voor z'n buik hangt een
draaiorgeltje; op zijn rug een trommel. Met
orgel en trom produceert hij muziek, cn
schuddebolt daarbij rytihmisch, zcodat de
belletjes op het juiste moment vroolijk mee-
tinikelen. Wat moet zoo'n man 's avonds moe
zijnzou hij dan dóórgaan met dat hoofd
geschud? Maar hij kijkt van onder den blin
kenden hoed buitengewoon vroolijk rond, cn
lacht met een prachtige rij tanden", het
schijnt toch een vrij genoegelijk vak te zijn!
Een vieze, bruine bambino met bloote
voeten werkt zich tusschen de stoelen door,
steekt een groezelig handje uit: „Merci ma
dame, merci m'sieurhij haalt vrij veel
op, en de rinkeiaar schijnt tevreden te zijn.
Samen verdwijnen ze dan weer in de men-
schenmassa. De zon schijnt, uitbundig, flon
kert in de glazen met diverse dranken, die
een prachtige gloed krijgenzonde om op
te drinken.
Dan valt er een schaduw over mijn tafel
tje. Een bak met veters wordt ouder m'n
neus geduwd. Hè, dat gebedel altijd en
eeuwigmaar 't is een oorlogsverminkte,
mutilé de guerre. Twee afgeschoten beenen,
één arm, en een paar vergaste longen, waar
van één al totaal weggevreten. „Dat hoef
ik niet te dragen, madame" zegt hij, wij
zend op het gebroken geweertje op mijn
mantel. Dat denk je maar, man: jouw misère
en die van tien duizenden anderen schijnt
neg altijd niet voldoende anti-oorlogspropa
ganda te zijnTrouwens, dat gebroken
geweertje, wat kan dat doen?
Ik geef hem wat ik missen kan; maar
daarmee kan ik de verantwoording niet af-
koopen
En als dan de verminkte moeizaam weg-
scharrelt tusschen de bontjasjes en de voor
jaarshoeden. dan is het tóch of de zon
minder warm is: en ik ontoek opeens dat ik
zit te huiveren.
„We zullen maar weggaan", zeg ik ter
mijn metgezel.
aa