BRIEVENBUS.
r Brieven aan de Redactie van de
Klnder-Afdeeling moeten gezonden
Worden aan Mevrouw BLOMBERG
ZEEMAN, Marnlxstraat 20.
DE KLEINE VOGELVRIEND.
Ik hoop, dat 't zonnetje op Hemel
vaartsdag schitterend schijnen zal.
Dan wordt 't voor jou vast een heer
lijk dagje. Gaat broer ook mee?
ZILVERSCHOON. Ja. dat ls
goed. Stuur 't spreekwoord nog
maar eens ln.
KAPSTERTJE. Je zult zeker
een heerlijken tijd ln Zandvoort
hebben. ALs moeder geregeld Onze
Jeugd meeneemt, kun Je ook mee
blijven doen. Er zijn zooveel Rubrie-
kertjes ln 't Kinderhuls geweest. En
ze vonden 't er allemaal even pret
tig.
CHRISTIAAN W. Hoe gaat 't
er mee Jongen? Wat scheelde eraan?
Je bofte maar met zoo'n besten se
cretaris. De raadsels behoeven juist
niet ln volgorde opgeschreven te wor
den.
W. L. Er ls veel goeds ln Je ver
haal. 't Boeit zeker. Maarde
stijl ls niet altijd vlot en het onder
werp is wel wat afgezaagd, 't Draagt
de sporen van beglnwerk, al doende
zal 't zeker beter worden. Ziehier
mijn oordcel. Wat die periodieke
steun betreft, dat zal ln dezen moei
lijken tijd niet gaan. Je kunt 't
echter probceren.
OPTIMIST. De nieuwe wedstrijd
ls reeds in zee.
ZANDKEVERTJE. Je raadsel ls
goed.
NEVADA. Nu was Je er vlug bU
Hartelijk geluk gcwcnscht met den
verjaardag van Je broertje. Dat ls
leuk. dat do Juffrouw ook Juist ja
rig ls.
DUINKONINGINNETJE. Wat
gezellig, dat Je op 't zelfde naal-
clubje bent als Juffertje Zwemgraag
Ik ben benieuwd, waar Jullie naar
toe zullen gaan met Pinkster. Hoe
ls 't met Marsepelntjes moeder?
WOUDBLOEM. Dat ls zeker lang
geleden, sinds ik wat van je hoor
de. Er ls ook heel wat ln Je leven
tje gebeurd. Ik ben blij voor je. dat
Je de dingen met andere oogen gaat
zien. 't' Zal nu zeker alles goed wor
den. Stort gerust Je hart rog eens
Uit. Ik vind Je heusch geen naar
spook. Ken je die spreuk: Wie zich
zelf overwint ls sterker dan die een
stad Inneemt?
W. v. d. L. Natuurlijk kan een
mensch het zonder geld niet stel
len ln de wereld. Voor alles ls geld
noodig. En toch zijn er schatten, die
niet voor geld te krijgen zijn. In de
eerste plaats gezondheid, dan een
opgewekt humeur, een blij optimis
me enz. enz. Als Je er zoo over denkt
ls geld een ondergeschikt Iets. Be
grepen?
SCHRIKKELKINDJE. Wat heb
ben ze Bep fijn ln de bloemetjes ge
zet. Leuk hoor! Feliciteer haar maar
yan me.
BOSCHNIMF. Dat eerste raad
sel was voor de helft zeker wegge
wandeld.
WIPNEUSJE. Wel Jammer, dat
het reisje naar Gorsel niet doorgaat.
Hebben Jullie vanmiddag een beetje
leest gevierd op school? Ik had van
dat spreekwoord over dat voorttrek
kende varken ook nooit gehoord.
Waar stond het ln vermeld?
KERSTROOSJE. Heb Je Woens
dagmiddag prettig gespeeld bU je
Jarige vriendin? Zijn er nog poffer
tjes gebakken? Ik heb nog niet veel
van de bollenvelden gezien. JU wel?
A. B. C. Nu schiet je flink op.
t Zou heerlUk zUn. als Je later bij
vader kon werken. Na deze tUden
komen zeer zeker andere tUden. En
wellicht betere.
MADELIEFJE. 'k Wist niet, dat
Je zus getrouwd was. 't Is te begrU-
pen. dat ze zelf ook tegen het af
scheid opziet. Als Je ervoor staat, is
zes jaar een lange tUd. 't Gaat toch
alt lid gauwer om. dan men denkt.
HKIDF.PRINSESJE. Er ls nog
heel wat te doen voor Je tuintje ge
heel ln orde is. Als 't zonnetje nu
maar gaat schUnen, zal 't gezaaide
zeker gauw opkomen.
KORFBALLER. Wat bon Je
flink aangekomen. Nu maar dikke
boterhammen eten en op tUd naar
bed gaan. anders val Je weer af. Je
raadsel ls goed.
GWENDOLINE. Wel Ja. 't weer
Bal heusch steeds beteer worden. De
volgende week wordt er weer om de
JRaadselprUzen geloot. Welk lied
studecrcn Jullie nu ln? Als I Mei nu
maar een echte Lentedag wordt hè?
RANGEERDERTJE. 't Deed me
genoegen weer eens wat van Je te
hooren. Dus JU kan al gauw eigen
gekweekte radijsjes eten. Die sma
ken altüd dubbel lekker. Nu komen
er zeker ook steeds meer tulpjes uit.
Jullie hebben wel verscheidenheid
van planten ln den tuin.
GRUTTO. Speelt het kindje
met 't wollen kuikentje? Ze ls er
nog wel wat heel klein voor, hè? Je
pop heeft dus haar bepaalde dag
jurken. In de fluweclen zal ze het
nu wel wat warm krUgen.
ROZENKNOPJE. Wat een ko
nijntjes hebben jullie. En groeien ze
flink? Heb Je ze ook namen gege
ven? Ben je al op de helft met je
trui? Voor wie borduur je dat groote
kleed?
D. S. V.-ER. Ik denk, dat Willy
die fcesteiyke thuiskomst nooit ver
geten zal. Hangt Je schild er nog?
Doe maar goed je best met Taal, dan
behoef je or niet meer voor school te
biyven. Leuk, dat je al zoo goed op
je mondorgel kunt spelen,
VADERS JONGEN. Misschien
zie ik je wel eens ln je tuintje wer
ken. Heb je Je voorletters gezaaid
van tuinkers?
WIM. Hoe grooter Je wordt,
hoe netter Je zeker zult gaan schrij
ven. Maar Je moet wel eerst even
nadenken, voor Je de woorden neer-
schrUft, dan komen er niet zooveel
krassen.
MIC HIEL DE RUYTER. Wat
zUn er veel Rubrlckertjcs tuinman
geworden. Jammer, dat je den
MaartwedstrUd wel had gemaakt.
PRES. KRUGER. Ik denk, dat
de groene spruitjes het nog te koud
vinden om boven den grond te ko
men. Ze wachten op een zonnetje.
Of ik Zondag gejuich gehoord heb?
Ik wist precies wanneer er een
goaltje gemaakt werd.
SNEEUWKLOKJE. 'k Vond het
zoo prettig weer eens wat van Je te
hooren. En vooral zulk goed nieuws
Heb je de eerste zwemles al gehad?
Worclt Je ook lid van den Klndcr-
bond? Ik had wel graag naar dc
Lichthoeve-film gewild. Maar ik
had geen tUd.
BALLENBREISTERTJE. Wat
ls dat aardig die onderlinge corres-
j>ondentle. Jij hebt wel briefschrij
ven geleerd, hè? Heeft poes al klein
tjes? ZUn er al Jonge vogeltjes ln
het nestje? Ik denk, dat GUs steed3
vlugger zUn huiswerk zal maken.
Dat moet ook wennen. Groeit het
kalfje goed? Ben Je prettig met
moeder in de stad geweest?
ACACIATAKJE. Nu komt het
weer voor de fietstochtjes. Ik denk
dat ze bang zUn dat er door kinde
ren wat vernield wordt, omdat Je
ln Thyse's Hof altUd onder gelelde
moet wezen. Wat kun Je hcerhjke
Pinksterdagen hebben. Dat Ls wel
i-en groote tocht. Je mag dat ver
haaltje ook wel typen. Maar dan
aan één zUde van 't blad.
BOERTJE. Maak morgen maar
veel plezier. Op Jullanadag hadden
Jullie zeker toch vrij. Leeft de bal
nog?
STRANDJUTTERTJE. Je ver
haaltje is nog niet mooi genoeg om
gedrukt te worden. Je raadsels zUn
goed.
HANDWERKSTERTJE. Nu ls
moeder zeker door 't ergste van de
schoonmaak heen. 't Is ln dezen
tUd wel prettig om eens naar den
IJweg te gaan. Wat heb Je HJne
plannen voor de groote vacantle.
Waar gaan jullie met de klas naar
toe?
GANZEHOEDSTERTJE. Dus nu
ls 't leed geleden. Ziet Je negerpop
er kleurig uit? Draag Je alle dagen
moeders mooie pakje? Wat heb Je
toch een knappen broer! Moeder
was zeker wel blU met den stofdoe
kenhanger. Is poes weer teruggeko
men?
LELIETJE VAN DALEN. Je
moet niet op postpapier schreven,
't Mag best od een schrlftvelletje.
POESENMOEDERTJE Die brand
was zeker een prachtig gezicht.
Toch wel heel erg Jammer dat die
mooie oude molen nu verdwenen ls.
PUCKIE EN ROODKAPJE. Ja,
dat ls een heel goede schrUvcr. Daar
keck Ik van op, dat Roodkapje naar
Brederodeduln gaat. Was je den
laatsten tijd niet zoo goed? 't Zal Je
daar zeker best bevallen.
WATERROTJE. Wat ben Jij
verwend geworden op Je verjaar
dag. 't Eene cadeau ls nog mooier
dan 't andere. Schreef Je Je brief
met de nieuwe vulpen? Die schrijft
best? Heb Je alle dagen veel huls-
werk? Wanneer moet Je examen
doen?
DE LOOZE VOS. Ik ken dien
schrUver niet. Maar daarom kan 't
wel een heel goede zUn. En heeft de
bal nog geen verkeerde trappen ge
had?
SLAAPMUTSJE. Dat ls dus een
reuze-succes geweest. Prettig. Wat
gaan Jullie nu instudeeren?
HAAKSTERTJE. De raadsels
worden niet gemakkelUker, maar Je
wordt knapper in 't oplossen. Is de
blazer niet verregend? Of kan hU
daar wel tegen? Hoe lang moet Je
nog naar de Hellgymnastiekles?
LUCIFER. 'k Wou dat ik Je
Zondag gezien had met dat mooie
nieuwe pak aan. Wees er maar net
jes op.
ROZEKROONTJE. Jou had ik
graag willen zien met je nieuwe
jurk. Welke kleur ls het? Vond je
het ln Velserbeek niet prachtig?
SERINGENKNOPJE en GELUKS-
POP. Ik wensch Jullie Zaterdag
avond veel plezier. Gezellig hè, zoo
samen met vader uit. En wat zullen
jullie er beeldig uitzien.
ANSEPANS. Is de prijs naar Je
zin? Ben Je dadehjk aan 't lezen
gegaan?
HANSJE TEDDYBEER. Geluk
kig, dat de arm weer genezen is.
Onze armen en beencn kunnen we
maar moellUk missen. Voortaan zul
je wel voorzichtig zyn met kokende
melk.
O RASPIEPER. Ja, raadsel I
was onvindbaar.
KLEIN DUIMPJE. Was JU ook
in Je schik met Je boek? Ben je
Zondag paan loopei) naar de bollen
velden? Had je de zevenmyis-laar-
zen aan?
VADERS HULP. Je kunt dus
ook wel vaders tuinman hecten.
Groeien de poesjes goed? Mogen ze
nog een poosje by de moeder biy-
ven?
ONDERWIJZERESJE. Ik denk,
dat de mooie dagen allemaal nop
komen moeten. Wat zal 't dan een
heerlijke zomer worden.
BKLLAROONTJE. Heb Je al ln
je prys gelezen? Naar wat voor club
ga Jc 's Woensdags?
HEIDEBLOEMPJE. Waar was
die film? Is moeder ook met je mee
geweest? Misschien kwamen die ver
sierde auto's heel ver weg.
DE KLEINE SPORTMAN. Ben
je naar dezelfde film geweest als
Heidebloempje? Heb Je Woensdag
nog gevoetbald? 't Was er Juist weer
voor.
KERSTPOP. De club heeft een
mooicn en toepassciykcn naam. Wo
nen de 5 clubgenooten dicht bU el
kaar? Misschien ls het Zondag weer
voor Kraantje Lek.
MUURBLOEMPJE. Ja, lk weet
nu wel wat Je bedoelt. Prettig, dat
de Aardrykskundeproef goed ls af-
gcloopen.
Wat voor cUfers kreeg Je? Dat
wa.T ook niet plezierig voor die fa
milie, dat de ruiten sprongen van
de hitte. Verder zUn er toch geen
ongelukken gebeurd, hè?
rROCIIEL. Wat ben je gelukkig
geweest met de loterij. Jc mag best
samen eens een verhaal maken.
Hebben Lenle en haar zusje zich al
aangemeld?
DUINPIEPER. Nu 't ziek zijn
maar afschaffen. De duinplepertjcs
zUn nu zoo druk ln de weer. Heb JU
cok nog wat van den brand gezien?
DWERGKONINGIN. Gelukkig
dat grootmoeder weer beter ls ge
worden. Ja, Je moet Je Rull-aanvraag
opnieuw opschrUven. Denk aan Je
adres. Ik weet niet, wat Hennie v. d.
W. van Je wou. Als ze dit leest, wil
ze het Je misschien nader uitleggen.
Natuurlijk mag Je ook voor een an
der rullen.
Haarlem, 29 April 1932
Marnlxstraat 20.
W. BLOMBERG—ZEEMAN
Een reuzen-kapitein. Dat was
Jeffrey Hudson, die op 7-Jarlgen
leeftyd zoo klein was, dat hU ver
borgen was ln een pastel, die opge
diend werd bU een gastmaal waar
koning Karei I van Engeland en zUn
gemalin aanzaten. De koning be
noemde den dwerg tot kapitein der
rultery. Nadat hU bU dc koninklUke
faml'le In ongenade gevallen was,
begon hy een zwervend leven te
lelden en stierf op 63-Jarigen leef
tyd ln 1682.
UIT DE NATUUR.
Onze duinstreken zijn thans weet
het middelpunt der belangstelling.
Duizenden en nog eens duizenden
komen naar hier om de schitterende
kleurenpracht der bloemenvelden
te bewonderen. De wandelaars moe
ten de rustige wegjes en kleine
paadjes opzoeken om niet in 't ge
drang tc geraken. Niet alleen de
bloemvelden, doch ook de ontwaken
de weilanden met hun frisch groen
ln dë lagere landen aan den oost
kant van onze stad hebben met hun
mooie vergezichten hün bekoring.
De zonnige kanten langs wegen en
slooten zijn vaak een schittering
van helder geel, doordat een paar
vroeg-bloeiers n.l. speenkruid en
op sommige plaatsen ook de dotter
bloem den hoofdtoon aangeven.
Speenkruid (Fecaria verna) fam.
Ranonkelachtigen (Ranuncula-
ceeën). Een van de aardigste voor
jaarsbloemen, die zeer algemeen is.
Wanneer tfe in Je tuin een hoekje
hebt, waar veel schaduw is, zoodat
lang niet alle planten daar willen
groeien, plant daar dan maar een
paar polletjes speenkruid. De goud
gele bloemen, die vele smalle-lang-
werpige bloemkroor.b'.aadjes teren
en de rond-hartvormige bladeren,
die glimmen alsof ze gepoetst zijn,
vormen werkeiyk een schitterend^
geheel- De plant heeft in den groncr
kleine knolletjes, die elk jaar weer
uitloopen. In de oksels van de on
derste bladeren vormen zich ook
zulke knolletjes, die wanneer de
plant Ls afgestorven, 't volgend Jaar
weer nieuwe plantjes vormen. Van
daar dat het speenkruid vaak ln
groote hoeveelheden bij elkaar ge
vonden wordt. BloeiMjd MaartMei
(Zie fig. 1).
Dotterbloem (Caltha palustrio)
fam. Ranonkelachtigen (Ranuncu-
laceeën). Een plant, die nauw ver
want ls aan het speenkruid. In moe
rassige welden en langs slooten
komt ze algemeen voor. Hier ln do
omgeving zien we haar veel in de
buurt van de Lie. Dc bloemen geiy-
ken veel op een boterbloem, doch
zijn veel grooter. De kroonbladeren
zijn helder geel, doch veel ronder
dan het speenkruid. Ook de kelk ls
geel. De bladeren zijn glanzend
donkergroen; hart-eivormlg tot
nlervormlg; de onderste gesteeld, de
bovenste bijna of geheel zonder
steel (zoogen. zittend). Het dichtst-
bU ls deze plant in de stadskweekerij
te bewonderen. Ook als sierplant
komt ze veel voor soms met gevulde
bloemen. Bloeltyd Aprll-Mei (Zie
flg. 2).
BIJVOECSEE
No. 279
AAN ALLEN!
Als jullie de vogels eens bekyken
die b.v. in onze omgeving zUn, dan
zul je wel bemerken, hoe verschil
lend vogelpooten zijn. Eenden, gan
zen en zwanen hebben zwempooten.
Drie teenen zijn omgeven door een
vlies en een klein achterteentje staat
wat hooger. Pelikanen, die je b.v. in
Arlis kunt zien hebben alle vier tee
nen door Zwemvliezen verbonden.
Dan spreekt men van roeipooten. In
't Spaarne zie je wel eens meerkoe
ten. Deze hebben breede teenen met
zwemvliezen. Dan spreekt men van
gelobde zwemvoeten. Het spreekt
vanzelf, dat vogels met zwem
voeten zwemmen kunnen. Vogels
met klimvoeten kunnen klim
men, zooals de spechten. Spechten
hebben twee teenen voorwaarts,
twee teenen achterwaarts met
scherpe klauwen, die je doen den
ken aan haken. Met sprongetjes
klimmen de spechten naar boven.
Een koekoek heeft ook klimvoeten,
maar een van zUn teenen is draai
baar. Men noemt dat een keerteen.
Roofvogels hebben zeer sterke poo-
ten met klauwvormige teenen. ZU
zyn dan ook de vogels, die zich met
hun pooten verdedigen. De andere
gebruiken als verdedigingsmiddel
uitsluitend de snavels. Zoo als iedere
vogelfamilie weer een ander soort
pooten heeft, zoo zingt ieder ook an
ders. 't Spreekwoord luidt: ..Ieder
vogeltje zingt zooals het gebekt ls.
Iedere vogel uit zich op de een of
andere wijs. Dc koekoek roept, de
nachtzwaluw ratelt, de vink slaat.
De beteekenls der vogellulden Is niet
gemakkeiyk te begrijpen. Nu ln de
zen tUd klinkt 't meer alslokkend ge
roep. Op een zonnigen dag hoort
men dc echte zangers kweclen van
vreugd. Men zegt, dat roodborstjes
zelfs zingen, als ze ln gevecht zijn.
Leeuweriken, winterkoninkjes en
merels zingen op zijn mooist als ze
angstig zUn. En toch, let maar eens
op hoe er trillers van angst In lUstcr
muziek weerklinken wanneer een
kat in de omgeving ls
's Morgens vroeg zingen de vo-
geLs 't mooist. Een uur ongeveer vóór
zonsopgang. Vooral ln 't begin van
Mei ls 't een lust ernaar te luiste
ren.
Boomleeuweriken zingen 't hcele
Jaar door, zomer en winter, dag en
nacht. Boomkruiper, pimpelmees en
winterkoninkje zingen 's winters ook
Een nachtegaal kan wel twee uur
achter elkaar zingen. Steltloopers
kun je 's nachts ook vaak hooren.
't Is wel geen melodieus geluid, maar
.toch klinkt 't* niet onaangenaam.
Bij helderen maneschijn hoort men
vaak spreeuwen, merels en lijsters
zingen. Jullie weet wel, dat leeuwe
riken en piepers vliegend zingen. ZU
zyn niet de eenige Zwaluwen, gras-
musschen, koekoeken, rietzangers,
vinken en nog vele andere kunnen
het ook. Soms maken ze er nog vlieg
kunsten bij. Hoe leeren de vogels
zingen? Of leeren ze t niet? Kun
nen ze 't reeds bij de geboorte? Jon
ge vogeltjes kunnen wel zingen,
maar toch wordt hun gezang bij 't
ouder worden krachtiger en schoo
ner. Ook heeft men waargenomen,
dat vogels geluiden kunnen naboot
sen. W. B.—Z.
Een Chineesche badkuip. Deze
ls hoog en rond, ïykt dus op een Urn.
Men kan er dan ook niet ln zitten
of liggen, doch moet er gehurkt In-
Bitten.
VRIENDSCHAP.
Hoe het precies gebeurde kon geen
hun drieën vertellen.
Zooals gewoonlijk reden de onaf
scheidelijke vrienden, Bob Swart,
Walter Klein en Frits Kommers ln
het middaguur met elkaar naar huls
Ze voerden een druk na-gesprek
over de wiskundc-repetltle die ze
zoo juist achter den rug hadden.
Mogciyk dat daardoor de aandacht
wat afgeleid werd; hoe het ook zy.
plotseling schoot uit een der dwars
straten een auto naar voren. Frlts,
die aan den uitersten kant reed,
trachtte, door een wUde boog te be-
schryven met zyn rijwiel, nog aan
het gevaar te ontkomen. Bob en
Walter remden uit alle macht en
konden den snellen wagen nog juist
aan zich voorby laten gaan. Door dc
verschillende manoeuvres oer jon
gens heel in de war gebracht, wierp
de chauffeur hot stuurrad rap om en
voor men eigenlijk goed wist „hoe"
of „wat", lag Frits kermend naast
zijn verbogen fiets op den grond,
terwijl de auto met een gillend rem-
gcluid stopte.
De chauffeur kwam doodeiyk ver
schrikt en doodsbleek aanrennen en
boog zich zenuwachtig over den ge
kwetsten Jongen heen. Ook Bob en
Walter spoedden zich naar de plek,
waar hun vriend met gesloten oogen
en steunend van pijn op den grond
lag. In een oogwenk had zich een
dichte haag van toeschouwers ge
vormd om de plaats, waar de aan-
ryding plaats vond.
Bob knielde bij zUn makker neer
en greep voorzichtig diens rechter
hand.
Frlts! Kerel, wat ls er aan de
hand? fluisterde Bob en bracht zUn
gezicht vlak bij het oor van den
gekwetste.
O. myn been doet zoo'n onmen-
scheiyke pUn; kreunde Frlts en hy
drukte krampachtig de vrienden
hand, die ln de zUne lag.
De chauffeur, in zijn verbouwe
reerdheid. trachtte Bob weg te drin
gen, om den gewonde op te beuren.
Ga eens opzij Jongeheer, zei hy
barsch tot Bob, dan zal lk hem
ln myn wagen brengen om naar
een dokter te rUden.
Dat gebeurt beslist niet, zei
Bob ferm. Zonder dat er medi
cus bij ls. mag myn vriend zeker
niet opgenomen worden. Als U wer
kelijk helpen wilt, chauffeur, tele
foneert U dan zoo spoedig mogeiyk
om de Eerste Hulpdienst. Aan den
overkant, by den drogist, ls een te
lefoon.
De zenuwachtige autobestuurder
wilde ruw uitvallen en maakte aan
stalten Bob aan te grijpen, om hem
zoodoende van den gewonde weg te
sleuren. De zekere wijze echter,
waarmee Bob te werk ging en de
vastbeslotenheid welke in de stem
van den Jongen lagen, brachten hem
tot inkeer en hij begreep, dat de
jonge II. B. S.er het bij het rechte
eind had. Ook uit het publiek klon
ken byvalsbetulgingcn aan Bob's
adres. Een heer uit den kring
maakte dan ook dc opmerking:
Die jongeman heeft volkomen
geiyk! Eerst en voor alles een dok
ter, dan vindt de rest zich vanzelf!
Intusschen behoefde de chauffeur
geen moeite meer te doen. Walter
was hem reeds lang voorgeweest.
Nauwelijks had hij gemerkt, dat
Frits zich nogal ernstig bezeerd had
en klaagde over pUn in zUn been
(en Frits was over het algemeen
heelemaal niet klelnzeerlg) of hy
had zich naar een der winkels ln de
buurt gespoed, om vandaar uit het
Gemeente Hospitaal van net ge
beurde ln kennis te stellen.
Dit alles vond natuuriyk ln een
zeer korten tyd plaats. Een politie
agent, die de opecnhooplng van men-
schen uit de verte gezien had, kwam
aangeloopen. zyn eerste werk was,
de nieuwsgierige kijkers een flink
stuk achteruit te drijven, zoodat de
gewondo geen lasat zou hebben van
al die vooroverbuigende menschcn-
Uchamen, die zich om hem verdron
gen en hem afsloten van de frlsschc
lucht. Alleen Bob en Walter moch
ten vlak by Frlts biyven en ook de
chauffeur, die op een paar passen
afstand, nog steeds doodsbleek en
zenuwachtig stond toe te zien. Een
tweede agent was komen aanrijden
en die regelde het verkeer om de
plaats des onhcils heen.
Vlugger dan men had kunnen ver
wachten, reed de roode-kruis-auto
van het ziekenhuis aan. Onder lei
ding van den arts, die meegekomen
was, namen sterke en vlugge vcr-
plegershanden Frlts van de stoffige
straat en legden hem op de bran
card. Dc gewonde Jongen had dc
oogen gesloten en hy kreunde niet
meer.
De draagbaar werd ln de automo
biel geschoven, de deuren klapten
dicht, langzaam en voorzichtig gleed
de groote ziekenwagen dc straat uit,
waar het kluwentje menschen zich
weer ontwarde en het verkeer zyn
verderen gewonen gang ging.
Een der agenten hield een gesprek
met den ongelukkigen chauffeur,
waarby de politieman verschil
lende aanteekenlngen ln zyn
zakboekje maakte. Bob was, op zijn
verzoek, meegereden ln de Roode-
krui.s-auto en nadat ook V/alter op
enkele vragen van den agent geant
woord had, reed hy met Bob's fkrts
aan de hand huiswaarts. De chauf
feur had zich met het vervoer be
last van de deeriyk gehavende flets
van Frlts.
Nadat Walter Bob's flets had af
geleverd waarbij hU de familie
Swart van het gebeurde op de hoog
te bracht, reed hy nog even snel
naar het hospitaal, om te probceren
of hy mLsschlen nog Iets naders
vernemen zou over de verwonding
van zUn vriend.
In de wachtkamer trof hy Bob,
die hem al kon vertellen, dat het wel
niet zoo gevaariyk was, maar dat
Frlts voorloopig toch het bod zou
moeten houden. Een oogenblikje la
ter kwam een verpleegster hen roe
pen. Met een pijniyk verwrongen,
maar dapper gezicht lag Frits tus-
schen de blanke lakens- De drie
vrienden wisselden een paar woor
den en toen moesten Bob en Walter
van het ziekbed weg. In de gang
ontmoetten zy den heer en me
vrouw Kommers, die zich vlug en
verschrikt naar de ziekenzaal repten.
De daarop volgende dagen be
zochten Bob en Walter hun kame
raad natuurlijk geregeld in het hos
pitaal. Na een week oordeelde de
dokter het reeds geen bezwaar meer,
dat dc gewonde jongeman naar het
huls van zijn ouders vervoerd werd.
Het is een kwestie van rust
houden, zei de dokter. Iets ernstigs
was er bepaald niet mee gemoeid.
Nu, rusthouden kon Frits in zUn
eigen bed ook en zoo kwam hy voor
de tweede maal in de ziekenauto te
liggen, die hem naar huis reed. De
dokter kwam tweemaal ln de week
naar hem kyken. Wat Frits zelf be
trof, die was den tweeden dag al
weer de oude vrooiyke kwant van
altyd.
Het doet nog wel een beetje
pUn. zei hy, maar dat zal nooit
zoo lang meer kkunnen duren, zegt
de dokter. Het was een dubbele
beenbreuk. Ik heb zoowat een hall
uur flauw gelegen van dc pijn. Maar
nu gaat alles weer op rolletjes hoor,
lachte Frlts. Alleen dat stilliggen
ls om tureluurs te worden. Enfin,
niets aan te doen. Tusschen twee
haakjes, vertel eens hoe het met
myn fiets afgeloopen Is.
Walter schraapte eerst even ze
nuwachtig zyn keel en draalde cr
toen maar een beetje omheen. HIJ
kon het niet over zich verkrygen
Frlts te vertellen, dat het rUwicl
heelemaal „ln puin" gereden was
en dat de knapste en handigste re
parateur het nog niet zou kunnen
maken. Hy wist, hoe Frlts op zUn
trouwe flets gesteld was en ook wist
hy maar al te goed, dat er van een
..plaatsvervanger" geen sprake zou
kunnen zUn. Dat had mijnheer
Kommers zich al spytlg laten ont-
valllen, toen hy de ruïne van Frits'
flets eens in oogenschouw genomen
had.
's Middags lagen Bob cn Walter ln
het gras van het sportterrein er met
elkaar over te praten.
't Is zoo reuze zuur voor h'm.
Joh, zei Walter, dat lk het hem
werkeiyk niet vertellen kon. Je weet
wat voor een liefhebber van fiets
tochten of Frlts altyd was
En voor ons ls het ook alles
behalve, antwoordde Bob. Fiets
tochten of picknicken zonder Frltf
lokt niet bepaald en zoo zal het met
Jou ook wel zyn.
Tja, konden we er maar Jet*
op verzinnen, zuchtte Bob nu ook.
Somber stilzwijgen viel tusschen
de beide Jongens, die leder voor zich
ln naargeestige gedachten verdiept
lagen. Walter lag met zijn hoofd ln
belde handen gesteund en st aarde
zwaarmoedig ln dc verte. Bob ver-
kauwde het eene grassprietje na het
andere.
Met een ruk zat Bob plotseling
rechtop.
Ik weet wat, riep hij verheugd
uit. --We gaan een flets voor FritJ
„verdienen".
Walter keek zyn vriend verschrik!