De Gestolen Professor PROPAGANDA VOOR DE LUCHTVAART. Op Waalhaven te Rotterdam had ..GERDA MET HET RENDIER". - Het beeld dal Vrijdag de start plaats voor de rondvluchten boven Nederland. Vrijdag in het Park Marlot te den Haag ge- plaatst is. DE ENGELSCHE PILOOT CHARLES SCOTT. bekend onder den naam van „The Flying Scot", beeft den tocht Engeland- Australië volbracht In den tijd van 8 dagen en 20 uur. DOOR DE MO TORCLUB „DE BARONIE" te Bre da werd gisteren en vandaag voor de vi'fde mpoi Elf Provinciale Hoofdstedenrit ver reden. de start had te Breda plaats. DE OUDSTE DEELNEEMSTER AAN DE EERSTE NEDERLANDSCHE ROND VLUCHT bij aankomst op vliegveld Eelde. Mevrouw Nieuwenhuis uit den Haag, NEERLANDS TWAALFDE PROVINCIE PRODUCTIEF. De eerste koelen zijn de Wlerlngermeer binnengeleid en ondergebracht op het landbouwbedrijf van den heer Luth nabij Kolhorn. Daarmede fs de nieuwe aanwinst van Nederlandsche weidegrond van de eerste koeien-bevolking voorzien. DE KLOMPJES AAN DE DEUR. Evenals het hoo rt, de klompjes aan de deur te laten staan, zoo worden ook de kleine sandalen der bezoekers in Japan bij den drempel gezet, FEUILLETON Een romantisch verhaal uit de Grieksche bergen. ERNST KLEIN. Uit het Duitsch vertaald door B. Zody. 20) Ik ken alle vooraanstaande persoon lijkheden op den Balkan. Ik zou al een zeer slecht journalist zijn, indien dit niet zoo was. Zoo? Xymatls wist op deze handigen zet niets te antwoorden. Hij wierp Vitus een boos- aradigen blik toe en wenkte Stratos. voort te gaan. De man loert op iets, dacht Vitus. Woar- ©P> Zou Hamld zijn twintig gendarmen naar binnen gesmokkeld hebben? Wij zijn arm, vervolgde Stratos en dien tengevolge gedwongen, ons de middelen voor onzen vrijheidskamp te verschaffen, waar wij ze krijgen kunnen. Wij hebben de gelegenheid die professor Mar lus ons bood, aangegrepen en zijn vast besloten, die ten volle uit te buiten. Mag ik u vragen, mijnheer Thavon, welke volmacht men u gegeven heeft me* betrekking tot het losgeld? De moet u helaas teleurstellen, want ik heb geen enkele volmacht ontvangen. Na- tu'/rltjk ben ik bereid, uw elschen zoo snel mogelijk aan de betreffende personen over te brengen. Goed. Houdt u een bedrag van honderd duizend Turksche ponden voor te hoog? Daar ik het bedrag niet behoef te be zat ör me over de hoogte ervan geen oordeel aanmatigen. De universiteit moei, zelve weten of de oude professor haar zoo veel waard is of niet. Zeer juist. Wij eischen verder voor elk onzer manschappen, die bij deze zaak be trokken zijn een nieuwen revolver en een horloge. Dit behoeft niet van goud te zijn, zilver is ook goed. U ziet, mijnheer Thavon, dat wij niet onbescheiden zijn. Ik zie het en ben er zoo ontroerd van, dat ik nauwelijks woorden kan vinden, om aan mijn ontroering uitdrukking te geven. Doch nu nog een paar laat ons zeggen technische vragen: hoe stelt u zich de uit levering van den professor voor. indien het losgeld betaald wordt? Wij steken gelijk over. Op een nader vast te stellen punt. van de grens heeft de ontmoeting plaats. Wij ontvangen het losgeld en stellen den professor in vrijheid. Dat noem ik, uit een zakelijk oogpunt beschouwd, „fair". Ik zal uw voorwaarden onmiddellijk naar Weenen telegrafeeren. Waarheen kan ik u het antwoord zenden? Er ontstond een stilte. Een verlegen uit drukking verscheen op het knappe gezicht van Stratos. Hij keek naar Xyma die ech ter kalm doorrookte. Vitus doorzag den toestand onmiddellijk Zijn hand in zijn jaszak klemde zich nog vaster om den browning heen doch met zijn beminnelijksten glimlach zeide hij: Is het wellicht uw plan, uw belofte be treffende mijn persoonlijke vrijheid niet te houden? Ik dacht, dat ik met gentlemen te doen had. Xvmatis maakte een eebaar. alsof hij Iets wilde zeggen. Maar hij slikte de woorden, die hij reeds op de lippen had. weer in. leund« achterover en staarde Vitus met een onbe- schaamden grijnslach aan. Of het toch maar niet het beste was, den kerel neer te schieten? Strata scheen in tweestrijd te verkeeren. Het was hem duidelijk aan te zien, hoezeer het hem tegen de Dorst snuitte, iets te aoen. dat in lijnrechte tegenstelling met zijn be grippen van eer was. Vitus wachtte. Rustig en koud zat hij daar, een verachtelijken trek om den mond. Kijk eens, mijnheer Thavon, begon de officier eindelijk, tot op zekere hoogte staan wij met u op voet van oorlog Er zijn wetten, die de ergste barbaar zelfs de Turk in den oorlog in acht neemt. Ik kom tot u als parlementair, in het vol ste vertrouwen op het gevoel van ridderlijk heid. dat toch zelfs de Grieken niet vreemd kan zijn. Ik zie dus niet in. onder welk voor wendsel u mij ln mijn vrijheid zoudt kunnen belemmeren. Stratos bukte zich als onder een zweep slag. Het is hier een kwestie van zelfbehoud antwoordde hij langzaam en onzeker. Ik geef u echter mijn eerewoord, dat wij u als gast zullen behandelen. U zult de goedheid heb ben, de dor ons gestelde voorwaarden aan uw regeering mede te deelen en het ant woord onder een door ons aan te geven cijfer poste restante naar Saloniki te laten komen Zoodra de zaak in orde is, bent u vrij. En als ik weiger? Stratos, die zijn zekerheid langzamerhand teruggevonden had, haalde de schouders op. Dan zoudt u ons dwingen tot maatrege len. die ik persoonlijk ten zeerste zou be treuren. Ja, dan zoudt u mij ombrengen, levend begraven, of met water volpompen! U is waarschijnlijk goed op de hoogte van inte ressante gruweldaden De officier deed, alsof hij die niet hoor de. Wij zouden u als een even goede vangs: beschouwen als den professor, zeide hij. Vitus keek langzaam van den een naar den ander. De jongere man wendde zich af, doch Xymatls betoonde zich ongevoelig voor de oenunneiijkneden, die de tegenpartij nen naar het hoofd slingerde. Zijn dikke, met haar en ringen bedekte hand trommelde be daard op de tafel en met welbehagen sloeg hij de blauwe rookwolkjes, die hij kunstig in de lucht blies, gade. Wat wil de kerel? Welke troefkaart heeft hij in handen? vroeg Vitus zich af. Want niet Stratos, die zich slechts met tegenzin ln do hem opgedrongen rol schikte, was de vijand, maar deze onbeschaafde, opgeblazen Xyma- tis! Eindelijk sprak deze: Dit debat heeft geen enkel doel. U be vindt zich in onze macht, mijnheer Thavon en hebt zich naar onze wenschen te schik ken Stratos sprong op. Zijn oogen fonkelden van eerlijken toorn. Daar doe ik niet aan mee, voegde hij Xymatis in het Grieksch toe. Denk je dat ik lust voel, mij als een schurk te gedragen? Indien je je niet houdt, aan hetgeen we afgesproken hebben Je bent een dwaas, antwoordde de an dere. Ik dacht, dat jc de macht van mijn woord voldoende kende. Ik doe. wat ik wil. Vitus verroerde zich niet. Niemand kon aan hem merken, dat hij Grieksch ver stond. Hm Zou het Hamid gelukt zijn. de gen darmen ln het huis te brengen Stratos mat Xymatis met een blik, die meer zeide. dan al het andere. O, als ik vrij was.knarsetandde h«. Xymatis glimlachte, maar het was een -luwe. boosaardige glimlach. Daarop wendde hij zich weer tot Vitus en zeide in het Fransch: Vindt u, dat een man als u werkelijk het recht heeft, andere menscnen de les te lezen over eer en ridderlijkheid een man. die in het huis van een vreemde binnen sluipt als een dief in den naoht....1 tioua en noonenu uaa^-ac iiy zyn porte feuille te voorschijn, nam er een kaartje uit en wierp het voor Vitus op de tafel Het- was het kaartje van Peter Miller van de firma Anton Miller en Zoon, waarop Irene haar waarschuwing had geschreven. Vitus had het dien avond in den tuin verloren. Had er nooit weer aan gedacht En zag het thans terug EEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Steeds dezelfde vraag. Nu ging het niet meer om eer en rid derlijkheid en oorlogswetten, niet meer om professor Martius alleen. Nu ging het tevens om de eer van een vrouw, die Vitus door zijn onvergeeflijke lichtzinnigheid leed had be rokkend. En bitter leed, indien hij den heer Apollodoros Xymatis naar waarde schatte. Hij stond langzaam op. De slag had hem even onvoorbereid als zwaar getroffen, doch bracht hem ook niet voor het geringste deel van een oogenblik aan het wankelen. De vraag was alleen maar: Wanneer kwam Hamid met zijn gendarmen? Ik zie in, zeide hij koud. dat ten op zichte van deze kwestie, waarvoor ik natuur lijk alleen verantwoordelijk ben, elk verder debat overbodig is. Uitstekend, antwoordde Xymatis. Daar u alle verantwoording op u neemt, mag ik u misschien wel verzoeken, mij een verklaring van het geval te geven? Ja, als Vitus geweten had. wat Irene ge zegd had! Of zij eigenlijk wel iets gezegd had! Elk onvoorzichtig woord van 'nem kon haar leed verergeren. Hij moest haar zien, spreken. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 8