1 iX'W
De Gestolen Professor
DE HEER EDO BERGSMA,
burgemeester van Enschede,
heeft eervol ontslag aange
vraagd.
DE VERKIEZINGEN IN FRANKRIJK hebben, behoudens enkele kleine Incidenten, een
normaal en rustig verloop gehad. De autoriteiten komen hun stem uitbrengen. Paul
Doumer, President d« Republiek aan de stembus.
NEêRLANDS TWAALFDE PROVINCIE. Op de Rljksproela kkers In den Wlcrlnjcermeerpolder ls men druk bezig met het
ontginnen, waartoe gebruik gemaakt wordt van groote ploegen en tractors.
DB 12-JARIGE LAURA GLOVER ia ta Lond» toL
geo» alood gebruik tot Meikoningin gekroond. De
JONG VOLF.NDAM IN DE BLOEMEN. - Ook
deze jeugdige bewoonster van de schilderachtige Zul»
dcrzechaven weet de voorjaarsbloci op prijs te stellen.
ONMIDDELLIJK NA DE TEWATERLATING van het s.s. Berganger. dat gebouwd werd door de Ned. Scheepsbouw My. te Amsterdam.
Is men begonnen met het leggen van de kleL voor het nieuwe schip „De Ijsbeer" voor de ver. van Algemeene Scheepyaartbelangen
te Amsterdam.
jeugdig» Koningin wordt gekroond door May Wilkn,
bet Meikoninginnetja van 193L
IN HET R.A.I.-GEBOUW
TE AMSTERDAM wordt van
6 16 Mei a.s. een internatio
nale tentoonstelling gehouden,
die onder den naam „Klank en
Beeld" een overzicht zal geven
van de ontwikkeling op hef ge
bied van radio, gramofoon, te
levisie, fotografie en film.
nnnr^Mn
Ti!!!!!
EEN PRACHTIGE
COLLECTIE
NARCISSEN.
Ingezonden door de
firma Fryllnk te
Sassenheim op de
groote voorjaars-
bioemententoon-
stelling „Prima
Vera" In de voor
malige Nenijtohallen
te Rotterdam.
FEUILLETON
Een romantisch verhaal uit de
Grieksche bergen.
ERNST KLEIN.
Uit het Duitsch vertaald door B. Zody.
22)
Drie uur. De zon aal wel dadelijk op
gaan, fluisterde Stratos.
Ongeveer een uur later hield men stil. Ver
scheidene stemmen klonten dooreen. Xyma-
tis gaf eenige bevelen. Een poort met een
klank van Ijzeren traliewerk knarste. Men
reed op een binnenplaats of een tuin. De
bodem was in ieder geval zacht.
Wilt u zoo goed zijn. af te stijgen? aeide
Stratos tot Vitus. Wij zijn er. Ik kan u dade
lijk den blinddoek afnemen.
Hij greep hem bij de hand en bracht, hem
In een huis. Toen opende hij gelijkvloers
een deur en schoof Vitus naar binnen.
De blinddoek viel.
Vitus bevond zich in een volgens Oos-
terschen smaak ingericht vertrek, waaraan
behagelijkheid noch comfort ontbrak.
Ik hoon. dat n zich hier thuis zult
Indien het niet al te lang duurt
De andere antwoordde niet. Reikte hem
de hand en ging heen, VHns wachtte, of hij
de deur zou affluiten....
Neen. De schreden van den officier stierven
weg in de gang.
Vitus ging naar het venMer.
Voor hem lag de mooie, welverzorgde tuin
en achterin stond het tuinhuis, waarmede hij
reeds kennis had gemaakt.
En weer dezelfde vraag!
Wanneer kwam Hamftd met zJJn- gender-
ifiaen? En wanneer hganSgfrdfewwo* i afe
TWEE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
De revolver.
De deur was weliswaar ni-ft afgesloten,
maar zoodra hij uit het venster keek, wist
Vitus waaraan hij toe was. Er was ook geen
traliewerk voor het raam
Maar voor de huisdeur stonden, evenals
den nacht te voren, twee tot aan de tanden
gewapende komitadschis. Ze stieten elkaar
grinnekend aan, toen ze Vitus zagen. Daar
het vertrek gelijkvloers lag. konden ze ten
allen tijde naar binnen kijken, om zich van
het welzijn van den ..gast" te overtuigen. Ze
bewaakten den professor en hem tegelijker
tijd.
Vitus was een gevangene! Dus todh ln de
val geloopen!
Ook al goed! Thans kwam het er voor al
les op aan, dien ongehiksprofessor fee zien
te krijgen. Hij keek de kamer rond, af er
nergens een schel was. Naast de deur was
een knopje, doch nog voor hij erop kon druk
ken. kwam Stratos nogmaals binnen, gevolgd
door een kawasz, die een blad met koffie en
allerlei andere smakelijke dingen droeg.
Een fameus idee! riep Vitus, uit. wiens
honger evenredig bleek te zijn aan de haast,
waarmee hij toetastte.
U ziet, dat wij nog niet zulke erge bar
baren zijn
Naar de koffie en ham te oordeelen,
zelfs van hooge cultuur. Doch wanneer denkt
u mij Martius te serveeren?
Die komt ook aan de beurt. Laat u zich
thans het ontbijt goed smaken en daarna
zulfe 13 wel, evenals wij allen, willen rusten.
De nacht was eenigszins afmattend.
Vitus, die den mond vol had, kon slechts
knikken. Stratos zette nog een doos voortref
felijke sigarettten op tafel en wilde het ver
trek verlaten, bieef echter bij de deur staan,
toen hij zag, dat Vitus krampachtig slikte,
om nqg tets te vsagen.
--Ik be*> getuurt», da4-«de öoar opeago-
Laten hebt, riep hij. Ik mag toch zeker
hopen, dat dit zoo blijft?
Natuurlijk. De tuin staat tot uw be
schikking.
De tuin? Vindt u niet. dat deze bewe
gingsvrijheid voor een gast ©enigszins be
perkt is?
Stratos haalde de schouders op.
Ik ben uw gastheer niet
Ik ken u, kapdtein. Nadat ik geslapen
heb, zal ik mij de vrijheid permütteeren u te
laten roepen.
De deur viel dicht en Vitus wijdde zich
met hernieuwden ijver aan het uitstekend
ontbijt. Toen overmande hem de vermoeid
heid. Met den laats ten beet in den mond lag
hij op de ottomane en sliep.
Sliep zoo vast, als slechts een man slapen
kan, die twee nachten achtereen, inplaats
van in een bed te liggen, tot den vroegen
morgen op marsch is geweest. Zijn slaap was
diep en droomloos
Slechte eenmaal was het hem. alsof de deur
zacht geopend werd. Alsof iemand de kamer
binnenglipte naar hem toekwam zich
over hem heen boogMaar htj was veel te
slaperig, om zich te kunnen verroeren.
Toen hij ontwaakte, herinnerde hij het zich.
als een heel vage droom. Hij stond op. rekte
zich uit. Greep volgens zijn gewoonte in zijn
zak. om zijn sigarettenétui te voorschijn te
halen
En haalde er een kleinen revolver uit.
Dus iets meer dan een droom
Klein en sierlijk was de revolver en met
zilver beslagen. Maar, zoo als Vitus als ken
ner vaststel-de, van prima fabrikaat. Een wa
pen. dat te gebruiken was.
Hm ik schijn hier dus aoo'n ding te zul
len noodig hebben, mompelde hij.
Een oogenblik dacht hij na. Wie was die
als een goede Dsjinn uit Duizend en een
Nacht zijn kamer binnerrgezweefd was? Stra
tos? Elena? Of Irene?
Stratos? Hm die bad hem bet <fing ook
zonder dien omhaal van geesten en sprookjes
in de hand kunnen drukken. Hier, neemt
dat! Ik heb mijn eerewoord wel gegeven,
maar Xymatis is nu eenmaal een schurk. De
revolver heeft meer waarde dan mijn eere
woord. Maar neen, Stratos had het niet ge
daan. Zoodat de twee vrouwen overbleven.
Weer het oude raadsel! Irene of Elena. HIJ
haalde de schouders op. Thans had hij andere
zorgen.
Vitus schelde.
Na eenigen tijd verscheen de kawasz en
vroeg in twijfelachtig Fransch, wat mijnheer
wenschte.
Of kapitein Stratos zoo vriendelijk zou wil
len zijn. even bij hem te komen.
Mijnheer moest het niet kwaöjk nemen,
maar de kapitein sliep nog.
Vitus keek op de klok. Het was even over
tienen.
Goed! Afe hij wakker wordt, zeg hem
dan. dat ik hem verwacht.
De kawasz verdween en Vitus ging den tuin
in. De schildwachten waren lntusschen afge
lost; het uiterlijk van deze kerels was al even
weinig innemend als dat van de vorigen. Ze
grijnsden Vitus met onverholen spot aan.
De tuin was een klein paradijs- Men had
er geen uitzicht, daar hij rondom door muren
omgeven was. terwijl aan het einde het tuin
huis stond. Door de kleine traiiedeur kon
men een gedeelte van een uitgestrekten
boomgaard zien. Lag het huis middenin de
stad of er buiten? Hoe het zij. geen
enkel geluid drong tot hier door geen ge
ratel van wielen geen straatrumoer
bevond men zich wellicht aan den voet der
bergen?
Er sttooden cypressen en orantfeboomen.
palmen en mirteboschjes. Een kleine spring
fontein plaste en de rozen geurden
Als die twee smerige Komitadschis er niet
geweest waren
Vitus slenterde langs de smalle, keurig ver
zorgde Steweiade op-het totabtds.
toe
Nieuwsgierig, of zij mij zullen tegen
houden
Langzaam liep hU de weinige treden op.
De beide kerels verroerden zich niet. Hij legde
de hand op den knop van de deur; die was
gesloten. Daarom hielden de schildwachten
zich zoo stil. Goed, dat hij het wist!
Hij ging terug en nam het huis eens in
oogenschouw. Alle Jalouzieën waren neerge
laten, behalve die van zijn kamer en van het
vertrek in het sousterrein, waar hij vermoedde
dat Martius gevangen zat. Zoo argeloos mo
gelijk naderde hij. De mannen verwaar
digden hem met geen blik. Hij kon op zijn
gemak naar binnen kijken de kamer was
leeg.
Ook al goed! Hij ging het huis binnen.
Na oen uur verscheen Stratos en was da
delijk bereid. Vitus met professor Martius
samen te brengen. Hij riep de schildwachten
een bevel toe. Deze verdwenen en brachten
den gevangene na enkele minuten binnen.
Vitus kon zich absoluut niet voorstellen waar
zij hem vandaan gehaald hadden.
De ster der archaeologteohe wetenschap
was het type van een vergenoegden ouden
heer. Voor hem was de heele zaak een reus
achtige grap en een aangename afwisseling
ln zijn streng wetenschappelijk bestaan.
Heeft men u ook ingepikt? begroette
hfl Vitus.
Dat nu Juist niet. Ik ben hier gekomen
om u te bevrijden. Ais het mogelijk is. Maar
vertel mij nu eerst eens precies alles, wat
overkomen is.
Martius stak van wal. Vitus hielp hein door
handig gestelde vragen en kreeg zoodoend®
een verslag, dat zelfs de ongevoeligste lezer
de haren ten berge moest doen rijzen. Ben
heel© belangrijke zaak zooals de chef aan
gekondigd had. Vitus constateerde, dat hjj
weer een grooten stap had gedaan op den
weg 'tot oosterfeiijkbeitL
wilwlN