ÖP SLOTENBURC EMIR FEISAL, tweede zoon van den koning van Hedjaz, die in ons land vertoeft, heeft een bezoek gebracht aan den minister van Buiteniandsche Zaken te den Haag. GEREED VOOR HET SCHOT. Bij gelegenheid van het 70-jarig bestaan der Handboogschutterij „Nimrod" te Hintham is een nationaal schietconcours gehouden. Eenige schutters in actie. DE HEER P. C. J. PETERS is Dinsdag officieel geïnstalleerd ais 'burgemeester van Mcdcmbük. Hoe de enthousiaste in woners hun nieuwen burgervader verwelkomden. DE LEDEN DER TWEE KAMER hebben Dinsdag een exsursie ge maakt naar de Zuiderzeewerken. Het gezelschap bij de Uitwate ringssluizen van het IJselmeer. ALS DE WIND DE ZEILEN BOLT. - De Royal Corinthian Yachtclub (Eng.) hield dezer dagen haar openingswedstrijden, welke door prachtig voorjaarsweer begunstigd werden. Aan boord van een der deelnemende jachten. HET BEKENDE RESTAURANT „ZOMERZORG" aan den Stationsweg te Leiden is in den nacht van Maandag op Dinsdag door brand totaal vernield. DE PINKSTERREIS VAN HET M.S. ..JOHAN VAN OLDENBARNEVELT". naar Oslo. Wethouder Abrahams uit Amsterdam was bij aankomst te Oslo spoedig de beste maatjes met een paar Noorsche schooncn. FEUILLETON door THéRèSE VAN ARENDSBERG. Met een uitdrukking van blijde verrassing aag de oude dame op, en schielijk op Ellen toetredend, stuk zij haar de hand toe, zeg gende: „Welkom, op Slotenburg, juffrouw Howard, wij mogen het wel op prijs stellen, dat u door sneeuw en wind in dit seizoen tot ons komen wilt; ik hoop nu maar, dat u het hier zult kunnen uithouden". Ook de baron stond op om de nieuw aan gekomene te begroeten, en zijn leedwezen te betuigen, dat zij zulk een slechten dag voor de reis had getroffen. .Dezen morgen opstaande, was ik eerst ook zeer ter neder geslagen", betuigde Ellen, „vooral toen ik dien sneeuwstorm zag, maar ik heb mijn best gedaan er mij tegen te ver zetten, en mijn moed klom naar mate ik na derde tot mijn nieuw te huis; daarenboven heb ik nu al twee prettige ontmoetingen ge had. en dat vind ik eeh uitstekend begin". „Twee prettige ontmoetingen?" zeide me vrouw Van Sloten glimlachend. „Ja mevrouw", vervolgde Ellen; „ten eerste de stationchef, die me met alles behulpzaam was. en mij bijna als een bekende ontving, en dan de tweede begroeting, welke mij nog meer trof. was die van een beeldschoon klein meisje in het dorp. dat. toen ik langs reed. mij vriendelijk toeknikte en als 't ware een jpeikom toeriep". Jtfeta", zeide de baronesse tot hazen echt genoot, „ze heeft zeker staan kijken om Mis sie te zien langs rijden" en dan zich tot Ellen werder.de, vervolgde de oude dame: „Dat is zeker ons kleindochtertje geweest, het eenig kind van onze dochter, mevrouw Van Raven, die vijf jaar geleden overleden is. Zij droomt al sedert verscheidene dagen van de nieuwe juffrouw, die hier zou komen en daar zij gehoord heeft, dat u van Engel- sche afkomst zijt, noemt zij u Missie, in te genstelling met hare Hollandsche bonne, die ze juf betitelt". „Is dat allerliefst kind uw kleindochtertje", hernam Ellen, „wat vind ik dat heerlijk; ik za'. haar dan wel dikwijls zien, en ik houd zoo dolveel van kinderen". Nadat ze nog een poosje over een en ander gesproken hadden, stelde mevrouw Ellen voor om naar boven te gaan. en zich van haar goed te ontdoen, „want", voegde de oude dame er vriendelijk aan toe, „wij zullen van daag om half vijf in plaats van om half zes dineeren. daar u na die koude reis wel trek zult hebben, iets warms te gebruiken". „Hoe vriendelijk van u", zeide Ellen ge voelvol, ,.ja mevrouw, ik heb werkelijk een koud, ledig gevoel in mijn maag". „Dezelfde dienstbode, die Ellen had open gedaan, wees haar den weg, naar hare ka mer, en vroeg haar of zij nog iets voor haar doen kon. doch daar hare koffers nog niet waren aangekomen, kon Ellen zich alleen maar van stof ontdoen, en wat opfrisscher.. en bedankte daarom voor verdere hulp. De kamer, die voor haar was bestemd, was uiterst smaakvol gemeubileerd en goed ver warmd; daarnaast was een klein kabinetje, dat tot slaapkamer was ingericht Ellen was verrukt over hare apartementen. zoo elegant en nieuw zag alles er uit, ook het uitzicht op het park. viel zeer in haar smaak. Daar het ai vrij duister was, en zij. met echt vrouwe lijke nieuwsgierigheid, alles eens goed wilde opnemen, stak zij de lamp aan. sloot de gor dijnen, en zette zich toen neder op een cra- paud bij den haard om rond te zien, en eens even na te denken. Hoe droevig was zij dezen morgen gestemd geweest, toen zij het gast vrij huis der familie Van Havelt moest ver laten. om .het juk der dienstbaarheid" in den vreemde te gaan torschen en nuwelk eene heerlijke ontvangst was haar hier te beurt gevallen, zoodat zelfs hare stoutste verwachtingen waren overtroffen. Ik zal hier gelukkig zijn, prevelde ze in zich zelve, dat voel ik; ik zal voor die twee lieve oudjes doen, wat ik kan, om hun het leven te veraange namen, en ik hoop, dat zij dan van mij zul len gaan houden. Maar komaan, ik ga nog eens verder rondzien, en opstaande, treedt ze op een sierlijk kastje toe, dat zij in den hoek der kamer heeft opgemerkt. .Roeken", roept ze luide, „o hoe heerlijk!" en met één oogopslag, ziet ze hare lievelings schrijvers: Lamartine, Goethe. Lessing. By ron, en daaronder op eeh andere plank, de oude Camera Obscura. naast de nieuwe Eline Vere. Ook dat nog. zegt ze in zich zelve, het schijnt hier wel een paradijs; wat aal ik Ed- mond van avond een opgewekten brief schrij ven. Eenige oogenblikken later hoorde EHen een bel luiden, en daar zij wel wist. dat dit op vele buitens het sein is om aan tafel te gaan, haastte ze zich naar beneden, en vroeg aan Hendrik, dien ze in de vestibule ontmoette, haar de eetkamer te wijzen. De baron en de baronesse waren reeds aan tafel gezeten, en vroegen Ellen om tusschen hen in plaats te nemen Het jonge meisje, dat nu ontdaan van hoed en mantel, in haar eenvoudig rouwja ponnetje er nog zoo kinderlijk uitzag, scheen den ouden heer medelijden in te boezemen, althans hij zeide met iets vaderlijks in zijn toon: „Ik hoop. lief kind. dat gij hier zult kun nen wennen, gij hebt al zooveel leed onder vonden. en staat zoo jang ai bijna alleen op de wereld, dat mijn vrouw en ik, beiden, ons best willen doen, om u nu eens kalme, geluk kige jaren te verschaffen". Tranen welden op in Ellens oogen; waren dat die twee egoïsten, die zij zich had voor gesteld hier te zullen vinden? Welk een on dankbaar schpseltje was ze toch geweest, toen zij er burgemeester Van Havelt bijna een verwijt van had gemaakt, dat hij haar deze betrekking aan de hand deed. ,.U en mevrouw, zijt beiden al druk bezig mij te bederven", zeide Ellen geroerd. „Ik heb boven in stomme bewondering gestaan, toen ik al de weelde zag, waarmede u mij om ringt, al die keurige meubelen, en bovenal dien schat van boeken! Ik weet het, ik ge voel het nu al. ik zal hier gelukkig wezen, als ik het nu u beiden maar naar den zin kan maken", en dan zich meer uitsluitend tot mevrouw wendend, voegde zij er aan toe: „Maar lk voel me nog zoo onbeholpen en onwetend, wilt n wat geduld met me heb ben. en mij vooral alles zeggen, wat ik voo' u doen kan. Hoe meer bezigheid u mij geeft, hoe beter het voor mij is, en hoe eerder ik mijn leed zal te boven komen". .Morgen krijg Je werk", verzekerde me vrouw, „vandaag echter moet je uitrusten, of wil Je soms al vleesch snijden'' wij oudjes vinden dat zoo'n zwaar werk, en houden er niet van om onder het eten den knecht in de kamer te hebben, men is dan niet vrij in het discours". Ellen betuigde dit gaarne op zich te ne men, tehuis had zij het ook altijd gedaan, daar haar vader meestal zoo vermoeid was, als hij tehuis kwam, dat zij hem gaarne zoo veel mogelijk rost- verschafte. Als van zelf kwam nu het gesprek op den overleden Dr Howard, en op zijn plotseling uiteinde, en vroeg de baron haar, of haar broer in Be- verloo bleef. „Voorlooplg wel", antwoordde Ellen, ..bur gemeester Van Havelt, de vriend van uw schoonzoon mijnbeer Van Raven, is zoo goed geweest om voor to steSec S*aond bfj öet* in huis te nemen, totdat hij eindexamen gymnasium heeft gedaan, wat vermoedelijk over anderhalf jaar zal zijn. Wat verder met hem gebeuren moet, weten we nog niet; zijne illusie om vopr dokter te studeeren, kan nu natuurlijk niét meer verwezenlijkt worden". „Hoe eenzaam zal die arme jongen zich ge voelen", zeide mevrouw: „Hard werken, en dan zijne toekomst zoo onzeker. Ge moet hem maar dikwijls schrijven, en zooveel mogelijk moed inspreken." Onder dergelijk gekout verliep het diner en ook de avond ging aangenaam voorbij. Ellen had gevraagd of zij thee zou schenken, wat mevrouw goedkeurde, en later zeide de baron: „Juffrouw Howard, zou het te veel van uwe goedheid gevergd zijn., om me het feuille ton voor te lezen. De druk is zoo fijn voor mijne oude oogen, en zoodoende profiteert mevrouw er ook van". Ellen was dadelijk hier toe bereid, en daar zij eene melodieuze stem had, en zeer goed voorlas, betuigden beiden hunne tevredenheid en zeiden zich aanbevo len te houden voor het vervolg. Om half elf werden de blakers binnengebracht; Ellen be schouwde dit als een teeken om hare kamers te gaan opzoeken, en wenschte hare gebie ders „goeden nacht". „Juffrouw Howard", zeide mevrouw Van Sloten, haar de hand toereikende, „wilt u mij toestaan u maar dadelijk Ellen te gaan noe men? dat maakt de verhouding zooveel pret tiger". .Zeer gaarne mevrouw", verzekerde het jonge meisje, „ik zal me hier dan ook spoedi ger tehuis gevoelen. .En mag ik ook Ellen zeggen?" viel de ba ron haar lachend In de rede. .Mijne vrouw is heusch niet Jaloersch. niet waar Mathilda?" ,Jk jaloersch op mijn ouden dag", schert ste mevrouw da*, zou bepaald amusant zijn. En nu Ellen, lief kind. slaap wel der. eersten nacht onder ocs aak!" JWwlt P.W6

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 9