OP SLOTENBURC EMIR FEISAL bracht tijdens zijn verblijf in Berlijn een bezoek aan den dierentuin. - De hooge gast wandelt door de diergaarde in gezelschap van het bestuur. BRANDBLUSCHDEMONSTRATIE TE DOETINCHEM. - Op het terrein der Prov. Elcctr. Mij. te Doetinchcm werd Dinsdagmiddag een transformator met een inhoud van 5.000 Liter in brand gestoken ter wille van een brandbluschdemonstrati e. HET UJPESTER ELFTAL, dat een tournée door ons land gemaakt heelt, speelde te Deventer tegen een sterk Oostetijk elftal op liet Go-Ahead terrein. De bekende keeper Halle van Go-Ahead werpt zich op den bal. AMELIA EARHART. de Amerikaaiische avlatrlce. die alleen de vlucht over de Oceaan maakte is enthousiast in Londen ontvangen. Bij aankomst op het vliegveld te Hanworth werd zij officieel door de autoriteiten verwelkomd. ORJGINEELE VERKEERSOPVOEDING houdt de stad Mannheim er op na. Daar w erd een „verkeersweek" gehouden en de meest sprekende reclame voor veilig verkeer ontbrak niet EEN "UNIEKE ENGELSCHE INDUSTRIE Is de vervaardiging van linnen zakken voor de verpakking van vleesch. In Bethnal Green worden duizenden exemplaren gemaakt en gebruikte zakken gedroogd, waarna ze weder naar de plaats van bestemming verzonden worden. HET ONGELUK MET DE CORNELIS Z. V. 4 nabij Zandvoort heeft twee menschen hef leven gekost. Dc boot op het strand. Zooals men weet is dc boot ongeveer een uur ten Zuiden van de badplaats in Zee omgeslagen. De opvarenden J. Paap en F. v. d. Ploeg verdronken. FEUILLETON door THéRèSE TAN ABENDSBERG. De Kjderes was in hare ziekte dezelfde lie ve, zachte, zichzelf vergetende vrouw, die zij tn gezonde dagen was; nooit klaagde ze, noch eischte bijzondere zorg; zij was dankbaar voor al wat men voor haar deed, en nam in al wat men haar bracht, maar ofschoon ze haar best deed om zich flink te houden ten einde haar echtgenoot niet te verontrusten, zagen allen toch wel, dat de koorts klom, en de ziekte toenam, 't Waren voor Ellen ver moeiende dagen; de baron was geheel ver-, suft en moest als een kind behandeld wor den, en ofschoon beide meiden uitstekend waren, wat zorg voor mevrouw betrof, zoo wist Ellen toch, dat zij 't liefst door haar geholpen werd Den derden dag 's avonds kwam de diacones Zuster Dora, een zacht en tenger persoontje, die evenwel dadelijk flink optrad en in de eerste plaats eischte, dat El len rust zou nemen. Maar deze beweerde, dat zij bij den gezonde nog minder gemist kon worden dan bij de zieke, en in plaats van naar haar bed te gaan, ging zij beneden voor den baron theeschenken en de courant voorlezen, waardoor de oude man zooveel kalmeerde, dat zij er dankbaar voor was hem deze uurtjes opgeofferd te hebben. Maar toen zij den volgenden morgen om vijf uur door ae Zuster werd gewekt, om haar aan het ziekbed te vervangen, gevoel de zij, dat het op den duur toch zoo niet zoude gaan, en zij besloot den heer Van Ra- S$c vragen, of die zich niet eens wat met den ouden heer kon bezig houden. Deze w s daartoe gaarne bereid, en stelde zich ook beschikbaar om te waken, zoo dit noodig mocht worden, wat wel te vreezen was, daar de zieke erg in krachten vermin derde. en hare stem te zwak werd om des nachts een slapende wakker te roepen. Ein delijk juist een week nadat de ziekte begon nen was, kwam Edmond geheel onverwacht op een avond op Slotenburg aan. Hij had dien morgen zijn laatste examenwerk inge leverd, en de rector had hem toen toestem ming gegeven dadelijk op reis te gaan; den uitslag zou hij wel later hooren. De baron was de wereld te rijk. zijn pupil, zooals hij Edmond nu bij voorkeur noemde, bij zich te hebben; hij wist welk een trouw en liefdevol karakter die jongen bezat, en hoe hij zijn best zou doen Ellen bij hem te vervangen: deze kwam even voor mevrouw een glas melk halen, en vond toen haar broer heel kalm in gesprek met den heer Van Sloten. ..Ben jij daar ^1, Eddie?" riep ze uit, ..hoe zalig! nu behoeft onze beste voogd niet meer alleen te zijn. Ik kan zoo weinig weg boven, want mevrouw is maar 't liefst door mij be diend". Toen Ellen bij de zieke terug kwam en haar zacht influisterde ..Edmond is er al", moest hij even boven komen, en heel zacht zeide mevrouw Van Sloten tot hem: ..Ik ben blij, dat je gekomen bent, mijn jongen, Ellen had het al te druk". Werkelijk zag het jonge meisje er ellendig uit. Het geheele gure voorjaar had ze bijna altijd in huis doorgebracht, en nu eindelijk de zomer daar was. en Slotenburg gedoscht in jeugdig groen, afgewisseld door bloemen en bloeiende heesters, er zoo bijzonder mooi en lieflijk uitzag, nu kon ze er niet van ge nieten. 't Was altijd door bezig zijn van den morgen tot den avond, met korte nachtrust, en dan daarbij nog die gespannen verhou ding me* Van Raven, aEes te samen voeide ze zich mat en levensmoe. Het ,Jch will", kon haar zelfs nu niet altijd de noodige op gewektheid geven om hare taak te vervullen. De dokter, die geregeld tweemaal daags kwam, begon de patient met eiken dag zwak ker te vinden, en vreesde, dat zij het niet zou volhouden tot de crisis. Zij lag nu meest al doodstil, zonder een woord te spreken. Zoo dikwijls haar echtgenoot bij haar kwam stak ze hem glimlachend de hand toe en vroeg: „Zorgt Edmond goed voor je? Ik ben zoo blij. dat hij er is", maar veel meer zeide ze niet. Ook tegen zuster Dora sprak ze bijna nooit, alleen Ellen riep ze af en toe bij zich om eens naar alles te vragen, maar soms was ze blijkbaar eenigszins verward, noemde haar „Emilie" en vroeg of haar man ook hier was. Eindelijk op een Zondag, waarop een zwaar onweder de zieke voortdurend onrustig had gemaakt, voelden allen zich zeer bezwaard tegen den nacht: Ellen zou'tot vier uur wa ken en dan de Zuster roepen, maar het jonge meisje, dat altijd zoo moedig was. zag er nu zoo ontzettend treurig uit, dat Edmond zei de: „Zusje, laat mij bij je blijven van nacht, dat is toch minder eenzaam". Maar de baron wilde daar niet van hooren: .Edmond is den geheeien dag zoo druk be zig met mij", zeide hij, „hij moet rusten voor al nadat hij eerst zoo ingespannen gestudeerd heeft. Laat Van Raven bij Ellen opblijven, die is sterk". „Ik verklaar mij daartoe ten volle bereid, mits juffrouw Howard het goedkeurt", zeide de burgemeester met ijskouden blik. „O ja, zeer gaarne", antwoordde Ellen met haperende stem, „ik gevoel mij heden kin derachtig angstig, en 't zal me veel moediger maken als ik weet. dat u bij me zijt". Bij deze' eenvoudige woorden zag de burge meester verrast op, zijn sombere blik werd eensklaps verhelderd en zijn eenvoudig: „Ik dank u", klonk zonderling ate antwoord op t geen ztj hed gezegd. Om 9 uur begaf Zuster Dora zich ter ruste en nam Ellen hare plaats aan 't ziekbed ln. De oude vrouw woelde onophoudelijk in haar bed heen en weder, riep telkens om drinken en kreunde van pijn. 't Was droevig om aan te zien. Om elf uur kwam de baron, voor hij zich ter ruste begaf, even met Edmond naar haar zien; zij kende hem blijkbaar wel, glim lachte even doch zeide niets; daarop zijn hand grijpende lag zij die als 't ware zege nende op Edmonds donkere lokken. De oude heer was aangedaan, en tranen verstikten zijne stem, toen hij zeide: „Arme vrouw, zij verheugde zich zoo op ons vijf-en-dertig ja rig huwelijksfeest, den volgenden zomer". Toen alles in rust was, kwam Van Raven in de ziekenkamer, en nam plaats op de sofa bij het venster. Ellen, die voortdurend met de zieke bezig was, had geen gelegenheid met hem te spreken; eensklaps vloog mevrouw op en riep met luider stem dan men in lang van haar hoorde: Willem, ben je daar ook? t Ls goed dat je gekomen bent, 't was voor Emilie te zwaar. Jongen, wat Is je vrouwtje toch zacht en lief voor hare oude moeder". „Ja moeder, dat is ze zeker", zeide Van Raven naderbij komende, „maar tracht u nu eens wat te rusten". ,Jk zal trachten", zeide de zieke volgzaam, „doe de gordijnen dicht, en Emilie, ga jij dan bij je man zoolang op de sofa zitten, als ik jullie noodig heb roep ik wel". EUen stond op en naar den heer Van Ra ven toegaande, zeide ze: „Mevrouw ziet me tegenwoordig dikwijls aan voor uwe overleden echtgehoote. t Speet me zoo voor u, 't moet voor u een pijnlijk oogenblik zijn geweest". „Ja ontzettend pijnlijk", zeide de burge meester. „ook voor mama zelve, als ze later bespeurt, dat het slecht een droombeeld was. Niet ik alleen, juffouw Howard, maakte me toen u pas hier waart illusies, dat er een tS}d scrade kernen, waarop Ezraöete ptmfi bij mij cn mijne kleine Meta zoudt willen In nemen, ook die brave vrouw heeft, ik ben daarvan overtuigd, wel eens aan zulk een toekomst gedacht. En onbaatzuchtig als zij is. heeft zij dan zeker niet getreurd over het feit, dat ik ten tweede male het zonnetje uit haar huis weg zou nemen, maar zich alleen verheugd, dat Emilie's wensch zoo schitterend werd vervuld, waar deze op haar sterfbed mij zoo dringend bad. hare plaats bij ons hulpe loos kind niet ledig te laten". „Maar", vervolgde de heer Van Raven eenigszins bitter, „ik zag al heel spoedig hoe weinig sympathiek ik u was, hoe u mijn huis vermeed, mij aanraadde, Meta maar spoedig naar de dorpsschool te zenden, opdat lk toch maar niet in de verzoeking zoude komen, u te vragen u voor een gedeelte met hare op voeding te bemoeien; ge deedt alles wat ge kondt om u van ons te vervreemden Mama bemerkte het wel, geloof ik, want zij stelde mij voor u later te vragen om Meta's gouver nante te worden, hopende, dat u mij dan. beter zoudt leeren kennen; maar ik, die wist. hoe hopeloos mijne kansen waren, wees die goede vrouw bijna ruw af, zooals ik ook mijn schoonvader met een bits antwoord ontstem de, toen hij mij lachend vertelde, dat gij ge zegd hadt, dat uw eenige huwelijkskans be stond ln eene ontmoeting op de eenzame hei de, daar Aalheim geen enkel ongetrouwd heer onder zijne Inwoners telde; natuurlijk een weduwnaar van zes-en-dertig jaar re kent een Jong meisje van twintig niet meer, tot de huwelijkscandidaten!" (Wondt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 9